D AGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. en ne Mr Maandag 17 en Dinsdag 18 April, Ho. 90 Honderd en achttiende jaargang. 191§ ZATERDAG 15 APRIL Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Al kir aar f 1»—franco door het geheele Rijk fl,25. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoounummer 3. Prijs der gewone Advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Qroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. NEDEBLAND. Bit nummer bestaat uit 3 bladen. ALKMAAR, 15 April. Het is heden vier jaar geleden, dat de „Ti tanic"' verging. Welk een indruk wekte des tijds die ramp, hoe ontroerd was de geheele wereld. En thans? Dagelijks worden er gezonken schepen ge registreerd zonder meer. Of er menschen bij omkomen er wordt schier niet meer aan gedacht. Het komt er enkel op aan te weten, hoe groot de tonneninhoud wa§. En of het schip door een torpedo werd getroffen dan wel óp een mijn is gestooten. Vandaag valt er melding te maken van de Engelsche stoomschepeb Oral (100 a 200 ton) en l'An- ges en de Fransche stoomschepen Wega (800 ton)-en Ohio (8700 ton).» Bijna eiken dag valt er een lijstje van verloren gegane schepen op te maken. Hoe lang nog? Mag men de Evening Post gelooven, dan zendt Amerika aan Duitschland een ultima tum, waarin de eisch staat, dat Duitschland den onderzeeërs-oorlog, die schade brengt aan de neutralen, moet opgeven, terwijl niet voldoening aan dien eisch tengevolge zal hebben, dat de diplomatieke betrekkingen zullen worden afgebroken; de correspondent van de Associated Press voegt er aan toe, dat er in de nota geen tijd wordt genoemd, waar binnen deze eisch moet worden ingewilligd. Mogen we echter deze berichten gelooven? We hebben al zooveel berichten over de Amerikaansch-Duitsche betrekkingen gekre gen, dat twijfel alleszins gewettigd lijkt, of schoon de mogelijkheid niet uitgesloten is, dat het „meenens" wordt. Trouwens de Duitsche regeering zal zich het wapen van dén onderzeeër niet heel gauw uit de handen laten slaan. Daarvoor wordt dit wapen, ondanks alle diplomatieke onaangenaamheden, welke „vergissingen" in het leven roepen, te goed gehanteerd. Dit blijkt ook uit wat de Daily Chronicle heden schrijft. Dit Engelsche blad verklaart, dat de kwestie van den algemeenen dienstplicht volkomen in de schaduw gesteld wordt door het nog gewichtiger probleem van de scheepsruimte. „Het feit kan niet worden bemanteld, aldus de Chronicle, dat de Duitsche onderzeeërs in de laatste drie weken ernstig afbreuk heb- bc^ gedaan aan onze koopvaardijschepen, maar de voornaamste oorzaak van het gebrek aan scheepsruimte is een gevolg van de zwa re eischen, die de talrijke overzeesche expedi ties. stellen. Er is aangetoond dat het leger bij bet gebruik van de gerequireerde schepen wat verspillend te werk gaat en het kabinet dringt aan op bezuinigingen in dit opzicht. Al zal zuinigheid bij het gebruik van sche pen iets er toe bijdragen om den toestand te verbeteren, wat we noodig hebben om het verlies en de slijtage goed te maken en te voldoen aan de steeds stijgende eischen, is een uitgebreid program van scheepsbouw. Voor veel meer dan honderd koopvaardij schepen bleef maandenlang op onze werven de arbeid liggen, omdat er geen werkkrach ten beschikbaar zijn. Het kabinet is vastbeslo ten dat deze schepen zullen worden voltooid en dat de noodige arbeidskrachten hiervoor zullen worden gevonden." Intusschen is de Engelsche kabinetsraad gisteren oog niet tot een beslissing gekomen. Vrij zeker is echter, dat het ministerie van de oppositie, welke