1 F E TJIL L E T 0 N. Na.lange Jaren postkantoor alhier, lieefi op verzoek eervol uiuüag ais zooüauig bekomen dij K. B. van den 23sten dezer. DIT WINKEL. Woensdag had in het polderhuis alhier de herhesteding plaats van de verhooging en verzwaring der zeedijken van de polders Waard en Groet. De uitslag was als volgt: Groetpolder: J. v. d Plas, Harinxyeld, J 334.800: J. Oldenburg, Bergen, 329.000; G. W. Boetjc, Heerenveen, 318.000: 1. de Vries, Lemmer, 315.000; J. W. Roeloff, Papen dr echo 312.000; J. Verstoep en Zn uoude, j 303.840; H. Kooijman, Vlieland, 298.000, N.V. v.h. W. Arntz, Millingen, 287.ooO; finna T den Beejen v. dL Bout, Nijmegen, 279.300. Waardpolder: de Vries en dc Jong, Lem- mer, 312.800; J. G. Proost, Schoten, 298.868; firma den Beejen v. d. Bout, Nij megen, 293.900; N.V. v.h. W. Arntz, Mil lingen, 282.000. lid mnning aangehouden. UIT ANNA PAULOWNA. Woensdag werd bij herstemming tot van den gemeenteraad gekozen de heer li. P. Pateer, vrijz. UIT KOLHORN. Uitslag der aanbesteding van de levering van grint ten behoeve van den polders Waard en Groet; B. J. Blomberg, Hardinxveld, 2.90 per kub. Meter; A. Vrijland en Co., Utrecht, 2.60 per kub. Meter; A. J. de Bok, Nijme gen, 2.55 per kub. Meter: Grintmaatschap- pij, Arnhem, 2.53 per kub. Meter: J. Dup- pens, Nijmegen, 2.441/2 per kub. Meter. Gegund aan J. Duppens. UIT PURMEREND. Tot bestuurslid van de Banne Neck werd gisteren herkozen de heer J. A. Vermeulen te Purmerend. UIT HEERHUGOWAARD. De heer M. G. Visser, alhier, is benoemd tot leeraar aan den Rijks tuinbouwwinter- school te Naaldwijk. UIT STOMPETOREN. Alhier is een cursus opgericht voor land- bouw-huishoudonderwijs voor meisjes van 16 jaar en ouder, woonachtig in de Scher mer en omliggende plaatsen. UIT WARMENHUIZEN. Een natuurwonder? Dezer dagen werd bij de wed. Blokker al hier een broedkip op 16 eieren te broeden ge zet. Na den broedtijd werd de belanghebben de echter verrast door de geboorte van wel feteld 16 kuikentjes en één misgeboorte. !en tweeling dus? Ongetwijfeld iels bijzon ders. UIT BROEK OP LANGENDIJK. Heden was het dorp in feestdos, de burge meester vierde zijn 25-jarig burgemeesters- feest. Te half twee haalde de feestcommissie vorzitter de heer J. Bouwers, den jubilaris van zijn woning af, cn reed toen naar de iees- telijk versierde raadzaal, waar de jubilaris en zijn familiieleden, benevens vele van verschil lende commissies plats namen. De oudste wethouder hield hierop een toespraak tot den jubilaris. De feestvierende burgervader ant woordde met een enkel woord van dank. Ver schillende commissies o. m. die der „Veiling brachten den jubilaris hulde. De predikant Ds. de Bruin sprak mede een kort en hartelijk woord tot hem en verzocht hem toen, om de voor het raadhuis opgestelde schoolkinderen te gaan begieten. Daarop hield het hoofd der Chr. School, de heer Ouwehand, een toespraak tot het opkomend geslacht, waarna de school kinderen den burgemeester een tweetal liede ren toezongen. De burgemeester yerzocht toen of zij ht eerste couplet van het Wilhelmus wil den zingen. Toen dat gezongen was verzocht hij om nog een. Nadat de jubilaris in de raad zaal was teruggekeerd, werd hem namens de burgerij een zilveren tableau overhandigd, voorstellende de bloeiende gemeente, lot hall zes was er receptie op het raadhuis, waaraan door zeer velen werd deelgenomen. KORTE BERICHTEN. De heer A. Colijn, lid der Prov. Sta ten van Noord-Holland, is benoemd tot bur gemeester van Nieuwer-Amstel. De recherche te Amsterdam heeft eene vrouw aangehouden, verdacht van diefstal van 5200 Mark, ten nadeele van een vreem deling, die verschillende danshuizen, in