DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 123
Honderd en achttiende jaargang.
1916
HONDERDAG
25 MEI.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1.— fr. p. post f 1.25. Advertentieprijs 10 ct. p. regel, groote letters naar
i. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERIYIs. COSTER tf ZOON, Yoordam C 9. Telefnr. 3.
Broodvoorziening.
Stemming Gemeenteraad.
Vergadering v. d. gemeenteraad v. Alkmaar.
De BURGEMEESTER der gemeente
ALKMAAR brengt hierbij ter algemeene
kennis, dat door hem K'eeu gebruik zal
worden gemaakt van de hem door den
Minister van Landbouw, Nijverheid en Han
del verleende bevoegdheid, 0111 met
ingang van Zaterdag 27 Mei a.s. (voor de
Joodsche bakkerijen van 26 dezer af) bel
bakken van wittebrood op Zaterdag
(voor de Israëlieten op Vijda toe le
Mta.au, in verband met daartegen bestaande
bezwaren.
Alkmaar, 24 Mei 1916.
De Burgemeester voornoemd,
O RIPPING.
De BURGEMEES 1 ËR der gemeente ALK
MAAR brengt overeenkomstig art. 55 der
Kieswet, ter algemeede kennis, dat de stem
ming ter benoeming van een lid van den
Gemeenteraad in het 1ste kiesdistrict zal
plaats hebben op ItlNSDAfci 30 MEI a.».,
van des voormiddags 8 tot des namiddags
5 uur.
Candidaten zijn
BAK, F.
BOSMAN Mr. W. C.
ELFRING, J. H.
VEER VAN T, K.
Artikel 128 wan het Wetboek van Straf
recht luidt:
..Hie, die opzettelijk zich voor een ander
uitgevende, aan eene krachtens wettelijk
voorschrift uitgeschreven verkiezing deel
neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste één jaar
Alkmaar, den 24 Mei 1916.
De Buigemeester voornoemd
G. RIPPING.
Voorzitter de Burgemeester de Heer
G. RIPPING.
Secretaris de Heer DONATH.
Aanwezig 16 leden. Afwezig met kennisge
ving de heeren Stoel en Leguit. 1 Vacature.
a. een schrijven d.d. 20 April 1.1. van den
heer A. Fortuin, houdende bericht, dat hij
ontslag neemt als lid van den Raad.
b. een schrijven d. d. 9 Mei van Mej. Pot-
harst, houdende dankbetuiging voor hare
benoeming tot onderwijzeres aan de 3de
Gemeenteschool.
c. een schrijven d. d. 26 April 1.1. van Mej.
Koch, houdende dankbetuiging voor hare
benoeming tot onderwijzeres aan de 1ste
Gemeenteschool.
d. een schrijven d. d. 10 Mei J. 1., No. 13 van
de Ged. Staten, ten geleide van het goed
gekeurde raadsbesluit van 19 April 1. 1.,
no. 10, tot aankoop van het perceel Houttil
14.
ae voor kennisgeving aangenomen.
e. een adres, ongedateerd, den 19 April 1. 1.,
ontvangen, van de Alkmaarsche Vereeni-
ging van Handelaren in Brandstoffen
„Gemeenschappelijk Belang", verzoekende
ten spoedigste eene beslissing te nemen be
treffende de te maken spoorlijn langs de
kanaalkade
De Voorzitter zegt, dat de beslis
sing niet van hem afhangt en stelt daarom
voor het adres voor kennisgeving aan te ne
men. Aldus besloten.
f. een adres van d. d. 30 April 1. 1. van de ge
zamenlijke leeraren aan het Gymnasium,
houdende het verzoek hunne jaarwedden te
willen herzien.
Voor kennisgeving aangenomen.
De heer C 1 o e c k heeft tegen dit adres
hetzelfde bezwaar als tegen dat der arbei
ders Hij dringt er op aan, dat de heeren
hun advies wat nader uitwerken. Met welke
gemeenten moeten we de zaak vergelijken
De heeren zeggen maar, dat de salarissen
achterstaan bij andere gemeenten, maar wel
ke gemeenten bedoelen zij?
