DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Tabak ,an J. R. Keuss.
1 VAN WOL
'I
T.
No. 107 Dit Rummer bestral on 0 bladen.
Honderd en achttiende jaargang."
1916
fr. p. post f 1.25. Advertentieprijs 10 et p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
ZATERDAG
ij v.h. HERffls. COSTER 4 ZOON, VooTdam C 9. Telefnr. 3.
6 MEI
DUITSCHLAND.
TER ZEE.
NEDERLAND.
ALKMAAR, 6 Mei.
Nu we het uitvoerige Duitsche antwoord
op de nota van president Wilson, dat zoo
veel tijd heeft vereischt, in zijn geheel hebben
gelezen, willen we nog het een en ander toe
voegen aan heigeen gisteren inderhaast naar
aanleiding van enkele laat-ingekomen korte
telegrammen werd geschreven.
Ten opzichte van de Sussex wordt de mo
gelijkheid van torpilleering door een Duit-
schen onderzeeër opengelaten, en blijkt die
mogelijkheid werkelijkheid, dan zal de Duit
sche regeering de hieruit voortvloeiende con
sequenties trekken.
Verder blijkt, dat de Duitsche regeering
feitelijk de bekende blokkade-verklaring van
4 Februari 1915, waarbij de kustwateren van
Groot-Brittanje en Ierland met inbegrip van
het geheele Kanaal tot oorlogsgebied werden
verklaard en niet slechts elk vijandelijk koop
vaardijschip, met vernieling werd bedreigd
„zonder dat het steeds mogelijk zal zijn de
daarbij voor bemanning en passagiers drei
gende gevaren af te wenden, maar ook neu
trale schepen werden gewaarschuwd tegen de
kans „dat de op vijandelijke schepen bereken
de aanvallen ook neutrale schepen treffen",
intrekt.
Dat die kans inderdaad niet uitgesloten was
is helaas al te vaak gebleken, al denkt men
bij vele onaangename gebeurtenissen, welke
de Nederlandsche vaart hebben getroffen dik
wijls minder aan de wisselvalligheden van
den zeeoorlog, dan wel aan de tuchteloos
heid der onderzeeërs-commandanten, die zich
niet storen aan wet noch gebod, doch een
voudig naar believen handelen hetgeen er
met den „Berkelstroom" is geschied, is het
laatste en misschien voor ons ook wel het
meest krasse staaltje.
Eischte president Wilson algeheele sta
king van den onderzeeërsoorlog, die eisch
wordt met de meeste beslistheid afgewezen,
maar Duitschland wenscht zijn onmisbaar
wapen te hanteeren overeenkomstig de ge
bruikelijke regelen van het volkenrecht Dat
is wel is waar niet alles, maar toch heel
watzoo tenminste de commandanten der
onderzeeërs zich houden aan de nieuwe
voorschriften, welke hen worden verstrekt.
In een bericht uit Amerika wordt opgemerkt,
dat minister Lansing reeds erop zinspeelde,
dat de Amerikaansche regeering aan Duitsch
land afschrift zou kunnen vragen van de
vroegere orders aan de onderzeeërs-comman
dante^ ter vergelijking met de nieuwere or
ders.
In elk geval in den onderzeeërsoorlog
is een nieuw stadium ingetreden, of laat ons
liever zeggen, een nieuwe termijn, waarvan
de duur alleen door Engeland kan worden
bepaald. Immers indien president Wilson niet
van Engeland weet gedaan te krijgen, dat dit
ophoudt met den neutralen handel op
Duitschland van goederen, die geen contra
bande-artikelen zijn, onder zijn gezag en toe
zicht te stellen, dat het dus zijn bekende or
ders of counsel, de blokkade op langen af
stand, de willekeurige contrabande-verkla
ring, intrekt, „dan zou de Duitsche regeering
zich geplaatst zien voor een nieuwen staat
van zaken en zich volle vrijheid van beslis
sing moeten voorbehouden".
Hièruit volgt dus, dat Duitschland zich
grootendeels aan Amerika's eischen onder
werpt, er op rekenende, dat Engeland ook zal
terugkeeren tot de normen van het oorlogs
recht, zooals die golden vóór dezen oorlog;
doet Engeland dit echter niet, dan is er alle
kans, dat Duitschland opnieuw begint.
Het zal nu moeten blijken, of president
Wilson dit antwoord bevredigend vindt, of
hij zich vereenigt met deze voorwaardelijke,
beter nog voorloopige tegemoetkoming en of
dus een breuk zal worden vermeden' voor-
loópig schijnt dit wel het geval te zijn.