de omgeving van den Zeedijk, bezocht had. Te Nieuwstad-Weesp speelden eemge kinderen paardje, door middel van een touw gebonden om hals en middel. Een der kna pen werd door zijn makkers zoo hevig ge trokken, dat hij bewusteloos neerviel. Het touw moest van den hals losgesneden wor- aaar het Engelsch, door L. G. MOBERLY 20, „U heeft volkomen het recht mij te komen lastig vallen zooals u het noemt, stel u daar omtrent dus gerust. Al mijn patiënten heb ben recht mij om hulp te vragen als ik hun die geven kan, zoowel voor hun ziel als voor hun lichaam. Ik ben zoo blij als ik ze helpen kan. Wij moeten eens zien wat wij voor u doen kunnen." De glimlach, die zich op zijn gezicht vertoonde, scheen Dulcie nieuwen moed en kracht te geven. Zijn rond besne den gelaat, zijn stevige kaak en kin waren ty pische kenmerken van zijn sterk krakrakter; en er was een wonderlijke troost in den glans van de diepliggende oogen, die sche nen te zeggen: „Vat moed". „Wilt u mij heel erelijk iets zeggen?" zei hij met dezelfde vertroostende uitdrukking in zijn oogen, „wilt u mij vertellen of u den man die met u wenschte te trouwen, ooit hebt lief gehad, of zijn uw gevoelens veranderd sedert u in het ziekenhuis geweest is? Ik doe die vraag niet uit onbescheidenheid, maar het is een zeer gewichtige kwestie." Het bleeke gezichtje werd vuurrood, maar er was geen aarzeling in de oogen, die de zijne ontmoetten. „Ik heb hem nooit liefgehad," zei ze. „Ik hield nooit van hem. Wat ik u verteld heb is volkomen waar. Ik haatte hem. Maar ik voelde mij zoo eenzaam en had niet een vriend in Zwitserland. Hij was de eenige die mij hielp en hij heeft zooveel voor mij ge daan. Ik kon niet afslaan al wat hij voor mijn moeder deed, en er scheen geen andere den. Na geruimèn tijd werden de levensgees ten döur aen omboden geneesheer opgewekt. STAPbNl&UWS. VLkKIEZINQEN i ROYTNCIALE STATEN. in de gisteravond in het café „Central" ge- houden algemeeue vergadering van de Cen trale Liberale Kiesvercemging voor de Pro vincie Staten m vuor de a.s. periodieke ver kiezing in Let district Alkmaar mei algemee- ne stemmen candidaat gesield de heer A. W. 1 Ucio, inspecteur der ïijze. dueue belastingen, tin van den gemeenteraad. Tot bestuursleden werden gekozen de üeeren E. J. Aukes en C. de Boer. WIJSMAN OVER DE ONTSIERING LEZING VAN DEN ARCHITECT VAN STAD EN LAND. In dc middagvergadering van de vereeni- ging van Landbouwhuishoudonderwijs be handelde de heer Wijsman, secretaris van den Heemschutbond, onder het vertoonen van tichtbeelden, in plaats van den heer Le- liman, die verhinderd was, het onderwerp: „Ontsiering van stad en land". Spreker constateerde met voldoening, dat het onderwijs in dé aardrijkskunde thans zooveel beter geregeld was dan vroeger. Spr. wade da goede voorbeeld, .om met de naas te omgeving te beginnen, volgen en zou daarom de schoonheid in de onmiddellijke omgeving behandelen. Allereerst toende spreker het beeld van den Waag met de wipbrug. Spr. herinnerde er aan, dat de Waag voor 1582 een kerk was. Ingevolge de vrijgevigheid van den prins van Oranje plaatste men daar die mooien voorgevel er voor en zette er den zeer mooien spitsen toren op. De wipbruggen behooren tot de eigenaar dige schoonheden van de Hollandsche stad, toen dan ook iets verder de leelijke draai brug vernieuwd moest worden, verzocht „Heemschut" ook een wipbrug te maken. Thans kan men zich overtuigen hoeveel be ter die bet daar doet. De groote beteekenis van de schoonheid van den Waagtoren toonde spreker aan door het vertoonen van een Luttik-Oudorp-beeld, met den Waagtoren op den achtergrond. Hierbij wees spreker op de schoonheid