DAGBLAD VOOR ALKMAAR LN OMSTREKEN.
No. 31
Honderd en achttiende Jaargang.
19 J 6
MAANDAG
7 FEBRUARI
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 1,franco door hei geheele Rijk 11,25.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
ALKMAAR, 7 Februari.
Militair nieuws is er heden niet. ïn L.nge-
land en Duitschiand heeft men het zeer druk
over hetgeen er met de bemanning der L. 19
is geschied in de Noordzee: de Engelschen
keuren de houding van den trawlerschipper,
die de bemanning niet aan boord durfde ne
men en koers zette naar Grimsby, goed, de
Duitsqhers zijn daarover hoogeiijk veront
waardigd. Wanneer het luchtschip hngelsch
en de trawlerschipper een Duitscher was ge
weest, zou men natuurlijk in beide landen,
juist and rsora oordeeten.
In het Tageblatt riterkt kapitein Persius op,
dat hoe diep het verlies van de L 19 met het
grootste gedeelte der bemanning ook te be
treuren valt, het ten minste een kleine troost
blijft, dat het luchtschip met het offer van den
vijand werd, maar tengevolge van eene be
schieting door neutralen te gronde ging.
Volgens alle waarschijnlijkheid, zegt de
schrijver, zal de L 19 in den mist iets te
dicht bij het Hollandsche eiland Ameland
zijn gedreven, ook is het echter mogelijk
dat het luchtschip door sterken wind is afge
dreven, doch het spreekt van zelf, dat de
Hollandsche kustwacht het recht had het
luchtschip te beschieten.
In de Fransche Kamer waar de alcohol
kwestie nog al eens aanleiding geeft tot ru
moerige tooneeltjes is over het bezoek der
Zeppelins aan Parijs geïnterpelleerd op een
nog al hartstochtelijke wijze. Aan de regee
ring werd nalatigheid verweten en zelfs werd
er gezegd, dat er heelemaal geen regeering
is! De minister-president, de heer Briand,
heeft echter doen gevoelen, dat er wel een
regeering is en dat zij een motie van vertrou
wen verdiende, wat zij dan ook heeft gekre
gen.
Over de verhouding tusschen Duitschiand
en Amerika valt weinig nieuws te zeggen.
Blijkbaar duren de onderhandelingen nog
voort, hetgeen nog wel eenige dagen het ge
val kan blijven. En intusschen worden er
heel wat berichten en geruchten overgeka-
beld, die den toestand nu eens wat gunstiger,
dan weer wat ongunstiger schetsen. Van
daag heeten die vooruitzichten op een spoedi
ge, vredelievende oplossing van het geschil
weer wat beter, maar morgen kan er best
weer het tegendeel worden gemeld. Het
schijnt er op aan te komen in het geval van
de Lusitania een formule te vinden, welke
de beide partijen bevredigt. Uit een verkla
ring van den bekenden onderstaatssecretaris
van bu'tenl. zaken, den beer Zimmerman, is
nog weer eens duidelijk gebleken, dat
Duitschiand onder- geen beding de onwettig
heid van den onderzeeërs-oorlog in de oor
logszone wil toegeven. De spreker geloofde,
dat Duitschiand thans in den onderzeeër een
machtig wapen bezit tegen Engeland, vroe
ger had hij er anders over gedacht, maar hij
was van gedachte veranderd. De vrachtpro-
blemeri, waarover in Engeland veel wordt
geschreven en gesproken, trekken ook in de
Duitsche pers zeer de aandacht. En vooral
nu Italië ook last gaat ondervinden van het
gebrek aan scheepsruimte. Minister Lloyd
George zinspeelde onlangs in zijn onderhoud
met een Italiaansch journalist er op, dat Ita
lië en Engeland onder hetzelfde euvel lijden.
De Italiaansche bladen beginnen nu Enge
land te verwijten, dat het niets doet om de
laadruimte te-vergrooten en den aanvoer van
steenkolen te vermeerderen. En de Italiaan
sche minister-president heeft dezer dagen
verklaard:
„Als wij niet voor de vrachtvaart, voor de
transporten, noodzakelijk voor onze nijver
heid en de voorziening van het land met le
vensmiddelen, van het buitenland afhankelijk
waren, zouden we veel sterker niet alleen te
genover onze tegenstanders, maar ook tegen
over onze bondgenooten staan.