den algemeenen dienstplicht wil invoeren, niet veel last zal hebben, daar deze daartoe niet sterk genoeg is gebleken. Militair nieuws is er weinig. In het Westen duren bij Verdun de geschutgevechten steeds voort Havas seint de opmerking, dat de Duitschers zichzelf dën derden rustdag heb ben veroorloofd, sinds ze in het begin van de week tevergeefs getracht hebben het alge meen offensief te hervatten, maar het Fran sche nieuwsbureau voegt er dadelijk bij, dat de Duitsche infanterie zich ongetwijfeld ge reed maakt voor een nieuwe poging. Op het Oostelijk oorlogstooneel zijn de Russen in het zuiden en de Duitschers in het noorden weer wakker geworden. De Russen veroverden bij de Strypa op de Oostenrijkers een hoogte, welke het graf van Popaf wordt genoemd in het oosten schijnen de heuvels als in het westen lugubere namen te hebben gekregen. Het Duitsche offensief leverde vol gens het Russische legerbericht niets op. Op den Balkan was de artillerie der enten te af en toe aan den Vardar hevig bezig. Zou daar thans iets in voorbereiding zijn? door P. J. TEELING. Noord-Holland heeft sedert 90 jaar een dergelijke ramp niet getroffen als de waters- nood van 1916 (14 Januari). Velen zal het gegaan zijn als mijHun drong de vraag op, welke gegevens te vinden waren omtrent den strijd van Noord-Holland tegen het element der zee. En met eenige moeite slaagde ik er in onderstaande gegevens tot een vrij volle dig beeld te verzamelen van wat door den loop der eeuwen de strijd tegen het water beteekende. De meest bedreigde punten worden gevon den in den Anna Paulownapolder, Water land, de Eems en Harderwijk, om niet te spreken van het Kampereiland en de buurt van Giethoorn. Het Marker eiland ligt na tuurlijk buiten de beschouwing van onze Zuiderzeekust en vormt op zichzelf het meest bedreigde punt van alle genoemde en thans ook dientengevolge het meest getroffene. Bezien we tot recht begrip van dit geheele opstel het noordelijk deel van Noord-Hol land wat nader, te weten vóór en in de elfde toen de Zuiderzee met „Groene Bos- eeuw, schagiën" en heerelijke Foreesten", met vruchtbare beemden bedekt was en voorna melijk dat schoone bosch te Kreil nog be stond. Op de grens van Barsingerhom en Wie- ringerwaard bestaat nog thans het gehucht de Kreil. Dit ontleent zijn naam aan het woud, dat langs "Nöord-Holland's westkust zich uitstrekte tot aan de wijde zeemonden in Zuid-Holland. De Kreil was het noordelijk ste punt. De „Vriesche" koningen en Hol- landsche Graven plachten er haer (hun) wilt- jacht te hebben", daar het bosch vol herten en hinden was. De naam Hindeloopen (volgens oude His torie-schrijvers) ontving den naam naar het loopeü der hinden: Verder vond men er „al lerhande slach* van Beesten, zooals beren, vossen, wolven en gevogelte". Onder de historieschrijvers wordt zelfs een gevonden, (zie Lud. Smids: Schatkamer der Nederlandsse Oudheden"), die beweert, dat dit bosch zich nog verder uitstrekte en de verbinding vormde tusschen Noord-Hol land en Friesland, een woud vol eeuwenoude eiken., iepen en beuken. Als bewijs hiervoor vertelt hij ons, dat een droge zandplaat in de Zuiderzee tusschen Eukhuizen en Stavoren nog in 1700 d e K r e 11 werd! genoemd. In dit opzicht is dit historische woud, waarvan de bosschen aan den westkant van Noord-Holland nog overblijfselen zijn, na tuurlijk alleen maar van belang, omdat de Zuiderzee dus toen nog niet was doorgebro ken tusschen Friesland en Holland. Van derWa vertelt een historie uit het le ven van een onzer Hollandsche Graven, Flo- ris II, pl. m. 1096, in