DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DE OORLOG. M DumcuiauiL). zien- V*!,ï N«. 112 Honderd en achttiende jaargang. 1916 rn 3 üfflto f 1.— tr. R. post 11Ü AdferteotSeprö* 10 cl p. regel, «raote lotton m plaatsruimte. Biteren fr. li T. Boek- eo Handelsdrukkerij a HERRI*. COSTER 4 ZOOR, Toordam C 9. Telefnr. 3. VRIJDAG 12 MEI ENGELAND. NEDERLAND. ALKMAAR, 12 Mei. Havas meldt, dat na een week van verwoe den strijd de slag bij Verdun verslapt en het laatste Fransche legerbericht maakt enkel melding van artillerie-beschietingen op den linker- en oen rechter-Maasoever. Vermoede lijk zijn de Duitsdiers bezig op adem te ko men na de kracutige inspanning bij den1 heu vel 304, zich in te richten in de t weinige nieuw veroverde stellingen en zich voor te bereiden voor een nieuwe hervatting van den strijd door nieuwe troepen en voorraden te laten aanrukken en batterijen te verplaatsen. Intusschen staat de strijd niet stil, aanvallen en tegenaanvallen op kleinere schaal volgen eikaar op, die vaak allebei eenig succes héb ben, zonder dat daardoor de toestand van be- teekenis verandert. In de laatste legerberich- ten wordt bovendien slechts van negatieve successen gesproken. De Duitschers maken melding van afgeslagen Fransche aanvallen ten Oosten en ten Westen van de rivier, de Franschen van een dito Duitschen aanval aan den Oo6t-oever. Ook van de andere gevechtsterreinen ont breekt belangrijk nieuws. Wij hebben dan ook slechts aan te stippen, dat Amerika aan Duitschland zal vragen welke straf de onderzeeërs-commandant, die de „Sussex" toipilieerde, heeft gekregen en. een dergelijke vraag aan Oostenrijk zal stel len in verband met het tot zinken brengen van de „AncanoVoorts dat de behande ling van het Engelsche dienstplichtontwerp zonder verdere gebeurtenissen is geëindigd, zoodat het ontwerp de volgende, week waar schijnlijk wet zal zijn, dat de opperbevelheb ber te Dublin heeft verklaard, door afschrik wekkend strenge bestraffing van de leidere der lersche opstandelingen een voorbeeld te willen stellen jegens degenen, die de veiligheid van het land in gevaar willen brengen, dat een lersche nationalistische af gevaardigde telegrafisch heeft verzocht de te rechtstellingen te staken, dat de eerste minis ter-president mededeelde, dat er waarschijn lijk nog twee executies zouden geschieden, dat de Sinn Feiners zonder rang met de grootste zachtmoedigheid zullen worden be handeld, hoewel de rebellen roekeloos heb ben gehandeld, dat er 1315 burgers en mili tairen zijn gewond en 304 gedood en dat hij zelf naar Ierland zou gaan om in overleg met burgerlijke en militaire autoriteiten maatregelen te treffen voor de toekomst, van welke laatste verklaring de Lagerhuis-leden met luid gejuich kennis namen. Dr. LIEBKNECHT De Rijksdag verwierp bij hoofdelijke stem ming, met 229 stemmen tegen lil en twee ontnoudingen, de voorstellen van de soc.- dem. fractie en de „Soz.-dem. Arbeusgemein- scnalt" tot schorsing van de vervolging en vrijlating van dr. Liebknecht De liberate afgevaardigde von Payer gaf, evenals bij reeds in de commissie had ge daan, aan de hand der acten, een overzicht van hetgeen dr. Liebknecht had gedaan en vervolgue toen: „De vergrijpen, aan welke dr. Lieoknecht zich schuldig heeft gemaakt, zijn van dien aard, dat het Huis geen belang meer heeft bij zijn medewerking ,en hun uit werking in het buitenland vormt een ernstig gevaar voor het vaderland. Het Huis zou net daarom niet kunnen verantwoorden, wan