DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE OORLGO.
„Bedreigde".
No. 36
Honderd en achttiende Jaargang.
1616
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1. fr
ZATERDA
et. p rogels froote letter* mi plaatsruimte. Brieven fr. N. V. B??k- en H"'
Y.l H""' COSIER 4 ZOt?"Is
12 F E B R A RI
DR nummer besteel uH S bteden.
ALKMAAR, 12 Februari.
Een officieel bericht uit Berlijn meldt, dal
een Duitsche onderzeeër den Ssten Februari
bij Beiroet (de oostkust van de Middelland-
sche Zee) het hransche slagschip „Suffrem"
heeft getorpilleerd, hetweïfc binnen de 2 mi
nuten zonk. Omtrent het lot der bemanning
wordt niets medegedeeld, maar vermoedelijk
zijn er ongeveer zeshonderd man omgeko
men.
De „Suffrëu" werd gebouwd in 1899, mat
12750 ton, was bewapend met 4 kanonnen
van 30,5 c.M., 10 van 16,4 c.M. en 8 van 10
c.M., het had een snelheid van 18 knoopen
en heeft indertijd 14.400.000 gekost. Uit al
deze gegevens blijkt, dat het verloren gegane
schip een verouderd schip was, hetwelk on
geveer een jaar geleden (den 19den Februari
1915) .inter oog genoemd werd in verband
met het bombardement aan de Dardanelles
Een ander officieel Duitsch beticht ge
waagt vMi mi gevecht bij de Doggersbaak,
op ongeveer 120 zeemijlen oostelijk van de
Engelscüe kim, waar Duitsche torpedoboö-
ten m den nacht van 10 op II Februari tn
gevecht kwamen met Engelsche kruisers. Een
nieuwe Engelsche kruiser, „Arabia" geileeten,
werd in den grond geboord, de commandant,
2 officieren en 21 man werden gered.
De Engelsche admiraliteit heeft evenwel
verklaard, dat de door dèn Duitschen marine
staf genoemde kruisers vier mijnenvegers
waren, waarvan drie zijn teruggekeerd.
Waarschijnlijk zijn het hulpkhiisers ge
weest, d. w. z. particuliere stoomschepen,
welke tot oorlogsschepen zijn ingericht en
voor oorlogsdoeleinden worden gebruikt
Voor deze veronderstelling pleit dat er een
„Arabis" is van 3200 ton, die behoort aan
de Flower Motor Styip Co. te Londen en in
1914 werd gebouwd, dus nieuw is.
Het blijft intusschen merkwaardig, dat
Duitsche torpedobooten zich in de Noordzee
durven en kuipten vertoonen.
Men verwacht te Washington, dat de Ame-
rikaamsche regeering naar aanleiding van de
Duitsche nota ten aanzieh van bewapende
koopvaardijschepen een waarschuwing tot de
Amerikaansche onderdanen zal richten om
niet met zulke schepen te reizen, waardoor zij
haar vroegere houding zou prijs geven.
De aankondiging van de nieuwe Duitsche
maatregelen tegen bewapende koopvaarders
beschouwt men in Engeland niet als een feit,
dat wijziging in den toestand brengt. De ma
rine-deskundigen achten den eisch, dat Engel
sche koopvaardijschepen zouden worden ont
wapend, zonder eenige wederkeerige verbin
tenis van Duitsche zijde, belachelijk en mee-
nen dal de eiéch naar zulk een ontwapening
niet ernstig kan worden opgeval, zoolang
Durtscbland zich niet verbind1 geen voordeel
te trekken uit die ontwapening.
De Daily Chronicle zegt, dat maatregelen
als de Du its chers nemen, hun beteeken is heb
ben.... voor de latere vredesvoorwaarden!
Er is verder weinig nieuws. Alleen dient
melding gemaakt van een vermeerderde acti
viteit der Russen op het Oostelijk oorlogstoo
neel. Uit de officieele communiqué's blijkt
nog niet, dat deze actie tot iets heeft geleid,
maar van Russische zijde wordt gezegd, «lat
het Russische offensief alle stellingen om
Czemowitz „schijnt" te bedreigen.
In verband met de gisteren vermelde
ruchten over Duitsche vredesvoorstellen
tenslotte medegedeeld, dat het Belgische
zantschap te Londen heelt verklaard,
Duitschland aan België geen vredesvoorstel
len heeft gedaan.
gfr.
zij
ge-
dat
KORTE BERICHTEN.
