DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 05
Honderd en achttiende jaargang.
1916
per 3 maanden f 1—, fr. p. post f 1.25. Advertentieprijs 10 ct p. regel,
Y RIJ l> A O
naar
Brieven fr. N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERNIs. COSTER 4 ZOON, Yoordam C 9; Teiefnr. 3.
17 MAART
NEDERLAND.
ALKMAAR, 17 Maart.
Ten Westen van de Maas hebben de Duit-
schers na een hevig bombardement een
krachtigen aanval op de Fransche stellingen
bij „den dooden man" gedaan, welke vol
gens het Fransche legerbericht geheel mis
lukte, zoodat de Fransche verdedigingslinie
hier intact gebleven is. Ten Oosten van de
Maas was de artillerie-activiteit dubbel he
vig, ten Oosten'en ten Westen van Douau-
mont en in de buurt van Vaux; infanterie-
aanvallen hadden hier niet plaats, doch zij
zullen nog wel komen.
Voorts is er van geen der fronten iets
nieuws.
De Times meldt, dat de volgende conferen
tie der geallieerden binnenkort te Rome zal
plaats hebben. Minister Lloyd George zal
Engeland vertegenwoordigen en men hoopt,
dat Sir Edward Grey ook tegenwoordig zal
kunnen zijn.
In den Duitschen rijksdag heeft minister
Helfferich een lering gehouden, waarin hij
natuurlijk betoogde, dat Duitschland er in
financieel opzicht het best van alle oorlog
voerenden voorstaat en zal bewijzen, dat alle
hoop op tweespalt en zwakte ijdel is.
De Duitsche bladen sdirijven natuurlijk
veel over het aftreden van admiraal von Tir-
pitz. Sommigen geven te verstaan, dat ziekte
niet de oorzaak van zijn heengaan is. Men
weet, dat er twee partijen zijn in Duitsch-
land en in regeeringskringen over de wijze
van oorlogvoeren ter zee. Admiraal von
Tirpitz wilde den onderzeeërsoorlog zoo
scherp mogelijk voeren, volgens het stelsel
nood breekt wet, alle vijandelijke koopvaar
ders vernielen en ook de onzijdi'gen niet
ontzien, daar deze den handel mogelijk ma
ken met den vijand wiens tekort -aan laad
ruimte zoo snel mogelijk moet worden ver
groot. Maar, de Duitsche politici en diplo
maten hebben zich tegen deze methode ver
zet zij hadden blijkbaar genoeg van de
herhaalde schadeloosstellingen en veront
schuldigingen. En nu heeft de maker der
Duitsche marine het veld moeten ruimen.
Voor ons, onzijdigen, is het heengaan v
dezen marine-man allerminst te betreuren
als de verandering van persoon 'tenminste
ook een verandering van richting beteekent.
Wel is waar is het bureau Wolff er als de
kippen bij geweest om te melden, dat de zaak
op denzelfden voet zal worden voortgezet,
maar dit moet nog blijken. Overigens
Valt het optreden van admiraal von Capello
merkwaardig samen met het torpilleeren
van de „Tubantia", welke de ontstemming
tegen Duitschland hier te lande en in andere
onzijdige landen slechts kan doen toenemen
en nergens verdediging of vergoelijking zal
vinden.
In het Engelsche Lagerhuis heeft lord
Derby medegedeeld, dat de protesten van de
gehuwden in drieën te verdeelen zijn. Voor
eerst van ben die argeloos zeggen, dat zij
zich nooit voor den dienst zouden hebben
jpgegeven, indien zij hadden geloofd, ooit
•ie zullen worden opgeroepen. Met die pro
lesten heeft men geen rekening te houden.
Zij kunnen zich niet beroepen op wat ik in
October heb gezegd, n.l. dat de oudere groe
pen eerst na vele maanden en misschien
nooit opgeroepen zouden worden, zeide de
spreker.