van de grachten, die de Nederlandsche steden een bijzonder karakter geven. Nederland is daarin eenig. In Venetië heeft men wel de kanalen, doch deze zijn niet te vergelijken met de Neder landsche steden. De huizen staan in Venetië onmiddellijk aan het water. Men mist daar door de kade en de boomen aan het water, waardoor juist datgene ontstaat wat de schilders gaarne tot hun onderwerp maken. Spreker wees er op, dat men in de 2e helft van den 19den eeuw de ongelukkige gedachte heeft gehad, dat deze grachten gedempt moesten worden; dit idee zat in de lucht Men was in Parijs en Brussel geweest, had daar de boulevards gezien en wilde die ook in Holland hebben. Ook in Alkmaar heeft men heel wat gedempt. Wat is een gedempte gracht? Men zegt: „Een verkeersweg". Maar wat is er nu voor verkeer op een ge dempte gracht. Het mooie van het stroomen- de water is weg. Het is geen mooie straat worden. Daarvoor is zij te breed. Het is ook heelemaal iets misluktst. Den laatsten tijd heeft men in Alkmaar meerdere dem pingsplannen gehad, die voorloopig mislukt zijn. Spreker hoopte, dat men daarvan de alge- heele dwaasheid zal inzien en de stad voor verdere dempingen zal sparen. De boomen aan de grachten zijn een groot monument van schoonheid. Zij kunnen ue lee lijke gevels, die men maar al te veel gemaakt heeft, bedekken. Het oude huisje in Bergen, uit 1651, thans na restauratie ais museum in gebruik, noem de spreker een tweede voorbeeld van schoon heid. Dit huisje vormde een aardig geheel, omdat het niets pretenteert. Het schoone Bergen, aldus ging spreker voort, is in den laatsten tijd helaas door de vreemdelingen bezocht geworden en zoodra die er komen, gaat de schoonheid geheel en al te loor. Bergen moet oppassen. Daar zijn al heel wat leehjke huizen verschenen. Ook voor andere plaatsen en landen geldt het, dat zoodra er menschen aan de zee te zamen komen, er leelijke huizen moeten ge bouwd worden. Dit moet om de smakelooze behoeften te bevredigen van de menschen die er komen om hun geld te verteeren. Daar door ziet men die vreeselijke verschrikkingen verschijnen De tram heeft de vreemdelingen naar Ber- 6ta gUokt en den laaUten tijd heeft men aas. -.cc. leclijiis gebouwa en veei boomen gebakt. Spreker bracht het jongste sympa- tnieKe protest daartegen in de Alkmaarsche Courant van een aantai scnilders in herinne ring. ZOotang de bosschra evenwel particu lier eigendom, blijven, zoolang zal natuur schoon omgezet kunnen worden in geld en zoolang is daar niets tegen te doen. De „Kustende Jager", een mooie dorpsher berg aldaar, zal nu ook naar de eischen des tijds worden vernieuwd. Men krijgt daar dus een verschrikkelijk gebouw te meer. Het scüoone Bergen, dat spreker gekend heelt als een allerliefst piekje, ureigt geheel ontsierd te worden. De Cadettenschool, een gebouw, dat ver beeld in oud-Hollandsche stijl bedoeld te zijn, besprak spreker als een geheel, dat vreeseiijk onrustig is. Spr. betoogde, dat het een onmogelijkheid was om in de 20ste eeuw oud-Hollandsche stijl te maken. Tegen het onrustige, druk doende immitatie oud-Hol- landsch stelde spreker iets echt oud-Hol- landsch, n.1. het St. Jan Gasthuis te Hoorn. De rustige schoonheid van dit gebouw kwam hierdoor te meer uit. De Waag te Enkhuizen toonde spreker me de als iets dergelijks. Het schilderachtige ef- tect oerustte voornamelijk op ae groote lij nen van het geheel. De beroemde, thans gerestaureerde Drom- medaristoren, waarin dezen zomer een ten toonstelling van oudheden gehouden zai worden, bleef mede niet ongenoemd. Het rustige van een straatgroepje aldaar in beeld gebracht, kwam uit tegenover hetgeen van Alkmaar