FEUILLETON.
Purperen fijn Linnen
der Staten-Generaal naar aanleiding van de
vergadering op Maandag 24 Januari j.l. door
het Ned. Landbouw-Comité gehouden met
vertegenwoordigers van de landbouwvereeni-
gingen welke vergadering zich had uit te
spreken over de door den minister van Land
bouw gestelde vraag of de Landbouwvereeni-
gingen gereed zijn om het mond- en klauw
zeer te bestrijden indien binnen zeer korten
tijd met het afmaaksysteem wordt gebroken.
In dit adres komt de Bond van Kaasprodu
centen op tegen de wijze waarop latei aan
het antwoord op deze vraag een achtergrond
is gegeven doordat de genomen beslissing
werd gebruikt om de voorstanders van het
afmaaksysteem van argumenten te voorzien.
urr hoorn.
Gisteravond werd te Hoorn de vierde ron
de gespeeld in den damwedstrijd tusschen de
Westfriesche clubs. De uitslag is als volgt.
Hoorn
J. Geusebroek 1
D. Eecen 2
K. de Vos 2
W. A. Ydo 2
A. Fasol 2
P. Verell 2
H. Weldema 0
Wognnm
T. Saai 1
L. Schuitemaker 0
J. Koster 0
K. Koster 0
A. Appel 0
N Edel 0
H. Èurger 2
11
Enkhuizen
G. Spijker 1
D. de Vries 1
P. Kort 2
I. de Vries 0
L. v. d. Spruit 2
J de jong 2
K. Mantel 2
3
Twisk
A. v. d. Wolff 1
P. Zwagerman 1
G. Renooy 0
G. Ham 2
C. Schimmel 0
L. Wurkum 0
P. Poen 0
10
Twee Belgen zijn Zaterdagavond de
grens over gekomen. Zij waren uit een
Duitsch gevangenkamp gevlucht. Twee ge
vluchte Fransche krijgsgevangenen passeer
den Zondag de grens
In den nacht van Zondag op Maandag
ontstond brand in de boerderij „De Hoop
te Anna Paulowna. Alles ging in vlammen
op. Verzekering dekt de schade.
Door onbekende oorzaak is er brand ont
staan in de katholieke kerk te Leeuwen. Inwen
dig is er groote schade aangericht.
De paardenoppasser G. H. S., in dienst
van den heer F. te Amsterdam, is op den
Schiedamschendijk te Rotterdam aangehou
den als verdacht van verduistering vani 175
ten nadeele van zijn patroon. Het geld had hij
verteerd
De 76ste lijst van het Koninklijk Natio
naal Steuncomité 1914 wijst een totaal aan
van f 3,732,295, gevende met het totaal dei-
vorige lijsten een totaal-generaal van
3,588.465.95K.
De bekende bankier J. P. Morgan heeft
zich ingescheept op de „Rotterdam" van de
Holland-Amerika-lijn, die 2 lezer van Nieuw-
York naar Rotterdam vertrokken is.
Het te Groningen thuisbehoorende tjalk
schip „Dolfijn" is in de Sond verongelukt.
Er is niemand van de bemanning, bestaande
uit den kapitein en zijn vrouw, benevens den
stuurman, gered.
De penningmeester van de Algemeene
Commissie voor den atersnood verant
woordt een totaal bedrag van 1.509.884 53
STADSNIEUWS.
urr SCHAGEN
De ziektevereeniging „Help zelf alhier
hield gisteren in de Ceres hare jaarvergade
ring. Wegens ongesteldheid van den voorzit
ter werd de vereadreing geleid door den v. v
den heer C. Hartkamp.
Nadat de bijeenkomst op de gebruikelijke
wijze geopend was, brachten secr. en pen vei
slag uit over den toestand Deze mag alles-
zins bevredigend worden genoemd 1015 be
gon met 61 leden waarvan 5 gemobiliseerd en
sloot met 74 leden met 6 in „Dienst Eene
belangrijke aanwinst van leden derhalve, een
bewijs, dat de nuttige werking van „Help u
zelf" in toenemende mate gewaardeerd wordt
Ónder de leden kwamen 275 ziekte dagen
voor, met eene uitgaaf van 247,50. De ont
vangsten bedroegen 318,17, de Uitgaven
f 318,16, alzoo een batig saldo van,/ 63,ül.