verband' met dit woud, die we hier verkort weergeven, als volgt Omstreeks 1100 bloeide het Friesche stam huis der Galama's zoozeer, dat het zelfs de raven van Hollandt tot gelijken rekende Hun gebied grensde aan dat van Holland Gala Iges Galama geraakte daardoor in twist met Floris den Vetten. Galama namelijk, het Kreilerbosch als het zijne aanmerkende, vermaakte zich daar meermalen met de jacht. Dit mishaagde den Graaf. Deze nam op zekeren tijd den diena ren van Galama drie jachthonden benevens hun jachtbuit af. Galama zwoer wraak. De Graaf ging niettemin voort met jagen op het terrein, dat Galama zich het zijne noemde en alzoo geviel -het kort daarop, dat zij elkaar ontmoetten in het gemelde bosch. Galama eischte met bitse woorden vergoeding en dreigde deze bij weigering terstond met ge weld van wapenen te zullen nemen. „Zoo waarlijk is een edele yrije Fries ge boren ben", zal ik het mijne tegen uw over weldiging beschermen of het zal me aan macht, maar niet aan wil ontbreken", voerde de Friesche edelman den Graaf toe. En zijn zwaard uit de schede trekkende, bracht hij den Graaf een wonde in den rechterarm toe. 's Graven edellieden, dit ziende, trokken daarop hun wapenen en beschermden hun Heer. De strijd was ongelijk. Twee van 's Graven gevolg echter beten spoedig in het zand, daar zij zoo'n forsch optreden van den Fries niet hadden verwacht. Galama ze' ontving mede een doodelijken slag en stierf Dit zou in het jaar 1112 of zooals anderen willen in 1119 gebeurd zijn. De nabuurschap van de Friesche Koningen en der Graven van Holland typeert echter in het bijzonder de gesteldheid van de Zuiderzee, die „eens lant was". Van der Aa schijnt echter dat Kreiler bosch geheel tot Noord-Holland gerekend te hebben. Daar was weleer een geslacht in Friesland, dat reeds in de zesde eeuw verheven was en aanzienlijk door zijn bezittingen. Het was iet geslacht der Hoppers, waarvan de be roemde Joachim Hoppers is afgestamd. Een der voorvaderen van dezen was Ivq Hoppers, die eigenaar 'was van een groot deèl der lan den tusschen Stavoren en Floom. Nog he dendaags draagt het Hoomsche Hop den naam naar dezen Hoppers. De lezer houde het voor geen kwalijk pasn sende uitwijding, indien we, de oude tijdboe ken raadplegende, iets verhalen zullen om trent dezen Ivo. Op diens landen leefde een oude voorspel ling van den afgod Stayo, die eens, toen het Roode Klif ten zuiden van Stavoren, ettelijke dagen achtereen, als een brandende berg, vuurvlammen had uitgebracht, daar naar de voorspellende beteekenis van ondervraagd zijnde, had geantwoord: „Weest voor dit vuur niet bevreesd, omdat er na eenigen tijd wel wat kouds zou volgen". De witte ge baarde priester,'die dit oordeel van den met offeranden vereerden god, aan de verzamel den rondom het offeraltaar had medegedeeld, werd gevraagd, wat dit beteekende, dit bijna sarcastische of spottende orakel van den zachtmoedigen Stavo. Onder die vragers was Ivo. Hij spotte inderdaad nu met die vragers en prees de vaderlijke liefde van Stavo. In zijn oog glinsterde een heilige vereering en bijna te scherp gaf het woord des priesters dubbele kracht. Dat „kouds", waarvan Sta vo sprak, wel, dat was het water uit de zee, dat tusschen Stavoren en Holland doordrin gen zou. Maar 't was nog verre, verre weg. Onder de in het woud verzamelde menigte, die, dagen lang, door Stavo's vuur op het Roode Klif met angst vervuld waren ge weest, vatte ze post, de vrees voor het water. Maar het vuur verdween en de herinnering aan het woord dat Stavo gaf, bleef over. „Het geval wilde echter, dat een