Het adres wordt in handen gesteld van B.
en W. om bericht en raad.
g. een schrijven d. d. 8 Mei 1.1., no. 126, van
de Rijkscommissie tot het opmaken en uit
geven van een inventaris en eene beschrij
ving van de Nederlandsche monumenten
van geschiedenis en kunst, daarbij verzoe
kende te willen besluiten tot aankoop van
het pakhuis „de Vigilantie".
h. een adres d d 13 Mei 1.1. van het bestuur
der vereeniging „de Ambachtsschool voor
Alkmaar en Omstreken", houdflide het ver
zoek de subsidie voor die school met ƒ1000
te willen verhoogen en te brengen op
ƒ12318.
i. een adres d.d. 20 Mei 1.1. van de afd. Alk
maar van den Ned. Bond van werklieden
in openbare diensten en bedrijven, houden
de het verzoek in art. 8 van het werklieden
reglement de daar gemaakte uitzondering
inzake de werkuren voor de stokers aan 't
gemeenteslachthuis te doen vervallen.
j. een adres d.d. 20 Mei 1.1. van bewoners en
eigenaren van perceelen aan den Kooltuin,
daarbij verzoekende te willen besluiten tot
demping van genoemde gracht.
f k in steld in handen van B en W. om
bericht en raad.
k. een adres, ongedateerd, den 20 Mei 1.1.
ontvangen van j. Lind Az. c. s. houdende
het verzoek, indien tot demping van den
Kooltuin wordt besloten, de achter hunne
perceelen komende strook grond in erf
pacht te mogen ontvangen.
1. een schrijven d.d. 16 Mei 1.1. van de Com
missie ad hoe, inzake de levering van lino
leum ten behoeve der 6de gemeenteschool,
waarbij over gehoemd onderwerp rapport
werd uitgebracht.
De commissie, bestaande uit de heeren
Ringers, Cloeck, Fortuin en Leguit, deelt me
de, dat liet haar bij onderzoek gebleken is,
dat de heer directeur der gemeentewerken
verzuimd heeft te onderzoeken, of de Alk
maarsche behangers en stoffeerders in staat
waren aan de te stellen leveringsvoorwaar
den te voldoen.
De commissie zou het op hoogen prijs stel
len wanneer bij voorkomende levering ten
behoeve van de gemeente-inwoners van Alk
maar de gelegenheid gegeven zal worden
daarnaar in te schrijven.
Het lid der commissie, de heer den Boes-
terd, heeft geen enkele vergadering bijge
woond reden waarom 't rapport niet door
liern onderteekend is geworden.
Het rapport wordt voor kennisgeving
aangenomen.
m. een adres d.d. 23 Mei 1.1. van de afdeeling
Alkmaar van het Ned. Ond.. Gen., houden
de het verzoek de jaarwedden der onderwij
zers te willen herzien.
Gesteld in handen van B. en W. om be
richt en raad.
n een schrijven, ongedateerd, den 5en Mei
ontvangen van mej. dte Wed. B. J. Veer,
daarbij het pakhuis „de Vigilantie" aan
de gemeente te koop aanbiedende voor
4000.
Gesteld in handen van B. en W. om be
richt en raad.
o. een adres d.d. 22 Mei 1.1. van het Bestuur
van den Bond „Meemschut", inhoudende
het verzoek te willen besluiten tot aan
koop van het pakhuis genoemd sub letter
n.
Als voren.
p. een schrijven d.d. 22 Mei 11. .van den heer
J. Eits, houdende dankbetuiging voor zij
ne benoeming tot onderwijzer aan den
cursus in de Fransche taal aan de 6e Ge
meenteschool.
