Ante van den Tarafjord FEUILLETON. den verkocht. Het overgroote deel der vluchtelingen heeft de oude woningen weer kunnen betrekken, zoodai de kerk der Neden'mitsch hei-vormde gemeerde in de Oostzijde Zaterdag kon wor den ontruimd. Ook de Doopsgezinde kerk in de Oostzijde, waar de zieke vluchtelingen verpleegd werden, kon aan haar bestemming worden teruggegeven. Alleen in drie scholen aan het Kattegat, de Stadswerf en aan 't Kalf bevinden zich nog te zamen ruim 200 vluchtelingen. Over wogen wordt, dezen in één gebouw samen te brengen om ook spoedig de scholen weer vrij te krijgen. LANDEIGENAREN IN WATERLAND. De heeren J. Korthals Altes te Zandvoort, J. Hoeve te Zunderdorp, P. H. Bakker te Landsmeer, J. C. Reinders Folmer te Buik sloot, L. C. baron van dér Feltz te Leeuwar den en J. Hora te Broek in Waterland, had den gisteren in „Krasnapolsky" een bijeen komst georganiseerd van landeigenaren in Waterland. In deze vergadering wilde men komen tot nauwere aaneensluiting. Onder de aanwezigen dezer zeer druk be zochte vergadering werd o.a. opgemerkt de heeren C. Nobel, Rijkslandbouwleeraar te Schagen en M. F. Visser, voorzitter van de Aid. Amsterdam van de Hollandsche Maat schappij van Landbouw. De voorzitter, de heer J. C. Reinders Fol mer wees er op, dat bij den watersnood zeer weiuig samenwerking heeft bestaan. Aanstonds moet er gebouwd worden en zal er veel gewerkt moeten worden, opdat belanghebbenden geholpen worden. De re geering zal voorlichting noodig hebben. En *t is goed, wanneer belanghebbenden een 'oordie kunnen meepraten. De heer J. Korthals Altes wees eveneens de: woordje kunnen meepraten. h< cp het nut der solidariteit in dezen. We moe ten niet achter ons zien, maar vooruitkijken. Laten wij een vereeniging oprichten, die voor aller toekomst zal zorgen. Evenals in den Haarlemmermeer wil men een vereeniging stichten, die toezicht kan oefenen op de ver kiezing der bestuursleden. DeZe vereeniging geeft onderling voeling en voeling met de bestuursleden. De algemeene beraadslagingen werden daarna geopend. De heer Dijsselhof zou gaarne het doel der vereeniging wat nader omschreven zien.t De voorzitter antwoordde, dat men hier niet alles kan opnoemen, wat door de veree niging gedaan kan worden Eenige punten wilde hij aanstippen. O. a. het benoemen der bestuursleden van waterschappen; dan het opbouwen der woningen. Wie kunnen dat doen? De timmerlieden uit het overstroomde land? Die zijn niet talrijk genoeg. !t Zal noo dig zijn, dat de regeering rijkswerklieden ter beschikking stelt. Dan zal men bij allerhande kwesties, die ontstaan, zullen, kunnen ingrij pen en als bemiddelaar kunnen dienen. De heer Dijsselhof vestigde de aandacht op het werk door de Maatschappij van Land bouw verricht, bijv. door er voor te zorgen, dat de boeren uit het overstroomde gebied een zei groot mogelijken prijs voor hun vee maken. De voorzitter bracht daarna in stemming het voorstel om over te gaan tot oprichting der vereeniging. De contributie wordt minstens t, maxi mum 3, het laatste voor grondeigenaren. De heer Dekker, Ransdorp, herinnerde er aan, dat zijn gemeente reeds getracht had, tot een vereeniging van gemeenteraadsleden uit het overstroomde gebied te geraken. De ze pogingen zijn echter mislukt. Alvorens zijn voorstel in stemming te brengen, wees de voorzitter er op, dat lia der vereeniging kunnen worden, huiseigenaren, grondeigenaren en pachters van boerderijen. Huurprijs van woningen zijn uitgesloten, daar dezen elders een woning kunnen huren. In beginsel