der dienst maagden van onzen Ivo, die zich toen ter tijd op zijn gemelde-landgoederen bevond, water met den emmer zullende putten uit zekere; tobbe of kuil, Welke in bet land gevonden werd, met het water tevens een Harmg ving, dien zij met eenige verwondering, hoewel niet zonder ontsteltenis aan haren Heer toonde. Deze, kalmer dan de meid, „viel in het denkbeeld", lezen we ergens, dat de zee langs onderaardsche wegen reeds tot onder zijn landen was doorgedrongen, en dat der- halyen deze zijn bezittingen groot gevaar liepen, van eerlang door de zee geheel en al ingeslokt te worden. In dat denkbeeld werd hij niet weinig versterkt door het geloof der godspraak, dat op zijn landgoederen vaak bezongen en besproken wsa. Ivo oordeelde het niet raadzaam deze landen met gevaar en kommer langer te behouden, waarom hij ze verkocht, en zich oostwaarts van Stavoren, omtrent het bosch ïhuissen, naderhand uit gebrand en in een Meer herschapen, neder zetten (het FLuessen meer). Het dom Hem- elum heeft al vroeg het stamslot der Hoppers op zijn grond zien verrijzen. We geven het verhaal zooals we het vonden. In 1916 valt voor de historie geen enkele mystificatie te boekstaven. Toch zullen yelen zeggen: Waarom was er nu ook nergens een „dienstmaeebt", die een weinig vooruitstre- venden haring heeft gevangen, opdat we hadden kunnen voorzien het element, waarin die haring later met alle genoegen gevangen zou worden. We boekstaven thans niets dan de nare werkelijkheid, die 1500 runderen in Water land alleen een wissen dood bracht. Maar om op de „Suijdersee, die toen "lant" was, terug te komen. „Daer is een vertellinge van 'et Kramerken met zijn mars, et is waer of leugen, het Mars- riep sou der de naem van gekregen hebben, want alsoo hisschen het Texel en de(n) Hel der geen meer water en was dan dan dat men het een balck (plank) over gaan mochte (kon, gevielt (het geviel) dat het kramerken aldaar kwam en bij gebrek van de balck zijn mars nam, en stelde die in 'et water om over te ko men en juist wastt 'er soo diep als mars toe- langen mocht. Hieruit soude den naem van 't Marsdiep of even soo diep als de mars ont sprongen of voortgekomen zijn. Andere zeg gen, dat hij slechts met de mars peijlde en soo hem na d!e diepte gevraecht wierde, soude geantwoort hebben „als mijn mars." (Soete- boom.) Den Helder dagteekent van 't jaar 1500. Ons beeld van NoordrHolland met het meer Flevo en eenige andere kleine meren, het Kreilerbosch 'tusschen Friesland en Noord- Holland of althans een voortzetting er van en het nauwe Marsdiep, dat zoo breed als een mars was, is nog niet volledig. Zoo meldt de geschiedenis nog het volgen de: De Anna Paulowna maakte vóór de jaren 1130—1170 deel uit van het groote vaste land, hetwelk Noord-Holland met de eilanden verbond. Hij was dus voorheen bewoond. Vlet dit voorheen bedoelen we zeker vóór 1130. De overblijfselen van een ouden weg van het westen naar het oosten, ja zelfs een cerkhof in den oosthoek op de hoeve „De Hef boom" zijn thans nog zwijgende getuigen van een vroeger leven. Waarsch. 