DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Een sneeuwfeest voor jong-Alkmaar.
talii
Militie, Landweer en Landstorm.
Broodvoorziening.
No. 46
Honderd en achttiende Jaargang.
1916
Watersnood.
Abonnementsprils pet 3 maanden f 1—, li. p. post 11.25. Advertentieprijs 10 et. p. regel, groots letters naar plaatsrnimte. Brieven Ir. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HER IBs. COSTER 5 ZOON. Voordam C 9. Telefnr. 3.
DONDERDAG 24FEI3RUARI
Nog eens „de doorbraak
Waagplein-Hofplein''.
1
ALKMAAR, 24 Februari.
Terwijl er de laatste dagen hevig werd ge
vochten aan den noordelijken vleugel van het
front in het Westen, hebben de Duitschers
thans ook aan den anderen-vleugel ten noor
den van Verdun het initiatief genomen. De
vliegers waren daar reeds eenigen tijd in de
weer, artillerie was er volop in actie en de
militaire medewerker van de Temps kondigde
dezer dagen reeds een offensief aan, dat naar
zijn meening tegen Verdun gericht zou zijn
en in verband met de sterkte der vesting zou
mislukken.
Het is niet waarschijnlijk, dat dit offensief
zulk een groot doel heeft gehad. Veeleer valt
aaq te nemen, dat de Duitschers hebben be
reikt hetgeen ze wilden: het Fransche front te
nopen oveir een afstand van 10 K-M. terug te
dringen, de Franschen te dwingen, een drie
tal dorpen in het Maasgebied te ontrui
men. Dit past tenminste in de afknabbe-
lingsmethode welke de Duitschers in het
noorden reeds toepassen en waarmee ze be
oogen hun front op bedreigde punten te ver
beteren en daardoor het aangekondigde voor
jaarsoffensief der entente te* bemoeielijken,
kan het zijn te voorkomen. Het offensief is
dus plaatselijk, de winst gering, maar toch
heeft deze tactische overwinning eenige stra
tegische beteekenis als ze tenminste niet
van tijdelijken aard is, want de Franschen
pogen natuurlijk hier zooals elders het ver
loren gegane terrein te herwinnen. Een Fran
sche officieele mededeeling zegt, dat de Duit-
sche aanval zich heeft ontwikkeld tot een
grooten slag, waarin de Franschen met kracht
tegeh de Duitschers optreden. Ook in den El-
zas vallen de Duitschers aan, zij slaagden er
in, in de voorste Fransche loopgraven te ko
men, doch werden hieruit verdreven.
Aan het Albaneesche front naderen de Oos
tenrijkers steeds meer Durazzo uit het Zuid-
Oosten.
Tot opperbevelhebber van de entente-vloot
in de Middellandsche Zee is benoemd de
Fransche-admiraal Foumier, tot die in de
Adriatische Zee de Italiaansche hertog der
Abruzzen. Admiraal von Pohl, chef van den
Duitschen grooten marinestaf, is te Berlijn op
60-jarigen leeftijd overleden.
In Engeland is lord Roberts Cecil, onder
staatssecretaris van buiten landsche zaken, be
noemd tot blokkade-minister.
De „Times" zegt, dat de blokkade-minister
bij de reorganisatie van het departementale
stelsel op voet van oorlog stellig een veelbe
lovend veld zal krijgen, om zijn administratie
ve eigenschappen te toonen. De zaak, die hij
overneemt, is totdusver in handen van een
half dozijn departementen en comité's ge
weest. Zij hebben elkaar in de actie van de
vloot gehinderd. De nieuwe minister zal
voor zijn eigen gemak en in het belang van
zijn departement er noodzakelijk toe overgaan
om hun aller werk te vereenvoudigen en in
overeenstemming te brengen.»
De Daily Mail, sprekende over de benoe
ming van lord Robert Cecil zegt dat deze be
noeming niet veel uitwerking zal hebben op
de blokkade zoolang de Engelschè vertegen
woordiging in Denemarken en Holland zich
in zwakke handen bevindt. In handelszaken
bevoegde adviseurs zullen hulp moeten ver-
leenen. Wij kunnen Cecil de verzekering ge
ven, dat onze correspondenten zullen door
gaan met na te gaan, wat de uitwerking der
blokkade is, verklaart dit blad.