neer het der gerechtigheid haren loop niet liet en dr. Liebknecht in staat stelde zijn ver grijpen voort te zetten." In den loop van het debat verklaarde de afgevaardigde Landsberg: „De heer Lieb knecht is mij als persoon onverschillig en ik voel mij noch geroepen, noch geneigd hem te verdedigen. Ik verdedig uitsluitend een recht, waarvoor de Rijksdag tot dusverre angstval lig waakte. Onze voorstellen hebben ten doel te verhinderen, dat aan die immuniteit ge bomd wordt. De houding, die wij hebben aangenomen, kan niet verkeerd worden be oordeeld. De oorlog is voor ons een strijd om het vaderland. Wij verhelen niet, dat wij naar een vrede verlangen, die nieuwe oorlo gen zal verhinderen, maar wij zijn vast be sloten om zoolang een vrede, zooals wij dien willen, niet bereikbaar is, het vaderland verder te verdedigen om het te behouden en te beveiligen. „Dat is de stemming van het Duitsdie volk, die door een vlugschrift van den heer Liebknecht niet geschokt kan worden. In dat vlugschrift is een zenuwachtig man aan het woord, d'ie meent In de wereldgeschiedenis te kunnen Ingrijpen." De heer Haase (soz -democr. Arbeitsgem.), zeide: „Het 'gaat hier om het recht van het parlement. Van verspreiding van landisver- raderlijlce denkbeelden kan geen sprake zijn." De near Loezeweld (Pool) verklaarde: „Wij nemen de voorstellen om principieele redenen en zonder aanzien des persoons aan." Daarna had de stemming plaats. DE OPSTAND IN IERLAND. De nationalist Dillon vestigde in het La gerhuis de aandacht op de terechtstelling in Ierland en drong er bij de regeering op aan dat ze gestaakt zullen worden en dat er pu blieke terechtzittingen zouden worden gehou den, teneinde de alanneerende berichten, om trent het optreden der militairen, aan welke hij zelf weliswaar geen geloof hechtte, tot zwijgen te brengen. Eerste minister Asquith wees op de ver schrikkelijke, ongepromoveerde en niet te ver ontschuldigen misdaden, door de rebellen aan de militairen en burgers begaan. Niet minder dan 1'315 personen werden gewond, van welke '304 overleden. Hij verklaarde verder, dat nog twee leiders, die Ge revolutionnaire proclama tie ge teekend hadden, doodgeschoten zouden worden, maar gaf daarbij te kennen, dat er verder geen terechtstellingen zouden plaats hebben en dat de regeering de groote massa der opstandelingen genadig zou behandelen. Hij wees op den abnormalen aard van den tegenwoordigen toestand en deelde verdfer onder luide toejuichingen mede, dat hij van pion was onmiddellijk naar Ierland te ver trekken om daar overleg te plegen met de mi litaire en civiele autoriteiten, teneinde een re geling te treffen voor de toekomst, die bij alle partijen in Ierland instemming zou vinden. KORTE BERICHTEN. De stad Kasr-I-Schrim, die de Rassen hebben bezet, ligt 160 K. M. van Bagdad. De Russen zijn 15 K. M. ten westen van Trebizonde opgerukt. Twee socialisten, aanstokers van de Cly- destaking, zijn tot 1 en 1H jaar gevangenis straf veroordeeld. Een Engelsche soldaat, die bij de ge vechten om Loos gehoor en spraak verjoren had, kreeg beide bij een blinde daim operatie weer terug. Zes leden van de Wj Noorwegen veron gelukte L 20 zijn door de Noorsche regeering vrijgelaten, daar de regeering voor lucht- schipbreukelingep dezelfde gebruiken in ach: neemt als voor gewone schipbreukelingen. Uit Athene komen berichten dat de O os tenrij kers een offensief tegen V aio na begon nen zijn. Er zijn 65000 Serviërs naar Salonikl gebracht, op Korfoe