BENOEMING STEMBUREAUX,
B. en W. stellen den Raad voor te benoe
men (de buiten de leden van den Raad voor
gedragen personen voor den tijd van twaalf
maanden)
u. voor de verkiezing van een lid van
den gemeenteraad:
lo tot leden van het stembureau in het
Jste stemdistrict van het le kiesdistrict,
waarvan de Burgemeester ambtshalve Voor
zitter is, de heeren: Mr. A. J. M. Leesberg en
F. H. Ringers Sr., en tot plaatsvervangende
leden de heerenFi. G. Preijer en C. G. de
Wild;
2o. tot leden van het stembureau in het 2e
stemdistrict van het 1ste kiesdistrict, de hee
ren: A. G. den Boesterd, P. N. Leguit en O.
J. Verkerk, (uit deze heeien moet door den
Raad een Voorzitter worden aangewezen),
en tot plaatsvervangende leden de heeren D.
Govers en J. Houtsmuller;
b. voor de verkiezing van een lid der
Provinciale Staten:
lo. tot leden van het stembureau in het
lste stemdistrict, waarvan de Burgemeester
ambtshalve Voorzitter is, de heeren H. P.
Ibink Meienbrink en J. de Lange C.Jz., en
tot plaatsvervangende leden de heeren: H. G.
Preijer en C. G. de Wild;
2o. tot leden van het stembureau in liet
2de stemdistrict, de heeren: G. Th. M. van
aen Bosch, J. Cloeck en A. F. ThTmsen,
luit deze heeren moet door den Raad een
Voorzitter worden aangewezen) en tot
plaatsvervangende leden de heeren: A. W.
Udo en C. G. Steen;
3o. tot leden van het stembureau in het
3de stemdistrict, de heeren: J. F. Lubbe, D.
A. Luiting en E. E. Stoel, (uit deze heeren
moet door den Raad een Voorzitter worden
aangewezen), en tot plaatsvervangende leden
de heeren: C. Bosman Gz. en Mr. A. Dor-
beck;
4o. tot leden van het stembureau in het
4de stemdistrict de heeren: C. G. Zaadnoor-
dijk, D. Govers en Mr. D. Sluis, (uit deze
heeren moet door den Raad een Voorzitter
worden aangewezen), en tot plaatsvervan
gende leden de heeren: P. N. Leguit en
J. Houtsmuller.
De buiten de leden van den Raad voorge
dragen personen hebben B. en W. bericht
zich de benoeming te zullen laten welgeval
len.
De voorgedragenen worden benoemd.
De heer den Boesterd wenscht niet
m aanmerking te komen als voorzitter voor
het stembureau.
Als voorzitter wordt daarop gekozen de
heer Leguit.
Als voorzitters van de stembureaux voor
de verkiezing van een lid van de provinciale
staten worden benoemd de heeren Van den
Bosch, Lubbe en Zaadnoordijk.
HET VERLEENEN EENER TOELAGE
AAN DE STADS-VROEDVROUWEN.
B. en W. stellen voor aan deb eide stads-
vroedvrouwen, naar aanleiding van haar
adres d.d 5 Maar 1.1. eene toelage in eens te
verleenen van ƒ-100, en wel aan mej A. W. J.
Vetter ƒ40 en aan mei. C. W. van der Weele
60, berekend naar het aantal der door elk
harer verrichte verlossingen.
De heer Cloeck zou willen, dat op de
toelage van 150 niet werd afgedongen.
Hij vindt de twijfel in de bijlage uitge
drukt eemgermate grievend. Hij betoogt,
dat uit de opgaven blijkt, dat ze een schade
post hebben van 182. Maar al was dat
niet zoo, dan nog zou hij het volle bedrag
willen geven. Hij wijst er op, dat men mag
aannemen, dat die vrouwen, die armen nog
wel eens wat uit eigen zak toestoppen.
Daarom zou hij willen, dat het voile bedrag
werd gegeven.
De voorzitter vindt het verwijt van
den uitgedrukten twijfel wel wat vreemd. Wil
de raad verder gaan, dan B. en W. wel, dan
moet de raad het weten. Maar waar blijft
men, als B. en W. niet meer mogen twijfelen,
dat zal men bij de aangifte van den Hoofde-
üjken omslag niet zeggen.