In Albanië zijn de Oostenrijkers tot op
10 K. M. van Durazzo genaderd.
De Russische regeering geeft binnenkort
een nieuwe binnen landsche 5 pCts. leening
van 2 milliard roebel uit.
De Orieksche Kamer nain met 260
van de 272 stemmen een motie van vertrouwen
in het beleid van het ministerie Skoeloedis
aan.
De oud-mbret, prins Willem van Wied
moet te Skoetari zijn aangekomen, verwelkomd
door een vroegeren minister Bibdoda, weleer
straatventer van noten
De handelshoogeschool te Berlijn heeft
een cursus van 10 dagen geopend, voor offi
cieren, die in den oorlog zwaar gewond zijn.
Door theoretici en practici wordt een nauw
keurig en zakelijk overzicht gegeven van de
beroepen, die in aanmerking komen, tenéinde
de keuze van een nieuw beroep zoo weinig mo
gelijk aan het toeval over te laten.
ALKMAAR, 12 februari.
Heemschut's trouwe bewaker van Alk-
rnaar's schoon heeft deze week in dè courant
alarm geblazen, na in de laatste raadsverga
dering een schot te hebben gelost, ten teeken
dat ei' onraad was.
Men heeft zich eenigszins verbaasd, dat de
heer van den Bosch in den Raad heeft ge
vraagd naar oen voor hem als lid der com
missie van publieke werken al zeer bekenden
weg, maar deze interpellatie is, naar ons
voorkomt, het middel geweest, waardoor dit
raadslid de aandacht van het publiek heeft
willen vestigen op een spoedig te verwachten
beslissing in het doorbraakvraagstuk. Het
daarna geplaatste artikel moest het publiek,
•hans bekend met het voornemen van B. en
W. om spoedig een beslissing van den Raad
inzake den nieuwen verkeersweg tusschen
Waag en Nieuwesloot uit te lokken, inlich
ten, dat de voorgenomen oplossing van het
probleem zou leiden tot ontsiering en dus
een verkeerde' oplossing zou zijn, waartegen
te waarschuwen plicht was.
Dank zij deze publicatie van den heer van
uai Bosch is het bekend geworden, dat de
oplossing van een aardig probleem, om n.l.
het marktwezen te behartigen en tegelijkertijd'
het aanzien van het Waagplein te verfraaien,
thans dreigt vast te loopen op een blinden
muur van 78 meter.
Tot goed begrip van deze zaak zij een kor
te terugblik op de voorgeschiedenis'van deze
doorbraak geworpen.
Den llden September 1912 besloot de
Raad, in geheime zitting tot den aankoop van
het „Diligentia"-terrein, teneinde een begin
te maken met de noodzakelijk geachte verbin
ding tusschen Waagplein en Ged. Nieuwe
sloot. Met grooten ijver werd een begin ge
maakt met de onderhandelingen over de ove
rige perceelen, welker bezit voor de door
braak noodzakelijk was. Reeds in November
1913 bood het raadslid, de heer P. Leguit.
den Raad een plan van bebouwing aan, ten
einde te voorkomen, dat men een straat van
78, meter lengte en 16 meter breedte zou
krijgen, welke een doodsch aanzien zou heb
ben. Het deskundige raadslid wenschte dit
plan niet als bindend te zien beschouwd, hij
zou zich bijv. vereenigen met het advies, dat
het bestuur van de Maatschappij tot Bevor
dering van Bouwkunst zou geven maar hij
wilde in beginsel zien uitgemaakt of dé Raad
in ho'öfdzaak met zijn plan zou 'kunnen mee
gaan en of een spoedige uitvoering daarvan
te verwachten viel.
Toen het plan-Leguit in de raadsvergade
ring van 26 November 1913 bij den Raad
werd ingediend, verdedigde de heer den
Boesterd het denkbeeld om dit plan niet in
behandeling te nemen en intusschen een prijs
vraag uit te schrijven. Volkomen terecht
merkte de heer Boelmans ter Spill destijds
op, dat wanneer een lid van den Raad een
voorstel doet, het initiatief neemt, zijn tijd,
zijn talenten en zijn. werkkracht daaraan be
steedt, het niet opgaat en tenminste van zeei
weinig waardeering getuigt, te zeggen: ik
stel voor, dat voorstel met in behandeling ia
nemen. Nader bleek de bedoeling van den
heer den Boesterd te zijn, dat het plan-Leguit
niet in diezelfde zitting in behandeling zou
worden genomen. Beide stukken, aai van den
heer Leguit en dat van den héér den Boesterd,
werden gesteld in handen van B. eu W. on;
bericht en raad.
