ries van
FEUILLETON.
OPKOMST LICHTING UITOTSTELD.
(Officieel). Door bet departement van Oor
log wordt medegedeeld, dat in verband met
bel voorkomen van gevallen van nekkramp in
verschillende gemeenten van ons land, de op
komst van de miliciens der lichting 1916 en
landstormmannen, die in het tijdvak van 16
tot 20 April ek. was vastgesteld, tot een la
ter te bepalen tijdvak wordt uitgesteld.
MOEILIJKHEDEN BIJ DEN AANVOER
VAN TARWE.
(Officieel). De kwaliteit van den Ameri-
kaanschen tarweoogst van 1915 maakt de
tarwe over het algemeen slecht bewaarbaar.
De Regeering heeft zich dan ook reeds gedu
rende geruimen tijd genoodzaakt gezien om
bij den aanvoer met dit feit rekening te hou
den.
In den aanvang van dit jaar is met de
Holland-Amerika-lijn, den Kon. Holl. Lloyd
en de Ned. Reeders-Vereeniging eene overeen
komst gesloten, welke, als overigens geen
moeilijkheden bij den aanvoer ontstonden,
een voldoenden aanvoer van tarwe zal waar
borgen.
Ten gevolge van het vooral in den laatsten
tijd steeds bezwaarlijker scheepvaartverkeer
is dé aanvoer van tarwe kleiner geworden
dan met 't oog op 't maken van een voorraad
wenschelijk geoordeeld mag worden.
Getracht is en wordt om met behulp van
de schepenuitvoerwet verbetering in den toe
stand te brengen.
Er doen zich thans nieuwe moeilijkheden
voor. Zes schepen van de Holland-Amerika-
Lijn, bestemd om in April circa 45,000 ton
regeeringstarwe van Amerika te verschepen,
worden nier reeds geruimen tijd opgehouden
ten gevolge van een geschil tusschen directie
en personeel, en zullen dus ook bij spoedige
oplossing van dit geschil, veel later dan ver
wacht was, de tarwe kunnen aanvoeren, twee
andere schepen, bestemd om na aankomst te
Rotterdam tarwe te gaan halen, zijn met
schade op zee aangetroffen, terwijl een derde
schip wegens schade moet worden gedokt.
Hoeveel schepen nog in een gelijke omstan
digheid zullen komen, is uit den aard der
zaak niet aan te geven. De „Lodewijk van
Nassau" van den Kon. West. Indisch en
Maildienst, geladen met chilisalpHer vo">r
de Nederlandsche regeering, word reeds se
dert 22 Maart in die Downs vastgehouden.
Deze boot was voor haar volgende reis ook
bestemd voor den aanvoer van graan. Ook de
voortaan te volgen reisroute om het Noorden
van Schotland zal; zooais van zelf spreekt,
den duur van de reis aanmerkelijk verlengen.
Uit één en ander mag veilig worden afge
leid, dat de aanvoer van granen in de e. k.
tijden groote bezwaren zal ondervinden, re
den waarom de Minister van Landbouw, Nij
verheid en Handel besloten heeft maatregelen
te nemen om de zuinigheid bij 't tarwever-
bruik te bevorderen.
Van 14 dezer af zullen de meelfabrikanten
voorloopig geen tarweoloem meer mogen ma
len. Zoodra de in den lande bij de fabrikan
ten en bakkers aanwezige voorraad bloem is
verbruikt, doch in ieder geval uiterlijk van
Maandag 24 April af, zal slechts brum tar
webrood (brood van ongebuild tarwemeel)
gebakken mogen worden. Het Rijksgraanbu-
reau zal echter op verzoek van de burgemees
ters bloem beschikbaar stellen ten behoeve
van die personen, voor wie op medische gron
den het gebruik van bruin tarwebrood on
raadzaam geoordeeld wordt. De betrokken
personen zullen een verzoek daartoe moeten
doen bij den burgemeester hunner gemeente,
onder overlegging van een geneeskundig at
test.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handël meent te mogen verwachten dat zoo
dra algemeen bruin tarwebrood zal moeten
worden gebruikt, dit voor hen, die te voren
gewoon waren wittebrood te gebruiken, geen
reden zal zijn om zich bedienen van het
bmin tarwebrood, dat op brood-
ten wordt verkrijgbaar gesteld.
