DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. te Pan op WOENSDAC Ijl APRIL u. ekgelanD. No. 87 Honderd en achttiende jaargang. 1916 peI 3 maanden 1.-, fr. p. post 11.25. Mseiteotieprlis 10 et p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. B. 1. Boek- en Randelsdrnkkerii v.k. BERMs. COSIER 4 Z00B, WOEKSDAG 12 APRIL Voordam C 9. Telefnr. 3. DEITSGHLAND. Nederland. te Alkmaar, ALKMAAR, 12 April. Uit de Fransdie communiqué's blijkt, dat de Duitschers met alle middelen genoemd worden vlammende vloeistoffen en tranen- verwekkende bommen pogen aan weerszij den van de Maas vooruit te komen, zonder dat ze daarbij eenig voordeel van beteekenis be haald hebben. Alleen kregen ze vasten voet op den oostelijken kant van „den dooden man" en eveneens in enkele vooruitgeschoven Fransche linies tusschen Douaumont en Vaux, uit welke laatste ze echter door een on middellijk uitgevoerden tegen-aanval werden verdreven. Het is met „dien dooden man" nog niet in den haak. Men betwist elkaar dien. De Franschen zeggen, dat zij deze hoogte hebben behouden, de Duitschers dat zij haar hebben veroverd. Wij voelen het meest voor de Fransche lezing, welke ons de juiste lijkt en aanvaarden dus de Fransche voorstelling, dat voor de Duitschers de top tot dusverre onbereikbaar is gebleven. Havas vestigt er nog eens uitdrukkelijk de aandacht op, dat het Fransche opperbevel slechts het effectief in het vuur brengt, noo- dig om de aanvallers tegen té houden en de beschikbare reserves voor den voorgeno men dag en plaats spaart, ten einde niet de kansen te bederven op het succes van het ai gemeen offensief der entente. De Northcliffe-pers klaagt weer over de houding der Engelsche regeering inzake het recruteeringsvraagstuk. Zoo wil de Times weten, dat de chef van den generalen staf en de militaire leden van den legerraad het ka binet zeer duidelijk hebben medegedeeld, hoeveel man zij onverwijld noodig hebben pm him verplichtingen jegens de natie en de bondgenooten te vervullen en het blad be toogt nu, dat het de wettige plicht van het Engelsche militaire bestuur en het ministerie is de middelen te vinden, om aan die behoef ten te voldoen. Terzelfder tijd roept de heer Clemenceau de bondgenooten op, om de Franschen te helpen. De Fransche journalist zegt, dat de Fransche soldaten doodenoffers op elkaar stapelen, hij verklaart het in de wereld uit te roepen, omdat het de waarheid is, die men niet durft zeggen. E)e Franschen hebben en wie durft hier den schrijver tegen te spre ken? waarlijk genoeg een goed voorbeelc gegeven, Artois, Champagne en Verdun be wijzen dat. De bondgenooten dienen thans zich te haasten. „Het is niet voldoende te spreken van een dracht, ze moet zich tastbaar, levend vertoo- nen. De ure is te ernstig om met woorden praal tevreden te zijn. Woorden, waarop geen daden volgen, zijn zwakheid." Evenals de Timesredactie betoogt echter ook de militaire medewerker van het Engel sche blad, dat men, om de Duitschers met goed gevolg te kunnen aanvallen, meer troe pen moet hebben. „Sedert Lord Frensch hier te lande het op perbevel voert is er schrijft kolobel Re- pington meer orde in onze chaotische re gelingen gekomen, maar de toebereidselen van leger en vloot bijeengenomen en in aan merking nemende de volstrekte noodzakelijk heid voor Duitschland om ons een slag toe te brengen, kunnen wij niet zeggen dat alle gevaar van een aanval op ons verdwenen is." De waarschijnlijkheid van zulk een aanval wordt aan de Italiaansche Corriere della Se ra uit Parijs gemeld. In de Fransche hoofd stad verwacht men volgens dat telegram een nieuw offensief van de Duitschers in het i noorden en een grooten slag aan den IJser De Duitschers hebben tusschen Yperen en de Noordzee veel geschut samengetrokken en in de Belgische steden achter het front zijn geweldige troepen-versterkingen aangeko men. Met