1130, misschien 1170, het jaar waarop men rekent dat de Zuiderzee is ontstaan, hoewel dit gerust als een mystificatie kan worden aangenomen, is dit land weder overstroomd. Onder Urk teekent Lud Smids aan. Urk van ouds een Rijn eiland, heden in de Suidersee gelegen, in den jare 996 al bekend. Hier worden ook seer swaare keijen van een seldsaame grootte (als die der Huine- bedden omtrent en in de zee gezien. De kerk op dit eiland, al voor meet dan 60 jaren, d.i. omstreeks 1650) weggespoeld. Onder Utreem. Haar ongeluk meen ik te weesen. De watersnood in 1170, tot het zeewater voor Utrecht gekomen en men in de stads grachten cabeliauweri heeft gevangen. Met de geweldige stormen in het jaar 1260 scheurde het land tusschen Texel en Wlerin gen. los. Wierincklandt, een oude naam voor de Wieringerwaard is pas in 1670 volgens Smids, opnieuw overstroomd. Maar wij loopen de historie eenige eeuwen vooruit. Er wordt vermeld, dat om streeks 330 de noordzee met een zwaren storm uit het noordwesten, dien we thans zoo goed kennen, het water door de duinen bij Petten poeg, de Zijpsche landen over stelpende. Uit het Sciremeer (Schermer) liep een wa ter naar Petten, de Kinnem, of Kinheim (van daar Kinheimerland of Kennemerland). Door den vloed bovengenoemd stroomde het land tusschen den mond van den Kinnem en nog een tweede water weg, zoodat de in ham wel vijf of meermalen verbreed werd. Voor de latere invallen der Noormannen is dit de vluchthaven* geworden bij stormweer en tevens de toegangsweg tot de. oude stad Vronen (nu St. Pancras, verwoest in 1297). Pas in 1387 ging men tot de indijking van de Zijpe over, zoodat lange eeuwen het ge vaar bij Noordwester stormen van dien kant zeer dreigend was. Nog van een enkelen stormvloed willen we een woord spreken, vóór we ons oog op nieuw naar de Zuiderzee wenden, 't Is die van 't jaar 1285, „daar soo veel lants verdorf, huisen weghspoelden, bof en landt .omge worpen wierdt, de beesten bijna allé verdron ken, en voorts ontelbare getal van menschen ommequamen. In dien stormvloed zijn de Sterrenheer, Schermer, Lange MeMeren, de Waardt, nevens veele andere Poelen en Bra ken gekomen. Zeeland is voornamelijk in dit jaar geducht onder handen genomen. „Vries land" niet minder. „Chrisoph Liberia Morhum Oppetit (Lie ver doodt dan onvrij) schreven de West-Frie zen in hun vanen. Waarom noemt trien ze hier reeds West- Friezen? 1 Omdat het uit alle gegevens blijkt, dat vóór het jaar 1100 reeds de vonning van de Suydersee haar beslag gekregen heeft en Noord-Holland van toen, of misschien van een of twee eeuwen vroeger van omtrek wei nig verschilde met dat van tegenwoordig. (Wordt vervolgd). AANGIFTE voor de, met MEI.a. s. aan te vangen, cursussen op van 2 tot 4 uur in*het;BURGER- WEESHU1S. De Directrice: J. T. BEUMER. HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene ken nis, dat hun besluit van 1 Juli 1915, No. 474, waarbij aan de indertijd verleende vergun ning tot het oprichten en hebben van een KOFFIESTROOPFABRIEK in het perceel LAAT A 155, eene nieuwe voorwaarde werd verbonden, bij Koninklijk Besluit van 3 de zer No. 24, IS VERNIETIGD. Alkmaar, den 14 April 1916. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris KORTE BERICHTEN. Het Engelsche kabinet schijnt zich tegen algemeene dienstplicht te hebben verklaart, doch het wil alle jongelieden voor den diens- oproepen bij het bereiken van den 18 jarigen leeftijd. Engeland verbiedt uitvoer van zeep, ver schillende staalwaren, asvilt en pteroleum naar Europeesche staten behalve Frankrijk, Rusland, Italië, Spanje en Portugal, wordt verboden. De president van de arbeidersorganisa tie het Clyde Workers Committee en de re dacteur van het blad de Worker, het orgaan van dit comité zijn veroordeld tot een jaar gevangenisstraf wegens het publiceeren van opruiende artikelen. De administrateur van het blad heeft. 