DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Jacht en Visscherjj.
No. 82
Honderd en achttiende jaargang.
1916
iprijs pa 3 nota f 1.— Ir. p. post IU5. Mrertentleprii! 10 tL p. regel, groote lettere ener plaatsruimte. Brieren Ir. N. V. Boek- en Handelsdrakkeril i.h. HERIds. COSTER 4 ZOOR, ïoordam C 9. Telefnr. 3.
DONDERDAG 6 APRIL
DUITSCHLAND.
NEDERLAND.
ft
ALKMAAR, 6 April.
De rijkskanselier heeft in den Duitschen
rijksdag een redevoering gehouden, waar
over kolommen naar ons land zijn geseind.
Na een inleiding, waarin werd betoogd, dat
de militaire toestand op alle fronten zeer
goed is en geheej beantwoordt aan de ver
wachtingen, betoogde de spreker, dat de eco
nomische kracht zich opnieuw zal handhaven
en er tevergeefs wordt gehoopt op uithon
gering door afsluiting. Hij herinnerde aan de
9 December afgelegde verklaring nopens
Duitschland's bereidwilligheid om over den
vrede te spreken, betoogde, dat Duitschland
ter verdediging het zwaard heeft getrokken,
en nu niet weer tot den stand vaa zaken van
vóór den oorlog wil terugkeeren. Me* na
druk zei hij, dat Polen en de Oostzee-provin-
ciën nooit meer onder Russisch bestuur zou
den terugkeeren en voorts, dat Duitschland
zich werkelijke waarborgen zal verschaffen,
dat België geen Fransche of Engelsche vazal
staat wordt en zoowel uit militair al» econo
misch oogpunt niet tot een bolwerk tegen
Duitschland gemaakt wordt, dat die lang on
derdrukte Vlaamsche volksstam niet weer
aan verwaalsching wordt prijsgegeven, dat
dezen stam een gezonde en met zijn rijken
aanleg overeenstemmende, ontwikkeling op
den grondslag van zijn Nederlandsche taal
en volksaard wordt verzekerd.
In het debat, dat op deze redevoering
een uitvoeriger uittreksel staat elders in dit
blad
volgde, dankte de centrums»
afgevaardigde Spahn, den rijkskanselier voor
diens verklaring in het bijzonder voor het
geen als vredesdoel werd geschetst, terwijl
de socialistische afgevaardigde Ebert zeide,
dat niemand thans meer rekening kan hou
den met de onderwerping van Duitschland
en dat de militaire positie gunstiger is dan
ooit te voren.
De Duitsche per» beoordeelt de redevoe
ring van den heer v. Bethmann Hollweg
eveneens zeer gunstig. Het oorlogsdoel, het
welk de rijkskanselier aangaf, is, schrijft dé
Berl. Lok. Anz., zoo gematigd, dat daarte
genover het, in strijd met de waarheid steeds
weer opduikende verwijt moet verstommen,
dat Duitschland naar de opperheerschappij
in Europa streeft.
En de „BörsenzeitungP schrijft: „Thans is
voor onze tegenstanders een verwijzing naar
de Duitsche landzucht niet meer mogelijk.
De kanselier heeft duidelijk verklaard wat
Duitschland onder het nationaliteitenbegin
sel verstaat, n.l. de vrijheid der volken en de
mogelijkheid van hun werkzaamheid volgens
hun eigen ontwikkelingsvoorwaarden."
Natuurlijk hebben de bladen der entente
een anderen kijk op de revoering, maar daar
omtrent vernemen we eerst mogen bijzonder
heden.
De Fransche berichten bevatten weer veel
bestrijding van de Duitsche. Zij zeggen
voorts, dat de Duitsche infanterie de laatste
dagen zoozeer heeft geleden, dat rij Woens
dag geen enkelen aanval heeft gedaan en dat
de artillerie-munitie aan Duitschen kant
noodzakelijk moet worden aangevuld, zoodat
er pauze in het krijgsbedrijf is. De Duitschers
berichten echter het dorp Haucourt (ten wes»
ten van de Maas) versterkt en een Fransch
steunpunt ten noord-oosten daarvan stor
menderhand te, hebben genomen.