De heer Sluis is er tegen, om uit het
beginsel, dat de heer Cloeck heeft gelanceerd,
dat ze de armen wel eens wat toestoppen,
een toelage te geven.
De beer Cloeck heeft dat niet aangege
ven als reden, maar als een bijkomstig iets.
De heer den Boesterd wijst er op dat
de jaarwedden van 350 toch niet het eenige
is, waarvan ze leven moeten.
De heer Ringers had gehoopt dat er een
tusschenvoorstel zou kom enom 100 te ge
ven. Hij doet dit voorstel en wijst er daarbij
op, dat in het algemeen toch viaar is, wat de
heer Cloeck heeft gezegd.
Het voorstel-CJoeck, gesteund door de hee
ren Verkerk en Sluis wordt in stemming ge
bracht en verworpen met 12 tegen 4 stemmen.
Voor hebben gestemd de heeren C oeck, V er
ker, Udo en Sluis.
Het voorstel-Ringers wordt gesteund door
de heer van den Bosch.
De heer de Boesterd zou dit bedrag
willen geven en in verhouding van 40:60 dus
80 en ƒ120.
Het voorstel-Ringers wordt aangnomen met
9 tegen 7 stemmen. Tegen stemden de heeren
de Lange, de Wit, Lubbe, Zaadnoordijk, Lui
ting, den Boesterd en Thomsen.
TOEKENNING JAARLIJKSCHE
TOELAGE AAN DE WED. D. KOEMAN.
B. en W. stellen den Raad voor te beslui
ten:
Aan de Wed. D. Koeman, als beschikking
op haar adres d.d. 28 Maart 1.1. te berichten,
dat haar verzoek, om in het genot te worden
gesteld eener toelage uit de gemeentekas,
niet voor inwilliging vatbaar is.
De heer Verkerk verdedigt het ver
zoek niet op rechtsgronden, maar meent dat
de raad het als gunst wel kan toestaan. De
man heeft meer dan 30 jaar de gemeente ge
diend, en er was toen geen pensioenregeling.
Laat de gemeente in dit opzicht een voorbeeld
zijn voor de particulieren.
De heer Ringers gevoelt wel veel
voor hetgeen dé heer Verkerk heeft gezegd,
maar vreest, dat men dé deur open stelt
voor vele anderen.
De heer Leesberg heeft het nage
gaan in de begrooting, doch waar de heer
gaan in dé begrooting, en waar de heer Rin
gers zegt, dat er velen voo zijn, daar wenscht
hij er op te wijzen, dat er maar enkelen zijn.
De voorzitter zegt, dat dit niet
juist is; de heer Leesberg had dan alle be
grootingen der laatste jaren moeten nagaan,
daar er nog al wat weduwen zullen zijn van
personen, die gestorven zijn voordat "de
pensioensregeling bestond.
De heer Leesberg meent,, dat het er
in 't algemeen niet zooveel zijn en bovendien
de man had toch een pensioen.
De voorzitter rectificeert dit. Koe
man had slechts een toelage.
De heer Leesberg vindt er dan niets
tegen om een deel van die toelage aan de
weduwe te geven.
De voorzitter: Dat moet de raad
weten.
De heer Sluis betoogt, dat er volstrekt
niets onbillijks in zou liggen en niets ver
keerds om de weduwe een toelage te ver
strekken.
De heer Verkerk maakt evenals de
Ij voorzitter een vergelijking met de nachtwacht
en meent, dat daaraan juist een motief kan
worden ontleend voor de verleening van een
toelage.
De heer Van den Bosch wijst er
ook op, dat die oude ambtenaren niet in staat
waren om bij te dragen voor een pensioen.
Het ras, waarvoor destijds geen pensioenre
geling bestond zal wel spoedig uitsterven,
dus is het gevaar, dat er velen zullen komen
aankloppen, niet groot.
De heer Ringers blijft beweren, dat
al kan het beschouwd worden als een moree-
le plicht, er gevaar is, dat er meer komen;
er zijn ook nog wel weduwen van hoogere
ambtenaren.