het oog op de mogelijkheid, dat een gevecht aan den IJser met een terug tocht der Duitschers zal eindigen, heeft de Nederlandsche regeering aan de Neder- landsch-Belgische grenzen een groote troe penmacht samengetrokken, zegt deze corres pondent verder. En de entente-bondgenooten aldus besluit hij, hebben alle maatregelen genomen om de noodige versterkingen naar de meest bedreigde punten te zenden, zoodat men te Parijs het nieuwe offensief zonder vrees tegemoet ziet. De Engelsche en Fransche gezanten heb ben den Griekschen minister-president mede gedeeld, dat hun regeeringen troepen zullen landen op Kephalonia (een eiland in de Ioni sche Zee bij Griekenland op dezelfde breedte als de teen van de Italiaansche laars), dat het een gebiedende noodzakelijkheid was dé ree- de aldaar te sluiten, doch dat de souvereine rechten van Griekenland zullen worden ge ëerbiedigd. De Grieksche minister-president, meldt keuter, heeft een zeer krachtige houding aan genomen en energiek verklaard, dat Grieken land tegen een dergelijke nieuwe schending der Grieksche souvereiniteit niet anders danprotesteeren kon. Deze zinswending doet het zielige van Griekenland's positie duidelijk uitkomen. Griekenland zit er „tusschen". Het moet zich van links en van rechts alles laten welgeval len. Het kan enkel op papier protesteeren, het heeft overigens niets te zeggen en ook niets te doen. Maar behalve protestnota's moet het ook geld uitgeven. En veel ookl De Grieksche minister van financiën deelde de zer dagen mede, dat elke dag aan de mobili satie 450.000 gulden kost. Het tekort van 90 millioen van verleden jaar was tot dusverre reeds tot 190 millioen gestegen! En tenslotte kan men met de gemobiliseerden niets uit richten, omdat de Grieksche regeering zich als het ware het wapen uit de handen heeft laten slaan! De neutraliteit is duur en men heeft er niemendal aan, omdat de prijs nog niet eens een verzekering tegen directe schade door den oorlog is. In Saloniki moet Griekenland soldaten dulden, die het er ove rigens niet kwaad schijnen te hebben, van wie men echter nog steeds niet weet, wat ze er er moeten uitvoeren, of ze moeten vechten tegen de Duitschers en Oostenrijkers, Bulga ren of Turken, dan wel of ze in het geheel niet zullen vechten, op verschillende eilanden in Middellandsche en Ionische zee moet Griekenland eveneens soldaten dulden en nu weer wordt er op een eiland een maritieme basis gevestigd met het vergoêlijkend argu ment, dat hier geen bezetting plaats heeft maar enkel een daad van defensieven aard wordt verricht Griekenland is wel een droevig en tevens een waarschuwend voorbeeld voor een staat, om niet toe te geven aan den aandrang tot tegemoetkoming, wijl men daardoor van den regên in den drup geraakt en misschien nog erger te wachten is wanneer er aan de vredestafel onderhandeld wordt! In de Noordzee is de Colombia, het nieuwste schip van de Koninklijke West-Indi sche Maatschappij, metend 5600 ton en op zijn eerste reis zijnde, op een mijn geloopen. Er schijnt alle aanleiding om te vertrouwen dat het schip, het welk geladen is met 4300 ton regeeringsmais uit Amerika, nog behou den te Londen zal kunnen worden gebracht Getorpilleerd is het Italiaansche stoom schip iJnione (2400 ton), gezonken het En gelsche stoomschip Ellaston (3800 ton). IN HET LAGERHUIS. De Eerste minister Asquith zeide in ant- - gedaan lende zaken, die op de conferentie der gealli eerden te Parijs zijn besproken. De alge- meene resultaten der conferentie waren, dat opnieuw de totale solidariteit der geallieer den werd bevestigd, benevens de volkomen gelijkheid hunner inzichten en dat eenheid van actie in de oorlogvoering werd verze kerd. Omtrent zijn reis naar Italië zeide de heer Asquith: „Mijn bezoek aan Italië was een aanleiding tot een zeer treffende betooging van de vriendschap tusschen het Engelsche en