'Namens de financieele commissie bracht de
heer J. van Ketel rapport uit over het-gevoerd
beheer. Zijne conclusie was, den pen., den
'heer N. Hoogschagen op loffelijke wijze te
dechargeeren, wat algemeen applaus ge
schiedde. De uitslag der verkiezing voor twee
leden van het Bestuur was, dat gekozen werd,
do heer J. van Ketel en herkozen met het lot
tegen den heer C Klik, de heer D. Roggeveen.
De uitkeering werd met algemeene stemmen
van 90 cent op 1- gld. per dag gebracht. Tot
afgevaardigde naar >de Districtsvergaciering
werd gekozen den heer Th. Roep, afwezig..
Daar de rondvraag-geene aanleiding tot ver
dere besprekingen gaf werd de vergadering
onder dankbetuiging besloten.
UIT OUDE-NIEDORP EN VEENHUIZEN
Wederom zal Ds. Broekema met zijn „v j"
via" in de gemeente O.-Niedorp en Veenhui-
zen optreden om hun een genoegelijken,
stichtelijken avond te geven. A. s. /ondag-
avond 7 uur in de kerk te Veenhuizen en 8
dagen later in O. Niedorp. Het onderwerp
zal wezen: „Paulus, de vervolger der Chris
tel. gem., geworden een Prediker en Apostel.
UIT WIJDENES.
De collecte voor den watersnood heeft in
deze gemeente opgebracht 1086.35.
KORTE BERICHTEN.
Daar een aantal werkgevers te Harder
wijk, die geïnterneerde Belgen in dienst heb
ben, vergeten hebben te handelen volgens
aanwijzing van het Centraal Arbeidsbureau
te Dén Haag, zullen alle bij hen werkende
Belgen hun worden ontnomen. Dat beteekent
een groote schadepost, zoodat de heeren al
les in 't werk stellen de zaak nog in orde
te krijgen.
18e VERANTWOORDING.
K. R. f 50; W. S. f 10; N. N. f 2; D
L. f 50Alkmaarsche Handelsreizigers-Ver-
eeniging f 15; inhoud bus Dinsdag f 0,25
Tezamen f 127,25. Met het verantwoorde
bedrag ad f 15349,13t/.iin totaal f 15T7ö,3Si
HET ROODE KRUIS.
Naar we vernemen is Z. K. H. Prins Hen
drik voornemens morgenmiddag 3 uur de
noodziekeninrichting van het Roode Kruis te
Uitgeest, ingesteld door onze plaatselijke a»
dfeeiing, te bezoeken.
RIJKSWEG ALKMAAR—NIEUWEDIEP,
De Staatscourant no. 32 bevat de wet van
15 Januari tot overbrenging van een gedeelte
van den Rijksweg van Alkmaar naar Nieuwe
diep i'n beheer en onderhoud bij de gemeente
Alkmaar.
naar het Engelsch
L1LIAS CAMPBELL DAVIDSON.
IS VERZEKERING TEGEN WATER
SCHADE MOGELIJK?
Over deze vraag vinden we in het laatste
nommer van „De Voorzorg," weekblad voor
Verzekering, Philantropie, Hygiëne, enz. een
artikel van de hand van onzen stadgenoot,
den heer J. H. Elfring, dir. Verzekering-Mij
„Kinheim." De schrijver zet eerst uiteen, da!
doel van de verzekering tegen watersQhade
moet zijn
Vergoeding van de vernietigde belangen
voortspruitende uit rampen,' die met jaren
lange tusschenpoozen plaats hebben tenge
volge van dijkbreuken en dijkverschuivingen
doch niet de vergoeding van periodieke wa
terschaden.
