Ante van den Tarafjord
FEUILLETON.
den verkocht.
Het overgroote deel der vluchtelingen heeft
de oude woningen weer kunnen betrekken,
zoodai de kerk der Neden'mitsch hei-vormde
gemeerde in de Oostzijde Zaterdag kon wor
den ontruimd. Ook de Doopsgezinde kerk in
de Oostzijde, waar de zieke vluchtelingen
verpleegd werden, kon aan haar bestemming
worden teruggegeven.
Alleen in drie scholen aan het Kattegat,
de Stadswerf en aan 't Kalf bevinden zich
nog te zamen ruim 200 vluchtelingen. Over
wogen wordt, dezen in één gebouw samen
te brengen om ook spoedig de scholen weer
vrij te krijgen.
LANDEIGENAREN IN WATERLAND.
De heeren J. Korthals Altes te Zandvoort,
J. Hoeve te Zunderdorp, P. H. Bakker te
Landsmeer, J. C. Reinders Folmer te Buik
sloot, L. C. baron van dér Feltz te Leeuwar
den en J. Hora te Broek in Waterland, had
den gisteren in „Krasnapolsky" een bijeen
komst georganiseerd van landeigenaren in
Waterland. In deze vergadering wilde men
komen tot nauwere aaneensluiting.
Onder de aanwezigen dezer zeer druk be
zochte vergadering werd o.a. opgemerkt de
heeren C. Nobel, Rijkslandbouwleeraar te
Schagen en M. F. Visser, voorzitter van de
Aid. Amsterdam van de Hollandsche Maat
schappij van Landbouw.
De voorzitter, de heer J. C. Reinders Fol
mer wees er op, dat bij den watersnood zeer
weiuig samenwerking heeft bestaan.
Aanstonds moet er gebouwd worden en
zal er veel gewerkt moeten worden, opdat
belanghebbenden geholpen worden. De re
geering zal voorlichting noodig hebben. En
*t is goed, wanneer belanghebbenden een
'oordie kunnen meepraten.
De heer J. Korthals Altes wees eveneens
de:
woordje kunnen meepraten.
h<
cp het nut der solidariteit in dezen. We moe
ten niet achter ons zien, maar vooruitkijken.
Laten wij een vereeniging oprichten, die voor
aller toekomst zal zorgen. Evenals in den
Haarlemmermeer wil men een vereeniging
stichten, die toezicht kan oefenen op de ver
kiezing der bestuursleden. DeZe vereeniging
geeft onderling voeling en voeling met de
bestuursleden.
De algemeene beraadslagingen werden
daarna geopend.
De heer Dijsselhof zou gaarne het doel
der vereeniging wat nader omschreven zien.t
De voorzitter antwoordde, dat men hier
niet alles kan opnoemen, wat door de veree
niging gedaan kan worden Eenige punten
wilde hij aanstippen. O. a. het benoemen der
bestuursleden van waterschappen; dan het
opbouwen der woningen. Wie kunnen dat
doen? De timmerlieden uit het overstroomde
land? Die zijn niet talrijk genoeg. !t Zal noo
dig zijn, dat de regeering rijkswerklieden ter
beschikking stelt. Dan zal men bij allerhande
kwesties, die ontstaan, zullen, kunnen ingrij
pen en als bemiddelaar kunnen dienen.
De heer Dijsselhof vestigde de aandacht
op het werk door de Maatschappij van Land
bouw verricht, bijv. door er voor te zorgen,
dat de boeren uit het overstroomde gebied
een zei groot mogelijken prijs voor hun vee
maken.
De voorzitter bracht daarna in stemming
het voorstel om over te gaan tot oprichting
der vereeniging.
De contributie wordt minstens t, maxi
mum 3, het laatste voor grondeigenaren.
De heer Dekker, Ransdorp, herinnerde er
aan, dat zijn gemeente reeds getracht had,
tot een vereeniging van gemeenteraadsleden
uit het overstroomde gebied te geraken. De
ze pogingen zijn echter mislukt.
Alvorens zijn voorstel in stemming te
brengen, wees de voorzitter er op, dat lia der
vereeniging kunnen worden, huiseigenaren,
grondeigenaren en pachters van boerderijen.
Huurprijs van woningen zijn uitgesloten,
daar dezen elders een woning kunnen huren.
In beginsel werd daarna tot oprichting der
vereeniging besloten.