De heer Lubbe (weth.) verklaart niet
met het voorstel van den heer Verkerk mee
te gaan, daar hij bevreesd is voor de conse
quenties, waarvoor de raad dan zal komen.
De heer Udo verklaart met het voor
stel Verkerk mee te kunnen gaan, omdat hij
meent dat de gemeente het voorbeeld moet
geven aan particulieren. Al bestaat er geen
rechtsgrond, evenals daar straks ten opzichte
van de vroedvrouwen heeft de raad toch de
bevoegdheid deze toelage te geven. Bang
voor de consequenties is spreker niet, de pen
sioenregeling bestaat reeds 10 jaar. Waar de
ze weduwe net noodig heeft, is hij voor de
toekenning.
Het voorstel Verkerk, om in de volgende
vergadering een voorstel te doen in zake het
bedrag aan de weduwe Koeman toe te ken
nen wordt aangenomen met 10 tegen 6 stem
men.
Tegen stemden de heeren Meienbrink, de
Lange, de Wit, Lubbe, Zaadnoordijk en
Ringers.
VASTSTELLING VAN HET SUPPLE
TOIR KOHIER DER BELASTING OP
DE GEBOUWDE EIGENDOMMEN,
DIENST 1915.
Het suppletoire kohier der belasting op de
gebouwde eigendommen, dienst 1915 is opge
maakt naar aanleiding van de artt. 4 en 7 der
verordening op de heffing dier belasting
(Gemeenteülad No. 261 van 1908) tot een
bedrag van 113.92J-2.
B. en W. noodigen den Raad uit de vaststel
ling van bovenbedoeld kohier te iwllen over
gaan.
Goedgekeurd.
VASTSTELLINO VAN HET PRIMITIEF
KOHIER DER BELASTING OP DE
GEBOUWDE EIGENDOMMEN
DIENST 1916.
Het voljaarsch kohier der belasting op de
gebouwde eigendommen, dienst 1916, is op
gemaakt tot een invorderbaar bedrag van
16248.45.
B. en W. noodigen den Raad uit om over te
gaan tot vaststelling van bovengenoemd ko
hier.
Goedgekeurd.
VOORSCHOT AAN DE VEREENI
GING VOOR VOLKSHUISVESTING
„ALKMAAR".
B. en W. stellen den Raad voor te beslui
ten:
I. met wijziging van het bij raadsbesluit
van 3 November 1915 No. 7a, goedgekeurd
door de Ged. Staten bij besluit van 9 Febru
ari 1916 No. 98, aan de Vereeniging voor
Volkshuisvesting verleende voorschot van
70.000, overigens onder de daarbij vermel
de voorwaarden, te bepalen op:
a. ten hoogste 6000 voor den aankoop
van grond, zullende voor rente en aflossing
gedurende 75 jaar eene annuïteit moeten
worden voldaan groot 4.550 ten honderd van
het werkelijk verleende voorschot en
b. ten hoogste 64.000 voor den bouw
van 32 arbeiderswoningen, zullende voor
rente en aflossing gedurende 50 jaar eene an
nuïteit moeten worden voldaan groot 4.556
ten honderd van het werkelijk verleende
voorschot,
welke annuïteiten aan de gemeente moeten
worden voldaan op de tijdstippen, nader
door Burgemeester en Wethouders te bepa
len, in verband met de tijdstippen, waarop
de door de gemeente te betalen annuïteiten
zullen vervallen;
II. voor kosten van toezicht ter zake van
de onder 1 a en b bedoelde voorschotten aan
de Vereeniging 0.1 pet. van die voorschotten
in rekening te brengen.
Aangenomen.
VASTSTELLING JAARWEDDE
MARKTMEESTER TER KAASMARKT.
Tot heden was de betrekking van markt
meester ter kaasmarkt opgedragen aan den
heer P. Fellinga, tevens hoofdagent van poli
tie. Nu aan hem uit deze laatste functie een
eervol ontslag is verleend en hij het verlan
gen heeft te kennen gegeven in eerstgenoem
de functie werkzaam te blijven, is het noodig
zijn jaarwedde als zoodanig opnieuw te re
gelen.
