DAGBLAD- VOÖR ALKMAAR ENOMSTREKEN.
No. 8®
Honderd en ashttiende jaargang
191®
UMbfrülMtoft~. ft.p..postf 1.25. flirertfffltlepril» 10®tp.regel. Brlerafi.1.Bonk-enHandelsdrahKerl!ikBERHs.COSIER tataCS. TM.U
DINSDAG 11 APRIL
ENGELAND.
NEDEELAND.
Malancourt
Haucourt
Avocourt
I Betblncourt
De doode man
X304
I Esnes
ALKMAAR, 1,1 ApriL
Hoe staat het bij Verdun?
„Best" zeggen de Fransche bladen. En
„best" zeggen ook de Duitsche couranten.
De toestand wordt dus aan weerskanten
als hoopvol aangegeven,
i En naar gelang van zijn persoonlijke sym
pathiën kan ieder, die dat wil, den stand van
zaken bij Verdun beschouwen. Is hij pro-
geallieerd, dan kan hij overtuigd zijn, dat de
Duitschers zich bij Verdun te pletter loopen,
is hij pro-Duitsch, dan kan hij van meening
wezen, dat de Franschen de vesting kwijt
zullen faken.
Wanneer men zich tracht los te maken van
zijn persoonlijke gevoelens en dat is ver
standig, want daaraan stoort zich het krijgs
bedrijf niet en die gevoelens hebben op den
uitslag geen invloed en dan den stand van
7akpn gaat beoordeelen, komt men tot de
slotsom, dat men op het oogenblik voldoen
de gegevens mist, om met stelligheid een po
sitieve meèning te kunnen verkondigen.
Blijft de strijd doorgaan, zooals hij thans
sinds 50 dagen wordt gevoerd, dan zouden
we den Duitschers meer kans willen geven
om Verdun te veroveren, dan de Franschen
om deze vesting te behouden. Hoe krachtig
en hoe kranig de Fransche verdediging ook
moge zijn, zij heeft tot dusverre niet kunnen
beletten, dat de Duitschers in verschillende
afzonderlijke gevechten tactische voordeelen
hebben behaald, welke elk op zich zeli ge
ring moge zijn, maar welke tezamen toch een
aanzienlijke winst van uiterst moeilijk te ver
over en terrein beteekenen. Stelselmatig, lang
yaam maar zeker stellingen nemend of den
tegenstander dwingend deze „vrijwillig" te
ontruimen, verplaatsen de Duitschers hun
front in de voor hen gewenschte richting
Wat niet door de infanterie wordt genomen,
wordt door de artillerie voor den verdediger
onhoudbaar gemaakt Er is geen enkele reden
om niet aan te nemen, dat de Franschen spoe
dig genoodzaakt zullen zijn ook hoogte 30-1
en „de Doode Man" te ontruimen, waardoor
de Duitsche linie wordt verplaatst naar de
lijn Esnes—Chattancourt, zoodat, na de af
brokkeling van het Fransche front, als het
ware met een breekijzer, dan de zware mo
ker kan worden gehanteerd, d. w. z. het fort
Boirrus kan worden vermeesterd, waardoor
de Fransche posities ten oosten van de Maas
den Duitschers als rijpe vruchten in den
schoot zouden vallen en de aanval op de
-kèmvesting slechts een kwestie van tijd zou
zijn, en al was er dan ook van die vesting
weinig overgebleven, van waarde zou de
verovering zijn, omdat het Fransche veldle
ger zou moeten missen een scharnier, omdat
het belangrijke Maas-overgangen en spoor
wegverbindingen zou hebben verloren.
Dit alles men houde het wel in het oog
kan slechts gelden voor het geval dat de
strijd blijft doorgaan op dezelfde wijze als
tot dusverre. Of dit inderdaad het geval zal
zijn? Voor de beantwoording van die vraag
ontbreken ten eenenmale de gegevens. Men
weet niet, hoe het met de mate van uitputting
staat. Van Franschen kant wordt hoog opge
geven van de Duitsche verliezen, van Duit
sche zijde wordt verklaard, dat de Fransche
verliezen de Duitsche verre overtreffen. Voor
beide voorstellingen is er plaats in het wei
nige, dat hieromtrent bekend is. Het is even
moeielijk of gemakkelijk, als men wil
te gelooven, dat de Duitschers zich uitput
ten, als dat de Franschen dit doen. Uit de be
richten is hat een zoo goed als het andere
af te leiden en tegenover de oude bewering,
dat de aanvaller de zwaarste verliezen lijdt
kan men de nieuwere plaatsen, dat het juiste
tactisch inzicht en de beste artilleristische
voorbereiding voor zware verliezen kan be
hoeden. Thans wordt er nog maar gevochten
op en om het voorland. Wie zal zeggen, wat
er zal gebeuren, wanneer dé eindstrijd voor
de deur staat? Zou het onmogelijk zijn, dat
een van beiden, den aanvaller of den verdedi
ger, de krachten begeven, dat een plotselinge
inzinking den afloop van den strijd verhaast
en anders doet zijn, dan men had verwacht?
