en het Front
N.Y. Herms. COSIER 4 ZOON,
.1. II. SAUVEÜR.
met tal van illustraties.
Prijs f 0 50.
Telefoon No. 3.
VOOKDAM C 9.
Nu zijn er verschil lende adressen ingeko
men en'ook een plan Groen en nu willen
B. en W. wat tegemoet kennen en daarom
voorstellen om hun thans een crediet toe te
staan vko 4877 voor bestrating en rioiee-
ring en B. en W. te machtigen inzake het
plan-Leguit het advies in te winnen van de
Maatschappij van Bouwkunst. (Applaus).
De heer den Boesterd merkt op
dat de heer Leguit wel kan weten, wat het
advies van de Maatschappij kan zijn.
De- heer Leguit verklaart, dat niet te
weten. De Maatschappij heeft eenvoudig
hare diensten aangeboden, zonder meer.
De heer den Boesterd herinnert
aan het gezegde, dat aangeboden diensten
zelden aangenaam zijn.
De voorzitter acht het wat voor
barig om thans deze discussie voort te zet
ten.
De heer C 1 o e c k blijft bij zijn voorstel
om geen enkel voorstel te behandelen Hij
meent, dat het uitbrengen van een preadvies
de eer van den raad geldt Hij zegt er zijn
in den raad denkers, sprekers en werkers
Als men de werkers op die wijze afmaald
dan vermoeit men die werkers Hij wijs
er op hoe tal van werkers uit den Raad zijn
verdwenen, en noemt in dit verband de hee-
ren Vonk, Cohen Stuart, Pot en Dorbeck
Spreker'zeide, dat de Voorzitter zooveel
liefde voor zijn stad en ambt gevoelt, dat hij
bevreesd is, dat, wanneer hij niet al 't werk
zelf doet, het niet goed gedaan wordt, zoo
wel in den Raad als in het college van B.
en W.
Spreker dringt er nogmaals op aan, dai
B. en W. het werk meer zullen verdoelen en
herinnert er aan, dat bij de behandeling van
den hoofdelijken omslag gezegd werd dat
de heer Zaadnoordijk de zaak zou verdedi
gen, wat niet is gebeurd. Hij wijst er op, dat
de zaak van de doorbraak dringend is en
herinnert er aan wat er al in deze is ge
beurd. Spreker meent, dat er een volledig
plan moet worden uitgevoerd en dat er ook
een beslissing, en wel een andere dan B. en
W. voorstellen, moet worden genomen in
zake het verzoek van den heer Zaadnoordijk
Uitvoerig gaat spreker de gevoerde on
derhandelingen met den heer Zaadnoordijk
na, waaruit ook blijkt, dat allereerst een vol
ledige beslissing moet worden genomen.
Daarom beveelt spreker zijn voorstel ten
zeerste aan.
De heer van den Bosch verheugt
zich over dit nieuwe voorstel van B. en W
Tegenover het vroegere voorstel kon hij niet
anaers dan een tegenvoorstel indienen. Het
spijt spreker alleen dat B. en W. niet eerder
met dit voorstel zijn gekomen. Dan hadden
we reeds een jaar eerder deze beslissing
kunnen nemen Spreker vindt het jammer
dat de zaak gegaan is zooals ze is gegaan
en verheugt er zich over, dat uit hét voor
stel van B en W. blijkt, dat de doorbraak
zonder meer niet langer zal worden ge
handhaafd dan noodig is, maar dat zoc
spoedig mogelijk een beslissing zal worden
genomen omtrent de bebouwing. Daarom
is spreker tegen het voorstel Cloeck. dat
eerst preadvies wil op het voorstel Leguit
eer tot de doorbraak wordt overgegaan
De Voorzitter wil even zeggen, dat
er door hetgeen de heer Cloeck en de heer
van den Bosch zeiden geen voet moet wor
den gegeven aan de gedachte, alsof er rup(
hard genoeg gewerkt is aan deze zaak He*
heele College, niet alleen de Voorzitter doch
ook de ambtenaren hebben er hard en vee
aan gewerkt.
