DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Tabak ,an J. R. Keuss. 1 VAN WOL 'I T. No. 107 Dit Rummer bestral on 0 bladen. Honderd en achttiende jaargang." 1916 fr. p. post f 1.25. Advertentieprijs 10 et p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij ZATERDAG ij v.h. HERffls. COSTER 4 ZOON, VooTdam C 9. Telefnr. 3. 6 MEI DUITSCHLAND. TER ZEE. NEDERLAND. ALKMAAR, 6 Mei. Nu we het uitvoerige Duitsche antwoord op de nota van president Wilson, dat zoo veel tijd heeft vereischt, in zijn geheel hebben gelezen, willen we nog het een en ander toe voegen aan heigeen gisteren inderhaast naar aanleiding van enkele laat-ingekomen korte telegrammen werd geschreven. Ten opzichte van de Sussex wordt de mo gelijkheid van torpilleering door een Duit- schen onderzeeër opengelaten, en blijkt die mogelijkheid werkelijkheid, dan zal de Duit sche regeering de hieruit voortvloeiende con sequenties trekken. Verder blijkt, dat de Duitsche regeering feitelijk de bekende blokkade-verklaring van 4 Februari 1915, waarbij de kustwateren van Groot-Brittanje en Ierland met inbegrip van het geheele Kanaal tot oorlogsgebied werden verklaard en niet slechts elk vijandelijk koop vaardijschip, met vernieling werd bedreigd „zonder dat het steeds mogelijk zal zijn de daarbij voor bemanning en passagiers drei gende gevaren af te wenden, maar ook neu trale schepen werden gewaarschuwd tegen de kans „dat de op vijandelijke schepen bereken de aanvallen ook neutrale schepen treffen", intrekt. Dat die kans inderdaad niet uitgesloten was is helaas al te vaak gebleken, al denkt men bij vele onaangename gebeurtenissen, welke de Nederlandsche vaart hebben getroffen dik wijls minder aan de wisselvalligheden van den zeeoorlog, dan wel aan de tuchteloos heid der onderzeeërs-commandanten, die zich niet storen aan wet noch gebod, doch een voudig naar believen handelen hetgeen er met den „Berkelstroom" is geschied, is het laatste en misschien voor ons ook wel het meest krasse staaltje. Eischte president Wilson algeheele sta king van den onderzeeërsoorlog, die eisch wordt met de meeste beslistheid afgewezen, maar Duitschland wenscht zijn onmisbaar wapen te hanteeren overeenkomstig de ge bruikelijke regelen van het volkenrecht Dat is wel is waar niet alles, maar toch heel watzoo tenminste de commandanten der onderzeeërs zich houden aan de nieuwe voorschriften, welke hen worden verstrekt. In een bericht uit Amerika wordt opgemerkt, dat minister Lansing reeds erop zinspeelde, dat de Amerikaansche regeering aan Duitsch land afschrift zou kunnen vragen van de vroegere orders aan de onderzeeërs-comman dante^ ter vergelijking met de nieuwere or ders. In elk geval in den onderzeeërsoorlog is een nieuw stadium ingetreden, of laat ons liever zeggen, een nieuwe termijn, waarvan de duur alleen door Engeland kan worden bepaald. Immers indien president Wilson niet van Engeland weet gedaan te krijgen, dat dit ophoudt met den neutralen handel op Duitschland van goederen, die geen contra bande-artikelen zijn, onder zijn gezag en toe zicht te stellen, dat het dus zijn bekende or ders of counsel, de blokkade op langen af stand, de willekeurige contrabande-verkla ring, intrekt, „dan zou de Duitsche regeering zich geplaatst zien voor een nieuwen staat van zaken en zich volle vrijheid van beslis sing moeten voorbehouden". Hièruit volgt dus, dat Duitschland zich grootendeels aan Amerika's eischen onder werpt, er op rekenende, dat Engeland ook zal terugkeeren tot de normen van het oorlogs recht, zooals die golden vóór dezen oorlog; doet Engeland dit echter niet, dan is er alle kans, dat Duitschland opnieuw begint. Het zal nu moeten blijken, of president Wilson dit antwoord bevredigend vindt, of hij zich vereenigt