DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 05 Honderd en achttiende jaargang. 1916 per 3 maanden f 1—, fr. p. post f 1.25. Advertentieprijs 10 ct p. regel, Y RIJ l> A O naar Brieven fr. N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERNIs. COSTER 4 ZOON, Yoordam C 9; Teiefnr. 3. 17 MAART NEDERLAND. ALKMAAR, 17 Maart. Ten Westen van de Maas hebben de Duit- schers na een hevig bombardement een krachtigen aanval op de Fransche stellingen bij „den dooden man" gedaan, welke vol gens het Fransche legerbericht geheel mis lukte, zoodat de Fransche verdedigingslinie hier intact gebleven is. Ten Oosten van de Maas was de artillerie-activiteit dubbel he vig, ten Oosten'en ten Westen van Douau- mont en in de buurt van Vaux; infanterie- aanvallen hadden hier niet plaats, doch zij zullen nog wel komen. Voorts is er van geen der fronten iets nieuws. De Times meldt, dat de volgende conferen tie der geallieerden binnenkort te Rome zal plaats hebben. Minister Lloyd George zal Engeland vertegenwoordigen en men hoopt, dat Sir Edward Grey ook tegenwoordig zal kunnen zijn. In den Duitschen rijksdag heeft minister Helfferich een lering gehouden, waarin hij natuurlijk betoogde, dat Duitschland er in financieel opzicht het best van alle oorlog voerenden voorstaat en zal bewijzen, dat alle hoop op tweespalt en zwakte ijdel is. De Duitsche bladen sdirijven natuurlijk veel over het aftreden van admiraal von Tir- pitz. Sommigen geven te verstaan, dat ziekte niet de oorzaak van zijn heengaan is. Men weet, dat er twee partijen zijn in Duitsch- land en in regeeringskringen over de wijze van oorlogvoeren ter zee. Admiraal von Tirpitz wilde den onderzeeërsoorlog zoo scherp mogelijk voeren, volgens het stelsel nood breekt wet, alle vijandelijke koopvaar ders vernielen en ook de onzijdi'gen niet ontzien, daar deze den handel mogelijk ma ken met den vijand wiens tekort -aan laad ruimte zoo snel mogelijk moet worden ver groot. Maar, de Duitsche politici en diplo maten hebben zich tegen deze methode ver zet zij hadden blijkbaar genoeg van de herhaalde schadeloosstellingen en veront schuldigingen. En nu heeft de maker der Duitsche marine het veld moeten ruimen. Voor ons, onzijdigen, is het heengaan v dezen marine-man allerminst te betreuren als de verandering van persoon 'tenminste ook een verandering van richting beteekent. Wel is waar is het bureau Wolff er als de kippen bij geweest om te melden, dat de zaak op denzelfden voet zal worden voortgezet, maar dit moet nog blijken. Overigens Valt het optreden van admiraal von Capello merkwaardig samen met het torpilleeren van de „Tubantia", welke de ontstemming tegen Duitschland hier te lande en in andere onzijdige landen slechts kan doen toenemen en nergens verdediging of vergoelijking zal vinden. In het Engelsche Lagerhuis heeft lord Derby medegedeeld, dat de protesten van de gehuwden in drieën te verdeelen zijn. Voor eerst van ben die argeloos zeggen, dat zij zich nooit voor den dienst zouden hebben jpgegeven, indien zij hadden geloofd, ooit •ie zullen worden opgeroepen. Met die pro lesten heeft men geen rekening te houden. Zij kunnen zich niet beroepen op wat ik in October heb gezegd, n.l. dat de oudere groe pen eerst na vele maanden en misschien nooit opgeroepen zouden worden, zeide de spreker. Ten tweede zijn er die zeggen, dat het eenige wat billijk is zou zijn alle gehuwden te dwingen. Daar ben ik 't niet mee oneens, zei lord Derby, maar dat staat buiten de be lofte en is een zaak voor het kabinet. Ten derde zijn er die zeggen, dat zij niet opgeroepen behooren te worden, voor alle ongehuwdeu in het leger zijn. Moet ik ge- looven, vervolgde de spreker, wat de heer Selbome aan de landbouwers heeft gezegd, n.l., dat ik iemand zonder gezag ben, en dat dat de meening van de regeering is, dan zou ik moeten aftreden. Lord Derby gaf echter toe, dat het onmo gelijk