Eerst achteraf, wanneer over het lot van Ver
dun als militair doel voor dezen oorlog defi
nitief is beslist, zal misschien kunnen worden
vastgesteld, aan welken kant de uitputting
dusdanig is geweest, dat men hier den strijd
in aanval of verdediging niet langer
heeft kunnen volhouden. Misschien wel
te verstaan. Immers er bestaat niet de minste
zekerheid om aan te nemén, dat het lot van
Verdun bij Verdun wordt- beslist. De kansen
der Duitschers om de vesting te nemen kun
nen ettelijke malen gunstiger zijn, dan ze nu
schijnen en in eens kan zelfs de beste kam»
verkeken zijn. Dit geval zal zich voordoen,
wanneer de Duitschers door een groot offen
sief der geallieerden op een of meer punten
van het andere front worden gedwongen het
krijgsbedrijf hier te staken, Verdun in den
steek te laten, teneinde op een met door
braak bedreigde plek zoden aan den dijk te
zetten.
Zoo komen we dus tot de eindconclusie,
dat de voorstellingen in verband met Verdun
sjechts een betrekkelijke waarde hebben.
Het kan zoo gaan maar het kan evengoed
zus loopen.
Daarom is het, zoo lang er niets van meer
beslissenden aard gebeurt dan er tot dusver
re is geschied, verstandig niet al te stellig in
zijn uitspraak te zijn en kalm den loop der
dingen af te wachten.
Er is geen ander militair nieuws sinds gis
teren te melden, dan dat Dujtsche aanvallen
volgens het laatste Fransche legerbericht
mislukt zijn.
Hierboven plaatsen we een schetsplannetje
om de ligging der stellingen 304 en de doo
de man te doen zien. Heeft men ons kaartje
van de omgeving van Verdun bewaard, dan
Iran men zich met behulp daarvan uitstekend
oriëuteeren.
Getorpilleerd zijn de Engelsche stoomsche
pen Zafra (3200 ton), Yonne, vroeger Fasta-
lia geheeten (4000 ton), Silksworth Hall
(4800 ton), Glenalmond (3900 ton), de En
gelsche Eastern City (4300 ton) en de Mai-
gan Abbey (4500 ton) heeten gezonken, ter
wijl het Spaansche stoomschip Santanderino
(3300 ton), het Noorsche stoomschip Sjolijst
(1000 ton) en het Deensehe schip Caledonia
getoipiileerd moeten zijn.
De Engelsche regeering heeft in het Lager
huis verklaard, dat zij met zorg elk voorstel
van onzijdigen zal overwegen, dat er toe
strekt om te voorkomen, dat vijandelijke ge-
interneerde schepen, die door onzijdigen ge
bruikt worden, worden genomen.
met de vernietiging vhn de militaire over-
heersching van Pruisen. Niets meer, maar
ook niets minder.
Sprekende over het lot van België, Servië,
Montenegro, zeide de heer Asquith: De ge
allieerden zijn de kampioenen niet alleen
van de verdragsrechten, maar ook van de on
afhankelijke staten en van de vrije ontwikke
ling der zwakkere landen.
De geallieerden wenschen het oude België
herleefd te zien en zijn vastbesloten dien
wensch te verwezenlijken. Wij zullen niet
dulden, dat België voortdurend zal blijven
lijden door de moedwillige en schandelijke
invasie. Zijn vrijheid en hetgeen geruïneerd
is, moet worden hergeven en hersteld."
