DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE OORLOG.
Van het Zuidelijk Oorlogsterrein
No. 125
Honderd en achttiende jaargang.
- Ir. p. post f 1.25. Advertentieprijs 10 et. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
ZATERDAG
v.h. HERlHs. COSTER 5 ZOON, Voordam C 9. Teiefnr. 3.
27 MEI.
Uit den Raad.
ALKMAAR, 27 Mei.
Bij Verdun duren de aanvallen en tegen
aanvallen voort. De Duitschers sloegen een
aanval der Turco's ten westen van heuvel
304 af en behaalden eenig succes ten oosten
van de Maas bij de steengroeve van Haudro-
mont, het ravijn van Tfaiaumont en het fort
van Douaumont
Van grooter directe beteekenis zijn de Oos-
tenrijksche vorderingen aan het Italiaansche
front, die daar in het Brenta-gebied, ten
noorden van de stad Asiago en ten noorden
van de stad Arsiero verschillende voordeelen
hebben behaald en 2100 gevangenen en o. m.
300 fietsen buitgemaakt hebben. Achter het
front beschoten Oostenrijksche vliegers Itali
aansche steden, terwijl Italiaansche vliegers
Oostenrijksche plaatsen bebomden.
Volgens een Havas-bericht is Duitsche ca
valerie doorgedrongen op Grieksch gebied.
Gezonken zijn een Engelsch, een Spaansch
en twee Italiaansche stoomschepen.
De Amerikaansche nota aan de entente
moet in zeer scherpe woorden zijn vervat,
maar de algemeene strekking wordt in En-
gelsche bladen zeer vriendschappelijk ge
noemd. Gelaakt wordt de onwettige, wille
keurige methode van de neutrale schepen te
dwingen havens aan te doen, teneinde de
mails in beslag te kunnen nemen. Geklaagd
wordt over het verlies van belangrijke, niet
te vervangen documenten en over de herhaal
de vertragingen. De nota eindigt aldus: „al
leen een radicale wijziging in de Engelsch-
Fransche politiek, het hergeven n.l. aan de
Vereenigde Staten van hun volledige rechten
als neutrale mogendheid, zal deze regeering
bevredigen."
In het Engelsche Lagerhuis is nog eens
uitdrukkelijk verklaard, dat de schepen,
waarvoor.was toegestaan, dat zij voor de
neutralen worden gebouwd, zich hebben
moeten verplichten om gedurende den oor
log voor den handel van Engeland of de ge-
allieerden te varen voor zoowat de helft van
de tegenwoordige vrachtprijzen.
Te Washington wordt heden een eerste
groote vergadering ter bevordering van den
vrede gehouden. President Wilson zal er
spreken zijn rede wordt met spanning
verwacht. Men meènt te Nieuw-York, volgens
een Engelsch bericht, dat president Wilson
een brief van Keizer Wilhelm heeft ontvan
gen en dat de Duitsche regeering onder de
hand aan president Wilson te kennen heeft
gegeven, dat zij bereid is veel verder te gaan
ter verkrijging van den vrede, dan ze open
lijk verklaarde.
ALKMAAR, 27 Mei.
De verwachting, dat de Raad Woensdag
den grondslag zou leggen voor een nieuwen
schouwburg en daardoor het begin van de
oplossing van een belangrijk vraagstuk voor
het gemeenschapsleven zou brengen, is niet
verwezenlijkt, daar na twee uren debateeren
de stemmen met elkaar in evenwicht kwamen,
zoodat 'sRaads eindbeslissing tot een vol
gende vergadering moest worden verscho
ven. In principe is de zaak echter reeds uitge
maakt: aan het voorstel van B. en W. moge
verder al of niet iets worden toegevoegd, ze
ker is, dat 's Raads meerderheid bereid is ge
durende 25 jaren een rente van 3 pet. tot een
bedrag van 3300 te garandeeren en in het
te vormen aandeelenkapitaal deel te nemen
tot een maximum van 10.000. Voorts bleek
de Raad niet bereid voor dit doel grond aan
den Bergerhout te onttrekken. Het is jam
men, dat de stemmen niet dadelijk bij de ne
gatieve plaatsbepaling hebben gestaakt, om
dat er dan gelegenheid zou zijn geweest vóór
de beslissing de zaak nog eens breeder te be
kijken en zich te laten voorlichten. Nu, heeft
men zonder deskundige voorlichting en zon
der wei-gefundeerde meening in een voor de
gemeente belangrijke aangelegenheid een be
sluit genomen, waaromtrent het later wel
eens zou kunnen blijken, dat het beter is er
op terug te komen, of wat natuurlijk veel
erger zou zijn dat het beter ware geweest,
indien men er op ware teruggekomen.