Voor den onzijdigen handel had deze be
noeming stellig echter kunnen uitvallen. De
benoemde toch is inzake de blokkade-kwestié
in het parlement zeer bezadigd en verstandig
opgetreden, hij zal zich wel niet laten drijven
tot algeheele miskenning van de rechten der
onzijdigen vandaar wellicht dat de Daily
Mail al bij voorbaat positie tegen hem neemt.
In het Engelsche Lagerhuis heeft de heer
Asquith, de minister-president, zijn verkla
ringen, indertijd in Guildhall gedaan, her
haald en er bij gevoegd, dat deze nu evenals
voor de onafhankelijkheid van België, ook
voor die van Servië gelden.
In de Russische volksvertegenwoordiging
zijn groote redevoeringen gehouden, zoowel
door den minister-president Sturmer, de mi
nisters van buitenlandsche zaken, oorlog en
marine, als door den voorzitter en door Doe-
ma-leden, De minister-president kondigde 3
wetsontwerpen aan, n.l. een op kleine, lande
lijke gemeenten, een op de algemeene hervor
ming van de rechtspositie der steden en een
betreffende de instelling van zemstowo's (wij
zouden zeggenprovinciale staten) in Siberië.
Een Doema-lid, dat aan het woord kwam,
verzekerde onder donderende toejuichingen,
dat elke gedachte aan een voorbarigen vrede
dient te worden verworpen, dat Rusland be
reid is tot een langdurigen oorlog en dat
wanneer begane fouten, die de groote kracht
der natie verlammen, maar worden vermeden,
wanneer de tijd van den afgetreden minister
president Goremykin maar niet weerkeert en
de administratieve inrichting maar radicaal
wordt verbeterd, de oorlog populair zal wor
den.
Hieruit en uit hetgeen verder gesproken is
vermoedelijk zijn er nimmer grooter tele
grammen over een volksvertegenwoordiging
geseind dan thans over de Doema-zitting is
geschied blijkt dat de Russen niet zullen
ophouden, voordat zij hun oorlogsdoel be
reikt hebben. De midden-mogendheden kun
nen daarmee hun voordeel doen. Men heeft
zich vooral in Duitschland al lang gespitst
op den binnenlandschen toestand in Rusland
als een belangrijke factor voor den vrede. De
bekende Duitsche geschiedkundige Schiemann
voorspelde in Juni van het vorige jaar een.
spoedige revolutie, de anarchie zou in Rus
land voor de deur staan en een vredesluiting
zou er het onvermijdelijk gevolg van zijn. Ge
lijk men zich echter in Duitschland vergist
heeft in het Russi'sche leger, zoo heeft men
zich daar ook vergist in het Russische volk.
Beiden hebben zich hersteld van de uitste
kend gedragen ernstige nederlagen en tegen
slagen. En zooals de Tsaar zich met een
mooi gebaar aan het hoofd van het leger
stelde, zoo heeft hij thans op de opening van
de Doema door zijn persoonlijk bezoek een
stempel gedrukt. Dit teekent en het zegt heel
wat meer dan het smalend commentaar waar
van een deel der Duitsche pers de officieele
Russische redevoeringen voorziet!
De kleine lezers en lezeresjes, die door dit
opschrift de courant in handen krijgen, zullen,
niet weten wat dit te beteekenen heeft.
En daar dit bericht vooral voor hen be
stemd is, zullen we maar dadelijk tot hen
zeggen waar het op aan komt 1
Als het winterweer blijft zooals het nu is.
als de sneeuw dus liggen blijft en te gebrui
ken is, zullen alle kinderen beneden de vijf
tien jaar Zaterdag mogen meedoen aan een
wedstrijd om op het Doelenveld iets moois te
maken van sneeuw.
Dat lijkt wel heel gemakkelijk, maar het
valt lang niet mee, haor! Je moet te voren
goed overdenken wat je maken wilt, want an
ders kom je met plannen, die je niet kunt uit
voeren en dan bouw je luchtkasteelen en die
komen niet in aanmerking!
Heel veel tijd hebben jullie ook niet ja
als er geen school was, dan kon je een heelen
dag er aan werken, ihaar nu kan het alleen in
den middag tot 4 uur toe. Daarom moet je
maar niet probeeren heelemaal alleen iets te
knutselen, maar vrienden en vriendinnetjes
opzoeken om een troepje te vormen en met el
kaar iets in elkaar te zetten. Dan kun je mis
schien vóór Zaterdag reeds het een en ander
in orde maken. Want als je eens een kerk^
wilt bouwen, dan staat het mooi als er een
heusche wijzerplaat en echte wijzers (een
oude wekker is wel te krijgen!) zijn en een
verguld haantje van bordpapier er boven op
prijkt. De moeielijke kerkramen krijg je ge
makkelijk als je van bordpapier er een uit
snijdt. En je kunt te voren ook wel, als je dit
wilt, een opschrift maken.