werd daarna tot oprichting der vereeniging besloten. Ter vergadering gaven zich 107 personen als lid op; twee aanwezig^ wilden nog niet toetreden. Het voorloopig bestuur werd samengesteld als volgt: J. Korthals Altes, Zandvoort; J. Hoeve, Zunderdorp; P. H. Bakker, Lands meer; J. C. Reinders Folmer, Buiksloot; L. C. Baron van der Feltz, Leeuwardefi; J. Hora, Broek in Waterland. De heer Nobel, rijkslandbouwleeraar, deel de mede dat zich uit de landbouwvereenigin- gen in het overstroomde gebied een commis- een „stril" vertelling van Jöhan C. W. Juuhl. Uit het Noorsch vertaald1 door M. A. Z. 4) En dan mijn vrouw en mijn kinderen dood la ten hongeren. Neen, de duivel 'ale me, als ik 't doe." Olina nam haar emmertje op. En toen gin gen ze het huis u.t. 't Was een koele zomermorgen, nog frisch van dauw. De zon vergulde de grijze klippen en rotspunten, en door het dal woei een zoele wind, die een gloeiend heete dag voorspelde. De bij gonsde en de sprinkhanen hoorde men tusschen het verdroogde .gras. En het doffe geluid van den trek in 't water klonk als een zacht gedreun over het eilandenrijk. Maar buiten bij de verste scheren krijschten klagend eentonig de zeemeeuwen. Andries dampte met smakkende lippen uit het vuile eindje pijp, terwijl hij, uitgedost in zijn Zondagsdie kleeren, met krommen rug en langzamen stap den heuvel over ging naar de plaats waar zijn boot lag. Blauwe rook wolkjes stegen omhoog, en stank van sterke tabak vermengde zich met de geuren van het versch gemaaide gras op z'n weialnd. Een paar pas achter hem- aan kwam Guri met de voorraadskist. Haar wit Zondagtooi glansde in het licht, haar hoofd hield ze voor overgebogen, en op haar smal bleek gezicht met de uitstekende kaakbeenderen lag ae echt ootmoedige kerkdlag-stemming. De kleine Olina stapte met haar emmertje en het kerkboek in haar handen naast haar moeder, en op haar gezichtje stond dezelfde idsuitdrukking. op een hoogte sprongen al de halfnaakte engeltjes uit de Dal-hut op nederige plechtigheidsuitdrukking. Maar daar ginds sie heeft gevormd, waarvan hij voorzitter la en de besturen van bovenbedoelde vereeni- gingen elk een lid uit hun midden zullen aanwijzen. Deze commissie zal, als de grond in het thans overstroomde gebied droog is, nagaan wat in het belang van net spoedig weuer groeizaam worden van het land gedaan kan worden. Er zijn monsters van' het overstroomings- water in Waterland genomen door het Land- bouwproetstation te Hoorn. En gebleken is, dat het zoutgehalte laag was: 8 gram per liter, lager dan te Anna Paulowna, waar het 22 gram bedroeg; op de ontwikkeling van het gewas zal aat grooten invloed hebben. Ook van den grond heeft men h«t zoutgehal te onderzocht. Daartoe was gelegenheid bij het gedeelte, dat te Purmerend drooggemalen was. In het bovenste laagje was het 0.77 pCt.; in de daaropvolgende laag van 220 c.M. diep bedroeg het 0.16 pCt., en van 20 40 c.M. was het 0.03 pCt., zoo laag, dat hot geen verkeerden invloed kan hebben. Een tweede vraag is, welken invloed de langdurige afsluiting van de lucht op hét gras zal hebben. Maar daarvan is niets te zeggen. Vergelijking met vroeger tijden gaat in dezen niet op. Zal men graszaad planten in de landen, wanneer deze droog komen? Spr. zou gaarne het oerdeel der vergadering daarover weten. Is dat noodig, dan moert men tijdig zorgdragen, dat er voldoende graszaad aanstonds voorradig zij. Moet men overgaan tot kunstmatige bemesting? Doet men dat, dan komt daarvoor in de eerste plaats het superfosfaat in aanmerking. Maar