Bescheidenlijk had de-heer den Boesterd
verklaard, dat hij „omtrent het productie!
maken van deze aangelegenheid zeker lang
vóór den heer Leguit bezig is geweest" zelf
bezig was geweest. Deden deze woorden een
plan-den Boesterd verwachten voor zoover
wij weten is aan zulk een plan het aanzien
niet geschonken, althans werd van de ge
boorte nimmer kennis gegeven. Wel heeft
een ander stadgenoot, de heer Groen, leeraar
aan de Ambachtsschool, in Maart 1914 aan
B. en W. een schetsplan aangeboden en dit
den lsten April van dat jaar nog eens, maar
gewijzigd, bij dat college ingediend. En de
heer van den Bosch, die zich., deze zaak aan
trok, kwam ook met een aanduiding,, waaruit
met medewerking van den heer Looman, di
recteur van gemeentewerken, een plan is ont
staan, dat volgens een schrijven van den
bond „Heemschut" van de drie plannen het
best aan de behoefte voldoet, en dat de heer
van den Bosch, blijkens een bericht in dit
nummer, thans ook aan den Raad heeft aan
geboden.
Er waren dus plannen, maar er was nög
geen beslissing. En dit. leidde tot een eigen
aardige moeielijkheid. Immers toen bleek, dat
de heer Zaadnoordijk, eigenaar van een der'
benooaigüe perceelen, aan den verkoop voor
waarden verbond, waaraan de Raad niet
zonder meer wilde vo.doen, en de Raad be-
sxoot onteigening te vragen, wilden Gedepu
teerde Staten geen gunstig advies voor het
voeren van het onttigemngsproces geven,
zoolang niet door een vastgesteld plan bleek,
aat aan het verlangen van den betrokken ei
genaar niet kon worden voldaan.
B. en 'W. schijnen ut Maart 1915 het voor
nemen te hebben opgevat om met een eigen
plan te komen, d. w. z. een groot gebouw te
maken aan de zijde van het Waagplein.
Sindsdien ia er ons niets meer bekend ge
worden van de doorbraakgeschiedents. Alleen
gaven B. en W, bij du behandeling van de
gemeen te-begrootmg in November van het
vorige jaar de toezegging, dat zij zich zou
den beijveren de totstandkoming van den ver
bindingsweg Waagpie n—Nieuwesloot, zoo
spoedig mogelijk tot oplossing te doen bren
gen; daarbij opmerkende, dat men in het oog
moest houden, dat er nog altijd eenige be
zwaren waren te overwinnen. En, in de
raadsvergadering van 9 December verzekerde
de Burgemeester, dat de plannen in het begin
van 1916 konden woruen tegemoet gezien eu
dat de weg er reeds in Mei zou kunnen zijn.
Tot zooverre de geschiedenis, van Novem
ber 1913, toen de heer Leguit schreef, dat de
doorbraak binnen konen tijd tot stand zou
komen, tot Februari 1916, nu de heer van
den Bosch waarschuwt tegen een oplossing,
die geen oplossing is.
2 jaren en 2 maandeu zijn er verloopen en
het resultaat van dien langen tijd is het voor-
sitel om te komen tot het maken van een lee-
lijk open gat met boompjes. Wij geven on
middellijk toe, dat bijzondere omstandighe
den de behandeling vim deze zaak hebben
doen vertragen. Maar dit uitdrukkelijk voor
op stellende, blijft er veel onverklaarbaars
over, dat atdoend opgehelderd moge wordep,
alvorens de Raad in deze belangrijke aange
tegenheid een beslissing neemt. Waar blijft
net advies van B. en W. op het plan van den
neer Leguit,'dat de Raad den 2östen Novem-
oer 1913 heeft gevraagd?^ Een deskundig
raadslid, dat met een initiatiefvoorstel komt,
heeft toch minstens aanspraak op een nauw-
gezeitt overweging van dat voorstel eh mag
met met een dooddoener worden afge
scheept. Zijn er tegen dat plan inderdaad
ernstige aesthetische en financieeie oezwaren
in te brengen welke zijn dan deze? Niet
vergeten toch moet worden, dat de voorstel
ler zich eenerzijds bereid verklaard heeft wij
zigingen te aanvaarden en aan den anderen
kant heeft betoogd, dat het plan rendabel is
Wij stellen dit plan voorop, omdat dit het
uitgangspunt van de geheele aangelegenheid
is. Wordt dit aan de orde gesteld, dan wor
den vaa zélf de ingediende plannen der an
dere beer en, die zich verdienstelijk hebben
gemaakt ea recht hebben- op waardeering, en
het boven aangeduide voorstel van B. en W.