De heer U d o verheugt er zich nok over
dat de voordracht thans is gewiizigd B<';
spreker rijst echter de vraag, hoe stelt gij 1
voor het pakhuis van den heer 7aadnoor
dijk thans in handen te kriigen
ge u bindt aan een beoaaM plan' 7onder
dat kan aan de voorwaarde van den heer
Zaadnoordijk niet worden voldaan.
Naar spreker voorts meent is er in den
Raad nooit in prineine uitsproken dat d"
straat zou worden bebouwd.
De onderhandelingen met den heer zaad
noordijk zijn dus een bezwaar tenzij het mo
gelijk is het perceel van dezen nog te laten
SteDe heer Leesberg is het met den heer
Udo geheel eens en hij gelooft ook, dat het
noodig is, dat punt 6 uit het voorstel van B
en W. wordt weggelaten. Is er niet beslist
inzake de bebouwing, dan kan geen sprake
zijn van onteigening.
De Voorzitter is echter van oordeel,
dat het mogelijk is dat aan het verlangen
van den heer Zaadnoordijk kan worden vol
daan. Er is geen bezwaar noch bij het plan-
Leguit noch bij dat van den heer Groen noch
bij dat van den heer van den Bosch.
De heer Leesberg blijft er echter bij,
dat men niet tot onteigening kan overgaan
voordat een beslissing inzake de bebouwing
is genomen. Punt 6 moet dus vervallen.
De Voorzitter geeft dat ten slotte toe.
De heer Ringers, wijzende op de
groote noodzakelijkheid van de verruiming
van de markt, herinnert er aan, dat in de
commissie van bijstand wel degelijk gedacht
is aan een bebouwing van de zijde van het
Waagplein, doch dat men nu allereerst wil
de maken de doorbraak zonder meer.
Nogmaals geeft spreker den raad in over
weging om het voorstel van B. en W. aan te
nemen en dan later te beslissen inzake de be
bouwing, waartoe hij hoopt dat ieder die
kan zijn teekenstift in dienst zal stellen van
het algemeen belang der gemeente. Een jury
acht spreker bepaald verkeerd.
De heer G o v e r s is van oordeel, dat bij
al het geschrevene,en gesprokene te veel is
gedacht aan het aesthetisch schoon en de
doorbraak, doch te weinig aan de uitbrei
ding van de markt. Dat is nummer een en
spreker acht het daarom verkeerd dat de
ruimte van de markt zal worden beperkt.
De Voorzitter gelooft, dat men dit
wel aan B. en W. en de commissie voor het
marktwezen kan overlaten.
De heer G o vers merkt nog op, dat als
er ramen komen, de ruimte dan voor de koe
markt niet geschikt is.
De Voorzitter zegt, dat dat iets is
wat later wel kan worden onder de oógen
^^De'hecr Leguit zegt, dat hij de zaak bi,
den kop zou willen pakken en verklaart
veel te voelen voor het voorstel-Cloeck. In
dertijd heeft spreker zich bij het bezwaar,
dat de raad maakte met betrekking tot de
tijdsomstandigheden neergelegd. Hij is het
echter met den heer Cloeck eens, dat ei pre
advies op zijn plan moest worden uitge
bracht, maar niet op zijn plan alleen, maar
op alle die ingediend worden (door de voor
deur natuurlijk!). Laat de raad eerst uitma
ken of er bebouwd zal worden en of de be
bouwing productief zal zijn.
De Voorzitter zet nader uiteen zijn
standpunt ingenomen destijds in de comnns
sievergaderingen en herhaalt nog eens, dat
hij, doch ook het geheele college, de fout
heeft begaan, dat men niet gezegd heeft, dal
de heer van den Bosch zijn plan aan den
raad had moeten indienen.
De heer Cloeck vraagt een extra zitling
van den Raad voor de behandeling van deze
zaak. Het advies kan gauw genoeg inkomen
en dan kan voor de drukke markten de zaal
nog wel klaar.