Gisteravond is er weer een luchtschip bo
ven de Engelsche noordoostkust verschenen
Ter zee werd getorpilleerd het Engelsche
stoomschip Clan Campbell (5900. ton) en
een Noorsch stoomschip, waarvan de naam
niet vaststaat.
De Engelsche minister-president is van
bet Italiaansdie bezoek na een conferentie
met de Fransche ministers Briand en Ribot
te Parijs weer te^ Londen- aangekomen. Hij
scheen eenigszins vermoeid van de lange
reis.
De Italiaansche minister van oorlog, Zupe-
li, hedt op verzoek ontslag gekregen en is
door generaal Morrone opgevolgd. Een be
richt uit Rome meldt, dat generaal Zupell
reeds eerder verlangd had een adief aandeel
aan den oorlog te nemen, maar toen terugge
houden werd, omdat de minister-president
Salandra eenigen tijd Italië moest verlaten.
REDE VAN DEN RIJKSKANSELIER.
In den Rijksdag heeft de Rijkskanselier een
belangrijke rede gehouden. Eerst gig de kan-
sélier Eerst ging de kanselier den toestand
aan de verschillende fronten na en beschreef
die als zeer gunstig. De Dardanellen onder
nemen was geëindigd in een volkomen fiasco.
Servië, Montenegro en Noord Albanië rijn in
handen van Oostenrijk, de Engelschen trach
ten nog steeds hun bij Koet el Amara inge
sloten leger te ontzetten. De Russen gelukte
iet zich van Erzeroem meester te maken,
doch nu houden sterke Turksche strijdkrach
ten hen in bedwang. De Italiaansche aanval-
en aan de Isonzo werden weder afgeslagen
evenals de Russische in Oost-Galicië. De vij
andelijke regeeringen haddien hun volken ver
zekerd dat Duitschland'# militaire kracht ten
einde liep. Verdun, zal ze wel anders geleerd
hebben.
De kanselier begreep niet hoe de Entente-
nog verwachtingen koesterde van haar uit-
hongeringspolitiek, de vijanden vergeten dat
Duitschland's staatswezen dank rij de orga
nisatorische kracht van de geheele bevolking,
opgewassen is tegen de zwaarste moeilijkhe
den van de verdeeling der levensmiddelen.
Ze vergeten dat het Duitsche volk over een
i luitengewone moreele reserve beschikt, die het
n staat stelt de in den laatste tientallen van
aren verhoogde levensstandaard weer te ver
ten.
De kanselier keurde scherp af de schending
van het volkenrecht door Engeland zoowel te
genover Duitschland als tegenover de neutra
len bedreven enhekelde de vredesvoorwaarden
van den heer Asquith die een volledige ver
nietiging van Pruisens militare macht voor
stelde. „Wllen onze vijanden" sprak de kan
selier, „het vennoorden van menschen en de
verwoesting van Europa nog steeds laten
doorgaan, welnu, dan is de schuld aan hen.
Wij staan onzen man om steeds krachtiger
slagen uit te deelen." (Levendige toejuichin
gen.)
Wat kan de coalitie der vijandelijke aan
Europa bieden: Rusland het lot van Polen
en Finland, Frankrijk de pretentie van de he
gemonie, dié ons zulk een ellende is geweest,
Engeland dien toestand van verbrokkeling en
blijvende prikkelbaarheid, die het 't evenwicht
op het vaste land noemt en die de innerlijke
oorzaak is van de onbeschrijflijke ellende,
warain deze oorlog Europa heeft gedompeld.
(Zeer juist.) Walmeer de drie mogendheden
zich niet tegen ons hadden aaneengesloten,
dan zou de vrede van Europa door ae krach-
slechts langzaam. Hoe het echter zal rijn,
het moet voor alle volken, die het bewonen,
een Europa van vreedzamen arbeid worden.
De vrede, die aan dezen oorlog een einde zal
maken, moet duurzaam rijn enniet de kiem
van nieuwe orologen, maar van definitieve,
vreedzame orde in zich dragen. (Bravo, toe
roep van den heer Liebknecht.)
