DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van liet Zuidelijk Oorlogsterreln
No. 122
Honderd en achttiende jaargang.
1916
Ir. p. post f 1.25. Advertentieprijs 10 ct p. regel, groote letters naar
WOENSDAG
irnte. Brieven fr.N.V.
Handelsdrukkerij v.h. HERffls. COSTER 4 ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3.
24 MEI.
NEDERLAND.
I3r o o dvo orziening.
ALKMAAR, 24 Mei.
Aan het Italiaansche front hebben de Oos
tenrijkers weder nieuwe vorderingen ge
maakt. „Het ongeveer 150 kilometer lange
front tusschen de Etsch en de Brenta is in
beweging gekomen" zegt het Oostenrijksche
legerbericht, „de noordelijkste binnenste gor
del van de Italiaansche legerplaats van Ar-
siro is open gescheurd, de kanonnen konden
tot op 4 K.M. van de forten van Arsiro wor
den vooruitgebracht, de artillerie beschiet
reeds de laatste en sterkste versperring voor
de laagvlakte van Venetië, 50 K. M. Itali-
aansch gebied, 8 K.M. over de Italiaansche
grens is reeds bezet.
Wij hebben gisteren gezegd dat de verove
ring van Arsiero het is te verwachten dat
de Italianen in en bij deze vesting krachtig
zullen beletten den weg naar de Venetiaan-
sche vlakte in te slaan, maar bij de artilleris-
tische meerderheid der Oostenrijkers is een
spoedige mislukking van die poging geensr
zins onmogelijk een rustpunt is, van
waaruit verdere gevolgen van het Oosten
rijksche offensief, waaraan men thans niet
meer geringe beteekenis moet hechten, kun
nen worden nagegaan.
Hevig woedt de strijd rondom Verdun,
waar de Franschen zich in één woord prach
tig houden. Het laatste Fransche legerbe
richt geeft een beeld van deze worsteling,
waarin de Franschen zoo kranig stand hou
den, geen kamp geven, maar zich moedig en
krachtig blijven verdedigen en zelfs aan
vallend optreden en blijvende voordeden we
ten te behalen. De Duitsche aanvallen in
de buurt van Verdun blijven hevig, na een
bombardement der zware artillerie, dat den
geheelen morgen duurde, wierpen de Duit-
schers op den linkeroever van den Maas her
haaldelijk aanvallende troepen op de Fran
sche stellingen ten Oosten en ten Westen
van „den Doodfen Man" zegt dit Fransche
legerbericht. De eerste aanval werd onder
bloedige verliezen afgeslagen, zonder dat de
Fransche linies konden worden bereikt, te
gen 7 uur in den avond lukte het den Duit-
schers vasten voet te krijgen in een loop
graaf, die naar het Westen loopt, maar door
een tegenaanval werden ze er onmiddellijk
weer uit verdreven.
En op den rechteroever woedt een moord
dadig gevecht in de streek van Haudromont
Douaumont. Daar hebben de Franschen
een belangrijke vordering gemaakt. Zij zijn
er in een stormloop, ondernomen door Tur-
co's en Zouaven, ondanks het geconcentreer
de Duitsche vuur in geslaagd door de draad
versperringen heen te komen en de Duitsche
verdedigingswerken te naderen op de plaats,
waar eens het fort Douaumont stond. Te ver
geefs trachten de Duitschers dé verloren ge-
gane loopgraven te heroveren. Zij mogen
overdag of 's nachts met sterke strijdkrach
ten tegenaanvallen uitvoeren, zij mogen de
artillerie met verwoede kracht laten werken,
de Franschen geven het verkregene niet prijs.
Zoo verbloeden daar bij Verdun de twee
dapperste legermachten, welke in dezen oor
log strijdentotdat het oogenblik van
militaire uitputting is bereikt.
Komt het zoover?
De Amerikaansche pers, welke als een he
vel wordt gebruikt door de toonaangevende
landen, die er gebruik van maken om hun
woorden en gedachten de wereld In te bren
gen, maakt melding van het antwoord, dat
de Duitsche rijkskanselier heeft gegeven op
het bekende interview van Sir Edward Grey.
