FEUILLETON. Purperen fijn Linnen der Staten-Generaal naar aanleiding van de vergadering op Maandag 24 Januari j.l. door het Ned. Landbouw-Comité gehouden met vertegenwoordigers van de landbouwvereeni- gingen welke vergadering zich had uit te spreken over de door den minister van Land bouw gestelde vraag of de Landbouwvereeni- gingen gereed zijn om het mond- en klauw zeer te bestrijden indien binnen zeer korten tijd met het afmaaksysteem wordt gebroken. In dit adres komt de Bond van Kaasprodu centen op tegen de wijze waarop latei aan het antwoord op deze vraag een achtergrond is gegeven doordat de genomen beslissing werd gebruikt om de voorstanders van het afmaaksysteem van argumenten te voorzien. urr hoorn. Gisteravond werd te Hoorn de vierde ron de gespeeld in den damwedstrijd tusschen de Westfriesche clubs. De uitslag is als volgt. Hoorn J. Geusebroek 1 D. Eecen 2 K. de Vos 2 W. A. Ydo 2 A. Fasol 2 P. Verell 2 H. Weldema 0 Wognnm T. Saai 1 L. Schuitemaker 0 J. Koster 0 K. Koster 0 A. Appel 0 N Edel 0 H. Èurger 2 11 Enkhuizen G. Spijker 1 D. de Vries 1 P. Kort 2 I. de Vries 0 L. v. d. Spruit 2 J de jong 2 K. Mantel 2 3 Twisk A. v. d. Wolff 1 P. Zwagerman 1 G. Renooy 0 G. Ham 2 C. Schimmel 0 L. Wurkum 0 P. Poen 0 10 Twee Belgen zijn Zaterdagavond de grens over gekomen. Zij waren uit een Duitsch gevangenkamp gevlucht. Twee ge vluchte Fransche krijgsgevangenen passeer den Zondag de grens In den nacht van Zondag op Maandag ontstond brand in de boerderij „De Hoop te Anna Paulowna. Alles ging in vlammen op. Verzekering dekt de schade. Door onbekende oorzaak is er brand ont staan in de katholieke kerk te Leeuwen. Inwen dig is er groote schade aangericht. De paardenoppasser G. H. S., in dienst van den heer F. te Amsterdam, is op den Schiedamschendijk te Rotterdam aangehou den als verdacht van verduistering vani 175 ten nadeele van zijn patroon. Het geld had hij verteerd De 76ste lijst van het Koninklijk Natio naal Steuncomité 1914 wijst een totaal aan van f 3,732,295, gevende met het totaal dei- vorige lijsten een totaal-generaal van 3,588.465.95K. De bekende bankier J. P. Morgan heeft zich ingescheept op de „Rotterdam" van de Holland-Amerika-lijn, die 2 lezer van Nieuw- York naar Rotterdam vertrokken is. Het te Groningen thuisbehoorende tjalk schip „Dolfijn" is in de Sond verongelukt. Er is niemand van de bemanning, bestaande uit den kapitein en zijn vrouw, benevens den stuurman, gered. De penningmeester van de Algemeene Commissie voor den atersnood verant woordt een totaal bedrag van 1.509.884 53 STADSNIEUWS. urr SCHAGEN De ziektevereeniging „Help zelf alhier hield gisteren in de Ceres hare jaarvergade ring. Wegens ongesteldheid van den voorzit ter werd de vereadreing geleid door den v. v den heer C. Hartkamp. Nadat de bijeenkomst op de gebruikelijke wijze geopend was, brachten secr. en pen vei slag uit over den toestand Deze mag alles- zins bevredigend worden genoemd 1015 be gon met 61 leden waarvan 5 gemobiliseerd en sloot met 74 leden met 6 in „Dienst Eene belangrijke aanwinst van leden derhalve, een bewijs, dat de nuttige werking van „Help u zelf" in toenemende mate gewaardeerd wordt Ónder de leden kwamen 275 ziekte dagen voor, met eene uitgaaf van 247,50. De ont vangsten bedroegen 318,17, de Uitgaven f 318,16, alzoo een batig saldo van,/ 63,ül. 