DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DE OORLOG. Van het Zuidelijk Oorlogsterrein No. 125 Honderd en achttiende jaargang. - Ir. p. post f 1.25. Advertentieprijs 10 et. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij ZATERDAG v.h. HERlHs. COSTER 5 ZOON, Voordam C 9. Teiefnr. 3. 27 MEI. Uit den Raad. ALKMAAR, 27 Mei. Bij Verdun duren de aanvallen en tegen aanvallen voort. De Duitschers sloegen een aanval der Turco's ten westen van heuvel 304 af en behaalden eenig succes ten oosten van de Maas bij de steengroeve van Haudro- mont, het ravijn van Tfaiaumont en het fort van Douaumont Van grooter directe beteekenis zijn de Oos- tenrijksche vorderingen aan het Italiaansche front, die daar in het Brenta-gebied, ten noorden van de stad Asiago en ten noorden van de stad Arsiero verschillende voordeelen hebben behaald en 2100 gevangenen en o. m. 300 fietsen buitgemaakt hebben. Achter het front beschoten Oostenrijksche vliegers Itali aansche steden, terwijl Italiaansche vliegers Oostenrijksche plaatsen bebomden. Volgens een Havas-bericht is Duitsche ca valerie doorgedrongen op Grieksch gebied. Gezonken zijn een Engelsch, een Spaansch en twee Italiaansche stoomschepen. De Amerikaansche nota aan de entente moet in zeer scherpe woorden zijn vervat, maar de algemeene strekking wordt in En- gelsche bladen zeer vriendschappelijk ge noemd. Gelaakt wordt de onwettige, wille keurige methode van de neutrale schepen te dwingen havens aan te doen, teneinde de mails in beslag te kunnen nemen. Geklaagd wordt over het verlies van belangrijke, niet te vervangen documenten en over de herhaal de vertragingen. De nota eindigt aldus: „al leen een radicale wijziging in de Engelsch- Fransche politiek, het hergeven n.l. aan de Vereenigde Staten van hun volledige rechten als neutrale mogendheid, zal deze regeering bevredigen." In het Engelsche Lagerhuis is nog eens uitdrukkelijk verklaard, dat de schepen, waarvoor.was toegestaan, dat zij voor de neutralen worden gebouwd, zich hebben moeten verplichten om gedurende den oor log voor den handel van Engeland of de ge- allieerden te varen voor zoowat de helft van de tegenwoordige vrachtprijzen. Te Washington wordt heden een eerste groote vergadering ter bevordering van den vrede gehouden. President Wilson zal er spreken zijn rede wordt met spanning verwacht. Men meènt te Nieuw-York, volgens een Engelsch bericht, dat president Wilson een brief van Keizer Wilhelm heeft ontvan gen en dat de Duitsche regeering onder de hand aan president Wilson te kennen heeft gegeven, dat zij bereid is veel verder te gaan ter verkrijging van den vrede, dan ze open lijk verklaarde. ALKMAAR, 27 Mei. De verwachting, dat de Raad Woensdag den grondslag zou leggen voor een nieuwen schouwburg en daardoor het begin van de oplossing van een belangrijk vraagstuk voor het gemeenschapsleven zou brengen, is niet verwezenlijkt, daar na twee uren debateeren de stemmen met elkaar in evenwicht kwamen, zoodat 'sRaads eindbeslissing tot een vol gende vergadering moest worden verscho ven. In principe is de zaak echter reeds uitge maakt: aan het voorstel van B. en W. moge verder al of niet iets worden toegevoegd, ze ker is, dat 's Raads meerderheid bereid is ge durende 25 jaren een rente van 3 pet. tot een bedrag van 3300 te garandeeren en in het te vormen aandeelenkapitaal deel te nemen tot een maximum van 10.000. Voorts bleek de Raad niet bereid voor dit doel grond aan den Bergerhout te onttrekken. Het is jam men, dat de stemmen niet dadelijk bij de ne gatieve plaatsbepaling hebben gestaakt, om dat er dan gelegenheid zou zijn geweest vóór de beslissing de zaak nog eens breeder te be kijken en zich te laten voorlichten. Nu, heeft men