DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Landweer, Landstorm en lltle.
No. 114
Honderd en achttiende jaargang.
1918
MAANDAG
15 MEI.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 1,franco door het geheele Rjjk f 1,25.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote eontraeten rabat öroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Bode- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
FRANKRIJK.
ENGELAND.
ALKMAAR, 15 Mei.
De Fransche president Poincaré en de En-
gelsche minister van buitenlandsche zakdn
Sir Edward Grey,,hebben woorden gespro
ken, welke niet precies wijzen op spoedige
vredesvooruitzichten. De heer Poincaré heeft
verklaard, dat Duitschland om vrede moet
smeeken en dat de entente haar vredesvoor
waarden wil d'icteeren en de heer Grey heeft
nogmaals verzekerd, dat er alleen een einde
aan den strijd zal worden gemaakt, indien de
geallieerden hun doel hebben bereikt.
Het aangekondigde offensief der entente
zou in den militairen toestand een geduchten
ommekeer teweeg moeten brengen, zal het
ooit zoo ver komen.
Het Fransche Journal des Débats schreef
dezer dagen in een artikel, dat het in alle
entente-landen het belang van staat en bur
ger beide is, dat de oorlog spoedig eindigt.
En dat kan alleen bereikt worden, als alle
beschikbare krachten tegelijk worden aan
gewend. Met den uitputtingsoorlog is
Duitschland niet klein te krijgen. Het oogen-
blik is dus voor de entente-mogendheden ge
komen om alle krachten voor groote slagen
te vereenigen op punten, waar met zekere
waarschijnlijkheid op de overwinning kan
worden gerekend.
Maar wanneer er dan geen verandering
komt zal men dan, aan beide kanten we
tend dat een verplettering van de tegenpartij
onmogelijk is, den strijd maar blijven voort
zetten?
Militair nieuws is er niet. Er is wel ac
tie, maar zij levert weinig op. Zoo weinig,
dat het tusschen de Engelsche en Duitsche
legerberichten een punt van verschil kan
zijn, of er 1 of 10 Engelschen gevangen ge
nomen zijn.
Bij Verdun duurt, zegt Havas, de worste
ling voort, terwijl de hevigheid afwisselend
vennindert en toeneemt.
In den Kaukasus zijn de Turken er in ge
slaagd de Russen tegen te houden voor
hoe lang echter? In Oost-Afrika kunnen de
Duitschers het de troepen van generaal Smits
doen, zoodat de Engelsche veldtocht er hier
niet voorspoediger op is geworden.
Naar verluidt heeft de entente er van af
gezien, de Servische troepen langs de Griek-
6che lijnen te vervoeren. Is dit juist, dan is
dit een concessie aan de Grieksche regee
ring, welke vatbaar is voor tweeërlei uitleg
ging: de entente deinst terug voor de conse
quentie van haar politiek, of wel zij acht het
thans niet meer noodig de Grieksche regee
ring te dwingen.
Het Britsche stoomschip Eretria (3500 ton)
is in den grond geboord en de Zweedsche
schoener Harald eveneens.
Lloyds meldt verder, dat een Engelsdi
vaartuig, het zeilschip Galgate, op 156 mijl
uit de kust getorpilleerd is, zoodat wel is
waar is voldaan aan de belofte van waar
schuwen, maar niet aan die nopens de veilig
heid van de bemanning. Natuurlijk is het de
bedoeling, vooral president Wilson op dit
feit opmerkzaam te maken, die echter wel een
officieele lezing" zal afwachten. Inzake de
Tubantia wordt uit Parijs medegedeeld, dat
de Duitsche regeering zich op het standpunt
stelt, dat dit Nederlandsche schip toevallig
getroffen is door een torpedoe welke eenige
dagen te voren door een Duitsch schip op
een Engelsch was afgeschoten en toen niet
ontplofte. Ook hier mag een officieel bericht
afgewacht worden.