Ten tweede zijn er die zeggen, dat het
eenige wat billijk is zou zijn alle gehuwden
te dwingen. Daar ben ik 't niet mee oneens,
zei lord Derby, maar dat staat buiten de be
lofte en is een zaak voor het kabinet.
Ten derde zijn er die zeggen, dat zij niet
opgeroepen behooren te worden, voor alle
ongehuwdeu in het leger zijn. Moet ik ge-
looven, vervolgde de spreker, wat de heer
Selbome aan de landbouwers heeft gezegd,
n.l., dat ik iemand zonder gezag ben, en dat
dat de meening van de regeering is, dan zou
ik moeten aftreden.
Lord Derby gaf echter toe, dat het onmo
gelijk was, alle ongetrouwden in het leger te
brengen; ze uit de munitiefabrieken te halen
zou gevaarlijk zijn. Hij stelde voor de man
nen zelf te laten bewijzen, dat ze onmisbaar
zijn. In elk geval zou het herzien van de uit
gezonderde bedrijven en het vervangen van
ongetrouwde arbeiders door getrouwden
tijd kosten. En dus was het niet mogelijk
met het oproepen van de getrouwden te
wachten tot dat was afgeloopen,
Lord Kitchener sprak in gelijken geest. Hij
deefl een beroep op de vaderlandsliefde der
getrouwde mannen. Het aantal mannen dat
zich had' laten aanwerven noemde hij teleur
stellend en den toestand ernstig.
Hieruit wordt opgemaakt, dat het uitstel
der gehuwden slechts kort zal zijn en dat zij
dus zeer spoedig zullen worden opgeroepen.
De leden der Forrd-expeditie hebben aan
de Zweedsche regeering een aan de onzijdige
regeeringen gericht schrijven aangeboden
nopens het herstel van den vrede.
De minister zeide: „Wij wenschen even
sterk als u het herstel van den vrede, maar
kunnen daarvoor slechts optreden, zoo dit
de uitdrukkelijke wensch der oorlogvoeren
den is. Wordt die wensch uitgesproken; en
is het ons duidelijk dat wij voor het herstel
van den vrede iets kunnen doen, dan zullen
wij niet nalaten alles in het werk te stelten,
om daarvoor te werken. Tot zoolang moeten
wij ons er mede tevreden stellen de mensch-
heid te dienen door naar vermogen de onge-
ukkigen te helpen, die door den oorlog lij
den."
DE „TUBANTIA".
Beëdigde verklaringen.
Het departement van Marine deelt mede,
dat uit beëdigde verklaringen van den lsten
en 4en officier en van den uitkijk van de „Tu
bantia" is gebleken, dat het stoomschip door
een torpedo is getroffen, daar de witte streep
(bellenbaan), door een gelanceerde torpedo
veroorzaakt, duidelijk door hen is waargeno
men. Toen deze streep op het midden van het
schip uitkwam, volgde de ontploffing. De
„Tubantia werd getroffen op ongeveer twee
meter beneden de waterlijn aan stuurboord
zijde.
De geredden.
Blijkens bij den Marinestaf ingekomen be
richten is het aantal, deels te Vlissingen en
deels te Hoek van Holland, aangebrachte
schipbreukelingen van het stoomschip „Tu
bantia" 377; terwijl volgens opgave van de
maatschappij het totaal aantal opvarenden
was 381. Het verschil tugschen deze getallen
zal waarschijnlijk aan kleine vergissingen bij
het tellen te wijten wezen, zoodat het wel aan
te nemen is dat alle opvarenden gered zijn.
De inrichting.
Het dubbelschroefstoomschip „Tubantia"
werd in 1914 te Glasgow bij H. Stephen en
Sons Ltd. gebouwd. Het schip heeft een bru
to inhoud van 13,911, een netto van S561
ton.
Het schip was ingericht voor het vervoer
van 280 eerste klasse en 220 middel-klasse
passagiers, terwijl in de verbeterde derde
klasse plaats was voor 135 en in de gewone
derde klasse voor 900 passagiers. Het schip
bood bovendien ruimte voor een aanmerkelij
ke hoeveelheid lading.