zijn er nog 20.000. In Noorwegen wordt krachtige oppositie tegen den Zomertijd gevoerd, de beraadsla gingen zijn verdaagd totdat de beslissingen in Denemarken en Zweden gevallen zijn. De bekende componist Max Reger is aan hartverlamming overleden. In een luchtschip, dat onlangs door de Oostenrijkers werd neergeschoten, moet zich ook de chef van de Italiaansche luchtvloot hebben bevonden. Hij kwam om, met alle inzittenden. Het proces tegen Sir Roger Casement zal Maandag beginnen. Het nadeelig saldo van den Britsche Handelsvloot over 1915 is 268 schepen met 11.151 ton. Men wil in Italië den 24en Mei. dien dag waarop voor een jaar aan Oostenrijk den oorlog verklaard werd, alom feestelijk herden- hen. LANDSTORM 1911. (Officieel). De landstormplichtigen der jaarklasse 1911, wier opkomst, aanvangelijk bepaald op 17 en 20 April j. 1., werd' ui itge- steld, zullen in werkelijken dienst moeten men in het tijdvak van 29 tot 31 Mei a. s. De bedoelde landstormplichtigen zijn zij, die zijn toegewezen aan de genie le gedeelte of aan de wielrijders. DE „BERKELSTROOM". De Raad voor de Scheepvaart nam giste ren in behandeling de zaak van de „Berkel stroom", kapitein P. J. H. Kalishoek, van de Hollandsche Stoomboot Maatschappij, die den 24 April in de Noordzee tot zinken is gebracht. Er waren acht getuigen gedagvaard De zitting werd bijgewoond door den heer mr. Frangois, adjunct-commies aan het Departc; ment van Buitenlandsche Zaken, als deskun dige. De gezagvoerder, als eerste getuige ge hoord, deelde mede den 23en April van Am sterdam te zijn vertrokken naar Londen. De lading bestond uit stukgoederen waarbij o.a cacao en visch. Getuige wist wel dat deze ar tikelen contrabande waren, maar zij bedroe gen minder dan 50 pet. van de lading, zoo dat getuige geen bezwaar zag met deze goe deren aan boord zee te kiezen. Getuige had er geen idéé van dat er ge vaar dreigde en hoopte toen hij den 24sten 's morgens kwart voor vijf schoten hoorde en aan bakboord een onderzeeër zag, door naar den onderzeeër te gaan, de zaak in het reine te brengen. Dichter bij den onderzeeër gekomen, meende getuige te zien, dat deze het drievlaggensein T. A. G. (hebt gij papie ren?) voerde. Hij liet „ja" seinen, maar kreeg als antwoord daarop een derde schot. Ook deze maal viel de granaat in zee. Einde lijk zag getuige dat het sein Van den onder zeeër niet was T. A. O., maar T. A. D. (zendt papieren). De kapitein zond' toen den late «tuuman met 4 man in een kleine boot met de papie ren naar den onderzeeër. In dien tussclientijd kwam de onderzeeër naar de „Berkelstroom" toe, en tegelijk zag men aan bakboord de pe riscoop van een tweede onderzeeër Deze kwam boven, voer achter de „Berkelstroom" om naar stuurboord en ging naar de eerste duikboot, maar kwam even later naar de „Berkelstroom" toe. De commandant riep door den roeper dat men het schip binnen1 15 minuten moest veriaten. De kapitein liet een der beide reddingsbooten en een kleine werk- boot strijken en verdeelde de nog aan boord zijnde bemanning, bestaande uit 18 man, over beide booten. Hij zelf ging in de red dingboot. De eerste torpedoboot had intus schen geheschen het sein A. B. „verlaat het schip onmiddellijk". Terwijl de sloepen gestreken werden, ging de tweede onder zeeër weer naar den eersten toe, en getuige liet ook daarheen roeien. De commandant van den tweeden onderzeeër was toen aan boord van de eerste. Zij standen op de brug. Toen getuige bij den onderzeeër kwam, zag hij dat