DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. VRIJDAG 2 JUNI. No. 129 Honderd en achttiende jaargang. 1916 fr. p. post f 1.25. Advertentieprijs 10 et p. regel, groote letters naar plaatsroimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERUÜs. COSTER 4 ZOOR. Voordam C 9. Telefnr. 3. TER ZEE. ENGELAND. FRANKRIJK. NEDERLAND. ALKMAAR, 2 Juni. De Duitsche marinestaf bericht een belang rijken zeeslag in het Skagerak, waaromtrent ons tot dusverre nog geen enkele Engelsche mededeeling heeft bereikt. Volgens deze Duitsche voorstelling stiet Woensdag de Duitsche volle-zee-vloot op een overmachtig deel van de Engelsche vloot. In den na-nacht ontwikkelden zich een reeks van gevechten. „Voor zoover thans bekend" werden de volgende Engelsche schepen vernield: War- spite (linieschip, 1913) metende 27500 ton, Queen Mary (pantserkruiser, 1912) metende 30000 ton', Indefatigable (slagkruiser, 1909), metende 19050 ton, twee der Achilles-klasse (gepantserde kruisers 1905) metende samen 27500 ton, voorts een kleine kruiser, de nieu we schepen Turbulent, Nestor en Al caster (waaromtrent wij geen opgaven bezitten), een groot aantal torpedojagers en een onder zeeër, terwijl een andere reeks groote Engel sche slagschepen zwaar beschadigd werden, o. a. kreeg de nooitbenauwd „Marlborough" een torpedoschot. Duitschland verloor den kleinen kruiser Wiesbaden (waarschijnlijk een nieuw schip, bijzonderheden ontbreken althans), de Pom- meren (een pre-dreadnought van 1905, me tend 13200 ton), terwijl eindelijk de Frauenlob (een kleine pantserdekkruiser van 2700 ton uit het jaar 1902 vermist wordt en het lot van eenige torpedobooten tot dusver re nog onbekend is. Uit dit bericht blijkt allereerst, dat dit treffen tusschen Oost- en Noordzee de be langrijkste ontmoeting ter zee is, welke tot dusverre heeft plaats gehad. Nóch het ge vecht bij Helgoland, 28 Augustus 1914, nóch dat bij de Chileensche kust op 5 November 1914, nóch dat bij, de Falklandsei landen tus schen Engelsche en Japansche schepen eener en Duitsche anderzijds, nóch dat, hetwelk bij Helgoland den 24sten Januari 1915 werd geleverd, is van zoo groot gewicht. Blijk baar zijn het groote eenheden die op welke wijze dan ook op elkaar gestooten zijn. De nieuwste en sterkste slagschepen be hoorden er toe, maar ook verschillende krui sers en zeer veel klein materiaal, tot onder zeeërs incluis. Volgens het Duitsche bericht was de Engelsche vloot de sterkere. In elk geval heeft zij de zwaarste verliezen geleden. Met spanning mogen nadere bijzonderheden worden afgewacht, welke zullen leeren, hoe die verliezen konden worden toegebracht. Is de Duitsche lezing juist, dan zal het re sultaat, behalve van feitelijken, ook van mo- reelen invloed zijn: in Engeland onaange naam, terwijl men in Duitschland dit eerste, zoo spoedig behaalde succes na het optreden van admiraal von Capelle, in de plaats van von Tirpitz met ingenomenheid zal begroe ten. Terwijl de Italianen in een jaar oorlog voeren tevergeefs hebben getracht een Oos- tenrijksche stad van eenige beteekenis te be zetten, zijn de Oostenrijkers er in een veer- tiendaagschen veldtocht in geslaagd de beide Italiaansche steden Asiago en Arsiero te ne men. Dit is een belangrijk resultaat van een campagne, waarvan