Het vaartuig was voorzien van de modern
ste veiligheids- en zekerheidsinrichtingen op
het gebied van passagiersvervoerMarconi s
draadlooze telegrafie, Stone Lloyd's systeem
voor automatische gelijktijdige sluiting van
de commandobrug af der waaerdichte aeuren
Clayton's desiniectie- en brandbluschappa-
jlraat, onderwaterkloklaensjgnalen, vriesleka-
len en koelkamers voor het vervoer van
bevroren vleesch, vruchten en ander bederf-
lijke waren. Het schip voldeed behalve aan
alle eischen van de Nederlandsche Schepen
wet aan die van Lloyd's en van den Engel-
schen Board of Trade gesteld voor passa-
De „Tubantia" en haar zusterschip de
„Gelria", waren de beide grootste booten die
van Amsterdam uit zee kozen.
Het verhaal van den kapitein.
Gisteravond heeft de heer K. H. K. Wijts-
ma, de gezagvoerder van de Tubantia aan de
N. R. Ct. in het gebouw van het loodswezen
te Hoek van Holland, eenige mededeelingen
gedaan omtrent de ondergang van zijn schip.
Te 2u. 20 min. in den nacht van Woensdag
op Donderdag, even voor men ten anker zou
gaan, en terwijl de akpitein zich in de kaar-
tenkamer bevond werd men op het schip door
een ontzettenden schok opgeschrikt, tengevol
ge waarvan alle glaswerk aan boord in
splinters werd geslagen, de kaartenkamer,
de rookkamer en de bibliotheek een ruïne
werden. Het schip was aan stuurboordzijde
midscheeps getroffen; de sloep, die boven de
getroffen plaats hing was verdwenen en de
brokken hout daarvan hingen in de marconi-
draden. Het brughuis was aan splinters ge
slagen.
De „Tubantia" helde onmiddellijk naar
stuurboord over; de passagiers uit hun slaap
opgeschrikt, waren naar het dek gesneld en
plaatsen zich bij de booten, ieder bij de boot,
die hem of haar was aangewezen voor het ge
val er iets zou gebeuren. De bakboordssloe
pen werden het eerst te waer gelaen; de be
manning gedroeg zich evenals de passagiers
ordelijk en flink. Geleidelijk werden vervol
gens de stuurboordssloepen gestreken en be
mand, zoodat ten slotte de kapitein met on
geveer twintig man aan boord bleef. t
Het schip was, nadat het was overgeheld,
weer recht gekomen, en de kapitein hoopte
ook, dat het zou blijven drijven. Deze hoop is
ïelaas niet vervuld. Te 6 u. 55 min. vèr-
iween de Tubantia, nadat het schip naar
bakboord was overgeheld, in de diepte, een
cwartier ongeveer nadat de heer Wijtsma het
met de laatste menschen van de bemanning
in twee booten had' verlaten, hetgeen toen
door het scheefvallen van het schip reeds
moeilijk ging.
Over de vraag of de Tubantia op een mijn
is geloopen of getorpedeerd is, schijnt geen
twijfel te behoeven besaan.
De eerste stuurman, de vierde stuurman
en de uikijk zeggen met groote stelligheid,
dat zij de bellenbaan van de torpedo, die het
schip heeft getroffen, duidelijk hebben ge
zien. Bovenden is dit twee meter onder de
waterlijn geraakt. Niet alleen is dit gerap
porteerd door twee stokers, die zich in de bun-
cels bevonden, de kapitein heeft dit bij het
hellen van het schip ook gezien.
De machinekamer liep direct vol water;
iet schip is eenigen tijd na de torpedeering
voor anker gegaan en heel langzaam gezon
ken.
De heer Wijtsma was zeer onder de indruk
van het verlies van zijn mooie, nieuwe schip,
zoowel als van het gebeurde. Men kon hem
het aanzien, welk een diepen indruk 'dit alles
op hem had gemaakt, en hij zeide ons
ik heb nu achttien maanden in den oorlog
gevaren; het heeft mij vijf jaar onder ge
maakt.