voorloopig is het niet te verkrijgen en vóór 1 Juni kan de kunstmest-commissie daarover niets mededeelen. Uit de vergadering werd er op gewezen, dat Purmerend onder zeer gunstige omstan digheden had verkeerd. Het regende onmid dellijk na het droogleggen, wat gunstigen in vloed had. Gevraagd werd, of bewerken met de ketting-eg grondig resultaat zal hebben. De heer Nobel antwoordde, dat dieaan- gaande proeven genomen zullen worden. Gele mosterd kan laat gezaaid worden; in hoeverre die mosterd zich zal ontwikkelen, weet men niet. 'tls ook een groote vraag, wat er met de stikstof bevattende stoffen in den grond is gebeurd. De voorzitter dankte den heer Nobel voor zijne mededeelingen. De bijeenkomst werd vervolgens gesloten. ZOMERTIJD. Men meldt aan de N. R. Crt. dat de Neder- landsche spoorwegmaatschappijen aan de regeering hebben voorgesteld, in navolging van Duitschland, ook hier te lande den zo mertijd in te voeren, in verband met de dienstregeling op de spoorwegen. DE AUTEUR VAN HET ÜERA-LINDA- BOK. Men schrijft aan de N. Rott. Crt. uit Leeuwaruen ilet kistje met bescheiden betretfende het wera-Lmua-Bok, üoor Jotiau Wmkler aan tiet rriesch Genootschap te Leeuwarden toe vertrouwd, om het eerst na zijn overlijden te openen, is, gelijk reeds vermeid, onlangs ont zegeld. De inhoud werd gesteld in handen van de bestuursleden Mr. Boe les en Dr. Wumkes, die daaromtrent nu mondeling ge rapporteerd hebben. Met machtiging van het bestuur van het Friescii Genootschap kan nu het volgende worden medegedeeld: Het kistje bevatte een geschreven verhande ling van Johan Winkler, eenige origineel» brieven van Dr. Eelco Verwijs, Dr. Üttema, Beckering, Vinckers en Leendert Flores over de Luiden, voorts een reeks gedrukte brochu res, overbekend, en eene onuitgegeven ver handeling van den heer Hugo Suringar te Leeuwarden, d.d. Mei 1874, betreflende het papieT en het'verdere materieele karakter van het bekende handschrift. Deze beschei den zouden volgens eene vroegere uitla ting van den heer Winkler minder aange naam zijn voor de nog levende nakomelin gen van dengeen die de mystificatie gepleegd heeft. Vandaar de eenigszins spanning ver wekkende bepaling dat het kistje eerst nu geopend mocht worden. Degenen, die zich niet te veel voorgesteld hebben van de beteekenis der mémoires van Johan Winkler, blijken juist gezien te heb ben In zijn gemoedelijk en onderhoudend geschreven stuk deelt Winkler dan mede op welke wijze Dr. Eelco Verwijs het hand schrift van het Oera-Linda-Bók bij het Friesch Genootschap ter tafel bracht en hoe bloote voeten en gescheurde hemdjes en grijze onderbroekjes rond. Ze wilden vader en moe der en hun zusje zien wegvaren. En in tus schen gooiden ze elkaar met steentjes of speelden met schelpen in de zon. - Na een paar uur roeiens schuurde de boot tegen de aanlegplaats in de bocht bij het roo- de bootschuurtje van de pastorie. Andries nam zijn grooten zwarten kerkhoed af, lichtte dé bontgebloemde wollen puntmuts een weinig op en droogde het zweet af van zijn dunne ongekamde haren. Hij had aan de riemen gezetén op de voorste roeibank en Guri -en Olina ieder met een roeispaan op de tweede bank. Het was geducht warm gewor den, en ze hadden zonder ophouden doorge roeid. Er waren nog niet veel kerkbezoekers aan gekomen niet meer dan twee of drie boo ten lagen tegen dfe helling opgetrokken. En Andries zag in een van de krommingen van den weg eenige witte hoofddoeken van vrou wen en een paar in 't zwart gekleede mannen die tegen den berg