'Namens de financieele commissie bracht de heer J. van Ketel rapport uit over het-gevoerd beheer. Zijne conclusie was, den pen., den 'heer N. Hoogschagen op loffelijke wijze te dechargeeren, wat algemeen applaus ge schiedde. De uitslag der verkiezing voor twee leden van het Bestuur was, dat gekozen werd, do heer J. van Ketel en herkozen met het lot tegen den heer C Klik, de heer D. Roggeveen. De uitkeering werd met algemeene stemmen van 90 cent op 1- gld. per dag gebracht. Tot afgevaardigde naar >de Districtsvergaciering werd gekozen den heer Th. Roep, afwezig.. Daar de rondvraag-geene aanleiding tot ver dere besprekingen gaf werd de vergadering onder dankbetuiging besloten. UIT OUDE-NIEDORP EN VEENHUIZEN Wederom zal Ds. Broekema met zijn „v j" via" in de gemeente O.-Niedorp en Veenhui- zen optreden om hun een genoegelijken, stichtelijken avond te geven. A. s. /ondag- avond 7 uur in de kerk te Veenhuizen en 8 dagen later in O. Niedorp. Het onderwerp zal wezen: „Paulus, de vervolger der Chris tel. gem., geworden een Prediker en Apostel. UIT WIJDENES. De collecte voor den watersnood heeft in deze gemeente opgebracht 1086.35. KORTE BERICHTEN. Daar een aantal werkgevers te Harder wijk, die geïnterneerde Belgen in dienst heb ben, vergeten hebben te handelen volgens aanwijzing van het Centraal Arbeidsbureau te Dén Haag, zullen alle bij hen werkende Belgen hun worden ontnomen. Dat beteekent een groote schadepost, zoodat de heeren al les in 't werk stellen de zaak nog in orde te krijgen. 18e VERANTWOORDING. K. R. f 50; W. S. f 10; N. N. f 2; D L. f 50Alkmaarsche Handelsreizigers-Ver- eeniging f 15; inhoud bus Dinsdag f 0,25 Tezamen f 127,25. Met het verantwoorde bedrag ad f 15349,13t/.iin totaal f 15T7ö,3Si HET ROODE KRUIS. Naar we vernemen is Z. K. H. Prins Hen drik voornemens morgenmiddag 3 uur de noodziekeninrichting van het Roode Kruis te Uitgeest, ingesteld door onze plaatselijke a» dfeeiing, te bezoeken. RIJKSWEG ALKMAAR—NIEUWEDIEP, De Staatscourant no. 32 bevat de wet van 15 Januari tot overbrenging van een gedeelte van den Rijksweg van Alkmaar naar Nieuwe diep i'n beheer en onderhoud bij de gemeente Alkmaar. naar het Engelsch L1LIAS CAMPBELL DAVIDSON. IS VERZEKERING TEGEN WATER SCHADE MOGELIJK? Over deze vraag vinden we in het laatste nommer van „De Voorzorg," weekblad voor Verzekering, Philantropie, Hygiëne, enz. een artikel van de hand van onzen stadgenoot, den heer J. H. Elfring, dir. Verzekering-Mij „Kinheim." De schrijver zet eerst uiteen, da! doel van de verzekering tegen watersQhade moet zijn Vergoeding van de vernietigde belangen voortspruitende uit rampen,' die met jaren lange tusschenpoozen plaats hebben tenge volge van dijkbreuken en dijkverschuivingen doch niet de vergoeding van periodieke wa terschaden. Óver de vraag wie de verzekering zal kun nen uitoefenen en de groote sommen in geval van evenement zal kunnen garandeeren, laat de schrijver zijn gedachten als volgt gaan: Er zijn in ons land 207 maatschappijen, die brandverzekering, levensverzekering en hy potheekverschaffing als bedrijf uitoefenen, met een gezamenlijk geplaatst kapitaal van bijna 200 millioen. gulden. Niet gerekend zijn maatschappijen met minder dan 100 000 geplaatst kapitaal. Indirect on dervinden al deze lichamen en nog heel wat meer instellingen in hunne beleggingen de groote nadeelen van de overstrooming. Aan tal van hypotheekhouders zullen dé noodige faciliteiten toegestaan moeten worden om hun verplichtingen na té