Uit de pers.
We laten hier volgen wat in in hoofdzaak
de verschillende groote bladen over het geval
met de Tubantia schrijven.
De N. Rott. Crt. zegt o. m.:
Gelijk Don Quichotte tegen de schapen,
voert de Duitsche marine actie tegen de han
delsvloot. De Spaansche ridder deed het bij
dag; don Tirplitz (nu voortaan don Capelle)
kiest ook den nacht uit voor zijn aanvallen.
En thans is de argelooze Tubantia, een van
de schepen, .die den trots uitmaakten van de
Nedrlandsche handelsvloot, als slachtoffer
gevallen.
Is het schip getorpedeerd, (en dat staat nu
vast, red. Alkm. C.) dan kan aan opzet, of
met opzet gelijkstaande verregaande onkun
de of nalatigheid, nauwelijks worden getwij
feld. De Tubantia was maar niet het eerste
het beste vrachtschip, zoo als er zoovele zijn,
en die licht met elkaar kunnen worden ver
ward. Het schip behoorde tot die soort van
weinig talrijke schepen, welke elk zeevaarder
die wat belangstelling heeft in zijn vak kent.
Aanroeping, onderzoek, waarschuwing,
niets daarvan schijnt te hebben plaats gehad,
schrijft het blad verder. Het is te bar, erger
dan tot nu toe ten aanzien van een Neder-
landsch schip plaats gehad heeft. Of er een
flater is begaan, daar heeft ons land niet
mede te maken, zegt het blad. Wij hebben al
leen met de levende feiten te doen, en die ei
schen, dat eens voor goed aan dit ergerlijk
bedrijf tegen Nederlandsche schepen een eind
wordt gemaakt.
De positie van kleine landen wordt lang
zamerhand ellendig in dezen strijd vóór de
kleine natiën en vóór de vrije zee. Het is
reeds maanden geleden, dat wij hetgeen van
twee zijden tegen ons land wordt gedaan, als
„een wedstrijd in onrecht" betitelden, en de
toestand is er sedert niet beter op geworden.
De srijder voor hetr ech van de kleine na
tiën houdt onze schepen aan, gapt er- uit wat
van zijn gading is, belet de toevoeren naar
ons land, en dwingt onze industrie hoe lan
ger hoe meer tot stilstand. De strijder voor
de vrije zee boort onze schepen zonder meer
in den grond, en tracht op die wijze onze
scheepvaart en handel onmogelijk te maken
Wij dreigen onder de belangelooze liefde
van de twee strijdenden te worden vermor-
seld
Uit het „Vaderland."
Wellicht wordt, ondanks de (trouwens niet
officieele) berichten dat slechts verscherping
van den duikbootenoorlog te verwachten zou
zijn door de personenverandering aan het
Duitsche Departement van Marine de gele
heid geboden om ten dezen andere, betere en
meer bindende regelen voor de gezagvoerders
der duikbooten te stellen, regelen die onbe
suisdheden als met de „Katwijk", de Arte-
mis" en de „Bandoeng" (aangaande de „Tu
bantia" wachten wij nog af) in de toekomst
onmogelijk te maken.
Aan het N. v. d'. D. ontleenen wij
Hoewel wij de bijzonderheden van dezen nieu
wen aanslag op de vrije vaart ter zee nog
niet kennende, beginnen rhoeten met een
waarschuwing tegen al te snelle gevolgtrek
kingen, ontveinzen wij ons toch geenszins
den ernst van het geval. Een groot neutraal
schip, naar Zuid-Amerika bestemd, met bij
na 300 menschen aan boord, wordt midden
in den nacht aangevallen en vernield. Zonder
waarschuwing? De berichten van de maat
schappij zwijgen nog daarover. Indien de
torpedeering is aangekondigd na onderzoek
van het schip bestaat de mogelijkheid dat
men zich beroept op noodzakelijke maatrege
len tegen contrabande, misschien zelfs wordt
de bekendmaking van 4 Febr. 1915 ingeroe
pen, indien het schip zonder waarschuwing
getorpedeerd is; misschien ook, evenals bij
de „Katwijk", was het weer een vergis
sing. (Wij nemen natuurlijk voorloopig aan
dat een -Duitsche duikboot in 't spel was).
