DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE OORLOG.
I'll1!
No. 96
Honderd en achttiende jaargang.
1916
2» APRIL
Abonnementspriis per 3 roaantfen f 1—, fr. p. post f 1.25. Advertentieprijs TO ct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERIfls. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3.
ZATERDAG
Uit den Raad.
Broodvoorziening.
FRANKRIJK.
EMI numnwi teemfytmi trfl 0 fefedon.
-mm
iiBwwiWf «mi. mm—mm—mm
ALKMAAR, 22 April.
In de buurt van Verdun is het voordeel nu
weer aan de Franschen, die zoowel bij „den
dooden man" als ^bij Douaumont succesvolle
aanvallen hebben gedaan. Bij „den dooden
man" heroverden de Franschen volgens hun
legerberichten loopgraven, welke 10 April
verloren gingen en ten Westen van Douau
mont kwamen ze eveneens vooruit er
wordt nóg gevochten, de gevechten van man
tegen man zijn nog niet tot staan gekomen,
zegt het Duitsche communiqué. De Fran
schen gewagen Van een „machtig Duitsch
offensief" en de Duitschers van „Fransche
aanvallen mét sterke krachten", waaruit
blijkt, dat van beide zijden infantérie-gevech-
ten zijn geleverd. Havas gewaagt van aanwij
zingen voor een nieuwe algemeene Duitsche
actie en zegt, dat de Fransche aanvoering
voor de verdediging der eerste linie een
weerstand biedt, -die er op berekend is, dat
alleen de noodige middelen worden gebruikt,
om de Duitsche aanvallen- te breken en tege
lijkertijd toch ook aan beide zijden van de
Maas tot plaatselijk offensief weet over te
(gaan, waarbij zij ter verkrijging van plaatse
lijke successen zonder zich te laten meeslee-
pen in kostbare of gevaarlijke operaties, zoo
weinig mogelijk troepen in het vuur brengen.
Deze beide omstandigheden acht het Fran
sche nieuwsbureau even bemoedigend. Be-
ihoedigende artikelen schrijft de Fransche
pérs naar aanleiding van de aanwezigheid
van de Russische troepen, welke heden naar
het front zouden vertrekken. In die aanwezig
heid wordt het bewijs gezien, dat de entente
besloten heeft den strijd vol te houden, totdat
het Pruisische militarisme verslagen is en
dat het uur nadert, dat de doodende omar
ming aan alle kanten sterker wordt, evenals
de krop om den hals van den veroordeelde.
De wijze, waarop de ontvangst der Rus
sische troepen is geregeld, de toespraken én
de artikelen, waartoe deze gebeurtenis aanr
leiding geeft, maakt den indruk dat deze
„versterking" meer moreel dan militair ef
fect moet hebben, bevestigt de meening, dat
het Russische troepen-aantal niet groot zal
zijn en wettigt de veronderstelling, dat er
binnenkort of eerlang ook ltaliaansche troe
pen aan het Westelijk- front zullen vechten.
In de buurt van Yperen leeft ook weer een
actie op, maar zij bracht nög geen verande
ring van eeaig belang in den stand van za
ken.
Gezonken zijn de Engelsche bark „Raden-
fa ill" (1800 ton) en de „Sabbia".
De Duitsche generaal-ve 1 dmaarschalk von
der Goltz is, na een ziekte van 10 dagen, den
Jyden April in het hoofdkwartier van zijn
Turksch leger aan .vlektyphus overleden,
juist gistermorgen schreef de militaire mede-
v.tker van het lageblatt van hem „Men
irijke naar Koet-el-Amara, waar de -eeuwig
jonge" Goltz pasja uiscti den degen trekt;
wanneer hij het bevel tot den stormaanval
gaf. Hij telt 73 jaar en toch joeg hij ouder-
donj en gebreken op de vlucht, evenals de
thans tusschen moerassen, rivieren en Tur
ken ingeklemde Engelsche amateurs-genera-
liteif'. Voordat hem het-bevel over dit Turk-
sche leger was opgedragen, was de Duitsche
veldmaarschalk belast met de verdediging
van de Turksche hoofdstad men weet, dat
hij in vredestijd het Turksche leger organi
seerde, terwijl hij aan het begin van den oor
log eenige maanden gouverneur-generaal van
het bezette België was. Behalve eenige mili
taire werken schreef hij vele artikelen, welke
den laatsten tijd, ook nog gedurende den
oorlog, in „der Tag" verschenen.
