DAGBLAD- VOÖR ALKMAAR ENOMSTREKEN. No. 8® Honderd en ashttiende jaargang 191® UMbfrülMtoft~. ft.p..postf 1.25. flirertfffltlepril» 10®tp.regel. Brlerafi.1.Bonk-enHandelsdrahKerl!ikBERHs.COSIER tataCS. TM.U DINSDAG 11 APRIL ENGELAND. NEDEELAND. Malancourt Haucourt Avocourt I Betblncourt De doode man X304 I Esnes ALKMAAR, 1,1 ApriL Hoe staat het bij Verdun? „Best" zeggen de Fransche bladen. En „best" zeggen ook de Duitsche couranten. De toestand wordt dus aan weerskanten als hoopvol aangegeven, i En naar gelang van zijn persoonlijke sym pathiën kan ieder, die dat wil, den stand van zaken bij Verdun beschouwen. Is hij pro- geallieerd, dan kan hij overtuigd zijn, dat de Duitschers zich bij Verdun te pletter loopen, is hij pro-Duitsch, dan kan hij van meening wezen, dat de Franschen de vesting kwijt zullen faken. Wanneer men zich tracht los te maken van zijn persoonlijke gevoelens en dat is ver standig, want daaraan stoort zich het krijgs bedrijf niet en die gevoelens hebben op den uitslag geen invloed en dan den stand van 7akpn gaat beoordeelen, komt men tot de slotsom, dat men op het oogenblik voldoen de gegevens mist, om met stelligheid een po sitieve meèning te kunnen verkondigen. Blijft de strijd doorgaan, zooals hij thans sinds 50 dagen wordt gevoerd, dan zouden we den Duitschers meer kans willen geven om Verdun te veroveren, dan de Franschen om deze vesting te behouden. Hoe krachtig en hoe kranig de Fransche verdediging ook moge zijn, zij heeft tot dusverre niet kunnen beletten, dat de Duitschers in verschillende afzonderlijke gevechten tactische voordeelen hebben behaald, welke elk op zich zeli ge ring moge zijn, maar welke tezamen toch een aanzienlijke winst van uiterst moeilijk te ver over en terrein beteekenen. Stelselmatig, lang yaam maar zeker stellingen nemend of den tegenstander dwingend deze „vrijwillig" te ontruimen, verplaatsen de Duitschers hun front in de voor hen gewenschte richting Wat niet door de infanterie wordt genomen, wordt door de artillerie voor den verdediger onhoudbaar gemaakt Er is geen enkele reden om niet aan te nemen, dat de Franschen spoe dig genoodzaakt zullen zijn ook hoogte 30-1 en „de Doode Man" te ontruimen, waardoor de Duitsche linie wordt verplaatst naar de lijn Esnes—Chattancourt, zoodat, na de af brokkeling van het Fransche front, als het ware met een breekijzer, dan de zware mo ker kan worden gehanteerd, d. w. z. het fort Boirrus kan worden vermeesterd, waardoor de Fransche posities ten oosten van de Maas den Duitschers als rijpe vruchten in den schoot zouden vallen en de aanval op de -kèmvesting slechts een kwestie van tijd zou zijn, en al was er dan ook van die vesting weinig overgebleven, van waarde zou de verovering zijn, omdat het Fransche veldle ger zou moeten missen een scharnier, omdat het belangrijke Maas-overgangen en spoor wegverbindingen zou hebben verloren. Dit alles men houde het wel in het oog kan slechts gelden voor het geval dat de strijd blijft doorgaan op dezelfde wijze als tot dusverre. Of dit inderdaad het geval zal zijn? Voor de beantwoording van die vraag ontbreken ten eenenmale de gegevens. Men weet niet, hoe het met de mate van uitputting staat. Van Franschen kant wordt hoog opge geven van de Duitsche verliezen, van Duit sche zijde wordt verklaard, dat de Fransche verliezen de Duitsche verre overtreffen. Voor beide voorstellingen is er plaats in het wei nige, dat hieromtrent bekend is. Het is even moeielijk of gemakkelijk, als men wil te gelooven, dat de Duitschers zich uitput ten, als dat de Franschen dit doen. Uit de be richten is hat een zoo goed als het andere af te leiden en tegenover de