Vóór de behandeling in den Raad was
deze zaak reeds „chose jugée". In een verga
dering van het college van B. en W., bouw
en plantsoencommissie, waren alle negen
raadsleden tegen de plaatsing in den Berger
hout en dé burgemeester bleek het in dezen
zoozeer oneens met het woord van Ibsen
„de sterkste man is bij die volkomen alleen
staat", dat hij, om de zaak maar niet te doen
stranden, zijn standpunt prijsgaf en een
warme verdediging van de opvatting der an
dere heeren gaf, zoo zelfs, dat de heer Udo
daarover zijn bewondering uitsprak.
Nu is het eenige argument, dat tegen de
plaatsing van den Bergerhout werd aange
voerd: „wij geven niets meer van de plant
soenen prijs."
Een dergelijke argumentatie, welke men
mag verwachten in sommige kleine dorpsge
meenten, doet onaangenaam aan in den Alk-
maarschen raad. Zij past bij bekrompen be
houdzuchtige menschen, die niet verder kij
ken dan hun neus lang is, die niet voor rede-
neering vatbaar zijn, zich niet willen laten
overtuigen, niet bij ontwikkelde, vooruitstre
vende stedelingen, die bij ervaring weten,
dat de meest bevredigende oplossing van
problemen slechts wordt verkregen door
breed onderzoek, deskundige voorlichting en
ernstige overdenking en bespreking.
En nu hebben die 9 raadsleden, vreezen
we, de zaak wat overhaast afdoende, niet ge
noeg de aandacht geschonken aan de betee
kenis van een schouwburg als monumentaal
gebouw, dat, goed geplaatst, de schoonheid
van een stadsdeel kan verhoogen en dus óók
moet worden beschouwd uit een oogpunt
van stadsschoon. Het antwoord op de
vraag, waar een nieuwe schouwburg moet
worden geplaatst, wordt niet slechts be-
heerscht door commercieele overwegingen
gelijk ongetwijfeld in het bijzonder bij
het bestuur van „Alcmaria" hebben voorge
zeten maar ook door architectonische in
zichten. En nu is het eigenaardig, dat nóch
in de gecombineerde vergadering nóch in
den Raad blijkbaar de behoefte aan vakkun-
ge voorlichting werd gevoeld, zoodat zelfs
de meening van de dagelijksche adviseurs
voor openbare werken en voor plantsoenen
niet is ingewonnen. Als er loon-eischen van
werklieden moeten worden besproken, dan
hebben er ten stadhuize conferenties plaats
met „zaakkundigen" kan men het zonder
voorlichting stellen, wanneer het er op aan
komt een goed gelegen terrein te kiezen, voor
een schouwburg, welke bijdraagt tot ver
fraaiing der stad en welke mede door zijn
ligging, waarborgen voor een goede financi-
eele uitkomst biedt?
Het is wij kunnen dat natuurlijk niet
beoordeelen heel goed mogelijk dat des
kundige voorlichting had geleid tot het in
zicht, dat ook in Alkmaar als in de klas
sieke steden areopagus en amphitheater
niet in eikaars nabijheid moeten verrijzen.
Maar zekerheid daaromtrent mist men. Als
nu straks de architect met klem van redenen
komt aantoonen, dat de Bergerhout de eenige
aangewezen plek is, dat het stadsbeeld er
aanmerkelijk door zou worden verfraaid en
men bovendien een goede kans kreeg, dat de
westelijke afsluiting van den Bergerhout
hierdoor langzamerhand een beter aanzien
zou krijgen? Als het bijeenbrengen van het
aandeelen-kapitaal, dat uiteraard wel groo-
tendeels zal moeten komen van zaken-men-
schen, eens niet mocht vlotten, omdat deze
geen heil zien in de exploitatie van een ge
bouw, dat h. i. op een ongunstige plaats
wordt gesticht?
