DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van liet Zuidelijk Oorlogsterreln No. 122 Honderd en achttiende jaargang. 1916 Ir. p. post f 1.25. Advertentieprijs 10 ct p. regel, groote letters naar WOENSDAG irnte. Brieven fr.N.V. Handelsdrukkerij v.h. HERffls. COSTER 4 ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3. 24 MEI. NEDERLAND. I3r o o dvo orziening. ALKMAAR, 24 Mei. Aan het Italiaansche front hebben de Oos tenrijkers weder nieuwe vorderingen ge maakt. „Het ongeveer 150 kilometer lange front tusschen de Etsch en de Brenta is in beweging gekomen" zegt het Oostenrijksche legerbericht, „de noordelijkste binnenste gor del van de Italiaansche legerplaats van Ar- siro is open gescheurd, de kanonnen konden tot op 4 K.M. van de forten van Arsiro wor den vooruitgebracht, de artillerie beschiet reeds de laatste en sterkste versperring voor de laagvlakte van Venetië, 50 K. M. Itali- aansch gebied, 8 K.M. over de Italiaansche grens is reeds bezet. Wij hebben gisteren gezegd dat de verove ring van Arsiero het is te verwachten dat de Italianen in en bij deze vesting krachtig zullen beletten den weg naar de Venetiaan- sche vlakte in te slaan, maar bij de artilleris- tische meerderheid der Oostenrijkers is een spoedige mislukking van die poging geensr zins onmogelijk een rustpunt is, van waaruit verdere gevolgen van het Oosten rijksche offensief, waaraan men thans niet meer geringe beteekenis moet hechten, kun nen worden nagegaan. Hevig woedt de strijd rondom Verdun, waar de Franschen zich in één woord prach tig houden. Het laatste Fransche legerbe richt geeft een beeld van deze worsteling, waarin de Franschen zoo kranig stand hou den, geen kamp geven, maar zich moedig en krachtig blijven verdedigen en zelfs aan vallend optreden en blijvende voordeden we ten te behalen. De Duitsche aanvallen in de buurt van Verdun blijven hevig, na een bombardement der zware artillerie, dat den geheelen morgen duurde, wierpen de Duit- schers op den linkeroever van den Maas her haaldelijk aanvallende troepen op de Fran sche stellingen ten Oosten en ten Westen van „den Doodfen Man" zegt dit Fransche legerbericht. De eerste aanval werd onder bloedige verliezen afgeslagen, zonder dat de Fransche linies konden worden bereikt, te gen 7 uur in den avond lukte het den Duit- schers vasten voet te krijgen in een loop graaf, die naar het Westen loopt, maar door een tegenaanval werden ze er onmiddellijk weer uit verdreven. En op den rechteroever woedt een moord dadig gevecht in de streek van Haudromont Douaumont. Daar hebben de Franschen een belangrijke vordering gemaakt. Zij zijn er in een stormloop, ondernomen door Tur- co's en Zouaven, ondanks het geconcentreer de Duitsche vuur in geslaagd door de draad versperringen heen te komen en de Duitsche verdedigingswerken te naderen op de plaats, waar eens het fort Douaumont stond. Te ver geefs trachten de Duitschers dé verloren ge- gane loopgraven te heroveren. Zij mogen overdag of 's nachts met sterke strijdkrach ten tegenaanvallen uitvoeren, zij mogen de artillerie met verwoede kracht laten werken, de Franschen geven het verkregene niet prijs. Zoo verbloeden daar bij Verdun de twee dapperste legermachten, welke in dezen oor log strijdentotdat het oogenblik van militaire uitputting is bereikt. Komt het zoover? De Amerikaansche pers, welke als een he vel wordt gebruikt door de toonaangevende landen, die er gebruik van maken om hun woorden en gedachten de wereld In te bren gen, maakt melding van het antwoord, dat de Duitsche rijkskanselier heeft gegeven op het bekende interview van Sir Edward Grey. Ziehier wat de heer v. Bethmann Hollweg heeft te antwoorden op hetgeen de Engelsche minister van buitenlandsche zaken heeft ver klaard „Tweemaal stelde ik openlijk vast, dht Duitschland bereid was te onderhandelen op den grondslag, die het tegen toekomstige aanvallen, door een verbond zou beschermen en Europa den vrede