het Italiaansche volk, die versterkt is door hun wapenbroederschap. Op het oogenblik meer mede te deelen zou niet raadzaam zijn." EEN VERGISSING? Onlangs heeft de socialistische afgevaar- digdé de heer Scheidemann in den Rijksdag een brief van Jaurès voorgelezen, door dezen twee dagen voor zijn dood aan den Belgi schen socialist den heer Van der Velde ge schreven, waarin hij de schul van den oorlog feitelijk op de Fransche regeering wierp. De ze brief verwekte groote ontroering. Nu ech ter komt de heer Kautsky in de Vorwarts te gen dezen brief op, hij zegt, dat hij op den zelfden dag dat de brief geschreven zou ziin, met de heer Jaurès gesproken heeft en dat geene vredespolitiek op te dringen, want zij voert die politiek reeds. Ik, die er nooit voor teruggedeinsd ben, mij door mijn hardnekki- gen wil den haat der chauvinisteen op dien ïals te halen, ik, die nooit zal ophouden te streven naar eene Duitsch-Fransche toenade ring, ik heb het recht te zeggen, dat de Fran sche regeering op dit oogenblik den vredè wil en voor den vrede werkt. De Fransche re- geering is de beste vredesbondgenoot der be- wonderenwaardige Duitsche regeering, die iet initiatief tot een schikking heeft genomen. En zij geeft Rusland met wijsheid en geduld raad. Die rede werd in tegenwoordigheid van dén heer Van der Velde gehouden, precies op den dag, waarop volgens den heer Scheide mann de brief zou zijn geschreven, n.l. twee dagen vóór den dood van Jaurès. De heer Kautsky beschouwt de brief als een brutale vervalsching en haalt voorbeelden aan van meer dergelijke vervalschingen door den heer Scheidtemann gepleegd. KORTE BERICHTEN Duitschland schijnt nog geen gebrek aan geschui te hebben. Het levert nu ten minste partijen zware 15 c. m. houwitsers van de nieuwste soort aan Zwitserland. Duitschland en Roemenië kwamen op 7 April overeen naar elkaar artikelen naar de wederzijdsche behoefte uit te voeren en elkaar doorvoer naar andere landen- toe te staan. Met 91 tegen 14 stemmen heeft het Stor ting een wijziging in de grondwet aangeno men, waardoor vrouwen in Noorwegen minis ter kunnen worden. Op de parlementaire Fransch-Engel- sche conferentie te Londen werd onderwijs in Fransch en Engelsch in beide landen wen- scheiijk verklaard. De Britsche consul te Linga in Perzië en zijn twee broeders zijn door Duitsche par tijgangers vermoord. De Fransche generaal Largeau, die wegens zijn talrijke en roemrijke Afrikaan- sche veldtochten grooten faam had verwor ven, is overleden aan zijn vóór Verdun ver kregen wonden. In Engeland is een gevangene, wiens schuld als spion door het militaire Gerechts hof was bewezen, ter dood gebracht. In Zweden bestaat een ernstige crisis tusschen de regeering en de meerderheid van den Rijksdag, zij is veroorzaakt door de oor logshandelswetten. De landstormers van de oudste lichtin gen in Duitschland worden naar huisge- stuurd. Dit wordt opgevat als een teeken, dat Ehiitschland nog over groote reserves be schikt. De Joodsche gemeente te Liverpool heeft haar rabbijn Harris, die meer dan twin tig jaar zijn ambt bekleedde, doch zich af keurend over den oorlog en de Engelsch-Rus- sische coalitie uitliet, uit zijn betrekking ont slagen. Volgens het Journal heeft zich te Parijs een verbond van onzijdigen gevormd met het doel de verdragen te verdedigen teneinde de onzijdige landen voor het lot van België en Luxemburg te behoeden. Aan het hoofd van de oprichters staan o. a. de heer Venizelos voor Griekenland, de teekenaar Ramaekers voor Nederland, de heeren Filipescu en Jones- cu voor Roemenië. Het verbond zal zijn zetel te Parijs, maar afdeelingen in de onzijdige landen hebben. Tengevolge van het bommenwerpen door de Italiaansche vliegers werd te Riva groote schade aangericht Op verschillende plaatsen der stad is brand uitgebroken. Een tiéntal Oostenrijksche landstormsoldaten werden