met deze voorwaardelijke, beter nog voorloopige tegemoetkoming en of dus een breuk zal worden vermeden' voor- loópig schijnt dit wel het geval te zijn. Is dit het geval, dan schijnt prof. de Lauter ten slotte gelijk te krijgen, die verleden jaar als zijn overtuiging uitsprak, dat de Unie dier Vereenigde Staten van Noord-Amerika de eenige mogendheid is, die met goeden uitslag de schijnbaar verdrukte zaak van recht en vrede onder hare hoede kan nemen. Recht en vrede. De bijzondere aandacht zij tenslotte gevestigd op de clausule van1 de nota, waarin wordt verklaard, dat het bewustzijn van haar kracht de Duitsche regeering veroor loofde tweemaal in den loop der laatste maanden haar bereidheid1 tot den vrede, wel ke Duitschlands levensbelangen waarborgt, openlijk voor de geheele wereld te verkondi gen, en waarin er de nadruk op wordt ge legd, dat het niet aan haar ligt, wanneer den volkeren van Europa de vrede nog langer blijft onthouden. Dat men in Engeland de vrede nog niet in het zicht acht, bewijst de verklaring van een Lagerhuis-lid, dat de veronderstelling uitte, dat Engelands uur nipt^voor 1918 slaat Het Daily News schreef naar' aanleiding van hetgeen minister Lloyd George op deze verklaring antwoordde, dat het een heel gevaarlijke theorie was, om el- ken beschikbaren' man in te zetten op één ver pletterenden slag tegen de Duitnchers. „Zich daartoe te binden, schreef het blad, en daarmede het weerstandsvermogen in ge vaar te brengen, waarop de minister van fi nanciën een jaar geleden een rechtmatig ver trouwen had, is de kans te loopen op een mislukking, die onherstelbaar zou zijn. Wij kunnen het misschien door een plotselingen slag winnen, wij moeten het winnen door een aanhoudenden druk. In een zoo onmete lijk groote kwestie is er geen plaats voor verloren dobbelspel". Wijst deze uitlating nog op een langen strijd Lord Curzon zei gisteren in een re devoering: misschien een, misschien twee ja ren duurt de oorlog, in het telegram, dat de Oostenrijksche veldmaarschalk aartsher tog Frederik aan den Duitschen Keizer zond ter gelegenheid van den verjaardag van den slag bij Gorlice en Tarnow, wordt ook ge zegd, dat nog harde arbeid te wachten staat. Maar wanneer beide partijen daarvan over tuigd zijn, zijn ze wellicht ook eerder ge neigd ermee op te houden I Bij Verdun hebben de Duitschers aanval len gedaan op hoogte 304 en daarbij eenig voordeel behaald het blijkt, dat beide par tijen elkaar niets willen toegeven. Volgens het laatste Fransche legerbericht belemmer de slecht weer de operaties, maar neemt de artillerie-actie in hevigheid toe. Nabij Saloniki werd een Zeppelin ver nield door Kanonnen van de Britsche vloot, zooals het eerste en door de bommen van een Fraqschen vlieger, zooals een later bericht meldt Een Fransche onderzeeër heeft volgens een vaag bericht uit Rome een niet genoemden torpedojager in den grond geboord. Het En- gelsche stoomschip Huabon, metende 2000 ton, is gezonken. Een Engelsche kruiser heeft volgens een Spaansch bericht het Duitsche stoomschip Cap Ortegal (7800 ton), dat zich buiten de haven Santa Cruz eq buiten de Spaansche territoriale wateren had begeven, genomen. Vier Sinn-Fein-opstandelingen zijn ter dood veroordeeld, anderen kregen zware ge vangenisstraffen, terwijl verschillende gedin gen nog voortduren. DE NOTA. In de Duitsche nota aan de Vereenigde Staten wordt vooreerst aangaande de Sussex gezegd, dat op grond van de tot dusver ver kregen uitkomst van het onderzoek dé Duit sche regeering zich niet ontveinst, dat het be wuste schip, dat door een Duitsche onderzee ër getoipilleerd is, inderdaad met de Sussex identiek is. De Duitsche regeering moet zich verdere medbdleelipg hieromtrent voorbehou den tot er nog eenige, voor