Voor zoover wij kunnen nagaan heeft dé
heer Asquith yerklaard, dat de geallieerden
zich niet verslagen achten en ook niet versla
gen zullen worden, maar heeft hij niet ge
zegd, dat het een of het ander het lot van den
tegenstander zou worden. Het is voorts op
vallend, dat de Engelsche spreker even hard
nekkig over Frankrijk heeft gezwegen als de
Duitsche spreker de vorige week. Ten op
zichte Van België heeft hij zich echter veel
duidelijker dan de heer von Bethmann Holl-
weg uitgelaten. Maar over den eisch, dat
de Duitschers eerst naar hun grenzen moes
ten worden teruggedreven eisch, die door
den Belgischen minister van staat, Emile van
der Velde in een Belgische courant dezer da
gen nog uitdrukkelijk gesteld is heeft hij
niet gesproken. Ook op deze rede zullen in
alle oorlogvoerende landen ongetwijfeld be
langrijke commentaren worden geleverd.
Men lette daarop!
vens is voor deze buitengewone kommiezen
een verlofsregeling getroffen, waardoor zij
De Engelsche minister-president heeft ge
antwoord op de redevoering van den Duit-
schen rijkskanselier. Hij heeft o. m. tot Fran
sche parlementsleden te Londen gezegd,
na den heer v. Bethmann Hollweg te hebben
verweten, dat deze zijn woorden van Novem
ber 1914 had verdraaid: Groct-Brittannië en
ook Frankrijk gingen niet ten oorlog om
Duit3chland te worgen, niet om het van de
kaart van Europa weg te vagen, niet om zijn
nationaal leven te vernietigen of te vermin-
een, zeker niet om het te bemoeilijken in de
vrije uitoefening van zijn vreedzame pogin
gen. Wij werden zoowel hier als in Frank
rijk er toe gedreven de wapenen op te nemen,
teneinde te beletten, dat Duitschland, waar
van we in dit geval wel Pruisen mogen zeg
gen, een militaire bedreiging van zijn buren
zou zijn en deze zou gaan overheerschen.
Bij verschillende gelegenheden in de laat
ste tien jaren heeft Duitschland blijk gegeven
van zijn streven om Europa te overheerschen,
onder bedreiging met oorlog. En door de
neutraliteit van België, te schenden toonde
het, dat. het van plan was zijn overwicht te
vestigen, zelfs ten koste van een algemeenen
oorlog en van het vernietigen van den
grondslag van de Europeesche politiek, gelijk
die bij tractaat was gevestigd.
Het doel van de geallieerden in den oor
log is, om deze poging te beletten en den
weg te banen voor een internationaal stel
sel, dat het beginsel zal verzekeren van ge
lijke rechten voor alle beschaafde staten.
Wij willen als resultaat van den oorlog de
erkenning van het beginsel, dat internationa
le problemen moeten worden behandeld
door vrije onderhandeling onder gelijke
voorwaarden tusschen vrije volken en dat
deze regeling niet langer zal worden belem
merd en onderdrukt door den overmachtigen
invloed van een regeering, die in handen Is
van een militaire kaste. Dat ia wat ik bedoel
DE ONZIJDIGEN EN DE DUITSCHE
ONDEZEEBOOT-POLITIEK.
In het Lagerhuis heeft de heer Haslam
gevraagd of in verband met de voortduren
de, zonder voorafgaande waarschuwing ge-
scniedende, vernietiging door den vijand van
koopvaarders- en passagierschepen, zoomede
van onzijdige schepen, de regeering de wen-
schelijkheidl wil overwegen om aan onzijdige
regeeringen voorstellen te doen tot hel goed
maken van zulke verliezen aan scheepsruimte
door vijandelijke schepen, die in onzijdige ha
vens liggen, in gebruik te nemen.
Minister Cecil antwoordde dat de Engel
sche regeering van oordeel is, dat het gebruik
van vijandelijke schepen die in hun havens
liggen, een zaak is die de onzijdige regeerin
gen voor zichzelf in eerste instantie moeten
beslissen. Bij het nemen eener beslssng zul
len de onzijdige regeeringen zonder twijfel
in aanmerking nemen, dat de vernietiging
van koopvaarders, door een vermindering
van de scheepsruimte waar over de wereld
beschikt, den onzijdigen handel niet minder
benadeelt dan dien der oorlogvoerenden.
Voorstellen van onzijdige regeeringen om
vijandelijke schepen, bij onzijdgen in gebruik
voor in beslagneming te vrijwaren, zullen
door de Engelsche regeering nauwgezet wor
den overwogen.