Engeland en Duitschland hebben allebei
hun lastige binnenlandsche aangelegenheden,
het eerste Ierland, het tweede de crisis aan
binnenlandsche zaken.
t>e Daily Chronicle bevat een belangrijk
artikel over een Iersche regeering voor Ier
land. Hebben, zoo vraagt het blad, de Engel
sche staatslieden voldoende genie en verbeel
dingskracht om die tegenwoordige gelegen
heid aan te grijpen nu iedereen hier én in
Ierland meer dan genoeg heeft van den be-
treurenswaardigen opstand in Ierland en
zijn droevig naspel ten einde een radicale
verandering te brengen in den geest en de
getroffen is door een torpedo, welke eenige
methode van die Iersche regeering Op het
oogenblik is er geen burgerlijk bestuur in
Ierland, maar er zal spoedig een in het leven
moeten worden geroepen. Hoe eer, hoe béter.
De krijgswet mag noodig geweest zijn, totdat
de Sinn Fein opstand bedwongen was.. Het
is echter een hatelijk middel; dat zoo spoe
dig mogelijk behoort te worden afgeschaft.
Het handhaven van dé krijgswet voor geheel
Ierland wijst op een verwijt en een wantrou
wen, dat de Iersche bevolking stellig niet
verdient. Welk uitvoerend bewind moeten we
nu instellen? Eén ding is duidelijk. Het
moet iets heel anders zijn, dan het vroegere
•stelsel, dat jammerlijk gefaald heeft, in de
oogen van de geheele wereld. De methoden
om Ierland te regeeren zijn tweeërleide
eene is een kroonkolonie-regeering met een
gouverneur, die een groote, schier autocrati
sche macht heeft en alleen aan de regeering
te Londen verantwoording schuldig is, de
andere is de instelling van een uitvoerend
lersch bewind. Het blad geeft aan de laatste
regeling de voorkeur. „Terwijl wij, zegt het,
wat ons betreft, gelooven dat het een daad
van wijsheid zou zijn, een nationaal parle
ment in Ierland, in te stellen, zelfs nu midden
in den oorlog, erkennen wij, dat er een poli
tiek bestand is en wij wenschen aan de ge
voelens der unionisten geen geweld aan te
doen. Wij zouden echter aan onze unionisti
sche vrienden deze vragen willen voorleg
gen: Is niet het tegenwoordige tijdstip, nu
er een coalitieregeering aan het bewind is,
een ideale gelegenheid om een vooruitstre
vende verandering in de regeering van Ier
land te brengen? Indien gij niet den moed
hebt, de wet nopens zelfregeering snel in
werking te stellen, kunnen wij het dan niet
eens worden over de oprichting van een na
tions len raad, waarin mannen als mr. Red
mond, Sir Edw. Carson, mr. Dillon, Sir John,
Lonsdale en mr. Devlin zitting zouden heb
ben, verder 'niet-politieke mannen als lord
Mac Donnell en Sir Horace Plunkett en ver
tegenwoordigers van den Ierschen landbouw,
nijverheid en bankierewereld? Het bestaan
van zulk een nationalen raad zou niet anders
dan het uitvoerend bewind in Ierland kunnen
bevestigen en zou bovendien het voordeel
hebben, dat het de Iersche leiders aan sa
menwerking in nationale zaken zou gewen
nen. Welke bedenkipg zou men tegen de op
richting van zulk een lichaam kunnen heb
ben, tenzij dan dat het een overgang naar
zelfregeering is? Heeft d!ie bedenking eeni-
gen grond? De invoering van zelfregeering
in Ierland, met bijzondere maatregelen voor
Ulster, is even zeker als dat de zon morgen
op zal gaan.
De conservatieve pers blijkt echter nog
even onverzoenlijk als tevoren. Zij wil niet
slechts niet van toenadering weten, maar
dringt ook aan op handhaving van den staat
van beleg in Ierland. Wat Duitsch lands
moeielijkheid betreft, is het duidelijk, dat de
staatsminister Delbrück niet dadelijk een op
volger zal krijgen. De bedoeling is niet on
waarschijnlijk, dat degeen, die dit ambt ver
vult, een dictator zal zijn, die in staat is een
heid in de volksvoeding te brengen om daar
door het nijpende van de economische afslui
ting te verzachten.