was, alle ongetrouwden in het leger te brengen; ze uit de munitiefabrieken te halen zou gevaarlijk zijn. Hij stelde voor de man nen zelf te laten bewijzen, dat ze onmisbaar zijn. In elk geval zou het herzien van de uit gezonderde bedrijven en het vervangen van ongetrouwde arbeiders door getrouwden tijd kosten. En dus was het niet mogelijk met het oproepen van de getrouwden te wachten tot dat was afgeloopen, Lord Kitchener sprak in gelijken geest. Hij deefl een beroep op de vaderlandsliefde der getrouwde mannen. Het aantal mannen dat zich had' laten aanwerven noemde hij teleur stellend en den toestand ernstig. Hieruit wordt opgemaakt, dat het uitstel der gehuwden slechts kort zal zijn en dat zij dus zeer spoedig zullen worden opgeroepen. De leden der Forrd-expeditie hebben aan de Zweedsche regeering een aan de onzijdige regeeringen gericht schrijven aangeboden nopens het herstel van den vrede. De minister zeide: „Wij wenschen even sterk als u het herstel van den vrede, maar kunnen daarvoor slechts optreden, zoo dit de uitdrukkelijke wensch der oorlogvoeren den is. Wordt die wensch uitgesproken; en is het ons duidelijk dat wij voor het herstel van den vrede iets kunnen doen, dan zullen wij niet nalaten alles in het werk te stelten, om daarvoor te werken. Tot zoolang moeten wij ons er mede tevreden stellen de mensch- heid te dienen door naar vermogen de onge- ukkigen te helpen, die door den oorlog lij den." DE „TUBANTIA". Beëdigde verklaringen. Het departement van Marine deelt mede, dat uit beëdigde verklaringen van den lsten en 4en officier en van den uitkijk van de „Tu bantia" is gebleken, dat het stoomschip door een torpedo is getroffen, daar de witte streep (bellenbaan), door een gelanceerde torpedo veroorzaakt, duidelijk door hen is waargeno men. Toen deze streep op het midden van het schip uitkwam, volgde de ontploffing. De „Tubantia werd getroffen op ongeveer twee meter beneden de waterlijn aan stuurboord zijde. De geredden. Blijkens bij den Marinestaf ingekomen be richten is het aantal, deels te Vlissingen en deels te Hoek van Holland, aangebrachte schipbreukelingen van het stoomschip „Tu bantia" 377; terwijl volgens opgave van de maatschappij het totaal aantal opvarenden was 381. Het verschil tugschen deze getallen zal waarschijnlijk aan kleine vergissingen bij het tellen te wijten wezen, zoodat het wel aan te nemen is dat alle opvarenden gered zijn. De inrichting. Het dubbelschroefstoomschip „Tubantia" werd in 1914 te Glasgow bij H. Stephen en Sons Ltd. gebouwd. Het schip heeft een bru to inhoud van 13,911, een netto van S561 ton. Het schip was ingericht voor het vervoer van 280 eerste klasse en 220 middel-klasse passagiers, terwijl in de verbeterde derde klasse plaats was voor 135 en in de gewone derde klasse voor 900 passagiers. Het schip bood bovendien ruimte voor een aanmerkelij ke hoeveelheid lading. Het vaartuig was voorzien van de modern ste veiligheids- en zekerheidsinrichtingen op het gebied van passagiersvervoerMarconi s draadlooze telegrafie, Stone Lloyd's systeem voor automatische gelijktijdige sluiting van de commandobrug af der waaerdichte aeuren Clayton's desiniectie- en brandbluschappa- jlraat, onderwaterkloklaensjgnalen, vriesleka- len en koelkamers voor het vervoer van bevroren vleesch, vruchten en ander bederf- lijke waren. Het schip voldeed behalve aan alle eischen van de Nederlandsche Schepen wet aan die van Lloyd's en van den Engel- schen Board of Trade gesteld voor passa- De „Tubantia" en haar zusterschip de „Gelria", waren de beide grootste booten die van Amsterdam uit zee kozen. Het verhaal van den kapitein. Gisteravond heeft de heer K. H. K. Wijts- ma, de gezagvoerder van de Tubantia aan de N. R. Ct. in het gebouw van het loodswezen te Hoek van Holland, eenige mededeelingen gedaan omtrent de ondergang van zijn schip. Te 2u. 20 min. in den nacht van Woensdag