DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Jacht en Visscherjj. No. 82 Honderd en achttiende jaargang. 1916 iprijs pa 3 nota f 1.— Ir. p. post IU5. Mrertentleprii! 10 tL p. regel, groote lettere ener plaatsruimte. Brieren Ir. N. V. Boek- en Handelsdrakkeril i.h. HERIds. COSTER 4 ZOOR, ïoordam C 9. Telefnr. 3. DONDERDAG 6 APRIL DUITSCHLAND. NEDERLAND. ft ALKMAAR, 6 April. De rijkskanselier heeft in den Duitschen rijksdag een redevoering gehouden, waar over kolommen naar ons land zijn geseind. Na een inleiding, waarin werd betoogd, dat de militaire toestand op alle fronten zeer goed is en geheej beantwoordt aan de ver wachtingen, betoogde de spreker, dat de eco nomische kracht zich opnieuw zal handhaven en er tevergeefs wordt gehoopt op uithon gering door afsluiting. Hij herinnerde aan de 9 December afgelegde verklaring nopens Duitschland's bereidwilligheid om over den vrede te spreken, betoogde, dat Duitschland ter verdediging het zwaard heeft getrokken, en nu niet weer tot den stand vaa zaken van vóór den oorlog wil terugkeeren. Me* na druk zei hij, dat Polen en de Oostzee-provin- ciën nooit meer onder Russisch bestuur zou den terugkeeren en voorts, dat Duitschland zich werkelijke waarborgen zal verschaffen, dat België geen Fransche of Engelsche vazal staat wordt en zoowel uit militair al» econo misch oogpunt niet tot een bolwerk tegen Duitschland gemaakt wordt, dat die lang on derdrukte Vlaamsche volksstam niet weer aan verwaalsching wordt prijsgegeven, dat dezen stam een gezonde en met zijn rijken aanleg overeenstemmende, ontwikkeling op den grondslag van zijn Nederlandsche taal en volksaard wordt verzekerd. In het debat, dat op deze redevoering een uitvoeriger uittreksel staat elders in dit blad volgde, dankte de centrums» afgevaardigde Spahn, den rijkskanselier voor diens verklaring in het bijzonder voor het geen als vredesdoel werd geschetst, terwijl de socialistische afgevaardigde Ebert zeide, dat niemand thans meer rekening kan hou den met de onderwerping van Duitschland en dat de militaire positie gunstiger is dan ooit te voren. De Duitsche per» beoordeelt de redevoe ring van den heer v. Bethmann Hollweg eveneens zeer gunstig. Het oorlogsdoel, het welk de rijkskanselier aangaf, is, schrijft dé Berl. Lok. Anz., zoo gematigd, dat daarte genover het, in strijd met de waarheid steeds weer opduikende verwijt moet verstommen, dat Duitschland naar de opperheerschappij in Europa streeft. En de „BörsenzeitungP schrijft: „Thans is voor onze tegenstanders een verwijzing naar de Duitsche landzucht niet meer mogelijk. De kanselier heeft duidelijk verklaard wat Duitschland onder het nationaliteitenbegin sel verstaat, n.l. de vrijheid der volken en de mogelijkheid van hun werkzaamheid volgens hun eigen ontwikkelingsvoorwaarden." Natuurlijk hebben de bladen der entente een anderen kijk op de revoering, maar daar omtrent vernemen we eerst mogen bijzonder heden. De Fransche berichten bevatten weer veel bestrijding van de Duitsche. Zij zeggen voorts, dat de Duitsche infanterie de laatste dagen zoozeer heeft geleden, dat rij Woens dag geen enkelen aanval heeft gedaan en dat de artillerie-munitie aan Duitschen kant noodzakelijk moet worden aangevuld, zoodat er pauze in het krijgsbedrijf is. De Duitschers berichten echter het dorp Haucourt (ten wes» ten van de Maas) versterkt en een Fransch steunpunt ten noord-oosten daarvan stor menderhand te, hebben genomen. Gisteravond is er weer een luchtschip bo ven de Engelsche