verzekeren. „Gij kent het antwoord van president Poincaré. Alleen wanneer de staatslieden den oorlogstoestand zoo opvatten, als elke oorlogskaart dien toont, wanneer zij eerlijk de oorlogs- en vredesvraagstukken practisch bespreken willen, zullen zij den vrede nabij komen. Wie daartoe niet bereid is, die draagt de schuld, wanneer Europa nog ver der verbloedt. Ik wijs deze schuld ver van mii af." En terwijl de Duitsche rijkskanselier aldus heeft gesproken, zal in het Engelsche Lager huis aan de, regeering worden gevraagd of het niet wenschelijk is, de voorwaarden be kend te maken, waarop zij bereid is vrede te sluiten. Hoe ver dus de leidende staatslieden in hun interviews ook van elkaar af mogen staan, toch blijken hun woorden langzamer hand ook eenigen invloed in de voornaamste oorlogvoerende landen te krijgen. Zou dat niet als een eenigermate hoopvol teeken zijn te beschouwen? Het Oostenrijksch legerbericht van giste ren luidde: Onze troepen rukken nu ook aan weerszij den van het Suganadal op. Borgo (op den rechteroever van de Brenta) hebben de Itali anen overijld verlaten. Rijke buit is ons in handen gevallen. Het legercorps uit Graz heeft de grens overschreden en vervolgt dén verslagen te genstander. De Italiaansche verdedigingswerken van den Monte Verena zijn in ons bezit. In het Brand-dal is een aanval op de vij andelijke stellingen bij Chiesa gaande. Het aantal sedert den 15en Mei buitge maakte kanonnen is tot 183 gestegen. Onze watervliegtuigen hebben het spoor wegvak San Dona ai PiavePortogruano met talrijke bommen bestookt. KORTE BERICHTEN. In Triest heeft men de verjaardag der Italiaansche oorlogsverklaring plechtig her dacht met een godsdienstoefening. Onder de bevolking heerschte een feeststemming door de berichten der Oostenrijksche overwinnin gen in Tirol.- Er werd veel gevlagd. De Prins van Wales is naar hèt front gegaan. In den nacht van den 14en dezer zijn de Dardanellen gebombardeerd door 8 vliegers, die 70 bommen wierpen, echter zonder eenige uitwerking zegt Konstantinopel. De Turken zeggen dat zij vanwege den gunstigen toestand, door de inneming van Koet el Amara onstaan, hun troepen op den rechter Tigris-oever wat hebben moeten terug trekken! De Oostenrijkers zijn op ltaliaansch gebied doorgedrongen, hun front van 150 K. M. lengte is in beweging gekomen en vervolgt de Italianen. DE VREEMDSOORTIGE BUNKERKOLEN- GESCHIEDENIS. Erger'zullen wij het nu niet noemen, maar vreemd is het zeker, dat, wij schreven het reeds, Engeland het bunkeren heeft toege staan mits 30 pCt. laadruimte, en vinden zij Duitsche bunkerkolen aan boord, dan kun nen de schepen naar Engelsche havens opge bracht worden, waar de Duitsche bunkerko len gelost en vastgehouden kunnen worden. Dat gerucht deed midden April 1.1. de ronde. Prof. Sfrugchen schreef in „Van onzen Tijd" van 29 April LI.: „Onrecht zou op onrecht worden gestapeld en de beide maatregelen zouden in vereeniging geen anderen naam verdienen dan afpersing en volkenrechtelijk misdrijf van de ergste soort. Hij verklaart evenwel slechts op een gerucht af te gaan, dat „tot hu toe niet is bevestigd," en dat „dan ook, zelfs in dezen oorlog, moeilijk valt te gelooven." Mr. H. Louis Israels zegt in de Tel.: Ik achtte het voorzichtiger, niet op het gerucht af te gaan. maar eerst af te wachten zoowel de officieele bescheiden als de practische toe passing der maatregelen, te meer omdat, na dat eenige dagen lang veel inkt was ver bruikt ter bestrijding van deze beweerde daad van willekeur, wij later geen klachten hoorden van onze reederijen en evenmin be speurden, dat onze scheepvaart geheel lam gelegd werd. hoe nauwkeurig ook de Engel sche vloot ae Noordzee blijft bewaken. De twijfel aan de juistheid van het gerucht, reeds bij prof. Struycken op theoretische gronden ontstaan, werd door deze practi sche ervaring dus nog sterker. Inderdaad bleek reeds spoedig, dat de be weerde samenhang tusschen die twee maat