op Donderdag, even voor men ten anker zou gaan, en terwijl de akpitein zich in de kaar- tenkamer bevond werd men op het schip door een ontzettenden schok opgeschrikt, tengevol ge waarvan alle glaswerk aan boord in splinters werd geslagen, de kaartenkamer, de rookkamer en de bibliotheek een ruïne werden. Het schip was aan stuurboordzijde midscheeps getroffen; de sloep, die boven de getroffen plaats hing was verdwenen en de brokken hout daarvan hingen in de marconi- draden. Het brughuis was aan splinters ge slagen. De „Tubantia" helde onmiddellijk naar stuurboord over; de passagiers uit hun slaap opgeschrikt, waren naar het dek gesneld en plaatsen zich bij de booten, ieder bij de boot, die hem of haar was aangewezen voor het ge val er iets zou gebeuren. De bakboordssloe pen werden het eerst te waer gelaen; de be manning gedroeg zich evenals de passagiers ordelijk en flink. Geleidelijk werden vervol gens de stuurboordssloepen gestreken en be mand, zoodat ten slotte de kapitein met on geveer twintig man aan boord bleef. t Het schip was, nadat het was overgeheld, weer recht gekomen, en de kapitein hoopte ook, dat het zou blijven drijven. Deze hoop is ïelaas niet vervuld. Te 6 u. 55 min. vèr- iween de Tubantia, nadat het schip naar bakboord was overgeheld, in de diepte, een cwartier ongeveer nadat de heer Wijtsma het met de laatste menschen van de bemanning in twee booten had' verlaten, hetgeen toen door het scheefvallen van het schip reeds moeilijk ging. Over de vraag of de Tubantia op een mijn is geloopen of getorpedeerd is, schijnt geen twijfel te behoeven besaan. De eerste stuurman, de vierde stuurman en de uikijk zeggen met groote stelligheid, dat zij de bellenbaan van de torpedo, die het schip heeft getroffen, duidelijk hebben ge zien. Bovenden is dit twee meter onder de waterlijn geraakt. Niet alleen is dit gerap porteerd door twee stokers, die zich in de bun- cels bevonden, de kapitein heeft dit bij het hellen van het schip ook gezien. De machinekamer liep direct vol water; iet schip is eenigen tijd na de torpedeering voor anker gegaan en heel langzaam gezon ken. De heer Wijtsma was zeer onder de indruk van het verlies van zijn mooie, nieuwe schip, zoowel als van het gebeurde. Men kon hem het aanzien, welk een diepen indruk 'dit alles op hem had gemaakt, en hij zeide ons ik heb nu achttien maanden in den oorlog gevaren; het heeft mij vijf jaar onder ge maakt. Uit de pers. We laten hier volgen wat in in hoofdzaak de verschillende groote bladen over het geval met de Tubantia schrijven. De N. Rott. Crt. zegt o. m.: Gelijk Don Quichotte tegen de schapen, voert de Duitsche marine actie tegen de han delsvloot. De Spaansche ridder deed het bij dag; don Tirplitz (nu voortaan don Capelle) kiest ook den nacht uit voor zijn aanvallen. En thans is de argelooze Tubantia, een van de schepen, .die den trots uitmaakten van de Nedrlandsche handelsvloot, als slachtoffer gevallen. Is het schip getorpedeerd, (en dat staat nu vast, red. Alkm. C.) dan kan aan opzet, of met opzet gelijkstaande verregaande onkun de of nalatigheid, nauwelijks worden getwij feld. De Tubantia was maar niet het eerste het beste vrachtschip, zoo als er zoovele zijn, en die licht met elkaar kunnen worden ver ward. Het schip behoorde tot die soort van weinig talrijke schepen, welke elk zeevaarder die wat belangstelling heeft in zijn vak kent. Aanroeping, onderzoek, waarschuwing, niets daarvan schijnt te hebben plaats gehad, schrijft het blad verder. Het is te bar, erger dan tot nu toe ten aanzien van een Neder- landsch schip plaats gehad heeft. Of er een flater is begaan, daar heeft ons land niet mede te maken, zegt het blad. Wij hebben al leen met de levende feiten te doen, en die ei schen, dat eens voor goed aan dit ergerlijk bedrijf tegen Nederlandsche schepen een eind wordt gemaakt. De positie van kleine landen wordt lang zamerhand