STOOMSCHIP „COLOMBIA".
Volgens nader bij de directie van den Kon.
West-Indischen Maildienst ingekomen be
richt betreffende het stoomschip „Colombia"
bevond het stoomschip zich gistermiddag op
51 gr. 35 mid. N.B. 1 gr. 30 min. O.L. De
kapitein stiat verder: „Worden goed geës
corteerd; diepgang vóór 31 v. 6 a., achter 17
v. 6 d. Schip zakt niet dieper; 3o. slagzij de
stuurboord; loopen met 48 slagen. Durven
niet harder. Groot-ruim droog; voorruim
vol, voortusschendek 5 v. water, voorpiek
vol. Hebben goede hóóp op behoud. Zee be
duidend kalmer".
een „stril" vertelling van Johan C. W. Juuhl.
Uit het Noorsch vertaald door M. A. Z.
5)
,,'t Is 'elder in de lucht, geen wolkje te
zien," zei Andries, naar het hemelgewelf op
ziend, dat effen blaüw zich uitstrekje tot aan
den horizon, waar 't door de zonnewarmte
wazig was.
„Ik geloof bepaald' dat we dit wêer lang
zullen 'ouden," teemde de groote mond van
Lars.
„Dat is 't, dat is wel," zong Ananes.
Lars hield zijn hand boven z'n oogen. Grij
ze rook steeg op achter het verre rotseiland,
waarop het witte kunstlicht zich bevond. Een
paar masten teekenden zich als dunne strepen
af tegen het blauw. En een zwarte scheeps
romp met sterk dampenden schoorsteen gleed
langzaam naar land
„Daar komt een log gevaarte, zeg," riep
Lars.
„Een kolenboot geloof ik," zei Andries.
„Ou Varo verdienen ze daar een mooien
dhtt aan," hernam Lars.
Hij keek naar het witte zeil met de roode
streep van de loodsboot, die tusschen de sche
ren door naar buiten voer.
„Dat komt hun var pas," kraaide Mors,
„ik 'oordie dat ze laast klaagden dat er wei
nig schepen kwamen."
„Ze klagen daar altijd," schreeuwde Lars
lang uithalend.
De mannen begonnen wat meer aan te bee-
DE RELLETJES DER MILITAIREN
TE LEIDEN.
De majoor Muller Massis, van het depar
tement van Oorlog, heeft gisteren in op
dracht van den Minister van Oorlog een on
derzoek ingesteld naar de Dinsdagmorgen te
Leiden plaats gehad hebbende relletjes onder
de militairen.
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
De aigemeene beschouwingen over de
ouderdomswet werden voortgezet.
De heer D u y s (S. D. A. P., Zaandam)
vervolgde zijn gisteren afgebroken rede, be
streed eeuige sprekers van de rechterzijde en
critiseerde de bestrijding, die het staatspen
sioen iu sommige vrijzinnige bladen vindt.
In het bijzonder verdedigde spreker het ont
werp tegen de dwangverzekering. Ook ver
klaarde hij zich tegen het amendement-Loh-
man.
Daarna behandelde spreker de verkiezing
te Apeldoorn en vervolgens trad hij in een
uitvoerige vergelijking van de premies in het
ontwerp van de invaliditeitswet-Talma en
die in het ontwerp-Treub.
De heer Duymaer van Twist het
wetsontwerp bestrijdend, richt zich daarbij
tegen den heer Roodhuijzen, die in 1912 de
rechterzijde aanviel, omdat zij de verdedi
ging zooveel mogelijk aan minister Talma
overliet, maar nu in De Vaderlander zelf ad
viseert dat de linkerzijdé de verdediging zoo
veel mogelijk zal overlaten aan minister Lely.
Vervolgens het wetsontwerp nader bespre
kend, betoogt hij dat het staatspensioen niets
anders is dan armenzorg.
Ook spr. gaat uitvoerig na, hoe de vrijzin
nigen vroeger niets van staatspensioen heb
ben willen weten en geeft daarbij al van ci
taten ter illustratie van de houding uer ver
schillende vrijzinnige partijen.
Hij beioog voorts dat de kiezers in 1915
zich niet hebben uitgesproken voor staatspen
sioen. Het ging toen hoofdzakelijk om hef ta
rief en nu onlangs in Apeldoorn het tarief
niet in den strijd gebracht kon worden, won
de rechterzijde. In Apeldoorn ging de strijd
wel degelijk om het staatspensioen; van libe
rale en soc.-dem. zijde is er krachtig voor ge
streden, maar de kiezers hebben van die leuze
niets willen weten.
