DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
te Pan
op WOENSDAC Ijl APRIL u.
ekgelanD.
No. 87
Honderd en achttiende jaargang.
1916
peI 3 maanden 1.-, fr. p. post 11.25. Mseiteotieprlis 10 et p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. B. 1. Boek- en Randelsdrnkkerii v.k. BERMs. COSIER 4 Z00B,
WOEKSDAG 12 APRIL
Voordam C 9. Telefnr. 3.
DEITSGHLAND.
Nederland.
te Alkmaar,
ALKMAAR, 12 April.
Uit de Fransdie communiqué's blijkt, dat
de Duitschers met alle middelen genoemd
worden vlammende vloeistoffen en tranen-
verwekkende bommen pogen aan weerszij
den van de Maas vooruit te komen, zonder dat
ze daarbij eenig voordeel van beteekenis be
haald hebben. Alleen kregen ze vasten voet
op den oostelijken kant van „den dooden
man" en eveneens in enkele vooruitgeschoven
Fransche linies tusschen Douaumont en
Vaux, uit welke laatste ze echter door een on
middellijk uitgevoerden tegen-aanval werden
verdreven. Het is met „dien dooden man"
nog niet in den haak. Men betwist elkaar
dien. De Franschen zeggen, dat zij deze
hoogte hebben behouden, de Duitschers dat
zij haar hebben veroverd. Wij voelen het
meest voor de Fransche lezing, welke ons de
juiste lijkt en aanvaarden dus de Fransche
voorstelling, dat voor de Duitschers de top
tot dusverre onbereikbaar is gebleven.
Havas vestigt er nog eens uitdrukkelijk de
aandacht op, dat het Fransche opperbevel
slechts het effectief in het vuur brengt, noo-
dig om de aanvallers tegen té houden en
de beschikbare reserves voor den voorgeno
men dag en plaats spaart, ten einde niet de
kansen te bederven op het succes van het ai
gemeen offensief der entente.
De Northcliffe-pers klaagt weer over de
houding der Engelsche regeering inzake het
recruteeringsvraagstuk. Zoo wil de Times
weten, dat de chef van den generalen staf en
de militaire leden van den legerraad het ka
binet zeer duidelijk hebben medegedeeld,
hoeveel man zij onverwijld noodig hebben
pm him verplichtingen jegens de natie en de
bondgenooten te vervullen en het blad be
toogt nu, dat het de wettige plicht van het
Engelsche militaire bestuur en het ministerie
is de middelen te vinden, om aan die behoef
ten te voldoen.
Terzelfder tijd roept de heer Clemenceau
de bondgenooten op, om de Franschen te
helpen. De Fransche journalist zegt, dat de
Fransche soldaten doodenoffers op elkaar
stapelen, hij verklaart het in de wereld uit te
roepen, omdat het de waarheid is, die men
niet durft zeggen. E)e Franschen hebben
en wie durft hier den schrijver tegen te spre
ken? waarlijk genoeg een goed voorbeelc
gegeven, Artois, Champagne en Verdun be
wijzen dat. De bondgenooten dienen thans
zich te haasten.
„Het is niet voldoende te spreken van een
dracht, ze moet zich tastbaar, levend vertoo-
nen. De ure is te ernstig om met woorden
praal tevreden te zijn. Woorden, waarop
geen daden volgen, zijn zwakheid."
Evenals de Timesredactie betoogt echter
ook de militaire medewerker van het Engel
sche blad, dat men, om de Duitschers met
goed gevolg te kunnen aanvallen, meer troe
pen moet hebben.
„Sedert Lord Frensch hier te lande het op
perbevel voert is er schrijft kolobel Re-
pington meer orde in onze chaotische re
gelingen gekomen, maar de toebereidselen
van leger en vloot bijeengenomen en in aan
merking nemende de volstrekte noodzakelijk
heid voor Duitschland om ons een slag toe
te brengen, kunnen wij niet zeggen dat alle
gevaar van een aanval op ons verdwenen is."
