DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DE OORLOG. I'll1! No. 96 Honderd en achttiende jaargang. 1916 2» APRIL Abonnementspriis per 3 roaantfen f 1—, fr. p. post f 1.25. Advertentieprijs TO ct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERIfls. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3. ZATERDAG Uit den Raad. Broodvoorziening. FRANKRIJK. EMI numnwi teemfytmi trfl 0 fefedon. -mm iiBwwiWf «mi. mm—mm—mm ALKMAAR, 22 April. In de buurt van Verdun is het voordeel nu weer aan de Franschen, die zoowel bij „den dooden man" als ^bij Douaumont succesvolle aanvallen hebben gedaan. Bij „den dooden man" heroverden de Franschen volgens hun legerberichten loopgraven, welke 10 April verloren gingen en ten Westen van Douau mont kwamen ze eveneens vooruit er wordt nóg gevochten, de gevechten van man tegen man zijn nog niet tot staan gekomen, zegt het Duitsche communiqué. De Fran schen gewagen Van een „machtig Duitsch offensief" en de Duitschers van „Fransche aanvallen mét sterke krachten", waaruit blijkt, dat van beide zijden infantérie-gevech- ten zijn geleverd. Havas gewaagt van aanwij zingen voor een nieuwe algemeene Duitsche actie en zegt, dat de Fransche aanvoering voor de verdediging der eerste linie een weerstand biedt, -die er op berekend is, dat alleen de noodige middelen worden gebruikt, om de Duitsche aanvallen- te breken en tege lijkertijd toch ook aan beide zijden van de Maas tot plaatselijk offensief weet over te (gaan, waarbij zij ter verkrijging van plaatse lijke successen zonder zich te laten meeslee- pen in kostbare of gevaarlijke operaties, zoo weinig mogelijk troepen in het vuur brengen. Deze beide omstandigheden acht het Fran sche nieuwsbureau even bemoedigend. Be- ihoedigende artikelen schrijft de Fransche pérs naar aanleiding van de aanwezigheid van de Russische troepen, welke heden naar het front zouden vertrekken. In die aanwezig heid wordt het bewijs gezien, dat de entente besloten heeft den strijd vol te houden, totdat het Pruisische militarisme verslagen is en dat het uur nadert, dat de doodende omar ming aan alle kanten sterker wordt, evenals de krop om den hals van den veroordeelde. De wijze, waarop de ontvangst der Rus sische troepen is geregeld, de toespraken én de artikelen, waartoe deze gebeurtenis aanr leiding geeft, maakt den indruk dat deze „versterking" meer moreel dan militair ef fect moet hebben, bevestigt de meening, dat het Russische troepen-aantal niet groot zal zijn en wettigt de veronderstelling, dat er binnenkort of eerlang ook ltaliaansche troe pen aan het Westelijk- front zullen vechten. In de buurt van Yperen leeft ook weer een actie op, maar zij bracht nög geen verande ring van eeaig belang in den stand van za ken. Gezonken zijn de Engelsche bark „Raden- fa ill" (1800 ton) en de „Sabbia". De Duitsche generaal-ve 1 dmaarschalk von der Goltz is, na een ziekte van 10 dagen, den Jyden April in het hoofdkwartier van zijn Turksch leger aan .vlektyphus overleden, juist gistermorgen schreef de militaire mede- v.tker van het lageblatt van hem „Men irijke naar Koet-el-Amara, waar de -eeuwig jonge" Goltz pasja uiscti den degen trekt; wanneer hij het bevel tot den stormaanval gaf. Hij telt 73 jaar en toch joeg hij ouder- donj en gebreken op de vlucht, evenals de thans tusschen moerassen, rivieren en Tur ken ingeklemde Engelsche amateurs-genera- liteif'. Voordat hem het-bevel over dit Turk- sche leger was opgedragen, was de Duitsche veldmaarschalk belast met de verdediging van de Turksche hoofdstad men weet, dat hij in vredestijd het Turksche leger organi seerde, terwijl hij aan het begin van den oor log eenige maanden gouverneur-generaal van