KORTE BERICHTEN.
De Haliaansche eerste minister, de heer
Salandra, zal na Paschen een bezoek aan
Londen brengen.
Het schijnt dat de Qrieksche munster
van Financiën 'is afgetreden naar aanleiding
van een meeningsverschil met zijn ambtgenoo-
ten over 't nieuwe wetsontwerp op het gedis
tilleerd, dat. volgens de berekening, de in
komsten uit de spiritualiën sterk zal doen da-
In geheel Duitschland zal 15 April een
tusschentijdsche telling plaats vinden van de
aanwezige paarden, rundvee, varkens, gei
ten, gevogelte en konijnen. Onjuiste opgave
wordt gestraft met een boete van ten hoogste
6000 of 6 maanden gevangenisstraf.
In Pruisen zullen aanwezige voorraden
van oude rubber, nibberafval en daarmee
vermengde stoffen in beslag genomen wor
den. 1
Er wordt gemeld, d!at de Etna in wer
king is.
De Amerikaansche miH'ionnair Morgan
heeft voor 937 54 millioen gulden op de Cana-
desche oorlogsleening ingeschreven.
De Engelsche Nation gelooft dat, be
halve op het stuk van de duikbootpolitiek,
admiraal Won Tirplitz nog om een andere re-
de gevallen is. Hij wilde n.l. Duitschland^
linievloot ten slotte in een algemeenen aanval
wagen.
GRENSTOEZICHT.
Naar aanleiding van het Koninklijk besluit
van 10 Maart, waarbij geregeld is het tijde
lijk aanstellen van militairen tot buitenge
woon commies, heeft de minister van finan
ciën o, m. aap de militairen, die voor aan
stelling tot buitengewoon commies ih aan
merking worden gebracht en niet wegens na
der gebleken ongeschiktheid bij hün corpson-
derdeel worden teruggeplaatst, toegezegd,
dat bij de eerstvolgende examens voor kom
mies 2/3 van het aantal plaatsen voor hen
worden opengesteld, zoodat zij voor die
plaatsen zullen voorgaan aan anderen. Te-
9 e>waardoor
zooveel mogelijk in het genot van een verlo,
van twee dagen per maand gesteld kunnen
worden. (N- Ct.)
DE EEMDIJK.
Op een telegrafisch verzoek om ophelde
ring over de schade aan het te Southampton
binnengebrachte stoomschip Eemdijk is te
Rotterdam een niet zeer duidelijk telegram
ontvangen. j
Er wordt in dit telegram gewag gemaakt
van een ontploffing, doch deze kan niet in
een ketel zijn gebeurd, daar de ketels en ma
chines intact zijn gebleven.
Verder wordt in dit telegram gemeld, dat
de bemanning niet meer aan boord is eü dat
men met het lossen een aanvang heeft ge*
Heden vertrok van Vlissingen een speciale
expert naar de Eemdijk om het ongeval ..e
onderzoeken en, na deze zaak te hebben be
handeld, naar de Rijndijk (welke te Port Ke
well ligt) te vertrekken om ook die zaak at
te wikkelen. Vs* l
DE TORPEDEERING VAN DE PALEM-
BANG.
Een der opvarenden van de „Palembang
sclirijft aan de „Tel.":
De redactie van de „N. R. Ct. wijdt in
haar avondblad van Zaterdag een hoofd-arti-
kel aan de'vraag wie de „Palembang getor
pedeerd heeft
Daar waar de verslaggevers van genoem
de courant, naar ik zag, ook de zitting van
den Raad v. d. Scheepvaart bijwoonden en
dus voldoende hebben kunnen kennisnemen
van alle getuigenverklaringen, kan hier toch
geen twijfel meer aan zijn, al belieft dan de
Duitsche regeering alle schuld af te wijzen.
De vaste overtuiging van alle opvarenden
is, dat ons schip getorpedeerd is door een
Duitschen onderzeeër, welke van de aanwe
zigheid der „Mansfield" gebruik heeft wil
len maken, de schuld op de Engelschen te
schuiven.
Onomstootelijk staat echter vast, dat de
bellenbaan, welke tot de tweede ontploffing
leidde, van den boeg van den jager aan
kwam.