De stelling, dat dé volkswil armenbedecling
zou willen is ook niet vol te houden en daar
mede vervalt de voornaamste rechtsgrond
voor dit ontwerp. De voorgedragen regeling
klopt ook niet met hetgeen den kiezers van
links toegezegd is,- m. n. door de socialisten.
In dit verband' gaat spr. ook het optreden der
soncentratie na, zich beroepend op het propa
gandaboekje van 1913. Het ontwerp-Treub
beantwoordde niet aan de gedane beloften,
welke een hoogere premie dan 2 in het voor
uitzicht stelden.
Nu zal de regeering zeggen, dat zij met de
conoentratie niets te maken heeft, maar de
vrijzinnigen laten nu de poging om de bedra
gen te verhoogen aan de soc.-democraten over.
Spn acht het voorstel der regeering onaan
nemelijk, omdat de arbeidersbelangen niet ge
diend worden met verstrekken van een aal
moes op 70-jarigen leeftijd, maar wel een ren
te als de wet Talma geeft.
Met volle gerustheid wacht spr. de verkie
zingen af, als die wederom onder de leuze
van het staatspensioen gevoerd zullen worden
want spr. is er van overtuigd, dat het volk
de wet-Talma zal weten te waardeeren.
Bij aanneming van het ontwerp zal de in
validiteitswet verdonkeremaand worden ach-
er het staatspensioen. Bovendien wordt de
ouderdomszorg verlaagd tot armenzorg.
Daarvoor ruilt spr. de wet-Talma niet in.
De heer Teenstra meent dat de armen
zorg nimmer in staat was de noodén van de
oude arme te bevredigen De behoeften ble
xen veel grooter en het was onvermijdelijk
vooral voor de vrouwen dat de Staat in
greep. Spr. brengt daarom hulde aan de re
geering voor de in diening van dit ontwerp.
Itij gevoelt nu geen behoefte om zijn stand
punt nader uiteen te zetten omdat hij dit in
1912 reeds deed.
Spr. meent dat de rechterzijde met meer
gaf dan citaten uii. vroege: tiid- Waarom
wil zij toch zoog aarae bewijzen dat de lin
kerzijde can mtening is veranderd>pr 2f
heeft op dit puntje geen oude plunje. Maar
hoe kan het nu een blaam zijn voor andere
leden wanneer zij vroeger anders dachten?
Spr. juicht het eer toe dat zij hebben erkend
vroeger verkeerde gedachten gehad te hebben.
De rectherzijde zegt bij voorbaat reeds dat
zij dit ontwerp niet wil. Wat ze wel zegt ze
niet. Zelfs zegt ze niet wat ze met de wet
nen. De vrouwen waren hun op d enweg een
heel eind vooruit gekomen.
Bij het oude cholera-kerkhof, dat verlaten
aan den weg lag met vermolmde, omgevallen
houten kruisen, half bedolven onder onkruid
en hard gras, ontmoeten ze den knecht van
de pastorie.
Hij kwam aanrijden in het karretje van den
predikant.
Andries vroeg of hij Prahl moest afhalen.
De knecht antwoordde bevestigend. Of ze
al wat van hem gemerkt hadden?
„Neen, dat rebben we niet," zei, Andries
trouwhartig. En toen dach de knecht, dat het
geen haast had. Dus liet hij het paard op zijn
ge mak den weg af loopen, terwijl hij zelf een
pijp stopte en zich een paar trekjes gunde.
Maar Andries lachte witjes; nu was hij
veilig.
Op den weg naar de kerk was het nu druk
geworden. Als een geelbruine streep slinger
de het pad door het eenzame rotsdal. Jenever
besstruiken, hei en zwarte veengronden aan
beide zijden. En grijze berghellingen vol af
gebrokkeld steen belemmerden het gezicht,
maar toppen en punten teekenden zich scherp
af tegen net blauwe hemelgewelf.
De zon was nu al zoo hoog, dat ze recht in
het dal scheen. En de voortsjokkende lang
broeken kregen het benauwd onder de dik
ke wollen kleeren brak het zweet hun uit
Ze liepen met de handen op den rug, hun
boven lichaam was gekromd tengevolge van
zwoegen onder zware lasten of door t lang-
dlurig zitten aan de roeispanen.