deze; de Duitsche oorlogsvlag voerde en gemerkt was U B. 18, welke letters hij op den toren droeg. Van den tweeden onder zeeër heeft getuige geen merk gezien. De commandant van de U. B. 18 zeide hem dat de „Berkelstroom" in den grond geboord zou worden; getuige protesteerde daartegen, merkte op, dat hij lang geen 50 pet. voedings middelen aan boord had. Waarop de officier antwoordde, dat alles wat naar Engeland ging. contrabande was. Getuige hield vol dat hij slechts 300 manden visch en 1000 zak ken1 cacao aan boord' had, benevens nog 450 ton strookarton en eenige stukgoederen Er ontstond eenig misverstand over het karton. De cognossementen zijn in het Engelsch ge steld, en de Duitscher scheen niet. te weten wat „strawboard" was. Getuige trachtte hem dat uit te leggen, maakte hem duidelijk dat het diende om doozen, enz. van te ma ken. Het hielp allemaal niet, de commandant hield vol, zeggende: de Hollanders voeren maar alles naar Engeland en niets naar Duitschland. Daarom beschouwen wij alles wat naar Engeland gaat als contrabande. Ge tuige stelde toen voor dat de „Berkelstroom" zou worden opgebracht, maar de comman dant weigerde. Ook op de voorstellen daf de contrabandelading over boord gezet zou worden, en dat de „Berkelstroom" naar Hol land zou terug gaan, wilde de commandant van de U. B. 18 niet ingaan. Getuige wees hem er toen op dat de lucht ongunstig stond en dat de boot, die voortdurend tegen den onderzeeër had liggen rijden, lek was. „Wij hebben geen medelijden", zeide de comman dant. „Wij hebben geen vrienden, dus ook geen medelijden". Ten slotte kreeg getuige gedaan dat een der onderzeeërs de booten in de richting-van den Noord-Hinder zou slee pen De tweede onderzeeër kreeg toen order om de booten op sleeptouw te nemen, terwijl de eerste de „Bercelstroom" ging in den grond boren. Nauwelijks hadden de booten vastgemaakt, of men zag de U. B. 18 lichtseinen geven van uit den toren en gereed maken om te duiken. Er waren toen reeds eenige schoten op de „Bercelstroom" afgevuurd. Even later zag men een watervliegmachine naderen, die on geveer 100 Meter boven het water vloog, snel naderde, en begon bommen te gooien op de onderzeeërs. De onderzeeër die de booten sleepte, begon toen ook klaar te maken, en looide de sleeptros los. Deze raakte echter on- :laar achter den kikker, en werd, terwijl de onderzftër dook medegetrokken. Wel raakte de tros weer vrij, mo arraakte toen onklaar om de periscoop. De eerste boot dreigde reeds medegetrokken te worden, waarom men de tros doorsneed. De vlieger liet een papier vallen met de me- dtedeeling dat naar Engeland zou gaan om hulp te halen en verdween. De booten roeiden naar de „Bercelstroom", maar men durfde niet meer aan boord gaan, daar het schip reeds met de ankera op het water lag. Kort daarop sloeg het naar bakboord en zonk. Men heeft toen de zeilen geheschen om naar Engeland te gaan, waartoe de wind gunstig was. Bovendien hoopte men van dien kant op hulp, in verband met de boodschap van den vlieger. Later heeft men de perioscoop van de beide onderzeeërs nog terug gezien. Des mor- omstreeks 11 uur kreeg men een En- gens gelsch eskader in zicht van ongeveer twintig torpedobooten en enkele lichte kruisers. De commandant van een der kruisers wilde de bemannig aan boord nemen, en getuige waar schuwde hem dat er onderzeeërs in de buurt waren. Hij nam daarvan evenwel geen notitie, en nam de equipage van de „Bercelstroom'^ aan boordde booten liet hij drijven. Met