komen. Het schijnt mij b.v. lang niet onmogelijk, dat aan bedrij ven die met likwidatie bedreigd worden, ver boven het gewone percentage, ja wellicht bo- jven de waarde van de activa, hypotheek zal moeten worden verleend om ze op gang te houden en om grooter verlies te voorkomen Dwangverkoopen zullen onder de gegeven omstandigheden onmenschelijke zoo niet on doenlijk zijn. Mijn voorstel is nu: De bedoelde maatschappijen stichten een combinatie, en waarborgen een bedrag van 10 pet. van haar geplaatst kapitaal, waardoor reel spoedig een garantie wordt gevormd van 20 millioen. Voor de maatschappijen geen bezwaar met als resultaat enorme zekerheid. De maat schappijen genieten voor deze zekerheidsstel ling jaarlijks eene vergoeding. De schrijver zet dan uiteen, dat alle maat schappijen bij de „Watersnood-trust," zooals hij de combinatie wil noemen, aangesloten op kunnen treden als assuradeurs tegen wa tersnood en verzekeringen kunnen aannemen Hij vertelt dan hoe hij de verzekeringsvoor- waarden zou willen stellen en besluit: Kan men mij gelegenheid geven het plan toe te lichten en in te leiden voor tot oor- deelen bevoegden, dan stel ik mij daartoe gaarne beschikbaar. Niet het mooi, maar het leelijke van het plan moet opgespoord worden. Dat laatste geschiedt het best door anderen. De voorsteller is daartoe nooit de man. Hier ligt een dankbaar terrein voor op bouwende critiek. De „choque des opinions" moeten wij heb ben, dan zal er naar mijn vaste overtuiging door gezamenlijke krachtsontwikkeling van vakmenschen en geldmannen een loonend be drijf geschapen kunnen worden, dat boven dien groot maatschappelijk nut kan stichten zooals ook met het levensverzekeringvak het geval is. Er bestaat maar één bezwaar. Als een goed plan slechts wacht op samenwerking, is het slagen dan verzekerd? Het behoorde wel zoo te zijn! VERTROKKEN PERSONEN. H. C. van Heerde, n.h., Snaarmanslaan 107 leerling-mach. H'.IJ. S. M. Amsterdam. N. r>taadegaard, r.k., Westdijk 15, boerenknecht, iletloo. C. B. van der Veen, n h., Langestr 81, d.b., Amsterdam. M. Hardorff, n.h., Sta tionstraat 37, bankw., Amsterdam. J. Stam, r.k., Egmondermeer 4, boerenknecht, Limmen. S. 11. van Diggelen, n.h., Oudegracht 16, ma chinist, Velsen. L. Molijn, n.h., Oudegrachi 134, kantoorb. Hoorn. C. Koomen, r.k., Kei zerstraat 5, turfhandelaar, Heer-hugowaard. A. van der Blij, n.h., Geest 7 res. serg. maj adm. Warnsveld, J. M. van Gellekom, r. k., Nieuwl. singel 55, dienstbode, Amsterdam G. D. Blankendaal, n h., Nassaulaan 28, d.b Bussum. D. Bakker, n.h., Keetgracht 10a, db Amsterdam. N. Horstmanshof, n h., Oudegr 215 Amsterdam. C. G. van Dalen, nh., Fa brieksweg 16, kindermeisje, St. Pancras. J. F Wagendrever, r.k.,' Westerburgerstr. 10 schoenmaker, Zaandam. C. Goet, n.h., Nieü- wesloètt 47, NieuweNiedorp. A. F. L. van Dalen, n.h., Fabrieksweg 16, kok, Velsen. G Hoogschagen, n.h., Noorderkade 23, los werkman, Amsterdam M. Salden, r.k., Nieu- wesloot 49, huisknecht Jabeek. W. van Gogh n.h., Klein Nieuwland 2, venter in kramerij en, Rotterdam. M. C. Brouwer, r.k., Verdron kenoord 44, d.b., Rotterdam. M. W. J. Pe ters, r.k.. Laat 113, winkeljuffr. Amsterdam H. van Deun, r.k., 2e Kabelstraat 7, sigaren maker, Leiden. M. de Moei, r.k., Kooltuin 11 d.b., Limmen. A. Hoek, n.h., Emmastraat 17. d.b., Limmen. zonder beroep te Heiloo, die een kip heeft gestolen. Uit het proces-verbaal bleek, dat resten