Ter vergadering gaven zich 107 personen
als lid op; twee aanwezig^ wilden nog niet
toetreden.
Het voorloopig bestuur werd samengesteld
als volgt: J. Korthals Altes, Zandvoort; J.
Hoeve, Zunderdorp; P. H. Bakker, Lands
meer; J. C. Reinders Folmer, Buiksloot; L.
C. Baron van der Feltz, Leeuwardefi; J.
Hora, Broek in Waterland.
De heer Nobel, rijkslandbouwleeraar, deel
de mede dat zich uit de landbouwvereenigin-
gen in het overstroomde gebied een commis-
een „stril" vertelling van Jöhan C. W. Juuhl.
Uit het Noorsch vertaald1 door M. A. Z.
4)
En dan mijn vrouw en mijn kinderen dood la
ten hongeren. Neen, de duivel 'ale me, als ik
't doe."
Olina nam haar emmertje op. En toen gin
gen ze het huis u.t.
't Was een koele zomermorgen, nog frisch
van dauw. De zon vergulde de grijze klippen
en rotspunten, en door het dal woei een zoele
wind, die een gloeiend heete dag voorspelde.
De bij gonsde en de sprinkhanen hoorde men
tusschen het verdroogde .gras. En het doffe
geluid van den trek in 't water klonk als een
zacht gedreun over het eilandenrijk. Maar
buiten bij de verste scheren krijschten klagend
eentonig de zeemeeuwen.
Andries dampte met smakkende lippen uit
het vuile eindje pijp, terwijl hij, uitgedost in
zijn Zondagsdie kleeren, met krommen rug
en langzamen stap den heuvel over ging naar
de plaats waar zijn boot lag. Blauwe rook
wolkjes stegen omhoog, en stank van sterke
tabak vermengde zich met de geuren van het
versch gemaaide gras op z'n weialnd.
Een paar pas achter hem- aan kwam Guri
met de voorraadskist. Haar wit Zondagtooi
glansde in het licht, haar hoofd hield ze voor
overgebogen, en op haar smal bleek gezicht
met de uitstekende kaakbeenderen lag ae echt
ootmoedige kerkdlag-stemming.
De kleine Olina stapte met haar emmertje
en het kerkboek in haar handen naast haar
moeder, en op haar gezichtje stond dezelfde
idsuitdrukking.
op een hoogte sprongen
al de halfnaakte engeltjes uit de Dal-hut op
nederige plechtigheidsuitdrukking.
Maar daar ginds
sie heeft gevormd, waarvan hij voorzitter la
en de besturen van bovenbedoelde vereeni-
gingen elk een lid uit hun midden zullen
aanwijzen. Deze commissie zal, als de
grond in het thans overstroomde gebied
droog is, nagaan wat in het belang van net
spoedig weuer groeizaam worden van het
land gedaan kan worden.
Er zijn monsters van' het overstroomings-
water in Waterland genomen door het Land-
bouwproetstation te Hoorn. En gebleken is,
dat het zoutgehalte laag was: 8 gram per
liter, lager dan te Anna Paulowna, waar het
22 gram bedroeg; op de ontwikkeling van
het gewas zal aat grooten invloed hebben.
Ook van den grond heeft men h«t zoutgehal
te onderzocht. Daartoe was gelegenheid bij
het gedeelte, dat te Purmerend drooggemalen
was. In het bovenste laagje was het 0.77
pCt.; in de daaropvolgende laag van 220
c.M. diep bedroeg het 0.16 pCt., en van 20
40 c.M. was het 0.03 pCt., zoo laag, dat hot
geen verkeerden invloed kan hebben.
Een tweede vraag is, welken invloed de
langdurige afsluiting van de lucht op hét
gras zal hebben. Maar daarvan is niets te
zeggen. Vergelijking met vroeger tijden gaat
in dezen niet op. Zal men graszaad planten
in de landen, wanneer deze droog komen?
Spr. zou gaarne het oerdeel der vergadering
daarover weten. Is dat noodig, dan moert
men tijdig zorgdragen, dat er voldoende
graszaad aanstonds voorradig zij. Moet men
overgaan tot kunstmatige bemesting? Doet
men dat, dan komt daarvoor in de eerste
plaats het superfosfaat in aanmerking. Maar
voorloopig is het niet te verkrijgen en vóór
1 Juni kan de kunstmest-commissie daarover
niets mededeelen.