de behaalde gevolgen zich verder afteekenen in de gevangenneming van 30.380 Italianen (van wie 694 officieren) en de buitmaking van 299 kanonnen. De ter reinwinst en de buit.toonen reeds, dat de Italianen een gevoeligen klap gekregen heb ben, maar bovendien zijn er eenige belang rijke steunpunten genomen en is er een ge duchte knak gekomen in de voornaamste Ita liaansche lijn van weerstand. Neemt men daarbij de snelheid der Oostenrijksche actie in aanmerking (de Italiaansche sperfortlinie vlak bij de Oostenrijksche grens werd spoe dig genomen, de sterkere forten werden ach tereenvolgens veroverd en ook de beide steunpunten Asiago en Arsiero hebben den tegenstand spoedig opgegeven), dan mag men zeggen, dat men hier te doen heeft met een goed opgezette, aanvankelijk geslaagde operatie, waarvan men nog wel meer zal hooren. Het Fransche Journal des Débats vergelijkt het Oostenrijksche succes reeds met de strate gische doorbraak in het centrum van de vij andelijke linie, zooals in Mei van het vorige jaar door de Oostenrijkers in Galicië werd tot stand gebracht, hetgeen, zooals men weet, het begin is geweest van de terugtocht der Russen. Houden we ons er echter voorloo- pig maar aan, dat de Oostenrijkers twee Ita liaansche plaatsen, waar zijspoorwegen be ginnen, hebben bezet en dat ze thans gele genheid krijgen verder op te rukken. Natuur lijk zullen de Italianen hen trachten tegen te houden, maar de Oostenrijkers hebben ver scheidene hoogten, welke de omgeving be- heerschen, in hun hand en krijgen het voor deel van den aanvaller, die naar beneden moet, hetgeen heel wat gemakkelijker gaat, dan hoogte-stellingen te moeten nemen. Al lereerst zullen de Oostenrijkers echter wei Schio trachten te veroveren de hoogte Priaforo, welke den weg naar die stad beheerscht, is reeds genomen. Hebben ze die stad, dan zal het wel niet lang meer duren, dat ze zullen trachten in de vlakte van Venetië af te dalen. Lukt him dit, dan zal het heele Italiaansche leger langs de Dolomieten, de Kamische Alpen en aan de Izonzo moeten wijken, dan zal zich dus met Italië herhalen wat verleden jaar met Rusland is geschied. Dit nu ligt in het verschiet. Of dat verschiet bereikt zal worden is nog een vraag, maar reeds nu kan worden vastgesteld, dat de midden-mogend- heden, evenals verleden jaar, in de Meimaand een strategische operatie met vérstrekkende mogelijkheden hebben opgezet. Volgens een Havas-bericht zijn er niet slechts Duitsche en Bulgaarsche, maar ook Turksche troepen op het Grieksche grondge bied opgerukt. Het is nog steeds niet bekend, wat de bedoeling van deze actie is, of zij en kel beoogt, te voorkomen, dat de geallieerden op Bulgaarsch gebied doordringen, of wel, dat men ook hier offensieve oogmerken heeft. Zoolang men het een noch het ander weet, weet men ook niet of de hier tegenover elkaar staande legermachten een beslissen- den strijd zullen aangaan. Bij Verdun is er weinig verandering in den toestand. De Franschen hebben een voordeel behaald op de zuidwestelijke hel lingen van den „Dooden Man" (het Fransche legerbericht spreekt van de verovering van een zwaar versterkt Duitsch bolwerk, het Duitsche van verlies van loopgraven over een breedte van 400 M.), de Duitschers slaagden er in de Fransche