Is dit het geval, dan schijnt prof. de Lauter
ten slotte gelijk te krijgen, die verleden jaar
als zijn overtuiging uitsprak, dat de Unie dier
Vereenigde Staten van Noord-Amerika de
eenige mogendheid is, die met goeden uitslag
de schijnbaar verdrukte zaak van recht en
vrede onder hare hoede kan nemen. Recht en
vrede. De bijzondere aandacht zij tenslotte
gevestigd op de clausule van1 de nota, waarin
wordt verklaard, dat het bewustzijn van
haar kracht de Duitsche regeering veroor
loofde tweemaal in den loop der laatste
maanden haar bereidheid1 tot den vrede, wel
ke Duitschlands levensbelangen waarborgt,
openlijk voor de geheele wereld te verkondi
gen, en waarin er de nadruk op wordt ge
legd, dat het niet aan haar ligt, wanneer den
volkeren van Europa de vrede nog langer
blijft onthouden. Dat men in Engeland de
vrede nog niet in het zicht acht, bewijst de
verklaring van een Lagerhuis-lid, dat de
veronderstelling uitte, dat Engelands uur
nipt^voor 1918 slaat Het Daily News schreef
naar' aanleiding van hetgeen minister Lloyd
George op deze verklaring antwoordde, dat
het een heel gevaarlijke theorie was, om el-
ken beschikbaren' man in te zetten op één ver
pletterenden slag tegen de Duitnchers.
„Zich daartoe te binden, schreef het blad,
en daarmede het weerstandsvermogen in ge
vaar te brengen, waarop de minister van fi
nanciën een jaar geleden een rechtmatig ver
trouwen had, is de kans te loopen op een
mislukking, die onherstelbaar zou zijn. Wij
kunnen het misschien door een plotselingen
slag winnen, wij moeten het winnen door
een aanhoudenden druk. In een zoo onmete
lijk groote kwestie is er geen plaats voor
verloren dobbelspel".
Wijst deze uitlating nog op een langen
strijd Lord Curzon zei gisteren in een re
devoering: misschien een, misschien twee ja
ren duurt de oorlog, in het telegram, dat
de Oostenrijksche veldmaarschalk aartsher
tog Frederik aan den Duitschen Keizer zond
ter gelegenheid van den verjaardag van den
slag bij Gorlice en Tarnow, wordt ook ge
zegd, dat nog harde arbeid te wachten staat.
Maar wanneer beide partijen daarvan over
tuigd zijn, zijn ze wellicht ook eerder ge
neigd ermee op te houden I
Bij Verdun hebben de Duitschers aanval
len gedaan op hoogte 304 en daarbij eenig
voordeel behaald het blijkt, dat beide par
tijen elkaar niets willen toegeven. Volgens
het laatste Fransche legerbericht belemmer
de slecht weer de operaties, maar neemt de
artillerie-actie in hevigheid toe.
Nabij Saloniki werd een Zeppelin ver
nield door Kanonnen van de Britsche vloot,
zooals het eerste en door de bommen van een
Fraqschen vlieger, zooals een later bericht
meldt
Een Fransche onderzeeër heeft volgens een
vaag bericht uit Rome een niet genoemden
torpedojager in den grond geboord. Het En-
gelsche stoomschip Huabon, metende 2000
ton, is gezonken. Een Engelsche kruiser heeft
volgens een Spaansch bericht het Duitsche
stoomschip Cap Ortegal (7800 ton), dat zich
buiten de haven Santa Cruz eq buiten de
Spaansche territoriale wateren had begeven,
genomen.
Vier Sinn-Fein-opstandelingen zijn ter
dood veroordeeld, anderen kregen zware ge
vangenisstraffen, terwijl verschillende gedin
gen nog voortduren.
DE NOTA.
In de Duitsche nota aan de Vereenigde
Staten wordt vooreerst aangaande de Sussex
gezegd, dat op grond van de tot dusver ver
kregen uitkomst van het onderzoek dé Duit
sche regeering zich niet ontveinst, dat het be
wuste schip, dat door een Duitsche onderzee
ër getoipilleerd is, inderdaad met de Sussex
identiek is. De Duitsche regeering moet zich
verdere medbdleelipg hieromtrent voorbehou
den tot er nog eenige, voor een juiste beoor
deeling onmisbare punten zijn vastgesteld.