Uit de vergadering werd er op gewezen,
dat Purmerend onder zeer gunstige omstan
digheden had verkeerd. Het regende onmid
dellijk na het droogleggen, wat gunstigen in
vloed had. Gevraagd werd, of bewerken met
de ketting-eg grondig resultaat zal hebben.
De heer Nobel antwoordde, dat dieaan-
gaande proeven genomen zullen worden.
Gele mosterd kan laat gezaaid worden; in
hoeverre die mosterd zich zal ontwikkelen,
weet men niet. 'tls ook een groote vraag,
wat er met de stikstof bevattende stoffen in
den grond is gebeurd.
De voorzitter dankte den heer Nobel voor
zijne mededeelingen.
De bijeenkomst werd vervolgens gesloten.
ZOMERTIJD.
Men meldt aan de N. R. Crt. dat de Neder-
landsche spoorwegmaatschappijen aan de
regeering hebben voorgesteld, in navolging
van Duitschland, ook hier te lande den zo
mertijd in te voeren, in verband met de
dienstregeling op de spoorwegen.
DE AUTEUR VAN HET ÜERA-LINDA-
BOK.
Men schrijft aan de N. Rott. Crt. uit
Leeuwaruen
ilet kistje met bescheiden betretfende het
wera-Lmua-Bok, üoor Jotiau Wmkler aan
tiet rriesch Genootschap te Leeuwarden toe
vertrouwd, om het eerst na zijn overlijden te
openen, is, gelijk reeds vermeid, onlangs ont
zegeld. De inhoud werd gesteld in handen
van de bestuursleden Mr. Boe les en Dr.
Wumkes, die daaromtrent nu mondeling ge
rapporteerd hebben.
Met machtiging van het bestuur van het
Friescii Genootschap kan nu het volgende
worden medegedeeld:
Het kistje bevatte een geschreven verhande
ling van Johan Winkler, eenige origineel»
brieven van Dr. Eelco Verwijs, Dr. Üttema,
Beckering, Vinckers en Leendert Flores over
de Luiden, voorts een reeks gedrukte brochu
res, overbekend, en eene onuitgegeven ver
handeling van den heer Hugo Suringar te
Leeuwarden, d.d. Mei 1874, betreflende het
papieT en het'verdere materieele karakter
van het bekende handschrift. Deze beschei
den zouden volgens eene vroegere uitla
ting van den heer Winkler minder aange
naam zijn voor de nog levende nakomelin
gen van dengeen die de mystificatie gepleegd
heeft. Vandaar de eenigszins spanning ver
wekkende bepaling dat het kistje eerst nu
geopend mocht worden.
Degenen, die zich niet te veel voorgesteld
hebben van de beteekenis der mémoires van
Johan Winkler, blijken juist gezien te heb
ben In zijn gemoedelijk en onderhoudend
geschreven stuk deelt Winkler dan mede op
welke wijze Dr. Eelco Verwijs het hand
schrift van het Oera-Linda-Bók bij het
Friesch Genootschap ter tafel bracht en hoe
bloote voeten en gescheurde hemdjes en grijze
onderbroekjes rond. Ze wilden vader en moe
der en hun zusje zien wegvaren. En in tus
schen gooiden ze elkaar met steentjes of
speelden met schelpen in de zon. -
Na een paar uur roeiens schuurde de boot
tegen de aanlegplaats in de bocht bij het roo-
de bootschuurtje van de pastorie.
Andries nam zijn grooten zwarten kerkhoed
af, lichtte dé bontgebloemde wollen puntmuts
een weinig op en droogde het zweet af van
zijn dunne ongekamde haren. Hij had aan
de riemen gezetén op de voorste roeibank en
Guri -en Olina ieder met een roeispaan op de
tweede bank. Het was geducht warm gewor
den, en ze hadden zonder ophouden doorge
roeid.
Er waren nog niet veel kerkbezoekers aan
gekomen niet meer dan twee of drie boo
ten lagen tegen dfe helling opgetrokken. En
Andries zag in een van de krommingen van
den weg eenige witte hoofddoeken van vrou
wen en een paar in 't zwart gekleede mannen
die tegen den berg opklauterden.
O. /e waren vroeg genoeg, meer dan vroeg.
Maar Andries had daar z'n bedoeling mee.