loopgraven van de eerste linie tusschen het fort van Douau- mont en den vijver van Vaux te nemen. De Turken beweren Mamachatoen (ten westen van Erzeroem) te hebben genomen, in elk geval heeft de opmarsch van den Russi- schen grootvorst in Armenië de laatste da gen geen vorderingen gemaakt. EEN ZEESLAG. De Duitsche marinestaf meldt: Een Duitsche vloot stiet den 31 en Mei op een veel sterker hoofdafdeeling van de En gelsche vloot Er ontwikkelde zich 's namid dags en 's nachts tusschen het Skagerak en het Homs Riff een reeks zware, voor de Duitschers gunstig verloopen, gevechten. De Duitschers vernietigden, voor zoover tot dusverre bekend is, het groote slagschip „Warspite", de slagkruisers „Queen Mary" en „Indefatigable", twee pantserkruisers, waarschijnlijk van de Achilles-klasse, een kleinen kruiser, de schepen „Turbulent", „Nestor" en „Alcaster", een groot aantal tor- pedovemielers, een onderzeeër en verder zijn nog een aantal groote Engelsche slagschepen zwaar beschadigd. Het groote slagschip „Marlborough" werd o. a. door een torpedo getroffen. Een deel van de bemanningen der verlo ren gegane schepen zijn opgevisch, o. m. de twee eenige overlevenden van de „Indefati gable". De vijand boorde den Duitschen kleinen kruiser „Wiesbaden" en de „Pommeren" in den grond. Het is tot dusverre nog onbekend wat het lot is geweest van de „Frauenlob" en eenige torpedobooten. De vloot is heden de havens weder bin- nengeloopen. DE VREDESKANSEN IN HET ENGELSCHE LAGERHUIS. N In het Lagerhuis heeft de heer Markham gewezen op ae verklaringen ban den Duit schen Rijkskanselier in zijn nota aan de Ver- eenigde Staten, „dat Duitschland tot twee maal foe in de laatste maanden aan de we reld zijn bereidwilligheid heeft kenbaar ge maakt om vrede te sluiten op zoodanigen grondslag, dat Duitschland's levensbelangen zijn gewaarborgd", en „dat het niet Duitsch land's schuld was, wanneer de vrede nog steeds aan Europa werd onthouden". De heer Markham vroeg minister Asquith, of de bondgenooten bereid zijn gebruik te maken van ae diensten van een onzijdigen staat, ten einde aan Duitschland de definitieve voor waarden mede te deelen, waarop zij bereid zijn vrede te sluiten, aangenomen dat Duitschland bereid is om op dezelfde wijze en tegelijkertijd aan de bondgenooten mede deeling te doen van de definitieve voorwaar den, waarop Duitschland bereid is vrede te sluiten. Minister Asquith heeft hierop geantwoord, dat minister Grey reeds ter zake van den vre de een openbare verklaring heeft afgelegd. Er is niets in de verklaring van den Duitt- schen rijkskanselier, dat wijst op Duitsch land's bereidwilligheid om vredesvoorwaar den te overwegen, die de belangen van de bondgenooten en den toekennstigen vrede van Europa waarborgen. Minister Asquith geloofde niet, dat hij met eenig nut iets zou kunnen toevoegen aan de rede van den heer Gery van de vorige week. GENERAAL GALLIENI. Generaal Joffre heeft in een legerorder den troepen kennis gegeven van het overlijden van generaal Gallieni. Hij zegt daarin, dat generaal Gallieni, die alle eigenschappen be zat van een aanvoerder, in zijn lange, schitte rende loopbaan 't land eer heeft aangedaan. Op 't oogenblik, dat de vijand de hoofdstad bedreigde, toonde Gallieni de hoogste militai re