De waarschijnlijkheid van zulk een aanval
wordt aan de Italiaansche Corriere della Se
ra uit Parijs gemeld. In de Fransche hoofd
stad verwacht men volgens dat telegram een
nieuw offensief van de Duitschers in het
i noorden en een grooten slag aan den IJser
De Duitschers hebben tusschen Yperen en
de Noordzee veel geschut samengetrokken en
in de Belgische steden achter het front zijn
geweldige troepen-versterkingen aangeko
men. Met het oog op de mogelijkheid, dat
een gevecht aan den IJser met een terug
tocht der Duitschers zal eindigen, heeft de
Nederlandsche regeering aan de Neder-
landsch-Belgische grenzen een groote troe
penmacht samengetrokken, zegt deze corres
pondent verder. En de entente-bondgenooten
aldus besluit hij, hebben alle maatregelen
genomen om de noodige versterkingen naar
de meest bedreigde punten te zenden, zoodat
men te Parijs het nieuwe offensief zonder
vrees tegemoet ziet.
De Engelsche en Fransche gezanten heb
ben den Griekschen minister-president mede
gedeeld, dat hun regeeringen troepen zullen
landen op Kephalonia (een eiland in de Ioni
sche Zee bij Griekenland op dezelfde breedte
als de teen van de Italiaansche laars), dat het
een gebiedende noodzakelijkheid was dé ree-
de aldaar te sluiten, doch dat de souvereine
rechten van Griekenland zullen worden ge
ëerbiedigd.
De Grieksche minister-president, meldt
keuter, heeft een zeer krachtige houding aan
genomen en energiek verklaard, dat Grieken
land tegen een dergelijke nieuwe schending
der Grieksche souvereiniteit niet anders
danprotesteeren kon.
Deze zinswending doet het zielige van
Griekenland's positie duidelijk uitkomen.
Griekenland zit er „tusschen". Het moet zich
van links en van rechts alles laten welgeval
len. Het kan enkel op papier protesteeren,
het heeft overigens niets te zeggen en ook
niets te doen. Maar behalve protestnota's
moet het ook geld uitgeven. En veel ookl De
Grieksche minister van financiën deelde de
zer dagen mede, dat elke dag aan de mobili
satie 450.000 gulden kost. Het tekort van 90
millioen van verleden jaar was tot dusverre
reeds tot 190 millioen gestegen! En tenslotte
kan men met de gemobiliseerden niets uit
richten, omdat de Grieksche regeering zich
als het ware het wapen uit de handen heeft
laten slaan! De neutraliteit is duur en
men heeft er niemendal aan, omdat de prijs
nog niet eens een verzekering tegen directe
schade door den oorlog is. In Saloniki moet
Griekenland soldaten dulden, die het er ove
rigens niet kwaad schijnen te hebben, van
wie men echter nog steeds niet weet, wat ze
er er moeten uitvoeren, of ze moeten vechten
tegen de Duitschers en Oostenrijkers, Bulga
ren of Turken, dan wel of ze in het geheel
niet zullen vechten, op verschillende eilanden
in Middellandsche en Ionische zee moet
Griekenland eveneens soldaten dulden en nu
weer wordt er op een eiland een maritieme
basis gevestigd met het vergoêlijkend argu
ment, dat hier geen bezetting plaats heeft
maar enkel een daad van defensieven aard
wordt verricht
Griekenland is wel een droevig en tevens
een waarschuwend voorbeeld voor een staat,
om niet toe te geven aan den aandrang tot
tegemoetkoming, wijl men daardoor van den
regên in den drup geraakt en misschien
nog erger te wachten is wanneer er aan de
vredestafel onderhandeld wordt!
In de Noordzee is de Colombia, het
nieuwste schip van de Koninklijke West-Indi
sche Maatschappij, metend 5600 ton en op
zijn eerste reis zijnde, op een mijn geloopen.
Er schijnt alle aanleiding om te vertrouwen
dat het schip, het welk geladen is met 4300
ton regeeringsmais uit Amerika, nog behou
den te Londen zal kunnen worden gebracht
Getorpilleerd is het Italiaansche stoom
schip iJnione (2400 ton), gezonken het En
gelsche stoomschip Ellaston (3800 ton).
IN HET LAGERHUIS.
De Eerste minister Asquith zeide in ant-
- gedaan
lende zaken, die op de conferentie der gealli
eerden te Parijs zijn besproken. De alge-
meene resultaten der conferentie waren, dat
opnieuw de totale solidariteit der geallieer
den werd bevestigd, benevens de volkomen
gelijkheid hunner inzichten en dat eenheid
van actie in de oorlogvoering werd verze
kerd.
Omtrent zijn reis naar Italië zeide de heer
Asquith: „Mijn bezoek aan Italië was een
aanleiding tot een zeer treffende betooging
van de vriendschap tusschen het Engelsche
en het Italiaansche volk, die versterkt is door
hun wapenbroederschap. Op het oogenblik
meer mede te deelen zou niet raadzaam zijn."