een juiste beoor deeling onmisbare punten zijn vastgesteld. Ingeval mocht blijken, dat de meening van den gezagvoerder, dat hij een oorlogsschip voor zich had; onjuist was, dan zal de Duit sche regeering de daaruit voortvloeiende ge volgtrekkingen maken. De regeering ontkent echter beslist de juist heid van dè bewering der Vereenigde Staten als zou het geval van de Sussex een voorbeeld zijn van een weloverwogen methode om zon der onderscheid schepen van elke nationaliteit te vernietigen. De regeering stelt vast, dat zij, en wel uit sluitend' uit consideratie voor de belangen der onzijdigen, in het gebruik van het wapen der onderzeeërs, zich vergaan den besprekingen heeft opgelegd, die noodzakelijkerwijze ook Duitschlands vijanden ten goede komen. Deze consideratie hebben de onzijdigen van Enge land en dë bondgenooten niet ondervonden. Indèrdaad hebben de Duitsch zeestrijdkrach ten bevel gekregen den onderzeeër-oorlog te voeren volgens die algemeene beginselen van het volkenrecht Verder verklaart de regeering dat zij alleen uit bittere noodweer tegen den, tegen het recht indruischemde handelwijze van Engeland tot den ondterzeeërs-oorlog is gekomen, en dat zij niet kan afzien van het gebruik van het on- derzeebQot-wapen. Verder zegt de nota. „Het Duitsche volk weet, dat de Amerikaan sche regeering het in zijn macht heeft, om den oorlog in dien zin van menschelijkheid en vol kenrecht te beperken tot de strijdkrachten der strijdvoerendén naties. De Amerikaansche re geering zou dat zeker hebben tot stand ge bracht, indien zij1 haar onbetwistbare rechten op de vrije vaart ter zee tegenover Engeland met kracht had laten geldenzooals de zaak thans staat, verkeert echter het Duitsche volk onder den indruk, dat de Vereenigde Staten van Duitschland, dat om zijn bestaan, strijd, een beperking wenschen in zijn (Duitsch- land's) gebruik van zijn doeltreffende wape nen en dat zij (V. St.) daarvan het voortbe staan van de goedé betrekkingen met Duitsch land afhankelijk stelt, terwijl zij (V. St.) zich tegenover met het volkenrecht strijdige optre den van Duitsehland's vijanden tevreden stel len met protesten. Het is aan het Duitsche volk bekend in hoe grooten omvang onze vij anden uit de V. St. worden voorzien van oor logstuig van allerlei aard. In het bewustzijn van haar kracht heeft de Duitsche regeering zich veroorloofd tweemaal in de laatste maanden haar bereidwilligheid tot een vrede, waarbij Ehiitschland's levensbe langen worden gewaarborgd, openlijk voor de heele wereld kond te doen. Zij heeft daarmee willen te kennen geven, dat het aan haar niet ligt, dat den volkeren van Europa de vrede wordt voorbehouden, nota deelt mede aan de Amerikaansche regeering dat de Duitsche zeemacht bevelen heeft ontvangen nopens de machtneming van de algemee beginselen van hetvolkenrecht be treffende het aanhouden, doorzoeken en ver nielen van handelsvaartuigen. Ook binnen het zeeoorlogsgebied zullen koopvaardijschepen niet zonder waarschuwing en redding van de menschenlevens in den grond mogen worden geboord, tenzij zij mochten vluchten of tegen weer bieden. En eindigt als volgt: Mochten de st appen van de regeering van de Vereenigde Staten niet tot het gewenschte succes leiden, om aan de wetten dier mensche lijkheid bij alle oorlogvoerende naties gezag te verschaffen, dan zou de Duitsche regeering zich tegenover een nieuwen toestand geplaatst zien, voor welken zij zich volledige vrijheid van besluiten moet voorbehouden. DE CLAN MACFADYEN. Bij aankomst van het stoomschip „Clan Macfadyen", metende 2816 ton bruto, op de Theems, heeft men gisteren het verhaal ver nomen van een kranig gevecht, door het Bristolsche koopvaardijschip tegen vijandelij ke onderzeebooten geleverd. Het. stoomschip