regelen op grond hunner gelijktijdigheid niet bestaat, want dat, terwijl de tweede maatre gel, die van het aanhouden der Ehiitsche ko len, op 18 April werd genomen, de andere reeds eenige weken vroeger niet als regee- ringsvoorschrift, maar wel als eisch der practijk in toepassing was gebracht. Men weet, dat Engeland gebrek heeft aan scheepsruimte en gebukt gaat ondér een be langrijke vermindering van zijne steenkool- productie en hierin ligt eene gereedé verkla ring, waarom, behalve den prijs in geld der Engelsche kolen, ook nog betaling met scheepsruimte wordt gevorderd. Het staat een ieder vrij, dien prijs te hoog te vinden en dan andere kolen te gebruiken. Omtrent die voorwaarde van beschikbaar stelling van scheepsruimte als men EngelL sche kolen wil bunkeren en ook als men uit Engeland materiaal wil betrekken voor den bouw van nieuwe schepen, was men algemeen van oordeel, dat, hoe hinderlijk ook in sommige gevallen, zij toch niet in strijd' kon worden geacht met het algemeen volkenrecht, bepaaldelijk niet met de rechten der neutralen. Maar zegt de Order in Council van 11 Maart 1915: „Ten einde misverstand te voorkomen, wenscht de Regeering van Z. M- onzijdige scheepseigenaars te waarschuwen, dat alle steenkolen van Duitschen oorsprong, door onzijdige schepen vervoerd, hetzij als lading, hetzij in de bunkers, vatbaar is voor aan- en vasthouding op dezelfde wijze als andere." Daarom moeten neutrale schepen dus voor zichtig zijn en nagaan of hun kolen van Duitschen oorsprong zijn. Een waarschu wing dus dat er met kolen in de bunkers even zoo gehandeld worden zal als met an dere goederen van Duitschen oorsprong. De ze represaillemaatregel is door Engeland en Frankrijk genomen in antwoord op den ver scherpten Duitschen duikbootenoorlog. Het besluit was reeds 1 Maart 1915 door de bei de regeeringen officieel aan de neutrale mo gendheden aangekondigd en minister Lou don heeft, bij schrijven van 19 Maart 1915 terstond medegedeeld aan de Staten-Generaal zijn protest tegen het Besluit doen hoo- ren. En de represaillemaatregel van Enge land en Frankrijk levert bij behoorlijke wel willende toepassing van het onderzoekings- recht, op neutrale schepen geen noemens waardige belemmering van den onzijdigen handel op, en houden ook geen bedreiging in tegenover levensmiddelen of koopwaren der neutralen. Beide regeeringen waren nooit voornemens het wettig eigendom van neutra len aan te houden, of als contrabanden te beschouwen, die dan die prijsverklaring zouden wettigen. Zij wilden zich alleen alle mogelijke be voegdheden verzekeren, om na te kunnen gaan of niet onder den schijn van neutraal eigendom en neutralen handel de Duitsche handel, ondanks de blokkade, toch nog met de landen van over zee wordt voortgezet. En dat de welwillende toepassing in de praktijk, waarvan minister Loudon gewaagt, voor de Nederlandsche schepen geen ijdele belofte is geweest, wordt bewezen door on ze visscherijvloot. Sinds meer dan een maand hebben de IJmuider trawlers, die in de Noordzee visschen, uitsluitend Ehiitsche steenkool in hunne bunkers. Sommige dier trawlers zijn door patrouil- leerende Engelsche oorlogsschepen opge bracht, doch na onderzoek weer vrij gelaten, en geen heeft eenige moeielijkheid ondervon den' met hun Duitsche bunkerkolen, daar ge bleken is dat die voor het gebruik van het schip bestemd waren. En zegt Mr. Louis Israels Het verschil tusschen de Engelsche en de Duitsche methode blijkt opnieuw. Engeland vaardigt krasse besluiten uit, doch is om zichtig in de toepassing en wil alleen de be voegdheid hebben schijnmanoeuvres te kun nen keeren. Duitschland geeft fraaie belof ten, doch zijne duikbooten lijden aan chroni sche vergissingen en deze zijn anders dan eventueele Engelsche onherstelbaar, daar zij menscFienlevens kosten. TABAK VOOR DE BINNENLANDSCHE SIGARENINDUSTRIE. Hoewel er tot dusver nog geen overeen stemming is verkregen omtrent de wijze en de