Dus eerst overdenken, dan er óver praten
en dan thuis aan den slag nu moeten jullie
niet allemaal kerken met haantjes en wijzer
platen willen maken, want dat zou niet'aar
dig zijn!
Maar als je nu Zaterdagmiddag, na natuur
lijk in een wip gegeten te hebben, naar het
Doelenveld holt, dan moet je niet met leege
handen komen. Dan zou je heel gauw naar
huis terug moeten, want zonder gereedschap
gaat het niet. Schepjes, emmertjes, blikjes
sigarenkistjes, linialen dit zijn allemaal
dingen, die je goede diensten kunnen bewij
zen als je werkelijk iets moois wilt maken. Je
moet natuurlijk met je vrienden en vriendin
netjes, met wie je een ploeg vormt, te voren
afspreken wat ieder meebrengen zal, want an
ders kom je allemaal met hetzelfde dat
zou wel kunnen, maar niet gaan!
Als je wat te vragen hebt kom dan maar
gerust bij ons, je weet wel,' op den Voordam
tegenover de Spekbrug.
Wanneer je nu Zaterdag tusschen 12 en 1
uur op het Doelenveld komt en dat doe je
alleen als de sneeuw niet verdwenen of vies
geworden is, dan zul je daar misschien en
kele heel mooie voorwerpen vinden, die dan
door soldaten gemaakt zijn. Wij hebben ook
een klein aantal militairen gevraagd om tc
laten zien wat ze kunnen dat kan héé
mooi worden, zoo mooi behoef jullie het nie,
te doen, maar je kunt eens even gaan kijken,
misschien heb je er nog wat aan!
Tegen vier uur moet je werk klaar staan
Dan komt een commissie vergelijken en die
de mooiste dingen hebben gemaakt krijgen
prijzen.
Ziezoo, nu weet je er alles van.
En zorg nu maar dat, wanneer het wee:
goed is, het Doelenveld Zaterdagmiddag een
prettige speelplaats wordt
Ingezonden).
„Du choc des opinions jaillit la Vé-
rité." (1)
Naar aanleiding van de opmerkingen in
zake de kwestie der doorbraak Waagplein-
Hofplein, door den heer Fenijn gemaakt in
zijn ingezonden stuk van den 19 Februari in
de Alkmaarsche Courant, wenschte ik nog
gaarne het volgende op te merken
Ik betreur het evenzeer als de heer Fe
nijn, dat op het Plan van den heer Leguit,
niet is ingekomen net praeadvies van B. en
W., dat toegezegd was.
Het verbaast mij zelfs, dat de heer Leguit
niet op dat praeadvies veel eerder heeft aan
gedrongen; hij hac dit waaldijk wel mogen
doen, zonder dat iemand hem dan van onbe
scheidenheid zou hebben kunnen beschuldi
gen.
Wat mij betreft, ik heb door aan te drin-;
gen, reeds in Juli 1914, op stellen van alle
plannen van den „Bond1 Heemschut" om ad
vies, zeker wel medegewerkt om het eventueel
verkrijgen van een praeadvies te bevorderen.
Ik kon echter, toen ik mijn voorstel meen
de te moeten indienen, niet afwachten, of er
nog een prae-advies op het jplan Leguit zou
worden uitgebracht en het scheen toen, dat de
heer Leguit op dat oogenblik ten minste, zulk
Eraeadvies niet meer verlangde. Immers
et voorstel van B. en W. dat ons bereikt
heeft, en waartoe de heer L. zelf heeft mede
gewerkt, als behoorend tot de meerderheid in
de Commissie van Bijstand van P. W. door
aan te bevelen om voorloopig niets anders te
doen, dan een blinde straat te maken, hield
van zelf in, dat alle plannen, die inge
diend', waren, in portefeuille bleven, waarvan
ik, op reeds aangegeven gronden verwachtte,
dat dit gelijk zou staan met „gedooipot" te
worden, om in de terminologie van den heer
Fenijn te blijven.
„Of ik nu door mijn voorstel te doen, het
gevaar deed ontstaan, dat de Raad daarover
„onvoorbereid" zou hebben te beslissen?