opklauterden. O. /e waren vroeg genoeg, meer dan vroeg. Maar Andries had daar z'n bedoeling mee. Hij trok z'n boot op tegen het veer en wond de lijn om een rotsteen. Er kwamen gewoon lijk een menigte booten daar aan, als het dich ter bij kerktijd was. Andries begon den heuvel op te klimmen en Guri kwam met haar dochtertje achter hem aan. Toen hij bij de tweede bocht was geko men, stond hij een oogenbLik stil,'keerde zich om en tuurden over het watef. Nu wemeldte het er van zwarte booten prop vol met kerkmenschen. Het was stil water tus schen kale grijze rotsen aan weerszijden. De heete zomerzon scheen met een feilen glans op de witte hoofddoeken der vrouwen de jon gere mannen hadden hun hoed afgezet en hun buis uitgetrokken en zaten in grijze of bonte hemdsmouwen aan de riemen. Een der booten een lichtgeverfde, ge heel nieuwe boot was al dicht hij het veer. de zaak verder verliep, totdat dr. Ottema, In 1872, de eerste uitgave bezorgde. Dan wordt als slotsom „van vele stille opsporingen en onderzoekingen" de beer Haverscbmidt (Piet Paaltjens) aangewezen als de man, in wiens brein hei eerst zou zijn opgekomen de ge dachte cm een boek te schrijven in den geest van hetgeen latei: het Oera-Linda-Bok ge worden is. „Als dat geschrift dan door som migen, misschien door velen voor waarach tig zoude aangenomen geworden zijn, dan wilde hij later voor 't licht komen als de op steller en op die wijze den lieden aamoonen, dai, zoomin als- zijn geschrift 'cp waarheid berustte, zoomin ook de Bijbel een heilig, een waarachtig boek was." Het is merkwaar dig, dat Winkler het niet noodig gevonden heeft eenig bewijs voor deze stelling aan te voeren. Met klakkeloos "neergeschreven ver moedens komen wij niet verder. De heer C. Over de Linden te Helder zou bereid gevonden zijn, het plan van Haver- schmidt te steunen. Maar nu was Haver- schmidt niet Voldoende bekend met het Oud- Friesch, zoodat ook nog de medewerking noodig was van een geleerde als Dr. Eelco Verwijs. Deze laatste werd het altijd1 vol gens Johan Winkler spoedig eens met Ha- verschmidt, omdat hij zich er bij voorbaat op verheugde den heer W- Eekhof, den beken den, chauvinistischen archivarius van Leeuw arden, er eens in te laten loopen. Terecht merkt Winkler op, dat dit alles'zij ne persoonlijke meening is, zijne persoonlijke overtuiging en niets meer. Allervreemdst is het, dat Winkler zelfs geen poging doet om de uitnemend gedokumenteerde brochure van Beckering Vinckers „Wie heeft het Oera- Linda-Boek geschreven," waarin C. Over de Linden als auteur wordt aangewezen, te weerleggen. De theorie van Winkler is La strijd met de uitdrukkelijke verklaringen van haverschmidt en Verwijs, dat zij het Oera- Linda-Bok niet geschreven hebben. Boven dien heeft Verwijs, in de bovenbedoelde brie ven aan J. Winkler, van meet af aan beden kingen geuit en ten slotte, in April 1870, dus vooi de publicatie van Dr. Ottema, ge schreven, dat hij hoe langer zoo meer tot de overtuiging gekomen is, dat het handschrift onecht is en een lapwerk van lateren tijd. De memories van Johan Winkler zijn ove rigens ongLrnoudend en wel aardig voor de kennis van het verloop, dat de zaak gehad heeft in den boezem van het „Friesch Ge nootschap." Het ligt in het voornemen van het bestuur van dat Genootschap om de schriftelijke be scheiden uit het kistje later te publiceeren in de „Vrije Fries," het genootschappelijke tijd schrift. SODA. In aansluiting aan de waarschuwing van dr. Van, Hamel Roos in het „M. t. d. V." ont kenen we het volgende aan de