Wat maakt 't uit? Een vreemde regeering kan
zooveel bekendmakingen uitvaardigen als zij
wil, daarmee zijn recht, billijkheid en men-
schelijkheid nog niet geholpen. En het moet
ieder tegen de borst stuit en dat dergelijke
gebeurtenissen, zelfs in een met verbittering
gevoerden oorlog, mogelijk zijn.
Uit de „Maasbode".
Zoo het werkelijkblijken mocht dat de
instructies der U-bootcommandanten hun de
vrije hand laten ten opzichte van de neutrale
scheepvaart, wat na dezen nieuwen onver-
hoedschen aanval op een Nederlandsche pas
sagiersboot den schijn voor zich heeft, dan
mag toch van onze regeering een zeer serieu
ze stap worden verwacht bij het gouverne
ment te Berlijn, om op onverwijlde wijziging
van zulke tactiek aan te dringen. Wij weiger
den vooralsnog te gelooven aan zoodanige
bedoeling bij den Duitschen marine-staf
doch men mag zich niet ontveinzen, -dat voor
de neutrale landen een dergelijke evolutie
van den 'zee-oorlog ontoelaatbaar is.
ontvangen
schijnende
3 r a t i s.
BINNENLAND.
Gemengd nieuws.
BEANTWOORDE VRAGEN.
Door den Minister van Landbouw is het
volgende geantwoord op de door den Ka
mer-afgevaardigde voof Alkmaar, Jhr. Van
Foreest, gestelde vragen inzake de groenten-
voorziening:
lo. De tegenwoordige regeling inzake
uitvoer van groenten, waarbij aan exporteurs
en verbouwers de verplichting van beschik
baarstelling tegen bepaalde pi ijzen is opge
legd, is in werking gesteld in de verwach
ting, dat de nadeelen, voortkomende uit ge
noemde verplichting, door de hooge export
prijzen op het buitenland zouden worden af
gewenteld.
2o. Uit den aard der zaak had de z.g.
„koolstreek" voor een belangrijk deel bij te
dragen in de groentenvoorziening, hetgeen
trouwens in normale jaren eveneens het ge
val is. Alle tuinbouwcentra in ons land heb
ben intusschen, al naarmate de productie, in
deze groentenvoorziening gedeeld en het is
ondergeteekende aangenaam, dat van de me
dewerking der tuinbouwers in deze aangele
genheid niet dan met den meesten lof kan
worden gesproken.
Wat de opmerking betreft, dat alle stan
den van den groentenvoorziening konden
profiteeren, zij er op gewezen, dat bij het
vaststellen der onderwerpelijke regeling <te
opvatting is gehuldigd, dat ook de niet on
middellijk tot de min- en onvermogenden be
hoorenden zich van de regeeringsgroenten
moesten kunnen voorzien, in verband met
het feit, dat voor vele levensmiddelen de
prijzen zijn verhoogd en de tijdsomstandig
heden voor velen vermindering in hun in
komsten hebben gebracht.
3o. Bij de vaststelling der regeringsprij
zen, zoo voor groenten als voor andere arti
kelen, zijn eventueel hoogere productieprij
zen niet over het hoofd gezien. In alle geval
len zijn de hoogere productieprijzen bij de
vaststelling der regeeringsjfrijzen in aan
merking genomen.
4o. Waar ondanks de verplichte be
schikbaarstelling het tuinbouwbedrijf in
het algemeen loonend, in de meeste gevallen
zeer loonend is geweest, heeft het dezerzijds
geen bedenking ontmoet ook voor de mili
taire intendances goedkoope groenten be
schikbaar te stellen.