Óver de vraag wie de verzekering zal kun
nen uitoefenen en de groote sommen in geval
van evenement zal kunnen garandeeren, laat
de schrijver zijn gedachten als volgt gaan:
Er zijn in ons land 207 maatschappijen, die
brandverzekering, levensverzekering en hy
potheekverschaffing als bedrijf uitoefenen,
met een gezamenlijk geplaatst kapitaal van
bijna 200 millioen. gulden. Niet gerekend
zijn maatschappijen met minder dan
100 000 geplaatst kapitaal. Indirect on
dervinden al deze lichamen en nog heel wat
meer instellingen in hunne beleggingen de
groote nadeelen van de overstrooming. Aan
tal van hypotheekhouders zullen dé noodige
faciliteiten toegestaan moeten worden om
hun verplichtingen na té komen. Het schijnt
mij b.v. lang niet onmogelijk, dat aan bedrij
ven die met likwidatie bedreigd worden, ver
boven het gewone percentage, ja wellicht bo-
jven de waarde van de activa, hypotheek zal
moeten worden verleend om ze op gang te
houden en om grooter verlies te voorkomen
Dwangverkoopen zullen onder de gegeven
omstandigheden onmenschelijke zoo niet on
doenlijk zijn.
Mijn voorstel is nu:
De bedoelde maatschappijen stichten een
combinatie, en waarborgen een bedrag van
10 pet. van haar geplaatst kapitaal, waardoor
reel spoedig een garantie wordt gevormd
van 20 millioen.
Voor de maatschappijen geen bezwaar met
als resultaat enorme zekerheid. De maat
schappijen genieten voor deze zekerheidsstel
ling jaarlijks eene vergoeding.
De schrijver zet dan uiteen, dat alle maat
schappijen bij de „Watersnood-trust," zooals
hij de combinatie wil noemen, aangesloten
op kunnen treden als assuradeurs tegen wa
tersnood en verzekeringen kunnen aannemen
Hij vertelt dan hoe hij de verzekeringsvoor-
waarden zou willen stellen en besluit:
Kan men mij gelegenheid geven het plan
toe te lichten en in te leiden voor tot oor-
deelen bevoegden, dan stel ik mij daartoe
gaarne beschikbaar. Niet het mooi, maar
het leelijke van het plan moet opgespoord
worden. Dat laatste geschiedt het best door
anderen. De voorsteller is daartoe nooit de
man. Hier ligt een dankbaar terrein voor op
bouwende critiek.
De „choque des opinions" moeten wij heb
ben, dan zal er naar mijn vaste overtuiging
door gezamenlijke krachtsontwikkeling van
vakmenschen en geldmannen een loonend be
drijf geschapen kunnen worden, dat boven
dien groot maatschappelijk nut kan stichten
zooals ook met het levensverzekeringvak het
geval is.
Er bestaat maar één bezwaar. Als een
goed plan slechts wacht op samenwerking, is
het slagen dan verzekerd? Het behoorde wel
zoo te zijn!
VERTROKKEN PERSONEN.
H. C. van Heerde, n.h., Snaarmanslaan 107
leerling-mach. H'.IJ. S. M. Amsterdam. N.
r>taadegaard, r.k., Westdijk 15, boerenknecht,
iletloo. C. B. van der Veen, n h., Langestr
81, d.b., Amsterdam. M. Hardorff, n.h., Sta
tionstraat 37, bankw., Amsterdam. J. Stam,
r.k., Egmondermeer 4, boerenknecht, Limmen.
S. 11. van Diggelen, n.h., Oudegracht 16, ma
chinist, Velsen. L. Molijn, n.h., Oudegrachi
134, kantoorb. Hoorn. C. Koomen, r.k., Kei
zerstraat 5, turfhandelaar, Heer-hugowaard.
A. van der Blij, n.h., Geest 7 res. serg. maj
adm. Warnsveld, J. M. van Gellekom, r. k.,
Nieuwl. singel 55, dienstbode, Amsterdam
G. D. Blankendaal, n h., Nassaulaan 28, d.b
Bussum. D. Bakker, n.h., Keetgracht 10a, db
Amsterdam. N. Horstmanshof, n h., Oudegr
215 Amsterdam. C. G. van Dalen, nh., Fa
brieksweg 16, kindermeisje, St. Pancras. J. F
Wagendrever, r.k.,' Westerburgerstr. 10
schoenmaker, Zaandam. C. Goet, n.h., Nieü-
wesloètt 47, NieuweNiedorp. A. F. L. van
Dalen, n.h., Fabrieksweg 16, kok, Velsen. G
Hoogschagen, n.h., Noorderkade 23, los
werkman, Amsterdam M. Salden, r.k., Nieu-
wesloot 49, huisknecht Jabeek. W. van Gogh
n.h., Klein Nieuwland 2, venter in kramerij
en, Rotterdam. M. C. Brouwer, r.k., Verdron
kenoord 44, d.b., Rotterdam. M. W. J. Pe
ters, r.k.. Laat 113, winkeljuffr. Amsterdam
H. van Deun, r.k., 2e Kabelstraat 7, sigaren
maker, Leiden. M. de Moei, r.k., Kooltuin 11
d.b., Limmen. A. Hoek, n.h., Emmastraat 17.
d.b., Limmen.
zonder beroep te Heiloo, die een kip heeft
gestolen.