noordoostkust verschenen Ter zee werd getorpilleerd het Engelsche stoomschip Clan Campbell (5900. ton) en een Noorsch stoomschip, waarvan de naam niet vaststaat. De Engelsche minister-president is van bet Italiaansdie bezoek na een conferentie met de Fransche ministers Briand en Ribot te Parijs weer te^ Londen- aangekomen. Hij scheen eenigszins vermoeid van de lange reis. De Italiaansche minister van oorlog, Zupe- li, hedt op verzoek ontslag gekregen en is door generaal Morrone opgevolgd. Een be richt uit Rome meldt, dat generaal Zupell reeds eerder verlangd had een adief aandeel aan den oorlog te nemen, maar toen terugge houden werd, omdat de minister-president Salandra eenigen tijd Italië moest verlaten. REDE VAN DEN RIJKSKANSELIER. In den Rijksdag heeft de Rijkskanselier een belangrijke rede gehouden. Eerst gig de kan- sélier Eerst ging de kanselier den toestand aan de verschillende fronten na en beschreef die als zeer gunstig. De Dardanellen onder nemen was geëindigd in een volkomen fiasco. Servië, Montenegro en Noord Albanië rijn in handen van Oostenrijk, de Engelschen trach ten nog steeds hun bij Koet el Amara inge sloten leger te ontzetten. De Russen gelukte iet zich van Erzeroem meester te maken, doch nu houden sterke Turksche strijdkrach ten hen in bedwang. De Italiaansche aanval- en aan de Isonzo werden weder afgeslagen evenals de Russische in Oost-Galicië. De vij andelijke regeeringen haddien hun volken ver zekerd dat Duitschland'# militaire kracht ten einde liep. Verdun, zal ze wel anders geleerd hebben. De kanselier begreep niet hoe de Entente- nog verwachtingen koesterde van haar uit- hongeringspolitiek, de vijanden vergeten dat Duitschland's staatswezen dank rij de orga nisatorische kracht van de geheele bevolking, opgewassen is tegen de zwaarste moeilijkhe den van de verdeeling der levensmiddelen. Ze vergeten dat het Duitsche volk over een i luitengewone moreele reserve beschikt, die het n staat stelt de in den laatste tientallen van aren verhoogde levensstandaard weer te ver ten. De kanselier keurde scherp af de schending van het volkenrecht door Engeland zoowel te genover Duitschland als tegenover de neutra len bedreven enhekelde de vredesvoorwaarden van den heer Asquith die een volledige ver nietiging van Pruisens militare macht voor stelde. „Wllen onze vijanden" sprak de kan selier, „het vennoorden van menschen en de verwoesting van Europa nog steeds laten doorgaan, welnu, dan is de schuld aan hen. Wij staan onzen man om steeds krachtiger slagen uit te deelen." (Levendige toejuichin gen.) Wat kan de coalitie der vijandelijke aan Europa bieden: Rusland het lot van Polen en Finland, Frankrijk de pretentie van de he gemonie, dié ons zulk een ellende is geweest, Engeland dien toestand van verbrokkeling en blijvende prikkelbaarheid, die het 't evenwicht op het vaste land noemt en die de innerlijke oorzaak is van de onbeschrijflijke ellende, warain deze oorlog Europa heeft gedompeld. (Zeer juist.) Walmeer de drie mogendheden zich niet tegen ons hadden aaneengesloten, dan zou de vrede van Europa door ae krach- slechts langzaam. Hoe het echter zal rijn, het moet voor alle volken, die het bewonen, een Europa van vreedzamen arbeid worden. De vrede, die aan dezen oorlog een einde zal maken, moet duurzaam rijn enniet de kiem van nieuwe orologen, maar van definitieve, vreedzame orde in zich dragen. (Bravo, toe roep van den heer Liebknecht.) Wat het lot der koloniën betreft, zeide de kanselier dat dit per