Ziehier wat de heer v. Bethmann Hollweg
heeft te antwoorden op hetgeen de Engelsche
minister van buitenlandsche zaken heeft ver
klaard
„Tweemaal stelde ik openlijk vast, dht
Duitschland bereid was te onderhandelen op
den grondslag, die het tegen toekomstige
aanvallen, door een verbond zou beschermen
en Europa den vrede verzekeren.
„Gij kent het antwoord van president
Poincaré. Alleen wanneer de staatslieden
den oorlogstoestand zoo opvatten, als elke
oorlogskaart dien toont, wanneer zij eerlijk
de oorlogs- en vredesvraagstukken practisch
bespreken willen, zullen zij den vrede nabij
komen. Wie daartoe niet bereid is, die
draagt de schuld, wanneer Europa nog ver
der verbloedt. Ik wijs deze schuld ver van
mii af."
En terwijl de Duitsche rijkskanselier aldus
heeft gesproken, zal in het Engelsche Lager
huis aan de, regeering worden gevraagd of
het niet wenschelijk is, de voorwaarden be
kend te maken, waarop zij bereid is vrede te
sluiten.
Hoe ver dus de leidende staatslieden in
hun interviews ook van elkaar af mogen
staan, toch blijken hun woorden langzamer
hand ook eenigen invloed in de voornaamste
oorlogvoerende landen te krijgen. Zou dat
niet als een eenigermate hoopvol teeken zijn
te beschouwen?
Het Oostenrijksch legerbericht van giste
ren luidde:
Onze troepen rukken nu ook aan weerszij
den van het Suganadal op. Borgo (op den
rechteroever van de Brenta) hebben de Itali
anen overijld verlaten. Rijke buit is ons in
handen gevallen.
Het legercorps uit Graz heeft de grens
overschreden en vervolgt dén verslagen te
genstander.
De Italiaansche verdedigingswerken van
den Monte Verena zijn in ons bezit.
In het Brand-dal is een aanval op de vij
andelijke stellingen bij Chiesa gaande.
Het aantal sedert den 15en Mei buitge
maakte kanonnen is tot 183 gestegen.
Onze watervliegtuigen hebben het spoor
wegvak San Dona ai PiavePortogruano
met talrijke bommen bestookt.
KORTE BERICHTEN.
In Triest heeft men de verjaardag der
Italiaansche oorlogsverklaring plechtig her
dacht met een godsdienstoefening. Onder de
bevolking heerschte een feeststemming door
de berichten der Oostenrijksche overwinnin
gen in Tirol.- Er werd veel gevlagd.
De Prins van Wales is naar hèt front
gegaan.
In den nacht van den 14en dezer zijn de
Dardanellen gebombardeerd door 8 vliegers,
die 70 bommen wierpen, echter zonder eenige
uitwerking zegt Konstantinopel.
De Turken zeggen dat zij vanwege den
gunstigen toestand, door de inneming van
Koet el Amara onstaan, hun troepen op den
rechter Tigris-oever wat hebben moeten terug
trekken!
De Oostenrijkers zijn op ltaliaansch
gebied doorgedrongen, hun front van 150 K.
M. lengte is in beweging gekomen en vervolgt
de Italianen.
DE VREEMDSOORTIGE BUNKERKOLEN-
GESCHIEDENIS.
Erger'zullen wij het nu niet noemen, maar
vreemd is het zeker, dat, wij schreven het
reeds, Engeland het bunkeren heeft toege
staan mits 30 pCt. laadruimte, en vinden zij
Duitsche bunkerkolen aan boord, dan kun
nen de schepen naar Engelsche havens opge
bracht worden, waar de Duitsche bunkerko
len gelost en vastgehouden kunnen worden.
Dat gerucht deed midden April 1.1. de ronde.