Uit het proces-verbaal bleek, dat resten
van een kip, die toebehoord had aan C. Klop
per, gevonden werden in den tuin van bekl.'s
moeder; bekl. had de resten .daar begraven.
De President vroeg den beklaagde of dat
juist was.
Bekl. ontkende. Hij had geen kip gestolen.
Maar als hij nou zin had gehad om zes kip
pen te stelen, dan had hij zès kippen gesto
len.
U mag dus wel'op uw brandkast letten,
voegde de bekl. den President toe.
Getuige Klopper vertelde, dat zijn vrouw
op een morgen een kip miste.
De resten werden den getuige getoond en
deze herkende aan de veeren den vogel, Dat
was z ij n kip geweest. De kip was een
leghorn.
Er zijn méér leghomen, zeide beklaag
de. Deze kip had hij niet gestolen.
Door den gemeenteveldwachter P. Vos
was gezien, dat in de woning van bekl.'s
moeder 's nachts licht brandde vóór. Na een
poosje ging voor het licht uit en brandde er
een oogenblik later licht in de keuken. Ook
dat ging weer uit en toen zag get. den bekl
den tyin in gaan en met de handen in den
grond wroeten. Later vond deze getuige met
getuige Mulder de kip begraven.
Bekl. vertelde 'n verhaaltje van bloembol
len, die hij in den tuin begroef. Een rest van
kip had hij niet begrayen.
De President vond het eigenaardig dat in
nlaats van bloembollen kipperesten wer
den opgegraven. Een metamorphose, die ook
bekl niet kon begrijpen of verklaren!
Getuige S. Wokke, die den bewusten nacht
ten huize van bekl.'s moeder overnachtte
kreeg des ochtends bij zijn ontbijt een kippe
bout; bekl. vertelde, dat die was van een ge
stolen kip.
Beklaagde zou eens netjes vertellen hoe t
zaakje zat. Die getuige Wokke heeft door
overmatig drankgebruik delyrium gehad en
zich dien morgen vergist.
De President onderhjeld den bekl. en wees
hem er op, dat hij altijd in de kroeg zat
Bekl.; U moet me niet beleedigen, meneer
Dat doe ik u ook niét. Drinken doe ik in 't
geheel niet.
Dr. Noorduyn, als deskundige gehoord,
verklaarde, dat bekl. nooit meningitis gehad
heeft, zooals bekl. beweerde.
De Officier van Justitie achtte bewezen,
dat de bekl. de kip gestolen heeft. Zot vond
spr. de verklaring van bekl. over de bloem
bollen. Spr. eischte een gevangenisstraf van
4 maanden.
Bekl. vond het een dure'kip, die hij nog
niet eens gehad heeft! Hij wenschte alleen
nog maar te zeggen, dat hij geen verdediging
van een advocaat wenschte, want er is in
heel Alkmaar geen advocaat, die hem verde
digen kan. Hij zou het zelf wel doen. Maar
tot een eigenlijke verdediging 'kwam bekl.
niet, waarom de President den ambtshalve
verdediger, mr. Huizinga, het woord gaf, die
clementie bepleitte op grond van beklaagdes
slechten psychischen toestand.
De „gevonden" kip was des Zondagsmid
dags vermist door den molenaar O. Pauw,
die nu bovendien verklaren kon, dat op Ou-
dorp geen ander de goudwyandotte bezit dan
get. alleen.
Juffr. get. A. Koog kon verklaren, dat de
bekl. slechts vier kippen had en geen vijf en
dan in elk geval geen goud-wyandotte
Bekl- bleef den rijwieldiefstal ontkennen
en zeide de kip te hebben gevonden.