ALKMAAR, 22 April.
Er heerschte Woensdag in den geheel vol-
talligen Raad een prettige stemming; belang-
'ijkc t-n talrijke besluiten werden er genoméh
en lunchen de opgewekte besprekingen door
klonk af en toe een vroolijké lach, waartoe
nu eens de voorzitter, dan weer een der le
den aanleiding gaf. Eén oogenblik kwam er
een wolkje aan de lucht. Toen n.l. de heer
Cloeck het woord vroeg, voordat tot benoe
ming van een tweetal onderwijzeressen werd
overgegaan, wenschten er tegelijkertijd zoo
veel raadsleden iets te zeggen, dat het Onbe
stemde geluid' door de raadzaal suisde, het
welk achter de coulissen „de volksmenigte"
verbeeldt. Dè heer dé Wit kwam het eerst aan
bod an bracht de vraas tot uiting, dat de
I heer Cloeck de sollicitanten zou bespreken
op dezelfde wijze als hij dat een vorigen
keer in het openbaar had gedaan, hetgeen in
raads- en onderwijskringen nog al ontstem
ming heeft gewekt. De heer Cloeck stelde ech
ter de heeren dadelijk gerust en plaatste in
derdaad een heel onschuldige opmerking
over de wenschelijkheid van beter overleg
tusschen den schoolopziener en het school
hoofd bij het opmaken van een voordracht
Hierdoor zij intusschen niet de indruk ge
wekt; dat hetgeen de heer Cloeck overigens
te berde bracht „schuldige" opmerkingen
zijn geweest. Dit raadslid voerde weer veel
het woord, maar wat hij zeide, kwam van
pas en sneed hout. Het beste bewijs, dat er
moeielijk tegen hem valt op te tomen is wel,
dat er op zijn opmerkingen vaak een veelzeg
gend stilzwijgen volgt en dat zijn voorstellen
veelal instemming verwerven. Van zijn buur
man, den heer Verkerk, kan hetzelfde worden
gezegd, behalve dan wanneer deze zui
ver naar het program of louter voor de tri-
bdne spreekt. De verklaring van dit ver
schijnsel ligt voor de hand: omdat het twee
mannen zijn met werkkracht en werklust,
die de dingen flink bestudeeren, breed en
ruim opvatten, er dén achtergrond en het
perspectief van zien. Zij bereiden de zaken
behoorlijk voor en staan daarom zoo sterk
in den Raad. Den besten lof, die hen gebracht
kan worden kregen ze Woensdag te hooren
van den voorzitter, toen die zeide, dat het
buiten de heeren Cloecken Verkerk geen
van allen in den Raad bekend was, wat de
werkzaamheden van een arbeidsbeurs zijn.
Die heeren hadden zich, evenmin als de heer
van den Bosch, wien het waarlijk ook niet
aan ijver ontbreekt, niet tevreden gesteld met
het advie3 van den directeur der Amsterdam-
sche districtsarbeidsbeurs, die den Helder
als voorbeeld noemde, maar alvorens dat
voorbeeld klakkeloos te willen navolgen,
zich op de hoogte gesteld van hetgeen er
over dit onderwerp is gesproken en geschre
ven, verordeningen van andere gemeenten ge
raadpleegd en te den Helder geinionneerd,
of daar misschien ook bijzondere omstandig
heden een bijzondere regeling, met name een
bijzondere salarieeiing wettigden. Want
waar het aankwam op het vaktsteiien van her
satans van den directeur, van den man uus,
die Jiet vertrouwen van de direct belangheb
benden, dat zijn werkgevers en werknemers,
mooi bezitten, die over veel tact moet be
schikken, daar hij bijv. op aanvragen der
werkgevers over de aibeidzoekenden inlich
tingen moet verschaffen, die de dagelijksche
leiding op zich zal nemen en daardoor met
slechts menschkundig moet optreden, maar
ook administratief eenigszins onderlegd
móet zijn^ van wien veel voor het slagen de
zer instelling zal afhangen, vooral wanneer
zij tot een districtsarbeidsbeurs moet worden
gemaakt, daar is nauwgezette overweging
geëischt Het is niet maar de kwestie van
J 300 te willen geven en de zaak op 750
niet te willen laten afspringen het betreft
hier de noodige kennis van en net juiste in
zicht in het onderwerp. Ea wie beide heelt
vei kregen,'zal niet gauw er toe overgaan,
deze nieuwe functie op te dragen aan bijv.
een reeds in dienst zijnd gemeente-ambtenaar.