voorwaarden waarop de goedkoopere ta bak voor de binnenlandsche industrie be schikbaar zal wordCn gesteld, staan.vol gens het Hbld. enkele hoofdpunten toch reeds vast. Zoo is het de bedoeling, dat de bedoelde tabak alleen zal worden bestemd voor sigaren die niet duurder zijn dan een winkelprijs van 3 cent. Daarvoor zal zoo wel omblad als binnengoed verstrekt wor den. De fabrikanten moeten zich echter ver plichten de sigaren die zij met behulp van deze tabak fabriceeren uitsluitend te leveren aan in Nederland gevestigde winkeliers met verbod om het fabrikaat uit te voeren. Waarschijnlijk zal de hoeveelheid van de te verstrekken goedkoopere tabak worden be paald door het aantal werklieden, dat ge regeld werkt aan de soorten sigaren waar voor een regeling wordt gemaakt. HET BAKKEN VAN WITTEBROOD OP ZATERDAG. Het Nederl. Correspondentiebureau meldt: Naar aanleiding van de mededeeling van de Nederlandsche vereeniging van werkge vers in het bakkersbedrijf, voorkomende in de ochtendbladen van 22 dezer, verzoekt men van bevoegde zijde het volgende mede te deelen: De bakkers achten het bakken, rondbren gen en verkoopen van wittebrood, uitsluitend op Zaterdag, niet mogelijk op grond, dat het publiek niet alleen voor dien dag, maar ook voor de consumptie voor volgende dagen wittebrood zal eischen en dat het bakken van een dusdanige groote hoeveelheid op één dag praktisch niet uitvoerbaar zou zijn. De uitvoering Van de maatregel behoeft ech ter niet op dit bezwaar af te stuiten, indien de bakkers niet meer wittebrood' bakken, dan zij Zaterdags gewoon waren te doen, en zij hun vaste cliëntèle niet meer wittebrood leve ren, dan de hoeveelheid, die deze gewoon is te betrekken. De burgemeester van Arnhem heeft vol gens de N. R. Ct. aan dé ingezetenen mede gedeeld, dat de belangen van hen, voor wie gebruik van bruinbrood uit een geneeskun dig oogpunt schadelijk is, door de bestaande ministerieele regeling voldoende zijn verze kerd'. Het weder bij wijze van proef op en kele dagen per week bakken van wittebrood zal niet alleen het bakkersbedrijf ontwrich ten, maar bovendien de mogelijkheid openen voor talrijke misbruiken, waarop een be hoorlijk toezicht onmogelijk is. De burge meester meent daarom, dat de bedoelde proef voor Arnhem niet wenschelijk is en hij deelt mede, dat voorshands in den bestaanden toe stand van het broodbakken geen verandering zal worden gebracht Ook in Leiden geeft de burgemeester geen toestemming op Zaterdag wittebrood te bak ken. INTERNATIONALE VERWIKKELINGEN. Den 18en Febr. schelden twee mannen, de Duitscher W. en de Nederlander G., aan de woning van den kunstschilder Toorop, te Nij megen aan deelt de Tel. mede. De Fransche dienstbode deed open en nu ontspon er zich een situatie, die zoo verrassend op den tegen- woordigen internationalen politieleen toestand geleek, dat het jammer zou zijn haar niet even mede te deelen Terwijl Nederland rustig toekeek zocht Ger- mania toenadering tot Marianne, wierp haar lieve lonkjes toe en ging ten slotte zelfs over tot een poging, om haar teomarmen. Juist op dit kritieke moment kwam er voor het bedreigde Frankrijk hulp in de persoon van Engeland. Ten tooneele verscheen n.l. mevrouw T„ die een Iersche is. Met haar hulp slaagde Frankrijk er in de al te heftige lief desbetuigingen van Duitschland af te slaan. Terwijl aldus het conflict der groote mogend heden in de keuken uitgevochten werd, sloeg Nederland in den gang zijn slag en kaapte 2 Delftsche borden en een tegeltableau, die uit gevoerd zijn (naar een café) en te gelde ge maakt. De oorlogswinst is broederlijk met Duitschland gedeeld. Voor dit feit werd tegen beide mannen drie maanden gevangenisstraf geëischt. STADSNIEUWS. BENOEMD. Ten kantore der inspectie der belastingen is alhier tijd. benoemd de heer K. G. Botter met ingang van 1 Juni a.s. Genoemde heer is thans part. klerk 6e kantoor te Amsterdam. OVERPLAATSING. De heer K. van Berkum, Rijksklerk 3e