Ze praatten nu en dan een woordje met el
kaar, spuwden in lange bochten hun tabak-
vocht in 't zand van den weg, knikten be
dachtzaam en lieten een zingen a „ja ja
ja" hooren. Hier en daar strompelde een heel
oud man tusschen hen in, gebogen op een stok
met ijzeren punt.
Talma wil. Op »pr. maakt het den indPuk
dat de rechterzijde niets wil, ook niet de wet
Talma.
Wat nu de plannen van deiv minister be
treft. zegt spr dat hij hoopt (ter de regeering
precies zal zeggen wat ze wil. Spr. is tot ie
der compromis bereid als de rechterzijde be
reid is toekomend te zijn.
Vervolgens Weerlegt spr. verschillende be
zwaren the tegen het staatspensioen zijn aan
gevoerd.
HOFBERICHT.
Z. K. H. Prins Hijdrik, vergezeld van zijn
adjudant, jhr. Backer en jhr. mr. Wittert van
Hoogland, vertrok gistermorgen te 10 uur
per auto van het Loo naar het Zuiden des
lands ter bijwoning van de Roode Kruisoefe-
ningen.
Vrijdagavond wordt Z. K. H. op het Loo
terug verwacht.
PROV. STATEN VAN
NOORD-HOLLAND.
Rijkslandbouwproefvelden.
Gedeputeerde Statep stellen voor, om over
1915, 1916 en 1917 250 subsidie toe te
kennen. Er is over 1916 slechts 125 uitbe
taald, in verband met de grootte van het
Rijkssubsidie. Ged. Saten achten thans ech
ter verhooging gewenscht, omdat het instituut
der proefvelden van veel nut kan zijn voor
het onderzoek welke gewassen zullen kunnen
worden geteeld op den bodem van de droog
te maken gebieden in de overstroomde dee-
len der provincie en welke waarde de bodem
dan voor den landbouw hebben zal en of deze
reeds spoedig weer voor de vroegere cultures
geschikt zullen zijn.
Electrificatie van de Prov. Noord-Holland.
Gedurende het tijdsverloop van 1 April
1916 werden door de K. E. M. aangesloten
de navolgende gemeenten corporaties: Oter-
leek, Ursem, Egmond-binnen en de Maat
schappij Zaanland, omvattende de gemeenten
Koog a. d. Zaan. Zaandijk, Wonnerveer,
Krommenie en Worraer, alsmede de navol
gende groot-industrieelen: Zeilmaker Co.
te Edam, Koek en Banketfabriek „de Vlijt"
te Koog aan de Zaan, firma Keijzer Sttolp
te Wormerveer, Bloemendaal en Laan te
Wormerveer, A. Schut te Krommenie, Ver.
Blikfabrieken te Krommenie.
Verder werden stroomleverings-cohtracten
afgesloten met de gemeenten: liaariemmer-
üede en Spaamwoude, üuder-Amstel, Nieu-
wer-Amstei, Wervershoof, Hensbroek, Sijbe-
karspel.
Door de K. E. 'M. werden voorts plannen
uitgewerkt voor de gemeenten Zijpe, Zuid
en Noord-Schermer, Helder, Oude-Niedorp
(voor Zijdewind en 't Veld), Harenkarspel
(voor Waarland), St. Maarten, Petten, Cal-
lantsoog, Schoorl, alsmede voor diverse uit
breidingen.
Het advies van de heeren adviseurs van de
gemeente Haarlemmermeer is ingekomen,
doch 'de gemeente Haarlemmermeer bleef tot
dusverre eene afwachtende houding aanne
men, hetgeen vooral te betreuren is met het
oog op de st'eeds meer op den voorgrond tre
dende stijging van materiaal-prijzen.
De plannen voor de eventueele dorsch-net-
ten van den Anna Paulowna- en den Haar
lemmermeerpolder kwamen gereed, alsmede
ook de plannen voor de electrische polderbe
maling van de Zijpe en de Schermer.
De verhoudingen in de gemeenten Wierin-
gen, Graft, De Rijp en Jisp worden alsnu in
studie genomen. Er zijn op 't oogenblik vele
aanvragen voor kleinere en deels ook groo-
tere electrische noldermalingen, zooals o. a.
het gemaal van „de Heer-Hugowaard en van
de Zeevang".