Laten wij nu hopen, dat zoo al ook wij
niet, wij zijn moe dan toch anderen zich
deze leering ten nutte zullen maken, en dat
gene zullen doen, wat tot nog toe niet is ge
beurd."
Natuurlijk verheugt men zich in Duitsch
iand over zulke verklaringen, zooals men
zich in de landen der entente verheugt over
het voedselprobleem en andere problemen,
die Duitschiand moeielijkheden opleveren. En
het ligt voor de hand, dat men nu vooral
niet afstand wil doen van het wapen, dat de
laadruimte der entente in eenige mate kan
beperken: de onderzeeër. Ondanks de drei
gementen van Amerika
Men meldt ons uit Purmerend: De
Raad der gemeente heeft in zijne spoed-
eischende vergadering met algemeene stem
men besloten een tijdelijke geldleening van
60.000 ie sluiten voor den aanleg van de
kistdammen en voor de kosten der bemaling.
De raad was eenstemmig van oordeel dat bil
lijkheidshalve de provincie in de kosten bij
draagt, terwijl de hoop werd uitgesproken, dat
ook de betrokken Waterschaps-besturen hun
steun niet zullen onthouden, omdat de geno
men maatregelen dter gemeente ook aan het
Noordelijk gelegen deel der provincie ten goe
de komen. Bovendien hebben de eigenaren van
het hier ondergeloopen land ook belang bij de
droogmaking, zoodat het billijk is dat ook zij
in de kosten zullen bijdragen.
Omtrent den toestand inPurmerend
wordt ons nog het volgende gemeldDoor de
snelle daling \an 't water in de laatste dagen
is het verkeer voor voetgangers en rijtuigen in
sommige deelen dier stad hersteld. De Juliana-
straat, de Nieuwe Gracht en het plein vóór
School No. 1 zijn geheel watervrijae trottoirs
van de Heerengracht zijn hier en daar be
gaanbaar. De groote booten door de N.R.K.
kosteloos ter beschikking gesteld voor het ver
voer van menschen en vee, zijn weer vertrok
ken een bewijs dus, dat men het gevaar als
geweken beschouwt. De stoombooten, die. ge
regeld den dienst naar Amsterdam en tus-
schenliggende stations onderhouden, moeten
op hooger bevel -met halve kracht stoomen.
Gaat het aanbrengen van de kistdammen door
als tot nu toe, dan hoopt men a. s. Woensdag
met de bemaling te kunnen beginnen. In 't
laatst der week hoopt men dan de stad water-
vrij te hebben.
Een later bericht uit Purmerend luidtDe
wegen voor het verkeer zijn weder openge
steld1, passen zijn dus niet noodig. Verschil
lende polderbesturen hebben ter openbare ken
nis gebracht, dat het rietsnijden langs en aan
de dijken en in. de ringslooten tot nader order
is verboden met het oog op den goifsiag en
ongewenschte eventueele verzwakking van
dijken en oevers.
Men meldt ons, dat nabij den vuurtoren
op het eiland Marken thans het laatste slacht
offer van de overstrooming gevonden is.
Alle 16 Lijken bevonden zich dus op het
eiland.
De toestand in den A u n a-P a u 1 o w-
n a p o 1 d e r is gedurende de jongste twee
etmalen vjijwel onveranderd. In den West
polder bleef het water op dezelfde hoogte
staan. De Zandvaart is thans zoo goed als
ledig gepompt, zoodat men spoedig met hei
uitdiepen kan beginnen, en met den daardoor
verkregen grond den nooddijk kan ophoogen.
Nog steeds heeft men in het droog geble
ven deel van den Westpolder veel last van het
dringwater, dat onder den spoordijk door
komt. Hoewel dag en nacht door gepompt
wordt, was dit water Vrijdagavond slechts
enkele c.M. gezakt.