vertoond was. Met voldoening toonde spreker aan hoe het „Heemschut" ten slotte gelukt was om de ontsierende opschriften van de zich naast het museum te Edam bevindende kruideniers- winkeltje weg te krijgen. De schoone gevel van het Museum komt thans zooveel mooier uit Als een beeld van landelijke schoonheid toonde spreker hierna een beeld van Broek in Waterland, een vaartje, waaraan een klein huisje met geboomte. Nog besprak spreker Volendam met zijn vele 19e eeuwsche minder karakteristieke wo ningen, zooveel leelijker als de door de vade ren "an de tegenwoordige Volendammers ge bouwde karakteristieke woningen, die helaas ook al weer door de komst van de vreemde lingen verdwijnen. Als een voorbeeld van leelijke bouwkunst toonde spreker het om zijn keuken over de geheele wereld beroemde hotel Spaander al daar. Hierop volgde het schoonheidsbeeld van een klein vaartje te Monnikendam, waarte genover spreker stelde de allertreurigste hoekgevel van een winkel aldaar, die men blijkbaar heel mooi had willen maken. Deze hoekgevel deed denken aan de dichtregels: „Geen huis dat meer deugt of het al of niet bewoond is, Tenzij het met een torentje bekroond is". Evenals in Multatuli's Saïdja en Adni- das het „mijn verhaal is eentonig" steeds we- dergehoord wordt, evenzoo gold het hier steeds: „Ook dit leelijke is een gevolg van het vreemdelingenbezoek". De ontsierende reclames op de huizen te Monnikendam voor de Sunhchtzeep moes- het het mede ontgelden. Wie als spreker het menschonteerende Taylor-systeem in deze fabriek in toepassing had gezien, die zou nimmer meer Sunlichtzeep willen gebruiken, doch door de kwaliteit was het spreker zelfs niet mogen gelukken om zijn vrouw te bewe gen met het gebruik van deze zeep te breken. Ook te Marken met zijn karakteristieke huisjes, kreeg men door het vreemdelingen- bezoek weer die vreeselijke dingen, waan men een schoone omgeving bederft. Een beeld van een gedeelte van het ver maarde Krommenie leverde het bewijs, dat ook de industrie veelal ten nadeele van de schoonheid optreed. De Raamsingel te Haarlem toonde spreker als een bewijs hoe goed boomen het aan het water doen. Ook aaar is men echter blijk baar van meening, dat boomen uit den booze zijn lederen winter hakt men er daar op los. De stadsgezichten worden daar al leelij ker. Het cacnet van de Oudegracht aldaar is daardoor geheel verloren gegaan. Spreker wees er nog op, dat de karakteris tieke molens uit het Nederlandsche land schap verdwijnen. Het wegnemen van de wieken en het plaatsen van een motor in de romp was een gruwelijke schending van het landschap. De te huur staande gemeubileerde villa's manier om hem te danken, dan hem te belo ven dat ik zijn vrouw zou worden. Ik weet niet of hij het toch voor moeder gedaan zou hebben, als ik hem dat niet beloofd had," voegde zij er bij; „hij gaf mij eenigszins te kennen dat hij alles zou doen wat noodig was om mijnentwil. Toen ik de belofte deed hem te trouwen, had ik geen ander lief. Ik dacht dat ik het offer kon brengen, ter wille van mijn moeder. Het was de eenige ma niet om alles voor haar te verkrijgen wat zij noodig had, en het scheen mij zulk een klei nigheid toe, te beloven mij zelve te geven om haar leven te redden. Maar haar leven werd niet gered en nu heb ik een anderen man leeren kennen en liefhebben. Dat weet u." „Tom Lancing heeft mij zelf al zijn hoop en verwachting meegedeeld, en als u, zooals blijkbaar het geval is, evenveel van hem houdt als hij van u, dan moet er iets op gevonden worden om u uit deze moeilijkheid te redden". „Ja, natuurlijk houdt ik veel van hem" riep ze met eenige heftigheid„hoe zou het mogelijk