zonder deskundige voorlichting en zon der wei-gefundeerde meening in een voor de gemeente belangrijke aangelegenheid een be sluit genomen, waaromtrent het later wel eens zou kunnen blijken, dat het beter is er op terug te komen, of wat natuurlijk veel erger zou zijn dat het beter ware geweest, indien men er op ware teruggekomen. Vóór de behandeling in den Raad was deze zaak reeds „chose jugée". In een verga dering van het college van B. en W., bouw en plantsoencommissie, waren alle negen raadsleden tegen de plaatsing in den Berger hout en dé burgemeester bleek het in dezen zoozeer oneens met het woord van Ibsen „de sterkste man is bij die volkomen alleen staat", dat hij, om de zaak maar niet te doen stranden, zijn standpunt prijsgaf en een warme verdediging van de opvatting der an dere heeren gaf, zoo zelfs, dat de heer Udo daarover zijn bewondering uitsprak. Nu is het eenige argument, dat tegen de plaatsing van den Bergerhout werd aange voerd: „wij geven niets meer van de plant soenen prijs." Een dergelijke argumentatie, welke men mag verwachten in sommige kleine dorpsge meenten, doet onaangenaam aan in den Alk- maarschen raad. Zij past bij bekrompen be houdzuchtige menschen, die niet verder kij ken dan hun neus lang is, die niet voor rede- neering vatbaar zijn, zich niet willen laten overtuigen, niet bij ontwikkelde, vooruitstre vende stedelingen, die bij ervaring weten, dat de meest bevredigende oplossing van problemen slechts wordt verkregen door breed onderzoek, deskundige voorlichting en ernstige overdenking en bespreking. En nu hebben die 9 raadsleden, vreezen we, de zaak wat overhaast afdoende, niet ge noeg de aandacht geschonken aan de betee kenis van een schouwburg als monumentaal gebouw, dat, goed geplaatst, de schoonheid van een stadsdeel kan verhoogen en dus óók moet worden beschouwd uit een oogpunt van stadsschoon. Het antwoord op de vraag, waar een nieuwe schouwburg moet worden geplaatst, wordt niet slechts be- heerscht door commercieele overwegingen gelijk ongetwijfeld in het bijzonder bij het bestuur van „Alcmaria" hebben voorge zeten maar ook door architectonische in zichten. En nu is het eigenaardig, dat nóch in de gecombineerde vergadering nóch in den Raad blijkbaar de behoefte aan vakkun- ge voorlichting werd gevoeld, zoodat zelfs de meening van de dagelijksche adviseurs voor openbare werken en voor plantsoenen niet is ingewonnen. Als er loon-eischen van werklieden moeten worden besproken, dan hebben er ten stadhuize conferenties plaats met „zaakkundigen" kan men het zonder voorlichting stellen, wanneer het er op aan komt een goed gelegen terrein te kiezen, voor een schouwburg, welke bijdraagt tot ver fraaiing der stad en welke mede door zijn ligging, waarborgen voor een goede financi- eele uitkomst biedt? Het is wij kunnen dat natuurlijk niet beoordeelen heel goed mogelijk dat des kundige voorlichting had geleid tot het in zicht, dat ook in Alkmaar als in de klas sieke steden areopagus en amphitheater niet in eikaars nabijheid moeten verrijzen. Maar zekerheid daaromtrent mist men. Als nu straks de architect met klem van redenen komt aantoonen, dat de Bergerhout de eenige aangewezen plek is, dat het stadsbeeld er aanmerkelijk door zou worden verfraaid en men bovendien een goede kans kreeg, dat de westelijke afsluiting van den Bergerhout hierdoor langzamerhand een beter aanzien zou krijgen? Als het bijeenbrengen van het aandeelen-kapitaal, dat uiteraard wel groo- tendeels zal moeten komen van zaken-men- schen, eens niet mocht vlotten, omdat deze geen heil zien in de exploitatie van een ge bouw, dat h. i. op een ongunstige plaats wordt gesticht? Slechts één architectonisch bezwaar werd tegen het door den heer