DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van het Zuidelijk Oorlogsterrein Landweer, Landstorm en Militie. no. m Honderd en achttiende Jaargang. DONDERDAG 25 MEI 1916 Deze Courant wordt @lk@n avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maands® voor Alkmaar fl,franco door het geheels Rijk Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone Advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote rs naar plaatsruimte. Brieven franco aan de NL V. Boek- en Handalsdrtdskerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. NEDERLAND. Bit nummer bestaat uit 2 bladen. ALKMAAR, 25 Mei. Ontegenzeggelijk neemt de vredes-tendenz de laatste dagen toe. De Amerikaansche journalisten, van wie eens is gezegd, door den broeder van den Duitschen Keizer, naar wij meenen, dat zij gelijk stonden met commandeerende gene raals, vervullen thans de rol van diplomatie ke boodschappers. Zij doen den volke en daardoor ook aan de regeeringen der oor logvoerende landen kond, wat de toon aangevende staatslieden te zeggen hebben. En thans is 't reeds zoo ver, dat deze officieu ze uitlatingen in 'n volksvertegenwoordiging door een regeeringspersoon werden bespro ken. Nadat enkele leden van het Lagerhuis gisteren, wijzende op de interviews van sir Edward Grey en von Bethmann Hoilweg hadden betoogd, dat niets in de woorden van den Duitschen rijkskanselier in strijd is met de verklaringen van den Engelschen minister van buiten landsche zaken en dat er derhalve geen onoverkomelijk beletsel is voor vredes onderhandelingen, legde sir Edward een nieuwe, thans officieele verklaring af. „Wat, zeide hij, meer dan welke andere re den, op dit oogenblik oorzaak is van het voortduren van den oorlog, is, dat de Duit- sclie regeering doorgaaf met te zeggen dat de Duitschers den oorlog gewonnen hebben of dat zij hem de volgende week zullen winnen, en dat de geallieerden verslagen zijn. Het is een feit, dat de geallieerden niet verslagen zijn en dat zij niet verslagen zullen worden. De eerste schrede naar den vrede zal gedaan worden, wanneer de Duitsche regeering dat feit begint te erkennen. Indien een der geal lieerden op dit oogenblik speciaal het recht heeft om ten aanzien van den vrede te spre ken, dan is het de regeering van Frankrijk, op welk land zich enkele weken geleden de geheele woede van den Duitschen aanval ge concentreerd heeft. De dapperheid, door het Fransche leger tijdens den langdurigen slag bij Verdun be toond, redt Frankrijk en tevens zijn bondge nooten. Wij hebben op dit oogenblik niet anders te doen dan ons te concentreeren op het vas te besluit om dezen bondgenooten den meest mogelijken steun te verleenen waartoe wij in staat zijn. Indien iemand het recht heeft thans over den vrede te spreken, is het Frankrijk De Fransche premier heeft gesproken. Indien de berichten in de bladen juist zijn, heeft hij ge zegd: „Wat zullen de komende geslachten zeggen, indien' wij d'e gelegenheid laten voor bijgaan om Frankrijk een hechten, duurza- men vrede te verzekeren, die op het interna tionaal recht gebaseerd moet zijn." Zoo gevoelen wij het ook te zamen met onze bondgenooten. Hoe diep wij dit ook gevoelen en hoe gaar ne wij de vruchten van den vrede gegrond vest wenschen te zien op een vrede die niet en kele jaren, niet voor een of twee generaties zal bestaan, maar die de wereld in de toe komst voor altijd zal bewaren voor een cata strophe als deze oorloghoe diep we dit alles gevoelen, geloof ik toch, dat het op het oogen blik de plicht