Zulke bijbaantjes scheppen op den duur
maar moeieiijkheden en de vervuilers kunnen
ondanks hun zelve sta-in-den-weg's worden.
Gok Woensdag kwam dit voor den dag. De
heer Cloeck wees er op, dat de voortreffelijke
secretaris-penningmeester van het werklo
zenfonds om der principe wille wel afstand
van dezè functie wilde doen, opdat deze be
dekking zou kunnen worden samengevoegd
met die van het directoraat van de arbeids
beurs, maar dat hij dan door een andere ne-
venverdienste moest worden schadeloos ge
steld. Dit laatste is als standpunt van den
ambtenaar zeer natuurlijk en volkomen be
grijpelijk, maar dit neemt niet weg, dat men
in zulk een geval voor de keuze staat van óf
de wenschelijk geachte samenvoeging, der
beide functies uit te stellen, óf den betrokken
ambtenaar voor deze betrekking een andere
te geven, waarbij het gevaar van een baantje
te creëeren niet geheel uitgesloten schijnt.
Het is mede om deze reden, dat wij gèlooven,
dat de Raad Woensdag een gelukkig besluit
heeft genomen, nu het B. en W. heeft uitge-
noodigd pogingen aan te wenden tot het
verkrijgen van een keuringsdienst, welke op
zoodanige leest wordt geschoeid, dat geheel
zelfstandige ambtenaren zullen kunnen wor
den aangesteld, die geen andere hoofdbetrek
king vervullen en wien geen andere neven
taak behoeft fa worden opgedragen tenéinH*
tot een behoorlijke salarieering te komen. Dat
het ook hier weer de heeren Cloeck en Ver
kerk waren,1 die het initiatief namen, behoeft
na hetgeen hierboven omtrent de arbeidt
beurs is gezegd, geen verwondering te wek
ken. Wel mag met ingenomenheid er op wor
den gewezen, dat B. en W. zich dadelijk be
reid hebben verklaard zich in verbinding te
stellen met de omliggende gemeenten en dat
de Raad daarmede ook dadelijk apcoord is
gegaan. Vlugger en mooier kon het. haast
niet. De snelheid en die eenstemmigheid wet
tigen het vermoeden, dat B. en W. met den
meesten spoed deze zaak zullen blijven be
handelen. De uitspraken van de burgemees
ters, welke in ons blad van verleden Zater
dag hebben gestaan, zijn even zoovele hand
wijzers naar den weg, die waarschijnlijk het
snelst en hét zekerst leidt naar het beoogde
succes en waarop men als eerste station ont
moet een gemeenschappelijke vergadering
van alle betrokken gemeenteraden.
Eenzelfde vlugheid van handelen, eenzelf
de eensgezindheid, welke den voorzitter aan
genaam viel te constateereü, was het zonder
schriftelijke voorbereiding aannemen van het
voorstel van B. en W. om de Vereeniging
„Volkshuisvesting" een voorschot te geven
ter grootte van het verschil tusschen raming
en aannemingssomwaardoor deze vereeni
ging in staat gesteld wprdt spoedig te be-
b inn en met den bouw van haar nieuwe
woningen, waaraan de behoefte zoo groot is.
Trouwens welke gegronde bezwaren vie
len daartegen ook in te brengen?
Een eigenaardig verloop namen de bespre
kingen over de vraag of de losse arbeiders,
die de schepen lossen met zand en grind, be
stemd voor den bouw van de .nieuwe gasfa
briek, moeten worden beschouwd als arbei
ders dan wel als aannemers, een vraag, die
voor de betrokken personen van belang is,
omdat, worden zij als arbeiders beschouwd,
zij in aanmerking kunnen komen voor de
toepassing van art. 1838 c. en d. van het Bur
gerlijk Wetboek, waardoor zij o.a. aanspraak
behouden op loon, wanneer zij tengevolge
van ziekte of ongeval verhinderd zijn geweest
arbeid te verrichten, en ook, wanneer zij be
reid zijn den bedongen arbeid te verrichten,
doch de werkgever daarvan geen gebruik
heeft gemaald.