Wat het lot der koloniën betreft, zeide de
kanselier dat dit per slot van rekening op het
vaste land wordt beschikt, Duitschlands over
winningen op het vaste land zullen het bezit
van rijn koloniën verzekeren sprak de kanse
lier.
„Wij hebben dezen oorlog niet gewild, wij
voelde geen behoefte onze grenzen te wijzi
gen, toen hij tegen onzen wil begon, wij be
dreigde geen volk met vernietiging van zijn
bestaan en deverwoesting van zijn volksbe
staan", en hij eindigde: „In ernstige oogen-
blikken rust op onzen arbeid dubbele verant
woordelijkheid. Geen andere gedachte ver
vult on dan»die: „Hoe helpen en steunen wij
het beste onze krijgslieden, die ginds hun le
ven wagen voor 't vaderland?" „Eén geëst en
wil leidt hen. Deze geest, die ons allen veree-
nigt, moet ook ons leiden en zal hier aan on
ze kinderen en'kindskinderen over den oorlog
dien dev aderen hebben gevoerd, een vrije toe
komst brengen." (Levendige, lang aanhou
dende toejuichingen. Handgeklap aankalk
rijden van het Huis.)
EEN OFFICIEELE TEGENSPRAAK.
(OfficieelIn de Nederlandsche pers is
melding gemaakt van een aan het „Svenska
meter afstand hij de bellenbaan van het schip
zag op het oogenblik, dat de ontploffing
plaats had.
Getuige: Op het oogenblik der ontplof
fing verdween het einde van de streep, dat
naar hem toegekeerd is, uit rijn gezicht. Hij
stond op de brug, 16 Meter hoog. Hij be
vond zich 16 h 17 M. van stuurboord en 4 k
5 M. van bakboord.
Op een andere vraag van overste Canters
deelde getuige nog mede dat hij geen sproei-
water vóór ae torpedo uit had' gezien. Wel
had hij den indruk, dat er onder water iets
voortbewoog.
Overste Canters merkte naar aanleiding
hiervan op, dat men ook geen sproei-water
kan zien, wanneer de torpedo op eenige diep
te gesteld is.
Voorts deelde de deskundige mede, dat een
torpedo, welke 42 mijl loopt en op een diep
te van 4 meter gesteld is, een bellenbaan
heeft, die 80 meter achter de torpedo komt.
Op een vraag van den heer Roosenburg
deelde getuige nog mede, dat hij uit de snel
heid en de breedte van de witte streep afleid
de, dat deze door een torpedo, en niet door
een onderzeeër zelf was veroorzaakt.
Later had hij een rond gat boven water
gezien in den wdnd van het schip, 2 meter
reed en 1 Meter hoog.
De uitkijk had de bellenbaan ook waarge
nomen.
Overste Canters deelde hierop mede, dat
uit het onderzoek alhier op het torpedoate
lier ingesteld, gebleken is, dat de stukken
brons in de sloepen gevonden ongetwijfeld
afkomstig waren van een Schwartzkopff-tor-
Dagbladef' gezonden bericht, waarin wordt pedo luchtkamer,
beweerd dat de Britsche regeering aan die De voorzitter. Was het dus een Duitsche
van Nederland zoude hebben voorgeslagen,
den doortocht voor een leger door Zeeuwsch-
Vlaanderen toe staan. Het departement van
buiten landsche zaken deelt dienaangaande
mede, dat bedoelde bewering volkomen on
waar is.
DE„ELZIENA HELENA".
(Officieel). Het departement van marine
meldt, dat het onderzoek naar het tot zinken
brengen van den Nederlandschen gaffel
schoener „Elziena Helena" heeft vastgesteld
dat genoemd zeischip met een lading hout
op reis van Drammen (Noorwegen) naar
ten der stille ontwikkeling langzamerhand I bracht, na de drie opvarenden gezagvoer
bevestigd rijn geworden. Dit te bereiken was stuurman en kok te hebben afgehaald. I >e
het doel van de Duitsche politiek voor den
oorlog. Wat wij! hebben, wilden wij door
vreedzamen arbeid verkrijgen, maar onze
vijanden verkozen den oorlog. (Interruptie
van' den heer Liebknecht.) Nu moet de vrede
van Europa uit een zee van bloed en tranen,
.uit de graven van millioenen opniuew ont
staan. Wij trokken ten oorlog te onzer verde
diging. Maar wat vroeger was is thans niet
meer. De geschiedenis vervolgde haren loop
met ijzeren tred. Een „terug" is er niet meer.
