DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Een sneeuwfeest voor jong-Alkmaar. talii Militie, Landweer en Landstorm. Broodvoorziening. No. 46 Honderd en achttiende Jaargang. 1916 Watersnood. Abonnementsprils pet 3 maanden f 1—, li. p. post 11.25. Advertentieprijs 10 et. p. regel, groots letters naar plaatsrnimte. Brieven Ir. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HER IBs. COSTER 5 ZOON. Voordam C 9. Telefnr. 3. DONDERDAG 24FEI3RUARI Nog eens „de doorbraak Waagplein-Hofplein''. 1 ALKMAAR, 24 Februari. Terwijl er de laatste dagen hevig werd ge vochten aan den noordelijken vleugel van het front in het Westen, hebben de Duitschers thans ook aan den anderen-vleugel ten noor den van Verdun het initiatief genomen. De vliegers waren daar reeds eenigen tijd in de weer, artillerie was er volop in actie en de militaire medewerker van de Temps kondigde dezer dagen reeds een offensief aan, dat naar zijn meening tegen Verdun gericht zou zijn en in verband met de sterkte der vesting zou mislukken. Het is niet waarschijnlijk, dat dit offensief zulk een groot doel heeft gehad. Veeleer valt aaq te nemen, dat de Duitschers hebben be reikt hetgeen ze wilden: het Fransche front te nopen oveir een afstand van 10 K-M. terug te dringen, de Franschen te dwingen, een drie tal dorpen in het Maasgebied te ontrui men. Dit past tenminste in de afknabbe- lingsmethode welke de Duitschers in het noorden reeds toepassen en waarmee ze be oogen hun front op bedreigde punten te ver beteren en daardoor het aangekondigde voor jaarsoffensief der entente te* bemoeielijken, kan het zijn te voorkomen. Het offensief is dus plaatselijk, de winst gering, maar toch heeft deze tactische overwinning eenige stra tegische beteekenis als ze tenminste niet van tijdelijken aard is, want de Franschen pogen natuurlijk hier zooals elders het ver loren gegane terrein te herwinnen. Een Fran sche officieele mededeeling zegt, dat de Duit- sche aanval zich heeft ontwikkeld tot een grooten slag, waarin de Franschen met kracht tegeh de Duitschers optreden. Ook in den El- zas vallen de Duitschers aan, zij slaagden er in, in de voorste Fransche loopgraven te ko men, doch werden hieruit verdreven. Aan het Albaneesche front naderen de Oos tenrijkers steeds meer Durazzo uit het Zuid- Oosten. Tot opperbevelhebber van de entente-vloot in de Middellandsche Zee is benoemd de Fransche-admiraal Foumier, tot die in de Adriatische Zee de Italiaansche hertog der Abruzzen. Admiraal von Pohl, chef van den Duitschen grooten marinestaf, is te Berlijn op 60-jarigen leeftijd overleden. In Engeland is lord Roberts Cecil, onder staatssecretaris van buiten landsche zaken, be noemd tot blokkade-minister. De „Times" zegt, dat de blokkade-minister bij de reorganisatie van het departementale stelsel op voet van oorlog stellig een veelbe lovend veld zal krijgen, om zijn administratie ve eigenschappen te toonen. De zaak, die hij overneemt, is totdusver in handen van een half dozijn departementen en comité's ge weest. Zij hebben elkaar in de actie van de vloot gehinderd. De nieuwe minister zal voor zijn eigen gemak en in het belang van zijn departement er noodzakelijk toe overgaan om hun aller werk te vereenvoudigen en in overeenstemming te brengen.» De Daily Mail, sprekende over de benoe ming van lord Robert Cecil zegt dat deze be noeming niet veel uitwerking zal hebben op de blokkade zoolang de Engelschè vertegen woordiging in Denemarken en Holland zich in zwakke handen bevindt. In handelszaken bevoegde adviseurs zullen hulp moeten ver- leenen. Wij kunnen Cecil de verzekering ge ven, dat onze correspondenten zullen door gaan met na te gaan, wat de uitwerking der blokkade is, verklaart dit blad. Voor den onzijdigen handel had deze be noeming