Vermelding verdient het, dat Engeland en
Duitschland via Amerika een regeling hebben
gesloten met betrekking tot de levensmidde
lenvoorziening in Polen, Servië, Albanië en
Montenegro. Engeland is bereid den invoer
van levensmiddelen niet te verhinderen en
Duitschland is bereid schepen beschikbaar te
stellen voor het vervoer van Noord-Amerika
of elders naar Dantzig.
EEN VERKLARING VAN PRESIDENT
POINCARé.
President Poicaré overhandigde hedenoch
tend de versierselen van het Legioen van Eer
aan den burgemeester van Nancy, als beloo
ning voor burgerlijken moed en hield daarbij
een redevoering, dfie aldus eindigde: „Oaa-
lenrijk en Duitschland, gekweld door wroe
ging en verschrikt van de verontwaardiging
en den haat, dien zij bij de menschheid heb
ben gewekt, beweren, dat - het alleen de
schuld der geallieerden is, dat de oorlog
wordt gerekt. Dat is een lompe ironie, door
welke zich echter niemand om den tuin laat
leiden.
De Duitschers en Oostenrijkers bieden ons
noch indirect noch direct vrede aan; wij wil
len ook niet dat zij ons vrede aanbieden. Wij
willen, dat zij er om vragen. Wij willen van
hen geen voorwaarden ontvangen, wij willen
hun dé onzen opleggen. Wij willen geen
vrede, waarbij een eeuwige bedreiging op
Europa blijft drukken, wij willen een vrede,
bij welken het hersteld recht ernstige waar
borgen voor evenwicht en stabiliteit geeft.
Zoolang zulk een vrede niet verzekerd zal
zijn, zoolang onze vijanden niet zullen er
kennen overwonnen te zijn, zullen wij den
strijd niet opgeven."
MINISTER GREY AAN HET WOORD.
De Engelsche minister van Buitenlandsche
Zaken, Sir Edward Grey, heeit een persge-
sprek gehad met een correspondent van een
Amerikaansch blad. Daarin verklaarde hij
o.a.: „De tirannie van Pruisen over West-
Europa, ook deze eilanden, zal ons volk niet
blijven dulden. De geloften van den heer
Asquith, dat België en Servië in hunnen
ouden toestand hersteld zuilen worden, zul
len gestand worden gedaan. Wij zullen de
overeenkomst, die wij teekenden, om slechts
vrede te sluiten in overleg met onze bondge-
aooten, strikt" en tot het einde toe eerbiedigen.
Wij bestrijden het Duitsche denkbeeld van
de heilzaamheid, ja zelfs de wenschelijkheid
van een steeds terugkeerenden oorlog. Wij
willen een gevestigden vrede in Europa en
in de geheele wereld, die een waarborg zal
zijn tegen een aanvallenden oorlog."
Wat betreft de weigering van Duitschland
inzake onderhandelingen in de kwestie tus
schen Oostenrijk en Servië waardoor de oor
log ontketend werd, zeide de minister: „Is
het noodlottige van de oorlogsmethode in
dezen oorlog niet afdoende bewezen? In
dustrie en handel zijn ontwricht, de levens
lasten schromelijk verhoogd, millioenea men-
schen verminkt en blind geworden de natio
nale haat versterkt en zelfs de geheele bescha
ving bedreigd'. De conferentie, die wij voor
stelden, of de conferentie te 's-Gravenhage,
die de Tsaar wilde, zouden de kwestie in on
geveer een week hebben opgelost en al deze
rampen waren vermeden."
Op de vraag, of de neutralen den vrede
zouden kunnen helpen bevorderen, zeide de
minister, dat zij eerst moesten zeggen, wel
ken vrede zij meenden. Vredesraadgevingen,
die zuiver abstract zijn en waarbij geen po
gingen worden gedaan om te onderscheiden
tusschen het goed en het kwaad van dezen
oorlog, zijn onbruikbaar, misschien zelfs on
gepast.