ellendig in dezen strijd vóór de kleine natiën en vóór de vrije zee. Het is reeds maanden geleden, dat wij hetgeen van twee zijden tegen ons land wordt gedaan, als „een wedstrijd in onrecht" betitelden, en de toestand is er sedert niet beter op geworden. De srijder voor hetr ech van de kleine na tiën houdt onze schepen aan, gapt er- uit wat van zijn gading is, belet de toevoeren naar ons land, en dwingt onze industrie hoe lan ger hoe meer tot stilstand. De strijder voor de vrije zee boort onze schepen zonder meer in den grond, en tracht op die wijze onze scheepvaart en handel onmogelijk te maken Wij dreigen onder de belangelooze liefde van de twee strijdenden te worden vermor- seld Uit het „Vaderland." Wellicht wordt, ondanks de (trouwens niet officieele) berichten dat slechts verscherping van den duikbootenoorlog te verwachten zou zijn door de personenverandering aan het Duitsche Departement van Marine de gele heid geboden om ten dezen andere, betere en meer bindende regelen voor de gezagvoerders der duikbooten te stellen, regelen die onbe suisdheden als met de „Katwijk", de Arte- mis" en de „Bandoeng" (aangaande de „Tu bantia" wachten wij nog af) in de toekomst onmogelijk te maken. Aan het N. v. d'. D. ontleenen wij Hoewel wij de bijzonderheden van dezen nieu wen aanslag op de vrije vaart ter zee nog niet kennende, beginnen rhoeten met een waarschuwing tegen al te snelle gevolgtrek kingen, ontveinzen wij ons toch geenszins den ernst van het geval. Een groot neutraal schip, naar Zuid-Amerika bestemd, met bij na 300 menschen aan boord, wordt midden in den nacht aangevallen en vernield. Zonder waarschuwing? De berichten van de maat schappij zwijgen nog daarover. Indien de torpedeering is aangekondigd na onderzoek van het schip bestaat de mogelijkheid dat men zich beroept op noodzakelijke maatrege len tegen contrabande, misschien zelfs wordt de bekendmaking van 4 Febr. 1915 ingeroe pen, indien het schip zonder waarschuwing getorpedeerd is; misschien ook, evenals bij de „Katwijk", was het weer een vergis sing. (Wij nemen natuurlijk voorloopig aan dat een -Duitsche duikboot in 't spel was). Wat maakt 't uit? Een vreemde regeering kan zooveel bekendmakingen uitvaardigen als zij wil, daarmee zijn recht, billijkheid en men- schelijkheid nog niet geholpen. En het moet ieder tegen de borst stuit en dat dergelijke gebeurtenissen, zelfs in een met verbittering gevoerden oorlog, mogelijk zijn. Uit de „Maasbode". Zoo het werkelijkblijken mocht dat de instructies der U-bootcommandanten hun de vrije hand laten ten opzichte van de neutrale scheepvaart, wat na dezen nieuwen onver- hoedschen aanval op een Nederlandsche pas sagiersboot den schijn voor zich heeft, dan mag toch van onze regeering een zeer serieu ze stap worden verwacht bij het gouverne ment te Berlijn, om op onverwijlde wijziging van zulke tactiek aan te dringen. Wij weiger den vooralsnog te gelooven aan zoodanige bedoeling bij den Duitschen marine-staf doch men mag zich niet ontveinzen, -dat voor de neutrale landen een dergelijke evolutie van den 'zee-oorlog ontoelaatbaar is. ontvangen schijnende 3 r a t i s. BINNENLAND. Gemengd nieuws. BEANTWOORDE VRAGEN. Door den Minister van Landbouw is het volgende geantwoord op de door den Ka mer-afgevaardigde voof Alkmaar, Jhr. Van Foreest, gestelde vragen inzake de groenten- voorziening: lo. De tegenwoordige regeling inzake uitvoer van groenten, waarbij aan exporteurs en verbouwers de verplichting van beschik baarstelling tegen bepaalde pi ijzen is opge legd, is in werking gesteld in de verwach ting, dat de nadeelen, voortkomende uit ge noemde verplichting, door de hooge export prijzen op het buitenland zouden worden af gewenteld. 