De Voorzitter betwist dit, dat gaat
allemaal zoo gauw niet.
De heer Ringers is het daarmede eens.
De commissie, die er over oordeelen moet,
zal dat niet zoo spoedig kunnen doen en
daarom zegt spr.: breek vast door, maak de
bestrating. De tijdsomstandigheden warm
destijds wel oorzaak, en er is zooveel, dat
voor Alkmaar van belang is. Spr. noemi
o. a. het stadsziekenhuis, dat alles houdt ook
wel verband met het stedenschoon. Daarom
waren de omstandigheden, dat men zuinig
moest zijn wel eenigszins aanleiding tot ac
beslissing der commissie.
De Voorzitter meent, dat de Raad al
lereerst moet uitmaken of de bebouwing er
zal komen en of deze productief zal moeten
worden of niet. De heer Leguit heeft dit zeer
terecht opgemerkt.
De heer van den Bosch wil niet ont
kennen, dat B. en W. hard en veelgewerkt
hebben, doch men heeft zich te veel blind
gestaard op het perceel van den heer Zaad
noordijk. Men heeft de rest eenvoudig laten
zwemmen, zooals de heer Verkerk wel eens
zegt. Voorts wijst spreker er op, dat het niet
zooveel moeite zal kosten om te beslissen,
en hij toont aan, dat de zaak wel wat getrai
neerd is. Men is nu zoover, als spreker in
Maart 1915 voorstelde. Dat hij het belang
van de markt over 't hoofd heeft gezien ont
kent spreker.
De Voorzitter merkt op dat de heer
van den Bosch in zijn voortvarendheid ook
wel een aanleiding geweest is tot' die vertra
ging, door zijne besprekingen met den heer
Zaadnoordijk b.v.
De heer d e W i t acht het noodzakelijk dat
vooraf bepaald wordt of de Raad de door
braak zal bebouwen, en ze öf productief öf
onproductief zal bebouwen.
Spreker stelt voor de debatten te sluiten
en te bepalen dat productief bebouwd za!
worden.
De heer Leesberg gelooft, dat men nu
terug gaat tot het voorstel-Leguit. Het voor
stel van B. en W. is toch alles vrij laten.
DeVoorzitter acht dit niet juist, dr
Raad moet uitspreken of er bebouwd zal
worden of nieL
De heer Thomsen zegt, dat een tweede
kwestie is productief of onproductief bebou
wen. Bebouwen gaat er zóó door.
De heer van den Bosch komt op tegen
het verwijt van den Voorzitter dat hij door
zijn voortvarendheid de zaak heeft vertraagd
Hij heeft wel aan den heer Zaadnoordijk en
den heer Govers als raadslid een en an
der gevraagd, doch hij heeft niet in de zaak
geliefhebberd.
De heer R i n g e r s wil de zaak niet ver
troebelen. Als er besloten wordt bebouwen
zal dat dan de doorbraak niet tegenhouden?
Stemmen: Neen.
De heer M e 1 e n b r i n k zou de door
braak thans niet willen maken.
De heer Cloeck: Is het dan geen kin
derwerk, dat de directeur van gemeen tewer
ken maanden aan maanden heeft zitten wer
ken?
De Voorzitter: Dat is de schuld van
den heer van den Bosch.
De heer Stoel is vóór de doorbraak,
maar tegen de bebouwing. We hebben ruim
te noodig met licht en lucht. Er is geen een
straat die knap toegang geeft tot de markt.
16 Meter is niet te breed en geen pilaar mag
daar in den weg staan. Men is bang, dat
het daar een leelijken toestand zal worden
en ja, dat zal in het eerst wel, maar de aan-
liggende perceelen zullen meer waarde krij
gen en men zal dan wel trachten iets goeds
te maken. Spr. ziet er geen bezwaar in. Het
eind van de Laat ligt er ook al zoo lang tot
schandaal van de stad. Spr. twijfelt er niet
aan of de aangrenzende bouwers zullen er
wel iets goeds van maken.