Ingeval mocht blijken, dat de meening van
den gezagvoerder, dat hij een oorlogsschip
voor zich had; onjuist was, dan zal de Duit
sche regeering de daaruit voortvloeiende ge
volgtrekkingen maken.
De regeering ontkent echter beslist de juist
heid van dè bewering der Vereenigde Staten
als zou het geval van de Sussex een voorbeeld
zijn van een weloverwogen methode om zon
der onderscheid schepen van elke nationaliteit
te vernietigen.
De regeering stelt vast, dat zij, en wel uit
sluitend' uit consideratie voor de belangen der
onzijdigen, in het gebruik van het wapen der
onderzeeërs, zich vergaan den besprekingen
heeft opgelegd, die noodzakelijkerwijze ook
Duitschlands vijanden ten goede komen. Deze
consideratie hebben de onzijdigen van Enge
land en dë bondgenooten niet ondervonden.
Indèrdaad hebben de Duitsch zeestrijdkrach
ten bevel gekregen den onderzeeër-oorlog te
voeren volgens die algemeene beginselen van
het volkenrecht
Verder verklaart de regeering dat zij alleen
uit bittere noodweer tegen den, tegen het recht
indruischemde handelwijze van Engeland tot
den ondterzeeërs-oorlog is gekomen, en dat
zij niet kan afzien van het gebruik van het on-
derzeebQot-wapen.
Verder zegt de nota.
„Het Duitsche volk weet, dat de Amerikaan
sche regeering het in zijn macht heeft, om den
oorlog in dien zin van menschelijkheid en vol
kenrecht te beperken tot de strijdkrachten der
strijdvoerendén naties. De Amerikaansche re
geering zou dat zeker hebben tot stand ge
bracht, indien zij1 haar onbetwistbare rechten
op de vrije vaart ter zee tegenover Engeland
met kracht had laten geldenzooals de zaak
thans staat, verkeert echter het Duitsche volk
onder den indruk, dat de Vereenigde Staten
van Duitschland, dat om zijn bestaan, strijd,
een beperking wenschen in zijn (Duitsch-
land's) gebruik van zijn doeltreffende wape
nen en dat zij (V. St.) daarvan het voortbe
staan van de goedé betrekkingen met Duitsch
land afhankelijk stelt, terwijl zij (V. St.) zich
tegenover met het volkenrecht strijdige optre
den van Duitsehland's vijanden tevreden stel
len met protesten. Het is aan het Duitsche
volk bekend in hoe grooten omvang onze vij
anden uit de V. St. worden voorzien van oor
logstuig van allerlei aard.
In het bewustzijn van haar kracht heeft de
Duitsche regeering zich veroorloofd tweemaal
in de laatste maanden haar bereidwilligheid
tot een vrede, waarbij Ehiitschland's levensbe
langen worden gewaarborgd, openlijk voor de
heele wereld kond te doen. Zij heeft daarmee
willen te kennen geven, dat het aan haar niet
ligt, dat den volkeren van Europa de vrede
wordt voorbehouden,
nota deelt mede aan de Amerikaansche
regeering dat de Duitsche zeemacht bevelen
heeft ontvangen nopens de machtneming van
de algemee beginselen van hetvolkenrecht be
treffende het aanhouden, doorzoeken en ver
nielen van handelsvaartuigen. Ook binnen het
zeeoorlogsgebied zullen koopvaardijschepen
niet zonder waarschuwing en redding van de
menschenlevens in den grond mogen worden
geboord, tenzij zij mochten vluchten of tegen
weer bieden.
En eindigt als volgt:
Mochten de st appen van de regeering van
de Vereenigde Staten niet tot het gewenschte
succes leiden, om aan de wetten dier mensche
lijkheid bij alle oorlogvoerende naties gezag
te verschaffen, dan zou de Duitsche regeering
zich tegenover een nieuwen toestand geplaatst
zien, voor welken zij zich volledige vrijheid
van besluiten moet voorbehouden.
DE CLAN MACFADYEN.