kl. bij de belastingen is met ingang van 1 Juni van de inspectie Zwolle le afd. tijdelijk over geplaatst naar het kantoor der belastingen alhier. ALGEMEENE VERGADERING VAN DE VEREENIGING VAN LANDBOUWHUIS- HOUD-ON DERWIJ S. Vanmorgen half tien opende de voorzitter van bovengenoemde vereeniging, de heer C. Nobel de vergadering in de bovenzaal van „de Unie." Spreker riep de aanwezige da mes-leden en gasten een hartelijk welkom toe. Met genoegen constateerde hij, dat de ver eeniging, die nu reeds drie jaar bestond, steedS blijft toenemen in ledental en daar door steeds aan invloed wint. Wat de op de agenda voorkomende bestuursverkiezing voor twee aftredende leden, waaronder hij zelf, aanging, zeide spreker te hopen, dat deze vereeniging, uit dames bestaande, nu ook zou toonen de mannelijke bestuursleden te kunnen ontberen. Ingekomen was een schrijven van dr. Scheij, dat hij verhinderd was de vergade ring bij te wonen. Voorzitter deelde nog mede dat de R. K. Diocesane Land- en Tuinbouwbond niet wenschte toe te treden, doch op zich zelve wenschte te blijven. Spreker drukte hierover zijn spijt uit, aangezien dit ten nad'eele van de gewenschte eenheid zou zijn. Aangezien de heer Lehman verhinderd was zijn lezing te houden, zal deze door den heer Wijsman, secretaris van het Heemschut, worden gehouden. De voorzitter deed hierna eenige meded'ee- lingen over de vereeniging, daarbij mededee- lende, dat het ledental stationair gebleven was. Komende aan het punt Landbouwhuishoud- onderwijs zeide spreker, dat Provinciale Sta ten als subsidievoorwaarden de eisch stellen dat ook particulieren of vereenigingen jaar- lijksche bijdragen geven. Het bestuur meende dat het schoolgeld als zoodanig beschouwd moest worden. Ged. St. deelen deze zienswijze niet en de vereeni ging zal dus voortdurend hebben te zorgen voor particuliere bijdragen. Wel gelukte dit nog steeds en waarschijnlijk zullen de vereenigingen zich wel blijven interesseeren, doch spreker meende op voortdurenden ar beid in deze richting te moeten aandringen. Inzake de 5-jarige cursus in Alkmaar en Hoorn zeide spreker dat zich voortdurend nieuwe leerlingen aanmelden, de onderwijs commissie heeft daarom besloten om dit jaar in Alkmaar en Hoorn, indien een voldoend aantal leerlingen zich aanmelden, weder nieuwe 5-jaarlijksche cursussen te openen. In beide plaatsen gaven zich 10 leerlingen aan voor de cursus a, die door meisjes van 14 jaar en ouder gevolgd kan worden, doch de commissie stelt als minimum 12 leerlingen; er zullen zich voor deze cursussen nog mins tens 2 moeten aanmelden. Verder zijn er stappen gedaan voor de 2- jarige cursussen voor meisjes van 16 jaar en ouder. Uit verschillende gemeenten ontving de commissie van burgemeesters en schoolhoof den bericht dat mij zich zeer interesseerd voor deze cursussen. Mej. Niemeyer vernam gaarne in welke plaatsen deze cursussen mogelijk zouden zijn. De leerlingen uit die plaatsen zouden er dan voor kunnen werken. De voorzitter noemde als zoo'n plaats de gemente Avenhom en drong er bij allen op aan in de plaats van hun inwoning daarvoor te werken. Spreker vond het niet gewenscht meerdere plaatsen te noemen, aangezien alles De BURGEMEESTER ;der gemaente ALKMAAR brengt hierbij ter algemeene kennis, dat door hem geen gebruik zal worden gemaakt van de hem door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Han del verleende bevoegdheid, om met ingang van Zaterdag 27 Mei a.s. (voor de Joodsehe bakkerijen van 26 dezer af) het bakken van wittebrood op Zaterdag (voor de Israëlieten op Vrijdag) to© to staan, in verband met daartegen bestaande bezwaren. Alkmaar, 24 Mei 1916. De.Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. nog zeer onbestemd was. Nog zeide de voorzitter, dat inzake de cursussen voor verpleging van zuigelingen of die voor eerste hulp bij ongelukken de eerste meer de belangstelling waard zijn. In de Beemster zal met een dergelijke cur sus een proef genomen worden. Ook in Winkel zal een dergelijke cursus in het leven geroepen worden. Nog bracht spreker hulde aan het gemeen tebestuur van Hoorn voor hare bereidwillig heid inzake het verstrekken van lokaliteiten voor de cursussen. De rekening over 1915 kwam hierna aan de orde. De secretaris-penningmeester, de heer G. Nobel, deelde mede dat aan contributie ont vangen was 75.50, aan subsidiën van het Rijk 2880, van de gemeenten Midwoud 70, Schagen 150, Andijk 300, Hoorn 100, Barsingerhom 150. De rekening sloot met een nadeelig saldo van 40.88. De verkiezing van twee bestuursleden we gens aftreding van Mej. Cor de Pater en de heer G. NobeL De voorzitter verzocht goed te vinden dat niet de heer G. Nobel, secretaris, met 31 De cember zijn functie neerlag, doch de voorzit ter zelf, de leiding moet komen in handen van de vrouw en de secretaris kreeg dan gele genheid om een opvolgende secretaresse te mstrueeren. Mej. Niemeyer was het met den voorzitter niet eens, dat dezen tijd reeds gekomen was. Spreekster herinnerde er aan, dat bij de op richting niet bepaald was, dat de secretaris en de voorzitter niet direct herkiesbaar wa ren. Wanneer het de beide heeren onmoge lijk was om hun werkzaamheden te blijven waarnemen, dan moest men dit noode aan vaarden, zoo niet, dan drong spreekster op aanblijven aan. De voorzitter merkte op, dat hij bleef: voorzitter van de onderwijs-commissie, maar spreker oordeelde den tijd gekomen dat hij als voorzitter aftrad van de vereen. Land- bouwhuishoud-onderwijs. Mej. Niemeyer bleef de voorzitter in deze bestrijden. Spreekster bracht nogmaals de oprichtingsvergadering in herinnering. De voorzitter betoogde met klem dat hij op een of andere wijze ontlasting moest heb ben (gelach). Ten slotte ging men tot stemming over, nadat de voorzitter nog had medegedeeld, dat er een aanbeveling voor de bestuursfunc ties was ingekomen van mej. M. Waaiboer uit Anna-Paulowna en mej. N. Bakker uit Barsingerhom. Bij stemming werden 31 stemmen uitge bracht en wel 30 stemmen op den heer G. Nobel, 28 op Mej. M. Waalboer en 3 op Mej. G. Bakker, z( zoodat als bestuursleden werden gekozen de heer G. Nobel en mej. M. Waaiboer, die verklaarden zich deze keuze te laten welgevallen. De bespreking over de lectuurverspreiding bracht de wenschelijkheid van verbeteringen naar voren. De medewerking van de lezeressen was wel noodig. Het middel tot verbetering werd geoordeeld het bedanken van de slechte lezeressen, die de oorzaak zijn van de stag natie. De wenschelijkheid van het opnemen van het handwerkonderwijs in het leerplan van den 2-jarigen cursus kwam hierop ter spra ke. De voorzitter zeide, dat men indertijd dit onderwijs niet in den cursus opnam, omdat men meende, dat er in ieder dorp voldoende gelegenheid was om dit onderwijs te volgen. Waar de cursus gedurende de 2 jaar 200 les uren had, daar meende men daarvan geen uren voor het handwerkonderwijs te moe ten afnemen. Gaarne hoorde men de meening der vergadering. Mej. M. Waiboer meende, dat het onder wijs iü schei- en natuurkunde beter door het handwerkonderwijs vervangen kon worden. Dit vond veel instemming. Algemeen oor deelde men het gewenscht, de mogelijkheid voor het leeren van het maken van kleeding- stukken in het leven te roepen en dit onder wijs open te stellen voor de leerlingen van de cursussen voor het landbouwhuishoudon- derwijs. Enkelen waren voorstanders voor het in het leven roepen van een cursus in het fraaie handwerkonderwijs. Dit was even wel geen algemeenen wensch. Mej. van Keulen betoogde, dat een groot gevaar van het fraaie handwerken was het verknoeien van de gezondheid van vele meis jes, Spreekster wenschte een heel bescheiden plaats aan het fraaie handwerkonderwijs op de cursussen toegekend te zien. Mej. Beumer was van meening, dat bij het landbouwhuishoudonderwijs geen plaats aan r ALKMAARSCHE COURANT. 4

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1