het bezette België was. Behalve eenige mili taire werken schreef hij vele artikelen, welke den laatsten tijd, ook nog gedurende den oorlog, in „der Tag" verschenen. ALKMAAR, 22 April. Er heerschte Woensdag in den geheel vol- talligen Raad een prettige stemming; belang- 'ijkc t-n talrijke besluiten werden er genoméh en lunchen de opgewekte besprekingen door klonk af en toe een vroolijké lach, waartoe nu eens de voorzitter, dan weer een der le den aanleiding gaf. Eén oogenblik kwam er een wolkje aan de lucht. Toen n.l. de heer Cloeck het woord vroeg, voordat tot benoe ming van een tweetal onderwijzeressen werd overgegaan, wenschten er tegelijkertijd zoo veel raadsleden iets te zeggen, dat het Onbe stemde geluid' door de raadzaal suisde, het welk achter de coulissen „de volksmenigte" verbeeldt. Dè heer dé Wit kwam het eerst aan bod an bracht de vraas tot uiting, dat de I heer Cloeck de sollicitanten zou bespreken op dezelfde wijze als hij dat een vorigen keer in het openbaar had gedaan, hetgeen in raads- en onderwijskringen nog al ontstem ming heeft gewekt. De heer Cloeck stelde ech ter de heeren dadelijk gerust en plaatste in derdaad een heel onschuldige opmerking over de wenschelijkheid van beter overleg tusschen den schoolopziener en het school hoofd bij het opmaken van een voordracht Hierdoor zij intusschen niet de indruk ge wekt; dat hetgeen de heer Cloeck overigens te berde bracht „schuldige" opmerkingen zijn geweest. Dit raadslid voerde weer veel het woord, maar wat hij zeide, kwam van pas en sneed hout. Het beste bewijs, dat er moeielijk tegen hem valt op te tomen is wel, dat er op zijn opmerkingen vaak een veelzeg gend stilzwijgen volgt en dat zijn voorstellen veelal instemming verwerven. Van zijn buur man, den heer Verkerk, kan hetzelfde worden gezegd, behalve dan wanneer deze zui ver naar het program of louter voor de tri- bdne spreekt. De verklaring van dit ver schijnsel ligt voor de hand: omdat het twee mannen zijn met werkkracht en werklust, die de dingen flink bestudeeren, breed en ruim opvatten, er dén achtergrond en het perspectief van zien. Zij bereiden de zaken behoorlijk voor en staan daarom zoo sterk in den Raad. Den besten lof, die hen gebracht kan worden kregen ze Woensdag te hooren van den voorzitter, toen die zeide, dat het buiten de heeren Cloecken Verkerk geen van allen in den Raad bekend was, wat de werkzaamheden van een arbeidsbeurs zijn. Die heeren hadden zich, evenmin als de heer van den Bosch, wien het waarlijk ook niet aan ijver ontbreekt, niet tevreden gesteld met het advie3 van den directeur der Amsterdam- sche districtsarbeidsbeurs, die den Helder als voorbeeld noemde, maar alvorens dat voorbeeld klakkeloos te willen navolgen, zich op de hoogte gesteld van hetgeen er over dit onderwerp is gesproken en geschre ven, verordeningen van andere gemeenten ge raadpleegd en te den Helder geinionneerd, of daar misschien ook bijzondere omstandig heden een bijzondere regeling, met name een bijzondere salarieeiing wettigden. Want waar het aankwam op het vaktsteiien van her satans van den directeur, van den man uus, die Jiet vertrouwen van de direct belangheb benden, dat zijn werkgevers en werknemers, mooi bezitten, die over veel tact moet be schikken, daar hij bijv. op aanvragen der werkgevers over de aibeidzoekenden inlich tingen moet verschaffen, die de dagelijksche leiding op zich zal nemen en daardoor met slechts menschkundig moet optreden, maar ook administratief eenigszins onderlegd móet zijn^ van wien veel voor het slagen de zer instelling zal afhangen, vooral wanneer zij tot een districtsarbeidsbeurs moet worden gemaakt, daar is nauwgezette overweging geëischt Het