De heer G o v e r s is het met den heer
Stoel eens.
De motie van den heer Leguit, overgeno
men door den heer de Wit, strekkende om in
principe tot bebouwing te besluiten, wordt
aangenomen met 12 tegen 6 stemmen. Tegen
s-temden de heeren: Meienbrink, Stoel, Go-
vers, Luiting, Fortuin en Ringers.
Het voorstel-Cloeck wordt verworpen met
14 tegen 4 stemmen. Vóór stemden de hee
ren: Verkerk, Leguit, Cloeck en Meienbrink
Het voorstel-den Boesterd om een prijs
vraag uit te schrijven wordt niet gesteund.
Het gewijzigde voorstel van B. en W. met
weglating van b. wordt daarop zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
week) aan- en waar te nemen.
Goedgekeurd.
MINIMUM-LOON BIJ HET UITVOE
REN VAN OPENBARE WERKEN.
Het Bestuur der afd. Alkmaar van den
Ned. Christelijken bouwarbeidersbond heeft
zich bij adres d.d. 24 November 1.1. tot den
Raad gewend met het verzoek de minimum
uurloonen voor stukadoors en witters op 30
en 27 cent te bepalen.
Overeenkomstig het daaromtrent ingewon
nen ambtsbericht, 't welk voor den Raad ter
lezing zal worden gelegd, waarmede de Com
missie voor de publieke werken en het college
van B. en W. zich geheel kunnen vereenigen,
stelt dit college den Raad voor te besluiten:
het adres bovenbedoeld aan te houden tot
dat eene herziening der Verordening, hou
dende bepalingen omtrent minimum-loon en
maximum-arbeidstijd, in acht te nemen bij het
uitvoeren van openbare werken (Gemeente
blad no. 454) aan de orde zal worden ge
steld.
Goedgekeurd.
COMMISSIE TOT WERING VAN
SCHOOLVERZUIM.
B. en W. stellen den Raad voor uit de na
volgende dubbeltallen, opgemaakt door hei
college in overleg met de commissie tot we
ring van schoolverzuim voor leden van die
commissie eene keuze te doen:
a. Vacature C. J. Reiziger: 1. C. J Reizi
ger; 2. J. Eits
b. Vacature T. IJpma: 1. T. IJpma; 2. K
Boot.
c Vacature P H. Krekelberg: 1. P. H
Krekelberg2. P. C. C. M. Smits.
BENOEMING VAN EEN ONDEWIJ-
ZERES MET VERPLICHTE HOOFDACTE
AAN DE 4e GEMEENTESCHOOL.
B. en W. stellen den Raad voor met ingang
van den datum van uw besluit mej. C. J. van
der Lee, onderwijzeres aan de 4e Gemeente
school, alhier, te benoemen tot onderwijzeres
met verplichte hoofdakte aan de genoemdi
school, tengevolge waarvan hare jaarwedde
met 100 wordt verhoogd en gebracht op
1425, met voorloopige vaststelling van het
bedrag naar hetwelk voor pensioen zal zijn
bij te dragen op 1425.
Benoemd werd na discussie mej. v. Lee
met 17. stemmen.
De heer den Boesterd merkt op
dat hij het in 't geheel niet eens is met deze
voordracht en, dat het rapport van het hoofd
der school niet zoo bijzonder gunstig is ten
opzichte van de juffrouw
De voorzitter zegt dat de heer den
Boesterd door hef onduidelijk schrijven van
den schoolopziener „wel" voor „niet" heeft
aangezien
De lieer Meienbrink wijst er op
dat in de wet staat, dat het onderwijs in de
hoogste klassen bij voorkeur wordt opge
dragen aan een man. Verder acht hij bef
niet gewenscht dat mannen zullen komen te
staan onder toezicht van een vrouw
De heer Leesberg acht de zaak ook
niet in den haak. Art. 25 der wet is dui
delijk. Bovendien er is hier niet aangegeven
waarom men van den gewonen regel is afge
weken.