in de beschouwing betrokken en aldus krijgt
men een beredeneerd rapport, welks argu
menten aantoonen welk plan de voorkeur ver
dient. En dan kunnen de tijdsomstandighe
den maar ook eerst dan ter sprake ko
men, Het is zonderling, dat de commissie van
Publieke Werken, van wie de heeren Leguit
en van den Bosch beiden elk een plan van be
bouwing hebben ingediend, terwijl de burge
meester en de heer Ringers de beide andere
leden zijn, adviseert niet tot bebouwing over
te gaan in velband met de tijdsomstandighe
den. Het zou zonderlinger zijn, wanneer het
college van B. en W. zonder meer dit motief
ging overnemen. Waar B. en W. in Maart
1915 voor bebouwing zijn, in November 1915
slechts van eenige bezwaren, die overwonnen
moesten worden, gewagen zou het al zeer
eigenaardig zijn, wanneer zij een jaar later,
terwijl de omstandigheden zich niet ten on-
gum-te hebben gewijzigd, die omstandigheden
als motief tot niet-bebouwing zouden bezi
gen.
Men zij voorzichtig met het beroep op de
tijdsomstandigheden. Soms doet dit beroep
denken aan de mouw, waar een gooche
laar, naar gelieven alles uit kan halen wat
hij wil. Nu eens zijn die omstandigheden
reden tot het voteeren vart gelden, aan wel
ker besteding men in normale omstandighe
den nauwelijks zou hebben gedacht, dan weer
dienen zp plotseling tot motief voor het ver
werpen van uitgaven, waartoe anders stellig
zou zijn besloten.
Do Alkmaarsche raad heeft trouwens zijn
al te groote angstvalligheid spoedig overwon
nen en het vaste vertrouwen in de toekomst
dezer gemeente snel herkregen. Een vergelij
king van de behandeling der begrootingen
dienst 1915 en dienst 1916 levert daarvan
een doorslaand bewijs voor zoover de
vergelijking mogelijk is, daar het snelgeschre-
ven maar traag verspreide stenografisch ver-
,slag over de begrootingsdiscussiën nog altijd
niet verschenen is! 's Raads meerderheid zal
thans zeker niet, als in 1914 en in het begin
van 1915, zoo licht terugdeinzen voor uitga
ven, die misschien vermeden zouden kunnen
worden, maar daardoor geenszins overbodig
zijn te achten. Wij althans zouden een be
bouwing van den toegangsweg Waagplein
Ged. Nieuwesloot, ook al gaat dit met kosten
gespaard, in geenen deele tot de overbodige
uitgaven willen rekenen, omdat de Waagplein-
omgeving het aesthetische en het economische
centrum van onze stad' is, aan welks verfraai
ing. bijzondere zorg mag worden gewijd.
Zeker, de doorbraak kan dadelijk tot stand
komen, met het maken van de straat kan
reeds nu worden begonnen, de in elk geval
noodzakelijke muren kunnen worden opge
trokken. Maar we zouden het zeer betreuren,
indien de Raad aan een desbetreffend voorstel
om te beginnen niet dadelijk de - uitnoodi-
ging van B. en W. verbond1, om een zéér spoe
dig prae-advies inzake de bebouwing, ten
einde niet den schijn op zich te laden, dat
men tevreden is met hét aanbrengen van een
leege straat en een blinden muur, die op een
zoo in het ooglpopende plaats voor stadge
noot en vreemdeling allicht blindheid, lee-
lijkheid en halfheid symboliseeren zouden!
DE WATERSNOOD.
De penningmeester van de Algemeenc
Commissie voor den Watersnood verant
woordt een totaal van 1.817.561.57.
Uit Purm erend. Daar de water
stand in Waterland sedert de afdamming
steeds hooger werd, tot groot nadeel der
kistdammen en de overstroomde polders,
heeft de Minister van Waterstaat naar aan lei
ding van een telegraphi^ch verzoek van hel
gemeentebestuur, gistermiddag onmiddellijk
order gegeven de kleine sluis weder te ope
nen, ook voor doorvaart der schepen. Met
razende snelheid, een waterval gelijk
stroomt Waterland nu weer in Schermerboe
zem.