gedood. De „Neue Zürcher Nachrichten" be richt, dat minister Asquith gedurende zijn bezoek bij den Paus heeft verklaard, dat de oorlog nog minstens vijf jaar zal duren. De verkiezingen in Spanje hadden een zeer kalm verloop. Te Madrid werden 5 mo narchisten en 3 republikeinen, te Barcelona 6 regionalisten gekozen. Volgens berichten uit de provincie zijn de candidaten der rich ting Romanonys met groote meerderheid ge kozen. De politie heeft weer een inval gedaan in de bureau van het Manches er Socialisten blad „Labour Leadër". Een groot aantal daar aanwezige vlugschriften werden in be slag genomen. maindek gaten ontstobden. Door het in de kwam het schip dieper te liggen, en stroomde kwam het schip dieper te liggen, enstroomdé het water aldus door de bovengenoemde ga ten, later ook over het kuildek, van boven in de machinekamer en de ruimen, tengevolge waarvan de „Tubantia" ongeveer 4 uren na de ontploffing is vol geloopen en gezonken. De getuigen Van Leuven en Groot hebben beiden een streep op het water met groote snelheid dé „Tubantia" zien naderen, gericht op de plek, waar de onploffing heeft plaats gehad, terwijl ook de getuige Vreugdenhil de ze streep na de ontploffing heeft gezien. De omschrijving van wat de getuigen gezien deze hem toen liet blijken van precies het te genovergestelde gevoelen te zijn als uit den bewusten brief blijkt. Op dien dag ook, 29 Juli 1914 hield de heer Jaurès een rede in een openbare vergadering te Brussel en zeide daar: „De taak van ons Fransche socialisten, is eenvoudig. Wij behoeven onze regeering hebben, laat geen twijfel, dat de door hen geziene streep de bellenbaan van een torpe do is geweest. Uit de verklaring van den deskundige Can ters is gebleken, dat de in de booten van de „Tubantia" gevonden stukken metaal onge- twijfelbaar afkomstig zijn van een bronzen Schartzkopfftorpedo. De verklaringen van ge noemde getuigen en deskundige, in onderling verband en samenhang beschouwd, bewijzen, dat de ontploffing is veroorzaakt door een torpedo, welke, op eenigen afstand onder een hoek van 6 stréken hetzij door een onderzeeër het zij door een torpedoboot is afgeschoten zonder eenige voorafgaande waarschuwing. Deze torpedo is gebleken een bronzen Schwartzkopf-torpedo te zijn en was, blijkens de afwezigheid van eenig ander schip in de nabijheid, bestemd de „Tubantia" te treffen. Dat bij deze ramp geen menschenlevens te betreuren zijn, is gedeeltelijk te danken aan het feit, dat de „Tubantia" is getroffen op een plek waar geen verblijfplaatsen waren voor passagiers of bemanning. Daarnaast is echter het beleidvolle, kalme optreden van kapitein Wijtsma, op waardige wijze bijge staan door zijn officieren en bemanning oor zaak, dat maatregelen zijn genomen, welke de redding van alle opvarenden ten gevolge hebben gehad. Vermelding verdient voorts de handelwijze van den 4en machinist Wouters, die, zich in den bunker bevindende, waar in de nabijheid de ontploffing plaats had, zijn tegenwoordig heid van geest behield en zoodoende zichzelf en den tremmer, die zich met hem in den bun ker bevond wist te redden. Aan deze allen mag eene erkenning van hun kloekmoedig optreden zeker niet worden onthouden. DE „PRINSES JULIANA". We ontvingen het bericht dat het in het voornemen der Engelsche regeering ligt, het wrak van de „Prinses Juliana" zoo spoedig mogelijk op te ruimen. Bij informatie bij de directie der „Zeeland-" deelde men ons mee dat daar niets van dien aard bekend is. Het wrak is nog het eigen dom der maatschappij, en zij tracht alsnog er een koopef voor te vinden. Natuurlijk zal op den duur de Engelsche regeering de op ruiming van het wrak ter hand nemen wan neer dat niet door anderen geschiedt. Maar daarvan is nu nog geen sprake. (Middelb. Crt.) ZEPPELIN-AANVALLEN UP ENGELAND. De Maasbode heeft verschillende zeelie den, die ooggetuige zijn