Duitschland en Oostenrijk-Hongarije heb
ben niet de bedoeling gehad de Poolsche
3ueastie aan de orde te stellen, het noodlot
er veldslagen heeft dit gedaan. Nu wacht
vervoer 'van contrabande heeft tot zinken ge-
'oerder,
- on
derzeeboot heeft daarop de sloep van de „El
ziena Helena" naar het lichtschip „Noord»
Hindre" gesleept en de opvarenden aan dat
lichtschip afgegeven.
DÉ ONVEILIGHEID TER ZEE.
De N. Rott. Crt verneemt van de directie
der Stoomvaartsmaatschappij „Nederland",
torpedo
Overste Canters: Ik durf geen conclusies
te trekken, daar op de stukken geen merk
stond. Schwarzkopfftorpedo's rijn geleverd
aan Japan, 'Holland, Griekenland, Spanje en
eenige Zuid-Amerikaansche staten. Mijn
conclusie is, dat de „Tubantia" zeker door
een Schwartzkoff-torpedo getroffen is. De na
tionaliteit er van kan ik niet meededen. Wel
heb, ik juist van het departement nog gehoord
dat er nu weer een stuk metaal in een der
sloepen is gevonden. Ook had hij vernomen,
dat er op de Wadden een bronzen torpedo
gevonden wasi Een énander zal nog onder
zocht worden.
Op desbetreffende vragen deelde overste
Canters nog mede, dat op 6 streken men de
meeste kans heeft om een schip te treffen. Een
Schwartzkopff-torpedo kan 1000 meter loo-
pen.
Uit het scheikundig onderzoek was ook ge
bleken, dat het gevonden metaal absoluut
overeenkwam met onze Schwartkopff-torpedo
bij de marine in gebruik-
Al was een torpedo op 4 meter diepte ge
steld, dan kan het toch mogelijk zijn, dat net
Be BURGEMEESTER der gemeente
ALKMAAR brengt ter algemeene ken
nis, dat ter secretarie verkrijgbaar zijn
blanco verzoekschriften ter verkrijging
van JACHT- BUT VISCHAKTBS en
buitengewone machtigingen tot het schieten
van schadelijk gedierte.
De aanvragen ter bekoming vanJACHT-
en VISCHAKTEN behooren zooveel moge
lijk, vóór den 15 Juni a.s. ter secretarie te
worden gedaan.
Vreemdelingen, die hier|geen vaste woon
plaats hebben, kunnen slechts dan jachtakten
bekomen, wanneer bij het onderteekend
verzoekschrift wordt overgelegd het photo-
grafisch portret van den aanvrager.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPINQ. v
Alkmaar, 6 April 1916.
aan zal komen zich te verdedigen tegen een
noodlottige pressie, misschien tegen dreige
menten. De regeering is, naar ik vrees, over
geleverd aan dengeen die den grootsten
mond zal opzetten. Eén ding stelt me ge
rust: de Duitschers hebben het te druk voor
Verdun om aan onze grenzen bepaald on
rustwekkend op te treden.
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
De algemeene beraadslaging over de Ou
derdomswet werd voortgezet
De heer de Wisser (c fa., Katwijk) hervat
te rijn rede. Sprekers hoofdbedenking tegen
het staatspensioen was. dat het in strijd is
met de historische ontwikkeling van ons ar
menwezen ook met onze armenwet Hij ont
kende voorts, dat armenzorg een vernederend
karakter moet hebben en armenzorg te
genover pensioen staat als gunst tegenover
recht. Het staatspensioen wordt mechanisch
uitgekeerd, terwijl de annehzorg zich naar
de behoeften richt
Spr. noemde het ontwerp een anti-nationa
le regeling, welke niet historisch is. om dat
rij met het aanvullend karakter van de staats
armenzorg in strijd' is. Zij verbreekt het com
promis van 1912 en demigreert de kerkelijke
en particuliere armenzorg ten bate van de
staatsarmenzorg. Behalve anti-nationaal
achtte spr. tie wet nog anti-kerkelijk en anti
sociaal
De heer Kooien (r. k., Grave) meende even
eens, dat dit ontwerp van de beginselen der
armenwet afwijkt. Er wordt niet gevraagd,
of er ook uit andere hoofde ondersteuning
ontvangen wordt.