Prof. Sfrugchen schreef in „Van onzen Tijd"
van 29 April LI.: „Onrecht zou op onrecht
worden gestapeld en de beide maatregelen
zouden in vereeniging geen anderen naam
verdienen dan afpersing en volkenrechtelijk
misdrijf van de ergste soort. Hij verklaart
evenwel slechts op een gerucht af te gaan,
dat „tot hu toe niet is bevestigd," en dat „dan
ook, zelfs in dezen oorlog, moeilijk valt te
gelooven."
Mr. H. Louis Israels zegt in de Tel.: Ik
achtte het voorzichtiger, niet op het gerucht
af te gaan. maar eerst af te wachten zoowel
de officieele bescheiden als de practische toe
passing der maatregelen, te meer omdat, na
dat eenige dagen lang veel inkt was ver
bruikt ter bestrijding van deze beweerde
daad van willekeur, wij later geen klachten
hoorden van onze reederijen en evenmin be
speurden, dat onze scheepvaart geheel lam
gelegd werd. hoe nauwkeurig ook de Engel
sche vloot ae Noordzee blijft bewaken. De
twijfel aan de juistheid van het gerucht,
reeds bij prof. Struycken op theoretische
gronden ontstaan, werd door deze practi
sche ervaring dus nog sterker.
Inderdaad bleek reeds spoedig, dat de be
weerde samenhang tusschen die twee maat
regelen op grond hunner gelijktijdigheid niet
bestaat, want dat, terwijl de tweede maatre
gel, die van het aanhouden der Ehiitsche ko
len, op 18 April werd genomen, de andere
reeds eenige weken vroeger niet als regee-
ringsvoorschrift, maar wel als eisch der
practijk in toepassing was gebracht.
Men weet, dat Engeland gebrek heeft aan
scheepsruimte en gebukt gaat ondér een be
langrijke vermindering van zijne steenkool-
productie en hierin ligt eene gereedé verkla
ring, waarom, behalve den prijs in geld der
Engelsche kolen, ook nog betaling met
scheepsruimte wordt gevorderd. Het staat
een ieder vrij, dien prijs te hoog te vinden en
dan andere kolen te gebruiken.
Omtrent die voorwaarde van beschikbaar
stelling van scheepsruimte als men EngelL
sche kolen wil bunkeren en ook als men
uit Engeland materiaal wil betrekken voor
den bouw van nieuwe schepen, was men
algemeen van oordeel, dat, hoe hinderlijk
ook in sommige gevallen, zij toch niet in
strijd' kon worden geacht met het algemeen
volkenrecht, bepaaldelijk niet met de rechten
der neutralen.
Maar zegt de Order in Council van 11
Maart 1915: „Ten einde misverstand te
voorkomen, wenscht de Regeering van Z. M-
onzijdige scheepseigenaars te waarschuwen,
dat alle steenkolen van Duitschen oorsprong,
door onzijdige schepen vervoerd, hetzij als
lading, hetzij in de bunkers, vatbaar is voor
aan- en vasthouding op dezelfde wijze als
andere."
Daarom moeten neutrale schepen dus voor
zichtig zijn en nagaan of hun kolen van
Duitschen oorsprong zijn. Een waarschu
wing dus dat er met kolen in de bunkers
even zoo gehandeld worden zal als met an
dere goederen van Duitschen oorsprong. De
ze represaillemaatregel is door Engeland en
Frankrijk genomen in antwoord op den ver
scherpten Duitschen duikbootenoorlog. Het
besluit was reeds 1 Maart 1915 door de bei
de regeeringen officieel aan de neutrale mo
gendheden aangekondigd en minister Lou
don heeft, bij schrijven van 19 Maart 1915
terstond medegedeeld aan de Staten-Generaal
zijn protest tegen het Besluit doen hoo-
ren. En de represaillemaatregel van Enge
land en Frankrijk levert bij behoorlijke wel
willende toepassing van het onderzoekings-
recht, op neutrale schepen geen noemens
waardige belemmering van den onzijdigen
handel op, en houden ook geen bedreiging in
tegenover levensmiddelen of koopwaren der
neutralen. Beide regeeringen waren nooit
voornemens het wettig eigendom van neutra
len aan te houden, of als contrabanden te
beschouwen, die dan die prijsverklaring
zouden wettigen.