2o. Uit den aard der zaak had de z.g. „koolstreek" voor een belangrijk deel bij te dragen in de groentenvoorziening, hetgeen trouwens in normale jaren eveneens het ge val is. Alle tuinbouwcentra in ons land heb ben intusschen, al naarmate de productie, in deze groentenvoorziening gedeeld en het is ondergeteekende aangenaam, dat van de me dewerking der tuinbouwers in deze aangele genheid niet dan met den meesten lof kan worden gesproken. Wat de opmerking betreft, dat alle stan den van den groentenvoorziening konden profiteeren, zij er op gewezen, dat bij het vaststellen der onderwerpelijke regeling <te opvatting is gehuldigd, dat ook de niet on middellijk tot de min- en onvermogenden be hoorenden zich van de regeeringsgroenten moesten kunnen voorzien, in verband met het feit, dat voor vele levensmiddelen de prijzen zijn verhoogd en de tijdsomstandig heden voor velen vermindering in hun in komsten hebben gebracht. 3o. Bij de vaststelling der regeringsprij zen, zoo voor groenten als voor andere arti kelen, zijn eventueel hoogere productieprij zen niet over het hoofd gezien. In alle geval len zijn de hoogere productieprijzen bij de vaststelling der regeeringsjfrijzen in aan merking genomen. 4o. Waar ondanks de verplichte be schikbaarstelling het tuinbouwbedrijf in het algemeen loonend, in de meeste gevallen zeer loonend is geweest, heeft het dezerzijds geen bedenking ontmoet ook voor de mili taire intendances goedkoope groenten be schikbaar te stellen. 5o. De stijging van den kostenden prijs der groenten is wellicht niet geheel tot uit drukking gekomen in de verhooging van de regeeringsprijzen in den loop van het sei zoen. Hier dient echter dé vraag gesteld of door een en ander de rentabiliteit van het bedrijf in gevaar is gebracht en hieromtrent zij verwezen naar de mededeeling sub 1. TROEPENVERWISSELING AAN DE GRENZEN. Naar wij vernemen, maakt het thans een ernstig punt van overweging uit om de troepen aan de grenzen door andere afdee- lingen te doen vervangen, eene omwisseling van troepen dus, waarop reeds meermalen van verschillende zijden werd aangedrongen (Avp.). DE POKKEN. Een van de te Scheveningen van aan pok ken lijdende verdachte Polen is hersteld pnt- slagen. Wat den ander betreft kan medege deeld worden, dat men te döen heeft met een zeer licht geval van pokken. Geen nieuwe gevallen deden zich voor. DE WATERSNOOD. Uit Anna Paulowna: Dank zij de be moeiingen van den provincialen hoofdingeni neur zal een groot noodgemaal, dat juist voor de marine gereed was, ten behoeve der droogmaling in bruikleen worden afgestaan Het heeft een capiciteit van 350 kub. meter per minuut. Uit Uitdam: Juist op het oogenblik, dat een zinkstuk te water werd gelaten, dat met den waterspiegel 'gelijk kwam te liggen, is de hulpdijk, waarover het werkspoor loopt, over een lengte van 30 M. ingestort; de rails hangen aan den binnenkant van den dijk IA M. naar beneden. Bij goed weer en goe den waterstand hoopt men het gat a. Z<?ndag ter hoogte van den zeespiegel te heb ben gestopt. (Tel.) De uitmaling te Purmerend van het nieuwe stadsgedeelte en de daarachter ge legen landerijen is thans zoover gevorderd, dat hier en daar het land te voorschijn komt. Binnen een paar dagen hoopt men het oude peil te hebben bereikt. In de oude stad zijn de laatste dagen een groot aantal overstroomde regenbakken van wegé de gemeente door de stoombrandspuit leeggepompt. In de nieuwe stadswijk, waar Zij, die zich met 1 April op dit blad abonneeren, de tot dien datum ver- nummers franeoen De Directie. alle regenbakken bedorven zijn door het zee water, moet nog met het leegpompen wor den aangevangen. Op lofwaardige wijze zorgt het gemeente- liestuur, dat de ingezetenen van water wor den voorzien. WATERSTAND PUREMRENQ. De opname geschiedde hedenmorgen 9 uur. Waterstand Purmerender Schutsluis. Schermerboezem. 15 Mrt. 51 cM..- A.P. 16 Mrt. 51 cM. - A.P. 17 Mrt. 52 cM.- A.P. Waterlandsboezem. 