den zelfden kruiser zijn getuige en zijn mannen naar Harwich gebracht. Uit het verdere getuigenverhoor bleek, d'at de Duitsche commandant de meeste papieren gehouden heeft, alleen de meetbrief, de zee- brief, het bewijs van zeewaardigheid en de vergunning van het Rijk. Desgevraagd verklaarde de loods nog, dal hij geen fluitsignalen had gehoord. Het eer ste wat hij vernomen had, was een schot. Ten slotte werd gehoord mr. Frangois, aan wien door den voorzitter, mr. Cnoop Koopmans, werd gevraagd of de kapitein zijn schip in gevaar stelde door met de la ding, die aan boord was, uit te- varen, lo crachtens de algemeen geldende bepalingen van het volkenrecht, 2o. krachtens de bijzon dere bepalingen, die in dezen oorlog gelden. De heer Francois deelde mede, dat noch volgens het algemeen geldende volkenrecht, waarvan de bepalingen ten deze zijn neerge legd in de Londensche declaratie, noch we gens de bijzondere bepalingen van de Duit sche Prisen-Ordnung, er in casu gevaar be stond voor de „Berkelstroom". In de eerste plaats heeft het volkenrecht het recht tot ver nietiging van een neutraal schip nooit er kend. Wat betreft de vraag of met de lading, wel ke het aan boord had, het schip was wat vol gens de bepalingen genoemd wordt „sujet a confiscation", dat wil zeggen in de termen vallend om opgebracht te worden, ook deze beantwoordde deskundige ontkennend. De Duitsche Prisen-Ordnung schrijft voor, dat de contrabande 50 pet. van de tbtale la ding moet bedragen, berekend volgens een der vier elementen, d'ie ook voor de Londen sche declaratie gelden. Deskundige heeft nu berekend, dat de relatieve contrabande be droeg. berekend naar de vracht, ongeveer 1/4 van de geheele lading, naar de waarde Iets minder dan'een derde, naar het gewicht een zesde a een zevende, en naar den inhoud voor zoover te berekenen een achtste van de totale landing, In de tweede plaats vroeg de voorzitter: Heeft de kapitein van een neutraal schip de verplichting zijn papieren van 'boord te bren gen, alvoréns het schip in zoodanig gevaar verkeert dat het noodzakelijk is van boord te gaan? Hierop antwoordde mr. Frangois, dat vol gens het gebruik het oorlogsschip een boot zendt om de papieren te komen nazien. Se dert de toepassing van duikbooten echter is dit in onbruik geraakt, en wordt een boot van het aangehouden schip afgezondten, om dat de duikbooten geen booten hebben. Ten slotte wees mr. Frangois er nog op, dat het beschouwd zou kunnen worden als een daad, strijdig met de neutraliteit, dat de kapitein van de „Berkelstroom" zijn bemid deling heeft verleend om den commandant van de eene onderzeeboot over te brengen naar de andere. In het algemeen toch geldt het als een schending van de neutraliteit om de communicatie te onderhouden tussehen verschillende schepen van een belligerente partij. In casu evenwel moest men het bevel van den commandant van de U. B. 18 aan den gezagvoerdter, om den commandant van de andere U-boot te halen, beschouwen als een voortgezette handeling vallende binnen het recht van onderzoek. De Raad zal later uitspraak doen. REGEERINGSAANKOOPEN VAN VEEVOEDERARTIKELEN. De „Staatscourant" van gisteren bevatte de medtedeeling, dat de aanvoer en distributie van gerst, haver en lijnkoeken van 15 dezer af door de regeering zal worden-ter hand ge nomen. Naar wij vernemen zullen de aankoopen op dezelfde wijze geschieden als bij mais, d. w. z. door bemiddeling van de gewone inporteurs. De levering zal plaatshebben aan de