qualiteiten bij de voorbereiding van troe pen bewegingen der onder zijn bevel staande strijdkrachten, ten einde die aan den algemee- nen strijd te doen deelnemen. Als minister ontwikkelde generaal Gallieni groote hoedanigheden als organisator en toon ae hij een energie, die alleen door ziekte kon worden gebroken. De nagedachtenis van generaal Gallieni zal bij allen in herinnering blijven als die van een der beste dienaren van het land. KORTE BERICHTEN. Het voedihgsdepartement in Duitsch land wil ook de vrouwen, die,groot belang hebben bij een redelijke verdeeling der levens middelen, raadplegen. Het heeft daarom be sloten een commissie van bijstand, geheel uit vrouwen bestaande, in het leven te roepen. Het Lagerhuis is tot 20 Juni verdaagd. De Amerikaansche marinebegrooting is gewijzigd, zodat er in plaats van 20, nu 50 onderzeeërs gebouwd worden en in plaats van 5 milioen, nu 8milioen gulden voor vliegmachines beschikbaar komt. Uit Duitsche bron was het bericht geko men dat het Russische ministerie van marine zou zijn uitgebrand. Uit St. Petersburg wordt nu gemeld dat deb rand heel weinig te betee- kenen had. In China zijn 8 van de 18 provinciën in opstand. De geheele korenoogst voor 1916 wordt in Oostenrijk-Hongarije door de regeering in beslag genomen. RIJKSOONTROLE OVER HET REGEERINGSBROOD. Door den Minister van Landbouw, Nijver heid en Handel is aan de burgemeesters de volgende circulaire gericht, waarin hij mede deelt dat de heer G. Zuyderhoudt, controleur bij het Rijksbureau voor de distributie van graan en meel, belast is mét het houden van toezich op de naleving voor de in de verschil lende gemeenten getroffen en door mij goed gekeurde regelingen met betrekking tot de verstrekking van goedkoop ongebuild brood. STRAFEXERCEEREN. De bijkomende straffen, opgelegd aan alle militairen, welke zich met het Paaschfeest zonder verlof van hun corps hebben verwij derd, doch zich daarna behoorlijk hebben ge dragen, zijn thans, volgens de Avondpost, ge heel opgeheven. STADSNIEUWS. LANGEBAANDRAVERIJEN. De gisteren op het sportterrein aan de Nieuwpoortslaan gehouden langebaan-dra- verijen, welke door een talrijk publiek wer den bijgewoond, hadden een vlot verloop. De toekomstprijs was voor Charlotte Cor- day, die Delaine maar even achter zich kon laten, de Alcmariaprijs won Athleta, die goed en wel binnen was toen Dorothea een neuslengte voor Duncan binnen kwam; de Kennemerprijs behaalde Ciampi in 2 ritten, terwijl de schimmelhengst ook den afstands- prijs veroverde in een vinnigen kamp, waar in Auto en Athleta scherp meedongen. Tus schen de ritten in werd ae Fransche hengst Voltigeur, van den heer D. Aartman te Hoogwoud, voorgereden; het kloeke beest werd zeer bewonderd. De gedetailleerde uitslag is: Toekomstprijs (4e klasse), afstand 1700 M Prijzen: 150, 50 en 25. Ingeschreven: 1. Emanuel, 5 j. br. h., eig. J. G. von Es sen, Amsterdam, 1660 M. 2. Gekko, 3 j. br. r., eig. Stal Dolec, den Haag, 1660 M. 3. Dora, 6 j. br. m., eig. J. Plevier, Heer- hugowaard, 1660 M. 4. Deldine, 6 j. sch. r., eig. D. Aartsman, Hoogwoud, 1685 M. 5. Charlotte Corday, 6 j. br. m., eig. Gebrs. Prast, Amsterdam, 1720 M. 6. Catherine R, 7 j. br. m., eig. J. Schoon, Medemblik, 1720 M. 7. Clemence, 7 j. br. m., eig. C. Bakker, Oegstgeest, 