EEN VERGISSING?
Onlangs heeft de socialistische afgevaar-
digdé de heer Scheidemann in den Rijksdag
een brief van Jaurès voorgelezen, door dezen
twee dagen voor zijn dood aan den Belgi
schen socialist den heer Van der Velde ge
schreven, waarin hij de schul van den oorlog
feitelijk op de Fransche regeering wierp. De
ze brief verwekte groote ontroering. Nu ech
ter komt de heer Kautsky in de Vorwarts te
gen dezen brief op, hij zegt, dat hij op den
zelfden dag dat de brief geschreven zou ziin,
met de heer Jaurès gesproken heeft en dat
geene vredespolitiek op te dringen, want zij
voert die politiek reeds. Ik, die er nooit voor
teruggedeinsd ben, mij door mijn hardnekki-
gen wil den haat der chauvinisteen op dien
ïals te halen, ik, die nooit zal ophouden te
streven naar eene Duitsch-Fransche toenade
ring, ik heb het recht te zeggen, dat de Fran
sche regeering op dit oogenblik den vredè
wil en voor den vrede werkt. De Fransche re-
geering is de beste vredesbondgenoot der be-
wonderenwaardige Duitsche regeering, die
iet initiatief tot een schikking heeft genomen.
En zij geeft Rusland met wijsheid en geduld
raad.
Die rede werd in tegenwoordigheid van
dén heer Van der Velde gehouden, precies op
den dag, waarop volgens den heer Scheide
mann de brief zou zijn geschreven, n.l. twee
dagen vóór den dood van Jaurès.
De heer Kautsky beschouwt de brief als
een brutale vervalsching en haalt voorbeelden
aan van meer dergelijke vervalschingen door
den heer Scheidtemann gepleegd.
KORTE BERICHTEN
Duitschland schijnt nog geen gebrek
aan geschui te hebben. Het levert nu ten
minste partijen zware 15 c. m. houwitsers
van de nieuwste soort aan Zwitserland.
Duitschland en Roemenië kwamen op 7
April overeen naar elkaar artikelen naar de
wederzijdsche behoefte uit te voeren en elkaar
doorvoer naar andere landen- toe te staan.
Met 91 tegen 14 stemmen heeft het Stor
ting een wijziging in de grondwet aangeno
men, waardoor vrouwen in Noorwegen minis
ter kunnen worden.
Op de parlementaire Fransch-Engel-
sche conferentie te Londen werd onderwijs
in Fransch en Engelsch in beide landen wen-
scheiijk verklaard.
De Britsche consul te Linga in Perzië
en zijn twee broeders zijn door Duitsche par
tijgangers vermoord.
De Fransche generaal Largeau, die
wegens zijn talrijke en roemrijke Afrikaan-
sche veldtochten grooten faam had verwor
ven, is overleden aan zijn vóór Verdun ver
kregen wonden.
In Engeland is een gevangene, wiens
schuld als spion door het militaire Gerechts
hof was bewezen, ter dood gebracht.
In Zweden bestaat een ernstige crisis
tusschen de regeering en de meerderheid van
den Rijksdag, zij is veroorzaakt door de oor
logshandelswetten.
De landstormers van de oudste lichtin
gen in Duitschland worden naar huisge-
stuurd. Dit wordt opgevat als een teeken,
dat Ehiitschland nog over groote reserves be
schikt.
De Joodsche gemeente te Liverpool
heeft haar rabbijn Harris, die meer dan twin
tig jaar zijn ambt bekleedde, doch zich af
keurend over den oorlog en de Engelsch-Rus-
sische coalitie uitliet, uit zijn betrekking ont
slagen.
Volgens het Journal heeft zich te Parijs
een verbond van onzijdigen gevormd met het
doel de verdragen te verdedigen teneinde de
onzijdige landen voor het lot van België en
Luxemburg te behoeden. Aan het hoofd van
de oprichters staan o. a. de heer Venizelos
voor Griekenland, de teekenaar Ramaekers
voor Nederland, de heeren Filipescu en Jones-
cu voor Roemenië. Het verbond zal zijn zetel
te Parijs, maar afdeelingen in de onzijdige
landen hebben.
Tengevolge van het bommenwerpen
door de Italiaansche vliegers werd te Riva
groote schade aangericht Op verschillende
plaatsen der stad is brand uitgebroken. Een
tiéntal Oostenrijksche landstormsoldaten
werden gedood.