Zij wilden zich alleen alle mogelijke be
voegdheden verzekeren, om na te kunnen
gaan of niet onder den schijn van neutraal
eigendom en neutralen handel de Duitsche
handel, ondanks de blokkade, toch nog met
de landen van over zee wordt voortgezet.
En dat de welwillende toepassing in de
praktijk, waarvan minister Loudon gewaagt,
voor de Nederlandsche schepen geen ijdele
belofte is geweest, wordt bewezen door on
ze visscherijvloot. Sinds meer dan een
maand hebben de IJmuider trawlers, die in
de Noordzee visschen, uitsluitend Ehiitsche
steenkool in hunne bunkers.
Sommige dier trawlers zijn door patrouil-
leerende Engelsche oorlogsschepen opge
bracht, doch na onderzoek weer vrij gelaten,
en geen heeft eenige moeielijkheid ondervon
den' met hun Duitsche bunkerkolen, daar ge
bleken is dat die voor het gebruik van het
schip bestemd waren. En zegt Mr. Louis
Israels
Het verschil tusschen de Engelsche en de
Duitsche methode blijkt opnieuw. Engeland
vaardigt krasse besluiten uit, doch is om
zichtig in de toepassing en wil alleen de be
voegdheid hebben schijnmanoeuvres te kun
nen keeren. Duitschland geeft fraaie belof
ten, doch zijne duikbooten lijden aan chroni
sche vergissingen en deze zijn anders dan
eventueele Engelsche onherstelbaar, daar
zij menscFienlevens kosten.
TABAK VOOR DE BINNENLANDSCHE
SIGARENINDUSTRIE.
Hoewel er tot dusver nog geen overeen
stemming is verkregen omtrent de wijze en
de voorwaarden waarop de goedkoopere ta
bak voor de binnenlandsche industrie be
schikbaar zal wordCn gesteld, staan.vol
gens het Hbld. enkele hoofdpunten toch
reeds vast. Zoo is het de bedoeling, dat de
bedoelde tabak alleen zal worden bestemd
voor sigaren die niet duurder zijn dan een
winkelprijs van 3 cent. Daarvoor zal zoo
wel omblad als binnengoed verstrekt wor
den. De fabrikanten moeten zich echter ver
plichten de sigaren die zij met behulp van
deze tabak fabriceeren uitsluitend te leveren
aan in Nederland gevestigde winkeliers met
verbod om het fabrikaat uit te voeren.
Waarschijnlijk zal de hoeveelheid van de
te verstrekken goedkoopere tabak worden be
paald door het aantal werklieden, dat ge
regeld werkt aan de soorten sigaren waar
voor een regeling wordt gemaakt.
HET BAKKEN VAN WITTEBROOD OP
ZATERDAG.
Het Nederl. Correspondentiebureau meldt:
Naar aanleiding van de mededeeling van
de Nederlandsche vereeniging van werkge
vers in het bakkersbedrijf, voorkomende in
de ochtendbladen van 22 dezer, verzoekt men
van bevoegde zijde het volgende mede te
deelen:
De bakkers achten het bakken, rondbren
gen en verkoopen van wittebrood, uitsluitend
op Zaterdag, niet mogelijk op grond, dat het
publiek niet alleen voor dien dag, maar ook
voor de consumptie voor volgende dagen
wittebrood zal eischen en dat het bakken
van een dusdanige groote hoeveelheid op
één dag praktisch niet uitvoerbaar zou zijn.
De uitvoering Van de maatregel behoeft ech
ter niet op dit bezwaar af te stuiten, indien
de bakkers niet meer wittebrood' bakken, dan
zij Zaterdags gewoon waren te doen, en zij
hun vaste cliëntèle niet meer wittebrood leve
ren, dan de hoeveelheid, die deze gewoon is
te betrekken.