stellig echter kunnen uitvallen. De benoemde toch is inzake de blokkade-kwestié in het parlement zeer bezadigd en verstandig opgetreden, hij zal zich wel niet laten drijven tot algeheele miskenning van de rechten der onzijdigen vandaar wellicht dat de Daily Mail al bij voorbaat positie tegen hem neemt. In het Engelsche Lagerhuis heeft de heer Asquith, de minister-president, zijn verkla ringen, indertijd in Guildhall gedaan, her haald en er bij gevoegd, dat deze nu evenals voor de onafhankelijkheid van België, ook voor die van Servië gelden. In de Russische volksvertegenwoordiging zijn groote redevoeringen gehouden, zoowel door den minister-president Sturmer, de mi nisters van buitenlandsche zaken, oorlog en marine, als door den voorzitter en door Doe- ma-leden, De minister-president kondigde 3 wetsontwerpen aan, n.l. een op kleine, lande lijke gemeenten, een op de algemeene hervor ming van de rechtspositie der steden en een betreffende de instelling van zemstowo's (wij zouden zeggenprovinciale staten) in Siberië. Een Doema-lid, dat aan het woord kwam, verzekerde onder donderende toejuichingen, dat elke gedachte aan een voorbarigen vrede dient te worden verworpen, dat Rusland be reid is tot een langdurigen oorlog en dat wanneer begane fouten, die de groote kracht der natie verlammen, maar worden vermeden, wanneer de tijd van den afgetreden minister president Goremykin maar niet weerkeert en de administratieve inrichting maar radicaal wordt verbeterd, de oorlog populair zal wor den. Hieruit en uit hetgeen verder gesproken is vermoedelijk zijn er nimmer grooter tele grammen over een volksvertegenwoordiging geseind dan thans over de Doema-zitting is geschied blijkt dat de Russen niet zullen ophouden, voordat zij hun oorlogsdoel be reikt hebben. De midden-mogendheden kun nen daarmee hun voordeel doen. Men heeft zich vooral in Duitschland al lang gespitst op den binnenlandschen toestand in Rusland als een belangrijke factor voor den vrede. De bekende Duitsche geschiedkundige Schiemann voorspelde in Juni van het vorige jaar een. spoedige revolutie, de anarchie zou in Rus land voor de deur staan en een vredesluiting zou er het onvermijdelijk gevolg van zijn. Ge lijk men zich echter in Duitschland vergist heeft in het Russi'sche leger, zoo heeft men zich daar ook vergist in het Russische volk. Beiden hebben zich hersteld van de uitste kend gedragen ernstige nederlagen en tegen slagen. En zooals de Tsaar zich met een mooi gebaar aan het hoofd van het leger stelde, zoo heeft hij thans op de opening van de Doema door zijn persoonlijk bezoek een stempel gedrukt. Dit teekent en het zegt heel wat meer dan het smalend commentaar waar van een deel der Duitsche pers de officieele Russische redevoeringen voorziet! De kleine lezers en lezeresjes, die door dit opschrift de courant in handen krijgen, zullen, niet weten wat dit te beteekenen heeft. En daar dit bericht vooral voor hen be stemd is, zullen we maar dadelijk tot hen zeggen waar het op aan komt 1 Als het winterweer blijft zooals het nu is. als de sneeuw dus liggen blijft en te gebrui ken is, zullen alle kinderen beneden de vijf tien jaar Zaterdag mogen meedoen aan een wedstrijd om op het Doelenveld iets moois te maken van sneeuw. Dat lijkt wel heel gemakkelijk, maar het valt lang niet mee, haor! Je moet te voren goed overdenken wat je maken wilt, want an ders kom je met plannen, die je niet kunt uit voeren en dan bouw je luchtkasteelen en die komen niet in aanmerking! Heel veel tijd hebben jullie ook niet ja als er geen school was, dan kon je een heelen dag er aan werken, ihaar nu kan het alleen in den middag tot 4 uur toe. Daarom moet je maar niet probeeren heelemaal alleen iets te knutselen, maar vrienden en vriendinnetjes opzoeken