B. en W. hadden den 27sten Januari den
betrokkenen doen weten: gij zijt aannemërs.
De arbeidende aannemers of aannemende ar
beiders (nauwkeuriger nog: het bestuur van
den Transportarbeidersbond, afd. Alkmaar)
wendden zich nu met een uitvoerig toegelicht
adres tot den Raad om tusschenkomst. B. en
W. stelden zonder eenige nadere motiveering
voor afwijzend te beschikken. De heer Udo
diende een weloverwogen, zeer geargumen
teerd tegenvoorstel in, strekkende om het
verzoek wel' in te willigen, welk tegenvoor
stel hij Woensdag duidelijk toelichtte en dat
cic heer Verkerk steunde. Toen kwam de heer
mr. Sluis en waarschuwde: „Raad pas op,
dat we geen Rehabeamsraad worden, laat
ons niet zoo onvoorzichtig en onervaren we
zen als B. en W. en als de heer Udo, die er
in geloopen zijn, maar laten we wèl beden
ken, dat we, zooals we hier zitten, misschien
niet voldoende ontwikkeld eq objectief, maar
zeicer niet bevoegd zijn om een beslissing te
nemen en dat het hier een rechtsgeschil be
treft, waarin de kantonrechter moét beslis
sen." Natuurlijk er zitten immers twee
advocaten in den Raad! ontstond er dade
lijk een juridisch geschil over het al of niet
bestaan van een rechtsgeschil. De heer Mr
Leesberg kwam tegen de opvatting van zijn
confrater, dien hij in den Raad genoegelijk
collega noemde, op, maar beider gedachten-
gang leidde tot hetzelfde resultaat: afwijzing
van het verzoek. Tusschen de vier genoemde
heeren werd druk gedebatteerd, doch van de
tafel van B. en W. kwam geen woord ter ver
dediging van de bijlage noch ter bestrijding
van de tegen-voorstellen. En toen het op
stemmen aankwam, toen stemden de wethou
ders alle drie voor het voorstel-Sluis en zei
dén dus met hun vóór: „wij zijn erin geloo
pen" en de meerderheid van den Raad vond
ook, dat het college en de heer Udo erin ge
loopen waren. Nu is, wij geven het mr.
Sluis grif toe, er in loopen geen schande.
Maar wie heeft de zekerheid, dat de heer
Sluis èn het college van B. en W. 'èn twaalf
raadsleden er Woensdag niet heeft laten in-
loopen? Welken waarborg hadden de met-
juridische leden van den Raad, dat mr. Sluis
't aan 't rechte einde had en dat mr. Leesberg,
die legen diens voorstel stemde, mis was?
Was tie Raad op dat oogenblik wel „be
voegd" om zich onbevoegd te verklaren?
Wordt die bevoegdheid ontleend aan het ge
zag van mr. Sluis, dan kan daar dadelijk te
genover gesteld worden het gezag van mr.
Leesberg. Wij bedoelen hiermede niets on
aangenaams aan 't adres van den heer Sluis,
maar wij meenen te hebben aangetoond, dat
wanneer de genomen beslissing achterna
juist blijkt, zij meer aan geluk dan wijsheid
ia te danken. En wanneer dit zoo is, was het
dan. niet verstandiger geweest, het devies van
mr. Asquith op te volgen: wait and see, de
beslissing te verdagen, eens te kijken en té
informeeren, hoe andere deskundigen over
deze kwestie denken, of en zoo ja in wecken
zin zij in andere gemeenten is opgelost?
Welk een figuur zou het college en zou
's Raads meerderheid maken, indien de be
trokken arbeiders tegen de vólgende raads
vergadering eens konden komen met de be
wijzen, dat een Raad wel bevoegd is in deze
zaak te beslissen en dat het .den Alkmaar-
schen Raad dus niet voegde zich onbevoegc
te verklaren
Bij de behandeling van de voordracht in
zake het onderwijs in de Fransche taal aan
de Openbare Lagere scholen 1 en 6 sloeg de
burgemeester1 den heer Cloeck vermoedelijk
een aanvalswapen uit de handen. De slotzin
van dit raadslid luidde, dat de bijlage beter
de belangen der onderwijzers behartigde dan
der kinderen; deze had evenwel geen betrek
king op hét betoog, dat de heer Cloeck hield
maar was waarschijnlijk het einde van een
rede, welke hij had willen houden. Met le-
gerbericht-termen zouden we kunnen zeg
gen: „dank zij de welvoorbereide verdedi
ging kon de eene partij ternauwernood uit
haar loopgraaf komen en was haar aanval te
voren tot mislukking gedoemd, zoodat deze
dan pok dood liep."