der diplomatie is om de solida riteit der bondgenooten tegenover den vijand te handhaven, zooals die thans gansch en al gehandhaafd wordt en den meest mogelijken steun te verleenen aan de militaire en maritie me maatregelen, die noodig zijn en door de geallieerden gezamenlijk genomen werden, teneinde den oorlog te brengen in een stadium dat nog niet is bereikt en waarin het vooruit zicht van een hechten, duurzamen vrede tot werkelijkheid kan worden gemaakt." Wijst deze rede er niet op, dat de entente niet meer verlangt de centrale mogendheden algeheel te overwinnen, maar reeds vrede zal nemen d. w. z. den vrede zal aanvaarden indien aan den strijd het karakter wordt toegekend van een partie remise? En nu komt president Wilson plotseling uit den hoek en zegt, dat de tijd voor de Ver- eenigde Staten is gekomen om hun diensten voor het bevorderen van den vrede tusschen de oorlogvoerende landen van Europa aan te bieden. Hij betoogde, dat Amerika langs vredelievenden weg den vorm heeft aangeno men, welke thans door het zwaard aan Eu ropa wordt gegeven. Maar thans, nu de oor log is vastgeloopen, is het tijd te vragen: Wilt gij uw macht omzetten in gewelddadig heid of in vrede en redding van de mensche- lijke maatschappij? En daarbij herinnerde president Wilson aan het woord der Heilige Schrift, dat na storm, aardbeving en brand, de rustige, zachte stem der menschelijkheid komt. Zulk een rede houdt een president der Ver- eenigde Staten niet zonder meer. Morgen verwacht men een nog belangrijker uiting van.den Amerikaanschen president, die, op gronden welke natuurlijk vooralsnog verbor gen blijven, zich thans openlijk als bemidde laar gaat aanbieden, thans, nu door staatslie den der voornaamste oorlogvoerende lan den is verklaard, dat men wederzijds voor namelijk een vrede van duurzamen aard wenscht. Op één omstandigheid dient nog gewe zen. Van de zijde der entente wordt er de laatste dagen zéér de aandacht op gevestigd, dat het voortzetten van den oorlog een nieu wen derden winterveldtocht zal ei- schen. De bekwame schrijver Tardieu zegt in de Petit ParisienAlsjeblieft geen spoedig of fensief, wij zijn nog niet klaarA wij moeten eerst alle, of bijna alle gunstige voorwaar den voor een welslagen bezitten. En de heer Winston Churchill heeft verklaard, dat de oorlog lang zal duren en er eerst een groote veldtocht zal zijn in 1917. Zouden ook zulke verklaringen de ge neigdheid tot vredessluiting onder de volke ren niet opwekken en aanwakkeren? Zou wanneer er dezen herfst niets beslissends ge schiedt en de kans daarop schijnt niet groot het wel tot een derden winterveldtocht komen? Kort samenvattende het krijgsbedrijf, zij aangeteekend, dat de Duitschers een belang rijk voordeel hebben behaald bij den Dooden Man, door de verovering (na een langdurig bajonet- en randgranatengevecht) van het dorp Cumières, van waaruit ze reeds aanval len doen, welke echter door de Franschen werden tegengegaan, terwijl de Franschen in een hevigen tegenaanval de loopgraven aan den zuidkant van het dorp hebben her overd. Ten Oosten van de Maas zijn de Duitschers er in geslaagd de puinhoopen van het fort Douaumont te heroveren. De strijd is hier uiterst bloedig. Aan het Italiaansche front maken de Oos tenrijkers eensdeels vorderingen, maar ver hinderen de Italianen den opmarsch naar Ar- siero. Ter zee werd het Noorsche stoomschip „Tjömo" (1500 ton) getorpilleerd. Het Oostenrijksche legerbericht luidde gis teren Ten noorden van het Suganadal na men de Oostenrijksch-Hongaarsche