De voorzitter dacht dat men de
voorgedragen persoon wel genoegzaam
kende. Zij heeft meermalen het hoofd ver
vannen en steeds tot tevredenheid Het zou
hard geweest zijn om haar als oudste te pas
seeren.
De heer Udo merkt op, dat de raad het
vorig jaar besloot de verordening zoodanig
te wijziren. dat aan het hoofd dezer sehoo1
óf een man öf een vrouw zou kunnen staan
De heer Meienbrink komt dus wel wat 'laat
met zijn opmerking.
Mej. v. d. Lee wordt benoemd met 17 st
2 Sstemmen waren in blanco uitgebracht.
UITBREIDING ALGEMEENE
BEGRAAFPLAATS.
In verband met de omstapdigheid, dat de
algemeene begraafplaats eerlang zal moeten
worden uitgebreid, hebben B. en W aan het
Bestuur van het R. K. Weeshuis alhier de
vraag gesteld of en zoo ja onder wel
ke voorwaarden het bereid zou zijn aan deze
gemeente in eigendom over te dragen een
stuk grond, kadastraal bekend gemeente Alk
maar, in sectie E No. 547, groot 2886 Ma.,
gelegen achter de algemeene begraafplaats
en naast het aan de gemeente behoorende per
ceel Sectie E No. 2196.
In antwoord daarop deelde genoemd be
stuur B. en W. mede niet ongenegen te zijn
het aangeduide stuk grond, voorbehoudens
goedkeuring van Z. D. H. den Bisschop van
Haarlem, aan de gemeente over te dragen te
gen den prijs van 1882.—.
Ofschoon, zeggen B. en W., deze koopprijs
pl. m. 0.65 per Ma., hoog moet worden ge
noemd in vergelijking met den prijs
van den naastliggenaen grond, wel
ke voor enkele jaren geleden, in
openbare veiling voor 0.42 is aan
gekocht, is het B. en W. niet mogen ge
lukken het Weeshuisbestuur daarvan te over
tuigen. De ter zake gevoerde correspondentie
wordt voor Uwe vergadering ter visie gelegd.
In overleg met de Commissie van bijstand
voor de publieke werken is daarom besloten
den Raad voor te stellen den bedoelden grond
aan te koopen.
Goedgekeurd.
iouudi nt amxeieu 4, o cn 0 van beuociu is.-
^leuicul gttne loepaosiug erian&eu tn ovtr-
t-enaomsng art. tnaus tot voortooptge vasi-
oiemng Kan worden overgegaan.
B. tn W. sielien u>.n Kaau vuor lot vuoi
iOopige vasisieuing van net üggerbiad van
ücu nooüpotüeivveg met mjiK-nuorennv
schetsxaart over te gaan.
Goedgekeurd.
DUURTE KINDERTOESLAG.
B. tu W. steden ae'n naad voor aan J. P.
Kootwijk, ais besctiiKKing op zijn adres d.d.
4 renruari j.l. ie ixricmen, dat aijn veizoeiv
om len analen van duunetoesiag en kinuei-
lueslag te worden gelijk gesteld meta den
gehuwden aioeiüer, met voor inwilliging
vaiüaar is.
De heer Verkerk zegt, dat het hier
geldt ten man, die in ongehuwden staat leeft
met een vrouw, en dat die man die kinderen
erxent als zijn natuurlijke kinderen.
L/ui seunjli oe man op zegm aan oen raad.
Nu Uad sprexer gedacht dat een reskunui-
ge ais de heer Leesberg toch ook wel met
uem eens zou zijn, oat we hier een gevai
hebben, dat de verwekker der kinderen die
kiuueren erkent en zich dus belast met at
zorg voor die kinderen.
ue man is kostwinner voor die kinderen
en daarom acht üij een toeslag van 50 cem
als voor andere kostwinners gereclitvam
oe heer Ringers merkt op dat de
neer Verxerk het principe in het midden
ma,. De Holiandsche wet is aUijü nog zoo,
Minister van Waterstaa. in antwoord op de
van den Minister van Financiën overgeno
men circulaire dd 19 Januari 1.1., mede te
deelen, dat de tegen 1 Mei a s door Z Exc.
in uitzicht gestelde nationale regenng om
trent de werkloosheidsverzekering, op de
daarin in hoofdtrekken vervatte gronden, in
beginsel wordt aanvaardt.