De Laagspanningsnetten kwamen behalve
in de gemeenten, waarvan de stroomlevering
werd aangevangen, gereed te Grootebroek
Zwaag, Kwadijk, Middelie, Avenhorn, Beets,
Oosthuizen. Beemster, Warder en Oudendijk.
Terwij! zich op 't oogenblik in aanbouw
bevinden de netten te Hensbroek, Oudendijk,
Wervershoof en uitbreidingen te Heiloo.
Wat 't net bezuiden het kanaal betreft, zijn
L. S. netten in aanbouw van de gemeenten:
Ouder-Amstel. Haarlemmerliede en Spaam
woude en Nieuwer-Amstel.
VERKIEZING VAN TWEE LEDEN
VAN GEDEPUTEERDE STATEN
VAN NOORD-HOLLAND.
Men meldt ons uit Haarlem d.d. 13 April:
Heden had in eene buitengewone zitting
van de Provinciale Staten van Noord-Hol
land de verkiezing plaats van twee leden van
Gedeputeerde Staten en wel ter voorziening
in de vacature, ontstaan door de benoeming
van den heer Mr. J. Kappeyne van de Cop-
pello tot lid van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal en in die, ontstaan door het bedan-
De vrouw, die in haar witte hoofddoeken
op nonnen geleken, waren voortdurend met
elkaar in gesprek. Haar gezichten hadden een
Zondagschplooi, en haar blikken werden in
een boetvaardigen deemoed naar den grond
geslagen, 't Gezangboek droegen ze ingerold
in een mooi doekje, en in de hand hielden al
len een voorraadskistje, beschilderd met rozen
en jaartallen, haar familienaam en den naam
van de hoeve. En het met kralen versierde
borstlapje schitterde in alle kleuren van den
regenboog, terwijl de wijde, stevige zwart
blauwe rokken met breede plooien over de
heupen statig neerhingen, zooals dat voegde
voor haar stand.
't Eene of andere kleine meisje, een Martha
of een Kari, sloeg haar vingertjes met vasten
greep in dezen of genen rok. De kinderen lie
pen zoet en heel gewichtig naast de groote
menschen voort, blij dat ze mee mochten naar
de kerk.
Glanzig waren de witte hoofden der vrou
wen en de witte beenen van de mannen, en in
de zilveren knocpen weerkaatste het zonlicht.
Maar anders was het een lange sombere stoet
van ernstige gebogen gestalten, die langzaam
het sombere rotsdal doortrok.
Bij de „Bruidssteen" stonden de kerkmen-
schen een poos stil. Dat punt was goed half
weg tusschen de bootschuur en het bedehuis.
Andries droogde zich het zweet af met z'n
vuilen, rooden zakdoek.
„Hier is menig lekker slokje gedronken,"
zei hij terwijl hij glunderde naar liet afgeplat
te stuk rots, waar bruid en bruidegom ge
woon waren te rusten op hun tocht naar de
kerk.
„Ja, God geve, dat ik de 'elft bezat van wat
'ier geschonken is," galmde Lars met den ra-
ren mond. En een bruine streep liep over zijn
wollen buis.
Ze waren nu bij dé scheeve hut van Ola,
ken van den heer Jhr. G. S, Boreel.
Gekozen werden de heeren Mr. M. Slin*
genberg te Haarlem en Jhr. Mr. D. E. van
hennep te Heemstede; ctoor beiden werd de
verkiezing aangenomen.
DE TARWEVOORRAAD.
Naar de N. Rott Ct. verneemt, is de gerin
ge tarwevoorraad in ons land aan verschil
lende omstandigheden te wijten. Tengevolge
vqn den slechten oogst van 1915 kon de tar
we niet worden opgeslagen, voorts waren er
moeilijkheden mei de Holland-Amerika-lijn.
Daarbij kwam de aanhouding van verschil
lende met tarwe geladen schepen, de langere
vaart om de Noord, waardoor de aanvoer
werd vertraagd. Door de Schepenuitvoerwet
heeft de regeering de beschikking gekregen
over meer scheepsruimte voor den aanvoer
van graan. Maar de thans uitgebroken sta
king bij de Holland-Amerika-lijn vormt een
kzeer ongunstige factor voor den tarwe-aan-
voer. Intusschen wordt al het mogelijke ge
daan om te zorgen, dat voldoende tarwe en
veevoeder in ons land wordt geïmporteerd.