Slechts één architectonisch bezwaar werd
tegen het door den heer Udo uitnemend ver
dedigde denkbeeld van een schouwburg in
den Bergerhout aangevoerd: zelfs, zoo werd
eenigszins ironisch gezegd, als de heer van
den Bosch zich er mee bemoeide, zou men
daar nog geen mooie zijgevels krijgen. Mag
zoo iets wel worden gezegd in een stad waar
men een ambachtsschool heeft als voorbeeld
van de opvattingen van onze tegenwoordige
bouwmeesters, die van geen noodeloos ver
sierde frontgevels willen weten, maar een
gebouw ontwerpen, waarvan de verschillen
de gevels elkaar niet veel ontloopen, maar
waarbij de schoonheid zit in lijn en verhou
ding van het geheel?
Overigens gelooven we, dat het laatste
woord over de plaatsing nog niet zal zijn ge
sproken.
Principieelen tegenstand ondervond het
voorstel van B. en W. niet heel veel. Alleen
de heer mr. Sluis was zoo geheel in principe
tegenstander van een schouwburg, dat hij
zich op grond daarvan ook tegen financiee-
len steun verklaarde, de heer Ringers daaren
tegen was in die mate overtuigd van de wen-
schelijkheid van een concert- en vergader
zaal, dat hij daarvoor zijn principieel verzet
tegen een schouwburg liet varen en de heer
van den Bosch had, na nauwgezette overwe
ging, bespreking en raadgeving, besloten den
tegenstand op te geven, zoo de Raad een
door mr. Leesberg en hem ingediend amen
dement aannemelijk vond.
Was de stelling van den beer Sluis juist,
dat de meerderheid van de minderheid niet
mocht verlangen, bij te dragen in de kosten,
dan zou er door geen enkele overheid een
halve cent subsidie uit de publieke kas mo
gen worden besteed. Zoo iets nuttigs of noo-
digs is haast niet denkbaar, of er zijn altijd
wel menschen, die er niet mee instemmen, die
er zich tegen verzetten en een minderheid
vormen. Ging men het stelsel van mr. Sluis
toepassen, dan zou men eenvoudig krijgen de
regeering van de minderheid,- niet van de
meerderheid, zou er niets tot stand komen.
Wanneer echter de meerderheid van meening
is, dat het de taak der overheid is, om het
particulier initiatief te steunen, in zaken,
waarbij de groote meerderheid der bevolking
gebaat is, dan is het ook haar plicht, de tot
standkoming daarvan te bevorderen De heer
Sluis moge smalen dat „het Alkmaarsche uit
gaande publiek geen fut in d'r lijf heeft",
zulk een argument late men hem in dezen tijd
gaarne1
De heeren van den Bosch en Leesberg
wenschten hun stem afhankelijk te stellen van
de bepaling, dat er voor worde gewaakt, „dat
in het gebouw geene opvoeringen, tooneel-
stukken of vergaderingen plaats hebben, die
niet voldoen aan de algemeen geldende regels
van orde en zedelijkheid". Aanvankelijk was
die bewaking opgedragen aan de twee door
den gemeenteraad te benoemen leden van het
bestuur of den raad van beheer van het ge
bouw, tijdens de bespreking werd zij uitge
breid tot 't geheele beheerende of besturende
college. Het amendement was slordig gesteld
de heer Sluis wees er op, dat tooneelstuk-
ken niet plaatshebben, wij zouden willen
opmerken, dat deze bepaling niet verbiedt de
meest onzedelijke vertooningen (naakte dan
seressen!) en tentoonstellingen (obscure
schilderijen!) te organiseerenals dit
alles afhing van de bepaling! Wij zijn echter
overtuigd, dat deze bepaling in de practijk
niets zal uitwerken. In de eerste plaats, om
dat er wel geen raad van beheer, geen bestuur
in Alkmaar zal kunnen worden samengesteld
(nog wel met medewerking van den gemeente
raad) waarvan de leden opzettelijk en met
voorbedachte rade de algemeen geldende
regels van orde en zedelijkheid zouden willen
doen schenden. In de tweede plaats, omdat de
bewoordingen uitsluiten een verbod of gebod
op grond van een subjectieve opvatting van
orde of zedelijkheid. En in de derde plaats
omdat zooals de heer Sluis terecht op
merkte elke sanctie ontbreekt
Baat dus deze voorgestelde bepaling o. i.