Zeker niet. Immers toen ik In de laatste
Raadsvergadering naar „den bekenden weg"
vroeg, heb ik de toezegging gekregen, dat al
le stukken, op deze zaak betrekking hebbend,
ter visie zouden liggen voor de Raadsleden
van dat oogenblik af. Zelden hebben stukken
op eene belangrijke zaak betrekking hebbend,
zoo lang ter beschikking van den Raad gele
gen en geen Raadslid, dat over deze kwestie
onvoorbereid" wil wezen, behoeft het te
zijn."
Wat de andere opmerkingen van den heer
Fenijn aangaan, hieromtrent kan ik zeer
kort zijnacht -men tot betere afsluiting
van het Waagplein een groot ge
bouw noodig,' dan is het een verdienste van
het voorstel 'Leguit, -dat dat gebouw rendabel
isgeeft men, zooals ik, de voorkeur aan be
scheidener gebouwen, dan is het ook weder
voldoende, wanneer de kosten dier kleinere
gebouwen ook hare rente opleveren. Door
deze te stichten, sluit men toch zeker niet uit
dat de Gemeente zoo noodig elders grootere
lokalen bouwt, die in dat geval dan op den
vasten grond konden nemen, wat zeker te pre-
fereeren is.
Dat men aan het Waagplein wel zoo. wat
van alles kan gebruiken, omdat er minder
schoone bouwwerken staan, is eene stelling,
die de heer F. bij nader inzien wel niet blij
ven volhouden. Men kan van opinie ver
schillen, wat voor soort boqwwerk en in wel
ken stijl men er verlangt, eerste eisch blijft,
dat hetgeen er nu gebouwd wordt goed is,
wat zeker van invloed zal zijn, op eventueel
later te stichten bouwwerken, vooral, als de
ze, zooals is besloten, aan redelijke eischen
van welstand' zullen moeten voldoen.
Dat de „tunnelvoorgesteld in het Plan
van den heer Leguit, even goed dienst kan
doen voor marktdoeleinden, als de voorge
stelde galerijen, is onbetwistbaar, maar ik
houd niet van passages, sombere trekgaten,
en zie boven eene straat liever de open lucht.
Boven „tunnel" geef ik de voorkeur aan
Markthallen, geheel afgesloten, zooals wij
kunnen krijgen wanneer de Korenbeurs zou
worden overkapt. Dat eventueel veranderen
(1.) „Uit de wrijving der gedachten ont
staat de waarheid."
van de Korenbeurs, behoeft geen beletsel te
zijn om de voorgestelde galerijen dienstbaar
te diaken aan ons Marktwezen en er de pro
fijten van te trekken, welke er m.i. aan verbon
den zijn. De opmerking ter dezer zake door
-den heer Fenijn gemaakt, brengt mij van zelf
tot de kwestie der afsluiting van den nieuwen
verkeersweg aan de zijde van de Nieuwe-
sloot.
Waarom ter plaatse asluiting niet werd
voorgesteld?
Aan de Waagpleinzijde kan men de afslui
ting niet missen, om het gesloten karakter
van het plein te behouden, maar werd ze aan
de Nieuweslootzijde, waar straat op straal
uitkomt, niet noodzakelijk geoordeeld en
werden daardoor kosten bespaard
Eene afsluiting zooals de heer Groen in
zijn plan voorstelde, zou zeker daar niet mis
staan, maar nog al kostbaar zijn; een grooi
gebouw echter daar ter plaatse, zou ik betreu
ren; men zie slechts, vooral als men Van de
Kanaalkade komt, welk bizonder mooi stads
beeld daardoor aan het oog zou worden ont
trokken.
Dat zij die belang in deze zaak stellen
gaarne het ontwerp van den heer Looman in
beeld zouden zien, alsmede de gevolgen, wel
ke het aannemen van het voorstel van B. en
W. zou hebben, heb ik begrepen; oók ge
voeld, dat dit mede de goede oplossing der
zaak slechts ten goede komen kon.
Ik heb er daarom den heer Blokker, den
bekenden fotograaf, op attent gemaakt en ge
vraagd, of dergelijke afbeeldingen niet van
interesse zouden zijn voor de geïllustreerde
bladen, die ons in beeld en schrift op de
hoogte houden van belangrijke zaken, die op
het openbare leven betrekking hebben en ge
rechte belangstelling vragen. Ik hoop, dat er
geen ernstige beletselen zullen zijn of ont
staan, die het publiceeren dier afbeeldingen
zouden belettenmij komt het voor, dat ieder
die naar eene goede oplossing zoekt, aan
welk plan hij ook de voorkeur geeft, eene der
gelijke behandeling der zaak zal toejuichen,
gedachtig aan het motto, dat ik hierboven
plaatste.