Gemengd nieuwe.
GESTRAFTE BOEREN.
Naar het Handelsblad verneemt zijn er een
aantal landbouwers die weigeren de hjin op
gelegde verpiichting tot het leveren van con-
sumptiemelk na te komen. De Rijkscommissie
van Toezicht op de Kaasvereeniging heeft
au verboden van deze landbouwers kaas te
koopen.
EEN LEK IN DEN DAM.
Sedert zes dagen blijft de waterstand op
ongeveer 55 c.M. beneden A.P., ondanks
voortdurend spuien, malen, pompen, ver
dampen, enz.. Een der correspondenten van
het N. v. d. D. meent de vermoedelijke oor
zaak bij Uitdam te hebben ontdekt. Enkele
meters binnen den dam van zinkstukken ver
toont zich een draaikolk in het water, zoodat
onder den dijk door bet zeewater nog voort
durend toestroomt.
NA DEN WATERSNOOD.
Van de zij dé van het provinciaal bestuur
van Noord-Holland wordt als vervolg op de
medédeelingen van de vorige week omtrent
den voortgang der werkzaamheden, welke in
verband met de watersnood zijn ondernomen,
het volgende medegedeeld:
De hulpdam in de doorbraak van den An
na Paulownapolder is over de geheele lengte
tot 3 M: -f N. A. P. opgewerkt en aan de
buitenzijde met rijsbeslag en steenbezetting
verdedigd. De aanvulling van het nieuwe
dijkprofiel tegen den hulpdam vordert gere
geld. De herstel linswerken aan den Wa/ter-
landschen Zeedijk en den Zeedijk van den pol
der Katwoude nemen goeden voortgang.
De in hoofdzaak uit rijshout samengestelde
nooddammen in de*dOorbraken zijn uit dien
aard der zaak niet waterdicht, de hoeveelheid
water welke door die dammen kwelt is echter
niet groot en wordt naarmate het werk vor
dert geleidelijk geringer. Invloed van betee
ken is heeft die kwel op de droogmaking niet.
De afspuiing van den Oostpolder van den
Anna Paulownapolder kon tpt Vrijdag 7
April worden voortgezet, daarna is de bema
ling van dien polder aangevangen. De bema
ling geschiedt door de eigen motorgemalen,
een drijvenden persmolen benevens een twee
tal centrifugaalpompen van gering vermogen
Het hulpgemaal met Dieselmotor nadert zij
ne voltooiing; bij het proefdraaien bleek het
nood'ig het verband in de fundeering te ver
sterken. Deze versterking is in uitvoering,
zoodat verwacht kan worden dat het krachti-
hulpgemaal binnen enkele dagen in wer
ing zal komen.'
De waterstand in dien Oostpolder is door
de bemaling thans met ongeveer 0.20 M.
verlaagd.
De afmaling van dien Zuidpolder bij Edam
en den polder Katwoude gaat geregeld voort
Voor de drooglegging van het Volendammer-
meertje zijn maatregelen genomen.
DE L. T. B.
In de gisteren te Haarlem gehouden 2e ai
gemeene vergadering van den R. K. Diocesa-
nen Land- en Tuinbouwbond in het bisdom
Haarlem, constateerde de voorzitter, de heer
Dekker van Obdam, naar wij in de N. Haarl.
Crt. lazen, den grooten groei en bloei van
den bond. Spr. deelde mede, dat de Bond nu
telt 61 afdeelingen met 3000 leden. Spr.
hoopte, dat dit jaar met de sociale cursussen
zou worden begonnen.
Het salaris van den hoofdambtenaar van
dien Bond, den heer Engels, werd vastgesteld
op 2000 per jaar.
Bij de rondvraag zegt de voorzitter in ant
woord- op eene door Alkmaar gedane vraag,
dat de zaak van de Vereeniging van Kaaspro-
„in de Bocht". Het dak van graszoden was
haast niet meer te onderscheiden van het mos
en het gesteente rondom. Men moest een
scherp oog hebben om de hut te ontwaren.