De burgemeester van Arnhem heeft vol
gens de N. R. Ct. aan dé ingezetenen mede
gedeeld, dat de belangen van hen, voor wie
gebruik van bruinbrood uit een geneeskun
dig oogpunt schadelijk is, door de bestaande
ministerieele regeling voldoende zijn verze
kerd'. Het weder bij wijze van proef op en
kele dagen per week bakken van wittebrood
zal niet alleen het bakkersbedrijf ontwrich
ten, maar bovendien de mogelijkheid openen
voor talrijke misbruiken, waarop een be
hoorlijk toezicht onmogelijk is. De burge
meester meent daarom, dat de bedoelde proef
voor Arnhem niet wenschelijk is en hij deelt
mede, dat voorshands in den bestaanden toe
stand van het broodbakken geen verandering
zal worden gebracht
Ook in Leiden geeft de burgemeester geen
toestemming op Zaterdag wittebrood te bak
ken.
INTERNATIONALE
VERWIKKELINGEN.
Den 18en Febr. schelden twee mannen, de
Duitscher W. en de Nederlander G., aan de
woning van den kunstschilder Toorop, te Nij
megen aan deelt de Tel. mede. De Fransche
dienstbode deed open en nu ontspon er zich
een situatie, die zoo verrassend op den tegen-
woordigen internationalen politieleen toestand
geleek, dat het jammer zou zijn haar niet even
mede te deelen
Terwijl Nederland rustig toekeek zocht Ger-
mania toenadering tot Marianne, wierp haar
lieve lonkjes toe en ging ten slotte zelfs over
tot een poging, om haar teomarmen.
Juist op dit kritieke moment kwam er voor
het bedreigde Frankrijk hulp in de persoon
van Engeland. Ten tooneele verscheen n.l.
mevrouw T„ die een Iersche is. Met haar hulp
slaagde Frankrijk er in de al te heftige lief
desbetuigingen van Duitschland af te slaan.
Terwijl aldus het conflict der groote mogend
heden in de keuken uitgevochten werd, sloeg
Nederland in den gang zijn slag en kaapte 2
Delftsche borden en een tegeltableau, die uit
gevoerd zijn (naar een café) en te gelde ge
maakt. De oorlogswinst is broederlijk met
Duitschland gedeeld.
Voor dit feit werd tegen beide mannen drie
maanden gevangenisstraf geëischt.
STADSNIEUWS.
BENOEMD.
Ten kantore der inspectie der belastingen
is alhier tijd. benoemd de heer K. G. Botter
met ingang van 1 Juni a.s. Genoemde heer
is thans part. klerk 6e kantoor te Amsterdam.
OVERPLAATSING.
De heer K. van Berkum, Rijksklerk 3e kl.
bij de belastingen is met ingang van 1 Juni
van de inspectie Zwolle le afd. tijdelijk over
geplaatst naar het kantoor der belastingen
alhier.
ALGEMEENE VERGADERING VAN DE
VEREENIGING VAN LANDBOUWHUIS-
HOUD-ON DERWIJ S.
Vanmorgen half tien opende de voorzitter
van bovengenoemde vereeniging, de heer C.
Nobel de vergadering in de bovenzaal van
„de Unie." Spreker riep de aanwezige da
mes-leden en gasten een hartelijk welkom toe.
Met genoegen constateerde hij, dat de ver
eeniging, die nu reeds drie jaar bestond,
steedS blijft toenemen in ledental en daar
door steeds aan invloed wint. Wat de op de
agenda voorkomende bestuursverkiezing voor
twee aftredende leden, waaronder hij zelf,
aanging, zeide spreker te hopen, dat deze
vereeniging, uit dames bestaande, nu ook
zou toonen de mannelijke bestuursleden te
kunnen ontberen.
Ingekomen was een schrijven van dr.
Scheij, dat hij verhinderd was de vergade
ring bij te wonen.
Voorzitter deelde nog mede dat de R. K.
Diocesane Land- en Tuinbouwbond niet
wenschte toe te treden, doch op zich zelve
wenschte te blijven. Spreker drukte hierover
zijn spijt uit, aangezien dit ten nad'eele van
de gewenschte eenheid zou zijn.