om een troepje te vormen en met el kaar iets in elkaar te zetten. Dan kun je mis schien vóór Zaterdag reeds het een en ander in orde maken. Want als je eens een kerk^ wilt bouwen, dan staat het mooi als er een heusche wijzerplaat en echte wijzers (een oude wekker is wel te krijgen!) zijn en een verguld haantje van bordpapier er boven op prijkt. De moeielijke kerkramen krijg je ge makkelijk als je van bordpapier er een uit snijdt. En je kunt te voren ook wel, als je dit wilt, een opschrift maken. Dus eerst overdenken, dan er óver praten en dan thuis aan den slag nu moeten jullie niet allemaal kerken met haantjes en wijzer platen willen maken, want dat zou niet'aar dig zijn! Maar als je nu Zaterdagmiddag, na natuur lijk in een wip gegeten te hebben, naar het Doelenveld holt, dan moet je niet met leege handen komen. Dan zou je heel gauw naar huis terug moeten, want zonder gereedschap gaat het niet. Schepjes, emmertjes, blikjes sigarenkistjes, linialen dit zijn allemaal dingen, die je goede diensten kunnen bewij zen als je werkelijk iets moois wilt maken. Je moet natuurlijk met je vrienden en vriendin netjes, met wie je een ploeg vormt, te voren afspreken wat ieder meebrengen zal, want an ders kom je allemaal met hetzelfde dat zou wel kunnen, maar niet gaan! Als je wat te vragen hebt kom dan maar gerust bij ons, je weet wel,' op den Voordam tegenover de Spekbrug. Wanneer je nu Zaterdag tusschen 12 en 1 uur op het Doelenveld komt en dat doe je alleen als de sneeuw niet verdwenen of vies geworden is, dan zul je daar misschien en kele heel mooie voorwerpen vinden, die dan door soldaten gemaakt zijn. Wij hebben ook een klein aantal militairen gevraagd om tc laten zien wat ze kunnen dat kan héé mooi worden, zoo mooi behoef jullie het nie, te doen, maar je kunt eens even gaan kijken, misschien heb je er nog wat aan! Tegen vier uur moet je werk klaar staan Dan komt een commissie vergelijken en die de mooiste dingen hebben gemaakt krijgen prijzen. Ziezoo, nu weet je er alles van. En zorg nu maar dat, wanneer het wee: goed is, het Doelenveld Zaterdagmiddag een prettige speelplaats wordt Ingezonden). „Du choc des opinions jaillit la Vé- rité." (1) Naar aanleiding van de opmerkingen in zake de kwestie der doorbraak Waagplein- Hofplein, door den heer Fenijn gemaakt in zijn ingezonden stuk van den 19 Februari in de Alkmaarsche Courant, wenschte ik nog gaarne het volgende op te merken Ik betreur het evenzeer als de heer Fe nijn, dat op het Plan van den heer Leguit, niet is ingekomen net praeadvies van B. en W., dat toegezegd was. Het verbaast mij zelfs, dat de heer Leguit niet op dat praeadvies veel eerder heeft aan gedrongen; hij hac dit waaldijk wel mogen doen, zonder dat iemand hem dan van onbe scheidenheid zou hebben kunnen beschuldi gen. Wat mij betreft, ik heb door aan te drin-; gen, reeds in Juli 1914, op stellen van alle plannen van den „Bond1 Heemschut" om ad vies, zeker wel medegewerkt om het eventueel verkrijgen van een praeadvies te bevorderen. Ik kon echter, toen ik mijn voorstel meen de te moeten indienen, niet afwachten, of er nog een prae-advies op het jplan Leguit zou worden uitgebracht en het scheen toen, dat de heer Leguit op dat oogenblik ten minste, zulk Eraeadvies niet meer verlangde. Immers et voorstel van B. en W. dat ons bereikt heeft, en waartoe de heer L. zelf heeft mede gewerkt, als behoorend tot de meerderheid in de Commissie van Bijstand van P. W. door aan te bevelen om voorloopig niets anders te doen, dan een blinde straat te maken, hield van zelf in, dat alle plannen, die inge diend', waren, in portefeuille bleven, waarvan ik, op reeds aangegeven gronden verwachtte, dat dit gelijk zou staan met „gedooipot" te worden, om in de terminologie van den heer