De „Neue Zürcher Nachrichten" be
richt, dat minister Asquith gedurende zijn
bezoek bij den Paus heeft verklaard, dat de
oorlog nog minstens vijf jaar zal duren.
De verkiezingen in Spanje hadden een
zeer kalm verloop. Te Madrid werden 5 mo
narchisten en 3 republikeinen, te Barcelona
6 regionalisten gekozen. Volgens berichten
uit de provincie zijn de candidaten der rich
ting Romanonys met groote meerderheid ge
kozen.
De politie heeft weer een inval gedaan
in de bureau van het Manches er Socialisten
blad „Labour Leadër". Een groot aantal
daar aanwezige vlugschriften werden in be
slag genomen.
maindek gaten ontstobden. Door het in de
kwam het schip dieper te liggen, en stroomde
kwam het schip dieper te liggen, enstroomdé
het water aldus door de bovengenoemde ga
ten, later ook over het kuildek, van boven in
de machinekamer en de ruimen, tengevolge
waarvan de „Tubantia" ongeveer 4 uren na
de ontploffing is vol geloopen en gezonken.
De getuigen Van Leuven en Groot hebben
beiden een streep op het water met groote
snelheid dé „Tubantia" zien naderen, gericht
op de plek, waar de onploffing heeft plaats
gehad, terwijl ook de getuige Vreugdenhil de
ze streep na de ontploffing heeft gezien. De
omschrijving van wat de getuigen gezien
deze hem toen liet blijken van precies het te
genovergestelde gevoelen te zijn als uit den
bewusten brief blijkt. Op dien dag ook, 29
Juli 1914 hield de heer Jaurès een rede in
een openbare vergadering te Brussel en zeide
daar:
„De taak van ons Fransche socialisten,
is eenvoudig. Wij behoeven onze regeering
hebben, laat geen twijfel, dat de door hen
geziene streep de bellenbaan van een torpe
do is geweest.
Uit de verklaring van den deskundige Can
ters is gebleken, dat de in de booten van de
„Tubantia" gevonden stukken metaal onge-
twijfelbaar afkomstig zijn van een bronzen
Schartzkopfftorpedo. De verklaringen van ge
noemde getuigen en deskundige, in onderling
verband en samenhang beschouwd, bewijzen,
dat de ontploffing is veroorzaakt door een
torpedo, welke, op eenigen afstand onder een
hoek van 6 stréken hetzij door een onderzeeër
het zij door een torpedoboot is afgeschoten
zonder eenige voorafgaande waarschuwing.
Deze torpedo is gebleken een bronzen
Schwartzkopf-torpedo te zijn en was, blijkens
de afwezigheid van eenig ander schip in de
nabijheid, bestemd de „Tubantia" te treffen.
Dat bij deze ramp geen menschenlevens te
betreuren zijn, is gedeeltelijk te danken aan
het feit, dat de „Tubantia" is getroffen op
een plek waar geen verblijfplaatsen waren
voor passagiers of bemanning. Daarnaast is
echter het beleidvolle, kalme optreden van
kapitein Wijtsma, op waardige wijze bijge
staan door zijn officieren en bemanning oor
zaak, dat maatregelen zijn genomen, welke
de redding van alle opvarenden ten gevolge
hebben gehad.
Vermelding verdient voorts de handelwijze
van den 4en machinist Wouters, die, zich in
den bunker bevindende, waar in de nabijheid
de ontploffing plaats had, zijn tegenwoordig
heid van geest behield en zoodoende zichzelf
en den tremmer, die zich met hem in den bun
ker bevond wist te redden.
Aan deze allen mag eene erkenning van
hun kloekmoedig optreden zeker niet worden
onthouden.
DE „PRINSES JULIANA".
We ontvingen het bericht dat het in het
voornemen der Engelsche regeering ligt, het
wrak van de „Prinses Juliana" zoo spoedig
mogelijk op te ruimen.
Bij informatie bij de directie der „Zeeland-"
deelde men ons mee dat daar niets van dien
aard bekend is. Het wrak is nog het eigen
dom der maatschappij, en zij tracht alsnog
er een koopef voor te vinden. Natuurlijk zal
op den duur de Engelsche regeering de op
ruiming van het wrak ter hand nemen wan
neer dat niet door anderen geschiedt. Maar
daarvan is nu nog geen sprake.
(Middelb. Crt.)
ZEPPELIN-AANVALLEN UP
ENGELAND.