geweest van de laat ste aanvallen van de Duitsche luchtvloot, on dervraagd. Mogelijk is dat onze zegslieden wat overdrijven, zegt het blad, we kunnen hun verklaringen natuurlijk niet controlee- ren doch uit hetgeen zij ons vertelden, kregen wij wel den indruk dat de uitwerking der Zeppelin-bommen ernstiger is geweest rlqn van Engelsche zijde wordt voorgesteld. Volgens hun verklaringen zouden vooral Leith, Sunderland, New Castle en Grimsby verschrikkelijk geléden hebben. Te Leith DE „TUBANTIA". De Raad voor de Scheepvaart deed giste ren uitspraak in de zaak van het s. s. „Tu bantia". Volgens de verklaringen der getuigen en van den deskundige en den inhoud van het journaal staat naar 's Raads meening vast: dat de „Tubantia" zich in den nacht van 16 op 17 Maart bevond in de nabijheid van het Noord-Hinderlichtschip, loopende een vaart van ongeveer 9 mijl; dat naam, herkomst en nationaliteit van het schip op duidelijke en op een afstand te herkennen waren aangegeven; dat voorbereidende maatregelen waren ge nomen om ten anker te gaan, en het schip daarop te 2.20 door een hevige ontploffing aan stuurboord is getroffen in den kolenbun ker, achter den eersten schoorsteen. Door deze ontploffing werd een groot gat in dé huid van het schip geslagen, welk gat van den bodem van het schip zich tot onge veer het schelter-dek uitstrekte. Ook werden, naast ander schade aan het schip verschil lende patrijspoorten met de koperen beklee ding uitgerukt, waardoor ter hoogte van het kruisten de Zeppelins eerst enkele malen bo ven de stad, brandbommen werpende, om zoodoende in het licht der branden hun doe len beter te vinden. Daarop deden de lucht schepen aanvallen op de havenbuurt en het station. Vooral in de haven werd groote schade aangericht. Een Engelsche viermaster, welke dicht bij een Nederlandsch stoomschip lag, 'werd door 2 bommen getroffen. De vier master is zoo goed als geheel vernield. Op het station Leith werd een personentrein ge troffen en vele reizigers werden gedood of gewond. De groote spiritusfabriek te Leith werd door brandbommen getroffen en ging in vlammen op. Bij New-Castle kwamen eenige bommen te recht op de brug over de Tyne, die daardoor bijna geheel werd vernield. Een andere ooggetuige verklaart, dat vooral Grimsby ernstig geleden heeft, o. a. werd een kazerne vernield, waarbij 100 man omkwamen. De menschen in Huil zijn zoo bang voor de Zeppelins, dat zij, die het eenigszins doen kunnen, 's avonds de stad verlaten en den nacht bij boeren of in landhuizen doorbren gen. Gedurende den laatsten tijd worden veel Fransche afweerkanonnen opgesteld, daar die zeer goed voldoen. De maatregelen welke genomen zijn om een aanval zooveel mogelijk te voorkomen, worden met groote gestrengheid doorge voerd. Op het oogenblik mag er na 7 uur dés avonds geen licht branden. De zegsman van de Maasbode vertelde, dat een van zijn ken nissen, die na vastgestelden tijd een sigaret opstak, daarvoor beboet werd met 10 shil ling boete en een dag hechtenis. Een neu traal schip, dat op de Humber voor anker lag en1 lichten op had, kreeg een boete van 15 pond sterling. DE DIENSTWEIGERING IN LEIDEN. Als meest waarschijnlijke reden voor de dienstweigering der drié compagnieën te Leiden wordt, naar de Tel. meldt, opgege ven de inkrimping der verloven en in ver band daarmede de verzwaring van den dienst. Tegen de intrekking der ministerieele verloven zou men geen bezwaar hebben, maar dat tegelijk ook de gewone verloven moesten worden onthouden, daar kan men niet over heen. Er zit ook nog oud zeer. Sommige hoofd en andere officieren staan van ouds over hun optreden niet in een goed blaadje. Er is nog kort geleden daarover een polemiek in het Leidsche Dagblad gevoerd, waaruit bleek, dat er aan den toestand wel wat ha pert. Dan komt er nog de voedingskwestie bij. In den eersten tijd der mobilisatie