Fenijn te blijven. „Of ik nu door mijn voorstel te doen, het gevaar deed ontstaan, dat de Raad daarover „onvoorbereid" zou hebben te beslissen? Zeker niet. Immers toen ik In de laatste Raadsvergadering naar „den bekenden weg" vroeg, heb ik de toezegging gekregen, dat al le stukken, op deze zaak betrekking hebbend, ter visie zouden liggen voor de Raadsleden van dat oogenblik af. Zelden hebben stukken op eene belangrijke zaak betrekking hebbend, zoo lang ter beschikking van den Raad gele gen en geen Raadslid, dat over deze kwestie onvoorbereid" wil wezen, behoeft het te zijn." Wat de andere opmerkingen van den heer Fenijn aangaan, hieromtrent kan ik zeer kort zijnacht -men tot betere afsluiting van het Waagplein een groot ge bouw noodig,' dan is het een verdienste van het voorstel 'Leguit, -dat dat gebouw rendabel isgeeft men, zooals ik, de voorkeur aan be scheidener gebouwen, dan is het ook weder voldoende, wanneer de kosten dier kleinere gebouwen ook hare rente opleveren. Door deze te stichten, sluit men toch zeker niet uit dat de Gemeente zoo noodig elders grootere lokalen bouwt, die in dat geval dan op den vasten grond konden nemen, wat zeker te pre- fereeren is. Dat men aan het Waagplein wel zoo. wat van alles kan gebruiken, omdat er minder schoone bouwwerken staan, is eene stelling, die de heer F. bij nader inzien wel niet blij ven volhouden. Men kan van opinie ver schillen, wat voor soort boqwwerk en in wel ken stijl men er verlangt, eerste eisch blijft, dat hetgeen er nu gebouwd wordt goed is, wat zeker van invloed zal zijn, op eventueel later te stichten bouwwerken, vooral, als de ze, zooals is besloten, aan redelijke eischen van welstand' zullen moeten voldoen. Dat de „tunnelvoorgesteld in het Plan van den heer Leguit, even goed dienst kan doen voor marktdoeleinden, als de voorge stelde galerijen, is onbetwistbaar, maar ik houd niet van passages, sombere trekgaten, en zie boven eene straat liever de open lucht. Boven „tunnel" geef ik de voorkeur aan Markthallen, geheel afgesloten, zooals wij kunnen krijgen wanneer de Korenbeurs zou worden overkapt. Dat eventueel veranderen (1.) „Uit de wrijving der gedachten ont staat de waarheid." van de Korenbeurs, behoeft geen beletsel te zijn om de voorgestelde galerijen dienstbaar te diaken aan ons Marktwezen en er de pro fijten van te trekken, welke er m.i. aan verbon den zijn. De opmerking ter dezer zake door -den heer Fenijn gemaakt, brengt mij van zelf tot de kwestie der afsluiting van den nieuwen verkeersweg aan de zijde van de Nieuwe- sloot. Waarom ter plaatse asluiting niet werd voorgesteld? Aan de Waagpleinzijde kan men de afslui ting niet missen, om het gesloten karakter van het plein te behouden, maar werd ze aan de Nieuweslootzijde, waar straat op straal uitkomt, niet noodzakelijk geoordeeld en werden daardoor kosten bespaard Eene afsluiting zooals de heer Groen in zijn plan voorstelde, zou zeker daar niet mis staan, maar nog al kostbaar zijn; een grooi gebouw echter daar ter plaatse, zou ik betreu ren; men zie slechts, vooral als men Van de Kanaalkade komt, welk bizonder mooi stads beeld daardoor aan het oog zou worden ont trokken. Dat zij die belang in deze zaak stellen gaarne het ontwerp van den heer Looman in beeld zouden zien, alsmede de gevolgen, wel ke het aannemen van het voorstel van B. en W. zou hebben, heb ik begrepen; oók ge voeld, dat dit mede de goede oplossing der zaak slechts ten goede komen kon. Ik heb er daarom den heer Blokker, den bekenden fotograaf, op attent gemaakt en ge vraagd, of dergelijke afbeeldingen niet van interesse zouden zijn voor de geïllustreerde bladen, die ons in beeld en schrift op de hoogte houden van belangrijke zaken, die op het openbare leven betrekking hebben en ge rechte