N. R. C. „De gemeentelijke keuringsraad te Leiden heeft, naar aanleiding van klachten, een on derzoek ingesteld naar de hoedanigheid van /de soda, welke ten verkoop wordt aangebo den. „Daarbij is gebleken, dat de knoeierijen met dit artikel een onrustbarenden omvang heb ben aangenomen. Als soda worden stoffen verkocht, die soms met dat artikel niets dan den naam gemeen hebben, en die gedeeltelijk en soms geheel bestaan uit waardelooze ver- valschingsmiddelen, vooral glauberzout. „De burgemeester heeft bepaald, dat ieder de door hem gekochte soda gratis door den keuringsraad kan laten onderzoeken." NEKKRAMP. Naar -aanleiding van de in den laatsten tijd verschenen berichten omtrent het voor komen van gevallen van nekkramp onder de troepen van ons leger, hebben wij ons om inlichtingen gewend ter plaatse, waar men volkomen op de hoogte van dezen toestand kan zijn en nebben daar vernomen, dat zich in verschillende garnizoenen eenige versprei de gevallen voordóen, waaronder te 's-ura- venhage een achttal. Tegelijkertijd werd ons verzekerd, dat de militaire geneeskundige dienst alle mogelijke maatregelen tot gestrenge isolatie om alles zins een uitbreiding van deze besmettelijke ziekte te voorkomen, neemt. (Msb.) ONGEWENSCHTE GAST. Te Delft werd Zondag in de Gereformeer de Kerk op de Vlamingstraat de godsdienst oefening verstoord door smartkreten dje zich tusschen de orgelmuziek mengden. De orga nist vond dra de oorzaak der onwelluidende muziek: in het orgel zat een kat, die razend Dat waren roeiers! Jonge forsche kerels met krachtige armen en warme roode gezichten en blootshoofds. Een blozend meisje was er bij. Ze zat breed' als een baker achter in de boot. Het leek wel of ze de overvaart betaald had alleen om te gekken met die jongens, dus was het niet te verwonderen dat ze hun best deden en een goeden indruk op haar wilden maken. E>e roeislagen vielen gelijkmatig, zoodat ze met vast geluid op het water neer kwamen en voor den boeg spatte het schuim. Prachtig ging het Andries stond er naar te kijken en wendde zijn oogen naar de roode huisjes op de woes te eilanden", om te zien of „rijke Piet" al aan 't maaien was begonnen. En ondertusschen dacht hij„of 't in de kerk komt vandaag? O ja, dat doet 'ij wel bij dat mooie weêr; 'ij 'eeft er zeker op gerekend1 bij Vader te blijven eten, denk ik. O ja maar nu moest hij gauw komen, als 'ij nog op tijd wilde zijn voor dat de godsdienstoe fening begon." Andries hield zijn hand aan zijn wenk brauwen, om beter te kunen zien. Zijn water grijze oogjes knipten tegen dat felle licht, zoodat ze er pijn van deden. En zijn groote tand stak ver vooruit in zijn open mom J[a, dat was de gele boot van Prahl met roeiers in witte hemdsmouwen. En achterin, breed en trotsch zat hij zelf met zijn vrouw en zijn kindéren. „Ja, ja, 't was te verwachten, dat 'ij zou komen," dacht Andries, „ik dacht het wel vandaag." Nu was het maar 't best zich te haasten, om vóór Prahl bij de kerk te zijn. 't Was niet alleen aan 't geld dat hij schul dig was dat Andries moest denken, maar hij was zoo heel veel keeren „ziek" geweest in den laatsten tijd, als Prahl hem had laten roepen om te komen werken „eele maal ziek, kind". En hij had er zich zoo ingepraat ook tegen zijn vrouw, dat hij uit zijh eigen praatjes zelf niet meer wijs kon. Ecnt ia 'sduivels macht van angst, zich niet liet vangen. De gemeen te behielp zich verder zonder orgelspel. Eerst 'a middags werd de poes uit haar vrij willig gekozen gevangenis verlost (N. Ct) EIGEN RECHTER. In de