van een kip, die toebehoord had aan C. Klop per, gevonden werden in den tuin van bekl.'s moeder; bekl. had de resten .daar begraven. De President vroeg den beklaagde of dat juist was. Bekl. ontkende. Hij had geen kip gestolen. Maar als hij nou zin had gehad om zes kip pen te stelen, dan had hij zès kippen gesto len. U mag dus wel'op uw brandkast letten, voegde de bekl. den President toe. Getuige Klopper vertelde, dat zijn vrouw op een morgen een kip miste. De resten werden den getuige getoond en deze herkende aan de veeren den vogel, Dat was z ij n kip geweest. De kip was een leghorn. Er zijn méér leghomen, zeide beklaag de. Deze kip had hij niet gestolen. Door den gemeenteveldwachter P. Vos was gezien, dat in de woning van bekl.'s moeder 's nachts licht brandde vóór. Na een poosje ging voor het licht uit en brandde er een oogenblik later licht in de keuken. Ook dat ging weer uit en toen zag get. den bekl den tyin in gaan en met de handen in den grond wroeten. Later vond deze getuige met getuige Mulder de kip begraven. Bekl. vertelde 'n verhaaltje van bloembol len, die hij in den tuin begroef. Een rest van kip had hij niet begrayen. De President vond het eigenaardig dat in nlaats van bloembollen kipperesten wer den opgegraven. Een metamorphose, die ook bekl niet kon begrijpen of verklaren! Getuige S. Wokke, die den bewusten nacht ten huize van bekl.'s moeder overnachtte kreeg des ochtends bij zijn ontbijt een kippe bout; bekl. vertelde, dat die was van een ge stolen kip. Beklaagde zou eens netjes vertellen hoe t zaakje zat. Die getuige Wokke heeft door overmatig drankgebruik delyrium gehad en zich dien morgen vergist. De President onderhjeld den bekl. en wees hem er op, dat hij altijd in de kroeg zat Bekl.; U moet me niet beleedigen, meneer Dat doe ik u ook niét. Drinken doe ik in 't geheel niet. Dr. Noorduyn, als deskundige gehoord, verklaarde, dat bekl. nooit meningitis gehad heeft, zooals bekl. beweerde. De Officier van Justitie achtte bewezen, dat de bekl. de kip gestolen heeft. Zot vond spr. de verklaring van bekl. over de bloem bollen. Spr. eischte een gevangenisstraf van 4 maanden. Bekl. vond het een dure'kip, die hij nog niet eens gehad heeft! Hij wenschte alleen nog maar te zeggen, dat hij geen verdediging van een advocaat wenschte, want er is in heel Alkmaar geen advocaat, die hem verde digen kan. Hij zou het zelf wel doen. Maar tot een eigenlijke verdediging 'kwam bekl. niet, waarom de President den ambtshalve verdediger, mr. Huizinga, het woord gaf, die clementie bepleitte op grond van beklaagdes slechten psychischen toestand. De „gevonden" kip was des Zondagsmid dags vermist door den molenaar O. Pauw, die nu bovendien verklaren kon, dat op Ou- dorp geen ander de goudwyandotte bezit dan get. alleen. Juffr. get. A. Koog kon verklaren, dat de bekl. slechts vier kippen had en geen vijf en dan in elk geval geen goud-wyandotte Bekl- bleef den rijwieldiefstal ontkennen en zeide de kip te hebben gevonden. Het kwam den officier van justitie voor, dat de bekl. een zeer gevaarlijk man is. Uit zijn houding ter zitting bleek zijn oneerlijk heid. Hij draaide om de waarheid heen en loog maar d'oor. Spr. eischte e?n gevangenis straf van 8 maanden. De verdediger, mr. de Lange, vond de ver dediging van bekl. zeer zwak. Volgens de woorden van den bekl. zou er een derde moeten zijn geweest, die het rijwiel stal en op het erf van