Goedjrekeurd.
BEGROOTING ALKMAARSCHE
HUISHOUD- EN INDUSTRIESCHOOL,
DIENST 1916.
De commissie lot de belastingzaken, enz.
stelt den Raad voor de begrooting der Alk-
maarsche Huishoud- en Industrieschool over
den dienst 1916 goed te keuren in ontvang
op 15440 en in uitgaaf op 15690 met
toekenning van een subsidie uit de gemeente
kas van 3000.
Goedgekeurd.
BEGROOTING VAN HET
BURGERWEESHUIS, DIENST 1916.
De commissie tot de belastingzaken, enz.
stelt den Raad voor de begrooting voor het
Burgerweeshuis voor het jaar 1916 vast te
stellen in ontvang op 10265 en in uitgaaf
op 9600 met een batig sa'.do van 665.
cn het bedrag der schadeloosstelling van
niet tot het huis behoorende weezen voor
het jaar 1916 te bepalen op 224 per wees.
Goedgekeurd.
VERZOEK LEERAAR OM EENE
BETREKKING ELDERS TE MQGEN
AANNEMEN.
De heer J. H. de Groot, leeraar aan de
Handelsdagschool, heeft zich bij schrijven
van 2 Januari 1.1. tot den Raad gewend met
het verzoek hem vergunning te willen verlee-
nen tot aanvaarding der betrekking van leer
aar in het boekhouden aan den I landels
avondcursus te Hoorn (9 lesuren per week)
B en W stellen den Raad voor te besluiten
aan den heer J. H. de Groot, leeraar aan de
Handelsdagschool alhier, als beschikking op
zijn adres d.d. 2 Januari 11., tot wederop
zeggens vergunning te verleenen de betrek
king van leeraar in het boekhouden aan den
Handelsavondcursus te Hoorn (9 lesuren per
AANVULLING LIGGER DER- WEGEN.
Bij schrijven van 29 Juni 1914 No. 12z
vestigden Ged. Staten er de aandacht van B
en W. op, dat aan hun college gebleken was
dat in het onder deze gemeente gelegen pol-
aertje het Lood een nieuwe weg was ge
maakt, loopende van het einde van een nieuw
aangelegden weg in de Boekelermeer naar
den Heiloërdijk, welke weg het karakter zou
dragen van een publieken weg. B. en W. wer
den daarom uitgenoodigd de opneming van
dien weg in den ligger der wegen te bevorde-
ren.
Aan die uitnoodiging voldoen zij. riet
ontwerp-liggerblad met schetskaart heeft ter
voldoening aan art. 3 van het Wegenregle
ment dezer provincie van 10 Januari 11. af
ter gemeente-secretarie gedurende drie weken
voor een ieder ter inzake gelegen. Van de ge
legenheid tot het indienen van bezwaarschrif
ten, welke tot en met 7 Februari 1.1. open
stond, is door niemand gebruik gemaakt
uai het vrije huwelijk niet worui erkend en
nat acht sprekèr gelukkig, al erkent hij, dat
er soms wel wat tegen huwelijken kan wor
den aangemerkt.
Nu zegt de heer Verkerk, dat de man die
kinderen erkent, doch, dat gaat maar zoo
niet door middel van een zegeltje aan den
raad, de wet vraagt daar heel iets anders
voor. Voorts zegt spr. dat de moeder slechts
één kind erkent. Het is ook zeer wel moge
lijk, dat indien de vrouw komt te sterven, de
man dan zegt: nu komen de kinderen ten
laste der gemeenschap. De practijk heeft dit
spreker dikwijls geleerd.