5o. De stijging van den kostenden prijs
der groenten is wellicht niet geheel tot uit
drukking gekomen in de verhooging van de
regeeringsprijzen in den loop van het sei
zoen. Hier dient echter dé vraag gesteld of
door een en ander de rentabiliteit van het
bedrijf in gevaar is gebracht en hieromtrent
zij verwezen naar de mededeeling sub 1.
TROEPENVERWISSELING AAN
DE GRENZEN.
Naar wij vernemen, maakt het thans een
ernstig punt van overweging uit om de
troepen aan de grenzen door andere afdee-
lingen te doen vervangen, eene omwisseling
van troepen dus, waarop reeds meermalen
van verschillende zijden werd aangedrongen
(Avp.).
DE POKKEN.
Een van de te Scheveningen van aan pok
ken lijdende verdachte Polen is hersteld pnt-
slagen. Wat den ander betreft kan medege
deeld worden, dat men te döen heeft met een
zeer licht geval van pokken. Geen nieuwe
gevallen deden zich voor.
DE WATERSNOOD.
Uit Anna Paulowna: Dank zij de be
moeiingen van den provincialen hoofdingeni
neur zal een groot noodgemaal, dat juist
voor de marine gereed was, ten behoeve der
droogmaling in bruikleen worden afgestaan
Het heeft een capiciteit van 350 kub. meter
per minuut.
Uit Uitdam: Juist op het oogenblik, dat
een zinkstuk te water werd gelaten, dat met
den waterspiegel 'gelijk kwam te liggen, is de
hulpdijk, waarover het werkspoor loopt, over
een lengte van 30 M. ingestort; de rails
hangen aan den binnenkant van den dijk
IA M. naar beneden. Bij goed weer en goe
den waterstand hoopt men het gat a.
Z<?ndag ter hoogte van den zeespiegel te heb
ben gestopt. (Tel.)
De uitmaling te Purmerend van
het nieuwe stadsgedeelte en de daarachter ge
legen landerijen is thans zoover gevorderd,
dat hier en daar het land te voorschijn komt.
Binnen een paar dagen hoopt men het oude
peil te hebben bereikt.
In de oude stad zijn de laatste dagen een
groot aantal overstroomde regenbakken van
wegé de gemeente door de stoombrandspuit
leeggepompt. In de nieuwe stadswijk, waar
Zij, die zich met 1 April
op dit blad abonneeren,
de tot dien datum ver-
nummers franeoen
De Directie.
alle regenbakken bedorven zijn door het zee
water, moet nog met het leegpompen wor
den aangevangen.
Op lofwaardige wijze zorgt het gemeente-
liestuur, dat de ingezetenen van water wor
den voorzien.
WATERSTAND PUREMRENQ.
De opname geschiedde hedenmorgen 9
uur.
Waterstand Purmerender Schutsluis.
Schermerboezem.
15 Mrt. 51 cM..- A.P.
16 Mrt. 51 cM. - A.P.
17 Mrt. 52 cM.- A.P.
Waterlandsboezem.
15 Mrt. 22 cM. A.P.
16 Mrt. 15 cM. A.P.
17 Mrt. 18 cM. A.P.
Door de kleine sluis wordt gespuid.
DE OUDSTE LICHTING
DER ZEEMILITIE.
He Tweede Kamerlid, de heer Hugenholtz,
ïeeft de volgende schriftelijke vraag \ot den
minister van marine gericht:
„Is de minister bereid aan de Kamer mede
te deelen wanneer de oudste lichting der zee
militie met klein verlof naar huis zal gezon
den worden?"
UIT HEILOO.
In de raadsvergadering was bericht in
gekomen van de onderwijzeres, mej. van Bei-
ning, die mededeelde, dat ze haar benoeming
als zoodanig aanvaardde.
Op een schrijven Van het Bestuur der Am-
bachtscshool werd besloten om de 40 voor
ieder leerling te waarborgen.