troepen den bergrug Salubio bij Burgen in bezit. Op dengrensrug ten zuiden van het dal werd de vijand vedreven van den Kempel (berg) Meer naar het zuiden handhaven de Itali- nen zich op de hoogte ten oosten van den Vol d'Assa en in de versterkte streek van Asiago en Arsiero. E>e pantservesting Campo Longo is in han den der Oostenrijkers. De Oostenrijksch-Hongaarsche troepen na derden den Vol d'Assa en het Posina-dal. Sedert het begin der aanvallen zijn 24.400 Italianen, waaronder 524 officieren, gevan gen genomen en 250 kanonnen, 101 machine geweren en 16 mijnwerpers buitgemaakt. In den sector van de hoogvlakte van Do- berdo waren de artilleriegevechten nu en dan zeer levendig. Bij Montfalcone werd een aanval van den vijand afgeslagen. Een der Oostenrijksch-Hongaarsche vlie gersescadrilles wierp bommen óp het station Per la Gamia. Bij de ontruiming van plaatsen op Oosten- rijksch gebied door de Italianen, schijnt ook een deel der Italiaansche bevolking te zijn meegegaan. Menschen, die op deze wijze hun vaderland verlaten, zullen zich wegens hun aansluiting bij den vijand voor den strafrech ter te verantwoorden hemmen. KORTE BERICHTEN. Japansche afgevaardigden uit alle par tijen in het Hoogerhuis zullen naar Rusland gaan om dit land grondig te bestudeeren. Volgens berichten uit Kopenhagen heeft een Zweedsch stoomschip een waarschijnlijk Russischen onderzeeër overvaren. In Noorwegen dreigt een zeer ernstig conflict in de mijnindustrie, waaruit zelfs een burgeroorlog zou kunnen voortvloeien. Zeven tigduizend arbeiders worden met uitsluiting bedreigd. De betrekkingen tusschen Japan en Chi na zijn weer zeer gespannen. In Zweden moet een afdoend serum te gen nekkramp ontdekt zijn, genomen proeven hadden zeer goede resultaten. De minister van spoorwegen in Pruisen heeft de spoorweg-directies opgedragen om uit den oorlog terugkeerende eenarmige sol daten in dienst te nemen als controleur voor de plaatskaarlen aan in- en uitgang der sta tions. Daartoe worden ze voorzien van een kortelings uitgevonden toestel. Lord Robert Cecil heeft in het Lagerhuis gezegd dat de Fransche regeering onlangs de Engelse he heeft gevraagd, of het niet wensche lijk zou zijn, den invoer van tabak in onzijdi ge landen die aan Duitschland grenzen, zoo er aanwijzingen zijn dat die tabak ten slotte naar Duitschland gaat, verder te beperken. Er wordt tusschen de regeeringen over van gedachten gewisseld. De overbrenging van Servische troepen naar Saloniki gaat in volmaakte orde door en loopt ten einde. UITVOER VAN NIEUWE AARDAPPELEN. Naar het Volk verneemt, zijn van regee- ringswege maatregelen in voorbereiding ten einde te zorgen, dat de nieuwe aardappelen niet onbelemmerd uitgevoerd kunnen worden. De bedoeling is om datgene, wat voordat die maatregelen van kracht worden reeds uitge voerd mocht worden, nochtans te doen mede tellen bij de berekening van de hoeveelheid die in totaal over de grens zal mogen worden gebracht. PRIJSOPDRIJVING VAN AARDAPPELEN. De Staats Courant deelt mede dat de minis ter va nlandbouw, nijverheid en handel ter kennis brengt, dat, naar hem gebleken is, voor binnenlandsch verbruik bestemde partijen aardappelen doorh andelaren worden opge kocht en aan het verbruik onttrokken, ten ein de de prijzen dezer aardappelen op ted rijven. Partijen aardappelen, die aldus worden op gehouden, zullen onmiddellijk in beslag ge nomen worden. EEN MOOI WINSTJE. Indertijd is te Heerenveen, schrijft het „Nbld. v. Friesland", een bescheiden filiaal