ontmoette de beide onderzeeërs in de Golf van Biskaye. Eerst opende een der onderzee ërs het vuur binnen 50 meter afstand en loste ongeveer 60 schoten. Gelukkig was de „Clan Macfadyen" met een zwaar kanon gewapend, en dit werd onmiddellijk aan het werk ge steld. De onderzeeër schijnt verscheidene ma len te zijn getroffep. De „Clan Macfadyen", die de merkteekenen van tal van kogels draagt, ontkwam zonder ernstige schade of letsel van de bemanning. Drie uur later ont moette het stoomschip een tweede onderzee ër, die een torpedo afvuurde, welke op een paar voet afstands. voorbijschoot. Beide ont snappingen zijn alleen aan moed en goede zeemanschap te danken, daar de „Clan Mac fadyen" niet sneller dan 11 knoopen loopt. KORTE BERICHTEN. Er loopen weer twee treinen per diag van Belfort naar Dublin, wat sedert de Paaschda- gen niet gebeurde. Ze staan onder militair toezicht De Engelsche admiraliteit deelt ook me de, dat lichte kruisers een Zeppelin vernield hebben bij de Sleeswijksche kust ENGELAND EN NEDERLAND. Reuter seint uit Londen de volgende offici- eele mededeeling: „De Nederlandsche pers bevatte onlangs eenige zeer scherpe opmer kingen naar aanleiding van het optreden der Engelsche regeering, de door de huidige om standigheden zich genoodzaakt heeft gezien de voorziening van neutrale schepen met bun kerkolen te beperken. De maatregelen, die genomen zijn terzake van het vervoer van een bepaald gedeelte van de lading naar het Vereenigde Koninkrijk of de geallieerden, vinden hunnen grond alleen in de noodzakelijkheid om wegens schaarste van kolen en tonnenmaat de kolenvoorraden Zooveel mogelijk te sparen, speciaal in afgele- nigheid bij de verdeeling van Engelsche kolen gen havens waar gebunkerd wordt Daar zuinigheid bij de verdeeling van Engelsche kolen hoogst noodig is, kan 't niet anders dan redelijk genoemd worden, dat die in- dustriën in neutrale landen, die het meest ten bate van de geallieerden strekken, het eerst in aanmerking komen en dat zuinigheid wordt betracht tegenover dezulke, welke van minder nut zijn voor de geallieerden en dus aanspraak kunnen maken op Engelsche ko len. Er is alleen aan zekere Nederlandsche stoomvaartlijnen te kennen gegeven, dat hun, in ruil voor het afstaan van een zekere laad ruimte, levering van kolen verzekerd kon worden. Groot-Brittannië wil zeer gaarne, voor zoo ver het mogelijk is, rekening houden met de speciale omstandigheden van elke scheep vaartmaatschappij, teneinde tot een oplossing te komen, die bevredigend is zoowel voor de Nederlandsche maatschappijen als voor Groot-Brittannië. Er worden onderhandelin gen gevoerd met verschillende stoomvaartlijn ALKMAARSCHE HOOGST FIJNE KWALITEIT. nen en wij vertrouwen, dat Nederland zal be grijpen, d!at Engeland er geensins-op uit is onredelijke voorwaarden te stellen. Iedereen zal natuurlijk inzien, dat Groot- Brittannië het onbetwistbaar recht heeft den verkoop van Engelsche kolen zoodanig te re gelen als noodig geacht wordt. Zoolang er geen bepaald tekort was, wer den geenerlei voorwaarden ter zake van de voorziening met kollen gesteld en dit moest op zichzelf reeds een voldoend bewijs zijn, dat de Engelsche regeering rekening houdt met de belangen der neutralen. Er is naar het schijnt volkomen ten onrech te verondersteld, dat Duitsche kolen, die als bunkerkolen aan boord waren, beslist als con trabande is beslag zouden worden genomen, maar hoewel zulk een inbeslagneming voor Hr. Ms. regeering volgens dé wet mogelijk zou zijn in verband met de orders in council van Maart 1915, wordt erkend, dat een der gelijke handelwijze tot op zekere hoogte een nieuwigheid zou zijn en de Nederlandsche scheepvaart en andere belanghebbenden kun nen verzekerd zijn, dat de Engelsche