oude bewering, dat de aanvaller de zwaarste verliezen lijdt kan men de nieuwere plaatsen, dat het juiste tactisch inzicht en de beste artilleristische voorbereiding voor zware verliezen kan be hoeden. Thans wordt er nog maar gevochten op en om het voorland. Wie zal zeggen, wat er zal gebeuren, wanneer dé eindstrijd voor de deur staat? Zou het onmogelijk zijn, dat een van beiden, den aanvaller of den verdedi ger, de krachten begeven, dat een plotselinge inzinking den afloop van den strijd verhaast en anders doet zijn, dan men had verwacht? Eerst achteraf, wanneer over het lot van Ver dun als militair doel voor dezen oorlog defi nitief is beslist, zal misschien kunnen worden vastgesteld, aan welken kant de uitputting dusdanig is geweest, dat men hier den strijd in aanval of verdediging niet langer heeft kunnen volhouden. Misschien wel te verstaan. Immers er bestaat niet de minste zekerheid om aan te nemén, dat het lot van Verdun bij Verdun wordt- beslist. De kansen der Duitschers om de vesting te nemen kun nen ettelijke malen gunstiger zijn, dan ze nu schijnen en in eens kan zelfs de beste kam» verkeken zijn. Dit geval zal zich voordoen, wanneer de Duitschers door een groot offen sief der geallieerden op een of meer punten van het andere front worden gedwongen het krijgsbedrijf hier te staken, Verdun in den steek te laten, teneinde op een met door braak bedreigde plek zoden aan den dijk te zetten. Zoo komen we dus tot de eindconclusie, dat de voorstellingen in verband met Verdun sjechts een betrekkelijke waarde hebben. Het kan zoo gaan maar het kan evengoed zus loopen. Daarom is het, zoo lang er niets van meer beslissenden aard gebeurt dan er tot dusver re is geschied, verstandig niet al te stellig in zijn uitspraak te zijn en kalm den loop der dingen af te wachten. Er is geen ander militair nieuws sinds gis teren te melden, dan dat Dujtsche aanvallen volgens het laatste Fransche legerbericht mislukt zijn. Hierboven plaatsen we een schetsplannetje om de ligging der stellingen 304 en de doo de man te doen zien. Heeft men ons kaartje van de omgeving van Verdun bewaard, dan Iran men zich met behulp daarvan uitstekend oriëuteeren. Getorpilleerd zijn de Engelsche stoomsche pen Zafra (3200 ton), Yonne, vroeger Fasta- lia geheeten (4000 ton), Silksworth Hall (4800 ton), Glenalmond (3900 ton), de En gelsche Eastern City (4300 ton) en de Mai- gan Abbey (4500 ton) heeten gezonken, ter wijl het Spaansche stoomschip Santanderino (3300 ton), het Noorsche stoomschip Sjolijst (1000 ton) en het Deensehe schip Caledonia getoipiileerd moeten zijn. De Engelsche regeering heeft in het Lager huis verklaard, dat zij met zorg elk voorstel van onzijdigen zal overwegen, dat er toe strekt om te voorkomen, dat vijandelijke ge- interneerde schepen, die door onzijdigen ge bruikt worden, worden genomen. met de vernietiging vhn de militaire over- heersching van Pruisen. Niets meer, maar ook niets minder. Sprekende over het lot van België, Servië, Montenegro, zeide de heer Asquith: De ge allieerden zijn de kampioenen niet alleen van de verdragsrechten, maar ook van de on afhankelijke staten en van de vrije ontwikke ling der zwakkere landen. De geallieerden wenschen het oude België herleefd te zien en zijn vastbesloten dien wensch te verwezenlijken. Wij zullen niet dulden, dat België voortdurend zal blijven lijden door de moedwillige en schandelijke invasie. Zijn vrijheid en hetgeen geruïneerd is, moet worden hergeven en hersteld." Voor zoover wij kunnen nagaan heeft dé heer Asquith yerklaard, dat de geallieerden zich niet verslagen achten en ook niet versla gen zullen worden, maar heeft hij