Bij aankomst van het stoomschip „Clan
Macfadyen", metende 2816 ton bruto, op de
Theems, heeft men gisteren het verhaal ver
nomen van een kranig gevecht, door het
Bristolsche koopvaardijschip tegen vijandelij
ke onderzeebooten geleverd. Het. stoomschip
ontmoette de beide onderzeeërs in de Golf
van Biskaye. Eerst opende een der onderzee
ërs het vuur binnen 50 meter afstand en loste
ongeveer 60 schoten. Gelukkig was de „Clan
Macfadyen" met een zwaar kanon gewapend,
en dit werd onmiddellijk aan het werk ge
steld. De onderzeeër schijnt verscheidene ma
len te zijn getroffep. De „Clan Macfadyen",
die de merkteekenen van tal van kogels
draagt, ontkwam zonder ernstige schade of
letsel van de bemanning. Drie uur later ont
moette het stoomschip een tweede onderzee
ër, die een torpedo afvuurde, welke op een
paar voet afstands. voorbijschoot. Beide ont
snappingen zijn alleen aan moed en goede
zeemanschap te danken, daar de „Clan Mac
fadyen" niet sneller dan 11 knoopen loopt.
KORTE BERICHTEN.
Er loopen weer twee treinen per diag van
Belfort naar Dublin, wat sedert de Paaschda-
gen niet gebeurde. Ze staan onder militair
toezicht
De Engelsche admiraliteit deelt ook me
de, dat lichte kruisers een Zeppelin vernield
hebben bij de Sleeswijksche kust
ENGELAND EN NEDERLAND.
Reuter seint uit Londen de volgende offici-
eele mededeeling: „De Nederlandsche pers
bevatte onlangs eenige zeer scherpe opmer
kingen naar aanleiding van het optreden der
Engelsche regeering, de door de huidige om
standigheden zich genoodzaakt heeft gezien
de voorziening van neutrale schepen met bun
kerkolen te beperken.
De maatregelen, die genomen zijn terzake
van het vervoer van een bepaald gedeelte van
de lading naar het Vereenigde Koninkrijk of
de geallieerden, vinden hunnen grond alleen
in de noodzakelijkheid om wegens schaarste
van kolen en tonnenmaat de kolenvoorraden
Zooveel mogelijk te sparen, speciaal in afgele-
nigheid bij de verdeeling van Engelsche kolen
gen havens waar gebunkerd wordt Daar
zuinigheid bij de verdeeling van Engelsche
kolen hoogst noodig is, kan 't niet anders
dan redelijk genoemd worden, dat die in-
dustriën in neutrale landen, die het meest ten
bate van de geallieerden strekken, het eerst
in aanmerking komen en dat zuinigheid
wordt betracht tegenover dezulke, welke van
minder nut zijn voor de geallieerden en dus
aanspraak kunnen maken op Engelsche ko
len.
Er is alleen aan zekere Nederlandsche
stoomvaartlijnen te kennen gegeven, dat hun,
in ruil voor het afstaan van een zekere laad
ruimte, levering van kolen verzekerd kon
worden.
Groot-Brittannië wil zeer gaarne, voor zoo
ver het mogelijk is, rekening houden met de
speciale omstandigheden van elke scheep
vaartmaatschappij, teneinde tot een oplossing
te komen, die bevredigend is zoowel voor de
Nederlandsche maatschappijen als voor
Groot-Brittannië. Er worden onderhandelin
gen gevoerd met verschillende stoomvaartlijn
ALKMAARSCHE
HOOGST FIJNE KWALITEIT.
nen en wij vertrouwen, dat Nederland zal be
grijpen, d!at Engeland er geensins-op uit is
onredelijke voorwaarden te stellen.
Iedereen zal natuurlijk inzien, dat Groot-
Brittannië het onbetwistbaar recht heeft den
verkoop van Engelsche kolen zoodanig te re
gelen als noodig geacht wordt.
Zoolang er geen bepaald tekort was, wer
den geenerlei voorwaarden ter zake van de
voorziening met kollen gesteld en dit moest op
zichzelf reeds een voldoend bewijs zijn, dat
de Engelsche regeering rekening houdt met
de belangen der neutralen.
Er is naar het schijnt volkomen ten onrech
te verondersteld, dat Duitsche kolen, die als
bunkerkolen aan boord waren, beslist als con
trabande is beslag zouden worden genomen,
maar hoewel zulk een inbeslagneming voor
Hr. Ms. regeering volgens dé wet mogelijk
zou zijn in verband met de orders in council
van Maart 1915, wordt erkend, dat een der
gelijke handelwijze tot op zekere hoogte een
nieuwigheid zou zijn en de Nederlandsche
scheepvaart en andere belanghebbenden kun
nen verzekerd zijn, dat de Engelsche regee
ring garane bereid zal zijn om alle gevallen,
waarin de uitoefening harer rechten ten op
zichte van Duitsche bunkerkolen onbillijkhe
den zou veroorzaken te overwegen.