Sir Edward Grey ontkende beslist dat er
voor den oorlog eèn coalitie tegen Duitsch
land had bestaan. De grondslag van Enge-
lands pogingen tot toenadering in de laatste
jaren was geweest de bedoeling om goede be
trekkingen te verzekeren en een einde te ma
ken aan de geschillen met andere volken. De
overeenkomst met Frankrijk en daarna met
Rusland waren niet aangegaan met vijandelij
ke bedoelingen jegens Duitschland, maar uit
sluitend om den weg te banen voor een blïj-
venden vrede.
De minister vond het een dwaasheid van
den Rijkskanselier, om te beweren, dat Groot
Brittannië „het vereenigde, vrije Duitschland"
wilde vernietigen.
„Wij zouden gaarne zien, dat het Duitsche
volk zoo vrij was als wij zelf wenschen te
zijn en zooals wij het voor andere volken in
Europa en in de geheele wereld wenschen."
Aan het einde van het onderhoud verklaar
de de minister:
,,De Pruisische autoriteiten hebben blijk
baar slechts één vrede op het oog, een ijzeren
vrede, aan andere naties opgelegd door de
Duitsche suprematie. Zij begrijpen niet, dat
vrije mannen en vrije naties liever sterven dan
zich te voegen naar die eerzucht en dat er
aan den oorlog geen einde kan komen voor
zij is opgegeven.
DE PERS ALS OPPOSITIE.
Aan een feestmaal van journalisten te Lon
den heeft Lord Derby een rede gehouden
over de pers als oppositie. Hij betreurde,
dat in het Lagerhuis de officieele oppositie
was verdwenen, maar haar plaats werd met
eere vervuld door de pers. Het was nu aan
de pers overgelaten om aan de inzichten en
wenschen van het land uiting te geven.
Lord Derby verdedigde ook blijkbaar'
doelende op minister Lloyd George, wien
men het kwalijk heeft genomen, dat hij met
de Times in verbinding heeft gestaan dat
ministers met de pers betrekkingen hebben.
Natuurlijk bedoelde hij niet, dat een minister
zich tot de pers zou wenden opdat deze re
clame voor hem zou maken. Maar waarom
zou hij niet tot de pers gaan om te weten
der
er in
êiood
wat het land denkt en uit te leggen, wat zijn
politiek is en hoe hij zou wenschen. dat zij
aan het land duidelijk wordt gemaakt? Maar
wie zoo doet, moet op kritiek ,rekenen. Zoo
lang de kritiek echter eerlijk en open ia kan
een man die in het openbare leven staat niets
beters verlangen.
Hughes, de eerste minister van het Austra
lische Gemeenebest, sprak ook. Hij zei, dat
de pers zoozeer tot de vrije instellingen van
het Britsche Rijk behoort, dat hij zich de be
schaving niet zonder de pers kon denken
Wanneer de deelen van het Britsche Rijk
eens nauwer tot elkaar komen te staan, zal
de pers daartoe veel hebben bijgedragen.
KORTE BERICHTEN.
Naar de onder-minister Tennant, Don-
in het Lagerhuis mededeelde, waren
'erland 14 rebellen terechtgesteld, 2 ter
veroordeeld maar niet terechtgesteld,
79 tot gevangenisstraf veroordeeld en 1706
gedeporteerd.
In Nieuw York namen Zaterdag
16C.000 menschen deel aan een demonstratie
ten gunste van leger uitbreiding. Het moet de
grootste optocht geweest zijn, die ooit heeft
plaats gehad.
Te Manchester dreigt een geschil in de
katoennijverheid. De spinners en kaarders
hebben besloten tot een actie voor 10 percent
opslag van loon.
Er zijn thans op last van de Engelsche
ministerie van handel, in 't geheel 138 vijan
delijke firma's opgeheven.
Het lijk van veldmaarschalk von der
Ooltz pasja is, na te zijn gebalsemd, voorloo-
pig te Bagdad bijgezet.
In Engeland worden 42 schepen voor
buitenlandsche rekening gebouwd. Zonder
goedkeuring van de Engelsche regeering kan
echter geen van die schepen onder vreemde
vlag worden gebracht.
hx het Engelsche Lagerhuis werd aan
de regeering gevraagd een prijs van 120000
uit te loven voor een licht projectiel, dat, van
af een vliegtuig geschoten, in een Zeppelin
zou ontploffen en brand veroorzaken. De re
geering verklaarde, dat zij tien duizenden
denkbeelden daaromtrent kreeg. Er wordt
voortdurend aan gewerkt, een prijs uit te lo
ven is niet noodig.