Aangezien de heer Lehman verhinderd was
zijn lezing te houden, zal deze door den
heer Wijsman, secretaris van het Heemschut,
worden gehouden.
De voorzitter deed hierna eenige meded'ee-
lingen over de vereeniging, daarbij mededee-
lende, dat het ledental stationair gebleven
was.
Komende aan het punt Landbouwhuishoud-
onderwijs zeide spreker, dat Provinciale Sta
ten als subsidievoorwaarden de eisch stellen
dat ook particulieren of vereenigingen jaar-
lijksche bijdragen geven.
Het bestuur meende dat het schoolgeld als
zoodanig beschouwd moest worden. Ged.
St. deelen deze zienswijze niet en de vereeni
ging zal dus voortdurend hebben te zorgen
voor particuliere bijdragen. Wel gelukte
dit nog steeds en waarschijnlijk zullen de
vereenigingen zich wel blijven interesseeren,
doch spreker meende op voortdurenden ar
beid in deze richting te moeten aandringen.
Inzake de 5-jarige cursus in Alkmaar en
Hoorn zeide spreker dat zich voortdurend
nieuwe leerlingen aanmelden, de onderwijs
commissie heeft daarom besloten om dit jaar
in Alkmaar en Hoorn, indien een voldoend
aantal leerlingen zich aanmelden, weder
nieuwe 5-jaarlijksche cursussen te openen. In
beide plaatsen gaven zich 10 leerlingen aan
voor de cursus a, die door meisjes van 14
jaar en ouder gevolgd kan worden, doch de
commissie stelt als minimum 12 leerlingen;
er zullen zich voor deze cursussen nog mins
tens 2 moeten aanmelden.
Verder zijn er stappen gedaan voor de 2-
jarige cursussen voor meisjes van 16 jaar en
ouder.
Uit verschillende gemeenten ontving de
commissie van burgemeesters en schoolhoof
den bericht dat mij zich zeer interesseerd
voor deze cursussen.
Mej. Niemeyer vernam gaarne in welke
plaatsen deze cursussen mogelijk zouden
zijn. De leerlingen uit die plaatsen zouden
er dan voor kunnen werken.
De voorzitter noemde als zoo'n plaats de
gemente Avenhom en drong er bij allen op
aan in de plaats van hun inwoning daarvoor
te werken. Spreker vond het niet gewenscht
meerdere plaatsen te noemen, aangezien alles
De BURGEMEESTER ;der gemaente
ALKMAAR brengt hierbij ter algemeene
kennis, dat door hem geen gebruik zal
worden gemaakt van de hem door den
Minister van Landbouw, Nijverheid en Han
del verleende bevoegdheid, om met
ingang van Zaterdag 27 Mei a.s. (voor de
Joodsehe bakkerijen van 26 dezer af) het
bakken van wittebrood op Zaterdag
(voor de Israëlieten op Vrijdag) to© to
staan, in verband met daartegen bestaande
bezwaren.
Alkmaar, 24 Mei 1916.
De.Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
nog zeer onbestemd was.
Nog zeide de voorzitter, dat inzake de
cursussen voor verpleging van zuigelingen
of die voor eerste hulp bij ongelukken de
eerste meer de belangstelling waard zijn.
In de Beemster zal met een dergelijke cur
sus een proef genomen worden. Ook in
Winkel zal een dergelijke cursus in het leven
geroepen worden.
Nog bracht spreker hulde aan het gemeen
tebestuur van Hoorn voor hare bereidwillig
heid inzake het verstrekken van lokaliteiten
voor de cursussen.
De rekening over 1915 kwam hierna aan
de orde.
De secretaris-penningmeester, de heer G.
Nobel, deelde mede dat aan contributie ont
vangen was 75.50, aan subsidiën van het
Rijk 2880, van de gemeenten Midwoud
70, Schagen 150, Andijk 300, Hoorn
100, Barsingerhom 150.