Spr. was van oordeel, dat de regeering ten
onrechte van ouderdomsrente spreekt in
plaats van onderstand. Hij vertrouwde, dat
de regeering tegen een amendement in dien
der Stoomvaartsmaatscnappij „iNeaeriana i steld, dan kan het toch mogelijk zijn, dat net i de regeering tegen eei
dat de route om Schotland, door „de Prins J schip hooger getroffen wordt, deelde de des- Zm geen bezwaar heeft,
Her Nederlanden" on haar terugreis van In-1 ïaindicte nog mede I Zijn ergernis betuigd
ze, waarop thans de ouderdomsrente won
uer
rij op de oplossing. Duischland en Oosten
rijk moeten en zullen ze brengen, (bravo).
De geschiedenis kent na zulke schokken
geen status quo ante" (zeer juist).
België zal na den oorlog een nieuw land
rijn.
Het Polen, dat de Russische tschinownik
verliet, terwijl hij nog haastig omkoopgeld
afperste, dat de Russische kozak brandstich
tend en plunderend ontruimde, bestaat niet
meer. Zelfs Doemaleden hebben openhartig
verklaard, dat rij zich den terugkeer 'van den
tschinownik naar de plaats, waar intusschen
Duitschers en Oostenrijkers eerlijk voor rijn
ongelukkig land werkten niet kunnen voor-
stollen
Ook de heer Asquith spreekt van het be
ginsel der nationaliteiten. Als hij dit doet en
zich plaatst in toestand van den onoverwon
nen en onoverwinbaren vijand, kan hij dan
werkelijk aannemen, dat Duitschland ooit de
vrijwillig door dit land en rijn bondgenoot
bevrijde volken tusschen de Oostzee en de
Wolhynische moerassen weder zal overleveren
aan de heerschappij van het reaqjionnaire
Rusland, onverschillig of het Polen, Littau-
ers, Balten of Letten zijn? (Bravo).
Neen, niet ten tweeden male zal Rusland
aan de onbeschermde grens van Oost en
West-Pruisen rijn legers laten opmarschee-
ren (stormachtige toejuichingen), niet nog
eens mét Fransch geld het Weichselland tot
invalspoort in het onbeschermde Duitschland
inrichten. (Levendige instemming.)
Evenmin zal iemand gelooven, dat wij in
het westen landen, waar het bloed van ons
volk gevloeid is. zullen prijsgeven zonder
volledige zekerheid voor onze toekomst. Wij
zullen ons reële waarborgen verschaffen, dat
België geen Fransch-Engelsche vazalstaat
wordt en militair en economisch niet tot een
vestingbuitenwerk tegen Duitschland wordt
der Nederlanden" op haar terugreis
dië gevolgd, geen ernstige moeilijkheden»van
navigatie heeft opgeleverd'. Tengevolge van
de sterke tempera tuur-wisselingen is er ten
Noorden van Schotland wel veel dikke mist,
en dit is inderdaad een bezwaar van déze
rbute, maar misten doet het zoowat óveral,
en onoverkomelijk is dit bezwaar zek,er niet.
Als de gezagvoerder maar over goede kaar
ten bescnikt, biedt deze route geen buitenge-
Dezen eersten keer heeft er
kundigè nog mede.
Naar aanleiding van een desbetreffende
vraag deelde de deskundige nog mede, dat
het moeilijk was uit het geluid der ontploffing
en uit de kracht af te leiden, of deze veroor
zaakt was door een mijn of een torpedo.