Den heer Stoel spijt het, dat deze pnn--
cipieele kwestie er bij gehaald werd. Wij
moeten ons afvragen of wij hem den toeslag
kunnen geven, en daar de man voor die kin
deren zorgt en het de bedoeling is geweest
dien toeslag ten goede te doen komen aan de
kinderen, is spreker er voor dien toeslag te
verleenen.
De heer Udo is het met den heer Ver
kerk geheel eens.
De heer Ringers zegt dat de man die de
kinderen erkent, het er niet voor over heeft,
dat wettig te doen.
Spreker bejammert dat ook; ook dat hij
niet met de vrouw is getrouwd. Die kinde
ren zullen als onwettige kinderen toch reeds
bij andere achter staan en ook daarom zou
hij ten 'behoeve dezer kinderen den toeslag
willen geven Spreker wijst er op, dat het
ook voorkomt, dat getrouwden hun kinderen
in den steek laten en aan de gemeenschap
overlaten Welnu men staat dus tegenover
dezen man als tegenover ieder ander.
Waar de man is een goed werkman en een
net persoon, daar zou hij, als kostwinner
dien man den toeslag willen geven. Geeft
men het hem niet, dan zou men juist daar
door dien man kunnen prikkelen om de kin
deren in den steek te laten.
De heer Leesberg bestrijdt de op
vatting van de heeren Verkerk en Udo. Men
kan dien man niet beschouwen als een ge
huwde, men wil het doen als kostwinner,
doch dat is naar zijne meening niet moge
lijk. dan zou men ook de kostganger als
kostwinner kunnen beschouwen. De zaak
is, dat men een toeslag heeft willen geveri
aan de kinderen van onze werklieden, en
dat zijn deze kinderen niet.
De heer Sluis is het eens met den heer
Leesberg. -Voorts is voor hem het principi
eele hoofdzaak. Volgens hem mag de over
heid er niet toe medewerken om een vrijt
liaison gelijk te stellen met een huwelijk. De
gemeente zou dan ook zulke kinderen pen
sioengerechtigd moeten verklaren. Boven
dien, hoeveel kinderen kan die man nog niet
meer hebben. Er moet een grens zijn en
die grens wordt getrokken door het wette
lijk huwelijk.
Spr. wijst er verder op, dat de toelichting
nogal beknopt was.
De Voorzitter zegt, dat de toelich
ting van de commissie voor de gasfabriek
uitgebreider is, doch B. en W. hebben ge
meend hun toelichting om den man zelf
slechts kort te moeten maken.
De heer Verkerk merkt den heer
_eesberg op, dat hij met hem niet zal de-
batteeren over de waarde van het burgerlijk
huwelijk. Hij meent, dat de heer Leesberg
evenals hij daar ook niet zoo hooge waarde
aan toekent. Hoe de man er zelf over denkt,
is iets wat den Raad niet aangaat.
De heer Sluis blijft tegenover den
heer Verkerk zijn meening handhaven. Heb
ben zulke kinderen steun noodig, dan moeten
ze bij 't armbestuur zijn.
De heer Udo merkt nog op, dat als
hij weten wil, wat kostwinner beteekent, hij
niet gaat naar een jurist, maar naar een taal
kundige.
De juristen maken het net zoo het in hun
kraam te pas komt.
De Voorzitter stelt thans voor de
discussie te sluiten.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen met 14 tegen 4 stemmen. Tegen
stemden de heeren Stoel, Udo, Verkerk en
Thomsen.
(De heer Govers was vertrokken).
VERSLAG OMTRENT HET VERSTREK
KEN VAN SCHOOLKLEEDING EN
SCHOOLVOEDING TOT BF.VORDE
RING VAN HET SCHOOLBEZOEK.