Wat de feitelijke bezwaren van den heer
Cloeck tegen de regeling betrof de burge
meester en hij spreken elkaar over twee jaar
nader, dank zij het verlof, dat het raadslid
onder gelach der vergadering den voorzitter
reeds nu heeft gevraagd. Ook bij dit punt
viel het op, hoe ijverig dlf raadslid gegevens
verzamelt, welke voor iedereen befeikbaar
zijn, maar waarvoor niet ieder zich de moeke
van het verzamelen getroost.
Uit het verslag heeft men kunnen lezen,
dat er Woensdag bij verschillende punten de
grootst mogelijke eenstemmigheid bleek te
bestaan. Zoowei bijv. ten aanzien van de wij
ziging in het vervoer op de kaasmarkt als
van den aankoop van het perceel van den
heer Zaadnoordijk en het .uitstel van de
behandeling van het voorstel brugbouw bij
de Kanaalkade, welk uitstel rustige en deug
delijke voorbereiding ihogelijk maakt.
Kon de beslissing inzake een welingericlit
ziekenhuis, en de school voor buitengewoon
'ondqrwijs ook maar zoo snel worden geno
men!
Deze beide zaken zullen echter nog wel
een heekn tijd v.isdien. Op het ziekenhuis-
vraagstuk komen we bh gelegenheid nog wel
eens in een afzodderiijk artikel terug ter
loops wijzen wij er op, dat op foorstel van
den heer Cloeck (toujours lui, maar hij be
graaft zijn talenten niet), is beslaten 't schrij
ven van regéuten op te nemen in het steno
grafisch verslag, hetgeen met dergelijke do
cumenten voortaan steeds moge geschieden,
omdat daardoor wordt voorkomen, dat men
dit verslag raadplegende, vaak wel het om-
.bulsel der besprekingen krijgt, maar naar de
kern der zaak tevergeefs zoekt, wanneer er
enkel staat: „het schrijven wordt voorgele
zen"; bovendien blijft het verslag bewaard,,
hetgeen met al die paperassen wel niet 't ge
val zal zijn. Wat de school voor buitenge
woon onderwijs betreft, willen we even de
aandacht vestigen op de zinsnede uit 't schrij
ven van den directeur van gemeentewerken,
waarin wprdt verklaarde dat ingeval ons
land in den oorlog betrokken wordt, enkele
dagen na 't uitbreken, daarvan het een of an
der, schoolgebouw, die dan toch ten deelevrij
komen, voor het Roode Kruis ingericht kan
worden. Ook de heer Verkerk vond dit een
zeer voor de hand liggende oplossing. Het
komt ons daarentegen voor,'dat het in hooge
mate ongewenscht is, reeds te voren als' vast
staande aan te nemen, dat er scholen aan het
onderwijs moeten worden onttrokken. De ge-,
dachte welke ons helaas ook iri de Paasch-
dagen moet vervullen dat ons land in
den oorlog kan worden betrokken, kan met
betrekking tot AlkmaaFs positie tot de
overweging van zooveel mogelijkheden lel
den, dat niet is te zeggen, hoe in dat ver
schrikkelijke geval de toestand in onze stad
De BURGEMEESTER der gemeente Alk
maar brengt, naar aanleiding van een ont
vangen schrijven van Zijne Excellentie, den
minister van Landbouw, Nijverheid en Han
del, A d 20 April 1. 1., No. 6535/36, ter al
gemeene kehnis.
dat MET INGANG VEN 24 APRIL a. 8.