niet, zij kan echter ook niet schaden. En of
schoon men zich heel goed kan voorstellen,
dat verschillende raadsleden zich op 't eerste
gezicht tegen het amendement hebben verzet,
op verkeerde wettelijke gronden zooals de
heer Udo, uit vrees voor ongewenscht geach
te vrijheidsbeperking, zooals de heer Ver
kerk bij nader inzicht zullen ook zij waar
schijnlijk tot de overtuiging zijn gekomen,
dat het door hen gevreesde kwaad niet be
staat en dat zij verstandig doen met deze be
paling te aanvaarden, indien daardoor niet
slechts de stemmen van sommige raadsleden
worden gewonnen, maar ook de belangstel
ling wordt verkregen van een groote groep
van burgers, wier moreele en financieele me
dewerking bij de totstandkoming en de in
standhouding van een schouwburg van
groot belang moet worden geacht
De heer Cloeck poogde bij de behandeling
van de 3de suppletoire begrooting aanneme
lijk te maken, dat bij de instelling van cur
sussen in het Fransch aan de 4de en 6de ge
meenteschool B. en W. meer het belang van
de onderwijzers dan van de kinderen hadden
behartigd. Den vorigen keer scheen dit het
einde van een redevoering, welke dit raadslid
had willen houden. Thans echter werd de
motiveering gegeven, doch uit hetgeen door
den burgemeester ter bestrijding van deze
opvatting werd aangevoerd, bleek duidelijk,
dat de heer Cloeck het ditmaal mis had, dat
B. en W. bij de regeling volkomen vrij uit
gaan en dat de belangen der kinderen zoo
veel doenlijk zijn bevorderd. Zooals men
weet wenscht de heer Cloeck den burgemees
ter over 2 jaar nader te spreken. Is het ver-
•loop van het onderwijs niet anders dan de
opzet is geweest, dan zal hij waarschijnlijk
weinig anders te zeggen hebben, dan dat hij
ongelijk heeft gehad. Den- heer Verkerk, die
zich in de bespreking mengde, moest de
voorzitter er aan herinneren, dat dit in strijd
was met een tusschen beiden gemaakte af
spraak. Overigens had de voorzitter gelegen
heid tegenover de door den Bond van Ned.
Onderwijzers in onze courant gepubliceerde
bewering alsof van het hoofd der 4de ge
meenteschool bij zijn sollicitatie het onder
wijs in het Fransch was beloofd, namens het
geheele college te verklaren, dat den sollici
tant absoluut niets werd beloofd.
De heer Cloeck kon geen succes verwerven
met zijn voorstel, om aan de stadsvroedvrou-
wen een toelage te verleenen van 150 elk
zooals ze vroegen en niet van 40 en 60
zooals B. en W. wenschten. 'sRaads meer
derheid ging evenwel mede met den heer
Ringers, die voorstelde den middenweg te
bewandelen en de beide dames elk 100 te
geven. De heer van den Bosch vond 100
voldoende, omdat hij van meening was, dat
ieder iets moet dragen van de buitengewone
omstandigheden maar was het wel billijk
dit speciaal te eischen van de vroedvrouwen,
terwijl dit argument, voor zoover wij, ons al
thans herinneren, bij andere categorieën van
gemeente-ambtenaren niet werd gebezigd?
Trouwens, wordt het op den duur niet
gevaarlijk, dat spelen op den middenweg,
brengt men daardoor degenen, die den
Raad om financieelen steun verzoeken, niet
in de verleiding, om maar flink te overvra
gen, ten einde langs dm gebruikelijken mid
denweg precies te krijgen, wat men noodig
heeft?
Dank zij vooral de kloeke woorden van de
heeren Leesberg en Sluis, die met prettig
aandoende stelligheid verklaarden, dat ze de
consequentie der billijkheid aandurfden,
werd het op sympathieke wijze verdedigde
voorstel van den heer Verkerk aangenomen,
om de weduwe van een overleden doodgra
ver, die 30 jaar in gemeentedienst was ge
weest voordat er weduwenpensioen was, een
toelage uit de gemeentekas te verstrekken.
Met belangstelling dient afgewacht, welke
de consequenties van dit besluit zullen zijn.