En laat ik nu nog eVen herinneren aan het
motto, dat de heer Fenijn gekozen heeft, en in
verband daarmede opmerken, dat ik aller
minst heb gezocht om met B. en W. te kijven.
Het tegendeel is waar. Sinds Mei 1914 heb ik
getracht bespoediging van de zaak te verkrij
gen. Ik heb op de meest wëlwillende wijze,
voortdurend B. en W. mijne gedachten, mijne
opvattingen geopenbaard ;v mijne desbetref
fende correspondentie met het College of met
den Voorzitter, liggen of zijn voor ieder
Raadslid ter inzage. Ik heb getracht ieders be
lang te bevorderen, hiervan zou de heer
Zaadnoordijk kunnen getuigen. Ik heb er op
aangedrongen, dat a 11 e plannen aan een eer
lijk en onpartijdig onderzoek zouden worden
onderworpen en zonder eenige bijbedoeling
gewerkt, op mijne wijze, voor het algemeen
belang. Wanneer nu daarvan het resultaat
zal zijn, dat deze zaak wordt opgelost op be
vredigende wijze, als ik heb kunnen voorko
men, dat Alkmaar de ramp wordt bespaard,
die m. i. het gevolg zoude zijn, wanneer het
voorstel van B. en W. werd aangenomen, dan
zal dat mijn beste béloonirtg zijn en verzach
ten veel onaangenaams, verdachtmaking van
mijn persoon en van mijne handelingen, die
ik als gevolg van mijn actie heb moeten on
dervinden en wel van eene zijde, waarvan ik
dit het allerminst had mogen verwachten;
hierover zal ik echter verder zwijgen.
En zoo ben ik dan verheugd „de groote
trom geroerd te hebben", dat mooie instru
ment om slapende geesten wakker te roepen
en wellicht te hebben voorkomen dat wij zou
den zijn ingeslapen. Wakker worden als het
lijd is van opstaan, beteekent: de luiken open
gooien van gesloten binnenkamers: het be-
beteekent: licht eh lucht laten binnentreden
in plaatsen die gesloten waren. Dan treden
geluiden naar buiten in de vrije open lucht,
waar stilte heerschte; geluiden, die getuigen
van leven en werken.
Dit is geschied en ik ben er dankbaar voor.
Zoo heb ik nu onder meer met genoegen ver
nomen.het geluid van den heer Groen en wai
nij gezegd heeft, is mij even aangenaam ge
weest ais de kennismaking met zijn mooi oni
werp, dat ik met hem moent bespreken en-da.
de directe aanleiding is geweest tot nugeen ik
meende te mogen aanbevelen en voorstellen
om te komen tot eene bevredigende oplos
sing, weike rekening hield met tie Gemeente
lijke Beurs.
Als leek op dit gebied, moet ik voorzichtig
zijn in betrekking tot de door hem geopperd:,
vraag, maar theen te mogen zeggen, dan hei
mij voorkomt, toejuichend het pogen om tt
preken met sleur, goed in ieder opzidht, dai
er altijd vormen zullen blijven bestaan, dit
logisch goed, steeds aanvaard kunnen blijven
oij bouwwerken en zoo, meen ik, ik spreek
als leek, dat de trapgevel, als logische afslui
ting van het zadeldak, ook nu nog te aanvaar
den blijft. Deze vraag moge echter worden
overgelaten aan H.rl. deskundigen,- maar
wanneer op dit pas, door Autoriteiten op
bouwkundig gebied de ontworpen gebouwen
worden aanvaard en aanbevolen, dan behoeft
dit toch zeker niet te beteekenen, dat in de
toekomst nieuw te stichten bouwwerken aan
het Waagplein niet in een anderen vorm zou
den kunnen worden uitgevoerd. Zoo zou ik
het ten minste niet betreuren, dat wanneer
eenmaal het zeer kleine en nietige Waagge-
bouwtje, dat nu als „hulpgebouw" dienst
De BURGEMEESTER van ALKMAAR
brengt ter kennis van belanghebbenden
dat de EERSTVOLGENDE VERWISSE
LING van BROOD- en MEELKAARTEN zal
plaats hebben op DINSDAG 29 FEBRUARI,
in het perceel HOUTTIL 16, alhier, welk
Kantoor daartoe dien dag geopend zal zijn
van 91 en van 25 uur;
dat op dien datum aan Bakker® en Meel
handelaren GEEN MEEL ZAL KUNNEN
WORDEN VERSTREKT en
dat NIEUWE AANGIFTEN om BROOD-
en MEELKAARTEN dagelijks kunnen ge
schieden aan voormeld perceel, van 91 uur.