Daar men van meening was, dat het gat in
de kade langs de Van Ewijcksvaart voldoende
gestopt was, begon het stoomgemaal te
Kleine Sluis te vier uur 's middags te werken
Men kon nog niet vaststellen of de doorbraak
werkelijk voldoende dicht was. E>e bekisting
langs de Van Ewijcksvaart begint goed op te
schieten. Ook wordt de kade aan de over
zijde van de vaart verzwaard, opdat het wa
ter niet van den Oostpolder in den Westpol
der kan vloeien.
In verband met de vooral in den
aanvang veel voorkomende diefstallen uit
verlaten huizen, is thans in verschillende dor
pen een geregelde surveillance-dienst georga
niseerd. Marechaussees en veldwachters va
ren in van aanhangmotoren voorziene boot
jes geregeld „op patrouille" door de dorpen.
Het water is in Waterland gedu
rende de laatste vier dagen ongeveer 55 cM
gevallen, zoodat vele duizenden kubieke me
ters water zijn verdwenen, echter nog zeer
weinig in vergelijking met de groote opper
vlakte. Deze daling bracht hier voordeel, el
ders nadeel met zich mede.
Uit Zaandam meldt men aan de
TelegraafDe werkzaamheden betreffende het
versteren van de Westzijde en de Oostzijde
zijn thans voltooid. De kosten hiervoor heb
ben ongeveer één ton beloopen. Voor vele
arbeiders, die 40 cent per uur verdienden, is
dit een welkome werkverschaffing geweest.
Thans is men begonnen op de meest be
dreigde punten van de R. K. kerk aan 't Kalf
tot aan het Heerenhuis, op de grens van den
Wijden Wormer, een dubbele rij van dirijf-
balken als golfbrekers in het wat-er langs den
dijk te doen leggen. In geval van storm zal de
t.usschenruimte met olie worden begoten.
Ook heeft men de brandputten in de West
zijde, die gemeenschap met de Zaan hebben,
gedicht.
Ten einde op de hoogte te komen van de
namen der personen, die door het water uit
hun woningen zijn verdreven en bekend te
worden met hun tegenwoordige verblijfplaat
sen, is besloten tót h< t registrceren van dc
vluchtelingen. Hierdoor zal ook blijken,
hoeveel personen uit Oostzaan, Landsmeer en
Ilpendam, wier aantal te zamen op 2000
wordt geschat, in de gemeente vertoeven.
Met het leggen van hulpbruggen op de pa
den, die ond'er water staan, wordt geregeld
en krachtig voortgega m. Hierdoor wordt
voorkomen, dat persoi en hun woningen ver
laten, voor dit dringend noodig is.
—De heer F. M. Visser schrijft aan. het
N. v. d. D.
Naar aanleiding van het adres van Broek-
in-Waterland aan het Provinciaal Bestuur,
wilde ik enkele opmerkingen maken.
Er wordt gezegd, dat door de afdamming
van de Broekervaart bij Schouw de volledige
herstelling van den Waterlandschen dijk, die
toch al acht maanden zal duren, belangrijk
zal worden vertraagd.
Men maakt hier een grove vergissing. Die
tijdsduur van 8 maanden moet gesplitst wor
den in één periode van bijv. 1 a 2 maanden,
verloopende van nu tot het qogenblik dal
men in Waterland met afmalen kan beginnen,
en in een periode van 6 a 7 maanden, noodig
voor de verdere afwerking van dte dijken. Het
spreekt echter .vanzelf, dat bij een eventueel
uitvoeren van mijn plan, de afdamming van
de Broeker Vaart dadelijk zou kunnen wor
den opgeheven, zoodra het deel ten Oosten
van het kanaal gelijken waterstand bereikt
zou hebben als het dan reeds uitgemalen
Westelijke deel. Men zou alleen, bijv. door
het maken van een gelegenheid om schotbal-
ken aan te brengen, zich nog extra kunnen
dekken, zoodat bij hernieuwde doorbraak in
die 6 maanden de noodwaterkeering dadelijk
weer te herstellen ware.
De mededeeling, dat het volledig herstel
van den dijk 8 maanden zal vragen, is feitelijk
een zeer sterke aanbeveling voor mijn plan.