slot van rekening op het vaste land wordt beschikt, Duitschlands over winningen op het vaste land zullen het bezit van rijn koloniën verzekeren sprak de kanse lier. „Wij hebben dezen oorlog niet gewild, wij voelde geen behoefte onze grenzen te wijzi gen, toen hij tegen onzen wil begon, wij be dreigde geen volk met vernietiging van zijn bestaan en deverwoesting van zijn volksbe staan", en hij eindigde: „In ernstige oogen- blikken rust op onzen arbeid dubbele verant woordelijkheid. Geen andere gedachte ver vult on dan»die: „Hoe helpen en steunen wij het beste onze krijgslieden, die ginds hun le ven wagen voor 't vaderland?" „Eén geëst en wil leidt hen. Deze geest, die ons allen veree- nigt, moet ook ons leiden en zal hier aan on ze kinderen en'kindskinderen over den oorlog dien dev aderen hebben gevoerd, een vrije toe komst brengen." (Levendige, lang aanhou dende toejuichingen. Handgeklap aankalk rijden van het Huis.) EEN OFFICIEELE TEGENSPRAAK. (OfficieelIn de Nederlandsche pers is melding gemaakt van een aan het „Svenska meter afstand hij de bellenbaan van het schip zag op het oogenblik, dat de ontploffing plaats had. Getuige: Op het oogenblik der ontplof fing verdween het einde van de streep, dat naar hem toegekeerd is, uit rijn gezicht. Hij stond op de brug, 16 Meter hoog. Hij be vond zich 16 h 17 M. van stuurboord en 4 k 5 M. van bakboord. Op een andere vraag van overste Canters deelde getuige nog mede dat hij geen sproei- water vóór ae torpedo uit had' gezien. Wel had hij den indruk, dat er onder water iets voortbewoog. Overste Canters merkte naar aanleiding hiervan op, dat men ook geen sproei-water kan zien, wanneer de torpedo op eenige diep te gesteld is. Voorts deelde de deskundige mede, dat een torpedo, welke 42 mijl loopt en op een diep te van 4 meter gesteld is, een bellenbaan heeft, die 80 meter achter de torpedo komt. Op een vraag van den heer Roosenburg deelde getuige nog mede, dat hij uit de snel heid en de breedte van de witte streep afleid de, dat deze door een torpedo, en niet door een onderzeeër zelf was veroorzaakt. Later had hij een rond gat boven water gezien in den wdnd van het schip, 2 meter reed en 1 Meter hoog. De uitkijk had de bellenbaan ook waarge nomen. Overste Canters deelde hierop mede, dat uit het onderzoek alhier op het torpedoate lier ingesteld, gebleken is, dat de stukken brons in de sloepen gevonden ongetwijfeld afkomstig waren van een Schwartzkopff-tor- Dagbladef' gezonden bericht, waarin wordt pedo luchtkamer, beweerd dat de Britsche regeering aan die De voorzitter. Was het dus een Duitsche van Nederland zoude hebben voorgeslagen, den doortocht voor een leger door Zeeuwsch- Vlaanderen toe staan. Het departement van buiten landsche zaken deelt dienaangaande mede, dat bedoelde bewering volkomen on waar is. DE„ELZIENA HELENA". (Officieel). Het departement van marine meldt, dat het onderzoek naar het tot zinken brengen van den Nederlandschen gaffel schoener „Elziena Helena" heeft vastgesteld dat genoemd zeischip met een lading hout op reis van Drammen (Noorwegen) naar ten der stille ontwikkeling langzamerhand I bracht, na de drie opvarenden gezagvoer bevestigd rijn geworden. Dit te bereiken was stuurman en kok te hebben afgehaald. I >e het doel van de Duitsche politiek voor den oorlog. Wat wij! hebben, wilden wij door vreedzamen arbeid verkrijgen, maar onze vijanden verkozen den oorlog. (Interruptie van' den heer Liebknecht.) Nu moet de vrede van Europa uit een zee van bloed en