1740 M. Niet verschenen 2, 3 en 6. Clemence was in zeer slechte conditie en Emanuel toonde weinig. De Jong betwistte met Deldine vinnig den prijs aan van Leeu wen, die „Lotje" echter als winnares over de finish bracht. No. 3 was Clemence, gereden door Tj. Witteveen. Voor den Alcmariaprijs, Prijzendraverij 3e en 4e klasse, afstand 2000 M.), prijzen 200, J. Plevier, 50 en 25, waren ingeschreven: 1. Fleuriste, 4 j. br. m., eig. Stal Dolec, den Haag, 1950 M. 2. Eglendina II, 5 j. zw. m., eig. D. Aart man, Hoogwoud, 1950 M. 3. Dorothea, 4 j. br. m., eig, Heerhugowaard, 1950 M. 4. Charlotte Corday, 6 j. br. m., eig. Gebr. Prast, Amsterdam, 2020 M. 5. Duncan, 6 j. br. h., eig. P. C. Appel, IJselmoüde, 2040 M. 6. Athleta, 9 j. br. m., eig. K. G. v. d. Veen, Hardegarijp, 2080 M. 7. Ciampi, 7 j. sch. h., eig. B. van den Bergh, Oisterwijk, 2080 M. iet opgekomen de Ns. 1 en 7, Marten Siderius behaalde een gemakkelijke overwinning met Athleta, Tjibbe Witteveen wist in het rechte eind met Dorothea zijn broeder Age met Duncan nog te passeeren. ren. Voor den Kennemerprijs (Heatedraverij af stand 1600 M.), waren ingeschreven: 1. Eminentie, 5 j. br. r., eig. J. Stammes, Nieuwe Niedorp, 1600 M. 2. Dorothea, 4 j. br. m., eig. J. Plevier, Heerhugowaard, 1600 M. 3. Clara, 11 j. zw. m., eig. N. Schermer hom, Alkmaar, 1630 M. 4. Betty Brook, 8 j., eig. H. Verdegaal, Lis- se, 1630 M. 5. Duncan, 6 j. br. h., eig. P. C. Appel, IJselmonde, 1650 M. 6. Diomedes, eig. P. van der Wal, Hoofd dorp, 1650 M. 7. Ciampi, 7 i. sch. h., eig. B. van den Berg, Oisterwijk, 1660 M. 8. Clemence, 7 j. br. m., eig. C. Bakker, Oegstgeest, 1670 M. 9. Catherine R., 7 j. br. m., eig. J. Schoon, Medemblik, 1680 M. 10. Auto, 9 j. br. h., eig. Gebr. Prast, Am sterdam, 1710 M. Niet opgekomen de Ns. 2, 5, 6, 9 en 10. Het viel B. ten Hagen niet moeielijk met Ciampi de 300 te behalen. In de beslissende heat was de 50 voor D. de Vlieger met Bet ty Brook, terwijl Eminentie de derde mede dinger was. (Clemence werd uitgeleid, Clara gedistancieerd). Voor dén Afstandsprijs (prijzendraverij 2e klasse, afstand 2200 M.), prijzen 200, 50 en 25, waren ingeschreven: 1. Ciampi, 7 j. sch. h., eig. B. van den Bergh, Oisterwijk, 2200 M. 2. Athleta, 9 j. br. m., eig. K. G. v. d. Veen, Hardegarijp, 2200 M. 3. Auto, 9 j. br. h., eig. Gebr. Prast, Am sterdam, 2200 M. 4. Clemence, 7 j. br. m., eig. Oegstgeest, 2200 M. 5. Duncan, 6 j. br. h., eig. P. IJselmonde, 2200 M. 6. Bettv Brook, 8 j. eig. H. Verdegaal, Lisse, 2200 M. Nietiopgekomen: Clemence. Duncan en Betty Brook vielen snel af, maar Ciampi, Auto en Atheleta bleven voort durend aan elkaar hangen. B. ten Hagen wist C. Bakker, C. Appel, fraai met Ciampi te winnen en J. van Leeu wen snapte met Auto nog net op de 50 voor M. Witteveen met Athelata wei die trouwens gediskwalificeerd werd, (de berijder werd bovendien beboet wegens hin deren), zoodat de 25 voor Duncan was. De draverijen waren op tijd geëindigd. CONCERT IN DEN HOUT. Door tusschenkomst van het Bestuur der Burgersocieteit zal het Militair Muziekkorps alhier, Kapelmeester de Heer A. A. van He- del, op Zondagavond 4 Juni van 7% uur tot 9 Y, uur in ed Hout een concert geven met het navolgende Programma 1. Marsch Populaire ,,'t Zal niet gaan", M. Samehtini. 