zijn hem niet lief te hebben Maar ik kan geen uitweg zien. Het kan toch niet goed zijn een belofte te verbreken tegenover de man die zooveel voor mij gedaan heeft is 't wel? Voordat ik vandaag naar u toegekomen ben ben ik naar het opgegeven adres gegaan van juffrouw Trevor. Ik had hoop haar daar te zullen vinden. Ik dacht dat zij mij wel zeg gen zou wat ik doen moest; zij heeft zulk een edel karakter, zij scheen de dingen altijd van het hoogste standpunt te bekijken, ze zou ze ker geweten hebben wat goed was. Maar zij is vertrokken uit haar kosthuis, niemand weet waar zij heen gegaan is en ik heb geen ande re vrienden die mij kunnen helpen. Al onze vrienden hebben on# in den steek gelaten toen mijn vader in die frauduleuze zaak betrokken werd en toch weet ik, ja ik weet zeker, dat hij slechts een werktuig was." „Van wien denkt u dat hij het werktuig was" „Het werktuik van een rijken man, James Douglas genaamd". Brampton schrikte en sprong half op van zijn stoel. „Ik weet zeker dat vader zijn werktuig was, maar ik kan niets bewijzen. Het is alleen maar mijn eigen stellige overtuiging." „Zou de man, met wien u verloofd is, niets kunnen doen om de onschuld van uw vader te bewijzen De stem van den chirurg was eenklaps streng geworden tot hard toe: „Wilt u mij zijn naam noemen?" „O ja," Haar toon was onverschillig. „Zijn naam is Tracey, Humphry Tracey, maar ik geloof niet dat hij vader zou kunnen helpen Ik heb hem er nooit iets van verteld. Moeder was zoo ziek in dien tijd dat niets anders er op aan scheen te komen. Maar nu lijken alle dingen heel anders; och, zeg toch als 't belieft wat ik doen moet en of gebonden ben mijn be lofte tegenover Humphry te houden, ofschoon ik met hart en ziel een anderen man liefheb In Christoffel Brampton's consulatiekamer volgden verscheidene minuten van stilzwijgen op Dulcie Graham's droevige vraag. Haar woorden weerklonken nog in zijn oor toen hi; van haar ernstig gezichtje opzag, het ra, uit naar het kleine park keek, dat het eenige was, wat hem tot tuin diende, waar een achter lijke plataan zijn bladeren bewoog tegen een achtergrond van blauwe lucht en waar de musschen tsilpten en piepten, zooals Londen sche mussen alleen dat kunnen. „Ach toe, zeg wat ik verplicht ben te doen En of gebonden ben mijn belofte tegenover hem te houden, ofschoon ik een anderen man met hart en ziel liefheb?" Die woorden van Dulcie herhaalden zich steeds weder in B rampton's hoofd. Humphry Tracey? Ze zei, dat de naam van haar verloofde was Humphry Tracey. En Ja Zandvoori met hun serres, waarin geen plant gcpiaatst staat en hun voortuintjes, waar gec-n stoel en tafel kan staan, moesten het mede ontgelden. Met misbruik van molens voor reelamt- doeleinden kwam het meest uit door jjet beeld van den molen aan den Coolsingel te Rotterdam. Bovendien was dergelijke recla me kostbaar en ongewenscht. Een enquête in Noord-Amerika, waar men als zakenmen- schen Europa ver vooruit is en alle re clame op stellingen en lichtreclames al ach ter zich heeft, had uitgemaakt, dat de eenige goede succesvolle reclame is: het voortdu rend adverteeren in de couranten. Het eenige succes in zaken is volgens hem het voortdu rend adverteeren in de couranten en de cliën ten goed bedienen. Wanneer de Amerikanen zeggen, dat het niet loonend is, dan kan men veilig aannemen, dat het zoo is. Op dit ge bied zijn zij de anderen zeer vooruit. De knoeiproducten, die men te Halfweg Kerk en Pastorie noemt, werdea mede cri- tisch onder handen genomen. Van harte hoopte spreker, dat men in Am sterdam en elders, evenals in Noord- en Zuid-Holland en Zeeland voor de Provincie heeft, spoedig een