is niet maar de kwestie van J 300 te willen geven en de zaak op 750 niet te willen laten afspringen het betreft hier de noodige kennis van en net juiste in zicht in het onderwerp. Ea wie beide heelt vei kregen,'zal niet gauw er toe overgaan, deze nieuwe functie op te dragen aan bijv. een reeds in dienst zijnd gemeente-ambtenaar. Zulke bijbaantjes scheppen op den duur maar moeieiijkheden en de vervuilers kunnen ondanks hun zelve sta-in-den-weg's worden. Gok Woensdag kwam dit voor den dag. De heer Cloeck wees er op, dat de voortreffelijke secretaris-penningmeester van het werklo zenfonds om der principe wille wel afstand van dezè functie wilde doen, opdat deze be dekking zou kunnen worden samengevoegd met die van het directoraat van de arbeids beurs, maar dat hij dan door een andere ne- venverdienste moest worden schadeloos ge steld. Dit laatste is als standpunt van den ambtenaar zeer natuurlijk en volkomen be grijpelijk, maar dit neemt niet weg, dat men in zulk een geval voor de keuze staat van óf de wenschelijk geachte samenvoeging, der beide functies uit te stellen, óf den betrokken ambtenaar voor deze betrekking een andere te geven, waarbij het gevaar van een baantje te creëeren niet geheel uitgesloten schijnt. Het is mede om deze reden, dat wij gèlooven, dat de Raad Woensdag een gelukkig besluit heeft genomen, nu het B. en W. heeft uitge- noodigd pogingen aan te wenden tot het verkrijgen van een keuringsdienst, welke op zoodanige leest wordt geschoeid, dat geheel zelfstandige ambtenaren zullen kunnen wor den aangesteld, die geen andere hoofdbetrek king vervullen en wien geen andere neven taak behoeft fa worden opgedragen tenéinH* tot een behoorlijke salarieering te komen. Dat het ook hier weer de heeren Cloeck en Ver kerk waren,1 die het initiatief namen, behoeft na hetgeen hierboven omtrent de arbeidt beurs is gezegd, geen verwondering te wek ken. Wel mag met ingenomenheid er op wor den gewezen, dat B. en W. zich dadelijk be reid hebben verklaard zich in verbinding te stellen met de omliggende gemeenten en dat de Raad daarmede ook dadelijk apcoord is gegaan. Vlugger en mooier kon het. haast niet. De snelheid en die eenstemmigheid wet tigen het vermoeden, dat B. en W. met den meesten spoed deze zaak zullen blijven be handelen. De uitspraken van de burgemees ters, welke in ons blad van verleden Zater dag hebben gestaan, zijn even zoovele hand wijzers naar den weg, die waarschijnlijk het snelst en hét zekerst leidt naar het beoogde succes en waarop men als eerste station ont moet een gemeenschappelijke vergadering van alle betrokken gemeenteraden. Eenzelfde vlugheid van handelen, eenzelf de eensgezindheid, welke den voorzitter aan genaam viel te constateereü, was het zonder schriftelijke voorbereiding aannemen van het voorstel van B. en W. om de Vereeniging „Volkshuisvesting" een voorschot te geven ter grootte van het verschil tusschen raming en aannemingssomwaardoor deze vereeni ging in staat gesteld wprdt spoedig te be- b inn en met den bouw van haar nieuwe woningen, waaraan de behoefte zoo groot is. Trouwens welke gegronde bezwaren vie len daartegen ook in te brengen? Een eigenaardig verloop namen de bespre kingen over de vraag of de losse arbeiders, die de schepen lossen met zand en grind, be stemd voor den bouw van de .nieuwe gasfa briek, moeten worden beschouwd als arbei ders dan wel als aannemers, een vraag, die voor de betrokken personen van belang is, omdat, worden zij als arbeiders beschouwd, zij in aanmerking kunnen komen voor de toepassing van art. 1838 c. en d. van het Bur gerlijk Wetboek, waardoor zij o.a. aanspraak behouden op loon, wanneer zij tengevolge van ziekte of ongeval