De Russische Doema heeft haar tienden
verjaardag gevierd. Men toont zich in het
land zeer ingenomen met de werkzaamheden
van dit parlement gedurende den oorlog.
Nadat dé Kaap provincie eerst door een
vreeselijke droogte geteisterd was, traden he
vige overstroomingen in, waarbij 100 150
menschen omkwamen. Dit geschiedde toen de
regeering een wetsontwerp indiende om de
schade, door de droogte geleden, te vergoe
den.
Minister Asquith is vandaag na^r Bel
fast gegaan.
Honderd zeven opvarenden van de Cym
ric zijn te Liverpool aangekomen. Vijf opva
renden zijn omgekomen, toen het schip zon
der waarschuwing werd getorpilleerd.
In Engeland zal Lora Curzon waar
schijnlijk tot minister van luchtvaart worden
benoemd.
De Daily Mail wijdt er een hoofdartikel
aan onder het opschrift: „De verkeerde man.
Wat weet Lord Curzon van luchtvaart?"
Aan de universiteit van Tsemourts zijn
alle colleges weer begonnen.
In Londen werd een geheime vergade
ring voor den vrede gehouden. Het publiek
er achter doch de politie belette het bin
nen het gebouw te dringen. Bij het uitgaan
werden de afgevaardigden echter aangevallen
verscheidene liepen verwondingen op.
Thans is men achter de oorzaak van den
algemeenen papier nood gekomen: de voortdu
rende wisseling van nota's tusschen Amerika
en Duitschland.
BINNENLAND.
ONZE MINISTER PRESIDENT.
De Koningin heeft Zaterdagnamiddag mi
nister Cort van der Linden op het Huis ten
Bosch ontvangen, in verband met de herden
king van zijn 70en geboortedag.
Naar wij vernemen heeft H. M. bij die ge-
legenhei d den Minister en zijne echtgenoote
zeer hartelijk gelukgewenscht met hun huise
lijk feest en heeft H. M. den minister haar
portret aangeboden, gevat in prachtige lijst.
Hare Majesteit heeft met eigen hand op
dit portret geschreven de woorden: „Nunc
aut Nunquam, zij indachtig hij die bestuurt
het roer van Staat. Wi-lhemina." (Nunc aut
nun quam is nu of nooit.)
Mevrouw Cort van der Linden ontving van
Prinses Juliana een bloemuriker.
In dé zaal van het Departement van Justi-
waar steeds de bijeenkomsten van den Mi
nisterraad plaats hebben, en dus minister
Cort van der Linden, ook als toenmalig Mi
nister van Justitie, zoo vaak in 's lands be
lang gearbeid heeft, mocht mr. Cort van der
Linden Zaterdagnamiddag, ter gelegenheid
van zijn 70en verjaardag, dien hij' heden
viert, van zijne ambigenooten een blijk van
hunne groote sympathie en hoogachting ont
vangen.
De Burgemeester van Alkmaar
brengt ter kennis van belangheb
benden, dat de uitkeerlng der ver
goedingen, loopende over bet tijd
vak van 6 Mel tot en met IS Mei,
aal plaats hebben ten Stadliulee ep
Dinsdag 16 Mei voor zee-
veel de LilDVBBB ea den
LANDSTORM aangaat,
des namiddags van a8 nor
en voor zooveel de MILITLO betreft
des namiddags van 84 mm
Alkmaar, 12 Mei 1916.