Het kwam den officier van justitie voor,
dat de bekl. een zeer gevaarlijk man is. Uit
zijn houding ter zitting bleek zijn oneerlijk
heid. Hij draaide om de waarheid heen en
loog maar d'oor. Spr. eischte e?n gevangenis
straf van 8 maanden.
De verdediger, mr. de Lange, vond de ver
dediging van bekl. zeer zwak. Volgens de
woorden van den bekl. zou er een derde
moeten zijn geweest, die het rijwiel stal en op
het erf van bekl. bracht. Spr. achtte echter1 het
overtuigend bewijs voor geleverd.
iNDRINGERIJ EN DIEFSTAL.
Wegens diefstal stond terecht C.
B. te Enkhuizen, die vroeger in dienst was
van K. Buisman, koopman te Enkhuizen.
Getuige Buisman verklaarde "den 13den De
cember te hebben ontvangen 2 biljetten van
1000 Mark en 9 van 100 Mark, samen 2900
Mark. Dat heeft getuige gelegd in een siga
renkistje, dat in zijn brandkast stond. In dat
sigarenkistje lagen reeds 9 biljetten van 1000
Mark, 10 van 100, 9 van 500 en 30 goudstuk
ken van 20 Mark, met nog kleingeld, samen
vormende de som van 14120 Mark.
Den 29en December miste getuige een be
drag van 6350 Mark.
Bekl. bekende alles.. Toen het kantoor van
zijn vroegeren patroon openstond en er nie
mand in was, heefl hij den sleutel uit de jas
i zijn baas genomen en daarmede de
brandkast opengedaan. Hij deed een greep
en kreeg 6350 Mark, waarvan hij groote
sier maakte.
De Officier van Justitie meende, dat een
ernstige diefstal was gepleegd, die goed ge
straft moest worden. Een vorig feit van de
zen bekl. was diefstal van een geit, in welke
zaak hij heel clement behandeld is, Het
bleek echter, dat die goede behandeling en
de straf hem niet tot nadenken heeft gebracht
Eenige weken na zijn ontslag bedreef hij de
zen diefstal. Spr. eischte 12 maanden gevan
genisstraf.
De verdediger, mr. Gouveme, wees op be
klaagdes ruiterlijke'bekentenis. Spr. vond. dat
die in aanmerking moest genomen worden a's-
mede zijn jeugd. De schande, die hem nu aan-
edaan wordt, zal hem tot nadenken stemmen,
pr. bepleitte clementie.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK.
Uitspraken van heden.
L. B„ arbeider te Ouddorp, 14 dagen ge
vangenisstraf.
A. de V., arbeider te Andijk, één maand
gevangenisstraf.
D. K., arbeider te Andijk, zes weken ge
vangenisstraf.
S. B., schipper te Andijk, één maand ge
vangenisstraf.
J. W. te Hoorn, één maand gevangenis
straf.
H. B., schipper, zonder vaste woonplaats,
5 boete subs. 5 dagen hechtenis.
M. E. L., te Den Helder, 3 dagen gevange
nisstraf.
G. M. v. O., te Den Hélder, 7 boete
subs. 3 dagen hechtenis.
J. D.( te Den Helder, straf van berisping en
6 maanden voorwaardelijke Tuchtschool op
een proeftijd van 2 jaar.
W. K., te Den Helder, idem idem.
J. S., schildersknecht te Westzaan, 3 maan
den gevangenisstraf.
Zitting van heden.
DIEFSTAL.
Allereerst had zich te verantwoorden C R
RIJWIELDIEFSTAL.
Den beklaagde J. K., arbeider te Oudorp
werd ten laste gelegd, dat hij Zondag, 2 Ja
nuari, des avonds om 9 uur, een voor het
café Ruins staande fiets met lantaarn heeft
weggenomen en zich toegeëigend. Hij had
ook nog een kip gestolen.
Bekl. ontkende.
De fiets was van C. Bakker, die ter zitting
verklaarde zijn eigendom te herkennen. Get
kon niet zeggen of, toen hij het café inging
de bekl. er juist uitkwam. Wel kwam er
iemand uit, maar hij kon niet pertinent ver
klaren, dat die persoon bekl. was.