tranen, .uit de graven van millioenen opniuew ont staan. Wij trokken ten oorlog te onzer verde diging. Maar wat vroeger was is thans niet meer. De geschiedenis vervolgde haren loop met ijzeren tred. Een „terug" is er niet meer. Duitschland en Oostenrijk-Hongarije heb ben niet de bedoeling gehad de Poolsche 3ueastie aan de orde te stellen, het noodlot er veldslagen heeft dit gedaan. Nu wacht vervoer 'van contrabande heeft tot zinken ge- 'oerder, - on derzeeboot heeft daarop de sloep van de „El ziena Helena" naar het lichtschip „Noord» Hindre" gesleept en de opvarenden aan dat lichtschip afgegeven. DÉ ONVEILIGHEID TER ZEE. De N. Rott. Crt verneemt van de directie der Stoomvaartsmaatschappij „Nederland", torpedo Overste Canters: Ik durf geen conclusies te trekken, daar op de stukken geen merk stond. Schwarzkopfftorpedo's rijn geleverd aan Japan, 'Holland, Griekenland, Spanje en eenige Zuid-Amerikaansche staten. Mijn conclusie is, dat de „Tubantia" zeker door een Schwartzkoff-torpedo getroffen is. De na tionaliteit er van kan ik niet meededen. Wel heb, ik juist van het departement nog gehoord dat er nu weer een stuk metaal in een der sloepen is gevonden. Ook had hij vernomen, dat er op de Wadden een bronzen torpedo gevonden wasi Een énander zal nog onder zocht worden. Op desbetreffende vragen deelde overste Canters nog mede, dat op 6 streken men de meeste kans heeft om een schip te treffen. Een Schwartzkopff-torpedo kan 1000 meter loo- pen. Uit het scheikundig onderzoek was ook ge bleken, dat het gevonden metaal absoluut overeenkwam met onze Schwartkopff-torpedo bij de marine in gebruik- Al was een torpedo op 4 meter diepte ge steld, dan kan het toch mogelijk zijn, dat net Be BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter algemeene ken nis, dat ter secretarie verkrijgbaar zijn blanco verzoekschriften ter verkrijging van JACHT- BUT VISCHAKTBS en buitengewone machtigingen tot het schieten van schadelijk gedierte. De aanvragen ter bekoming vanJACHT- en VISCHAKTEN behooren zooveel moge lijk, vóór den 15 Juni a.s. ter secretarie te worden gedaan. Vreemdelingen, die hier|geen vaste woon plaats hebben, kunnen slechts dan jachtakten bekomen, wanneer bij het onderteekend verzoekschrift wordt overgelegd het photo- grafisch portret van den aanvrager. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPINQ. v Alkmaar, 6 April 1916. aan zal komen zich te verdedigen tegen een noodlottige pressie, misschien tegen dreige menten. De regeering is, naar ik vrees, over geleverd aan dengeen die den grootsten mond zal opzetten. Eén ding stelt me ge rust: de Duitschers hebben het te druk voor Verdun om aan onze grenzen bepaald on rustwekkend op te treden. BINNENLAND. TWEEDE KAMER. De algemeene beraadslaging over de Ou derdomswet werd voortgezet De heer de Wisser (c fa., Katwijk) hervat te rijn rede. Sprekers hoofdbedenking tegen het staatspensioen was. dat het in strijd is met de historische ontwikkeling van ons ar menwezen ook met onze armenwet Hij ont kende voorts, dat armenzorg een vernederend karakter moet hebben en armenzorg te genover pensioen staat als gunst tegenover recht. Het staatspensioen wordt mechanisch uitgekeerd, terwijl de annehzorg zich naar de behoeften richt Spr. noemde het ontwerp een anti-nationa le regeling, welke niet historisch is. om dat rij met het aanvullend karakter van de staats armenzorg in strijd' is. Zij verbreekt het com promis van 1912 en demigreert de kerkelijke en particuliere armenzorg ten bate