Tabak J* R. Keuss.
Honderd en Zeventiende
Zaterdag 17 Juni.
Episode
No. 141.
door
J. L. WALCH.
(Nadruk verboden.)
I.
Het was een popetje, die Etty Ruvehaers.
'n Bakvisch als 'n streepje. Haar donkerblau
we schooljurk met 'n glanzend-helderrooode,
leeren ceintuur, zat zoo gezellig-rul om haar
heenhaar groote eenvoudige zomerhoed was
zoo'n grappig-kolossale luifel boven haar ten
ger kopje, dat, als ze op haar fiets vlugbeenig
voorbij trapee, de kalme wandelaars vaak ble
ven staan en 'n meneer zei met 'n quasi-grom-
migen spot tegen 'n mevrouw: „Da's me ook
'n ding!'' en mevrouw zei niks terug, maar
keek het sprinkhanig figuurtje na met vertee-
dering en moederlijkheid.
Etty was een rap en tierig ding, maar men
moet denken, dat zij ook niet week en gevoelig
kon zijn. Die leuke glinsteroogen konden wijd
worden van zacht meegevoelmeegevoel met
menschen, met dierenEn dan was er nog
iets anders: Etty had een extatische liefde
voor muziek. Te extatisch was het den laat-
sten tijd. Als ze naar e enconcert was geweest,
kwam ze thuis met koortsig-gebloosde wangen
zat met 'n vreemdden glinsterenden blik 'n
poos stil in de kamer, lustte niet haar avond-
melk, en ging gauw naar haar kamertje,
maar ze sliep niet. 's Morgens was ze luste
loos en Moes informeerde, en Etty zei: „ik
kon niet slapen van die goddelijke muziek, en
na 'n een paar keer zei Pa, dat ze dan voor-
loopig niet meer naar die goddelijke muziek
toem oest gaan, en toen kreeg Etty 'a vreese-
lijke huilbui
En toen, ja toen, verschrikt haar scherp
bekijkend, toen zagen ze. dat Etty er over
spannen uitzag, en dat haar oogen diep lagen
kortom 't was blijkbaar niet best met haar.
Dat zei ook de oude huisdokter, die 'n
huiselijke dokter was, met vrijwel afgesleten
studiekennis en veel ervaring: Hij zei: die
Et moet 'n poosje in de weida tis al. Op
haar leeftijd ze is nou zeventien, is 't niet?
is dat beroerde onnatuurlijke hier nog
knellender dan later. Jelui ouwe menschen
en ik ouwe manwij loopen al zoo lang in 't
gareel met 'n bit in onzen bek pardon me
vrouw! en 'n paar leidsels op onze rug.
dat we, enfin, dat we 't er zelfs over hebben,
hoe móói ons tuig is. Maar Et is nog 'n
veulen. Geef den veulens wat des veulens is.
Heb jelui niet nog ergens op 't land n fa
milieiid zitten? Want je moet haar niet in 'n
pension stoppen; ze moet trouwens liefst
naar 'n oord, waar geen pensions zijn, en
geen hotels, en geen toiletten en geen muziek
'n Echt dorp in 't land.... Heb jelui nog niet
ergens 't een of ander stuk achterneef? Heb
je geen boeren in je familie?
,;Neen", zei mevrouw met 'n toontje van
schrik over zoo'n suppositie „neen.... dai
niet...."
„Dacht 't al 'n ras zonder degelijken on
dergrond", spotte de dokter; die veel spotten
mocht, omdat hij oud wa9 en omdat spot bij
'n medicus tot z'n ambtstooi behoort
„Kijk nou zoo'n Et! Ja kind want de ge-
pricieerde Et vertrok al haar mondje „ga
nou niet huilenop oud ijs vriest 't gauw en
jij bent 'n soort fontein de laatste weken
Nou, nou, nou stil maar; je bent 'n snoes
ookZeg nu is meneer, mevrouw weet
u iemand?"
„Belman??" zei mevrouw op zéér vragen-
den toon tegen meneer.
„Jjjaaa", zei meneer, met 'n bedenkelijken
circumflex op de aaa„als die wil.... Maar
we hebben in geen tien jaar iets van elkaar
gehoord...,. Ziet u, dokter dat is 'n aan
getrouwde neef van m'n vader'n Hoofd
van 'n school op 'n dorp in Noord-Holland,
bij de Anna Paulownapolder; hèhoe heei
't ook weer.....-*'
„Dat zijn alvast prachtige eigenschappen",
loofde de dokter, ,,'n Ned van uw vader?