Hij trok z'n boot op tegen het veer en wond
de lijn om een rotsteen. Er kwamen gewoon
lijk een menigte booten daar aan, als het dich
ter bij kerktijd was.
Andries begon den heuvel op te klimmen
en Guri kwam met haar dochtertje achter hem
aan. Toen hij bij de tweede bocht was geko
men, stond hij een oogenbLik stil,'keerde zich
om en tuurden over het watef.
Nu wemeldte het er van zwarte booten prop
vol met kerkmenschen. Het was stil water tus
schen kale grijze rotsen aan weerszijden. De
heete zomerzon scheen met een feilen glans
op de witte hoofddoeken der vrouwen de jon
gere mannen hadden hun hoed afgezet en
hun buis uitgetrokken en zaten in grijze of
bonte hemdsmouwen aan de riemen.
Een der booten een lichtgeverfde, ge
heel nieuwe boot was al dicht hij het veer.
de zaak verder verliep, totdat dr. Ottema, In
1872, de eerste uitgave bezorgde. Dan wordt
als slotsom „van vele stille opsporingen en
onderzoekingen" de beer Haverscbmidt (Piet
Paaltjens) aangewezen als de man, in wiens
brein hei eerst zou zijn opgekomen de ge
dachte cm een boek te schrijven in den geest
van hetgeen latei: het Oera-Linda-Bok ge
worden is. „Als dat geschrift dan door som
migen, misschien door velen voor waarach
tig zoude aangenomen geworden zijn, dan
wilde hij later voor 't licht komen als de op
steller en op die wijze den lieden aamoonen,
dai, zoomin als- zijn geschrift 'cp waarheid
berustte, zoomin ook de Bijbel een heilig,
een waarachtig boek was." Het is merkwaar
dig, dat Winkler het niet noodig gevonden
heeft eenig bewijs voor deze stelling aan te
voeren. Met klakkeloos "neergeschreven ver
moedens komen wij niet verder.
De heer C. Over de Linden te Helder zou
bereid gevonden zijn, het plan van Haver-
schmidt te steunen. Maar nu was Haver-
schmidt niet Voldoende bekend met het Oud-
Friesch, zoodat ook nog de medewerking
noodig was van een geleerde als Dr. Eelco
Verwijs. Deze laatste werd het altijd1 vol
gens Johan Winkler spoedig eens met Ha-
verschmidt, omdat hij zich er bij voorbaat op
verheugde den heer W- Eekhof, den beken
den, chauvinistischen archivarius van Leeuw
arden, er eens in te laten loopen.
Terecht merkt Winkler op, dat dit alles'zij
ne persoonlijke meening is, zijne persoonlijke
overtuiging en niets meer. Allervreemdst
is het, dat Winkler zelfs geen poging doet
om de uitnemend gedokumenteerde brochure
van Beckering Vinckers „Wie heeft het Oera-
Linda-Boek geschreven," waarin C. Over de
Linden als auteur wordt aangewezen, te
weerleggen. De theorie van Winkler is La
strijd met de uitdrukkelijke verklaringen van
haverschmidt en Verwijs, dat zij het Oera-
Linda-Bok niet geschreven hebben. Boven
dien heeft Verwijs, in de bovenbedoelde brie
ven aan J. Winkler, van meet af aan beden
kingen geuit en ten slotte, in April 1870,
dus vooi de publicatie van Dr. Ottema, ge
schreven, dat hij hoe langer zoo meer tot de
overtuiging gekomen is, dat het handschrift
onecht is en een lapwerk van lateren tijd.
De memories van Johan Winkler zijn ove
rigens ongLrnoudend en wel aardig voor de
kennis van het verloop, dat de zaak gehad
heeft in den boezem van het „Friesch Ge
nootschap."
Het ligt in het voornemen van het bestuur
van dat Genootschap om de schriftelijke be
scheiden uit het kistje later te publiceeren in
de „Vrije Fries," het genootschappelijke tijd
schrift.
SODA.
In aansluiting aan de waarschuwing van
dr. Van, Hamel Roos in het „M. t. d. V." ont
kenen we het volgende aan de N. R. C.
„De gemeentelijke keuringsraad te Leiden
heeft, naar aanleiding van klachten, een on
derzoek ingesteld naar de hoedanigheid van
/de soda, welke ten verkoop wordt aangebo
den.