af laad plaatsen, zoodat de regeering dan het voor deel heeft van de zooveel lagere vrachtprijzen die zij kan bedingen en den aanvoer zelf re gelmatig zal kunen doen geschieden. Omtrent de aanleiding tot het van regee- .ringswege ter hand nemen van den aanvoer en de distributie va nveevoederartikelen (gerat, haver te neemt het de bijzonderheden tikelen worden aangevoerd op N. O. T. con sent. .De voor dien aanvoer beschikbare scheepsruimte was zeer gering, maar het was den importeurs betrekkelijk onverschillig, welke scheepsvracht, zij daarvoor betaalden, aangezien zij deze in den verkoopsprijs ruim terugvonden. Naarmate zij nu meer scheeps vracht betaalden, werd het voor de regeering moeilijker om voor hare aanvoeren scheeps ruimte te krijgen en een behoorlijke scheeps vracht daarvoor te bedingen, terwijl de prij zen van het veevoeder sterk opliepen, wat we der ten gevolge had dat de prijs der produc ten, met dit veevoeder gewonnen, bovenmatig steeg. De normale prijzen van het veevoeder van den oorlog waren den laatsten tijd meer dan verdubbelcL Het is te verwachten dat deze ten gevolge van den thans genomen maatre gel belangrijk zullen kunnen worden ver laagd. Natuurlijk zal intusschen als altijd met de belangen van den handel worden reke ning gehouden. LUCHTBALLON. Aan het Zweedsche consulaat te Rotterdam heeft de gezagvoerder van het Zweedsche, van Gothenburg alhier den 9den aangekomen stoomschip Patria gerapporteerd, dat hij den 7.den Mei 's namiddags op 55o 20' N-B- en 6o 18' O. L. een ballon zag, die in de koere- lijn voor Holland tjreef en in het donker door zijn in het water slepende touwwerk voor de schroeven der stoombooten gevaarlijk kon worden. Op grond hiervan werd de ballon aan boord genomen en alhier naar aankomst aan de Neaerlandlsche autoriteiten overgége- VERSTREKKING VAN LEVENSMIDDELEN. Naar de N. R. Crt. verneemt, wordt een de zer dagen bij de Tweede Kamer ingediend een wetsontwerp, waarbij 28 millioen gulden worden aangevraagd, als bijdrage in de kos ten voor de gemeenten voor de veretrekking van levensmiddelen, daaronder begrepen brood en melk. Fte bedoeling is, dat, voorzoover de gemeen ten deze mochten wcnschen te Verstrekken te gen lageren prijs dan waarvoor deze van re- o— Ter kennis van belanghebbenden wordt gebracht, dat de u 11 r e 1 k f g der HUUR- BONS op Zaterdag 13 Mei a.s. niet zal plaats hebben op het gewone Hur van 1011, doch van 2—3 uur des namiddag». Het Plaatselijk Steuncomité, F. H. RINGERS Sr. geeringswege of vanwege de verschillende producenten-vereenigingen beschikbaar wor den gesteld, het rijk van de daaruit sprui tende kosten voor de gemeenten voor zijn re kening zou nemen, terwijl de gemeenten het overblijvende 1/» zelf zouden moeten dragen. In de wijze van distributie zouden de ge meenten volkomen vrij worden gelaten. TWEEDE KAMER. Nadat de heer Schaper verlof had gekregen zijn interpellatie betreffende de voorziening van levensmiddelen en andere volksbehoeften op nader te bepalen dag te houden, werden de algemeene beraadslagingen over het wets ontwerp tot heffing van een oorlogswinstbe lasting voortgezet. L>e heer van den Tempel (S. D. A. P„ Amst. IX) verdedigde het door de soc.-dem. voorgestelde hoogere heffingstarief. Hij was van oordeel, dat de belangen van, hen, die oorlogswinst gemaakt hebben, in het ont werp op buitengewpne wijze worden ont- Spr. verheugde zich er fn, dat de minister van plan is, zijn aanvankelijk voornemen om de gemeenten in de oorlogswinstbelasting te laten deelen, uit te voeren. Hij waarschuwde er echter tegen, daarmede te wachten tot het einde van den oorlog. De heer de Wykersloot de Weerdesteyn (r. k„ Wijk.