Naar aanleiding van de gestelde vraag,
hoe het gras- en bouwland in de polders er,
als deze weer drooggemalen zullen zijn, zal
uitzien, deelt de heer C. Nobel, Rijksland-
bouwleeraar voor Noord-Holland aan het
Handelsblad een en ander mede.
De toestand van het grasland en de groei
der landbouwgewassen zal in den eersten tijd
beheerscht worden door het zoutgehalte van
het overstroomde water.
In den - Anna-Paulowna-polder zijn mon
sters genomen, en gebleken is, dat hel zout
gehalte tiaar varieert van 1.9% in den West
polder en 2.1 in den Oostpolder, terwijl hel
op verschillende diépten gelijk was. (In de
Wester-Schelde is het'zoutgehalte van 1,4
2 1 en in de Oostci fan 2.7—2.9). De west-
polder is zandige grond, deels bouwland,
deels grasland, de Oost-polder klei en zavel
grond; de laatste is'bouwland1.
In de volgende jaren is de structuur-ver-
slee; tering van de klei- en zavelgronden een
zaak van zeei groot belang. Wanneer het zout
ei uitgespoeld is, is de grond zeer vatbaar
voor dichtalibbing, waardoor hij bij nat weei
nat en drassig wordt, en bij droog weer hard
wordt eu openscheurt en hij zal zeer daaron
der lijden.
Waar een beetje veenachtige grond er door
heen loopt, zal dit verschijnsel vermoedelijk in
.mindere mate optreden.
Intusschen is het zoutgehalte tot dusver nog
niet bekend.
Een hoog zoutgehalte kan ongunstig wer
ken qp de planten. Hoe zal het gras er uit
zien, nadat het zulk een langen tijd afgeslo
ten is van de lucht?
Vermoedelijk krijgen wij den eersten tijd een
inager gewas en zal het onkruid tusschen het
gras misschien juist welig opgroeien.
Wij bezitten geen voldoende ervaring, om
op de vragen, die zich hier voordoen, een ze
ker antwoord te kunnen geven.
Met zekerheid is er dus nog niet veel te
zeggen over den toestand van het land. Met
teerü werd. Gevolg daarvan is, üait in huizen,
welke nog geen last van het water hadden, de
vloeren mans blank siaan.
Te Buiksloot staat het water thans 11
c.M. boven A.P., de hoogste stand, 'die tot
nu toe is voorgekomen. De wegen naar het
overstroomde gebied zijn daarom met hek
ken afgesloten. Op den Buiksioter straatweg
staat net water op verscheidene plaatsen tot
midden op den straatweg.
In het Oostzijderveid té Zaandam staat
het water thans hooger dan ooit te voren en
op verschillende plaatsen tegen de kistdam
men aan. Tot nog toe was de hoogste stand
8 c.M., nu is de stand 10 c.M. boven A.P.
Eenige huizen, die steeds nog droog hadden
gestaan, hebben nu ook het water binnen ge
kregen.
BINNENLAND.
angstelling zal men dus de verschillende
onderzoekingen afwachten, welke vanwege de
landbouw-directie gedaan zullen worden,
wanneer het land droog komt. Dan zullen on
getwijfeld verschillende wenken aan landbou
wers en boeren gegeven worden, op walke wij
ze zij dan hun land zullen moeten bewerken.
De westelijke winden van de afgeloopen
dagen hebben het water in de overstroomde
gedeelten van Noord-Holland weder opge
stuwd, zoodat in verschillende plaatsen de
hoogste stand der vorige maand nog is over
troffen.
Het water in den O ostza ner pol
der staat thans 10 c.M. boven A.P., dat is 2
c.M. hooger cjan de hoogste stand, die geno-
TWEEDE KAMER.
De beraadslaging over het wetsontwerp
tot tijdelijke, nadere voorziening betreffende
net eedsvraagstuk werd gisteren voortgezet.
De heer Rutgers (a.-r., Hilversum) kant
te er pch tegen, dat de eed geheel en al fa
cultatief zou worden gesteld. Juist zij, voor
wie de eed een waarborg zou zijn, zullen
zich onttrekken. De rechter moet het recht
houden de gewetensbezwaren te toetsen. Spr.
zou ook bepaalde vormen voor die bezwaren
willen eischen, zoo een authentieke acte met
nadere bevestiging.