„Daarbij is gebleken, dat de knoeierijen met
dit artikel een onrustbarenden omvang heb
ben aangenomen. Als soda worden stoffen
verkocht, die soms met dat artikel niets dan
den naam gemeen hebben, en die gedeeltelijk
en soms geheel bestaan uit waardelooze ver-
valschingsmiddelen, vooral glauberzout.
„De burgemeester heeft bepaald, dat ieder
de door hem gekochte soda gratis door den
keuringsraad kan laten onderzoeken."
NEKKRAMP.
Naar -aanleiding van de in den laatsten
tijd verschenen berichten omtrent het voor
komen van gevallen van nekkramp onder de
troepen van ons leger, hebben wij ons om
inlichtingen gewend ter plaatse, waar men
volkomen op de hoogte van dezen toestand
kan zijn en nebben daar vernomen, dat zich
in verschillende garnizoenen eenige versprei
de gevallen voordóen, waaronder te 's-ura-
venhage een achttal.
Tegelijkertijd werd ons verzekerd, dat de
militaire geneeskundige dienst alle mogelijke
maatregelen tot gestrenge isolatie om alles
zins een uitbreiding van deze besmettelijke
ziekte te voorkomen, neemt. (Msb.)
ONGEWENSCHTE GAST.
Te Delft werd Zondag in de Gereformeer
de Kerk op de Vlamingstraat de godsdienst
oefening verstoord door smartkreten dje zich
tusschen de orgelmuziek mengden. De orga
nist vond dra de oorzaak der onwelluidende
muziek: in het orgel zat een kat, die razend
Dat waren roeiers! Jonge forsche kerels met
krachtige armen en warme roode gezichten
en blootshoofds. Een blozend meisje was er
bij. Ze zat breed' als een baker achter in de
boot. Het leek wel of ze de overvaart betaald
had alleen om te gekken met die jongens, dus
was het niet te verwonderen dat ze hun best
deden en een goeden indruk op haar wilden
maken. E>e roeislagen vielen gelijkmatig,
zoodat ze met vast geluid op het water neer
kwamen en voor den boeg spatte het schuim.
Prachtig ging het
Andries stond er naar te kijken en wendde
zijn oogen naar de roode huisjes op de woes
te eilanden", om te zien of „rijke Piet" al aan
't maaien was begonnen.
En ondertusschen dacht hij„of 't in de
kerk komt vandaag? O ja, dat doet 'ij wel bij
dat mooie weêr; 'ij 'eeft er zeker op gerekend1
bij Vader te blijven eten, denk ik. O ja
maar nu moest hij gauw komen, als 'ij nog
op tijd wilde zijn voor dat de godsdienstoe
fening begon."
Andries hield zijn hand aan zijn wenk
brauwen, om beter te kunen zien. Zijn water
grijze oogjes knipten tegen dat felle licht,
zoodat ze er pijn van deden. En zijn groote
tand stak ver vooruit in zijn open mom
J[a, dat was de gele boot van Prahl met
roeiers in witte hemdsmouwen. En achterin,
breed en trotsch zat hij zelf met zijn vrouw
en zijn kindéren.
„Ja, ja, 't was te verwachten, dat 'ij zou
komen," dacht Andries, „ik dacht het wel
vandaag."
Nu was het maar 't best zich te haasten,
om vóór Prahl bij de kerk te zijn.
't Was niet alleen aan 't geld dat hij schul
dig was dat Andries moest denken, maar hij
was zoo heel veel keeren „ziek" geweest in den
laatsten tijd, als Prahl hem had laten roepen
om te komen werken „eele maal ziek, kind".
En hij had er zich zoo ingepraat ook tegen
zijn vrouw, dat hij uit zijh eigen praatjes zelf
niet meer wijs kon. Ecnt ia 'sduivels macht
van angst, zich niet liet vangen. De gemeen
te behielp zich verder zonder orgelspel.
Eerst 'a middags werd de poes uit haar vrij
willig gekozen gevangenis verlost
(N. Ct)
EIGEN RECHTER.
In de zalen-Rodenhuis te Leeuwarden ver
scheen gisternacht een militaire patrouille,
welke was gehaald door een sergeant, die te
voren ruzie had gehad met enkele bezoekers.
Ook bleek later, dat hij bij de uitgangen van
het gebouw posten had gezet
Het publiek drong om den onderofficier
heen, toen deze bevel gaf de bajonet op 't ge
weer te zetten. De situatie werd kritiek. Men
vreesde, dat de sergeant bevel zou geven om
te vuren.