Dat wil toch immers zeggen, dat geüuren
de die maanden een herhaling van de ramp
ook bij minder hooge vloeden mogelijk zou
zijn, zoodat dan. een 2e waterkeering, waar
achter dan althans het deel met verreweg dte
grootste bevolking rustig kan leven, van j
groot belang zou zijn.
Ik wii nog eens herhalen, wat ik al vaak
gezegd heb, n.L, indien ik overtuigd was,
dat door de afdamming van de Broeker Vaan
de dichting dier gaten in den Waterlandschen
en Katwouder Zeedlijk belangrijk vertraagde,
ik daarmee zelf ook mijn plan als noodwater
keering onuitvoernaar zou achten, of beter
gezegd, een andere wijze van uitvoering zou
aanraden, waarbij de Broekervaart niet afge
damd behoeft te worden.
Die overtuiging deel ik echter niet, le. om
dat men bij het maken van den dijk Buiksloot
Ilpendam van twee zijden beginnende de
vaart zoo lang mogelijk kan openlaten om
den uitvoerder van het werk nog gelegenheid
te geven, zooveel mogelijk materiaal aan den
anderen kant te brengen. 2e. omdat overla
ding hier steeds mogelijk is, wat wel duur
der zou kosten, maar niet langer behoelt te
duren. 3e. omdat dezelfde Broeker Vaart bi]
stdrmaehtig weer met ondergeloopen dijken
ook geen ideale vaart is voor zandvervoer in
groote bakken achter een sleepboot. 4e. om
dat ook uit dit adres blijkt, dat vervoer over
zee bij normalen waterstand wel mogelijk is
en men dan toch in die dagen een overmaat
van materialen zou kunnen aanvoeren, vol
doende voor die dagen, dat de aanvoer moei
lijk is: 5e. Gelijk hierboven gezegd, zou de
Broeker Vaart dadelijk na de afmaling van
Waterland, weer voor het verkeer geopend
kunnen worden, zoodat de geheele afdam
ming slechts kort behoefde te duren.
Door de afmaling van het westelijk deel,
met behulp van het gemaal aan de Oranje
sluizen, vooraf te laten gaan, zou later de
afmaling van het oostelijk deel eveneens met
hulp van dat gemaal, veel vlugger kunnen
plaats hebben, zoodat ook de plaatsen in dat
oostelijk deel gelegen, gelijk Broek, daarmee
gediend zouden ziin.
BINNENLAND.
HET ADRES INZAKE Mr. TREUB.
Het Handelsblad noemt het adres van een
aantal vooraanstaande Nederlanders uit dc
kringen van handel, scheepvaart en nijverheid
aan de Tweede Kamer, zeer merkwaardig.
Het blad meent uk het feit, dat nog steeds
H. M. de Koningin het ontslag van minister
Treub niet heeft aangenomen, te mogen af
leiden, dat raadgevers van de Koningin een
mogelijkheid zien, om minister Treub in de
rt-geering te behouden.
Mr. Patijn protesteert in „Het Vaderland"
tegen de meening, door velen geuit, dat Mi
nister Treub zelfmoord zou hebben gepleegd
Hij merkt op „dat een onoverbrugbare klove
tusschen het standpunt des Ministers en de
Kamermeerderheid ntei bestond
De Telegraaf zegt, dat tweeërlei uk het
adres blijkt.
In de eerste plaats aldus het blad het
diep-gewortelde besef, dat het heengaan van
minister Treub een ernstig nationaal verlies
is. Diep geworteld, bij heel ons volk. Want
men heeft het oor maar te luisteren te leggen
in alle geledingen der burgerij om over het
votum der Kamer een kreet van teleurstelling
en afkeuring te hooren.
En vervolgens blijkt uit het adres, dat ook
volgens deze mannen de Kamer anders had
gekund. Neen, anders had moeten doen.
Zooals wij het reeds schreven: de onvermij
delijkheid van dit votum is aan bijna niemand
duidelijk. Het adres is dan ook niet alleen
een pro-Treub-betooging, het is een protest
tegen de houding der Tweede Tamer.
En daarom van beteekenis.
De belangstelling voor het ontweip-adres
aan de Tweede Kamer, naar aanleiding van
de ontslag-aanvrage blijkt zeer groot te zijn.