Besloten werd met 5 tegen 2 stemmen lid
te worden der vereeniging voor Klein-
steedsche en Plattelandsgemeenten, (tegen
waren de heeren Zwart en v. d. Molen); de
kosten bedragen Y> cent per inwoner.
Het verzoek van de afd. Heiloo van de ver
eeniging tot afschaffing van alcoholhouden
de dranken, om een lokaal van school No. 1
als vergaderlokaal te mogen gebruiken, werd
toegestaan; onder dezelfde voorwaarde als
aan de Maria-vereeniging in de vorige ver
gadering.
Ingekomen was een schrijven van de
Tuinbouwvereeniging, wijzende op 't Steun
comité, hetwelk voorschotten verstrekt aan
degenen die door de tijdsomstandigheden
hun bedrijf moeielijk meer kunnen uitvoeren,
waarvoor het Rijk 55 percent, de Provincie
36 gorg geeft. Adressante verzocht het ge
meentebestuur, dat deze ook voor 9 percent
borg zal willen spreken.
De heer van 't Veer stelde voor dit tot een
volgende vergadering aan te houden, opdat
deze zaak eerst zal worden onderzocht.
De voorzitter zeide, dat dit schrijven gister
is ingekomen, zoodat B. en W. nog geen
voorstel hebben. Besloten werd dit tot een
volgende vergadering aan te houden.
De, voorzitter deelde mede, dat was inge
komen het advies van den heer Man inzake
het onderzoek naar het huis van den heer
Middelbeek, walk advies luidde: het gebouw
was niet afwijkend van de bouwverordening
en de opzichter had zich niet aan overtreding
schuldig gemaakt, al was er nu niet precies
aan alles voldaan. De kamers moeten volgens
de verordening 16 Ma. zijn, op zichzelf zijn
die te klein, doch ze liggen aan elkaar en
zijn gescheiden door een paar deuren, wor
ded deze verwijderd of opengehouden, dan
zijn de kamers zeer goed voldoende; de trap,
welke 16 c.M. moet zijn, voldoet niet, deze is
15J4, doch dit verschil is miniem, zoodat dit
niet als een opzettelijke afwijking mag be
schouwd worden.
De heer Mulder zeide: „Er zijn wel an
dere trappen als deze", de heer van 't Veer
meende, dat men een eerlijk standpunt in
moest nemende trap bij den heer van Geme-
ren moest toen afgebroken worden en hij
kreeg 50 boete. De opzichter is nu ook bui
ten zijn boekje gegaan; hij is aangesteld om
de verordening te handhaven.
De voorzitter: „Bij den heer van Gemeren
was het verschil veel grooter".
De heer van 't Veer: „Dat doet er niet.toe,
het is' hem opgedragen en hij mag er niet van
afwijken. Hij heeft zijn plicht niet gedaan
en heeft nu ook bij een ander niets te zeggen;
ik blijf vr bij wat ik gezegd heb: zoo'n op
zichter daar hebben wij niets aan."
De voorzitter zeide, dten heer Bouwman
mede te zullen deelen het advies van den
heer Man.
De heer van 't Veer: „We hebben den
heer Bouwman er heelemaal niet over te
spreken."
De heer van der Molen was het er mee
eens, dat er niet aan de bouwverordening is
voldaan, al zijn de afwijkingen niet groot;
B. en W. kunnen hem er op wijzen, doch
spreker was er niet voor hem direct té ont
slaan; men kan hem voor het feit zetten in
dien het weer gebeurd, dat hij dan ontslagen
wordt".
De heer Zwart meende, dat men hem ook
niet moet belasten met teekeningen én plan
nen te maken.
De heer van 't Veer vroeg of er geen in
structie was.
De voorzitter zeide, dat het in de instruc
tie vermeld staat.
Tenslotte werd met algemeene stemmen,
behalve die van den heer van 't Veer, beslo-
ALKMAARSGHE COURANT.