Dus niet jong meer?"
„O nee 'n échte ouderwetsche sinjeur
hij is daar in dat gat nou al dertig jaar..."
„Dat is prachtig. Ze zullen haar geen ar
tistieke opgewondenheden bijbrengen. Ze
zal es 'n heel gemoedelijk slenterleven krij
gen; en véél buiten zijn."
II.
Een week later stepte Etty uit den trein
aan eén van die onwaarschijnlijke kleine sta
tions, aan welker bestaan we eigenlijk nooit
recht gelooven, maar die dat is niet te
ontkennen in de spoorboekjes staan. Met
den neef, an Belman, was de zaak schrifte
lijk geregelder was in de brieven die eenigs-
zins ongemotiveerde toon van hartelijkheid
aangeslagen, die, naar veler oordeel, tegen
over familie altijd de gepaste is, al heeft men
zich ook nooit om die familie bekommerd,
en al zdti men zich ook nooit om die familie
bekommeren, als men ze niet min-of-meer
noodig had. Etty zou alleen réizen; ze was
immers al zeventien; maar over veertien da-
fen zouden vader en moeder overkomen, 'n
aterdag en 'n Zondag, om de familie toch
es weer te zien. Etty werd dus vooruitge-
slingerd als 'n soort aanlegkabel, die het
groote schip zou bevestigen. Natuurlijk
zou er voor naar verblijf vergoeding worden
betaald; vader en moeder konden dat
voor hun eenig kind best missenen de
oude neef en ae even oude nicht konden het
minstens even best gebruiken. Maar daarvan
wist Etty, kieschelijk, niks.
Aan het station stapten drie boeren en één
boerin af. Er werden ook een vijftal man
den met kippen uitgeladen. Etty keek es rond.
Het stationsgebouwtje stond midden in de
wijde velden. Nergens 'a dorp, of maar 'n
huis; alleen wel is 'n groepje boomen.
Maar achter het stationnetje, daar stond haar
heul en troost: de omnibus, die haar moest
brengen naar Niemandsdorp. De koetsier zat
al op z'n gemak haar op te nemen, met 'n
aar kleine glinsterende eigenwijze oogjes
éawródtf tftemö in de answïïgBis houdkig,
in de hooding van iets dat uit te druipen
hangt, een heel mager wit paard.
Etty, wier stem altijd «en hoogst dam va*
verlegenheid moést overklimmen, als ze met
andere menschen dan die uit haar gewone
stadsomgeving praatte, vroeg een tikje te be
leefd:
„Is d'it de omnibus naar Niemandsdorp
De boer op de bok knikte 'n paar maal
zonder het stompje uit z'n mond te nemen,
en antwoordde:
„Zeker voor meester Belman? Stap maar
III.
Eunt waar een bruggetje en 'n straat recht-
oekig stond op den hoofdweg, waar langs
ze aldoor gereden hadden. Over de leuning
boven z'n stompe pijp; de diligence was 'n
rare ouwe bak, die eens goed moest zijn ge
weest, maar nu vrijwel verveloos wasea
van dat bruggetje hingen boerenjongens te
lummelen, en riepen elkaar nu en dim wat toe
met 'a ruwe stem en harde klanken.
Maar 't portier werd al opsngehrokksn, en
'n oude dorpsmeneer zeide:
„Dan is dan Etty! Kom d'r maar gauw uit,
nicht 1 Hihi 1"
Hij had een schelle stem, vreemd hoog voor
'n man, en knipte van louter vriendelijkheid
voortdurend de oog enhalf dicht onder t pra
ten. Hij scheen een groote behoefte aan leven
digheid te gevoelen, want hij was voortdurend
in beweging.
In 't eerste «ogenblik voelde Etty, die ge
woon was oudere menschen zich kalmer en
vormeiijker te zien gedragen, zie hietwat ver
schrikt maar ze voelde toch ook wel de hadte-
lijkheid van de ontvangst, en toen eventjes
achter neef aan een zeer gevulde dame aan
kwam, met 'n grappig stel onderkinnen en 'n
beetje slaperige oogen, maar in elk geval ie
mand, van wie geen sterveling iets kwaads
kon verwachten, stelde het haar op haar ge
mak.
„Kom!" zei neef, eenigszins geïmponeerd
door de kleurigheid van Etty's rootte mantel
tje en haar lichte schoentjes. „Kom er ou
maar gauw uit, nicht Etty.Mag ik maar
Etty zeggen?"