3 maanden gekregen. Naar verluidt heeft de Russische vloot in de Zwarte Zee zich wegens het toenemenic, optreden der duikbooten, in de eigen havens teruggetrokken. De strijd in Zwarte Zee schijn een andere keer te nemen. De Russische generaal Rlehwe, die vroe ger het opperbevel aan het noordelijke front heeft gevoerd is te Moskou overleden. Volgens Reuter kwamen pres. Wilson en het kabinet overeen inzake de duikbootaanval len, bewijsmateriaal aan Duitschland aan te 'bieden en daarbij een laatste verzoek te doen dat Duitschland de gegeven waarbrogen za inachtnemen. Op vorstel van den Belgischen minister van koloniën is er in Belgisch Afrika censuur ingesteld op alles wat aan de post en de te legrafie wordt toevertrouwd. In Duitschland is de levering van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene ken nis, dat in het Gemeenteblad van Alkmaar, No. 494, is opgenomen het besluit van den Raad dier Gemeente van 29 December 1915, waarbij zijn vastgesteld VERORDENINGEN OP HET HEF FEN EN INVORDEREN VAN SCHOOLGELDEN VOOR HET ON DERWIJS OP DE OPENBARE LAGE RE SCHOLEN, welke verordeningen, heden afgekondigd, gedurende drie maanden ter Gemeente-Secre tarie ter lezing zijn nedergelegd en aldaar te gen betaling van 0.15 in afdruk zijn ver krijgbaar gesteld. Alkmaar, 15 April 1916. Burgemeester en Wethouders voornoemd1, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. brandspiritus aan den kleinhandel en aan particulieren geheel gestaakt. Alleen voor industrieele doeleinden wordt nog spiritus verstrekt. Nu Zweden als vergeldingsmaatregel de Engelsche pakketpost naar Rusland aan houdt, zendt Engeland die, sedert eenige we ken, over Japan en Siberië. De spoorwegdienst Weenen-Warschau wordt hersteld. Men verwacht het ophouden van den invoer uit Ententestaten in Roemenië. In de gemeenten in Duitschland wordt een hoeveelheid suiker van een kilogram in de maand per hoofd van de bevolking ver strekt. De Times" verneemt uit goede bron, dat een Duitsche onderzeeër een vergeefschen aanval heeft gedaan op de boot, die den on derkoning van lndië lord Chelmsford met zijn gezin naar lndië overbracht. EEN NIEUWE VERLOFREGELING VOOR DE MILITAIREN. Aan de Tel. wordt uit 's-Gravenhage ge meld, dat van heden af dagelijks aan een tien de gedeeite der presente sterkte vrijstelling van dienst zal worden verleend, waaronder ook vrij van middag-appèl is begrepen; op Zon- en feestdagen een derde gedeelte. De vrijgestelden mogen zich weer buiten him standplaats begeven, doch niet per spoor rei zen. DE „TUBANTIA". De Nieuwe Courant schrijft: Wat het verrassende officieele bericht van Marine omtrent het vinden van nog meerdere stukjes metaal in een Tubantia-sloep die op 1 April door een onzer torpedobooten op Terschelling is aangebracht voor de oplos sing van het Tubantia-geheim zoo belangrijk maakt, is het volgende. Het nummermerk, op een der stukken (een arm van het zinkteestel) aangetroffen, maakt het mogelijk niet alleen de identiteit van de torpedo die de Tubantia trof, vast te stellen, maar indien de firma Schwartzkcpf en c.e Duitsche regeering daartoe, zooals na het of ficieele bericht uit Berlijn niet te betwijfelen valt, bereid'zijn ook de geheele geschiede nis van dat projectiel. Met behulp van het nummer is uit te maken de vraag of bedoeld projectiel aan de Duitsche Marine is afgele verd dan wel aan eenige andere; in het eerste géval, aan welk oorlogsvaartuig het afgege ven was en natuurlijk of dit vaartuig op 17 Maart nog tot de Duitsche Marine behoorde. Vervolgens in dit laatste geval, of 't op dien datum dit projectiel nog aan boord had dan wel 't reeds vroeger (zonder effect) afgescho ten had of verloren had. Het vinden Van het nummer is niet zulk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1