zalen-Rodenhuis te Leeuwarden ver scheen gisternacht een militaire patrouille, welke was gehaald door een sergeant, die te voren ruzie had gehad met enkele bezoekers. Ook bleek later, dat hij bij de uitgangen van het gebouw posten had gezet Het publiek drong om den onderofficier heen, toen deze bevel gaf de bajonet op 't ge weer te zetten. De situatie werd kritiek. Men vreesde, dat de sergeant bevel zou geven om te vuren. De politie, die inmiddels was gewaar schuwd voorkwam erger. Zij nam den on derofficier in hechtenis en gelastte de pa trouille in te rukken. KORTE BERICHTEN. De prijzen der dakpannen zullen, naar de fabrikanten besloten, hooger worden. De Nederl. Vereeniging te Pretoria zond andermaal een som van 150 pond ster ling voor de Watersnood-slachtoffers. De Min. v. Oorlog bezocht te Rotter dam een paar ambulancetreinen en te Delft het militaire hospitaal. Vóór den Waterweg werden mijnen ge rapporteerd. De student, die in Groningen lijdende was aan nekkramp, is overleden. Het s. s. Kambongan heeft de post mee voor Indië. Er zullen tot een bedrag van 5 mil'li- oen guldens aangefnunt worden. STADSNIEUWS. KIEZERSLIJSTEN. Op de kiezer tijst dezer gemeente komen voor: 4058 kiezers voor de Tweede Kamer der Stateu-Geueraai, waarvan 3704 belasting- kiezers, 162 huurkiezers, 140 loonkiezers, 2 pensioenkiezers, 34 spaarbankkiezers, 16 ex amenkiezers, (re stemdistrict 581, 2e 1332, 3e 1202, 4e 943). Voor de Provinciale Staten bedraagt het aantal kiezers 4035, (le stemdistrict 577, 2e-1323, 3é 1198, 4e 937), terwijl er voor den Gemeenteraau 3(53 kiezers zijn, waarvan ia het le kiesdistrict 1412, (le stemdistrict 536, 2e 876), in het 2e kiesdistrict i249, in het 3e kiesdistrict 1092. Ten vorigen jare bedroeg het totaal aantal kiezers voor de Tweede Kamer 4000, de Pro vinciale Staten 3989, den Gemeenteraad 3665. ROODE KRUIS. Als geslaagd voor het onlangs gehouden schriftelijk en mondeling examen zijn thans bij de transportcolonne van het Ned. Roode Kruis benoemd tot ploegcommandant der le sectie: de h. h. H. C. Stoutjesdijk, 2. M. Kater, 3. M. Jimmink; 1 tot reserve-p loegcommandant: 1. G. C. van Gulik, 2. A. van der Meulen, 3. S. J. Molenaar; tot commandant der 2e Sectie: de h.h. 1. Jhr. W. F. C. van Lith d'e Jeude, 2. J. van Twuyver, 3. J. Bruin; tot reserve-ploegcommandant: 1 C. Blankendaal, 2. O. de Waal, 3. P. Oudt. HET NIEUWE POSTKANTOOR. Op 2 Mei a.s. zal het nieuwe postkantoor in gebruik worden genomen. DE CACAO-INDUSTRIE. De Alkmaarsche cacao- en chocoladefa briek „Alcmaria", die al sedert drie weken niet werken kon, wegens gebrek aan grond stoffen, ziet zich genoodzaakt a. s. Zaterdag haar personeel te ontslaan. De reden waar om achtereenvolgens ongeveer alle cacaofa brieken in ons land tot dezen maatregel ge dwongen zijn, ligt niet in den onvoldoenden aanvoer van cacaoboonen, want er zijn tien duizenden balen opgeslagen, maar in het feit, dat dé N. O. T. hiervan niets vrij kan geven. 8CHOOL VOOR BUITENGEWOON LAGER ONDERWIJS. B. en W. leggen een correspondentie over 'P met liet Roode T<ruis, waaruit blijkt dat het noodig is nog eenigen tijd een afwachtende iouding aan te nemen ten aanzien van de school voor buitengewoon lager onderwijs. Het is n.l. niet mogelijk een andere, voor het doel geschikte gelegenheid ter beschikking van het Roóde Kruis te stellen, terwijl - het Roode Kruis in ongelegenheid zou komen in dien de gemeente op ontruiming van het was hij verzeild geraakt door al dat liegen. En dus zette Andries spoed achter zijn