Ola zat op een rotsblok buiten de hut met
een massa kinderen, van eiken leeftijd bijna,
om hem heen. Hij zat in grijze hemdsmou
wen en droeg op zijn hoofd een roode punt
muts. Zijn spitsmuisachtig gezicht met rossen
baar lachte nu tegen dezen dan tegen dien
van de kerkgangers, terwijl hij trekjes deed
aan zijn vuil klein stompje pijp.
„Leege-buik"-01a of„Ëet zoo weinig" was
de' lot- en lijdensgenoot van Andries „uit het
Dal" en precies van dezelfde gezindheid. Hij
gedijde het best in het slaapstroo en was o
zoo dikwijls ,,'eelemaal ziek" en vervulde
nauwgezet het woord van de schrift: „verme
nigvuldigt u", waarom het dan ook wemelde
van blonde engelen-krulkopjes in alle boeken
van zijn hutje. Er was geen waar woord in
zijn zondige hals, en hij was de gemeente tot
ls
lelde zijn oude,
kreupele zuster voor twee. Zij jammerde en
klaagde over haar broer die altijd ziek was
en zoo weinig at. Maar het praatje ging, dat
„Eet zoo weinig" met gemak twaalf schel
lingsroggebroodjes, „slepertjes", zooals ze
genoemd werden, kon verorberen bij het noen
maal.
Andries vertraagde zijn stap, toen hij zijn
{;oeden vriend op het erf zag zitten, 't Was
ang geleden, dat ze samen een praatje had
den gehad.
Naar boven kijkend!, knikte hij hem toe.
Leegbuik-Ola knipoogde met zijn kleine boo
ze kijkertjes tegen de zon en beschaduwde ze
met zijn hand.
Andries bleef staan.
..Ben jij dat, Ola-eian!" riep hij met een
glimlach in den mondhoek bij zijn grooten
veel last en ergernis. Als hij de buurt niet af
liep met zijn bedelzak, dan bedeli
ducenten ten opzichte vem
reeds de aandacht van 't Hoofdbestuur heeft
en dat plannen worden overwogen inzake
de oprichting van zulk eene vereeniging. die
nu nog niet kunnen worden gepubliceerd.
De heer Van Neste, van Velsen-Driehuis,
brengt de zaak van den prijs van het veevoe
der ter sprake en die van de melkvoorziening.
Hij wil dat men in dezen aan dén minister
verzoeken zal eene medezeggngschap in de
regeling van de consumptiemelk en van den
prijs daarvan en dat dit niet alleen aan -de
burgemeesters zal worden overgelaten.
De heer Klaver, van Alkmaar, vindt hierin
aanleiding om de zaak van de regeling van
de melkvoorziening uiteen te zetten. Hij
meent dat voor den nu volgenden zomer aan
de zaak niets meer is te veranderen, maar dat
men goed zal doen om met voor. den komende
winter op zijn qui vivi te zijn.
De heer Van Neste meent dat door de re
geling van den minister de leveranciers van
melk onrechtvaardig worden behandeld.
Gaat het zoo voort en blijven de prijzen van
't veevoeder zoo hoog, dan kan er van den
winter wel eens in 't geheel geen melk meer
zijn.
pan konden d'e leveranciers er wel eens
den brui aan geven, om hun vee verder voor
het geven van melk op te fokken en te voede
ren en denken; laat dé snuister zelf maar 't
zaakje opknappen 1
De heer Klaver betoogt dat men hier in
geen geval met eene vooropgezette onrecht-
vaardigheid heeft te doen, doch dat natuur
lijk het Hoofdbestuur aan de zaak de aan
dacht blijft schenken.
De voorzitter bevestigd de laatste verkla
ring en zegt, dait waar noodig is, 't Hoofdbe
stuur niet zal nalaten voor de belangen van
den landbouw en den u inbouw op de bres te
springen.
De beer Nic. van Ommen, vaa hier, hield
daarna een inleiding over ongevallen en ziek
teverzekering.
PAAbCHTENTOONSTELLING
TE SCHAGEN.
De gisteren gehouden Paaschtentoonstel-
ling werd geopend door den heer Zijp, die
de droevige omstandigheden memoreerde,
welke ongetwijfeld van invloed zouden zijn
op de tentoonstelling. De watersnood- zou
vooral schade doen.