De politie, die inmiddels was gewaar
schuwd voorkwam erger. Zij nam den on
derofficier in hechtenis en gelastte de pa
trouille in te rukken.
KORTE BERICHTEN.
De prijzen der dakpannen zullen, naar
de fabrikanten besloten, hooger worden.
De Nederl. Vereeniging te Pretoria
zond andermaal een som van 150 pond ster
ling voor de Watersnood-slachtoffers.
De Min. v. Oorlog bezocht te Rotter
dam een paar ambulancetreinen en te Delft
het militaire hospitaal.
Vóór den Waterweg werden mijnen ge
rapporteerd.
De student, die in Groningen lijdende
was aan nekkramp, is overleden.
Het s. s. Kambongan heeft de post mee
voor Indië.
Er zullen tot een bedrag van 5 mil'li-
oen guldens aangefnunt worden.
STADSNIEUWS.
KIEZERSLIJSTEN.
Op de kiezer tijst dezer gemeente komen
voor: 4058 kiezers voor de Tweede Kamer
der Stateu-Geueraai, waarvan 3704 belasting-
kiezers, 162 huurkiezers, 140 loonkiezers, 2
pensioenkiezers, 34 spaarbankkiezers, 16 ex
amenkiezers, (re stemdistrict 581, 2e 1332,
3e 1202, 4e 943).
Voor de Provinciale Staten bedraagt het
aantal kiezers 4035, (le stemdistrict 577,
2e-1323, 3é 1198, 4e 937), terwijl er voor den
Gemeenteraau 3(53 kiezers zijn, waarvan ia
het le kiesdistrict 1412, (le stemdistrict 536,
2e 876), in het 2e kiesdistrict i249, in het 3e
kiesdistrict 1092.
Ten vorigen jare bedroeg het totaal aantal
kiezers voor de Tweede Kamer 4000, de Pro
vinciale Staten 3989, den Gemeenteraad 3665.
ROODE KRUIS.
Als geslaagd voor het onlangs gehouden
schriftelijk en mondeling examen zijn thans
bij de transportcolonne van het Ned. Roode
Kruis benoemd
tot ploegcommandant der le sectie: de
h. h. H. C. Stoutjesdijk, 2. M. Kater, 3. M.
Jimmink; 1
tot reserve-p loegcommandant:
1. G. C. van Gulik, 2. A. van der Meulen,
3. S. J. Molenaar;
tot commandant der 2e Sectie:
de h.h. 1. Jhr. W. F. C. van Lith d'e Jeude,
2. J. van Twuyver, 3. J. Bruin;
tot reserve-ploegcommandant:
1 C. Blankendaal, 2. O. de Waal, 3. P.
Oudt.
HET NIEUWE POSTKANTOOR.
Op 2 Mei a.s. zal het nieuwe postkantoor
in gebruik worden genomen.
DE CACAO-INDUSTRIE.
De Alkmaarsche cacao- en chocoladefa
briek „Alcmaria", die al sedert drie weken
niet werken kon, wegens gebrek aan grond
stoffen, ziet zich genoodzaakt a. s. Zaterdag
haar personeel te ontslaan. De reden waar
om achtereenvolgens ongeveer alle cacaofa
brieken in ons land tot dezen maatregel ge
dwongen zijn, ligt niet in den onvoldoenden
aanvoer van cacaoboonen, want er zijn tien
duizenden balen opgeslagen, maar in het feit,
dat dé N. O. T. hiervan niets vrij kan geven.
8CHOOL VOOR BUITENGEWOON
LAGER ONDERWIJS.
B. en W. leggen een correspondentie over
'P
met liet Roode T<ruis, waaruit blijkt dat het
noodig is nog eenigen tijd een afwachtende
iouding aan te nemen ten aanzien van de
school voor buitengewoon lager onderwijs.
Het is n.l. niet mogelijk een andere, voor het
doel geschikte gelegenheid ter beschikking
van het Roóde Kruis te stellen, terwijl - het
Roode Kruis in ongelegenheid zou komen in
dien de gemeente op ontruiming van het
was hij verzeild geraakt door al dat liegen.
En dus zette Andries spoed achter zijn
kerkgang, terwijl hij met een gevoel van troost
tersluiks naar het houten emmertje keek,
waarmee de kleine Olina voortstapte.