gevestigd geweest van de slacht-exportfirma Zilversmid te Enschede. Thans loopt daar het gerucht dat die firma plotseling millionnair is geworden. Dit zal nu misschien iets over dreven zijn maar een feit is het, dat ze een bij zonder goeden slag geslagen heeft. Ten tijde van de overstrooming in Holland bood zij belangeloos haar diensten aan om het over tollige vee naar Duitschland uit te voeren, en het daar zeer voordeelig te verkoopen. Bij wijze van vergoeding heeft zij nu, bij den toe- gestanen uitvoer van 11.000 stuks rundvee, bevoorrecht consent ontvangen voor 5000 stuk Hoeveel er tegenwoordig op elk naar Duitsch land uitgevoerd koebeest „schoon" verdiend wordt, weten wij niet, maar laten we 't niet hoog stellen op 100, dan komen we al op 'n half millioen. BINNENLAND. TWEEDE KAMER. Na eenige discussie over de aan de orde stelling van het wetsontwerp tot aangaan van een 5 pets. geldleening ten name en ten laste van Ned. Indië, groot 80 millioen, werden de algemeene beschouwingen over dat onderwerp geopend. De heer de Meester (u. 1., Helder) zette uit een, dat het tijdstip voor de leening gunstig gekozen is, verdedigde het gekozen rentetype. Zijn bezwaren tegen een guichet-commissie moet spreker handhaven; hij zou de voorkeur geven aan een garantie-cominissie. Voor de aflossing achtte spr. een termijn van 40 jaar te verkiezen boven een van 25 jaar. De heer van Vuuren (r. k., Zevenb.) had ernstige bezwaren tégen het ontwerp. De mi- ninister had na het gebeurde met de vorige leening duidelijk moeten zeggen wat hij wilde ofm oet verklaren, dat hij het beter achtte te zwijgen. De Kamer heeft hei recht te weten, of de re geering nog ernstig aan de tusschenkomst van een consortium denkt. Spr. behandelde vooits de uitgiite al of niet tegen pari-koers en wenschtte, dat in de wet worde bepaald, dat de toewijzing van de pre ferentie inschrijvingen zal geschieden, zooals dat gebeurd is bij de leeningswet 1916. Hij vroeg of, als de uitgifte door een consortium zal geschieden, de door spreker bedoelde re gelen zullen worden gevolgd en of de minis ter tegenover de kamer garant wil blijven, tot het belang van den staat verzekerd zal zijn. Bezwaar had spreker tegen een rechtstreek- sche uitgifte, zooals de regeering zich die voorstelt, n.l. uitschrijving bij doro haar met nameg enoemde kantoren, die daarvoor 2 ton krijgen en geen verantwoordelijkheid op zich nemen. Spr. noemde nog eenige denkbeelden, welke hij in amendementen had willen beli chamen, maar waartoe hij om verschillende redenen niet is overgegaan. De heer Fock (tul., Haarl.) meende dat het bedrag van de leening hooger had moeten zijn gesteld en heeft eveneens bezwaren tegen de guichet-commissie. Spr. gaf nog eenige denkbeelden in overweging. De heer Boissevain (v. L Amst. VII) was ook van oordeel, dat het beter en veiliger ge weest was, indien deze leening gedekt werd door een garantie-syndicaat en wijdde verder over den financieelen toestand van Ned. In dië uit. De heer Ter Laan (S. D. AL P., R'dam V) achtte het rentetype van 5 pet. te hoog. Spr. had eveneens bezwaar tegen de wijze, waarop de regeering de leening wil plaatsen. Men moet de leening z. i. overbrengen bij een con sortium of haar rechtstreeks uitgeven. Alles wat daartusschen ligt berokkent schade. De heer Bogaerdt (r. k., Breda) bestreed het denkbeeld van verlaging van het rentety pe, Spreker betreurde het, dat de mogelijkheid van een consortium- is opengehouden, daar dit geheel onnoodig is, nu men een buitengewoon