verordening op de aan te brengen reclames krijgt. De schoonheid van goed doende nieuwe landhuizen stelde spreker hierna tegenover de ongelukkige bouwwerken. Als een goed doend modern landhuis toonde spreker het huis van dr. Borgman aan het Sluisje te Bergen. Een krachtig applaus van de talrijke be zoekers volgden op sprekers rede. Met verwondering had men gisteren in de heldere zonnemiddag deze lichtbeelden-ver tooning bijgewoond. De Unie bleek voor deze bijeenkomsten uitstekend te voldoen. De voorzitter, de heer C. Nobel, sprak een krachtig woord van dank tot den heer Wijs man en uittte den wensch, dat het gehoorde voor de hoorsters aanleiding mocht zijn, om indien zij in het tot stand komen van een of ander bouwwerk zeggenschap kregen, met het gehoorde rekening te houden. BLOEMBOLLENVEILINGEN. Woensdagmiddag te 2 uren vergaderde in 't locaal van den heer Mooij, aan de Choor- straat alhier de bloembollenkweekers uit Alkmaar en omstreken, om met de veiling meesters nog enkele dingen te bespreken en vast te stellen, voordat de veilingsperiode van leverbare bloembollen enz. aanbreekt De heer Wognum, van Schoorl, de verga dering openend, vond het jammer dat niet meerderen gehoor hebben gegeven aan den oproep voor deze vergadering, doch ver schillende omstandigheden waren oorzaak der minder goede opkomst. Hij hoopte ech ter, dat de discussies over hét punt „verplich te veiling" vruchtbaar zullen zïjn en de ge- wenschte oplossing mogelijk maken. De heer Schermer, (Schoorl), las de notu len, welke onveranderd en onder dank wer den vastgesteld. Hierna werd aan de orde gesteld het voorstel van den heer Schermer om de ver- koopers te verplichten al hun goed op de vei lingen te verkoopen. De voorzitter deelde mede hoe in de afdee- ling Schoorl dit voorstel is aangenomen, doch de stemming daar was wel eenigszins geflatteerd. De heer Peperkamp (Alkmaar) vond dat 't voor allen een moeilijk op te lossen punt is. Hij beaamde dat er iets voor te zeggen is, doch vroeg zich af of 't in de practijk wel uitvoerbaar zal zijn, zoo 't werd aangeno men. 't ZaJ stuiten op •onoverkomelijke be zwaren. Hoé zal te constateeren zijn of het verbod niet overtreden zal worden? De le den zullen voor verklapper moeten spelen en dit is een rol die nemand graag op zich neemt, 't Is ook geen nobel werk indien men elkander moet verklikken. Later, als de zaken loopen en de veilingkring een flinke vereeni- ging is, zal het misschien gaan, doch thans is 't z. i. af te raden om de aanvoer verplicht te stellen. De afd. Alkmaar heeft 't voorstel aangenpmen, doch met 9 tegen 7 stemmen, dus niet van harte, en dan bevonden zich onder de voorstemmers menschen met sym pathie voor 't vak, doch zonder bollen. De heer Terwolde (de Rijp) van de afd. Uitgeest, kon meegaan met het gesprokene van den heer Peperkamp, alsook de heeren Goed en Boersen. Nadat de heer Bakhuis (Bergen) 't voorstel nog verdedigd had, deelde de heer Schermer mede, dat hij, toen hij den vorigeu keer ter vergadering ging, hij niet 't minste idee had zijn voorstel ter tafel te brengen, doch nadat uit een onderlinge bespreking hem bleek, hce de bepaling aan de La&gednkcr greenée- vuuüg &^cd vvcim, en ca. cance necren het wel wenschelijk vonden, had hij het in be spreking gebracht en ten slotte er een voor stel van gemaakt. Niettegenstaande deze daad, was zijn meening verdeeld. Zeker is er veel voor te zeggen; terecht illustreerde in de vorige vergadering de heer Oudes, hoe verkeerd het kon loopen indien de menschen vrij waren en dat de heer Oudes 't recht had, was in de latere dagen bewezen, daar reeds flinke partijen bollen aan huis zijn