Toen ze de eerstvolgende boch van den weg
bereikt hadden, ontmoetten ze „Erepel"-Mans
en Lars „met den raren mond". Die hadden
ook ieder hun vrouw bij zich.
,;Wel-koml" klonk gerekt de harde stem
van Lars. Met zijn breede schouders voor
over gebogen, liep hij, op zijn kerk-stok leu
nend, stap voor stap.
„Bedankt," was Andries' antwoord.
„Je gaat zeker ook naar de kerk," lijmde
Aardappel- Mons met zijn zeurige vrouwen
stem. De vrome oogen in zijn peervormig ge
zicht werden armezondaarsaentig ten hemel
gebouw bleef aandringen.
Zij stellen den raad voor-te besluiten:
Burgemeester en Wethouders voor diligent
te houden met betrekking tot de oprichting
eener school voor buitengewoon lager on
derwijs.
VASTSTELLING VAN HET PRIMITIEF
KOHIER DER HONDENBELASTING,
DIENST 1916.
B. en W. stellen den Raad voor vast te
stellen het voljaarsch kohier der hondenbe
lasting, dienst 1916, tot een invorderbaar
bedrag van f 1732.
BENOEMING VAN IENE ONDER
WIJZERES AAN DE 3e GEMEENTE
SCHOOL.
Ter vervulling der vacature aan de 3e
Gemeenteschool, ontstaan door het verleend
eervol ontslag aan Mejuffr. C. A. M. van
't Veer, zijn op de voordracht geplaatst
1. Mejuffr. I. Potharst, onderwijzeres te
Hoorn, 2. Mejuffr. A. Koch, onderwijzeres
te Broek op Langendijk, 3. Mejuffr, W.
Schalkwijk, onderwijzeres te Limmen.
BENOEMING VAN EENE ONDER
WIJZERES AAN DE le GEMEENTE
SCHOOL.
Ter vervulling der vacature aan de le
Gemeenteschool, ontstaan door het verleend
eervol ontslag aan Mejuffr. J. F. J. Dubois,
zjjn op de voordracht geplaatst
1. Mejuffr. A, Koch, onderwijzeres t«
Broek op Langendijk, 2, Mejuffr. I. Pot
harst, onderwijzeres te Hoor». 3. Mejuffr.
Th. Flens, onderwijzeres te Schoorl.
HERZIENING JAARWEDDEN PERSO
NEEL STADS-ZIEKENHUIS.
Van Regenten van het Stads-ziekenhuis is
bij den Raad ingekomen een schrijven d. d.
18 Februari 1.1. uo. 146, waarbij zij verzoe
ken aandacht te willen schenken aan b"o
voorstel tot verhooging van het salaris der
leerling-verpleegsters en dat van den huis
meester en den portier met hunne echtgenoo-
ten.
Waar op de loopende begrooting voor het
Stads-Ziekenhuis voor deze verhooging geen
gelden zijn uitgetrokken, geven B. en W. den
raad ia overweging de gevraagde verhoogin
gen toe te staan met ingang van 1 Januari
1917, opdat daarmede bij de vaststelling van
de egrooting voor het Stads-ziekenhuis vqor
hc: jaar 1917 rekening zal kunnen worden
gehouden
GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.
Burgemeester en Wethouders stellen den
Raad voor hen uit te noodigen de totstandko
ming eener gemeentelijke arbeidsbeurs als
die te den Helder, waarvan de kosten op pl.
m. 300 zijn geraamd, te bevorderen.
AANKOOP PERCEEL VAN DEN HEER
W. ZAADNOORDIJK.
B. en W. deelen den Raad mede, dat er op
16 Maart 1.1. een samenkomst heeft plaats
gehad tusschen het college en den heer W.
Zaadnoordijk, ten doel hebbende zoo moge
lijk tot overeenstemming te geraken omtrent
den verkoop, langs minnelijken weg, van
diens perceel aan het Waagplein, op de basis
van het besluit uwer vergadering van 8
Maart 1.1., no. 2.
In deze samenkomst is de gewenschte over
eenstemming verkregen. Staande de vergade
ring werd een voorlopig koopcontract op
gemaakt en geteekend, waarbij, gelijk van
zelf spreekt, de goedkeuring van uwe verga
dering en die van de Gedeputeerde Staten
van Noordholland is voorbehouden.