instituut als de guichet-commissie heeft opge nomen.» De minister van financiën verklaarde dat de bedoeling was, dat de staat zelf de leening zal uitgeven. Evenwel moet de mogelijkheid van uitgifte door een consortium open blijven. In het laatste geval zal echter klare wijn moe ten worden geschonken omtrent preferentie. De minister zelf is geen bewonderen van de guichet-commissiein dit geval is zij evenwel nuttig, als de staat zelf tot uitgifte besluit. Daarna werd het noderwerp z. h. s. aange nomen. De Kamer besloot het ontwerp tot het aan gaan van een Indische 5 pet. geldleening van 80 millioen onmiddellijk te behandelen; voor af had de heer Van Vuuren bezwaar gemaakt tegen behandeling tijdens de afwezigheid van den minister van oorlog. Dezelfde afgevaardigde klaagt ernstig over de toelichting, speciaal wat betreft den koers en dew ijze van uitgifte en het rentetype, ter wijl de heer De Meester, evenals de heeren Fock en Bogaardt, bedenkingen opperden te gen de guichet-commissie, waardoor sommi ge bankiers een vierde pet. boven de gewone provisie zullen ontvangen. Hij zou ook de af lossing liever in 40 aan in 25 jaar zien ge schieden. De heer Boissevain zou den koers van uit- ifte gaarne in de wet zien vastgelegd, en de eer Ter Laan zou een rente van 4 Yt pet. vol doende hebben geacht. Minister van Gijn verklaarde, dat 't de be doeling is, dat ae Staat zelf de leening zal uitgeven, evenwel moet dem ogelijkheid van uitgifte door een consortium open blijven. In het laatste geval zal echter klare wijn moeten wórden geschonken omtrent de preferentie. De minister zelf is geen bewonderaar van de guichet-commissie, in dit geval evenwel nuttig als de Staat zelf tot uitgiite besluit. Voortgegaan werd met de behandeling van het Buitengewone Oorlogscrediet van 100 millioen. De heer Ter Laan (Den Haag) had groote grieven tegen het beleid van het Departement van Oorlog. E>e toestand in de hospitalen is slecht. Ernstig protesteerde spr. tegen het op leggen door den opperbevelhebber van bijko mende straffen aan hen die eigenmachtig Paaschverlof namen. Hij klaagde voorts over het gebrek aan waardeering jegens de mobilisatieclubs en diende een motie in waarin werd uitgesproken dat grondige verbetering van den geneeskun digen dienst dringend noodzakelijk is. De heer van der Voort van Zijp klaagde over schrielheid ten aanzien van de vergoedin gen en deelt in de grieven van den heer Scheu rer tegen den geneeskundigen dienst. Hij diende een. motie waarin onderzoek door een staatscommissie naar de noodtoestanden bij den geneeskundigen dienst wordt gevraagd. Te halfvijf werden de beraadslagingen ver daagd tot heden elf uur. De agenda voor de vergadering der Twee de Kamer voor Donderdag 25 Mei, te elf uur bevat, behalve de reeds aan de orde gestelde wetsontwerpen, een regeling van werkzaam heden. SUBSIDIES. Naar aanleiding van een nieuw onderzoek naar de Vereeniging ter bevordering van vakonderwijs in West-FrieSland zijn Ged. Sta ten tot de ervaring gekomen, dat een veran dering moet gebrachtw orden in hun advies van 1914 omtrent de verlenging van het sub sidie aan die vereeniging. De Burgemeester van Alkmaar brengt ter kennis van belangheb benden, dat de nltkeerlng der ver goedingen, loopende over het tijd vak van 10 Me ltot en met 85 Mei, zal plaats hebben ten StadhnJLzo op Tr(jdag 80 Mei a.s., voor zoo veel de LAVDWBBB en den LAID8TOBH betreft van 10—11 en voor zooveel de MXLITTB aan gaat van 1118 nnr. Alkmaar, 25 Mei 1916. De Burgemeester