bekl. bracht. Spr. achtte echter1 het overtuigend bewijs voor geleverd. iNDRINGERIJ EN DIEFSTAL. Wegens diefstal stond terecht C. B. te Enkhuizen, die vroeger in dienst was van K. Buisman, koopman te Enkhuizen. Getuige Buisman verklaarde "den 13den De cember te hebben ontvangen 2 biljetten van 1000 Mark en 9 van 100 Mark, samen 2900 Mark. Dat heeft getuige gelegd in een siga renkistje, dat in zijn brandkast stond. In dat sigarenkistje lagen reeds 9 biljetten van 1000 Mark, 10 van 100, 9 van 500 en 30 goudstuk ken van 20 Mark, met nog kleingeld, samen vormende de som van 14120 Mark. Den 29en December miste getuige een be drag van 6350 Mark. Bekl. bekende alles.. Toen het kantoor van zijn vroegeren patroon openstond en er nie mand in was, heefl hij den sleutel uit de jas i zijn baas genomen en daarmede de brandkast opengedaan. Hij deed een greep en kreeg 6350 Mark, waarvan hij groote sier maakte. De Officier van Justitie meende, dat een ernstige diefstal was gepleegd, die goed ge straft moest worden. Een vorig feit van de zen bekl. was diefstal van een geit, in welke zaak hij heel clement behandeld is, Het bleek echter, dat die goede behandeling en de straf hem niet tot nadenken heeft gebracht Eenige weken na zijn ontslag bedreef hij de zen diefstal. Spr. eischte 12 maanden gevan genisstraf. De verdediger, mr. Gouveme, wees op be klaagdes ruiterlijke'bekentenis. Spr. vond. dat die in aanmerking moest genomen worden a's- mede zijn jeugd. De schande, die hem nu aan- edaan wordt, zal hem tot nadenken stemmen, pr. bepleitte clementie. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK. Uitspraken van heden. L. B„ arbeider te Ouddorp, 14 dagen ge vangenisstraf. A. de V., arbeider te Andijk, één maand gevangenisstraf. D. K., arbeider te Andijk, zes weken ge vangenisstraf. S. B., schipper te Andijk, één maand ge vangenisstraf. J. W. te Hoorn, één maand gevangenis straf. H. B., schipper, zonder vaste woonplaats, 5 boete subs. 5 dagen hechtenis. M. E. L., te Den Helder, 3 dagen gevange nisstraf. G. M. v. O., te Den Hélder, 7 boete subs. 3 dagen hechtenis. J. D.( te Den Helder, straf van berisping en 6 maanden voorwaardelijke Tuchtschool op een proeftijd van 2 jaar. W. K., te Den Helder, idem idem. J. S., schildersknecht te Westzaan, 3 maan den gevangenisstraf. Zitting van heden. DIEFSTAL. Allereerst had zich te verantwoorden C R RIJWIELDIEFSTAL. Den beklaagde J. K., arbeider te Oudorp werd ten laste gelegd, dat hij Zondag, 2 Ja nuari, des avonds om 9 uur, een voor het café Ruins staande fiets met lantaarn heeft weggenomen en zich toegeëigend. Hij had ook nog een kip gestolen. Bekl. ontkende. De fiets was van C. Bakker, die ter zitting verklaarde zijn eigendom te herkennen. Get kon niet zeggen of, toen hij het café inging de bekl. er juist uitkwam. Wel kwam er iemand uit, maar hij kon niet pertinent ver klaren, dat die persoon bekl. was. Getuige J. F. Dekker, rijksveldwachter te St.