In verband daarmede stellen B. en W. den
Raad voor te besluiten
ie jaarweode van aeu marktmeester ter
kaasmarkt, ingaande 1 Mei 1916, te bepalen
op 500.
De heer Verkerk vraagt hoeveel de jaar
wedde was en of de jaarwedde wordt ver
hoogd.
De Voorzitter zegt, dat de marktmees
ter tevens bij de politie was, dat is hij niet
meer en nu was zijn toelage als marktmeester
alleen niet voldoende.
De heer d e W i t knikt dat hij het met den
heer Verkerk eens is.
De Voorztter legt de zaak nader uit.
De man was destijds agent van politie en ont
ving voor een paar dagen als marktmeester
een toelage. Nu is dat meer zoo en nu krijgt
hij een salaris van 500.
De heer Udo berekent hoeveel de man
per dag genoot als agent van politie en markt
meester en betoogt nu, dat er niets te veel
wordt betaald.
De Voorzitter acht die rekening niet
juist, hij doet als marktmeester slechts enkele
dagen dienst.
De heer d e W i t heeft het eenvoudig zoo
begrepen, dat de marktcommissie het noodig
oordeelde de man nu als marktmeester alleen
te bezoldigen met 500 afgescheiden van wat
hij bij de politie verdiende.
De heer den Boesterd meent, dat het
verkeerd is, dat de man ook voor politiedienst
werd betaald, die hij die dagen niet presteer
de. De beschouwing van den voorzitter is dus
eigenlijk juist.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
GRONDAANKOOP
GEESTERSINGEL BIJ DE
SPOORSTRAAT.
B. en W. stellen den Raad voor te beslui
ten:
Overwegende dat het wenschelijk is voor
de gemeente, van de heeren L. W. Russcher
en K. Boot, onder aangegeven voorwaarden,
aan te koopen een gedeelte van de bij hunne
perceelen aan den Geestersingel bij de
Spoorstraat behoorende voortuintjes en wel
van den heer L. W. Russcher een gedeelte ter
grootte avn ruim 11 M1., voor een koopprijs
van 300 en van den heer K. Boot een ge
deelte ter grootte van ruim 0,5 MJ., voor een
koopprijs van 10, ten einde den hinderlij
ken hoek aldaar voor de Spoorstraat uit
springende, tot in de voetlijn verwijderd te
krijgen.
Het voorstel wordt door den heer d e W i t
nader toegelicht. Er zal een weinig grond
meer moeten worden afgestaan door beide
heeren maar dit is van geen invloed.
De heer den Boes te rd zou deze zaak
goed willen doen en de tuintjes bijna geheel
willen nemen.
De heer d e W i t wijst er op, dat de com
missie dat ook wel wilde, maar van den heer
Boot is volstrekt geen grond meer te verkrij
gen.
De heer de Boesterd zegt, dat het hem
voorkomt, dat de zaak niet-royaal genoeg is
opgezet.
De heer van den Bosch toont aan hoe
reeds deze kleine verbetering groote voordee-
len heeft.
De Voorzitter gelooft ook dat men ais
men deed wat de heer den Boesterd wil de
tuintjes zoo zou verminken, dat de welstand
er niet door bevorderd zou worden. Laat men
nu de zaak aangrijpen nu de gelegenheid er
is om een verbetering aan te brengen.
Het voorstel wordt goedgekeurd.
3e SUPPLETOIRE BEGROOTING
DER GEMEENTE, DIENST 1915.
Na een kleine opmerking van den heer de
Lange goedgekeurd.
le SUPPLETOIRE BEGROOTING
DER GEMEENTE, DIENST 1916.
Ook hierover maakt de heer de Lange
enkele opmerkingen over een paar bedragen,
die dan ook veranderd worden.
De heer Cloeck wenscht iets te zeggen
naar aanleiding van den post van 400 voor
de cursussen in de Fransche taal aan de 4e
en 6e Gemeenteschool.