niet ge zegd, dat het een of het ander het lot van den tegenstander zou worden. Het is voorts op vallend, dat de Engelsche spreker even hard nekkig over Frankrijk heeft gezwegen als de Duitsche spreker de vorige week. Ten op zichte Van België heeft hij zich echter veel duidelijker dan de heer von Bethmann Holl- weg uitgelaten. Maar over den eisch, dat de Duitschers eerst naar hun grenzen moes ten worden teruggedreven eisch, die door den Belgischen minister van staat, Emile van der Velde in een Belgische courant dezer da gen nog uitdrukkelijk gesteld is heeft hij niet gesproken. Ook op deze rede zullen in alle oorlogvoerende landen ongetwijfeld be langrijke commentaren worden geleverd. Men lette daarop! vens is voor deze buitengewone kommiezen een verlofsregeling getroffen, waardoor zij De Engelsche minister-president heeft ge antwoord op de redevoering van den Duit- schen rijkskanselier. Hij heeft o. m. tot Fran sche parlementsleden te Londen gezegd, na den heer v. Bethmann Hollweg te hebben verweten, dat deze zijn woorden van Novem ber 1914 had verdraaid: Groct-Brittannië en ook Frankrijk gingen niet ten oorlog om Duit3chland te worgen, niet om het van de kaart van Europa weg te vagen, niet om zijn nationaal leven te vernietigen of te vermin- een, zeker niet om het te bemoeilijken in de vrije uitoefening van zijn vreedzame pogin gen. Wij werden zoowel hier als in Frank rijk er toe gedreven de wapenen op te nemen, teneinde te beletten, dat Duitschland, waar van we in dit geval wel Pruisen mogen zeg gen, een militaire bedreiging van zijn buren zou zijn en deze zou gaan overheerschen. Bij verschillende gelegenheden in de laat ste tien jaren heeft Duitschland blijk gegeven van zijn streven om Europa te overheerschen, onder bedreiging met oorlog. En door de neutraliteit van België, te schenden toonde het, dat. het van plan was zijn overwicht te vestigen, zelfs ten koste van een algemeenen oorlog en van het vernietigen van den grondslag van de Europeesche politiek, gelijk die bij tractaat was gevestigd. Het doel van de geallieerden in den oor log is, om deze poging te beletten en den weg te banen voor een internationaal stel sel, dat het beginsel zal verzekeren van ge lijke rechten voor alle beschaafde staten. Wij willen als resultaat van den oorlog de erkenning van het beginsel, dat internationa le problemen moeten worden behandeld door vrije onderhandeling onder gelijke voorwaarden tusschen vrije volken en dat deze regeling niet langer zal worden belem merd en onderdrukt door den overmachtigen invloed van een regeering, die in handen Is van een militaire kaste. Dat ia wat ik bedoel DE ONZIJDIGEN EN DE DUITSCHE ONDEZEEBOOT-POLITIEK. In het Lagerhuis heeft de heer Haslam gevraagd of in verband met de voortduren de, zonder voorafgaande waarschuwing ge- scniedende, vernietiging door den vijand van koopvaarders- en passagierschepen, zoomede van onzijdige schepen, de regeering de wen- schelijkheidl wil overwegen om aan onzijdige regeeringen voorstellen te doen tot hel goed maken van zulke verliezen aan scheepsruimte door vijandelijke schepen, die in onzijdige ha vens liggen, in gebruik te nemen. Minister Cecil antwoordde dat de Engel sche regeering van oordeel is, dat het gebruik van vijandelijke schepen die in hun havens liggen, een zaak is die de onzijdige regeerin gen voor zichzelf in eerste instantie moeten beslissen. Bij het nemen eener beslssng zul len de onzijdige regeeringen zonder twijfel in aanmerking nemen, dat de vernietiging van koopvaarders, door een vermindering van de scheepsruimte waar over de wereld beschikt, den onzijdigen handel niet minder benadeelt