belangstelling vragen. Ik hoop, dat er geen ernstige beletselen zullen zijn of ont staan, die het publiceeren dier afbeeldingen zouden belettenmij komt het voor, dat ieder die naar eene goede oplossing zoekt, aan welk plan hij ook de voorkeur geeft, eene der gelijke behandeling der zaak zal toejuichen, gedachtig aan het motto, dat ik hierboven plaatste. En laat ik nu nog eVen herinneren aan het motto, dat de heer Fenijn gekozen heeft, en in verband daarmede opmerken, dat ik aller minst heb gezocht om met B. en W. te kijven. Het tegendeel is waar. Sinds Mei 1914 heb ik getracht bespoediging van de zaak te verkrij gen. Ik heb op de meest wëlwillende wijze, voortdurend B. en W. mijne gedachten, mijne opvattingen geopenbaard ;v mijne desbetref fende correspondentie met het College of met den Voorzitter, liggen of zijn voor ieder Raadslid ter inzage. Ik heb getracht ieders be lang te bevorderen, hiervan zou de heer Zaadnoordijk kunnen getuigen. Ik heb er op aangedrongen, dat a 11 e plannen aan een eer lijk en onpartijdig onderzoek zouden worden onderworpen en zonder eenige bijbedoeling gewerkt, op mijne wijze, voor het algemeen belang. Wanneer nu daarvan het resultaat zal zijn, dat deze zaak wordt opgelost op be vredigende wijze, als ik heb kunnen voorko men, dat Alkmaar de ramp wordt bespaard, die m. i. het gevolg zoude zijn, wanneer het voorstel van B. en W. werd aangenomen, dan zal dat mijn beste béloonirtg zijn en verzach ten veel onaangenaams, verdachtmaking van mijn persoon en van mijne handelingen, die ik als gevolg van mijn actie heb moeten on dervinden en wel van eene zijde, waarvan ik dit het allerminst had mogen verwachten; hierover zal ik echter verder zwijgen. En zoo ben ik dan verheugd „de groote trom geroerd te hebben", dat mooie instru ment om slapende geesten wakker te roepen en wellicht te hebben voorkomen dat wij zou den zijn ingeslapen. Wakker worden als het lijd is van opstaan, beteekent: de luiken open gooien van gesloten binnenkamers: het be- beteekent: licht eh lucht laten binnentreden in plaatsen die gesloten waren. Dan treden geluiden naar buiten in de vrije open lucht, waar stilte heerschte; geluiden, die getuigen van leven en werken. Dit is geschied en ik ben er dankbaar voor. Zoo heb ik nu onder meer met genoegen ver nomen.het geluid van den heer Groen en wai nij gezegd heeft, is mij even aangenaam ge weest ais de kennismaking met zijn mooi oni werp, dat ik met hem moent bespreken en-da. de directe aanleiding is geweest tot nugeen ik meende te mogen aanbevelen en voorstellen om te komen tot eene bevredigende oplos sing, weike rekening hield met tie Gemeente lijke Beurs. Als leek op dit gebied, moet ik voorzichtig zijn in betrekking tot de door hem geopperd:, vraag, maar theen te mogen zeggen, dan hei mij voorkomt, toejuichend het pogen om tt preken met sleur, goed in ieder opzidht, dai er altijd vormen zullen blijven bestaan, dit logisch goed, steeds aanvaard kunnen blijven oij bouwwerken en zoo, meen ik, ik spreek als leek, dat de trapgevel, als logische afslui ting van het zadeldak, ook nu nog te aanvaar den blijft. Deze vraag moge echter worden overgelaten aan H.rl. deskundigen,- maar wanneer op dit pas, door Autoriteiten op bouwkundig gebied de ontworpen gebouwen worden aanvaard en aanbevolen, dan behoeft dit toch zeker niet te beteekenen, dat in de toekomst nieuw te stichten bouwwerken aan het Waagplein niet in een anderen vorm zou den kunnen worden uitgevoerd. Zoo zou ik het ten minste niet betreuren, dat wanneer eenmaal het zeer kleine en nietige Waagge- bouwtje, dat nu als „hulpgebouw" dienst De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt ter kennis van belanghebbenden dat de EERSTVOLGENDE VERWISSE LING van BROOD- en MEELKAARTEN