verhinderd zijn geweest arbeid te verrichten, en ook, wanneer zij be reid zijn den bedongen arbeid te verrichten, doch de werkgever daarvan geen gebruik heeft gemaald. B. en W. hadden den 27sten Januari den betrokkenen doen weten: gij zijt aannemërs. De arbeidende aannemers of aannemende ar beiders (nauwkeuriger nog: het bestuur van den Transportarbeidersbond, afd. Alkmaar) wendden zich nu met een uitvoerig toegelicht adres tot den Raad om tusschenkomst. B. en W. stelden zonder eenige nadere motiveering voor afwijzend te beschikken. De heer Udo diende een weloverwogen, zeer geargumen teerd tegenvoorstel in, strekkende om het verzoek wel' in te willigen, welk tegenvoor stel hij Woensdag duidelijk toelichtte en dat cic heer Verkerk steunde. Toen kwam de heer mr. Sluis en waarschuwde: „Raad pas op, dat we geen Rehabeamsraad worden, laat ons niet zoo onvoorzichtig en onervaren we zen als B. en W. en als de heer Udo, die er in geloopen zijn, maar laten we wèl beden ken, dat we, zooals we hier zitten, misschien niet voldoende ontwikkeld eq objectief, maar zeicer niet bevoegd zijn om een beslissing te nemen en dat het hier een rechtsgeschil be treft, waarin de kantonrechter moét beslis sen." Natuurlijk er zitten immers twee advocaten in den Raad! ontstond er dade lijk een juridisch geschil over het al of niet bestaan van een rechtsgeschil. De heer Mr Leesberg kwam tegen de opvatting van zijn confrater, dien hij in den Raad genoegelijk collega noemde, op, maar beider gedachten- gang leidde tot hetzelfde resultaat: afwijzing van het verzoek. Tusschen de vier genoemde heeren werd druk gedebatteerd, doch van de tafel van B. en W. kwam geen woord ter ver dediging van de bijlage noch ter bestrijding van de tegen-voorstellen. En toen het op stemmen aankwam, toen stemden de wethou ders alle drie voor het voorstel-Sluis en zei dén dus met hun vóór: „wij zijn erin geloo pen" en de meerderheid van den Raad vond ook, dat het college en de heer Udo erin ge loopen waren. Nu is, wij geven het mr. Sluis grif toe, er in loopen geen schande. Maar wie heeft de zekerheid, dat de heer Sluis èn het college van B. en W. 'èn twaalf raadsleden er Woensdag niet heeft laten in- loopen? Welken waarborg hadden de met- juridische leden van den Raad, dat mr. Sluis 't aan 't rechte einde had en dat mr. Leesberg, die legen diens voorstel stemde, mis was? Was tie Raad op dat oogenblik wel „be voegd" om zich onbevoegd te verklaren? Wordt die bevoegdheid ontleend aan het ge zag van mr. Sluis, dan kan daar dadelijk te genover gesteld worden het gezag van mr. Leesberg. Wij bedoelen hiermede niets on aangenaams aan 't adres van den heer Sluis, maar wij meenen te hebben aangetoond, dat wanneer de genomen beslissing achterna juist blijkt, zij meer aan geluk dan wijsheid ia te danken. En wanneer dit zoo is, was het dan. niet verstandiger geweest, het devies van mr. Asquith op te volgen: wait and see, de beslissing te verdagen, eens te kijken en té informeeren, hoe andere deskundigen over deze kwestie denken, of en zoo ja in wecken zin zij in andere gemeenten is opgelost? Welk een figuur zou het college en zou 's Raads meerderheid maken, indien de be trokken arbeiders tegen de vólgende raads vergadering eens konden komen met de be wijzen, dat een Raad wel bevoegd is in deze zaak te beslissen en dat het .den Alkmaar- schen Raad dus niet voegde zich onbevoegc te verklaren Bij de behandeling van de voordracht in zake het onderwijs in de Fransche taal aan de Openbare Lagere scholen 1 en 6 sloeg de burgemeester1 den heer Cloeck vermoedelijk een aanvalswapen uit de handen. De slotzin van dit raadslid luidde, dat de bijlage beter de belangen der