Zou nu iemand zoo dwaas zijn aan te ne
men, dat een ngelsche onderzeeër durfde ris-
keeren haar eigen collega te raken, wani de
belieubaan ging zéér dicht vóór den boeg in
de Mansfield over: een geringe afwijking van
de torpedo had haar dus zeker in de lucht
doen vliegen.
Vast staat verder, dat de „Mansfield" geen
enkele torpedo op ons gelanceerd heeft. Toen
de tweede bellenbaan gezien werd, die tot
de derde ontploffing leidde, was zij reeds
zoo ver weg, dat.er niet meer de geringste
trefkans bestond; immers de afstand bedroeg
etEEN NeSeRLANDSCH STOOMSCHIP
EN DE ZEPPELIN-AANVALLEN.
Het Nederlandsdie stoomschip „Mids-
land," van de Scheepvaart- en Steenkolen
Handelsmaatschappij te Rotterdam, was in
den nacht van 3 op 4 April bijna het slacht
offer geworden van de „Zeppelin -aanvallen.
Het vaartuig was den 3den April, vroeg in
den morgen, van Harlingen vertrokken. Te
gen donker kwam men in de nabijheid van
het lichtschip Newerk, bij Yarmouth. De ge
zagvoerder besloot, daar te ankeren en liet
de vuren opsteken. Ook droeg het vaartuig
alle kenteekenen, om het als „neutraal te
doen herkennen. Het heklicht brandde nabij
de Nederlandsche vlag.
Des morgens te 4 uur 't was nog don
ker en het zicht was slecht werd de be
manning gewekt door een drietal zware sla-
een Het geheele schip dreunde en algemeen
vermoedde mén, dat het vaartuig getorpe
deerd was. ..x,...
De donkeyman M. Smit, die onmiddellijk
na de slagen aan dek was, deelde ons mede,
dat hij, boven komende, duidelijk het snorren
van motoren hoorde. Hij begreep toen, dat
't een Zeppelin was, die bommen had gewor
pen. Na één minuut hoorde men wederom
zware slagen, thans een negental vlak achter
elkaar. Groote waterzuilen stegen omhoog;
het vaartuig werd niet geraakt.
Volgens den uitkijk waren de eerste drie
bommen op ongeveer 50 meter van het vaar
tuig geworpen. Uit de plaats, waar de bom
men neerkwamen en uit het feit, dat het snor
ren dér rhotoren zich van de kust verwijder-
de, maakt men op, dat de „Zeppelin" zich
van de kust verwïjderdë.
Het zal de „Zeppelin" geweest zijn, waar
van in een Havas-telegram melding werd ge
maakt, dat hij in den nacht van 3 op 4 April
door de afweerkanonnen was verjaagd. Ten
einde zich te verlichten, schijnt men alle
bommen lukraak in zee te hebben uitgewor
pen, om vervolgens ijlings de vluchtte ne-
NEDERLANDSCIiE AMBULANCE VOOR
RUSLAND.
De Nederlandsche ambulance voor Rus
land is thans geheel gereed. De reis zal on
dernomen worden per boot naar Narvik m
Noorwegen; vandaar per spoor naar St.
Petersburg.
Op verzoek van het hoofdbestuur zullen de
heer en mevrouw Ph. C. VisserHooft voor
uit vertrekken om in overleg met de Russi
sche regeering de noodige voorbereidende
maatregelen te treffen.
BINNÉNLAND.
KENNISOEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur
te ALKMAAR brengt, op grond van artikel l
der Wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No.
22) ter kennis der ingezetenen, dat bij hem
ingekomen en aan den Ontvanger der Rijks
Directe Belastingen binnen deze Gemeente
ter invordering is overgegeven:
HET KOHlLR DER PeRSONEELE BE
LASTING No. 1, voor het dienstjaar 1916,
executoir verklaard door den Directeur der
Directe Belastingen in Noord-Holland te
Amsterdam den 8 April 1916;
dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den
bij de Wet bepaalden voet, ,te voldoen en dat
heden ingaat de termijn van zes weken bin
nen welken daartegen bezwaarschriften kun
nen worden ingediend.
Alkmaar, den 10 April 1916.
Het Hoofd van het Plaatselijk
Bestuur voornoemd,
G. RIPPING.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene ken
nis, dat heden op de Gemeente-Secretarie ter
visie is gelegd net aan hen ingediende ver-
aldaar, om vergunning tot het uitbreiden van
eqpe SMEDERIJ in het perceel Klein Nieuw-
land, Wijk D, No. 6.