Anderzijds is de uitvoer van producten uit
Nedërland naar de geallieerden herhaaldelijk
verboden. Onlangs Bijv. werd vergunning ge
weigerd tot uitvoer uit Nederland van 35 ton
beetwortelzaad, die door een Engelsche firma
reeds lang betaald waren en in Nederland op
geslagen waren. Nederland heeft ook verre
weg het grootste gedeelte van de landbouw
producten, die gewoonlijk naar Groot-Brittan
nië werden uitgevoerd, naar een ander kanaal
geleid. En juist degenen, die deze wijze van
doen het krachtigst gesteund hebben, zijn de
eersten om te protesteeren, wanneer Groot-
Brittannië aan de levering van kolen aan Ne
derlandsche schepen eenige voorwaarde ver
bindt".
WOL.
Den burgemeesters is aanschrijving ge
zonden, de levering te vorderen van alle in-
landsche wol, welke bij dë eerstvolgende
scheer van hun schapen verkregen wordt.
Voor zooverre in een gemeente vachten tot
blootwol worden verwerkt, moet ook de
blootwol van de campagne 1916/17 worden
gevorderd, doch uitsluitend van de blooters,
die ten vorigen jare dat artikel ten behoeve
van het leger geleverd hebben.
ONWILLIGE BAKKERS.
Op last van den burgemeester van Tilburg
is aldaar bij verschillende bakkers bloem in
beslag genomen, omdat zij in strijd met de
regeeringsvoorschriften hun bedrijf uitoefen
den.
De overtreders hebben de mededeeling ont
vangen dat voortaan geen regeeringsmeel
meer aan hen zal worden uitgedeeld.
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
Nadlat de vergadering geschortst was ge
weest wegens een onvoldoend aantal aanwe
zige leden, werd de beraadslaging over art.
25a van de ouderdomswet met het op het ar
tikel ingediende amendement-Heeres voortge
zet.
De heer Snoeck Henkemans (c. h., Apeld.)
vroeg dien heer Heeres diens amendement in
te trekken, omdat het doel daarvan toch niet
bereikt wordt.
De heer Heeres (u.l., Leiden) lichtte nadter
zijn amendement toe.
De heer Snoeck Henkemans gaf nu in over
weging, art. 25a aldus te wijzigen, dat de
rente geheel of gedeeltelijk in mindering komt
van de verpleegkosten, maar dat het Bedrag
der verpleegkosten op verzoek van het ge-
stich tabes tuur door den kantonrechter wordt
vastgesteld. Spr. diende eep daartoe strek
kend amendement in.
De heer Limburg (v. d., Gron.) gaf in over
weging, dat slechts de helft of twee derde van
de rente in mindering van de verpleegkosten
zal komen.
De minister van waterstaat had bezwaren
zoowel tegen het amendement-Heeres als te-
fen dat van den heer Snoeck Henkemans.
pr. voelde wat voor 't denkbeeld van den
heer Limburg en gaf daarom in overweging
het cijfer in het amendement-Snoeck Hen
kemans te brengen.
De heer Kooien (r. k., Grave) verklaarde
zich daartegen.
De heer Limburg diende nu een amende
ment in om de rente voor aan de gestichts-
besturen uit te keeren.
De heer Snoeck Henkemans achtte het
amendement onaannemelijk. Het zou onbillijk
zijn tegenover andere pensioentrekkers. Spr.
trok zijn amendement in.
De heer Duys (S. D. A. P., Zaandam) ver
dedigde het amendement- Limburg.
De minister was voor twee derde of drie
vierde. Hij wijzigde het artikel in dien zin,
dat het bestuur over drie vierde naar goedvin-
vinden beschikt en een vierde aan den rente-
rtekker uitkeert.
De heer Limburg trok zijn amendement in.
Ingevolge aanschrijving van den Hoofdin
tendant van het leger wordt bekendgemaakt,
dat alle wol van de eerstvolgende scheer, af
komstig van de schapen in deze gemeente,
TEN BEHOEVE VAN HET LEGER ZAL
WORDEN GEVORDERD.
Mede zal worden gevorderd de blootwol
van dë 19161917? doch uitsluitend van die
blooters, die ten vorige jare dit artikel ten be
hoeve van het leger nebben geleverd.