2. Glühwiirinchen-Sdyll, Paul Loincke. 3. Le corso blanc. Polka H. Tellam. 4. Neus Jahrhundert, neues leben, C. M. Ziehrer. O. Meister. L. Canne. L. Canivez. Walzer, 5. Fantasie sur l'Opera „Les Saltimbanques", Pauze. 6. „Wir spielen Soldat" 1 Characteristische Tonstück. R. Eilenberg. 7. La Housarde. Valse Militaire. 8. L'Infemal, Galop, 9. Die Meistersinger von Berlin, Potpourri, Paul Lincke. 10. Marsch „Patrie" J. Eteenbrugen. CENTRAAL BUREAU VAN ADVIES, OP ADMINISTRATIEF TECHNISCH EN JURIDISCH GEBIED VOOR DEN MIDDENSTAND. Gisteravond 6 uur had in café „Central" onder leiding van den heer Jb. Cloeck een ver gadering plaats van middenstandsvereenigin- gen om te komen tot een Gentraal-Bureau van advies voor den Middenstand in Noord-Hol land benoorden de spoordijk Amsterdam, Zaandam, Uitgeest met uitzondering van Zaandam. Deze vergadering werd namens de regee ring bijgewoond door den heer F. Regenaar, Rijksnijverheid-consulent te 's-Gravenhage. Uitgenoodigd waren een 47 tal midden- stands- patroonsvereenigingen. Aanwezig waren het bestuur van de Alk maarsche vereeniging van Handeldrijvenden- en Industrieelen Middenstand, dat van dezelf de vereeniging te Hoorn, twee bestuursleden van de Alkmaarsche „Hanze" een bestuurslid van de Alkmaarsche vereeniging van Brand- stoffenhandelaren en een bestuurslid van den Alkmaarschen Aannemersbond. De voorzitter constateerde dat de opkomst niet schitterend was, Meet men damaar af de belangstelling voor het bureau van Advies, dan is die zeer gering te noemen. Spreker herinnerde dan de vergadering van 18 November 1915 waar de Rijksnijverheid consulent den heer Begeman, had uiteengezet dat er in Alkmaar kan komen een Bureau van Advies, en dat een dergelijk bureau in Deven ter bewezen had in een behoefte te voorzien. Aan het hoofd diende een eerste klas vertrou wensman te staan. In die vergadering stelde de heer Begeman tenslotte voor om een commissie te benoemen voor het ontwerpen van statuten enhet ma ken van een begrooting. Wij hebben dit aldus de voorzitter in samen werking met ,yde Hanze" gedaan. De Hanze heeft door onderlinge bestuursoneenigheid met den geestelijken adviseur, er niet die zorg aan kunnen besteden, die de bestuursleden ze ker hadden willen geven. Met het oog op het middenstandsbelang zijn wij doorgegaan. Wij zijn klaargekomen met een begrooting en zullen straks spreken over contributie voor vereenigingen, leden, van vereenigingen en personen. Wij zullen kiezen een voorloopig bestuur dat over kan gaan tot aanwijzing van een voorloopig directeur. Wij zullen tenslotte alle weggebleven orga nisaties hebben in kennis te stellen met, datge ne wat wij noodig hebben. Spreker oordeelde, dat er voor het feit dat zoo weinigen zich warm maakten een excuus was n.l. dat men nog niet van het groote be lang is doorgedrongen. Toen 30 jaar geleden in wording was de ■oote landbouwvereeniging stonden de landr uwers daartegenover met hetzelfde groote wantrouwen. Schoorvoetend zijn zij medege- gaan en thans zal er zeker geen landbouwer in geheel Nederland zijn die in deze hetgeen het Rijk en de Provincie deden niet zullen toe juichen. Zijn wij een paar jaar verder dan zullen ook de middenstanders zeggen „Hoe is het mogelijk dat wij voor deze