15 Mrt. 22 cM. A.P. 16 Mrt. 15 cM. A.P. 17 Mrt. 18 cM. A.P. Door de kleine sluis wordt gespuid. DE OUDSTE LICHTING DER ZEEMILITIE. He Tweede Kamerlid, de heer Hugenholtz, ïeeft de volgende schriftelijke vraag \ot den minister van marine gericht: „Is de minister bereid aan de Kamer mede te deelen wanneer de oudste lichting der zee militie met klein verlof naar huis zal gezon den worden?" UIT HEILOO. In de raadsvergadering was bericht in gekomen van de onderwijzeres, mej. van Bei- ning, die mededeelde, dat ze haar benoeming als zoodanig aanvaardde. Op een schrijven Van het Bestuur der Am- bachtscshool werd besloten om de 40 voor ieder leerling te waarborgen. Besloten werd met 5 tegen 2 stemmen lid te worden der vereeniging voor Klein- steedsche en Plattelandsgemeenten, (tegen waren de heeren Zwart en v. d. Molen); de kosten bedragen Y> cent per inwoner. Het verzoek van de afd. Heiloo van de ver eeniging tot afschaffing van alcoholhouden de dranken, om een lokaal van school No. 1 als vergaderlokaal te mogen gebruiken, werd toegestaan; onder dezelfde voorwaarde als aan de Maria-vereeniging in de vorige ver gadering. Ingekomen was een schrijven van de Tuinbouwvereeniging, wijzende op 't Steun comité, hetwelk voorschotten verstrekt aan degenen die door de tijdsomstandigheden hun bedrijf moeielijk meer kunnen uitvoeren, waarvoor het Rijk 55 percent, de Provincie 36 gorg geeft. Adressante verzocht het ge meentebestuur, dat deze ook voor 9 percent borg zal willen spreken. De heer van 't Veer stelde voor dit tot een volgende vergadering aan te houden, opdat deze zaak eerst zal worden onderzocht. De voorzitter zeide, dat dit schrijven gister is ingekomen, zoodat B. en W. nog geen voorstel hebben. Besloten werd dit tot een volgende vergadering aan te houden. De, voorzitter deelde mede, dat was inge komen het advies van den heer Man inzake het onderzoek naar het huis van den heer Middelbeek, walk advies luidde: het gebouw was niet afwijkend van de bouwverordening en de opzichter had zich niet aan overtreding schuldig gemaakt, al was er nu niet precies aan alles voldaan. De kamers moeten volgens de verordening 16 Ma. zijn, op zichzelf zijn die te klein, doch ze liggen aan elkaar en zijn gescheiden door een paar deuren, wor ded deze verwijderd of opengehouden, dan zijn de kamers zeer goed voldoende; de trap, welke 16 c.M. moet zijn, voldoet niet, deze is 15J4, doch dit verschil is miniem, zoodat dit niet als een opzettelijke afwijking mag be schouwd worden. De heer Mulder zeide: „Er zijn wel an dere trappen als deze", de heer van 't Veer meende, dat men een eerlijk standpunt in moest nemende trap bij den heer van Geme- ren moest toen afgebroken worden en hij kreeg 50 boete. De opzichter is nu ook bui ten zijn boekje gegaan; hij is aangesteld om de verordening te handhaven. De voorzitter: „Bij den heer van Gemeren was het verschil veel grooter". De heer van 't Veer: „Dat doet er niet.toe, het is' hem opgedragen en hij mag er niet van afwijken. Hij heeft zijn plicht niet gedaan en heeft nu ook bij een ander niets te zeggen; ik blijf vr bij wat ik gezegd heb: zoo'n op zichter daar hebben wij niets aan." De voorzitter zeide, dten heer Bouwman mede te zullen deelen het advies van den heer Man. De heer van 't Veer: „We hebben den heer Bouwman er heelemaal niet over te spreken." De heer van der Molen was het er mee eens, dat er niet aan de bouwverordening is voldaan, al zijn de afwijkingen niet groot; B. en W. kunnen hem er op wijzen, doch spreker was er niet voor hem direct té ont slaan; men kan hem voor het feit zetten in dien het weer gebeurd, dat hij dan ontslagen wordt". De heer Zwart meende, dat men hem ook niet moet belasten met teekeningen én plan nen te maken. De heer van 't Veer vroeg of er geen in structie was. De voorzitter zeide, dat het in de instruc tie vermeld staat. Tenslotte werd met algemeene stemmen, behalve die van den heer van 't Veer, beslo- ALKMAARSGHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1