In verband met het bovenstaande stellen zfj
den Raad voor bovengenoemd perceel voor
de gemeente Alkmaar aan te koopen tegen
een koopprijs van 12500, onder de bekende
voorwaarden.
HERZIENING PLAN VAN UITLEG DER
GEMEENTE.
Bij raadsbesluit van 3 November 1915, No.
4, werd het plan van uitbreiding dezer ge
meente aan eene herziening onderworpen,
welk besluit vervolgens ter goedkeuring aan
heeren Gedeputeerde Staten werd toegezon
den.
Bij schrijven van 26 Februari 1,1., No.
177D/319, le afd., deelde de Voorzitter van
bedoeld College ons mede, dat, hoewel tegen
de vastgestelde herziening van het plan van
uitbreiding in beginsel geen bezwaar bestaat,
tegen het bepaalde onder II van het raadsbe
sluit eenige bedenking is gerezen.
B. en W. stellen den Raad voor te beslui
ten het bepaalde sub. II in het raadsbesluit
van 3 November 1915, No. 4. te doen verval
len, en bedoeld besluit vervolgens opnieuw,
overigens onveranderd, aan de goedkeuring
geslagen.
„Ja, zeker," antwoordde Andries."
„Hoe gaat het je"
„O, ik 'eb niet te klagen, 'oe gaat het jou?;'
„Ach ja, ik slijt den tijd en dé tijd slijt mij"
„Zoo is 't ja."
Daarop werd de tocht zwijgend voortgezet.
De vrouwen gingen bij elkaar loopen en be-
gonen een praatje.
Lars met de harde stem was niet al te best
ter been. En dus stond hij tusschenbeide eens
stil en droogde het zweet van zijn voorhoofd
af. terwijl hij leunde op zijn stok, ,,'ij1) is
warm," zei hij.
,,'eet 'oor, beaamde Andries.
Hij keek van ter zijde naar zijn buurman,
die daar stond' in zijn mooie Zondagsche pak
met een zwarten breedgeranden hoed' over de
bontgekleurde gebreidfe slaapmuts, 'aast net
zoo'n hoed als in de stad gedragen werd. Een
donkerblauw pak had' hij aan, met zilveren
knoopen aan buis en vest, en daarbij 'slobkou
sen en schoenen met gespen. Hij zal er heel
wat deftiger uit daq Andries, wiens Zondag
sche kleeren oud en versleten waren, terwijl
l) Bedoeld is ét wind, bef weêr. Vert.
op 't achtereind' van zijn broek een lap was
gezet van andere kleur. En zijn hoed was
rossig van ouderdom.
Andries zag met ongeduld het langzame
loopen van Lars, het ergerde hem telkens stil
te moeten staan.
Met de hand boven het hoofd' gluurde hij
even over het water.
O neen, het had geen nood. De boot van
dien winkelier was nog niet bij het roode
bootschuurtje aangekomen.
Ze konden zich gerust nog een poos op
houden.
„Ben jelui al begonnen te maaien begon
Andries het gesprek, toen ze verder gingen,
„We 'ebben net onze seizen geslepen," gaf
Lars ten antwoord.
„Precies. Ben jelui, al begonnen?"
„Oo .1 we gaan er mee aan den
g'
ang.
„Er
is veel gras dit jaar."
Dat is er. Een verschil met het vorige."
„Toen
was 't rot en bedorven, voor 't in
'uis kwam," piepte Erepel-Mons.
„Ja, toen was 't een bedroefd' nare zomer".
„Een nare zomer, kind!"
Nu hadden ze den laatsten heuvel beklom
men en stonden op de hoogte stil.
Een koele luchtstroom, uit zee streek langs
hen heen
Andries keek #it de lange strook bruine
hei en grijzen rotsgrond aan de westzijde van
het eiland, totdat het oog niets meer ontmoet
te dan een menigte holmen en scheren, ge
scheiden door schitterend blauwe strepen wa
ter. En de golfjes daarbuiten blonken met
gouden gloed in hun spel met den zwakken
wind. De klippen bleven onder het watervlak
verborgen, men zag ze niet. En rondom de
kleine scheren spatte geen schuim. Ze lagen
als grauwe walvischruggen zich te koesteren
in het zonlicht. Alleen rondom dë een of an
dere scherpe landpunt was er een witte plek,
die aldoor bewoog.
Wordt vwrvolgd.