zaax toen zij in wording was zoo weinig geestdrift getoond hebben?' Het is slechts enkelen gegeven voor te gaan Het pad is niet gemakkelijk te loopen, maar het bewustzijn, dat wij iets hebben gedaan voor den stand waartoe wij behooren, moet ons de kracht geven om door te gaan. Wij we ten dat het goed is. Hiermede opende spreker de vergadering. Hierop deelde de voorzitter mede, dat er uit den Helder van den heer Adriaansche een schrijven was ingekomen, waarin hij berichtte persoonlijk gaarne zijn medewerking aan de oprichting van een Bureau van Advies zal ge ven. De voorzitter zeide tot de afgevaardigden uit Hoorn, dat het hem zeer aangenaam was, dat zij in zoo groote getale aanwezig zijn. Het was spreker daarom aangenaam omdat er tusschen beide plaatsen een zekere concur rentie is, die langzaam gaat plaatsmaken voor samenwerking, Spreker wees er op, dat zoowel de Alkmaarsche als de Hoomsche in gezetenen bedreigd worden, door precies de zelfde bui. De Kaasmarkt enons beider zoo lief, worden bedreigd door onttrekken van den aanvoer en het verliezen van zijn grootste handelaren. Beide steden zullen daardoor in detoekomst zeker een deel van hun inkomsten hebben te missen. Deze gelden zullen door den ingezetenen moeten worden opgebracht. Gelukt het door ons werken, de midden stand te versterken, dan zullen de middenstan ders na verloop van jaren zeggen, wij hebben verloren, wij hebben meer op moeten brengen, maar op denzelfden tijd dat het getij verliep hebben wij de bakens verzet. Hierop las spreker het concept statuut daarbij mededeelende, dat dit eerst behandeld was door de Alkmaarsche Middenstandsver- eeniging „De Hanze". Het bouwsel van deze beide vereenigingen bleek niet goed1, de Rijks nijverheid consulent «heeft althans gemeend, dit niet te kunnen aanvaarden. Het vertrou wen dat 6preker in de regeeringsmannen heeft deed hem in de wijzigingen berusten. De heer Begeman zeide, dat art. 4 bepaald, dat het bestuur beslist over de toelating van persoonlijke leden en na overleg met de Rijks- nijverheidconsulent over de toelating der ver eenigingen. Deze bepaling is gemaakt om te voorkomen dat een 10-tal personen een vereeniging vor men, met het doel om voor de adviezen van het Bureau de lagere contributies te kunnen betalen. De heer G. W. Wonder (Hoorn) bracht hartelijk dank voor de woorden van welkom tot de Hoomsche vertegenwoordigers gericht. Spreker verklaarde, dat de Hoomsche aan wezigen zonder eenige voor ingenomenheid war en gekomen. Spreker als oud-Alkmaarder verleende gaarne zijn medewerking om de gewenschte samenwerking tot stand te brengen, aangezien men hetzelfde doel, dat het doel was van den heelen Nederlandschen Millenstand was, Na lezing van de Statuten betuigde de heer Begeman er zijn spijt over, dat Hoorn deze statuten niet eerder had ontvangen. Dit was een gevolg van een verzuim van een ambte naar van sprekers brueau. Spreker was er voor om tot oprichting over te gaan, doch achtte het gewenscht dat Hoorn voor het vast stellen van de statuten deze eerst nog eens kon bestudeeren. De heer Wonder vernam gaarne hoe de ver houding zou zijn tusschen het centraal-burean en een filiaal. De heer Begeman zeide, dat de instelling g is:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1