Waarschijijk zal ook eldfers in ons land gele
genheid1 worden gegeven het adres te teekenen.
DE TELEGRAAF-KWE ST IE.
Onder het hoofd „Werk vooi „de Amster-
damsche Pers" schrijft de Telegraaf
Aan het „Algemeen Handelsblad" is be
noemd tot lid der redactie mej. H. van
Meekren.
Aan het „Algemeen Handelsblad" is ont
slagen als lid der redactie de heer De Voogt.
Bij het persbureau Vas Dias is als mede
werker aangesteld de heer L. Schotting.
Bij het persbureau Vas Dias is ontslagen
als medewerker de heef Rikmenspoel.
Valt hier misschien iets te doen voor „De
Amslerdamsche Pers"? of ontbreken de fac
toren, die de wezenlijke aanleiding zijn ge
weest tot de lastercampagne tegen „De Tele
graaf
Naar aanleiding van de verklaringen in de
pers verschenen nopens de zaak van het anti-
smokkelbureau der Telegraaf, hebben de Brit-
sche en Fransche gezanten den minister van
Buitenlandsche Zaken een bezoek gebracht en
hem de volgende verklaring gedaan
In tegenspraak met de verdachtmakingen
van zekere organen is het volstrekt onjuist,
dat de Britsche en Fransche gezantschappen
eenigerlei aandeel zouden hebben gehad in
de totstandkoming, de organisatie en de wer
king van het Anti-smokkelbureau, dat aan de
Telegraaf zou hebben bestaan Indien de
Britsche en Fransche gezantschappen inlich
tingen van dat bureau gekregen hebben, kan
zulks niet anders beschouwd worden dan als
een volstrekt normaal feit, aangezien het niet
,op den weg van vreemde zendingen ligt om
berichten te weigeren, die haar spontaan
worden toegezonden.
Het Handelsblad teekent onder dit bericht
aan, dat het blad geen orgaan bekend is, dat
zou hebben beweerd, dat de Britsche en
Fransche gezantschappen eenigerlei aandeel
zouden hebben gehad in de totstandkoming,
de organisatie en de werking van het Anti-
Smokkelbureau.
Overigens merkt het blad op, dat de ge
zanten niet ontkennen, dat zij inlichtingen
van het Anti-Smokkelbureau hebben ontvan
éen.
In de Telegraaf van Zaterdagavond zegt
de heer J. C. Schroder, dat het niet zijn voor
nemen was één woord te verspillen aan het
tweede perscommuniqué. Doch nu het
„Handelsblad"--hem op twee leugens meent te
kunnen betrappen wensch ik zegt hij
nadrukkelijk vast te stellen:
lo. dat er bij mij nooit een of meer Ehiit
sche Legationsrathe zijn geweest met de be
doeling voorstellen aan „E>e Telegraaf" te
doen;
2o. dat ik nooit aan de regeering eenig
rapport heb ingezonden, het anti-smokkelbu
reau betreffende;
dat ik van het bestaan van een dergelijk
aan de regeering toe te zenden rapport dus
geen voorkennis heb kunnen dragen;
dat het bij gevolg nooit met mijn goedkeu
ring is opgemaakt kunnen worden;
dat ik om dezelfde reden aan de samenstel
ling niet heb kunnen medewerken en de re
geering een dergelijk rapport derhalve nooit
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat bij
hun college is ingekomen een verzoekschrift
van C.-WOKKE, aldaar, om verlof tot den
verkoop van alcoholvrijen drank in het per
ceel Verdronkenoord, C. 4.
Binnen twee weken na deze bekendmaking
kunnen tegen het verleenen van het verlof
schriftelijk bezwaren worden ingediend.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
A-lkniaar 7 Februari 1916.
van mijn hand heeft kunnen ontvangen, noch
omvangen heeft.
Onder deze pertinente verklaring van den
heer Schroder schrijft „Het Handelsblad" het
volgende:
De verklaring, van den heer Schroder leze
men naast de zeer pertinente verklaring b.v
van den heer C. Veth over de hem door den
heer S. zeiven gedane mededeeling omtrent
de Duitsche Legationsrate, om de juiste be
teekenis ervan te begrijpen.