Maar een gelukkig gevoel van saamhoo
righeid en hulpvaardigheid onder de land
bouwers, dat aan den dag gekomen is, zal er
ook veel toe bijdragen om dien Polder weer op
te heffen uit den ongelukkigen toestand, ter
wijl de gevoelens van vriendschap die ten
opzichte vande bewoners van den Polder
zijn gebleken, onze hqoge dankbaarheid ver
dient. Maar dezelfde moed en volharding,
die de bewoners tijdens de ramp aan dén
dag gelegd hebben, zal ook de Polder weer
in denzelfden toestand terugbrengen als
vóór den ramp, toen bijstand aan de spits
van den landbouw in onze provincie
De Burgemeester van Schagen hield daar
na een korte rede.
We laten hier den uitslag der bekroningen
uit den omtrek volgen:
Voor den besten, fijnsten en zwaarst ge-
mesten os, met hoogstens zes breede tanden:
Prijs 40 Gebrs. Geel, Wieringerwaard.
Voor idem koe, met hoogstens zes breede
tanden
Prijs 5 C. Kooij, Harenkarspel.
Voor idem koe, met hoogstens vier breede
tanden:
Prijs 5 H. Hemstra, Oude Niedorp.
Voor idem vaars, met hoogstens twee bree
de tanden:
Prijs 25 P. Kooij, Wieringerwaard; pr.
15 K. Breebaart Jz., Winkel; pr. 10 P.
Kooij, Wieringerwaard; pr. 5 W. Biesheu
vel, Nieuwe Niedorp.
Voor de beste vette koe, nog melk gevend,
onverschillig van welken leeftijd:
5 T. Brouwer, Nieuwe Niedorp.
Keurmeesters: C. Oostermann Oudesluis,
C. Keijzer, -Haarlem, Jb. Stammes, Anna Pau
lowna, P. Stammes, Schagen, A. Strijbis Jz.,
Zuid-Scharwoude, C. Brommer, Alkmaar, P.
Orin, Amsterdam, N. Kaan, Wieringerwaard,
C. Waiboer Az., Wieringerwaard.
Voor de beste overhouders, het meest ge
schikt voor de weiderij:
Prijs 5 R. Zwaan. St. Maarten, pr. 2.50
C. v. Stuij, Winkelerweere.
Voor idem overhouder, ooien, van gekruist
Tessels ras, 't meest geschikt voor de fok
kerij:
Prijs 5 A. J. Peeck, Schoorl.
Voor den bóten ram, inlandsch gekruist
ras:
Prijs 2.50 G. Stuij, Winkelerweere.
tand.
„Wie zie ik? Is dat niet vriend Andries?"
De spitsmuissnoet glansde in één grijns.
„Zit je je 'ier te koesteren?"
„Ja 'oor!"
Buik-Ola smakte aan zijn stompje.
„Een 'eele tijd is 't, dat ik je niet gezien 'eb.
„Een 'eele tijd, ja/'
„Nu 'oe gaat 't Ola-man?"
Dat klonk zoetelijk lief.
„O, ik slijt den tijd, en de tijd slijt mij."
„Ja juist."
,,'oe 'eb jij 't?"
„O, ik 'eb leven en gezondheid, en dus moet
ik den. 'eer danken."
„Dat is zoo, ja."
„Ik 'oorde dat je ziek was een tijd geleden".
„Ach ja, ik bea meestal ziek, maar toch
moet ik 'ard' sjouwen."
„Precies zoo gaat het/nij, vriend. Maar we
moeten ons buigen voor God, dén 'eer."
„O ja, de groote Vader daarboven 'eeft wel
een bedoeling met alles wat gebeurt."
„Zeg dat wel kind. Zeg dat wel," bekrach
tigde Ola.
Maar nu trok Guri Andries aan zijn broek.
„We moeten ons 'aasten", Andries 't wordt
laat, ik denk dat „Vader" dadelijk op stoel
komt" fluisterde ze.
„Ja, we moeten voortmaken," zei Andries
met een knikje tegen Ola. Deze bleef zitten.
Hij gaf zich nooit de moeite de paar stappen
te doen van zijn huis naar de kerk. Hij lag
overhoop met den predikant en met den kos
ter en met den commissaris van politie, over
'oop met den 'eelen troep.
Andries
[ries keek den geelbruinen weg af, die
door het dal kronkelde.
De buren waren ver vooruit, hij zag ze bij
de laatste kromming van den weg vóór de
pastorie.
Wordt vervolgd.
te*, -