Wat door hem in te dienen amendementen
betreft, zou spr. een afwachtende' houding
aannemen.
De heer Van Hamel (u.-l., Amsterdam
IV) beriep zich voor het laten vervallen van
het toetsingsrecht op prof. Struycken. Het
gronddenkbeeld van de beide ontwerpen
trouwens is overgenomen van de rechterzijde.
Na de pauze werd besloten de belasting-
ontwerpen-Treub, die van de lijst van werk
zaamheden in de afdeelingen waren afge
voerd, daar weer op te brengen. Den 15den
zal men dan het Schepen-ontwerp in de afdee
lingen onderzoeken.
De heer Van Hamel zette daarna zijn
rede voort.
Spr bestreed het instituut van eedshelpers.
Hij betoogde, dat niet de eed de voornaamste
waarborg voor de waarheid is; maar het be
sef, dat het er/op aankomt waarheid te zeg
gen en de straf, die op meineed staat.
De heer V isser van IJ zen doorn
(v.-., Gorinchem), betoogde, dat de beteeke-
nis der eedsformule voor de meesten is ver
loren gegaan. Ook deze spr. was tegen het
instituut van eedshelpers.
De heer I d s i n g a, (c.-h., Bodegraven),
zag in den eed een onmisbaren waarborg
voor de rechtspraak, De vrijstellingen van
art. 3 openen echter de deur voor misbrui
ken, Spr. verklaarde het wetsontwerp on
aannemelijk om art. 3, maar vooral ook om
art. 2 en drong aan op betere definieering
van de gemoedsbezwaren.
De vergadering werd verdaagd tot Dins
dagmorgen.
HET ONGELUK TE VLISSINGEN.
Uit Vlissingen wordt gemeld, dat de mate-
rieele schade zeer groot is. Militairen zijn be
zig om a^n de ponton de aangerichte schade
te herstellen. De onderzeeboot, van waaruit
de torpedo gelost werd, is met schade aan
boeg en lanceerbuis ter reparatie in xhet
droogdok der maatschappij „De Schelde"'op
genomen. Vernomen wordt, dat de zwaarge
wonde Sergeant zijn voet zal moeten missen.
JHR MR A F. DE SAVORNIN
LOHMAN
De Haagsche redacteur van „De Tijd"
schrijft
Er is in de rede van den heer jhr. mr. De
Savomin Lohman een zinsnede, d'ie de bijzon
dere opmerkzaamheid trekt.
De grijze afgevaardigde van Goes deelt er
op, dat hij aan de totstandkoming van een
latere definitieve regeling van het eedsvraag
stuk niet meer zal meewerken.
i >eze zoo absohiut uitgesproken woorden
schijnen een openbare bevestiging te bevatten
van wat reeds bij geruchte bekend werd; n.l.
dat de nu bijna tachtigjarige afgevaardigde
zich in 1917 niet meer voor een Kamerzetel
zal beschikbaar stellen, vooral niet als de on-
derwijspacificatie mocht zijn tot stand geko
men en daardoor een zijner levensidealen zou
vervuld zijn.
Gemengd nieuws.
SPOORWEGONGELUK.
De sneltrein 156, van Enkhuizen, die om
3 uur 35 te Hoorn moest binnenkomen, is gis
teren bij den overweg aan den Koepoortsweg
te Hoorn op een rangeerenden goederentrein
geloopen, waardoor zeer belangrijke materi-
eele schade werd aangericht. De locomotief en
de bagagewagen werden uit de rails gewor
pen, terwijl het postrijtuig geheel is vernield.
De bovenbouw is, behalve een zijwand, ge
heel van het bodemvlak afgesneden. Ook de
locomotief van den rangeertrein werd bescha
digd. Het mag een groot wonder genoemd
worden, dat geen persoonlijke-ongelukken te
betreuren zijn. De twee postconducteurs, als
mede de hoofdconducteur en de conducteur
kregen lichte verwondingen. Het verkeer voor
het passagiersvervoer wordt over een vrij ge
bleven lijn geleid.
DE GEÏNTERNEERDE DESERTEURS.
Voor den Haagschen Krijgsraad werd gis
teren de behandeling voortgezet van de ge
schorste zaak tegen de Duitsche militairen A.
Ch., M. K. en J. M., geïnterneerd te Ber-
v
f-M-„Mn
-A