Uit het duikkeroderzoek was geblekken, dat
de „Tubantia" juist met het gat naar boven
lag.-
De 4de machinist A. J. C. de Groot deelde
mede, dat hij later in de sloep een zoek-
wone gevaren. Dezen eersten keer neeit er nog meüe, üat mj later in ae sioep een zeen-
echter wel iets ontbroken: de gezagvoerder lich laag op het water had zien wenken. Ook
kon in Engeland geen goede kaarten krijgen,
Dat hierin bij vertrek uit Nederland behoor
lijk voorzien zal worden, spreekt vanzelf.
Naar het oordeel der directie van de
Maatschappij „Nederland" zal het het vei-
zag hij eenige oogenblikken daarna een Zwar
te massa op het water, als van een onderste
boven liggend vaartuig.
De voorzitter van den Raad, mr. Cnoop
Koopmans, bracht aan het slot der zitting
li est voor" onze groote scheepvaattmaatschap- j een woord van hulde aan den kapitein, offi-
pijen zijn, dat de schepen tot benoorden de eieren en bemanning der „Tubantia voor
ericht. Ook hier doet het noodlot geen $tap
iteruit, ook hier kan Duitschland bijv. dtn
lang verdrukten Vlaamschen volkstam niet
weder prijsgeven aan de verfransching (Ie-
ven-dige bravo's), interruptie van Liebknecht)
maar net zal hem een gezonde, met rijn rij
ken aanleg strookende ontwikkeling op dén
grondslag van rijn Nederlandsche taal en
rijn Nederlandschen aard verzekeren.
Het Europa, dat uit deze crisis, de meest
ontzaglijke van alle overige, zal ontstaan,
zal op het oude niet gelijken. Het vergoten
bloed komt nooit terug, het verspilde goed
Döggersbank worden geconvoyeerd dóór
sleepbooten. Overwogen wordt zooveel mo
gelijk in convooi te varen. Daaromtrent zal
overleg worden gepleegd met andere groote
maatschappijen.
DE „TUBANTIA".
De Raad voor de Scheepvaart stelde gister
morgen een, onderzoek in naar het zinken
van het,stoomschip „Tubantia" van den Kck
ninklijken Holiandschea Lloyd, in de nabij
heid van het lichtschip de „Noord-Hinder",
óp 16 Maart.
De kapitein-luitenant ter zee C. J. Canters,
chef van den torpedodienst, woonde als des
kundige de zitting bij.
De gezagvoerder van de „Tubantia" legde
eerst verklaringen of overeenkomstig de des
tijds in de bladen gepubliceerde verhalen.
Bij de ontploffing zag hij een rookwolk als
kruitdamp.
De 1ste machinist voelde de ontploffing^
als een veerende stoot.
De 2de machinist had vanuit de redding
sloep de scheur in de „Tubantia" gezien. De
platen waren omgekruld.
De 4de machinist zag bij de ontploffing
geelachtig licht en hoorde een „reuzenknal"
Op een gegeven oogenblik zag de 4de
stuurman, die op de brug stond, een streep
op het water, lichter dan de kleur van het
water. Hij zag deze streep snel naderbij ko
men. De streep was niet erg breed en geleek
op de zoglijn van een snel schip. Hij zag de
streep op 6 streeken aan stuurboord, recht
op het schip aan. Hij dacht direct, dat er een
torpedo afgevuurd werd. Hij had nog nooit
ae bellenbaan van een torpedo gezien. Hij
riep: „Kijk daar eens!" Vóór hij nog de gele
genheid nad naar stuurboord te loopen,
hoorde hij de ontploffing en viel er een
gen van glas en hout,
Overste Canters vroeg getuige op hoeveel
hetgeeri rij voor het redden der passagiers
gedaan hadden.
Later volgt uitspraak.
EEN INTERVIEW.
De Lbndensche correspondent van „Le
Journal" publiceert, naar de Tel. meldt, een
interview met den heer H. M. C. Holdert.
Deze zou als zijn persoonlijke meening te
"kennen hebben gegeven, dat hij het betreurt,
dat de militaire maatregelen uitsluitend tot
bescherming der Hollandsche onzijdigheid
bestemd zijn, en niet voor een spontane in
terventie. „Dat een dergelijke daad zou ge
schieden, durf ik helaas niet meer hopen."
De toipedeering van de „Tubantia" heeft
slechts gedurende 24 uren een algemeene ont
roering gewekt. Het volk wil den oorlog
niet.