zal plaats hebben op DINSDAG 29 FEBRUARI, in het perceel HOUTTIL 16, alhier, welk Kantoor daartoe dien dag geopend zal zijn van 91 en van 25 uur; dat op dien datum aan Bakker® en Meel handelaren GEEN MEEL ZAL KUNNEN WORDEN VERSTREKT en dat NIEUWE AANGIFTEN om BROOD- en MEELKAARTEN dagelijks kunnen ge schieden aan voormeld perceel, van 91 uur. Alkmaar, 23 Februari 1916. De Burgemeester voornoemd, G RIPPING l>e Burgemeester vau Alkmaar brengt ter keuuis van belangheb benden, dat de uitbetaling der ver goedingen, loopende over ket tijdvak van 10 tot en met 25 Februari, zal plaats hebben ten htadhnize op Zater dag 26 Februari a.s., voor zooveel de LAJTIIWEEU en den JLANWSTORM betreft van 1011 uur en voor zoo veel de MIFITIE aangaat van 1112 nnr. Alkmaar, 24 Februari 1916. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. doet, moet plaats maken voor een grootere en ruimere Waag, er dan daar ter plaatse een bouwwerk zou verrijzen in den geest, als de heer Groen zich zijn poortgebouw aan de Waagpleinzijde heeft gedacht; Alkmaar zou dan een leelijke muur minder hebben en een merkwaardig bouwwerk rijker zijn. En hiermede hdop< ik afscheid te mogen ne men van de „Waagp'lein-kwestie". O. Th. M. VAN DEN BOSCH, Lid van den Raad. „Met voordacht heb ik hierboven, om trent het publiceeren in de geïllustreerde bla den der plannen van B. en W. en van mij geschreven: „Ik hoop dat er geen ernstige beletselen zullen 'zijn, of ontstaan, die het pu bliceeren dier afbeeldingen zouden beletten" enz. Zooeven (24 Februari) ontving ik bericht van den uitgever van „De Prins", dat de fo to's niet zullen worden geplaatst, voordat de Raad eene beslissing zal hebben geno men Dit bericht heeft mij, die de voorge schiedenis ken, minder verbaasd dan wel te leurgesteld. De opmerking door de Redactie gemaakt aan het einde van het ingezonden stuk van den heer F. is juist. Inderdaad heeft de Raad feitelijk in de Raadsvergadering van den 21 en Juli pas de gelden gevoteerd voor d'e uitbreiding van de Handelsschool en -had toen dus die gelden nog kunnen weigeren. Maar, wie het optimistische verslag van de „officieuse" bijeenkomst van den 23en Juni leest, zal wel toegeven, dat Dr. Fockens alle reden had, om in eeae Caesariaansche V.V.V. stemming Alkmaar te verlaten; m.a.w. dat het kindje toen geboren was, dat den 21 en Juli zou worden gedoopt. v. d. B. De Tel. schrijft d.d. 23 Februari: Blijft deze Noord-Oosterstorm nog tot vanavond vóórtwoeden, dan is de kans groot, dat het grootste gedeelte van Buiksloot en Nieuwendam letterlijk van den aardbo dem weggevaagd wordt. Zooals het er op het middaguur uitzag, scheen alles wat in den Buikslotermeerpolder nog boven het watervlak uitstak, huizen, stal len, schuren, molens, kerken reeds redde loos verloren. Uit den met sneeuwvlokjes bespikkelden nevel, komen de golven als breed-uitgespreide escadrons witte paarden de een na de ander over 'f grijze watervlak aanrennen, en slaan en beuken en rukken alles op hun weg aan harden en aan spaanderen. Alles wat van hout is gaat er natuurlijk het eerst aan. Tegen den dijk aan dobberen vele scheepsladingen vloerplanken, ramen, deuren, en allerlei denkbaar ander wrakhout en meu- belstukken. Wij bemerkeh zelfs talrijke kerk banken, en hooren al dadelijk, dat die voort komen uit de pas gebouwde nieuwe Christe lijk Gereformeerde Kerk, waarvan dezen nacht een muur weggeslagen is en die elk oogenblik geheel tot pujn kan storten. Het geweldigst beukt de zee tegen Buik sloot aan. De straatweg over Nieuwendam naar Schellingwoude, die in de richting van den storm ligt, heeft niet zooveel te lijden. Maar op den z.g. Meerweg, die leidt van Buiksloot naar Nieuwendam, parallel met I ALRMAARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1