Getuige J. F. Dekker, rijksveldwachter te
St.-Pancras, vond in de woning van den bekl
een fietslantaarn, waarvan hij verklaarde, dat
ze hem niet toebehoorde. Hij vond ook res
ten van een kip, die van een ander soort was
dan de kippen die bekl. zelf had. Bekl. had
eerst gezegd, dat de kip van hem was, maar
het bleek duidelijk, dat ze van heel ander
soort was. Get. vond later op bekl.'s erf
ook de fiets, die aan get. Bakker toebehoorde
Bekl zeide, dat hij een kip gevonden had
Deze had hij geslacht. Hij wist niet hoe de
fiets en de lantaarn er kwamen. Zelf had hij
ze niet op zijn erf gebracht.
-39)
„De man is in de „Kroon", zei hij op een
toon alsof er een brok in zijn keel zat „U zal
hem daar vinden als u hem moet hebben
En toen schreed hij snel door de menigte,
die haastig baan voor hem maakte, liep over
het kiezel tusschen de auto s en rijtuigen door
en begaf zich met haastigen tred naar het sa
natorium, dat hij aan de streek had geschon-
Vlugge voetstappen klonken achter hem Ie
mand kwam aansnellen. Iemand riep hem op
gewonden toe en haalde hem in juist onder
aan de helling van den heuvel, waarop Bei-
ford Chase was gebouwd.
„WynnstanleyHL Hi! Wynnstanley'"
I lij draaide zich met weerzin om en zag
Norton buiten adem op hem aankomen.
„Wacht een seconde - kom terug!" v
Wynnstanley schudde kortaf zijn hooid „lk
behoef nergens voor terug te komen. Ik ga
naar het station. Revelly heeft met mij afge-
Norton stak zijn arm met onstuimigheid
door dien van Wynnstanley en begon met hem
op te loopen, waarbij hij Wynnstanley's onge-
- duldigen haastigen tred dwong zich te rich
ten naar zijn eigen meer gematigde voetstap
pen.
„Maar ik zeg, dat het niet waar is t K-an
niet zijnHet moet eene vergissing zijn
Wynnstanley schudde zijn hootd: „Als dat
het geval was, denk je dan, dat ik het zou heb
ben opgegeven
„Wel maar mijn beste kerel! Dit is vree
selijkWij kunnen u zoo niet laten gaanEn
Markham vertelde me dat die andere vent een
fielt Ts, zoo als'hij er nog nooit een heeft ont
moet. Hij heeft u op de een of andere manier
bedrogen. Ga mee terug en laat ons de zaak
grondig onderzoeken."
,Neen, 'k ben niet bedrogen. Dat is voor
bij"" Wynnstanley volgde nog steeds den lan
gen weg, waarvan drie mijlen moesten worden
afgelegd, vóórdat men aan het station was.
Ik was ik dacht dat het waar was. Nu
weet ik, dat het dat niet is. Het landgoed be-
hoort aan dien anderen Wynnstanley. De be-
drieger ben ik geweest, ik heb hier niets meer
te maken. Het is hier alles het zijne en niet het
mijne en ik laat het hem. Maar maai je
dlenikt tóch niet, dat hij het geld, dat ik aan
de Belversdale heb gegeven, kan terugeischen,
of wat ik aan het sanatorium heb besteed
Zijn gezicht kreeg plotseling een verschrikte
uitdrukking. Hij bleef opeens staan en keek
Norton aan.
Dat weet ik niet. Ik kan't met zeggen. Ga
ntee terug en vraag het Markham/' zeide de
rentmeester handig.
Neen.neenIk zeg je, dat ik nergens vooi
behoef terug te gaan. Ik heb niet meei ïcclit
naar Revelly terug te keeren dan die boeren
jongen daar ginds in het veld.
„De andere kerel zal op zijn minst een ver
gelijk treffen. Hij zal u iets van het landgoed
toestaan, dat zou hij ten minste gemakkelijk
kunnen doen."
Neen dat zal hij met doen. En ik zou ook
geen gebruik van zijn vrijgeverigheid maken
Maar wat wil u dan doen? Het bekroop
Norton -weer. „U heeft mij eens verteld, dat u
geen andere middelen hadt. Wat wil u doen
als u afstand doet van Revelly?"