verkocht, die anders voor de veiling waren aangewe- zen. Hiertegenover staat echter, dat in de afdee- lingen, naar hem bleek, de meerderheid voor zijn voorstel niet groot was, dus bestaat er een groote minderheid waar we rekening me de moeten houden. Dien menschen wordt de toeging tot de veiling hier afgesneden en 't zou wel kunnen zijn, dat dit de grootste pro ducenten waren. Zoo bekeken, geloofde spre ker en 't was ook de gedachte van zijn mede-veilingmeestersdat het voor 't goed slagen der veiling beter is dat de men schen vrij blijven. Hij verdaagde dus zijn voorstel totdat misschien eens de practijk zal leeren dat 't toch ingevoerd 'moest worden, doch verwachtte, dat de kweekers zullen be grijpen, dat zij goed doen met al hun waar te brengen naar de veilingen. Wanneer een koo- per aan huis komt, is de man alleen. Op de veilingen zijn meerdere koopers; er komt dus wrijving, wat den verkooper zeer zeker ten goede zal komen. 't Deed den heer Peperkamp en meerderen genoegen dat 't voorstel werd ingetrokken, en de wensch werd geuit, dat de kweekers vrijwillig al 't hunue zullen doen, om van Alkmaar den roep te doen uitgaan, dat de veilingen daar op een hoog peil staan en de koopers zeer gaarne daar zullen koopen. De heer Kistemaker (Alkmaar) vond het jammer dat de verplichte veiling niet wordt ingevoerd, doch legde zich ten slotte neer bij de meening der vergadering. De voorzitter deelde nog mede, dat de vei- I lingen op Donderdag zullen zijn en de beta lingen aan de leden zooveel doenlijk op Za terdag d.a.v.; dat de heer Bakhuis zich uit sluitend belast met het aannemen der bloem bollen en dat die bollen welke per H. S. M. worden aangevoerd, zullen worden bezorgd aan het veilingslocaal voor 10 cents per 100 Kili, terwijl dan de colli's geadresseerd moe ten zijn: Veilingscommissie p. a. J. Bakhuis, Koorstraat, Alkmaar. Na allerlei bespreking en beschouwing werd goedgevonden dat de keurmeester moet staan naast veilingmeesters, doch dat deze laatste niet zullen keuren, om den schijn van partijdigheid te vermijden. Met groote meerderheid werd tot keurmeester benoemd de heer Peperkamp (Alkmaar), die onder fe licitatie van den voorzitter zijne benoeming, met dank voor het in hem gestelde vertrou wen, aanvaardde, en verzekerde strikt on partijdig zijne functie te zullen uitvoeren. Bij de rondvraag drukte de heer Bakhuis nogmaals de menschen op 't hart om niets vooruit te verkoopen en vooral alles ter vei ling te brengen. De heer Peperkamp wees op een goede reclame en hoopte op de medewer king der pers. De heer Schenner verzekerde den heer Pe perkamp de plaatsing van verslagen in de Alkmaarsche Courant. Als dé menschen dit blad maar lezen, zullen ze van tijd en wijle wel iets zien betreffende de veilingen, terwijl getracht zal worden in meerdere locale bla den artikelen te plaatsen. De heer Klaver feliciteerde de commissie met 't intrekken van 't kardinale punt van de agenda, en ziet hierin heil voor 't welslagen der veiling. De heer Ter Wolde vroeg hoe 't gaan zal met de embellage en vroeg of indien 't moei lijk is naar Alkmaar te komen om geld te vangen, 't niet kan worden opgestuurd per post. De voorzitter antwoordde dat de koopers statiegeld moeten betalen voor manden, en te zorgen heeft dat ze binnen 14 dagen weder geretourneerd zijn. Goedgevonden werd dat ieder die des Zaterdags niet komt geldvangen dit per post toegezonden zal worden. Nadat nog over enkele dingen verder van gedachten werd gewisseld sloot de voorzitter met dank aan de aanwezigen en met de beste wenschen de vergadering. TYPOGRAFISCHE STUDIECLUB „ALCMARIA", ALKMAAR. Aan de Typografische Studieclub „Alcma- ria" alhier is een bijdrage ten behoeve van haar wintercursus in typografisch vakteeke- nen met ingang van het jaar 1916 tot weder- mes Douglas, de man, die zulk een verwoes ting gebracht had in zijn eigen leven en in dat van Jo— had den naam aangenomen van zijn vrouw en zich Tracey genoemd. Was dat niet meer dan een toevalligheid of was er eenig verband tusschen die twee man nen? En volgens Dulcie's aanwijzing was Ja mes Douglas de kwade genius geweest van haar vader, de man, die Graham tot zijn werk tuig had gemaakt en zijn ondergang bewerkt. De keten van omstandigheden was gelijk aan een verwarde knoop, een doolhof, waarvan men onmogelijk den uitgang vinden kon. En het scheen het zonderlingste van alles, dat het meisje, dat daar in zijn grooten armstoel zat en hem aankeek met haar bruine oogen vol smart, dat dit meisje Joyce kende en Joyce liefhad, de Joyce, die de zijne was geweest. Met moeite ontwaakte hij uit het gepeins en zijn oogen keerden terug van de plataanbla deren. waaiende tegen een blauwen achter grond naar Dulcie's gezicht. „Er is slechts één ding voor u te doen, dat eerlijk is en zooals het behoort. Zeg aan den man, met wien u verloofd is, precies hoe de zaken staan. Leg hem het heele geval duidelijk voor oogen: vraag hem u van uw belofte te ontslaan. Dat is het eenige wat billijk is, tegenover hem en tegenover den man, dien u liefhebt: naar mijn meening is het de eenige weg, dien u kunt inslaan," zei hij glimlachend tegen het droevige gezichtje. „Indien hij er te voren tevreden mee was met mij te willen trouwen, toen hij wist, dat ik hem niet recht liefhad, waarom zou hij mij nu dan willen opgeven? Hij is niet de man om makkelijk iets op te geven, wat hij graag hebben wil en ik geloof niet, dat wat ik ook zeggen mag, hem van besluit zal doen ver anderen." „Toen u beloofde zijn vrouw te zullen worden, hadt u geen anderen man lief: u was ten minste vrii Nu hebt li een anderen man gevonden, dien u liefhebt. Dat maakt een kolossaal verschil, hij moet inzien welk een verschil dat maakt. De omstandigheden zijn totaal veranderd, en het is niet meer dan eerlijk hem dat te zeggen. Vertel hem dap per de heele waarheid. Ik weet zeker, dat hij u uw vrijheid zal teruggeven, maar het is niet meer dan billijk, dat hü alles weet." Dulcie schudde het hoofd. „Indien u zegt, dat hem alles vertellen het eenige is wat oprecht en eerlijk is, dan zal ik het doen," zei ze, „maar ik denk niet, dat Humphry mij vrij zal laten, hij is niet de man om dat te doem Misschien is het heel verkeerd geweest, dat ik ooit beloofd heb met hem te zullen trouwen, toen ik wist, dat ik niet van hem hield. Misschien was dat de ware fout." „Ik geloof, dat u daar verkeerd aan deedt." Brampton sprak vriendelijk maar op vasten toon. „Uw beweegredenen waren goed en u handelde goed, zooals u meende maar het is niet tegen te spreken, dat u kwaad dêedt om er een goed doel mee te bereiken. Want, indien u mij niet kwalijk neemt, dat ik rond uit mijn opinie zeg, het was verkeerd te be loven, de vrouw te zullen worden van een man, djen u niet liefhebt." „En nu moet ik de schuld betalen voor die fout," zei het meisje droevig: „moeten wij altijd boeten voor de fouten die wij be gaan?" „Ik vrees van wel." Brampton's stem was nog zeer vriendelijk, maar zeer flink; het was een der oorzaken van de kracht en hulp vaardigheid, die van hem uitging, dat hij nooit poogde goed te noemen, wat verkeera was, maar openhartig en onbeschroomd de waarheid sprak; hij was te eerlijk tegenover zichzelf en anderen om ooit verkeerdheden te vergoelijken. (Wondt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 2