van de staatsarmenzorg. Behalve anti-nationaal achtte spr. tie wet nog anti-kerkelijk en anti sociaal De heer Kooien (r. k., Grave) meende even eens, dat dit ontwerp van de beginselen der armenwet afwijkt. Er wordt niet gevraagd, of er ook uit andere hoofde ondersteuning ontvangen wordt. Spr. was van oordeel, dat de regeering ten onrechte van ouderdomsrente spreekt in plaats van onderstand. Hij vertrouwde, dat de regeering tegen een amendement in dien der Stoomvaartsmaatscnappij „iNeaeriana i steld, dan kan het toch mogelijk zijn, dat net i de regeering tegen eei dat de route om Schotland, door „de Prins J schip hooger getroffen wordt, deelde de des- Zm geen bezwaar heeft, Her Nederlanden" on haar terugreis van In-1 ïaindicte nog mede I Zijn ergernis betuigd ze, waarop thans de ouderdomsrente won uer rij op de oplossing. Duischland en Oosten rijk moeten en zullen ze brengen, (bravo). De geschiedenis kent na zulke schokken geen status quo ante" (zeer juist). België zal na den oorlog een nieuw land rijn. Het Polen, dat de Russische tschinownik verliet, terwijl hij nog haastig omkoopgeld afperste, dat de Russische kozak brandstich tend en plunderend ontruimde, bestaat niet meer. Zelfs Doemaleden hebben openhartig verklaard, dat rij zich den terugkeer 'van den tschinownik naar de plaats, waar intusschen Duitschers en Oostenrijkers eerlijk voor rijn ongelukkig land werkten niet kunnen voor- stollen Ook de heer Asquith spreekt van het be ginsel der nationaliteiten. Als hij dit doet en zich plaatst in toestand van den onoverwon nen en onoverwinbaren vijand, kan hij dan werkelijk aannemen, dat Duitschland ooit de vrijwillig door dit land en rijn bondgenoot bevrijde volken tusschen de Oostzee en de Wolhynische moerassen weder zal overleveren aan de heerschappij van het reaqjionnaire Rusland, onverschillig of het Polen, Littau- ers, Balten of Letten zijn? (Bravo). Neen, niet ten tweeden male zal Rusland aan de onbeschermde grens van Oost en West-Pruisen rijn legers laten opmarschee- ren (stormachtige toejuichingen), niet nog eens mét Fransch geld het Weichselland tot invalspoort in het onbeschermde Duitschland inrichten. (Levendige instemming.) Evenmin zal iemand gelooven, dat wij in het westen landen, waar het bloed van ons volk gevloeid is. zullen prijsgeven zonder volledige zekerheid voor onze toekomst. Wij zullen ons reële waarborgen verschaffen, dat België geen Fransch-Engelsche vazalstaat wordt en militair en economisch niet tot een vestingbuitenwerk tegen Duitschland wordt der Nederlanden" op haar terugreis dië gevolgd, geen ernstige moeilijkheden»van navigatie heeft opgeleverd'. Tengevolge van de sterke tempera tuur-wisselingen is er ten Noorden van Schotland wel veel dikke mist, en dit is inderdaad een bezwaar van déze rbute, maar misten doet het zoowat óveral, en onoverkomelijk is dit bezwaar zek,er niet. Als de gezagvoerder maar over goede kaar ten bescnikt, biedt deze route geen buitenge- Dezen eersten keer heeft er kundigè nog mede. Naar aanleiding van een desbetreffende vraag deelde de deskundige nog mede, dat het moeilijk was uit het geluid der ontploffing en uit de kracht af te leiden, of deze veroor zaakt was door een mijn of een torpedo. Uit het duikkeroderzoek was geblekken, dat de „Tubantia" juist met het gat naar boven lag.