Het was nooit van mij, dus doe ik er ook
afstand van. Ik hield het slechts op oneerlijke
wijze. Ja, dat is de volle waarheid. Ik moet
zien ergens werk te vinden, dat is alles
I eb vroeger gewerkt, dus dat is niets nieuws
voor mij."
.Kijk eens hier," zei hij, in zijn zakken tas
ten en na daarin gezocht te hebben, bracht hij
spijt me meer dan ik kan
het extra best samen kun-
DIEFSTAL VAN
RIJWIELLANTAARNS.
In den nacht van 25 op 26 December had
M. Th. L., bakkersknecht te Zuid-Scfaarwoude,
een fietslantaarn, die in het café van Siewert-
se te Petten in een hoek stond, bij het heen
gaan uit dat café weggenomen.
Get. Goudsbloem, thans in militairen dienst
te Den Helder, verklaarde, dat hij des nachts,
uit het café naar huis willende gaan, de lan
taarn van zijn fiets miste. Het dekseltje van
een schoensineerdoosje had get. in de lantaarn
om een betere reflector te hebben.
Getuige Van Rossum kreeg in den ochtend
van den 26 December van bekl. een lantaarn
cadeau. Bekl. had haar toen eerst onkenbaar
gemaakt door het dekseltje er uit te nemen.
Get. had het zaakje ook niet vertrouwd en
aangifte gedaan.
Door getuige Brouwer werd ook een lan
taarn gemist, dié eveneens door bekl. wegeno
men moet zijn.
De Officier van Justitie vond het gepleeg
de een gewone diefstal en eischte 4 maanden
gevangenisstraf met aftrek van den tijd in
preventieve hechtenis doorgebracht.
De verdediger mr. Offers, bepleitte clemen
tie.
Voor hetzelfde feit stond terecht P. T.,
schippersknecht te Zijpe. Bekl. erkende,-dat
hij op verschillende tijdstippen twee lantaarns
weggenomen heeft.
De President wees er den bekl. op, dat die
handelwijze oneerlijk was en bovendien een
ander ernstig in ongelegenheid bracht.
Bekl. bekende de feiten en bevestigde de ge
tuigenverklaring.
e Officier van Justitie eischte ook voor de-
een zakboek te voorschijn. „Als het u werke
lijk ernst is, dan moest u. dit doen. In dit land
gaat het niet zoo toe als in Canada. Hier is
iet werk niet voor 'f vragen. U neemt mijn
kaartje mee naar dit adres. Ik ben met de fir
ma bevriend en zal daaraan vanavond nog
schrijven. Men zal u een baantje geven, als
dat gaat, om mij ter wille te zijn. Dat kan
wel niet veel wezen dat kan ik u niet belo
ven. Maar u zou in uw onderhoud kunnen
voorzien, totdat u naar Canada terug gaat,
want ik houd het er voor, dat u dat toch het
liefst doet. Nu vaarwel dan, als u er op staat
te vertrekken. Het s
zeggen. Wij hebben
nen vinden."
Norton, die geheel buiten adem was van het
harde loopen, stond de zich verwijderende ge
stalte van zijn voormaligen heer na te kijken,
toen zij ovet den langen, witten krónkelen,den
straatweg snelde, die ten slotte naar het sta
tion leidde.
Het was het zonderlingste geval dat hem
ooit was overkomen. Een oogenblik kwam de
aanval van woede terug die zijn eerste ge
waarwording was geweest, toen Wynnstan
ley's verpletterende openbaring als een uit
eenspattende bom op hen was neergekomen.
Zij waren allen opgelicht, bedrogen, de man
was slechts een handige bedrieger geweest.
Maar daarop herinnerde hij zich opeens den
aangenamen, vriendschappelijken omgang
met zijn 'werkgever; Wynnstanley's voorko
mendheid jegens hem, de ware trekken van
zijn karakter De man was een fatsoenlijke ke
rel ondanks alles. De verzoeking was zeer
groot geweest en anderen zouden er waar
schijnlijk evenmin tegen bestand zijn geweest.
In elk geval bezat hij zedelijken moed en was
eerlijkook was hij zeer oprecht, anders zou
hij daar niet voor hen allen hebben kunnen
staan en zichzelf veroordeel en.