De Maasbode heeft verschillende zeelie
den, die ooggetuige zijn geweest van de laat
ste aanvallen van de Duitsche luchtvloot, on
dervraagd. Mogelijk is dat onze zegslieden
wat overdrijven, zegt het blad, we kunnen
hun verklaringen natuurlijk niet controlee-
ren doch uit hetgeen zij ons vertelden,
kregen wij wel den indruk dat de uitwerking
der Zeppelin-bommen ernstiger is geweest
rlqn van Engelsche zijde wordt voorgesteld.
Volgens hun verklaringen zouden vooral
Leith, Sunderland, New Castle en Grimsby
verschrikkelijk geléden hebben. Te Leith
DE „TUBANTIA".
De Raad voor de Scheepvaart deed giste
ren uitspraak in de zaak van het s. s. „Tu
bantia".
Volgens de verklaringen der getuigen en
van den deskundige en den inhoud van het
journaal staat naar 's Raads meening
vast:
dat de „Tubantia" zich in den nacht van
16 op 17 Maart bevond in de nabijheid van
het Noord-Hinderlichtschip, loopende een
vaart van ongeveer 9 mijl;
dat naam, herkomst en nationaliteit van
het schip op duidelijke en op een afstand te
herkennen waren aangegeven;
dat voorbereidende maatregelen waren ge
nomen om ten anker te gaan, en het schip
daarop te 2.20 door een hevige ontploffing
aan stuurboord is getroffen in den kolenbun
ker, achter den eersten schoorsteen.
Door deze ontploffing werd een groot gat
in dé huid van het schip geslagen, welk gat
van den bodem van het schip zich tot onge
veer het schelter-dek uitstrekte. Ook werden,
naast ander schade aan het schip verschil
lende patrijspoorten met de koperen beklee
ding uitgerukt, waardoor ter hoogte van het
kruisten de Zeppelins eerst enkele malen bo
ven de stad, brandbommen werpende, om
zoodoende in het licht der branden hun doe
len beter te vinden. Daarop deden de lucht
schepen aanvallen op de havenbuurt en het
station. Vooral in de haven werd groote
schade aangericht. Een Engelsche viermaster,
welke dicht bij een Nederlandsch stoomschip
lag, 'werd door 2 bommen getroffen. De vier
master is zoo goed als geheel vernield. Op
het station Leith werd een personentrein ge
troffen en vele reizigers werden gedood of
gewond. De groote spiritusfabriek te Leith
werd door brandbommen getroffen en ging
in vlammen op.
Bij New-Castle kwamen eenige bommen te
recht op de brug over de Tyne, die daardoor
bijna geheel werd vernield.
Een andere ooggetuige verklaart, dat
vooral Grimsby ernstig geleden heeft, o. a.
werd een kazerne vernield, waarbij 100 man
omkwamen.
De menschen in Huil zijn zoo bang voor
de Zeppelins, dat zij, die het eenigszins doen
kunnen, 's avonds de stad verlaten en den
nacht bij boeren of in landhuizen doorbren
gen.
Gedurende den laatsten tijd worden veel
Fransche afweerkanonnen opgesteld, daar
die zeer goed voldoen.
De maatregelen welke genomen zijn om
een aanval zooveel mogelijk te voorkomen,
worden met groote gestrengheid doorge
voerd. Op het oogenblik mag er na 7 uur dés
avonds geen licht branden. De zegsman van
de Maasbode vertelde, dat een van zijn ken
nissen, die na vastgestelden tijd een sigaret
opstak, daarvoor beboet werd met 10 shil
ling boete en een dag hechtenis. Een neu
traal schip, dat op de Humber voor anker
lag en1 lichten op had, kreeg een boete van 15
pond sterling.
DE DIENSTWEIGERING IN LEIDEN.
Als meest waarschijnlijke reden voor de
dienstweigering der drié compagnieën te
Leiden wordt, naar de Tel. meldt, opgege
ven de inkrimping der verloven en in ver
band daarmede de verzwaring van den
dienst. Tegen de intrekking der ministerieele
verloven zou men geen bezwaar hebben,
maar dat tegelijk ook de gewone verloven
moesten worden onthouden, daar kan men
niet over heen.
Er zit ook nog oud zeer. Sommige hoofd
en andere officieren staan van ouds over
hun optreden niet in een goed blaadje. Er is
nog kort geleden daarover een polemiek in
het Leidsche Dagblad gevoerd, waaruit
bleek, dat er aan den toestand wel wat ha
pert.
Dan komt er nog de voedingskwestie bij.