Udo uitnemend ver dedigde denkbeeld van een schouwburg in den Bergerhout aangevoerd: zelfs, zoo werd eenigszins ironisch gezegd, als de heer van den Bosch zich er mee bemoeide, zou men daar nog geen mooie zijgevels krijgen. Mag zoo iets wel worden gezegd in een stad waar men een ambachtsschool heeft als voorbeeld van de opvattingen van onze tegenwoordige bouwmeesters, die van geen noodeloos ver sierde frontgevels willen weten, maar een gebouw ontwerpen, waarvan de verschillen de gevels elkaar niet veel ontloopen, maar waarbij de schoonheid zit in lijn en verhou ding van het geheel? Overigens gelooven we, dat het laatste woord over de plaatsing nog niet zal zijn ge sproken. Principieelen tegenstand ondervond het voorstel van B. en W. niet heel veel. Alleen de heer mr. Sluis was zoo geheel in principe tegenstander van een schouwburg, dat hij zich op grond daarvan ook tegen financiee- len steun verklaarde, de heer Ringers daaren tegen was in die mate overtuigd van de wen- schelijkheid van een concert- en vergader zaal, dat hij daarvoor zijn principieel verzet tegen een schouwburg liet varen en de heer van den Bosch had, na nauwgezette overwe ging, bespreking en raadgeving, besloten den tegenstand op te geven, zoo de Raad een door mr. Leesberg en hem ingediend amen dement aannemelijk vond. Was de stelling van den beer Sluis juist, dat de meerderheid van de minderheid niet mocht verlangen, bij te dragen in de kosten, dan zou er door geen enkele overheid een halve cent subsidie uit de publieke kas mo gen worden besteed. Zoo iets nuttigs of noo- digs is haast niet denkbaar, of er zijn altijd wel menschen, die er niet mee instemmen, die er zich tegen verzetten en een minderheid vormen. Ging men het stelsel van mr. Sluis toepassen, dan zou men eenvoudig krijgen de regeering van de minderheid,- niet van de meerderheid, zou er niets tot stand komen. Wanneer echter de meerderheid van meening is, dat het de taak der overheid is, om het particulier initiatief te steunen, in zaken, waarbij de groote meerderheid der bevolking gebaat is, dan is het ook haar plicht, de tot standkoming daarvan te bevorderen De heer Sluis moge smalen dat „het Alkmaarsche uit gaande publiek geen fut in d'r lijf heeft", zulk een argument late men hem in dezen tijd gaarne1 De heeren van den Bosch en Leesberg wenschten hun stem afhankelijk te stellen van de bepaling, dat er voor worde gewaakt, „dat in het gebouw geene opvoeringen, tooneel- stukken of vergaderingen plaats hebben, die niet voldoen aan de algemeen geldende regels van orde en zedelijkheid". Aanvankelijk was die bewaking opgedragen aan de twee door den gemeenteraad te benoemen leden van het bestuur of den raad van beheer van het ge bouw, tijdens de bespreking werd zij uitge breid tot 't geheele beheerende of besturende college. Het amendement was slordig gesteld de heer Sluis wees er op, dat tooneelstuk- ken niet plaatshebben, wij zouden willen opmerken, dat deze bepaling niet verbiedt de meest onzedelijke vertooningen (naakte dan seressen!) en tentoonstellingen (obscure schilderijen!) te organiseerenals dit alles afhing van de bepaling! Wij zijn echter overtuigd, dat deze bepaling in de practijk niets zal uitwerken. In de eerste plaats, om dat er wel geen raad van beheer, geen bestuur in Alkmaar zal kunnen worden samengesteld (nog wel met medewerking van den gemeente raad) waarvan de leden opzettelijk en met voorbedachte rade de algemeen geldende regels van orde en zedelijkheid zouden willen doen schenden. In de tweede plaats, omdat de bewoordingen uitsluiten een verbod of gebod op grond van een subjectieve opvatting van orde of zedelijkheid. En in de derde plaats omdat zooals de heer Sluis terecht op