dan dien der oorlogvoerenden. Voorstellen van onzijdige regeeringen om vijandelijke schepen, bij onzijdgen in gebruik voor in beslagneming te vrijwaren, zullen door de Engelsche regeering nauwgezet wor den overwogen. KORTE BERICHTEN. De Haliaansche eerste minister, de heer Salandra, zal na Paschen een bezoek aan Londen brengen. Het schijnt dat de Qrieksche munster van Financiën 'is afgetreden naar aanleiding van een meeningsverschil met zijn ambtgenoo- ten over 't nieuwe wetsontwerp op het gedis tilleerd, dat. volgens de berekening, de in komsten uit de spiritualiën sterk zal doen da- In geheel Duitschland zal 15 April een tusschentijdsche telling plaats vinden van de aanwezige paarden, rundvee, varkens, gei ten, gevogelte en konijnen. Onjuiste opgave wordt gestraft met een boete van ten hoogste 6000 of 6 maanden gevangenisstraf. In Pruisen zullen aanwezige voorraden van oude rubber, nibberafval en daarmee vermengde stoffen in beslag genomen wor den. 1 Er wordt gemeld, d!at de Etna in wer king is. De Amerikaansche miH'ionnair Morgan heeft voor 937 54 millioen gulden op de Cana- desche oorlogsleening ingeschreven. De Engelsche Nation gelooft dat, be halve op het stuk van de duikbootpolitiek, admiraal Won Tirplitz nog om een andere re- de gevallen is. Hij wilde n.l. Duitschland^ linievloot ten slotte in een algemeenen aanval wagen. GRENSTOEZICHT. Naar aanleiding van het Koninklijk besluit van 10 Maart, waarbij geregeld is het tijde lijk aanstellen van militairen tot buitenge woon commies, heeft de minister van finan ciën o, m. aap de militairen, die voor aan stelling tot buitengewoon commies ih aan merking worden gebracht en niet wegens na der gebleken ongeschiktheid bij hün corpson- derdeel worden teruggeplaatst, toegezegd, dat bij de eerstvolgende examens voor kom mies 2/3 van het aantal plaatsen voor hen worden opengesteld, zoodat zij voor die plaatsen zullen voorgaan aan anderen. Te- 9 e>waardoor zooveel mogelijk in het genot van een verlo, van twee dagen per maand gesteld kunnen worden. (N- Ct.) DE EEMDIJK. Op een telegrafisch verzoek om ophelde ring over de schade aan het te Southampton binnengebrachte stoomschip Eemdijk is te Rotterdam een niet zeer duidelijk telegram ontvangen. j Er wordt in dit telegram gewag gemaakt van een ontploffing, doch deze kan niet in een ketel zijn gebeurd, daar de ketels en ma chines intact zijn gebleven. Verder wordt in dit telegram gemeld, dat de bemanning niet meer aan boord is eü dat men met het lossen een aanvang heeft ge* Heden vertrok van Vlissingen een speciale expert naar de Eemdijk om het ongeval ..e onderzoeken en, na deze zaak te hebben be handeld, naar de Rijndijk (welke te Port Ke well ligt) te vertrekken om ook die zaak at te wikkelen. Vs* l DE TORPEDEERING VAN DE PALEM- BANG. Een der opvarenden van de „Palembang sclirijft aan de „Tel.": De redactie van de „N. R. Ct. wijdt in haar avondblad van Zaterdag een hoofd-arti- kel aan de'vraag wie de „Palembang getor pedeerd heeft Daar waar de verslaggevers van genoem de courant, naar ik zag, ook de zitting van den Raad v. d. Scheepvaart bijwoonden en dus voldoende hebben kunnen kennisnemen van alle getuigenverklaringen, kan hier toch geen twijfel meer aan zijn, al belieft dan de Duitsche regeering alle schuld af te wijzen. De vaste overtuiging van alle opvarenden is, dat ons schip getorpedeerd is door een Duitschen onderzeeër, welke van de aanwe zigheid der „Mansfield" gebruik heeft wil len maken, de schuld op de Engelschen te schuiven. Onomstootelijk staat echter vast, dat de bellenbaan, welke tot de tweede ontploffing leidde, van den boeg van den jager aan kwam. Zou