kerkgang, terwijl hij met een gevoel van troost tersluiks naar het houten emmertje keek, waarmee de kleine Olina voortstapte. Toen ze de eerstvolgende boch van den weg bereikt hadden, ontmoetten ze „Erepel"-Mans en Lars „met den raren mond". Die hadden ook ieder hun vrouw bij zich. ,;Wel-koml" klonk gerekt de harde stem van Lars. Met zijn breede schouders voor over gebogen, liep hij, op zijn kerk-stok leu nend, stap voor stap. „Bedankt," was Andries' antwoord. „Je gaat zeker ook naar de kerk," lijmde Aardappel- Mons met zijn zeurige vrouwen stem. De vrome oogen in zijn peervormig ge zicht werden armezondaarsaentig ten hemel gebouw bleef aandringen. Zij stellen den raad voor-te besluiten: Burgemeester en Wethouders voor diligent te houden met betrekking tot de oprichting eener school voor buitengewoon lager on derwijs. VASTSTELLING VAN HET PRIMITIEF KOHIER DER HONDENBELASTING, DIENST 1916. B. en W. stellen den Raad voor vast te stellen het voljaarsch kohier der hondenbe lasting, dienst 1916, tot een invorderbaar bedrag van f 1732. BENOEMING VAN IENE ONDER WIJZERES AAN DE 3e GEMEENTE SCHOOL. Ter vervulling der vacature aan de 3e Gemeenteschool, ontstaan door het verleend eervol ontslag aan Mejuffr. C. A. M. van 't Veer, zijn op de voordracht geplaatst 1. Mejuffr. I. Potharst, onderwijzeres te Hoorn, 2. Mejuffr. A. Koch, onderwijzeres te Broek op Langendijk, 3. Mejuffr, W. Schalkwijk, onderwijzeres te Limmen. BENOEMING VAN EENE ONDER WIJZERES AAN DE le GEMEENTE SCHOOL. Ter vervulling der vacature aan de le Gemeenteschool, ontstaan door het verleend eervol ontslag aan Mejuffr. J. F. J. Dubois, zjjn op de voordracht geplaatst 1. Mejuffr. A, Koch, onderwijzeres t« Broek op Langendijk, 2, Mejuffr. I. Pot harst, onderwijzeres te Hoor». 3. Mejuffr. Th. Flens, onderwijzeres te Schoorl. HERZIENING JAARWEDDEN PERSO NEEL STADS-ZIEKENHUIS. Van Regenten van het Stads-ziekenhuis is bij den Raad ingekomen een schrijven d. d. 18 Februari 1.1. uo. 146, waarbij zij verzoe ken aandacht te willen schenken aan b"o voorstel tot verhooging van het salaris der leerling-verpleegsters en dat van den huis meester en den portier met hunne echtgenoo- ten. Waar op de loopende begrooting voor het Stads-Ziekenhuis voor deze verhooging geen gelden zijn uitgetrokken, geven B. en W. den raad ia overweging de gevraagde verhoogin gen toe te staan met ingang van 1 Januari 1917, opdat daarmede bij de vaststelling van de egrooting voor het Stads-ziekenhuis vqor hc: jaar 1917 rekening zal kunnen worden gehouden GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS. Burgemeester en Wethouders stellen den Raad voor hen uit te noodigen de totstandko ming eener gemeentelijke arbeidsbeurs als die te den Helder, waarvan de kosten op pl. m. 300 zijn geraamd, te bevorderen. AANKOOP PERCEEL VAN DEN HEER W. ZAADNOORDIJK. B. en W. deelen den Raad mede, dat er op 16 Maart 1.1. een samenkomst heeft plaats gehad tusschen het college en den heer W. Zaadnoordijk, ten doel hebbende zoo moge lijk tot overeenstemming te geraken omtrent den verkoop, langs minnelijken weg, van diens perceel aan het Waagplein, op de basis van het besluit uwer vergadering van 8 Maart 1.1., no. 2. In deze samenkomst is de gewenschte over eenstemming verkregen. Staande de vergade ring werd een voorlopig koopcontract op gemaakt en geteekend, waarbij, gelijk van zelf spreekt, de goedkeuring van uwe verga dering en die van de Gedeputeerde Staten van Noordholland is voorbehouden. In verband met het bovenstaande stellen zfj den Raad