- De 4de machinist A. J. C. de Groot deelde mede, dat hij later in de sloep een zoek- wone gevaren. Dezen eersten keer neeit er nog meüe, üat mj later in ae sioep een zeen- echter wel iets ontbroken: de gezagvoerder lich laag op het water had zien wenken. Ook kon in Engeland geen goede kaarten krijgen, Dat hierin bij vertrek uit Nederland behoor lijk voorzien zal worden, spreekt vanzelf. Naar het oordeel der directie van de Maatschappij „Nederland" zal het het vei- zag hij eenige oogenblikken daarna een Zwar te massa op het water, als van een onderste boven liggend vaartuig. De voorzitter van den Raad, mr. Cnoop Koopmans, bracht aan het slot der zitting li est voor" onze groote scheepvaattmaatschap- j een woord van hulde aan den kapitein, offi- pijen zijn, dat de schepen tot benoorden de eieren en bemanning der „Tubantia voor ericht. Ook hier doet het noodlot geen $tap iteruit, ook hier kan Duitschland bijv. dtn lang verdrukten Vlaamschen volkstam niet weder prijsgeven aan de verfransching (Ie- ven-dige bravo's), interruptie van Liebknecht) maar net zal hem een gezonde, met rijn rij ken aanleg strookende ontwikkeling op dén grondslag van rijn Nederlandsche taal en rijn Nederlandschen aard verzekeren. Het Europa, dat uit deze crisis, de meest ontzaglijke van alle overige, zal ontstaan, zal op het oude niet gelijken. Het vergoten bloed komt nooit terug, het verspilde goed Döggersbank worden geconvoyeerd dóór sleepbooten. Overwogen wordt zooveel mo gelijk in convooi te varen. Daaromtrent zal overleg worden gepleegd met andere groote maatschappijen. DE „TUBANTIA". De Raad voor de Scheepvaart stelde gister morgen een, onderzoek in naar het zinken van het,stoomschip „Tubantia" van den Kck ninklijken Holiandschea Lloyd, in de nabij heid van het lichtschip de „Noord-Hinder", óp 16 Maart. De kapitein-luitenant ter zee C. J. Canters, chef van den torpedodienst, woonde als des kundige de zitting bij. De gezagvoerder van de „Tubantia" legde eerst verklaringen of overeenkomstig de des tijds in de bladen gepubliceerde verhalen. Bij de ontploffing zag hij een rookwolk als kruitdamp. De 1ste machinist voelde de ontploffing^ als een veerende stoot. De 2de machinist had vanuit de redding sloep de scheur in de „Tubantia" gezien. De platen waren omgekruld. De 4de machinist zag bij de ontploffing geelachtig licht en hoorde een „reuzenknal" Op een gegeven oogenblik zag de 4de stuurman, die op de brug stond, een streep op het water, lichter dan de kleur van het water. Hij zag deze streep snel naderbij ko men. De streep was niet erg breed en geleek op de zoglijn van een snel schip. Hij zag de streep op 6 streeken aan stuurboord, recht op het schip aan. Hij dacht direct, dat er een torpedo afgevuurd werd. Hij had nog nooit ae bellenbaan van een torpedo gezien. Hij riep: „Kijk daar eens!" Vóór hij nog de gele genheid nad naar stuurboord te loopen, hoorde hij de ontploffing en viel er een gen van glas en hout, Overste Canters vroeg getuige op hoeveel hetgeeri rij voor het redden der passagiers gedaan hadden. Later volgt uitspraak. EEN INTERVIEW. De Lbndensche correspondent van „Le Journal" publiceert, naar de Tel. meldt, een interview met den heer H. M. C. Holdert. Deze zou als zijn persoonlijke meening te "kennen hebben gegeven, dat hij het betreurt, dat de militaire maatregelen uitsluitend tot bescherming der Hollandsche onzijdigheid bestemd zijn, en niet voor een spontane in terventie. „Dat een dergelijke daad zou ge schieden, durf ik helaas niet meer hopen." De toipedeering van de „Tubantia" heeft slechts gedurende 24 uren een algemeene ont roering gewekt. Het volk wil den oorlog niet. De heer Holdert rekent het zich