Markham had tijdf gehad, haastig
een soort ruwe schets te geven van den ande
ren man, van dengeen die de bezitting op-
eischte, en die naar 't scheen in zijn recht was
met zijn aanspraken. Vergeleken bij den
Wynnstanley, die nu zou komen, maakte de
Wynnstanley die vertrokken was een heel wat
beter figuur.
Voor den drommelEr was voor hetgeen hij
had gedaan moed noodig geweestOm ten
aanhoore van al die menschen uit het graaf
schap zichzelf prijsgeven! Een vent, zonder
eenig karakter zou dat niet hebben kunnen
doen. Een onbehagelijk respect voor Wynn
stanley streed met de teleurstelling over zijn
vergrijp. Goed beschouwd had hij gedaan wat
hij kon om de zaak weer in 't reine te brengen.
Men kon niet meer doen dan bekennen en de
straf aanvaarden.
Norton begaf zich droefgeestig gestemd
weer naar het sanatorium, waar het meeren-
deel der gasten vertrok, zonder iets gebruikt
te hebben, zonder op de thee te wachten, die
hun voormalige gastheer voor hen in gereed
heid had laten brengen met diep in zijn ziel
de gedachte, dat men dankbaar behoorde te
zijn, wanneer men niet, zooals sommige men
schen door verzoekingen in verleiding werd
gebracht. Men kon er niet zeker van zijn of
inen er beter aan ontkomen zou dan zij.
XXXI.
„Regionen van verdriet, akelig schimmenrijk
Waar rust en vrede niet kunnen wonen."
Het was middernacht. De donkere rivier be
zet met duizend lichten van straatlantaars
die door het sombere water als juweelen wer
den teruggekaatst, stroomde beneden den
rand van de Embankment. De boomen had
den tot nog toe geen grootere bladeren dian
een menscbenhandl. Zij bewogen zich en ritsel
den in het koele windje dat langs hen heen en
weer streek en ze met een grillige hand aan
raakte.
Over dé gehqele lengte van de Embankment
zaten op iedere bank sombere, op elkaar ge
pakte gedaanten. De rampzaligen der aarde
waren hierheen gekropen, de daklooze, de vei-
latene, de eenzame, de hongerlijder. Zij zaten
daar in slappe, havelooze hoopen met gebo
gen hoofden, bedekte gezichten. Onder hen
bevond zich een man in nette kleeren, door
eeji kleermaker uit West-End gemaakt. Hij
droeg een lichte overjas en zijn keurige ver
schijning maakte een zonderling effect in die
akelige schuilplaats. Hij had zich even te
voren bij de ongelukkigen aangesloten en hij
zat naast een man in lompen, wiens vermoeid
hoofd, door geen kussen ondersteund, af en
toe naar voren, op zijn borstkas viel en zien
dan weer plotseling oprichtte.
De man in de lichte overjas was Wynstan-
ley. Hij was dien avond in de stad gekomen.
Toen hij het kleine station bereikte, waarheen
zijn haastige schreden hem hadden gebracht
na zijn afscheid van Norton, bleek het dat er
de eerste uren geen trein liep, die op het
verbindingspunt aan de Londenschen tiein
aansloot, loen hij daar eindelijk in zat en
Noordwaarts stoomde, was er weei een lang
en onverwacht .opon thoud veroorzaakt cl ooi
het derailleeren van een beestenwagen. Lang
na het invallen van dén avond was hij in het
Waterloo station aangekomen, de winkels wa
ren reeds gesloten, de theaters in vollen gang.
Hij ging er op uit om ergens te eten. Door
zijn verstrooidheid en verwarring zat hij vooi
een dergelijk maal als waaraan hij gewoon
was geraakt. Toen hij opstond en zijn reke
ning betaalde, ontdekte hij tot zijn groote ont
steltenis, dat hij weggegaan was zonder eenig
geld in zijn zakken. Hij had toevallig genoeg
om zijn diner te betalen, maar zijn zakken be
vatten niet voldoende meer voor een bed of een
ontbijt. Hij verliet het restaurant met een ge
voel alsof hij in de positie verkeerde van den
man, die hem op straat bedelend staande
hield en hem jammerend een armzalig doosje
lucifers toestak.
(Wordt vervolgd).