Alkmaar, 23 Februari 1916.
De Burgemeester voornoemd,
G RIPPING
l>e Burgemeester vau Alkmaar
brengt ter keuuis van belangheb
benden, dat de uitbetaling der ver
goedingen, loopende over ket tijdvak
van 10 tot en met 25 Februari, zal
plaats hebben ten htadhnize op Zater
dag 26 Februari a.s., voor zooveel de
LAJTIIWEEU en den JLANWSTORM
betreft van 1011 uur en voor zoo
veel de MIFITIE aangaat van 1112
nnr.
Alkmaar, 24 Februari 1916.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
doet, moet plaats maken voor een grootere en
ruimere Waag, er dan daar ter plaatse een
bouwwerk zou verrijzen in den geest, als de
heer Groen zich zijn poortgebouw aan de
Waagpleinzijde heeft gedacht; Alkmaar zou
dan een leelijke muur minder hebben en een
merkwaardig bouwwerk rijker zijn.
En hiermede hdop< ik afscheid te mogen ne
men van de „Waagp'lein-kwestie".
O. Th. M. VAN DEN BOSCH,
Lid van den Raad.
„Met voordacht heb ik hierboven, om
trent het publiceeren in de geïllustreerde bla
den der plannen van B. en W. en van mij
geschreven: „Ik hoop dat er geen ernstige
beletselen zullen 'zijn, of ontstaan, die het pu
bliceeren dier afbeeldingen zouden beletten"
enz.
Zooeven (24 Februari) ontving ik bericht
van den uitgever van „De Prins", dat de fo
to's niet zullen worden geplaatst, voordat
de Raad eene beslissing zal hebben geno
men Dit bericht heeft mij, die de voorge
schiedenis ken, minder verbaasd dan wel te
leurgesteld.
De opmerking door de Redactie gemaakt
aan het einde van het ingezonden stuk van
den heer F. is juist. Inderdaad heeft de
Raad feitelijk in de Raadsvergadering van
den 21 en Juli pas de gelden gevoteerd voor
d'e uitbreiding van de Handelsschool en -had
toen dus die gelden nog kunnen weigeren.
Maar, wie het optimistische verslag van de
„officieuse" bijeenkomst van den 23en Juni
leest, zal wel toegeven, dat Dr. Fockens alle
reden had, om in eeae Caesariaansche V.V.V.
stemming Alkmaar te verlaten; m.a.w. dat
het kindje toen geboren was, dat den 21 en
Juli zou worden gedoopt. v. d. B.
De Tel. schrijft d.d. 23 Februari: Blijft
deze Noord-Oosterstorm nog tot vanavond
vóórtwoeden, dan is de kans groot, dat het
grootste gedeelte van Buiksloot en
Nieuwendam letterlijk van den aardbo
dem weggevaagd wordt.
Zooals het er op het middaguur uitzag,
scheen alles wat in den Buikslotermeerpolder
nog boven het watervlak uitstak, huizen, stal
len, schuren, molens, kerken reeds redde
loos verloren.
Uit den met sneeuwvlokjes bespikkelden
nevel, komen de golven als breed-uitgespreide
escadrons witte paarden de een na de ander
over 'f grijze watervlak aanrennen, en slaan
en beuken en rukken alles op hun weg aan
harden en aan spaanderen.
Alles wat van hout is gaat er natuurlijk het
eerst aan. Tegen den dijk aan dobberen vele
scheepsladingen vloerplanken, ramen, deuren,
en allerlei denkbaar ander wrakhout en meu-
belstukken. Wij bemerkeh zelfs talrijke kerk
banken, en hooren al dadelijk, dat die voort
komen uit de pas gebouwde nieuwe Christe
lijk Gereformeerde Kerk, waarvan dezen
nacht een muur weggeslagen is en die elk
oogenblik geheel tot pujn kan storten.
Het geweldigst beukt de zee tegen Buik
sloot aan. De straatweg over Nieuwendam
naar Schellingwoude, die in de richting van
den storm ligt, heeft niet zooveel te lijden.
Maar op den z.g. Meerweg, die leidt van
Buiksloot naar Nieuwendam, parallel met
I
ALRMAARSCHE COURANT.