In den eersten tijd der mobilisatie werd het
brood in Leidsche bakkerijen gebakken en
het werd versch verstrekt Thans wordt het
van uit Rotterdam getransporteerd. De kwali
teit is, volgens verklaringen van militairen,
minder goal en het komt reeds oudbakken
aan. Eindelijk heerscht er door de voorko
mende gevallen van besmettelijke nekkramp
een nerveuse stemming onder de militairen
die prikkelend werkt Al deze redenen heb
ben wellicht samengewerkt om een groot
aantal militairen tot een stap te verleiden,
die hun duur te staan kan komen.
BINNENLAND.
EERSTE KAMER
De Eerste Kamer kwam gisteren op voor
stel van negen leden bijeen, teneinde in Co
mité-Generaal in de gelegenheid te worden
gesteld de mededeelingen te vernemen, die
ook aan de Tweede Kamer verstrekt zijn.
Dr. K u ij p e r (A. R., Z.-H.) maakte aan
merking op het feit, dat de Regeering i .rschil
maakte tusschen de Tweede en Eerste Kamer
door de een eigener beweging in generaair
comité saam te roepen en de ander te negee-
ren. Dit ondersche distrijdt met de constitu-
tioneele beginselen. -
De Eerste Kamer draagt zooals de Tweede
Kamer een hooge verantwoordelijkheid. De
Regeering zag in, dat het belang van den
Staat eischte dat ae Tweede Kamer mededee
lingen ontving, doch achtte dit voor de Eers
te Kamer niet noodig. Dit mag de Eerste
Kamer niet dulden zonder protest. Ook de
Eerste Kamer moet de noodige gegevens be
zitten om haar in staat te stellen een rijp
oordeel te vellen over de Regeeringsvoorstel-
len, maar zij heeft ook een actieve verant
woordelijkheid en moet in staat zijn een oor
deel te vellen over de Regeering en haar
optreden door een interpellatie als anders
zins. Om dat te kunnen doen, heeft zij in
lichtingen noodig. Die moeten haar vooral
gegeven worden waar 't geldt internationale
belangen, waar de Regeering heeft verklaard
gegevens te bezitten, die een toeneming der
gevaren voor ons land doen duchten. Juist
in een tijd, waarin zoo vaak op het krediet
der Kamer wordt afgedongen, moet de Re
geering zulk een houding niet aannemen te
genover de Eerste Kamer.
De Minister van Binnenlandsche Za
ken, de heer Cort van der Linden, zegt, dat
de Regeering volkomen bereid is aan de
Eersite Kamer dezelfde inlichtingen te ver
schaffen als aan de Tweede Kamer. De Mi
nister kan zich met het betoog van den heer
Kuyper in zake de constitutioneele beteekenis
der Eerste Kamer grootendeels vereeni
gri_*L
maar de zaak stond zoo, dat de Tweede
mer zitting hield, terwijl de Eerste Kamer
moest bijeengeroepen worden en aan de wet
telijke bijeenroeping daarvan zou een veel
grootere beteekenis gegeven zijn. Was de
Eerste Kamer bijeen geweest in plaats van
de Tweede, dan had de Minister zijn mede
deelingen het eerst aan de Eerste Kamer ver
strekt. De Minister heeft echter onmiddellijk
gevoeld, dat de Eerste Kamer recht had op
dezelfde mededeelingen en hij heeft zich
daartoe bereid verklaard. Het ging alleen
hierom, of die mededeelingen zouden ge
schieden in de eerstvolgende gewone bijeen
komst der Kamer of in een daartoe opzette
lijk bijeengeroepen vergadering. Waar dit
laatste tot groote onrust in het land en
daarbuiten kon leiden, meende de Minister
het best te handelen door te doen gelijk hij
deed.
De heer Kuyper repliceert. Had men
te doen gehad met mededeelingen Tn open
bare zitting, dan was de Eerste Kamer daar
van niet verstoken gebleven. Hier echter
gold het geheime mededeelingen en daarbij
fold het een zaak van hooge urgentie waar-
>ij de Regeering den steun noodig had der
geheele volksvertegenwoordiging. Uit een
en ander vloeit voort, dat de Minister in de
gegeven ernstige omstandigheden van oor
deel was, dat de Eerste Kamer tot 23 April
zonder inlichtingen kon blijven. Dit nu acht
spr. voor de positie der Eerste Kamer hoogst
onaangenaam.
Na nog eenige discussie ging de vergade
ring in Comité.
COURANT.