regee ring garane bereid zal zijn om alle gevallen, waarin de uitoefening harer rechten ten op zichte van Duitsche bunkerkolen onbillijkhe den zou veroorzaken te overwegen. Anderzijds is de uitvoer van producten uit Nedërland naar de geallieerden herhaaldelijk verboden. Onlangs Bijv. werd vergunning ge weigerd tot uitvoer uit Nederland van 35 ton beetwortelzaad, die door een Engelsche firma reeds lang betaald waren en in Nederland op geslagen waren. Nederland heeft ook verre weg het grootste gedeelte van de landbouw producten, die gewoonlijk naar Groot-Brittan nië werden uitgevoerd, naar een ander kanaal geleid. En juist degenen, die deze wijze van doen het krachtigst gesteund hebben, zijn de eersten om te protesteeren, wanneer Groot- Brittannië aan de levering van kolen aan Ne derlandsche schepen eenige voorwaarde ver bindt". WOL. Den burgemeesters is aanschrijving ge zonden, de levering te vorderen van alle in- landsche wol, welke bij dë eerstvolgende scheer van hun schapen verkregen wordt. Voor zooverre in een gemeente vachten tot blootwol worden verwerkt, moet ook de blootwol van de campagne 1916/17 worden gevorderd, doch uitsluitend van de blooters, die ten vorigen jare dat artikel ten behoeve van het leger geleverd hebben. ONWILLIGE BAKKERS. Op last van den burgemeester van Tilburg is aldaar bij verschillende bakkers bloem in beslag genomen, omdat zij in strijd met de regeeringsvoorschriften hun bedrijf uitoefen den. De overtreders hebben de mededeeling ont vangen dat voortaan geen regeeringsmeel meer aan hen zal worden uitgedeeld. BINNENLAND. TWEEDE KAMER. Nadlat de vergadering geschortst was ge weest wegens een onvoldoend aantal aanwe zige leden, werd de beraadslaging over art. 25a van de ouderdomswet met het op het ar tikel ingediende amendement-Heeres voortge zet. De heer Snoeck Henkemans (c. h., Apeld.) vroeg dien heer Heeres diens amendement in te trekken, omdat het doel daarvan toch niet bereikt wordt. De heer Heeres (u.l., Leiden) lichtte nadter zijn amendement toe. De heer Snoeck Henkemans gaf nu in over weging, art. 25a aldus te wijzigen, dat de rente geheel of gedeeltelijk in mindering komt van de verpleegkosten, maar dat het Bedrag der verpleegkosten op verzoek van het ge- stich tabes tuur door den kantonrechter wordt vastgesteld. Spr. diende eep daartoe strek kend amendement in. De heer Limburg (v. d., Gron.) gaf in over weging, dat slechts de helft of twee derde van de rente in mindering van de verpleegkosten zal komen. De minister van waterstaat had bezwaren zoowel tegen het amendement-Heeres als te- fen dat van den heer Snoeck Henkemans. pr. voelde wat voor 't denkbeeld van den heer Limburg en gaf daarom in overweging het cijfer in het amendement-Snoeck Hen kemans te brengen. De heer Kooien (r. k., Grave) verklaarde zich daartegen. De heer Limburg diende nu een amende ment in om de rente voor aan de gestichts- besturen uit te keeren. De heer Snoeck Henkemans achtte het amendement onaannemelijk. Het zou onbillijk zijn tegenover andere pensioentrekkers. Spr. trok zijn amendement in. De heer Duys (S. D. A. P., Zaandam) ver dedigde het amendement- Limburg. De minister was voor twee derde of drie vierde. Hij wijzigde het artikel in dien zin, dat het bestuur over drie vierde naar goedvin- vinden beschikt en een vierde aan den rente- rtekker uitkeert. De heer Limburg trok zijn amendement in. Ingevolge aanschrijving van den Hoofdin tendant van het leger wordt bekendgemaakt, dat alle wol van de eerstvolgende scheer, af komstig van de schapen in deze gemeente, TEN BEHOEVE VAN HET LEGER ZAL WORDEN GEVORDERD. Mede zal worden gevorderd de blootwol van dë 19161917? doch uitsluitend van die blooters, die ten vorige jare dit artikel ten be hoeve van het