merkte elke sanctie ontbreekt Baat dus deze voorgestelde bepaling o. i. niet, zij kan echter ook niet schaden. En of schoon men zich heel goed kan voorstellen, dat verschillende raadsleden zich op 't eerste gezicht tegen het amendement hebben verzet, op verkeerde wettelijke gronden zooals de heer Udo, uit vrees voor ongewenscht geach te vrijheidsbeperking, zooals de heer Ver kerk bij nader inzicht zullen ook zij waar schijnlijk tot de overtuiging zijn gekomen, dat het door hen gevreesde kwaad niet be staat en dat zij verstandig doen met deze be paling te aanvaarden, indien daardoor niet slechts de stemmen van sommige raadsleden worden gewonnen, maar ook de belangstel ling wordt verkregen van een groote groep van burgers, wier moreele en financieele me dewerking bij de totstandkoming en de in standhouding van een schouwburg van groot belang moet worden geacht De heer Cloeck poogde bij de behandeling van de 3de suppletoire begrooting aanneme lijk te maken, dat bij de instelling van cur sussen in het Fransch aan de 4de en 6de ge meenteschool B. en W. meer het belang van de onderwijzers dan van de kinderen hadden behartigd. Den vorigen keer scheen dit het einde van een redevoering, welke dit raadslid had willen houden. Thans echter werd de motiveering gegeven, doch uit hetgeen door den burgemeester ter bestrijding van deze opvatting werd aangevoerd, bleek duidelijk, dat de heer Cloeck het ditmaal mis had, dat B. en W. bij de regeling volkomen vrij uit gaan en dat de belangen der kinderen zoo veel doenlijk zijn bevorderd. Zooals men weet wenscht de heer Cloeck den burgemees ter over 2 jaar nader te spreken. Is het ver- •loop van het onderwijs niet anders dan de opzet is geweest, dan zal hij waarschijnlijk weinig anders te zeggen hebben, dan dat hij ongelijk heeft gehad. Den- heer Verkerk, die zich in de bespreking mengde, moest de voorzitter er aan herinneren, dat dit in strijd was met een tusschen beiden gemaakte af spraak. Overigens had de voorzitter gelegen heid tegenover de door den Bond van Ned. Onderwijzers in onze courant gepubliceerde bewering alsof van het hoofd der 4de ge meenteschool bij zijn sollicitatie het onder wijs in het Fransch was beloofd, namens het geheele college te verklaren, dat den sollici tant absoluut niets werd beloofd. De heer Cloeck kon geen succes verwerven met zijn voorstel, om aan de stadsvroedvrou- wen een toelage te verleenen van 150 elk zooals ze vroegen en niet van 40 en 60 zooals B. en W. wenschten. 'sRaads meer derheid ging evenwel mede met den heer Ringers, die voorstelde den middenweg te bewandelen en de beide dames elk 100 te geven. De heer van den Bosch vond 100 voldoende, omdat hij van meening was, dat ieder iets moet dragen van de buitengewone omstandigheden maar was het wel billijk dit speciaal te eischen van de vroedvrouwen, terwijl dit argument, voor zoover wij, ons al thans herinneren, bij andere categorieën van gemeente-ambtenaren niet werd gebezigd? Trouwens, wordt het op den duur niet gevaarlijk, dat spelen op den middenweg, brengt men daardoor degenen, die den Raad om financieelen steun verzoeken, niet in de verleiding, om maar flink te overvra gen, ten einde langs dm gebruikelijken mid denweg precies te krijgen, wat men noodig heeft? Dank zij vooral de kloeke woorden van de heeren Leesberg en Sluis, die met prettig aandoende stelligheid verklaarden, dat ze de consequentie der billijkheid aandurfden, werd het op sympathieke wijze verdedigde voorstel van den heer Verkerk aangenomen, om de weduwe van een overleden doodgra ver, die 30 jaar in gemeentedienst was ge weest voordat er weduwenpensioen was, een toelage uit de gemeentekas te verstrekken. Met belangstelling dient afgewacht, welke