onderwijzers behartigde dan der kinderen; deze had evenwel geen betrek king op hét betoog, dat de heer Cloeck hield maar was waarschijnlijk het einde van een rede, welke hij had willen houden. Met le- gerbericht-termen zouden we kunnen zeg gen: „dank zij de welvoorbereide verdedi ging kon de eene partij ternauwernood uit haar loopgraaf komen en was haar aanval te voren tot mislukking gedoemd, zoodat deze dan pok dood liep." Wat de feitelijke bezwaren van den heer Cloeck tegen de regeling betrof de burge meester en hij spreken elkaar over twee jaar nader, dank zij het verlof, dat het raadslid onder gelach der vergadering den voorzitter reeds nu heeft gevraagd. Ook bij dit punt viel het op, hoe ijverig dlf raadslid gegevens verzamelt, welke voor iedereen befeikbaar zijn, maar waarvoor niet ieder zich de moeke van het verzamelen getroost. Uit het verslag heeft men kunnen lezen, dat er Woensdag bij verschillende punten de grootst mogelijke eenstemmigheid bleek te bestaan. Zoowei bijv. ten aanzien van de wij ziging in het vervoer op de kaasmarkt als van den aankoop van het perceel van den heer Zaadnoordijk en het .uitstel van de behandeling van het voorstel brugbouw bij de Kanaalkade, welk uitstel rustige en deug delijke voorbereiding ihogelijk maakt. Kon de beslissing inzake een welingericlit ziekenhuis, en de school voor buitengewoon 'ondqrwijs ook maar zoo snel worden geno men! Deze beide zaken zullen echter nog wel een heekn tijd v.isdien. Op het ziekenhuis- vraagstuk komen we bh gelegenheid nog wel eens in een afzodderiijk artikel terug ter loops wijzen wij er op, dat op foorstel van den heer Cloeck (toujours lui, maar hij be graaft zijn talenten niet), is beslaten 't schrij ven van regéuten op te nemen in het steno grafisch verslag, hetgeen met dergelijke do cumenten voortaan steeds moge geschieden, omdat daardoor wordt voorkomen, dat men dit verslag raadplegende, vaak wel het om- .bulsel der besprekingen krijgt, maar naar de kern der zaak tevergeefs zoekt, wanneer er enkel staat: „het schrijven wordt voorgele zen"; bovendien blijft het verslag bewaard,, hetgeen met al die paperassen wel niet 't ge val zal zijn. Wat de school voor buitenge woon onderwijs betreft, willen we even de aandacht vestigen op de zinsnede uit 't schrij ven van den directeur van gemeentewerken, waarin wprdt verklaarde dat ingeval ons land in den oorlog betrokken wordt, enkele dagen na 't uitbreken, daarvan het een of an der, schoolgebouw, die dan toch ten deelevrij komen, voor het Roode Kruis ingericht kan worden. Ook de heer Verkerk vond dit een zeer voor de hand liggende oplossing. Het komt ons daarentegen voor,'dat het in hooge mate ongewenscht is, reeds te voren als' vast staande aan te nemen, dat er scholen aan het onderwijs moeten worden onttrokken. De ge-, dachte welke ons helaas ook iri de Paasch- dagen moet vervullen dat ons land in den oorlog kan worden betrokken, kan met betrekking tot AlkmaaFs positie tot de overweging van zooveel mogelijkheden lel den, dat niet is te zeggen, hoe in dat ver schrikkelijke geval de toestand in onze stad De BURGEMEESTER der gemeente Alk maar brengt, naar aanleiding van een ont vangen schrijven van Zijne Excellentie, den minister van Landbouw, Nijverheid en Han del, A d 20 April 1. 1., No. 6535/36, ter al gemeene kehnis. dat MET INGANG VEN 24 APRIL a. 8. on dér geen omstandigheden behoudens de uitzondering sub 4o der bekendmaking van 14 April 1. 