nu iemand zoo dwaas zijn aan te ne men, dat een ngelsche onderzeeër durfde ris- keeren haar eigen collega te raken, wani de belieubaan ging zéér dicht vóór den boeg in de Mansfield over: een geringe afwijking van de torpedo had haar dus zeker in de lucht doen vliegen. Vast staat verder, dat de „Mansfield" geen enkele torpedo op ons gelanceerd heeft. Toen de tweede bellenbaan gezien werd, die tot de derde ontploffing leidde, was zij reeds zoo ver weg, dat.er niet meer de geringste trefkans bestond; immers de afstand bedroeg etEEN NeSeRLANDSCH STOOMSCHIP EN DE ZEPPELIN-AANVALLEN. Het Nederlandsdie stoomschip „Mids- land," van de Scheepvaart- en Steenkolen Handelsmaatschappij te Rotterdam, was in den nacht van 3 op 4 April bijna het slacht offer geworden van de „Zeppelin -aanvallen. Het vaartuig was den 3den April, vroeg in den morgen, van Harlingen vertrokken. Te gen donker kwam men in de nabijheid van het lichtschip Newerk, bij Yarmouth. De ge zagvoerder besloot, daar te ankeren en liet de vuren opsteken. Ook droeg het vaartuig alle kenteekenen, om het als „neutraal te doen herkennen. Het heklicht brandde nabij de Nederlandsche vlag. Des morgens te 4 uur 't was nog don ker en het zicht was slecht werd de be manning gewekt door een drietal zware sla- een Het geheele schip dreunde en algemeen vermoedde mén, dat het vaartuig getorpe deerd was. ..x,... De donkeyman M. Smit, die onmiddellijk na de slagen aan dek was, deelde ons mede, dat hij, boven komende, duidelijk het snorren van motoren hoorde. Hij begreep toen, dat 't een Zeppelin was, die bommen had gewor pen. Na één minuut hoorde men wederom zware slagen, thans een negental vlak achter elkaar. Groote waterzuilen stegen omhoog; het vaartuig werd niet geraakt. Volgens den uitkijk waren de eerste drie bommen op ongeveer 50 meter van het vaar tuig geworpen. Uit de plaats, waar de bom men neerkwamen en uit het feit, dat het snor ren dér rhotoren zich van de kust verwijder- de, maakt men op, dat de „Zeppelin" zich van de kust verwïjderdë. Het zal de „Zeppelin" geweest zijn, waar van in een Havas-telegram melding werd ge maakt, dat hij in den nacht van 3 op 4 April door de afweerkanonnen was verjaagd. Ten einde zich te verlichten, schijnt men alle bommen lukraak in zee te hebben uitgewor pen, om vervolgens ijlings de vluchtte ne- NEDERLANDSCIiE AMBULANCE VOOR RUSLAND. De Nederlandsche ambulance voor Rus land is thans geheel gereed. De reis zal on dernomen worden per boot naar Narvik m Noorwegen; vandaar per spoor naar St. Petersburg. Op verzoek van het hoofdbestuur zullen de heer en mevrouw Ph. C. VisserHooft voor uit vertrekken om in overleg met de Russi sche regeering de noodige voorbereidende maatregelen te treffen. BINNÉNLAND. KENNISOEVING. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt, op grond van artikel l der Wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezetenen, dat bij hem ingekomen en aan den Ontvanger der Rijks Directe Belastingen binnen deze Gemeente ter invordering is overgegeven: HET KOHlLR DER PeRSONEELE BE LASTING No. 1, voor het dienstjaar 1916, executoir verklaard door den Directeur der Directe Belastingen in Noord-Holland te Amsterdam den 8 April 1916; dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, ,te voldoen en dat heden ingaat de termijn van zes weken bin nen welken daartegen bezwaarschriften kun nen worden ingediend. Alkmaar, den 10 April 1916. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, G. RIPPING. HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene ken nis, dat heden op de Gemeente-Secretarie ter visie is gelegd net aan hen ingediende ver- aldaar, om vergunning tot het uitbreiden van eqpe SMEDERIJ in het perceel Klein Nieuw- land, Wijk D, No. 6. Bezwaren tegen deze uitbreiding kunnen woéden ingediend ten Raadhuize dezer Ge meente, mondeling op Dinsdag 25 April e.k., 's voormiddags te elf uur, en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die bezwaren heeft ingebracht, op de Secretarie dézer Gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kennis nemen. Alkmaar, 11 April 1916. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. morgen in verband met het aan te vragen co mité-generaal bijeenkomt, tevens bijeen te houden voor de behandeling van wetsont werpen, die in staat van wijzen verkeeren. men. 1 („TeL") MOND- EN KLAUWZEER. Door den „Bond van Kaasproducenten" werd volgens een besluit van net Hoofdbe stuur het volgende adres verzonden aan den Minister van Landbouw, Nijverheid en Han del: Aan Zijne Excellentie enz.zich aanr sluitende aan een op 14 Dec. 1915 verzonden adres, waarin Uwe Exc werd. gevraagd, fi nancieel de wetenschap zooveel mogelijk in de gelegenheid te stellen, uitgebreide onderzoe kingen te doen naar oen aard, het vermenig- .vuldigingsvermogen. en de verspreidingswij ze van den verwekker der veeziekte mond- en klauwzeer lammis genomen hebbende van de bespre king in dezelfden geest in de Tweede Kamer der S. G. op 9 Febr. 1916 (Handelingen 1191 en 1198), waarbij .Uwe Exc. o.a. ver klaarde, zich niet verantwoord te achten met midden in ons veerijk land' een inrichting voor proefnemingen te scheppen, wijl een dergelij ke inrichting voor proefdieren, een voortdu rend gevaar voor de omgeving zou opleveren. overwegende dat door de toepassing van het isolatiesysteem de voor onderzoek onmis- baren proefdieren nu ruimschoots aanwezig zijn, van meening, dat alleen de wetenschap ons afdoende zal kunnen verlossen van bovenge noemde ziekte, zooals zij ons eveneens langs zelfde wegen heeft bevrijd van andere zeer EERSTE KAMER. Naar de N. R. Ct. verneemt, ligt het niet 1 in de bedoeling om de Eerste Kamer, die besmettelijke varkensziekten, overtuigd, dat voor grondig onderzoek noo- dig is, naast proefdieren eveneens geldelijken steun en een kraebtigen prikkel tot onafge broken arbeid, doet Uwe Exc het eerbiedig verzoek te willen bevorderen, dat ruime bijdragen wor den beschikbaar gesteld voor het internatio naal onderzoek en belooning van diensten voor hen, die middelen vinden de bestrijding der ziekte door wetenschappelijke onderzee- kingen tot eene oplossing te brengen. Gamangd nieuws. WATERSNOOD. Eindelijk zijn te Nijkerk de beide gaten in den Zuiderzeedijk met kistdammen gesloten, dank zij de volharding van het polderbe- stuur. De kistdammen hebben een hoogte van 2 i M. N. A. P. De laagste hoogtepunten van den dijk zijn pl.m. 2.74 M. N. A. P. Behalve bij een bevigen storm uit zee be hoeft men nu niet meer voor overstrooming te vreezen. Er is reeds een begin gemaakt met het droogmalen van den polder. Heden trokken de voornaamste veehou- dërs van Holysloot met hun gezinnen weer paar hun woningen terug. De dorpstraat is weer begaanbaar. Van de landerijen is nog niets te zien. Uit Zaandam: Langzamerhand be- 'gint, dank zij het gestadige zakken van het water, de toestand weer normaal te worden. De meeste paden in de Oostzijde en aan den Zuiddijk zijn nu weer geheel droog, enkele uitgezonderd, die heel laag liggen. De hulp bruggen, de z. g. beunen, welke de bewon ondanks het water, in staat stelden, geregel hun. huizen in en uit te gaan, zullen Donder dag van gemeentewege in het openbaar wor- 1 Mi1- L> UrU- n-on/-\± iron OOD VAT JQT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1