de consequenties van dit besluit zullen zijn. Ingekomen was o. m. het rapport van de commissie inzake de levering van linoleum ten behoeve van de 6de gemeenteschool. In het rapport werd gezegd, dat de directeur der gemeentewerken verzuimd heeft te onder zoeken of de Alkmaarsche behangers en stof feerders in staat waren aan de te stellen leve ringsvoorwaarden te voldoen. Niet gezegd werd, dat de behangers en stoffeerders een proeve van bekwaamhéid hebben afgelegd, noch met welk resultaat dit is geschied. Waar de voorzitter met eenigen nadruk op merkte, dat een belangrijke bijlage voor de raadsleden ter visie is gelegd, geeft dit te denken was het ook daarom niet verkiese lijker geweest, dat het licht der openbaarheid op den volledigen uitslag van het onderzoek der raadscommissie ware gevallen? Het Oostenrijksche legerbericht meldde gis teren: In den Suganasector veroverden onze troe pen den Civaron (zuidoostelijk van Burgen) en beklommen de Elferspitze (Cima Undid.) Ten noorden van Asiago behaalde een deel van het Grazer korps e engroot succes. De ge heele bergrug van Como di Campe Verdi tot Maato is in ons bezit. De vijand leed onder de vlucht door ons werkzaam artillerievuur groote verliezen en liet ruim 2100 gevange nen, o. w., een kolonel en verséhillenae stafof ficieren, beneven vier kanonnen, vier mitrail leurs, 300 rijwielen en veel ander oorlogstuig in onze handen. Ten Noorden van Ars-.fic werden de Itali anen eerst uit hun stellingen ten westen van Bacaro a verdreven Vervolgens zuiverden onze troepen in een gevecht van zeven uur dc bosschen ten noorden van Monte Cinome en bezetten den top van dien berg. In het Boven- Posinadal is Hettola genomen. Onze vliegers wierp' n bommen op de stati ons van Peri, Schio, Thiene en Vicenza, ter wijl onze marinevliegers de luchtschiphal en de binnenhaven van Grad bestookten. Des nachts wierp een vijandelijk luchtschip talrij ke bommen op Triest, waardoor echter nie mand getroffen en geen schade aangericht werd. KORTE BERICHTEN. In New-Yrk is weer een Duitsche sa menzwering ontdekt. Een vrouw platste een bom in zuigelingskleeren in een transatlan- tischen stoomer. Ze werd aangehouden. In Duitschland liep steeds nog het praatje, dat nog vóór ae oorlog was ver klaard, Fransche vliegers bommen op Neu renberg hadden geworpen. Hiervan komt nu uit Duitcschland eindelijk een officieele ont kenning. De Portugeezen zijn in Duitsch Zuid- Oost Afrika binnen gevallen en hebben de Duitschers doen wijken bij de Rovunia-rievier. De Fransche vlieger Gilbert, in Zwitser land geïnterneerd, is weer ontsnapt. Dit maal had hij zijn eerewoord niet gegeven. In Londen is een comité ten gunste der vredesonderhandelingen gevormd. De bewe ging wint onder de arbeiderspartij snel veld. Er rukken 30.000 aanhangers van pre- dent Caranza naar de Amerikaansche grens op, dit zou een militaire betooging zijn om kracht bij te zetten, aan zijn hernieuwd ver zoek de Amerikaansche troepen uit Mexico terug te trekken. Een Oostenrijksche onderzeeër heeft Porte Ferrajo op Elba beschoten. In Oost-Friesland wordt voor melkscho- pen 60 en voor lammeren ruinl 30 betaald Enkele Noord-ltaliaansche steden wor den ontruimd. In de Middellandsche Zee zijn zeven schepen getorpedeerd. BINNENLAND. EERSTE KAMER. Aan de orde kwamen verschillende wetsont werpen. Bij een wetsontwerp tot onteigening van ei gendommen maakte de heer Drucker (v. d., Noord-Holland) eene opmerking omtrent den vorm der wetten, welke de minister van bin nen landsche zaken beantwoordde. Bij de wetsontwerpen tot toekenning van te gemoetkomingen wegens de duurte van levens middelen beantwoordde de minister van fi nanciën eenige in het voorloopig verslag ge maakte