1. wittebrood, waaronder ook is te verstaan klein wittebrood en beschuitbollen, mag worden gebakken; dat bet bakken van beschuit evenwel kan worden voortgezet; dat ter voorkoming; van ontduiking van, dit verbod m f in gang Van genoemden dag te vens VERBODEN zal zijn het zoogenaamde LOONBAKKEN DOOR KAKKERS VOOR PARTICULIEREN; dat na 23 dezer al het bruin brood, ook dat, 't welk niet op-broodkaarten verkrijgbaar wordt gesteld, UITSLUITEND zal mogen worden gebakken van ongebuild meel, en zal daaraan in geen geval bloem mogen wordien toegevoegd1; dat de bakkers, als gevolg van het tijdelijk niet bakken van wittebrood, ernstig worden gewaarschuwd geen perèoneel te ontslaan, omdat iudien bij onderzoek mocht blijken dat ZONDER BUITËNGÉWONE DRIN GENDE noodzakelijkheid' om vorenbedoelde reden personeel is ontslagen aan déngene, die zich hieraan heeft schuldig gemaakt, voortaan geen goedkoop meel meer zal wor den verstrekt; dat het aan ieder ten etengste verboden is vee te voederen of te doen voederen met bloem of meel, zoowel van inlandsche- als van Re- geeringstarwe; dat door hen, voor wie op overlegging van eene geneeskundige verklaring het gebruik van wittebrood noodzakelijk is te achten, ter secretarie der gemeente, met opgave van den bakker, van wien men het brood wenscht te be trekken, een bon kan worden aangevraagd, zullende op zoodanigen bon in geen geval meer mogen worden verstrekt d!an 3 Hecto gram per hoofd en per dag voor volwassenen en 1 Yt Hectogram per hoofd en per dag voor kinderen beneden 14 jaar. dat de maximum-prijs van het tarwebrood (ongebuildbruinbrood) bedraagt ƒ0.20 per Alkmaar, 22 April 1916. De burgemeester voornoemd, O. RIPPING. zal zijn. Maar één ding moet dunkt ons bo venal vaststaan: scholen worden eerst dan ontruimd, wanneer daaraan beslist geen ont komen iheer aan is. Zoolang er echter nog andere openbare of particuliere gebouwen (wij denken aan kerkgebouwen, omdat bij ge meenschappelijk overleg de kerkbesturen kunnen besluiten, him gebouw' voor het no bele doel van het Roode Kruis af te staan en hun godsdienstoefeningen in een gebouw van een andere gezindte te houden, voorts -aan sociëteiten, hotels, enz. enz.) beschikbaar zijn, dient het onderwijs geregeld zijn gang te gaan. En veeleer te worden uitgebreid, dan ingekrompen.' Eigenlijk moesten allen, die de bevoegdheid en de bekwaamheid voor 'het nderwijs-geven bezitten, reeds nu aan het gemeentebestuur bekend zijnen zich bereid hebben Verklaard zich onmiddellijk ter be schikking te stellen, wanneer in geval van oorlog hun hulp noodig mocht zijn, om de jeugd van de straat en bij hei onderwijs te houden, niet alleen overdag maar' ook des avonds. Bereiden wij cms in dit opzicht nu we nog vrede hebben, wel voldoende op den oorlog voor? De groote wenschelijkheid van een derge lijke voorbereiding beboelt zeker niet nader te, worden aangetoond in een stad, welker gemeenteraad Woensdag j.l. besloot 600 uit te trekken voor extra-toezicht teneinde in vredestijd 's Woensdags- en 's Zaterdagsmid dags aan het vernielen van en schade toe brengen aan Hout en Plantsoenen paal en perk te stellen DE RUSSEN TE MARSEILLE. De Russen werden bij hun aankomst te Marseille door dé bevolking geestdriftig toe- gejuigt. Hun ontscheping moet een schitte rend schouwspel zijn geweest, de straten van de stad, waar ze doortrokken waren met vlag gen versiérd, die menigte wierp bloemen naar de soldaten, aan wie ook in het Russisch ge drukte couranten werden uitgereikt, waarin ze voor het eerst lazen van de overwinning te Trébizonde, door hun Kaukasische wapen broeders behaald 's Avonds Werd' een feestmaaltijd gehouden met tal van vaderlandslievende toespraken. De bladen wijden geestdriftige artikelen aan deze gebeurtenis en begroeten de Russi sche troepen met groote vreugde. Vandaag zullen de Russen naar het front vertrekken. F i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1