De Burgemeester voornoemd,
O. RIPPING.
Daar werd den grijzen staatsman, in tegen
woordigheid van zijne echtgenoote en zijn
zoon, en in het bijzijn van alle ministers met
hunne echtgenooten en van mejuffrouw Pleyte
als vertegenwoordigdster van den Minister
van Koloniën, die voor particuliere aangele
genheden in het buitenland vertoeft, aange
boden, als geschenk der ministers een schilde
rij van Van Soest, voorstellende een winter
landschap, sterk beschenen door de zon. Dit
doek was bedoeld als een symbolische voor
stelling van de grijsheid van den. staatsman,
wien het werd aangeboden enwaaraan de zon
een zekere kracht verleent. De krachtige grijs
aard die Cort van der Linden is, werd dus
op deze zinnebeeldige wijze aan den voor
avond van zijn 70e levensjaar door zijne
ambtgenooten, die hem ten hoogste achten,
verrast
Met een kort, maar van die hooge achting
en waardeering getuigend, zeer hartelijk
woordt bood de vice-president van den Minis-
terraaad, dr. Lely, Minister van Waterstaat,
den verjarenden minister dit schilderij aan.
DE VERJAARDAG VAN
MINISTER CORT VAN DER LINDEN.
Groot was gisteren de belangstelling door
het geheele land in het huiselijk leest van
minister Cort van der Linden. Velen en vele
waren de sympathiebetuigingen die den grij
zen staatsman mocht ontvangen, zoowel in
telegraphischen als anderen vorm.
Een bloemzending trok vooral de aandacht
te meer daar zij in vergulden korf was, ml.
het geschenk van de elf Commissarissen der
Koningin in Nederland. Een vijftigtal bloem
stukken werden den jubilaris aangeboden
door en namens de Belgische vluchtelingen.
Door velen werd de receptie ten huize van
den Minister bezocht. Onder de eersten, die
Z.Exc. persoonlijk kwamen gelukwenschen
was Z. K. H. de Prins der Nederlanden, Z. K.
H. schonk den verjarenden staatsman zijn
portret, tevens plaatste Z. K. H. zijn handtee-
kening in het felicitatieregister. De ambtge
nooten van den minister, die hem reeds Za
terdagmiddag hadden gehuldigd kwamen hem
gisieren nogmaals ten zijnen huize de hand
drukken. De burgemeester de Commissaris
der Koningin in Zuid-Holland, de voorzitter
van de Tweede Kamer, vele leden van de
Eerste en Tweede Kamer, (onder wie mr. De
bavornin Lobman, dr. Kuyper, de heer Co-
lijn), de Gouverneur der residentie, verschil»
lende gezanten, de president der Synode van
de Nea. Herv. Kerk en nog tal van andere be
langstellenden kwamen den heer Cort van
der Linden, ten wiens huize het tusschen drie
en zes uur een voortdurend komen en gaan
was, persoonlijk gelukwenschen, ongerekend
nog de velen, die hunne kaartjes aigaven,
l i. M.' de Koningin-Moeder zond den jubi
laris een tejegraphische gelukwensch. De
Haagsche Journalistenkring zond Z. Exc.
eveneens een telegram, enfin van heinde en
ver kwamen telegrammen, brieven, kaartjes
binnen, van Senatoren van Universiteiten en
andere onderwijs-inrichtingen, van instellin
gen op het gebied van 's ministers bemoei
ingsferen. Het is te moeilijk om aan een op
somming te beginnen.
De N. Crt. meldt nog:
Aan het einde van de godsdienstoefening
in de Remonstrantsche Kerk, die des ochtends
door den heer en mevrouw Cort van der Lin
den werd bijgewoond, sprak de voorganger
ds. P. Heering eerst de gemeente toe met de
woorden: maanden en welhaast jaren hebt
gij geleefd in rustig vertrouwen, omdat gij
wist dat de behartiging van 's Lands zaken
aan goede handen was toevertrouwd.
En zich daarop richtende tot den heer en
mevrouw Cort .van der Linden, zeide spre
ker, dat het een vreugde voor hem was in
naam van allen den eersten minister geluk te
mogen wenschen en hem te verzoeken de har
telijke verzekering te aanvaarden van aller
hoogachting en1 dankbaarheid.
I elkenmale als wij geschokt werden door
liet wereldgebeuren om ons heen, bevonden
wij ons zoo wel te moede, omdat wij wisten
dat uw wijs beleid, bevorderlijk was aan
s Lands dierbaarste belangen.
ALKMAARSCHE COURANT.
a o-