opmerkingen en een paar opmerkingen welke de heeren Bavink (a.r., Gelderland) en De Oijselaar (c Ji., Zuid-Holland) maakte over kindertoeslag en den vorm der wetsont werpen. Bij een ander wetsontwerp waarschuwde de heer Bont van Oud-Amelisweerd (r. k., Noord-Brabant) tegen vexatoire maatregelen, welke door het geven vas premies aan kommie zen voor aanhoudingen zouden kunnen wor den uitgelokt. Bij het wetsontwerp betreffende de Indische leening verdedigde de minister van financiën het 5 pettype en de bemiddeling van de gui- chetbanken. Bij het wetsontwerp betreffende molestrisi- co beval de heer Diepen (r. k., Noord-Bra bant) verzekering tegen molestrisico te land aan. De heer Reekers (r. k., Gelderland) meende dat dit een al te omvangrijke administratie zou meebrengen. De heer Van Kol (s. d. a. p., Friesland) gevoelde veel voor het denkbeeld van den heer Diepen. Een meer uitvoerige discussie werd gevoerd over een wetsontwerp betreffende aankoop van terreinen voor een gebouw voor het cen traal bureau voor de statistiek. Na repliek van den minister werd het ont werp aangenomen met 19 tegen 18 stemmen. Al de overige wetsontwerpen werden zonder hoofdelijke stemming aangenomen. TWEEDE KAMER. Voortgezet werd de behandeling van het wetsontwerp inzake het buitengewone oorlogs- crediet en de motie-Ter I aan en Van der Voort van Zijp. De minister van oorlog zeide naar aanlei ding van vroeger geuite klachten, dat van ve le er van is gebleken, dat de klager verzuimd had den wettigen weg te volgen en zich maar tot een Kamerlid had gewend. In December werd geklaagd over den achterstand van de administratie bij de depots; gebleken is, dat er achterstand was bij de administratie van slechts één der 25 epots. Ook zijn er in dé Kamer geheel onjuiste cijfers genoemd ten aanzien van de luchtvaart. De malversaties, waarvan de heer Koster heeft gesproken had de minister niet kunnen onderzoeken, wijl hij de door den heer Koster toegezegde inlichtingen niet had ontvangen. De heer Koster (v. d., Assen) zeide die in lichtingen op 28 Jianuari te hebben gezonden. De minister erkende, dat er gebrek is ge weest aan administratief personeel. Hij bracht hulde aan de kranige administratieve onder officieren, die dag en nacht hebben gewerkt Tot gedeeltelijke demobilisatie kan en mag de regeering niet overgaan. De toelage aan officieren en onderofficie ren had spr. moeten verminderen wegens de hooge kosten van de mobilisatie. De minister sprak verder over eenige klach ten. Wat de uitrusting betreft, aan het maken van helmen is gedacht maar men is er nog niet in die mate van voorzien als spr. zou wenschen. Een bezwaar is de fabricatie van het benoodigde staal dat veerkrachtig moet zijn. Naar aanleiding van het intrekken van de verloven deelde dem inister mee, dat strategi sche reden, waarom het spoorwegpersoneel beschikbaar moest blijven, ook thans nog be staat. Wat de gevraagde clementie voor de ge- drosten aangaat spreker was geen beul, en de opperbevelhebbèr ook niet. Maar er moet tucht zijn in het leger; de opperbevelhebber moet zijn soldaten in tijd van oorlog in de hand hebben. De maatregelen tegenover de gedrosten zullen slechts gelden, zoolang het noodig is. Oordeelen de commandanten, dat ze niet meer noodig zijn, dan zullen de gestraften weer in het genot komen van de gewone periodieke verloven. Naar aanleiding van de nieuwe verlofrege ling zeide de minister, dat het geleidelijk lukt is, de centralisatie te vervangen door centralisatie. Wat den geneeskundigen dienst betreft, de minister deelde mede, dat er verschillende verbeteringen worden aangebracht Met 150 Bil nummer beaAaat vft 8 bladen. ALKMAARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1