leger nebben geleverd. In verband met deze aanstaande vordering is de vrije handel in inlandsche wol uitgeslo ten. Voor zoover in strijd hiermede mocht wor den gehandeld, zal bij: de vordering van die in handen van opkoopers geraakte wol geen re kening worden gehouden met den daar voor door hen betaalden prijs. De aandacht wordt voorts gevestigd op de strafbepaling van art 41 der wet van 14 September 1866 (Staatsblad no. 138), lui dende: ,X>ie eigendunkelijk nalaat of weigert ge heel of gedeeltelijk te voldoen aan de vor deringen, hem krachtens de wet gedaan, of deze voldoening verhindert of belem mert, wordt gestraft met eene geldboete van ~TIO ten minste VIJFTl VIJF EN ZEVENTIG OULDEN." CENT en ten hoogste Onder de belemmering van de vordering dient ook te worden verstaan het in zoodani- gen toestand ter levering aanbieden van de wol, dat deze niet kan worden aangenomen. Daarom zij men indachtig, dat de wol droo\ m i en in goede conditie moei worden afgeleven De prijs van de gevorderde wol zal hij de aanbieding ter vordering worden vastgesteld. Met het in ontvangst nemen van de te leve ren wol zullen door het legerbestuur daartoe te machtigen personen worden belast De tijd en plaats van aflevering zullen na der worden medegedeeld. De Burgemeester, G. RIPPINO. Alkmaar, 6 Mei 1916. KIEZERSLIJST. De BURGEMEESTER der gemeente ALK MAAR; i Gelet op het bepaalde bij artikel 33 der Kieswet; Brengt hierbij ter algemeene kennis, dat de beslissing van het Gemeentebestuur op het verzoek van J. DEN ADEL, alhier, om zijn naam alsnog te willen plaatsen op de KIE ZERSLIJST voor het jaar 1916/17, in haar geheel op de Secretarie der Gemeente voor een ieder ter inzage is nedergelegd, en in af schrift, tegen betaling der kosten, verkrijg baar gesteld. Alkmaar, den 6 Mei 1916. De Burgemeester voornoemd, RIPPINO. De heer Heeres handhaafde het zijne. De stemming werd aangehouden tot na de pauze. De discussie over art. 25 werd alsdan vooitgezet De minister verklaarde, dat de re geering de gisteren door dien heer Rutgeis aanbevolen wijziging overneemt. Het art. werd z. h. 8. aangenomen, evenals art 26 en en 28. Op art. 29 (toezending van het afschrift der Beschikking) is ingediend e amendëment- Rutgers. Op voorstel van den heer Kooien werden echter eerst artt. 76e. v. behandeld. De art 76 en 78 werden z. h. s. aangenomen. Bij art 9 (intrekking of herziening der ren te verklaarde de heer Kooien zich tegen het nieuwe instituut der door de Kroon aangewe zen personen, die intrekking of herziening van een toegekende rente kunnen vragen: De heer de Wykerslool de Weerdesteyn (r. k., Wijk-bij-Duurstede) bestreed den vorigen spreker. De heer Rutgers (a. r., Hilv.) wil een over bodig geworden gedeelte van het artikel laten vervallen. De heer Limburg bestreed zoowel het be toog van dhr. Kooien als dat van dhr. Rut gers. De minister deed evenzoo. De heer Kooien repliceerde; dit doet ook de de heer Rutgers, die nu het voorstel tot de door hem gewilde schrapping doet Het amendement-Rutgers werd verworpen met 37 tegen 14 stemmen. Artikel 9 werd aangenomen met 43 tegen 10 stemmen. Het amendement Heeres werd verworpen met 35 tegen 19 stemmen artikel 25a aange nomen. Bij de stemming over het amendement-Rut gers, om dë rente te doen vervallen, als ie mand na de toekenning van de rente buiten 's lands gaat wonen of zich schuldig maakt aan misbruik van sterken drank of een erger lijk leven lijdt, blijkt weer een onvoldoend aantal (47) leden aanwezig te zijn, waarop de vergadering werd verdaagd tot Dinsdag 1 uur. HOOGSTAANGESLAGENEN. De Staatscourant van gisteravond (No. 106) bevat de lijst van hoogstaangeslagenen r ALKMAARSCHE COURANT. jili fr

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1