Hij vraagt, of hef eigenlijk wel aangaat,
dat aan die cursussen reeds aanstonds twee
leerjaren in het leven zijn geroepen. Naar
hem is gebleken zijn er voor de tweede klasse
-aan de eene school twee leerlingen, dit wat
aan Fransch gedaan hebben, en nu komt het
hem voor, dat men die twee dan beter pri
vaatles van gemeentewege kon laten geven,
dat zou nog goedkooper uitkomen.
Op den een en cursus zijn 14, op den an
deren 19 leerlingen, dat is ongeveer 20 pet.
van het totaal aantal leerlingen van dien leef
tijd en van de gewone scholen. Het kan hem
natuurlijk niets anders dan verheugen, dat
er zoo'n groot percent voor het middelbaar
onderwijs der Ff. B. S. en de Handelsschool
is bestemd, maar hij verbaast er zich toch
wel over, dat er zooveel ouders finantieel
zoo goed voor staan, dat zij hunne kinderen
het middelbaar onderwijs kunnen laten vol-
gen. Dat men thans door splitsing eenige
teerlingen den cursus in een jaar wil doen
doorloopen, en dus in dien tijd, gedurende
twee uren per week, de leerstof wil eigen ma
ken, waarvoor men op de andere opleidings
scholen gedurende 4 jaar minstens 5 uren
per week noodig heeft, acht spreker niet in,
het belang der kinderen. Waar hij vroeger al
eens heeft gezegd, dat het hem toeschijnt, dat
men bij deze cursussen meer het belang der
onderwijzers aan die cursussen, dan wel dat
der leerlingen op het oog had, daar wenscht
hij er thans nog op te wijzen, da* het hem
voorkomt, dat de regeling der lesuren niet
in het belang der leerlingen is. Hij meent,
dat het verkeerd is die lessen te geven óp
Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag
na 4 uur. Dan verlangt een kind naar buiten.
De bedoeling was ook, dat de lessen op
Woensdag- en Zaterdagmiddag zouden wor
den gegeven.
Deze punten wenscht spreker bij deze be
grooting even ter sprake te brengen.
De Voorzitter, den heer Cloeck be
antwoordende, begint met het laatste en zegt
dat het inderdaad de bedoeling was voor dat
onderwijs den Woensdag- en Zaterdagmid
dag te bestemmen. Bij nader inzien over
woog men echter, dat men dan de kinderen
die vrije middagen ontnam, middagen, waar
op hun makkers buiten spelen; daarom had
men dat plan laten varen.
Wat het vormen van de tweede klasse aan
gaat zegt de V o o r z i 11 e r, dat het in de
bedoeling ligt te trachten enkele leerlingen,
die wat aan 't Fransch gedaan hebben, of die
bijzonderen aanleg hebben, reeds klaar te
maken voor het examen voor de Handels
school tegen het volgend jaar September.
Men heeft dus een jaar en vier maanden den
tijd, niet een jaar, zooals de heer Cloeck
zegt. Dat maakt verschil. Wat de getallen be
treft, de heer Cloeck heeft die niet juist opge
geven. Op de 4e Gemeenteschool zijn 17 leer
lingen en op de 6e 19. De tweede klas aan de
4e Gemeenteschool telt 6 leerlingen. Met die
leerlingen zal getracht worden ze zoover te
brengen, dat ze 't volgende jaar klaar zijn,
dat acht men in 't belang der leerlingen.
In dit verband wil spreker ook nog iets
zeggen naar aanleiding van een verslag van
een vergadering van de afdeeling Alkmaar
van den Bond van Ned. Onderwijzers, waar
op van bevriende zijde spreker's aandacht is
gevestigd. In dat verslag wordt gezegd:
Tevens werd met betrekking tot deze zaak
met zekerheid de bron gedoemd, waaruit is
voortgekomen het gerucht, dat in de onder
wijzerswereld reeds lang ging, dat aan hei
hoofd der vierde gemeenteschool bij zijn sol-
ALKMAARSCHE CODRANT.
WoeiiMdiig 24 Mei lOlö.