Ingevolge art. 11 van het Koninklijk besluit
van 19 November 1900, Staatsblad No. 202,
tot vaststelling van regelen, waarnaar de ge
meenteraad bevoegd is aan schoolgaande
kinderen, ter bevordering van het schoolbe
zoek, voeding en kleeding te verstrekken of
met dat doel subsidie te verleenen, is de Raad
verplicht binnen twee maanden na het ver
strijken van het dienstjaar aan de Gedepu
teerde Stat enverslag uit te brengen aangaan
de de wijze, waarop de op de gemeente-be-
grooting toegestane bedragen voor het in ar
tikel 35 der Leerplichtwet omschreven doel,
zijn besteed.
B. en W. stellen voor om het door hen op
gemaakte ontwerp-verslag als bovenbedoeld,
t welk voor den Raad zal worden ter lezing
gelegd, vast te stellen en te besluiten afschrift
daarvan te zenden aan de Gedeputeerde Sta
ten en den Districts-schoolopziener.
Goedgekeurd.
De vergadering wordt gesloten.
Verkrijgbaar in den Boekh. van de
BINNENLAND.
SPOORWEGVERBINDING NAAR DE
OVEREENKOMST
NIEUWE GASFABRIEK.
B. en W. stellen den Raad voor te beslui
ten haar college te machtigen tot het aan
gaan eener overeenkomst met de H. IJ. S. M
betreffende de spoorverbinding naar dc
nieuwe gemcente'ijke gasfabriek, alhier, vc'
gens het ontwerp toegezonden bij schrijven
dier Maatschappij dd. 12 Februari 1916.
Goedgekeurd.
WERKLOOSHEIDSVERZEKERING.
B. en W. stellen den Raad voor aan den
Gemengd nieuws.
UIT LANGEN DIJK.
Gisteravond vergaueide ae aid. Langen-
dijk van den A. N. G. B. ma ecit xiein
aantal leden. De notulen weiueit goeüge-
xeuid. Medegedeeld werd, dat i nieuw ad-
apu ant-lid is toegetreden.
Verder kwam in behandeling de agenda,
voor de vergadering van de N.-H. P. C., die
gehouden wordt op 19 dezer te Alkmaar.
Daaruit bleek, dat voor bestuurslid zijn can-
didaat gesteld de heeren Jn. Hartog te
Nieuwe Niedorp, Jn. Koomen te Dirkshorn
en I. de Vries te Amsterdam, waarvan de eer
ste door deze afdeeling.
Als afgevaardigden daarheen werden ge
kozen de heeren Jn. de Leeuw en C. Paarl-
berg; als plaatsvervanger de heer KI. Ek-
kers.
Op een circulaire om steun voor een te
kort in kas door de afd. Haarlemmermeer
werd afwijzend beschikt, op grond dat voor
dergelijke vragen het Hoofdbestuur het aan
gewezen lichaam is.
Daar ook nu, evenals de vorige maal.
bleek, dat niet in de diaconiezaal vergaderd
kan worden, werd besloten voortaan weer
om beurten in de lokalen van Kramer te
Zuid-Scharwoude en Nap te Oudkarspel te
vergaderen.
Omtrent het al of niet houden van een
iaarfeest werd besloten de leden in een de
volgende week te houden vergadering uit
spraak te laten doen
Tevens zal daar gelegenheid zijn om voor
stellen voor den beschrijvingsbrief op te ge
ven.
Een der leden sprak zijn leedwezen uit
over het feit. dat te Oudkarspel voor de
drankweertentoonstelling zoo bitter weinig
propaganda gemaakt is, in tegenstelling met
wat in de andere gemeenten geschiedde.
Hierna sluiting.
UIT OUDKARSPEL.
In een gisteren gehouden vergadering van
den hier bestaanden Bond van Begrafenis-
vereenigingen werd besloten niet meer toe te
staan, dat leden der vereenigingen door .an
dere corporaties, als evmnastiekvereenigin-
gen, muziekvereeniging enz. worden ter aar
de besteld Er zal echter vo'doende gelegen
heid gegeven worden op andere wijze blijk
van svmpathie te neven
Informaties zullen worden ingewonnen
hoe de werking is van het automatisch neef"
laten der lijkkisten.
Jül. J1I» tmn/lAn IrfÜ fffn
uigd.