on dér geen omstandigheden behoudens de
uitzondering sub 4o der bekendmaking van
14 April 1. 1. wittebrood, waaronder ook is te
verstaan klein wittebrood en beschuitbollen,
mag worden gebakken;
dat bet bakken van beschuit evenwel kan
worden voortgezet;
dat ter voorkoming; van ontduiking van, dit
verbod m f in gang Van genoemden dag te
vens VERBODEN zal zijn het zoogenaamde
LOONBAKKEN DOOR KAKKERS VOOR
PARTICULIEREN;
dat na 23 dezer al het bruin brood, ook
dat, 't welk niet op-broodkaarten verkrijgbaar
wordt gesteld, UITSLUITEND zal mogen
worden gebakken van ongebuild meel, en zal
daaraan in geen geval bloem mogen wordien
toegevoegd1;
dat de bakkers, als gevolg van het tijdelijk
niet bakken van wittebrood, ernstig worden
gewaarschuwd geen perèoneel te ontslaan,
omdat iudien bij onderzoek mocht blijken
dat ZONDER BUITËNGÉWONE DRIN
GENDE noodzakelijkheid' om vorenbedoelde
reden personeel is ontslagen aan déngene,
die zich hieraan heeft schuldig gemaakt,
voortaan geen goedkoop meel meer zal wor
den verstrekt;
dat het aan ieder ten etengste verboden is
vee te voederen of te doen voederen met bloem
of meel, zoowel van inlandsche- als van Re-
geeringstarwe;
dat door hen, voor wie op overlegging van
eene geneeskundige verklaring het gebruik
van wittebrood noodzakelijk is te achten, ter
secretarie der gemeente, met opgave van den
bakker, van wien men het brood wenscht te be
trekken, een bon kan worden aangevraagd,
zullende op zoodanigen bon in geen geval
meer mogen worden verstrekt d!an 3 Hecto
gram per hoofd en per dag voor volwassenen
en 1 Yt Hectogram per hoofd en per dag voor
kinderen beneden 14 jaar.
dat de maximum-prijs van het tarwebrood
(ongebuildbruinbrood) bedraagt ƒ0.20 per
Alkmaar, 22 April 1916.
De burgemeester voornoemd,
O. RIPPING.
zal zijn. Maar één ding moet dunkt ons bo
venal vaststaan: scholen worden eerst dan
ontruimd, wanneer daaraan beslist geen ont
komen iheer aan is. Zoolang er echter nog
andere openbare of particuliere gebouwen
(wij denken aan kerkgebouwen, omdat bij ge
meenschappelijk overleg de kerkbesturen
kunnen besluiten, him gebouw' voor het no
bele doel van het Roode Kruis af te staan en
hun godsdienstoefeningen in een gebouw van
een andere gezindte te houden, voorts -aan
sociëteiten, hotels, enz. enz.) beschikbaar
zijn, dient het onderwijs geregeld zijn gang
te gaan. En veeleer te worden uitgebreid, dan
ingekrompen.' Eigenlijk moesten allen, die de
bevoegdheid en de bekwaamheid voor 'het
nderwijs-geven bezitten, reeds nu aan het
gemeentebestuur bekend zijnen zich bereid
hebben Verklaard zich onmiddellijk ter be
schikking te stellen, wanneer in geval van
oorlog hun hulp noodig mocht zijn, om de
jeugd van de straat en bij hei onderwijs te
houden, niet alleen overdag maar' ook des
avonds. Bereiden wij cms in dit opzicht nu
we nog vrede hebben, wel voldoende op den
oorlog voor?
De groote wenschelijkheid van een derge
lijke voorbereiding beboelt zeker niet nader
te, worden aangetoond in een stad, welker
gemeenteraad Woensdag j.l. besloot 600
uit te trekken voor extra-toezicht teneinde in
vredestijd 's Woensdags- en 's Zaterdagsmid
dags aan het vernielen van en schade toe
brengen aan Hout en Plantsoenen paal en
perk te stellen
DE RUSSEN TE MARSEILLE.
De Russen werden bij hun aankomst te
Marseille door dé bevolking geestdriftig toe-
gejuigt. Hun ontscheping moet een schitte
rend schouwspel zijn geweest, de straten van
de stad, waar ze doortrokken waren met vlag
gen versiérd, die menigte wierp bloemen naar
de soldaten, aan wie ook in het Russisch ge
drukte couranten werden uitgereikt, waarin
ze voor het eerst lazen van de overwinning te
Trébizonde, door hun Kaukasische wapen
broeders behaald
's Avonds Werd' een feestmaaltijd gehouden
met tal van vaderlandslievende toespraken.
De bladen wijden geestdriftige artikelen
aan deze gebeurtenis en begroeten de Russi
sche troepen met groote vreugde.
Vandaag zullen de Russen naar het front
vertrekken.
F i