Ingekomen was o. m. het rapport van de
commissie inzake de levering van linoleum
ten behoeve van de 6de gemeenteschool. In
het rapport werd gezegd, dat de directeur
der gemeentewerken verzuimd heeft te onder
zoeken of de Alkmaarsche behangers en stof
feerders in staat waren aan de te stellen leve
ringsvoorwaarden te voldoen. Niet gezegd
werd, dat de behangers en stoffeerders een
proeve van bekwaamhéid hebben afgelegd,
noch met welk resultaat dit is geschied.
Waar de voorzitter met eenigen nadruk op
merkte, dat een belangrijke bijlage voor de
raadsleden ter visie is gelegd, geeft dit te
denken was het ook daarom niet verkiese
lijker geweest, dat het licht der openbaarheid
op den volledigen uitslag van het onderzoek
der raadscommissie ware gevallen?
Het Oostenrijksche legerbericht meldde gis
teren:
In den Suganasector veroverden onze troe
pen den Civaron (zuidoostelijk van Burgen)
en beklommen de Elferspitze (Cima Undid.)
Ten noorden van Asiago behaalde een deel
van het Grazer korps e engroot succes. De ge
heele bergrug van Como di Campe Verdi tot
Maato is in ons bezit. De vijand leed onder
de vlucht door ons werkzaam artillerievuur
groote verliezen en liet ruim 2100 gevange
nen, o. w., een kolonel en verséhillenae stafof
ficieren, beneven vier kanonnen, vier mitrail
leurs, 300 rijwielen en veel ander oorlogstuig
in onze handen.
Ten Noorden van Ars-.fic werden de Itali
anen eerst uit hun stellingen ten westen van
Bacaro a verdreven Vervolgens zuiverden
onze troepen in een gevecht van zeven uur dc
bosschen ten noorden van Monte Cinome en
bezetten den top van dien berg. In het Boven-
Posinadal is Hettola genomen.
Onze vliegers wierp' n bommen op de stati
ons van Peri, Schio, Thiene en Vicenza, ter
wijl onze marinevliegers de luchtschiphal en
de binnenhaven van Grad bestookten. Des
nachts wierp een vijandelijk luchtschip talrij
ke bommen op Triest, waardoor echter nie
mand getroffen en geen schade aangericht
werd.
KORTE BERICHTEN.
In New-Yrk is weer een Duitsche sa
menzwering ontdekt. Een vrouw platste een
bom in zuigelingskleeren in een transatlan-
tischen stoomer. Ze werd aangehouden.
In Duitschland liep steeds nog het
praatje, dat nog vóór ae oorlog was ver
klaard, Fransche vliegers bommen op Neu
renberg hadden geworpen. Hiervan komt nu
uit Duitcschland eindelijk een officieele ont
kenning.
De Portugeezen zijn in Duitsch Zuid-
Oost Afrika binnen gevallen en hebben de
Duitschers doen wijken bij de Rovunia-rievier.
De Fransche vlieger Gilbert, in Zwitser
land geïnterneerd, is weer ontsnapt. Dit maal
had hij zijn eerewoord niet gegeven.
In Londen is een comité ten gunste der
vredesonderhandelingen gevormd. De bewe
ging wint onder de arbeiderspartij snel veld.
Er rukken 30.000 aanhangers van pre-
dent Caranza naar de Amerikaansche grens
op, dit zou een militaire betooging zijn om
kracht bij te zetten, aan zijn hernieuwd ver
zoek de Amerikaansche troepen uit Mexico
terug te trekken.
Een Oostenrijksche onderzeeër heeft
Porte Ferrajo op Elba beschoten.
In Oost-Friesland wordt voor melkscho-
pen 60 en voor lammeren ruinl 30 betaald
Enkele Noord-ltaliaansche steden wor
den ontruimd.
In de Middellandsche Zee zijn zeven
schepen getorpedeerd.
BINNENLAND.
EERSTE KAMER.
Aan de orde kwamen verschillende wetsont
werpen.
Bij een wetsontwerp tot onteigening van ei
gendommen maakte de heer Drucker (v. d.,
Noord-Holland) eene opmerking omtrent den
vorm der wetten, welke de minister van bin
nen landsche zaken beantwoordde.