De heer Holdert rekent het zich een eer,
dat men voor de inrichting van een officieel
bureau de organisatie navolgde, die hij zelf
had ingericht om de smokkelarij tegen te
gaan. De heer Holdert zeide verder, dat de
Nederlandsche regeering eenigen tijd gele
den op 't punt heeft gestaan om de reeds ge
mobiliseerde strijdkrachten met 150 h
200.000 man te vermeerderen, maar dat
Duitschland toen aan onze regeering te ken
nen' gaf, dat het een dergelijke maatregel on-
gewenscht achtte.
Als slot resumeerde de heer Holdert den
toestand aldus: De meerderheid des volks
neigt over naar onverschilligheid. Zij wil
den oorlog niet en laat alles over aan de re
geering. Wat deze laatste waarvan ver
scheidene leden met de geallieerden sympa-
thiseeren betreft, rij kenmerkt zich r door
de uiterste zwakte. Zij was zwak, toen op het
oogenblik van de invasie in België het er op
aankwam om het besluit te nemen, dat de
rechtvaardigheid en de plicht voorschreven.
En zij zal weer zwak zijn, wanneer het er
Zijn ergernis betuigde spreker over de wij-
op thans de ouderdomsrente wordt
verleend.
Bij een regeling van werkzaamheden werd
besloten hedenochtend om half elf een aantal
in de afdeelingen te onderzoeken.
De behandeling van de Ouderdomswet
werd voortgezet.
De heer Kooien hervatte rijn rede en be
toogde, dat het de schuld der regeering is,
dat de propaganda voor staatspensioen op
frond' van de werking van artikel 369 der
nvaliditeitswet zulk een wel toebereiden bo
dem vindt. Spr. had overwegend bezwaar te
gen de uitvoering van de wet door de ge
meentebesturen, en achtte het onverantwoor
delijk de hooge kosten der wet op de schou
ders van de belastingplichtigen te leggen
De heer Snoeck tl enkemans (c. h., Apel
doorn) noemde het voorstel anti-sociaal.
De heer De Muralt (u. L, Oostburg) stel
de tegenover den tegenstand van rechts het
feit, dat het ontwerp in de linkerzijde veel
instemming vond. Duizenden in den lande
willen het staatspensioen. Spr. verklaarde te
zullen stemmen voor de opneming der bedeel
den in het wetsontwerp.
LANDBOUWBOEKHOUDING
EN DE
RIJKSINKOMSTENBELASTING.
Het is bekend dat de boer, behoudens een
enkele gunstige uitzondering, geen liefheb
ber is van boekhouden. Bij voortduring is hij
op het groote nut daarvan gewezen, doch
scheen het werkelijk belang met geheel tot
hem door te dringen. Wanneer het laadje van
de kast maar ruim van contanten was voor
zien, was dat z. i. voldoende voor de beoor
deeling van de resultaten van zijn bedrijf.
Dat de boekhouding ook nog voor andere
doeleinden niet alleen nuttig, doch zelfs
noodzakelijk kan rijn, werd steeds over het
hoofd gezien. Hoe vaak blijkt het echter, dat
juist .de boekhouding is de spil, waar alles
om draait en menige verandering ten gunste
in de werkwijze van bedrijven heeft haar ont
staan te danken aan het door de boekhouding
gegeven overzien t.
Daar de landbouwboekhouding ook als
een cultuurbelang kan worden beschouwd,
heeft de Nederlandsche Heidemaatschappij
zich ook deze zaak aangetrokken. Gedurende
reeds eenige jaren heeft zij zich hiervoor zeer
veel moeite getroost en heeft zij in de wet op
de rijksinkomstenbelasting een krachtige
bondgenoote gekregen.
Na het tot stand komen van deze wet, is
meegr leven in de brouwerij gekomen. De
landbouwer begint thans te begrijpen, dat
het eigenbelang is een overzicht van zijn be
drijf te hebben, dat hem bij zijn aangifte voor
i
ALRMAARSCHE COURANT.
I 1 V .Li M.M IA f 11-
11 1 I 1- t- 1 Jnnmn nmi <4-»trO