voor bovengenoemd perceel voor de gemeente Alkmaar aan te koopen tegen een koopprijs van 12500, onder de bekende voorwaarden. HERZIENING PLAN VAN UITLEG DER GEMEENTE. Bij raadsbesluit van 3 November 1915, No. 4, werd het plan van uitbreiding dezer ge meente aan eene herziening onderworpen, welk besluit vervolgens ter goedkeuring aan heeren Gedeputeerde Staten werd toegezon den. Bij schrijven van 26 Februari 1,1., No. 177D/319, le afd., deelde de Voorzitter van bedoeld College ons mede, dat, hoewel tegen de vastgestelde herziening van het plan van uitbreiding in beginsel geen bezwaar bestaat, tegen het bepaalde onder II van het raadsbe sluit eenige bedenking is gerezen. B. en W. stellen den Raad voor te beslui ten het bepaalde sub. II in het raadsbesluit van 3 November 1915, No. 4. te doen verval len, en bedoeld besluit vervolgens opnieuw, overigens onveranderd, aan de goedkeuring geslagen. „Ja, zeker," antwoordde Andries." „Hoe gaat het je" „O, ik 'eb niet te klagen, 'oe gaat het jou?;' „Ach ja, ik slijt den tijd en dé tijd slijt mij" „Zoo is 't ja." Daarop werd de tocht zwijgend voortgezet. De vrouwen gingen bij elkaar loopen en be- gonen een praatje. Lars met de harde stem was niet al te best ter been. En dus stond hij tusschenbeide eens stil en droogde het zweet van zijn voorhoofd af. terwijl hij leunde op zijn stok, ,,'ij1) is warm," zei hij. ,,'eet 'oor, beaamde Andries. Hij keek van ter zijde naar zijn buurman, die daar stond' in zijn mooie Zondagsche pak met een zwarten breedgeranden hoed' over de bontgekleurde gebreidfe slaapmuts, 'aast net zoo'n hoed als in de stad gedragen werd. Een donkerblauw pak had' hij aan, met zilveren knoopen aan buis en vest, en daarbij 'slobkou sen en schoenen met gespen. Hij zal er heel wat deftiger uit daq Andries, wiens Zondag sche kleeren oud en versleten waren, terwijl l) Bedoeld is ét wind, bef weêr. Vert. op 't achtereind' van zijn broek een lap was gezet van andere kleur. En zijn hoed was rossig van ouderdom. Andries zag met ongeduld het langzame loopen van Lars, het ergerde hem telkens stil te moeten staan. Met de hand boven het hoofd' gluurde hij even over het water. O neen, het had geen nood. De boot van dien winkelier was nog niet bij het roode bootschuurtje aangekomen. Ze konden zich gerust nog een poos op houden. „Ben jelui al begonnen te maaien begon Andries het gesprek, toen ze verder gingen, „We 'ebben net onze seizen geslepen," gaf Lars ten antwoord. „Precies. Ben jelui, al begonnen?" „Oo .1 we gaan er mee aan den g' ang. „Er is veel gras dit jaar." Dat is er. Een verschil met het vorige." „Toen was 't rot en bedorven, voor 't in 'uis kwam," piepte Erepel-Mons. „Ja, toen was 't een bedroefd' nare zomer". „Een nare zomer, kind!" Nu hadden ze den laatsten heuvel beklom men en stonden op de hoogte stil. Een koele luchtstroom, uit zee streek langs hen heen Andries keek #it de lange strook bruine hei en grijzen rotsgrond aan de westzijde van het eiland, totdat het oog niets meer ontmoet te dan een menigte holmen en scheren, ge scheiden door schitterend blauwe strepen wa ter. En de golfjes daarbuiten blonken met gouden gloed in hun spel met den zwakken wind. De klippen bleven onder het watervlak verborgen, men zag ze niet. En rondom de kleine scheren spatte geen schuim. Ze lagen als grauwe walvischruggen zich te koesteren in het zonlicht. Alleen rondom dë een of an dere scherpe landpunt was er een witte plek, die aldoor bewoog. Wordt vwrvolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 2