En volgens het communiqué van de Am-
sterdamsche Pers werd het schrijven aan de
Nederlandsche regeering met de „volledige
voorkennis, goedkeuring en medewerking"
van den heer Schroder opgesteld. Als men
het bovenstaande goed leest en let op de
woorden „dus" „bijgevolg" en „om dezelf
de reden," ziet men dat de heer Schroder ont
kent voorkennis te hebben gedragen van een
door hem ingezonden rapport. Maar dat hij
zelf het heeft ingezonden, is ook niet in het
communiqué beweerd.
Wij weten, dat ook de reeds genoemde heer
X, een aanzienlijk Nederlander, getuigen kan,
dat het stuk, in het A. P.-communiqué afge
drukt, wel met „volledige voorkennis, goed
keuring en medewerking" van den heer
Schroder tot stand is gekomen.
In hetzelfde nummer van de Tel., waarin
de verklaring van den heer Schroder voor
komt, wordt in een uitvoerig artikel uiteenge
zet, dat er slechts twee beschuldigingen aan
de Tel. worden gericht.
Vooreerst is daar de zaak van het z.g.n.
„anti-smokkelbureau."
Dan de zaak van den heer Simons.
Den heer H. M. C Holdert wordt ten laste
gelegd, dat hij op eigen houtje een aotie te
gen den smokkelhandel georganiseerd heeft,
en de uitkomsten dezer actie bekend gemaakt
aan de vertegenwoordigers dér regeeringen
van de geallieerden hier te lande. Verder, dat
hij De Telegraaf" voor deze actie heeft ge
bruikt, en dat zijn agenten af en toe niet hl te
nauw gekeken zouden hebben bij het kiezen
van de middelen om op het spoor van smok-
kelzaken te geraken, en de smokkelaars in de
val te doen loopen.
En verder in een totaal omgekeerde or
de van gedachtx dat hij een Duitschgezin-
den medewerker aan de hoofdredactie van
„De Telegraaf' zou hebben opgedrongen.
Het blad vindt het teekenend, dat nu nie
mand kan begrijpen, dat er één man in Ne
derland is, die er moeite en geld voor over
zou hebben om het staatsgevaarlijke bedrijf
van den smokkelhandel tegen te gaan. Uiteen
gezet wordt, dan nog eens, hoe de heer Hol
dert er toe gekomen is zijn actie op zóó
breedte basis te organ iseeren.
Het anti-smokkelbureau had maar één doel:
een einde te maken aan den smokkelhandel:
en zulks in de allereerste plaats, vóór en bó
ven alles in 't belang van Nederland
Twee enorme gevaren toch waren aan dat
geknoei verbonden: Het gevaar, dat de geal
lieerden aan Nederland den oorlog zouden
verklaren, en het al niet veel minder groote
gevaar, dat Engeland aan de smokkelpraktij-
ken radicaal een eind stelde, door den gehee-
len toevoer over zee naar .Nederland af te
snijden.
Daar gaat alles om! Het zg anti-smokkel
bureau van den heer H. M. C. Holdert, is ge
richt teeen een nationaal gevaar Dat de ge
heel e Nederlandsche pers meewerke om dit
gevaar te doen verdwijnen; dat bij hlle bla
den van Nederland de smokkelaars vervol
gers en aanklagers vinden, zooals bij ..De Te
legraaf" en.'t anti-smokkelbureau zal van-
zèlf verdwijnen.
In plaats van dat te doen, vallen de bladen
den heer Holdert aan.
Het anti-smokkelbureau heeft er zich ech
ter niet toe bepaald, den put te demnen, als
het kalf reeds verdronken was De wijze
spreuk indachtig, dat het beter is de kwaal
te voorkomen dan haar te genezen, heeft het
overal, waar het daar kans toe zag, smokkel-
plannetjes verijdeld en broeinesten van smok
kelarij uitgeroeid.
En nu is het wel merkwaardig, dat het juist
dat is wat de collega's der o, zoo fatsoenlijke
Nederlandsche pers, den heer H M C Hol
dert het meest kwalijk nemen!
Er wordt gesproken van .onznivere mid
delen," „provocaties," „gefingeerde aanstel-