Bezwaren tegen deze uitbreiding kunnen
woéden ingediend ten Raadhuize dezer Ge
meente, mondeling op Dinsdag 25 April e.k.,
's voormiddags te elf uur, en schriftelijk vóór
of op dien tijd.
Gedurende drie dagen vóór gemelden dag
kan de verzoeker en hij, die bezwaren heeft
ingebracht, op de Secretarie dézer Gemeente
van de ter zake ingekomen schrifturen kennis
nemen.
Alkmaar, 11 April 1916.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
morgen in verband met het aan te vragen co
mité-generaal bijeenkomt, tevens bijeen te
houden voor de behandeling van wetsont
werpen, die in staat van wijzen verkeeren.
men. 1 („TeL")
MOND- EN KLAUWZEER.
Door den „Bond van Kaasproducenten"
werd volgens een besluit van net Hoofdbe
stuur het volgende adres verzonden aan den
Minister van Landbouw, Nijverheid en Han
del:
Aan Zijne Excellentie enz.zich aanr
sluitende aan een op 14 Dec. 1915 verzonden
adres, waarin Uwe Exc werd. gevraagd, fi
nancieel de wetenschap zooveel mogelijk in de
gelegenheid te stellen, uitgebreide onderzoe
kingen te doen naar oen aard, het vermenig-
.vuldigingsvermogen. en de verspreidingswij
ze van den verwekker der veeziekte mond- en
klauwzeer
lammis genomen hebbende van de bespre
king in dezelfden geest in de Tweede Kamer
der S. G. op 9 Febr. 1916 (Handelingen
1191 en 1198), waarbij .Uwe Exc. o.a. ver
klaarde, zich niet verantwoord te achten met
midden in ons veerijk land' een inrichting voor
proefnemingen te scheppen, wijl een dergelij
ke inrichting voor proefdieren, een voortdu
rend gevaar voor de omgeving zou opleveren.
overwegende dat door de toepassing van
het isolatiesysteem de voor onderzoek onmis-
baren proefdieren nu ruimschoots aanwezig
zijn,
van meening, dat alleen de wetenschap ons
afdoende zal kunnen verlossen van bovenge
noemde ziekte, zooals zij ons eveneens langs
zelfde wegen heeft bevrijd van andere zeer
EERSTE KAMER.
Naar de N. R. Ct. verneemt, ligt het niet
1 in de bedoeling om de Eerste Kamer, die
besmettelijke varkensziekten,
overtuigd, dat voor grondig onderzoek noo-
dig is, naast proefdieren eveneens geldelijken
steun en een kraebtigen prikkel tot onafge
broken arbeid,
doet Uwe Exc het eerbiedig verzoek te
willen bevorderen, dat ruime bijdragen wor
den beschikbaar gesteld voor het internatio
naal onderzoek en belooning van diensten
voor hen, die middelen vinden de bestrijding
der ziekte door wetenschappelijke onderzee-
kingen tot eene oplossing te brengen.
Gamangd nieuws.
WATERSNOOD.
Eindelijk zijn te Nijkerk de beide gaten in
den Zuiderzeedijk met kistdammen gesloten,
dank zij de volharding van het polderbe-
stuur.
De kistdammen hebben een hoogte van 2
i M. N. A. P. De laagste hoogtepunten van
den dijk zijn pl.m. 2.74 M. N. A. P.
Behalve bij een bevigen storm uit zee be
hoeft men nu niet meer voor overstrooming
te vreezen.
Er is reeds een begin gemaakt met het
droogmalen van den polder.
Heden trokken de voornaamste veehou-
dërs van Holysloot met hun gezinnen weer
paar hun woningen terug. De dorpstraat is
weer begaanbaar. Van de landerijen is nog
niets te zien.
Uit Zaandam: Langzamerhand be-
'gint, dank zij het gestadige zakken van het
water, de toestand weer normaal te worden.
De meeste paden in de Oostzijde en aan den
Zuiddijk zijn nu weer geheel droog, enkele
uitgezonderd, die heel laag liggen. De hulp
bruggen, de z. g. beunen, welke de bewon
ondanks het water, in staat stelden, geregel
hun. huizen in en uit te gaan, zullen Donder
dag van gemeentewege in het openbaar wor-
1 Mi1- L> UrU- n-on/-\± iron OOD VAT JQT