Bij de wetsontwerpen tot toekenning van te
gemoetkomingen wegens de duurte van levens
middelen beantwoordde de minister van fi
nanciën eenige in het voorloopig verslag ge
maakte opmerkingen en een paar opmerkingen
welke de heeren Bavink (a.r., Gelderland) en
De Oijselaar (c Ji., Zuid-Holland) maakte
over kindertoeslag en den vorm der wetsont
werpen.
Bij een ander wetsontwerp waarschuwde
de heer Bont van Oud-Amelisweerd (r. k.,
Noord-Brabant) tegen vexatoire maatregelen,
welke door het geven vas premies aan kommie
zen voor aanhoudingen zouden kunnen wor
den uitgelokt.
Bij het wetsontwerp betreffende de Indische
leening verdedigde de minister van financiën
het 5 pettype en de bemiddeling van de gui-
chetbanken.
Bij het wetsontwerp betreffende molestrisi-
co beval de heer Diepen (r. k., Noord-Bra
bant) verzekering tegen molestrisico te land
aan.
De heer Reekers (r. k., Gelderland) meende
dat dit een al te omvangrijke administratie
zou meebrengen.
De heer Van Kol (s. d. a. p., Friesland)
gevoelde veel voor het denkbeeld van den heer
Diepen.
Een meer uitvoerige discussie werd gevoerd
over een wetsontwerp betreffende aankoop
van terreinen voor een gebouw voor het cen
traal bureau voor de statistiek.
Na repliek van den minister werd het ont
werp aangenomen met 19 tegen 18 stemmen.
Al de overige wetsontwerpen werden zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
TWEEDE KAMER.
Voortgezet werd de behandeling van het
wetsontwerp inzake het buitengewone oorlogs-
crediet en de motie-Ter I aan en Van der
Voort van Zijp.
De minister van oorlog zeide naar aanlei
ding van vroeger geuite klachten, dat van ve
le er van is gebleken, dat de klager verzuimd
had den wettigen weg te volgen en zich maar
tot een Kamerlid had gewend. In December
werd geklaagd over den achterstand van de
administratie bij de depots; gebleken is, dat
er achterstand was bij de administratie van
slechts één der 25 epots. Ook zijn er in dé
Kamer geheel onjuiste cijfers genoemd ten
aanzien van de luchtvaart.
De malversaties, waarvan de heer Koster
heeft gesproken had de minister niet kunnen
onderzoeken, wijl hij de door den heer Koster
toegezegde inlichtingen niet had ontvangen.
De heer Koster (v. d., Assen) zeide die in
lichtingen op 28 Jianuari te hebben gezonden.
De minister erkende, dat er gebrek is ge
weest aan administratief personeel. Hij bracht
hulde aan de kranige administratieve onder
officieren, die dag en nacht hebben gewerkt
Tot gedeeltelijke demobilisatie kan en mag
de regeering niet overgaan.
De toelage aan officieren en onderofficie
ren had spr. moeten verminderen wegens de
hooge kosten van de mobilisatie.
De minister sprak verder over eenige klach
ten.
Wat de uitrusting betreft, aan het maken
van helmen is gedacht maar men is er nog
niet in die mate van voorzien als spr. zou
wenschen. Een bezwaar is de fabricatie van
het benoodigde staal dat veerkrachtig moet
zijn.
Naar aanleiding van het intrekken van de
verloven deelde dem inister mee, dat strategi
sche reden, waarom het spoorwegpersoneel
beschikbaar moest blijven, ook thans nog be
staat.
Wat de gevraagde clementie voor de ge-
drosten aangaat spreker was geen beul, en de
opperbevelhebbèr ook niet. Maar er moet
tucht zijn in het leger; de opperbevelhebber
moet zijn soldaten in tijd van oorlog in de
hand hebben.
De maatregelen tegenover de gedrosten
zullen slechts gelden, zoolang het noodig is.
Oordeelen de commandanten, dat ze niet meer
noodig zijn, dan zullen de gestraften weer in
het genot komen van de gewone periodieke
verloven.
Naar aanleiding van de nieuwe verlofrege
ling zeide de minister, dat het geleidelijk
lukt is, de centralisatie te vervangen door
centralisatie.
Wat den geneeskundigen dienst betreft, de
minister deelde mede, dat er verschillende
verbeteringen worden aangebracht Met 150
Bil nummer beaAaat vft 8 bladen.
ALKMAARSCHE COURANT.