In verband met deze aanstaande vordering
is de vrije handel in inlandsche wol uitgeslo
ten. Voor zoover in strijd hiermede mocht wor
den gehandeld, zal bij: de vordering van die in
handen van opkoopers geraakte wol geen re
kening worden gehouden met den daar voor
door hen betaalden prijs.
De aandacht wordt voorts gevestigd op de
strafbepaling van art 41 der wet van 14
September 1866 (Staatsblad no. 138), lui
dende:
,X>ie eigendunkelijk nalaat of weigert ge
heel of gedeeltelijk te voldoen aan de vor
deringen, hem krachtens de wet gedaan,
of deze voldoening verhindert of belem
mert, wordt gestraft met eene geldboete van
~TIO
ten minste VIJFTl
VIJF EN ZEVENTIG OULDEN."
CENT en ten hoogste
Onder de belemmering van de vordering
dient ook te worden verstaan het in zoodani-
gen toestand ter levering aanbieden van de
wol, dat deze niet kan worden aangenomen.
Daarom zij men indachtig, dat de wol droo\
m i
en in goede conditie moei worden afgeleven
De prijs van de gevorderde wol zal hij de
aanbieding ter vordering worden vastgesteld.
Met het in ontvangst nemen van de te leve
ren wol zullen door het legerbestuur daartoe
te machtigen personen worden belast
De tijd en plaats van aflevering zullen na
der worden medegedeeld.
De Burgemeester,
G. RIPPINO.
Alkmaar, 6 Mei 1916.
KIEZERSLIJST.
De BURGEMEESTER der gemeente ALK
MAAR; i
Gelet op het bepaalde bij artikel 33 der
Kieswet;
Brengt hierbij ter algemeene kennis, dat de
beslissing van het Gemeentebestuur op het
verzoek van J. DEN ADEL, alhier, om zijn
naam alsnog te willen plaatsen op de KIE
ZERSLIJST voor het jaar 1916/17, in haar
geheel op de Secretarie der Gemeente voor
een ieder ter inzage is nedergelegd, en in af
schrift, tegen betaling der kosten, verkrijg
baar gesteld.
Alkmaar, den 6 Mei 1916.
De Burgemeester voornoemd,
RIPPINO.
De heer Heeres handhaafde het zijne.
De stemming werd aangehouden tot na de
pauze.
De discussie over art. 25 werd alsdan
vooitgezet De minister verklaarde, dat de re
geering de gisteren door dien heer Rutgeis
aanbevolen wijziging overneemt. Het art.
werd z. h. 8. aangenomen, evenals art 26 en
en 28.
Op art. 29 (toezending van het afschrift
der Beschikking) is ingediend e amendëment-
Rutgers. Op voorstel van den heer Kooien
werden echter eerst artt. 76e. v. behandeld.
De art 76 en 78 werden z. h. s. aangenomen.
Bij art 9 (intrekking of herziening der ren
te verklaarde de heer Kooien zich tegen het
nieuwe instituut der door de Kroon aangewe
zen personen, die intrekking of herziening
van een toegekende rente kunnen vragen:
De heer de Wykerslool de Weerdesteyn (r.
k., Wijk-bij-Duurstede) bestreed den vorigen
spreker.
De heer Rutgers (a. r., Hilv.) wil een over
bodig geworden gedeelte van het artikel laten
vervallen.
De heer Limburg bestreed zoowel het be
toog van dhr. Kooien als dat van dhr. Rut
gers.
De minister deed evenzoo.
De heer Kooien repliceerde; dit doet ook de
de heer Rutgers, die nu het voorstel tot de
door hem gewilde schrapping doet
Het amendement-Rutgers werd verworpen
met 37 tegen 14 stemmen. Artikel 9 werd
aangenomen met 43 tegen 10 stemmen.
Het amendement Heeres werd verworpen
met 35 tegen 19 stemmen artikel 25a aange
nomen.
Bij de stemming over het amendement-Rut
gers, om dë rente te doen vervallen, als ie
mand na de toekenning van de rente buiten
's lands gaat wonen of zich schuldig maakt
aan misbruik van sterken drank of een erger
lijk leven lijdt, blijkt weer een onvoldoend
aantal (47) leden aanwezig te zijn, waarop
de vergadering werd verdaagd tot Dinsdag
1 uur.
HOOGSTAANGESLAGENEN.
De Staatscourant van gisteravond (No.
106) bevat de lijst van hoogstaangeslagenen
r
ALKMAARSCHE COURANT.
jili
fr