werd het brood in Leidsche bakkerijen gebakken en het werd versch verstrekt Thans wordt het van uit Rotterdam getransporteerd. De kwali teit is, volgens verklaringen van militairen, minder goal en het komt reeds oudbakken aan. Eindelijk heerscht er door de voorko mende gevallen van besmettelijke nekkramp een nerveuse stemming onder de militairen die prikkelend werkt Al deze redenen heb ben wellicht samengewerkt om een groot aantal militairen tot een stap te verleiden, die hun duur te staan kan komen. BINNENLAND. EERSTE KAMER De Eerste Kamer kwam gisteren op voor stel van negen leden bijeen, teneinde in Co mité-Generaal in de gelegenheid te worden gesteld de mededeelingen te vernemen, die ook aan de Tweede Kamer verstrekt zijn. Dr. K u ij p e r (A. R., Z.-H.) maakte aan merking op het feit, dat de Regeering i .rschil maakte tusschen de Tweede en Eerste Kamer door de een eigener beweging in generaair comité saam te roepen en de ander te negee- ren. Dit ondersche distrijdt met de constitu- tioneele beginselen. - De Eerste Kamer draagt zooals de Tweede Kamer een hooge verantwoordelijkheid. De Regeering zag in, dat het belang van den Staat eischte dat ae Tweede Kamer mededee lingen ontving, doch achtte dit voor de Eers te Kamer niet noodig. Dit mag de Eerste Kamer niet dulden zonder protest. Ook de Eerste Kamer moet de noodige gegevens be zitten om haar in staat te stellen een rijp oordeel te vellen over de Regeeringsvoorstel- len, maar zij heeft ook een actieve verant woordelijkheid en moet in staat zijn een oor deel te vellen over de Regeering en haar optreden door een interpellatie als anders zins. Om dat te kunnen doen, heeft zij in lichtingen noodig. Die moeten haar vooral gegeven worden waar 't geldt internationale belangen, waar de Regeering heeft verklaard gegevens te bezitten, die een toeneming der gevaren voor ons land doen duchten. Juist in een tijd, waarin zoo vaak op het krediet der Kamer wordt afgedongen, moet de Re geering zulk een houding niet aannemen te genover de Eerste Kamer. De Minister van Binnenlandsche Za ken, de heer Cort van der Linden, zegt, dat de Regeering volkomen bereid is aan de Eersite Kamer dezelfde inlichtingen te ver schaffen als aan de Tweede Kamer. De Mi nister kan zich met het betoog van den heer Kuyper in zake de constitutioneele beteekenis der Eerste Kamer grootendeels vereeni gri_*L maar de zaak stond zoo, dat de Tweede mer zitting hield, terwijl de Eerste Kamer moest bijeengeroepen worden en aan de wet telijke bijeenroeping daarvan zou een veel grootere beteekenis gegeven zijn. Was de Eerste Kamer bijeen geweest in plaats van de Tweede, dan had de Minister zijn mede deelingen het eerst aan de Eerste Kamer ver strekt. De Minister heeft echter onmiddellijk gevoeld, dat de Eerste Kamer recht had op dezelfde mededeelingen en hij heeft zich daartoe bereid verklaard. Het ging alleen hierom, of die mededeelingen zouden ge schieden in de eerstvolgende gewone bijeen komst der Kamer of in een daartoe opzette lijk bijeengeroepen vergadering. Waar dit laatste tot groote onrust in het land en daarbuiten kon leiden, meende de Minister het best te handelen door te doen gelijk hij deed. De heer Kuyper repliceert. Had men te doen gehad met mededeelingen Tn open bare zitting, dan was de Eerste Kamer daar van niet verstoken gebleven. Hier echter gold het geheime mededeelingen en daarbij fold het een zaak van hooge urgentie waar- >ij de Regeering den steun noodig had der geheele volksvertegenwoordiging. Uit een en ander vloeit voort, dat de Minister in de gegeven ernstige omstandigheden van oor deel was, dat de Eerste Kamer tot 23 April zonder inlichtingen kon blijven. Dit nu acht spr. voor de positie der Eerste Kamer hoogst onaangenaam. Na nog eenige discussie ging de vergade ring in Comité. COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1