een eer, dat men voor de inrichting van een officieel bureau de organisatie navolgde, die hij zelf had ingericht om de smokkelarij tegen te gaan. De heer Holdert zeide verder, dat de Nederlandsche regeering eenigen tijd gele den op 't punt heeft gestaan om de reeds ge mobiliseerde strijdkrachten met 150 h 200.000 man te vermeerderen, maar dat Duitschland toen aan onze regeering te ken nen' gaf, dat het een dergelijke maatregel on- gewenscht achtte. Als slot resumeerde de heer Holdert den toestand aldus: De meerderheid des volks neigt over naar onverschilligheid. Zij wil den oorlog niet en laat alles over aan de re geering. Wat deze laatste waarvan ver scheidene leden met de geallieerden sympa- thiseeren betreft, rij kenmerkt zich r door de uiterste zwakte. Zij was zwak, toen op het oogenblik van de invasie in België het er op aankwam om het besluit te nemen, dat de rechtvaardigheid en de plicht voorschreven. En zij zal weer zwak zijn, wanneer het er Zijn ergernis betuigde spreker over de wij- op thans de ouderdomsrente wordt verleend. Bij een regeling van werkzaamheden werd besloten hedenochtend om half elf een aantal in de afdeelingen te onderzoeken. De behandeling van de Ouderdomswet werd voortgezet. De heer Kooien hervatte rijn rede en be toogde, dat het de schuld der regeering is, dat de propaganda voor staatspensioen op frond' van de werking van artikel 369 der nvaliditeitswet zulk een wel toebereiden bo dem vindt. Spr. had overwegend bezwaar te gen de uitvoering van de wet door de ge meentebesturen, en achtte het onverantwoor delijk de hooge kosten der wet op de schou ders van de belastingplichtigen te leggen De heer Snoeck tl enkemans (c. h., Apel doorn) noemde het voorstel anti-sociaal. De heer De Muralt (u. L, Oostburg) stel de tegenover den tegenstand van rechts het feit, dat het ontwerp in de linkerzijde veel instemming vond. Duizenden in den lande willen het staatspensioen. Spr. verklaarde te zullen stemmen voor de opneming der bedeel den in het wetsontwerp. LANDBOUWBOEKHOUDING EN DE RIJKSINKOMSTENBELASTING. Het is bekend dat de boer, behoudens een enkele gunstige uitzondering, geen liefheb ber is van boekhouden. Bij voortduring is hij op het groote nut daarvan gewezen, doch scheen het werkelijk belang met geheel tot hem door te dringen. Wanneer het laadje van de kast maar ruim van contanten was voor zien, was dat z. i. voldoende voor de beoor deeling van de resultaten van zijn bedrijf. Dat de boekhouding ook nog voor andere doeleinden niet alleen nuttig, doch zelfs noodzakelijk kan rijn, werd steeds over het hoofd gezien. Hoe vaak blijkt het echter, dat juist .de boekhouding is de spil, waar alles om draait en menige verandering ten gunste in de werkwijze van bedrijven heeft haar ont staan te danken aan het door de boekhouding gegeven overzien t. Daar de landbouwboekhouding ook als een cultuurbelang kan worden beschouwd, heeft de Nederlandsche Heidemaatschappij zich ook deze zaak aangetrokken. Gedurende reeds eenige jaren heeft zij zich hiervoor zeer veel moeite getroost en heeft zij in de wet op de rijksinkomstenbelasting een krachtige bondgenoote gekregen. Na het tot stand komen van deze wet, is meegr leven in de brouwerij gekomen. De landbouwer begint thans te begrijpen, dat het eigenbelang is een overzicht van zijn be drijf te hebben, dat hem bij zijn aangifte voor i ALRMAARSCHE COURANT. I 1 V .Li M.M IA f 11- 11 1 I 1- t- 1 Jnnmn nmi <4-»trO

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1