-Pancras, vond in de woning van den bekl een fietslantaarn, waarvan hij verklaarde, dat ze hem niet toebehoorde. Hij vond ook res ten van een kip, die van een ander soort was dan de kippen die bekl. zelf had. Bekl. had eerst gezegd, dat de kip van hem was, maar het bleek duidelijk, dat ze van heel ander soort was. Get. vond later op bekl.'s erf ook de fiets, die aan get. Bakker toebehoorde Bekl zeide, dat hij een kip gevonden had Deze had hij geslacht. Hij wist niet hoe de fiets en de lantaarn er kwamen. Zelf had hij ze niet op zijn erf gebracht. -39) „De man is in de „Kroon", zei hij op een toon alsof er een brok in zijn keel zat „U zal hem daar vinden als u hem moet hebben En toen schreed hij snel door de menigte, die haastig baan voor hem maakte, liep over het kiezel tusschen de auto s en rijtuigen door en begaf zich met haastigen tred naar het sa natorium, dat hij aan de streek had geschon- Vlugge voetstappen klonken achter hem Ie mand kwam aansnellen. Iemand riep hem op gewonden toe en haalde hem in juist onder aan de helling van den heuvel, waarop Bei- ford Chase was gebouwd. „WynnstanleyHL Hi! Wynnstanley'" I lij draaide zich met weerzin om en zag Norton buiten adem op hem aankomen. „Wacht een seconde - kom terug!" v Wynnstanley schudde kortaf zijn hooid „lk behoef nergens voor terug te komen. Ik ga naar het station. Revelly heeft met mij afge- Norton stak zijn arm met onstuimigheid door dien van Wynnstanley en begon met hem op te loopen, waarbij hij Wynnstanley's onge- - duldigen haastigen tred dwong zich te rich ten naar zijn eigen meer gematigde voetstap pen. „Maar ik zeg, dat het niet waar is t K-an niet zijnHet moet eene vergissing zijn Wynnstanley schudde zijn hootd: „Als dat het geval was, denk je dan, dat ik het zou heb ben opgegeven „Wel maar mijn beste kerel! Dit is vree selijkWij kunnen u zoo niet laten gaanEn Markham vertelde me dat die andere vent een fielt Ts, zoo als'hij er nog nooit een heeft ont moet. Hij heeft u op de een of andere manier bedrogen. Ga mee terug en laat ons de zaak grondig onderzoeken." ,Neen, 'k ben niet bedrogen. Dat is voor bij"" Wynnstanley volgde nog steeds den lan gen weg, waarvan drie mijlen moesten worden afgelegd, vóórdat men aan het station was. Ik was ik dacht dat het waar was. Nu weet ik, dat het dat niet is. Het landgoed be- hoort aan dien anderen Wynnstanley. De be- drieger ben ik geweest, ik heb hier niets meer te maken. Het is hier alles het zijne en niet het mijne en ik laat het hem. Maar maai je dlenikt tóch niet, dat hij het geld, dat ik aan de Belversdale heb gegeven, kan terugeischen, of wat ik aan het sanatorium heb besteed Zijn gezicht kreeg plotseling een verschrikte uitdrukking. Hij bleef opeens staan en keek Norton aan. Dat weet ik niet. Ik kan't met zeggen. Ga ntee terug en vraag het Markham/' zeide de rentmeester handig. Neen.neenIk zeg je, dat ik nergens vooi behoef terug te gaan. Ik heb niet meei ïcclit naar Revelly terug te keeren dan die boeren jongen daar ginds in het veld. „De andere kerel zal op zijn minst een ver gelijk treffen. Hij zal u iets van het landgoed toestaan, dat zou hij ten minste gemakkelijk kunnen doen." Neen dat zal hij met doen. En ik zou ook geen gebruik van zijn vrijgeverigheid maken Maar wat wil u dan doen? Het bekroop Norton -weer. „U heeft mij eens verteld, dat u geen andere middelen hadt. Wat wil u doen als u afstand doet van Revelly?" Het was nooit van mij, dus doe ik er ook afstand van. Ik hield het slechts op oneerlijke wijze. Ja, dat is de volle waarheid. Ik moet zien ergens werk te vinden, dat is alles I eb vroeger gewerkt, dus dat is niets nieuws voor mij." .Kijk eens hier," zei hij, in zijn zakken tas ten en na daarin gezocht te hebben, bracht hij spijt me meer dan ik kan het extra best samen kun- DIEFSTAL VAN RIJWIELLANTAARNS. In den nacht van 25 op 26 December had