voornoemd, <3. RIPPINO. Dit onderzoek toch bracht aan het licht, dat de belangstelling van belanghebbende ge meentebesturen en particulieren zeer groot is, en dat vooral de patroons over het algemeen zijn ingenomen met de werking van het leer lingenstelsel ook voor leerlingen, die de am bachtsschool bezoeken. Wat het subsidie zelf aangaat, deelde het bestuur mede, dat pogingen om gemeentebe sturen te brengen tot verhooging van hun sub sidies tot beden hebben gefaald, maar niette min hebben Ged. Staten het bestuur in over weging gegeven tet rachten, daarin alsnog wijziging te brengen, onderm ededeeling, dat wanneer die subsidies volgend niet aanzien lijk meer bedragen, daarin aanleidnig zou kunnen gevonden worden, het provinciale subsidie geheel of gedeetehjk te doen verval len. Thans stellen zij voor te bsluiten: Voor 1916 een bijdrage te verleenen van ten hoogste 400, onder voewaarde dat het rijk en de gezamenlijke belanghebbende gemeen ten voor dit jaar onderscheidenlijk tenminste 2000 en 435 toezeggen of beschikbaar stellen De vereeniging. voor Landbouwhuishoudon- derwijs, die de cursuussen tot ontwikkeling van den landbouw in Hollands Noorderkwar tier in 1905 voor een deel overnam en zelf an dere cursussen begon, verzocht voor 1916/18 wederom subsidie. Ged. Staten stellen voor een subsidie van 800 per jaar te verleenen. Verder, om aan de Coöperatieve vereeniging Akkerbouw te Andijk ten behoeve van naar proeftuin voor 1916 een bijdrage te verleenen van 500, onder voorwaarde, dat door het Rijk ten minste een gelijk bedrag wordt toe gezegd of beschikbaar gesteld en met bepa ling, dat een rekening en een verslag over 1916 aan Gedeputeerde Staten worden toege zonden. Gemengd nieuws. VOOR HET BELGISCHE ROODE KRUIS. De Tel. van gisteravond maakt melding, dat de Almelosche Ververij en Chemische Wasscherij v.h. Gebrs. Palthe, aan het Bel gische Roode Kruis een prachtcollectie dikke gewateexde dekens heeft doen toekomen, be stemd voor de nieuwe hospitalen aan het Belgische front. weer een nieuw bewijs, dat wij Nederlan ders graag en gul geven Maar wanneer wij geven, zien wij onwillekeurig om ons heen, en kijken of er niet in onze directe omgeving menschen zijn die het eerder noodig hebben. Ook bezitten wij een spreekwoord. „Het hemd' is nader dan de rok". Dat er nu veel gedaan wordt voor bet Belgische leger, is prachtig, hoe meer hoe liever. Maar ook wij hebben soldaten aan de grenzen liggen, in gekwartierd in hooischuren, scholen en an dere openbare gebouwen. Ook wij hebben hospitalen. Maar niet alleen onze soldaten en hospitalen moeten bedacht worden. In deze abnormale tijden wordt er in de groote steden veel armoede geleden, zoowel door duurte der levensmiddelen als door de bij komende werkloosheid. Worden voor die stumperds ook feesten georganiseerd, met een even schitterend succes als bij mevrouw S. te Roermond? En onze Hollandsche firma's, die in den loop der maand Mei vele duizenden guldens gaven, denken die firma's ook wel eens aan hun landgenooten? Dat er veel, zeer veel gegeven wordt aan de Belgische hospitalen is uitmuntend, doch bedenk uw arme landgenooten het eerst. UIT HEILOO. In de gister gehouden vergadering van het waterschap „De Baafjespolder" werd bij de periodieke verkiezingen tot lid gekozen de heer J. de Wit met 13 stemmen, terwijl 5 stemmen werden uitgebracht op het aftreden- dé lid, de heer J. van der Molen Sr. UIT UITGEEST. De heer H. Lindhout, directeur van het ALRMAARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1