De rekening sloot met een nadeelig saldo
van 40.88.
De verkiezing van twee bestuursleden we
gens aftreding van Mej. Cor de Pater en de
heer G. NobeL
De voorzitter verzocht goed te vinden dat
niet de heer G. Nobel, secretaris, met 31 De
cember zijn functie neerlag, doch de voorzit
ter zelf, de leiding moet komen in handen van
de vrouw en de secretaris kreeg dan gele
genheid om een opvolgende secretaresse te
mstrueeren.
Mej. Niemeyer was het met den voorzitter
niet eens, dat dezen tijd reeds gekomen was.
Spreekster herinnerde er aan, dat bij de op
richting niet bepaald was, dat de secretaris
en de voorzitter niet direct herkiesbaar wa
ren. Wanneer het de beide heeren onmoge
lijk was om hun werkzaamheden te blijven
waarnemen, dan moest men dit noode aan
vaarden, zoo niet, dan drong spreekster op
aanblijven aan.
De voorzitter merkte op, dat hij bleef:
voorzitter van de onderwijs-commissie, maar
spreker oordeelde den tijd gekomen dat hij
als voorzitter aftrad van de vereen. Land-
bouwhuishoud-onderwijs.
Mej. Niemeyer bleef de voorzitter in deze
bestrijden. Spreekster bracht nogmaals de
oprichtingsvergadering in herinnering.
De voorzitter betoogde met klem dat hij
op een of andere wijze ontlasting moest heb
ben (gelach).
Ten slotte ging men tot stemming over,
nadat de voorzitter nog had medegedeeld,
dat er een aanbeveling voor de bestuursfunc
ties was ingekomen van mej. M. Waaiboer
uit Anna-Paulowna en mej. N. Bakker uit
Barsingerhom.
Bij stemming werden 31 stemmen uitge
bracht en wel 30 stemmen op den heer G.
Nobel, 28 op Mej. M. Waalboer en 3 op
Mej. G. Bakker, z(
zoodat als bestuursleden
werden gekozen de heer G. Nobel en mej.
M. Waaiboer, die verklaarden zich deze
keuze te laten welgevallen.
De bespreking over de lectuurverspreiding
bracht de wenschelijkheid van verbeteringen
naar voren.
De medewerking van de lezeressen was
wel noodig. Het middel tot verbetering
werd geoordeeld het bedanken van de slechte
lezeressen, die de oorzaak zijn van de stag
natie.
De wenschelijkheid van het opnemen van
het handwerkonderwijs in het leerplan van
den 2-jarigen cursus kwam hierop ter spra
ke.
De voorzitter zeide, dat men indertijd dit
onderwijs niet in den cursus opnam, omdat
men meende, dat er in ieder dorp voldoende
gelegenheid was om dit onderwijs te volgen.
Waar de cursus gedurende de 2 jaar 200 les
uren had, daar meende men daarvan geen
uren voor het handwerkonderwijs te moe
ten afnemen. Gaarne hoorde men de meening
der vergadering.
Mej. M. Waiboer meende, dat het onder
wijs iü schei- en natuurkunde beter door het
handwerkonderwijs vervangen kon worden.
Dit vond veel instemming. Algemeen oor
deelde men het gewenscht, de mogelijkheid
voor het leeren van het maken van kleeding-
stukken in het leven te roepen en dit onder
wijs open te stellen voor de leerlingen van
de cursussen voor het landbouwhuishoudon-
derwijs. Enkelen waren voorstanders voor
het in het leven roepen van een cursus in
het fraaie handwerkonderwijs. Dit was even
wel geen algemeenen wensch.
Mej. van Keulen betoogde, dat een groot
gevaar van het fraaie handwerken was het
verknoeien van de gezondheid van vele meis
jes, Spreekster wenschte een heel bescheiden
plaats aan het fraaie handwerkonderwijs op
de cursussen toegekend te zien.
Mej. Beumer was van meening, dat bij het
landbouwhuishoudonderwijs geen plaats aan
r
ALKMAARSCHE COURANT.
4