M. Th. L., bakkersknecht te Zuid-Scfaarwoude, een fietslantaarn, die in het café van Siewert- se te Petten in een hoek stond, bij het heen gaan uit dat café weggenomen. Get. Goudsbloem, thans in militairen dienst te Den Helder, verklaarde, dat hij des nachts, uit het café naar huis willende gaan, de lan taarn van zijn fiets miste. Het dekseltje van een schoensineerdoosje had get. in de lantaarn om een betere reflector te hebben. Getuige Van Rossum kreeg in den ochtend van den 26 December van bekl. een lantaarn cadeau. Bekl. had haar toen eerst onkenbaar gemaakt door het dekseltje er uit te nemen. Get. had het zaakje ook niet vertrouwd en aangifte gedaan. Door getuige Brouwer werd ook een lan taarn gemist, dié eveneens door bekl. wegeno men moet zijn. De Officier van Justitie vond het gepleeg de een gewone diefstal en eischte 4 maanden gevangenisstraf met aftrek van den tijd in preventieve hechtenis doorgebracht. De verdediger mr. Offers, bepleitte clemen tie. Voor hetzelfde feit stond terecht P. T., schippersknecht te Zijpe. Bekl. erkende,-dat hij op verschillende tijdstippen twee lantaarns weggenomen heeft. De President wees er den bekl. op, dat die handelwijze oneerlijk was en bovendien een ander ernstig in ongelegenheid bracht. Bekl. bekende de feiten en bevestigde de ge tuigenverklaring. e Officier van Justitie eischte ook voor de- een zakboek te voorschijn. „Als het u werke lijk ernst is, dan moest u. dit doen. In dit land gaat het niet zoo toe als in Canada. Hier is iet werk niet voor 'f vragen. U neemt mijn kaartje mee naar dit adres. Ik ben met de fir ma bevriend en zal daaraan vanavond nog schrijven. Men zal u een baantje geven, als dat gaat, om mij ter wille te zijn. Dat kan wel niet veel wezen dat kan ik u niet belo ven. Maar u zou in uw onderhoud kunnen voorzien, totdat u naar Canada terug gaat, want ik houd het er voor, dat u dat toch het liefst doet. Nu vaarwel dan, als u er op staat te vertrekken. Het s zeggen. Wij hebben nen vinden." Norton, die geheel buiten adem was van het harde loopen, stond de zich verwijderende ge stalte van zijn voormaligen heer na te kijken, toen zij ovet den langen, witten krónkelen,den straatweg snelde, die ten slotte naar het sta tion leidde. Het was het zonderlingste geval dat hem ooit was overkomen. Een oogenblik kwam de aanval van woede terug die zijn eerste ge waarwording was geweest, toen Wynnstan ley's verpletterende openbaring als een uit eenspattende bom op hen was neergekomen. Zij waren allen opgelicht, bedrogen, de man was slechts een handige bedrieger geweest. Maar daarop herinnerde hij zich opeens den aangenamen, vriendschappelijken omgang met zijn 'werkgever; Wynnstanley's voorko mendheid jegens hem, de ware trekken van zijn karakter De man was een fatsoenlijke ke rel ondanks alles. De verzoeking was zeer groot geweest en anderen zouden er waar schijnlijk evenmin tegen bestand zijn geweest. In elk geval bezat hij zedelijken moed en was eerlijkook was hij zeer oprecht, anders zou hij daar niet voor hen allen hebben kunnen staan en zichzelf veroordeel en. Markham had tijdf gehad, haastig een soort ruwe schets te geven van den ande ren man, van dengeen die de bezitting op- eischte, en die naar 't scheen in zijn recht was met zijn aanspraken. Vergeleken bij den Wynnstanley, die nu zou komen, maakte de Wynnstanley die vertrokken was een heel wat beter figuur. Voor den drommelEr