-ö.- D.) steunde het adres van den Nederlandschen Boerenbond, om het bedrag der oorlogswinst vast te stellen door commis sies van deskundigen. Gerepliceerd werd dor de heeren Nierstrasz (v. 1., Amst. VI), Ankerman (c. h., Harl.) 'umaer van Twist (a. r„ Steenwijk^ Foc'i (u. 1„ Haarl.) en van Vuuren (r. k„ Zevenb.) een commissie van advies sympathiek, mits gewaakt worden tegen eenzijdigheid. Spr. urong aan op spoedige indiening van net wetsontwerp tot steun von de gemeenten, die ten gevolge van de tijdsomstandigheden bij zondere uitgaven moesten doen. Nadat spr. uitvoerig verschillende punten nader had besproken, verzocht de voorzitter 'pn, zich te ibekorten en niet andere sprekers tot langdurig repliek uit te lokken. De heer Ter Laan zeide dan nog, dat de adressen der scheepvaartmaatschappijen en uer grootindustrieelen een zeer ongunstigen indruk hebben gemaakt in het land. De heer Dumaer van Twist (A. R„ Steen- wijk) repliceerde. Hij vroeg of Indische en an dere officieren, die tijdens de mobilisatie toe slag krijgen, onder de wet zullen vallen. Dat kan de bedoeling van de wet niet zijn. Spr. verzocht dus den minister, de noodige correc- tie in de wet aan te brengen. Hij vroeg voorts o. a. of dè winst, b. v. in de provincie Overu se! gemaakt tengevolge van de hoogere pachè- opbrengst, als oorlogswinst zal worden aan gemerkt. (De minister knikte van ja.) De heer Fock (U. L„ Haarlem) repliceerde. lij betoogde dat aan de Indische kas een «eel der oorlogswinst toekwam. De heer van Vuuren hield vol dat de be- asting principieel zwak staat. Spr. zou al leen om oppertuniteitsredenen met de belas ting meegaan. De minister van Financiën bleef van mee- "'Hg dat de belasting goeden rechtsgrond had. wat de vergoedingen aan, de gemeente betrof achtte de minister het voorbarig nu reeds met een regeling te komen. In het bezwaar wat betreft de speciale in stallaties voor oorlogsindustriën voorzitet de wet. Wat den landbouw betreft de minister zal deskundigen benoemen op oat gebied en op belastinggebied evengoed als dat met de groote commissie zal geschieden. De heeren van van Vuuren en Tydemon lichtten amendementen toe. Dat van den heer Van Vaare wil als maat staf voor de winstberekening nemen het inko men over 1911, 1912 e» 1913. Dat van den heer vdeman is van zuiver redactioneelcn aard. Na dat nog eenige heeren het woord hier over hadden gevoerd werden de beraadslagin gen geschorst tot heden ochtend elf uur. Mr. Th. DE HAAN HUGENHOLTZ Te Haarlem overleed, 72 jaar oud, mr. Th. de Haan Hugenholtz, advocaat en procureur aldaar. Mr. de Haan Hugenholtz promoveerde in 869 te Leiden en vestigdte zich in 1870 te laarlem. Van 1890 tot 1907 was hij lid van den Raad en van 1895 tot 1907 wethoudter. al van jaren was hij deken van de orde van toezicht en dicipline en maakte deel uit van vele besturen en commissies. ZUINIGHEID AAN HET HOF. De correspondent van het N. v. d. D. te Apeldoorn schrijft: Als maatregel tot bezuiniging heeft de Koningin besloten tot opheffing van de bloe- ALKMAARSCHE COURANT. l KO- Du,-- i TV» Ii/UM. T/»«. 1 O T% A «-» rs i. u iuuui,; cu van vuuren ^r. je., ^eveno.l De heer Ter Laan{ S. D. A. P„ Rotterdam V) repliceerde. Hij vindt het denkbeeld van hptrrvf /-To t-nl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1