was voor hetgeen hij had gedaan moed noodig geweestOm ten aanhoore van al die menschen uit het graaf schap zichzelf prijsgeven! Een vent, zonder eenig karakter zou dat niet hebben kunnen doen. Een onbehagelijk respect voor Wynn stanley streed met de teleurstelling over zijn vergrijp. Goed beschouwd had hij gedaan wat hij kon om de zaak weer in 't reine te brengen. Men kon niet meer doen dan bekennen en de straf aanvaarden. Norton begaf zich droefgeestig gestemd weer naar het sanatorium, waar het meeren- deel der gasten vertrok, zonder iets gebruikt te hebben, zonder op de thee te wachten, die hun voormalige gastheer voor hen in gereed heid had laten brengen met diep in zijn ziel de gedachte, dat men dankbaar behoorde te zijn, wanneer men niet, zooals sommige men schen door verzoekingen in verleiding werd gebracht. Men kon er niet zeker van zijn of inen er beter aan ontkomen zou dan zij. XXXI. „Regionen van verdriet, akelig schimmenrijk Waar rust en vrede niet kunnen wonen." Het was middernacht. De donkere rivier be zet met duizend lichten van straatlantaars die door het sombere water als juweelen wer den teruggekaatst, stroomde beneden den rand van de Embankment. De boomen had den tot nog toe geen grootere bladeren dian een menscbenhandl. Zij bewogen zich en ritsel den in het koele windje dat langs hen heen en weer streek en ze met een grillige hand aan raakte. Over dé gehqele lengte van de Embankment zaten op iedere bank sombere, op elkaar ge pakte gedaanten. De rampzaligen der aarde waren hierheen gekropen, de daklooze, de vei- latene, de eenzame, de hongerlijder. Zij zaten daar in slappe, havelooze hoopen met gebo gen hoofden, bedekte gezichten. Onder hen bevond zich een man in nette kleeren, door eeji kleermaker uit West-End gemaakt. Hij droeg een lichte overjas en zijn keurige ver schijning maakte een zonderling effect in die akelige schuilplaats. Hij had zich even te voren bij de ongelukkigen aangesloten en hij zat naast een man in lompen, wiens vermoeid hoofd, door geen kussen ondersteund, af en toe naar voren, op zijn borstkas viel en zien dan weer plotseling oprichtte. De man in de lichte overjas was Wynstan- ley. Hij was dien avond in de stad gekomen. Toen hij het kleine station bereikte, waarheen zijn haastige schreden hem hadden gebracht na zijn afscheid van Norton, bleek het dat er de eerste uren geen trein liep, die op het verbindingspunt aan de Londenschen tiein aansloot, loen hij daar eindelijk in zat en Noordwaarts stoomde, was er weei een lang en onverwacht .opon thoud veroorzaakt cl ooi het derailleeren van een beestenwagen. Lang na het invallen van dén avond was hij in het Waterloo station aangekomen, de winkels wa ren reeds gesloten, de theaters in vollen gang. Hij ging er op uit om ergens te eten. Door zijn verstrooidheid en verwarring zat hij vooi een dergelijk maal als waaraan hij gewoon was geraakt. Toen hij opstond en zijn reke ning betaalde, ontdekte hij tot zijn groote ont steltenis, dat hij weggegaan was zonder eenig geld in zijn zakken. Hij had toevallig genoeg om zijn diner te betalen, maar zijn zakken be vatten niet voldoende meer voor een bed of een ontbijt. Hij verliet het restaurant met een ge voel alsof hij in de positie verkeerde van den man, die hem op straat bedelend staande hield en hem jammerend een armzalig doosje lucifers toestak. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 2