„Nou, natuurlijk, neef!" zei ze hartelijk,
terwijl ze hem met iets van dat kinderlijke
opene, dat haar oogen nog hadden bewaard,
aanzag. „Dag nicht" „Denk om je valliesje
wacht ik zal 't er wel uithalen, kom
maar ratelde neef, in hetzelfde tempo als
zijn-stem bewegeilde. En met z'n driën gin
gen ze in optocht naar huis.
Dat huis zag er verlokkend uit. Het had 'n
roze kleur, en lag achter 'n oploopend bleek-
veldje, door 'n heg omrjngd. Dat was aan de
slootkant. Verder liep een tuin om 't heele
huis heen: je zag seringen in bloei; en 'n pri
eel niets met den verfijnden aanleg van een
stadstuin, maar rul en ruim, echt gezellig.
En echt gezellig was ook de heel, heel ouder
wetsche kamer, 'n beetje schemerig zag je dan
dan langzamerhand dem eubels opkomende
glimmende tafel, en de stoelen met paardeha-
ren zittingen, en dan stond er nog n tafeltje
met 'n doos er op, die wel 'n heel kleine naai
machinedoos leek. En in den hoek: 'n piano!
„O, u hebt ook 'n piano riep ze.
„Ja via je dat prettig? Je houdt om-
mers zooveel van muziek? Van zware mu
ziek?" vroeg neef.
„Nou daar zal je hier nier veel van mer
ken, maar da's zoo ook veel beter voor je",
zei nicht. „Neef speelt wel es 'n mopje, uiu
Tavenu."
„Ja, ja zei neef, met z'n verheugde
knipoogen „Als je wat hooien wilt, zaï
ik strata wel és hé? 1"
„Etty wil zich zeker liever eerst es wat op-
frisschen", zei tante, die, ook in haar manier
van spreken 't gematigde element ia huis
oieek. „Neef is altijd zoo druk, kind! Dat
zal je wel merken 1"
Neef protesteerde met eenige onduidelijke
klanken, iets van „nou pa en „altijd wei
aardig zoo'n moppie....." Maar Etty gat
tante een knik van „wij begrijpen mekaar",
cn ze gingen samen naar boven.
IV.
Tante wees haar haar kamer, en ging toen
neen. Wat rook 't bier vreemd. Etty haal-
ue wat toiletgerei uit haar valiesje. Gelukkig,
nog niet veel op orde te brengen.
Morgen kwam de groote koffer wel. Ze
keek es rond. Wat 'n tiep van 'n kamer
z.óó groot en zulke groote meubels, en wat
n donkere ouderwetsche gordijnen. Door 't
raam keek je in de boomen. 't Leek niets op
haar lichte meisjeskamer thuis; met de witte
laque-meubeltjes en 't gebloemd cretonne.
Nu, tandenborstel. Ze haalde haar klei
ne lichtlederen nécessaire voor den dag; en
meteen viel er 'n sierlijk gebonden boekje tiii
't valies. Haar dagboek! Nou, daar zou Zc
wel wat in te schrijven hebben. Wat waren
't 'n types, die neef vooral. En wat was
alles vreemdzoo vreemd
Even bleef ze staan.
Zou ze er veel in schrijven Vanavond al,
over haar aankomst?
Toen, ineens, voelde ze: Neen, dat ging
nier niet. Dat paste hier niet. Het leven was
hier andersNiet 't leven, waar je dag-
voeken over schreefHet was zoo .goedig
zoo gewoon, dat je er niet eigenwijs over
Kon doenEn verrukt er over doen, over
dat natuurlijke goedigeneen, dat kon ze
toch ook niet. Wat was ze hie rtoch vreemd,
en zoo eenzaam.
Daar bewoog wat; 'n kleur.... En meteen
zag zij. dat ze 't zelf was: in de nspiegel. Ze
keek die Etty van uit-de-stad eens aan en
voelde zich, nu ze die zag te imdden van die
oude meubelen, nog eenzamerEn ineens
viel ze neer bij 't groote bed met de dikke
sprei, en snikte
V.
Pianoklank bracht haar weer tot zichzelve.
Maar hemeltje, wat 'n piano! Wat 'n rare
glasklank, enwat 'n muziek.
Daar werd aan de deur getikt en meteen
kwam nicht maar vast binnen, dik en breed
in de deur. Ettij was overeind gevlogen stopte
haar waschhandschoenen tegen haar roode
oogen.
„Ik kom maar es kijken," zei nicht bedaard.
„Je eet zeker nog wel wat? Ja, ja, ik zal maar
een boterhammetje opzetten. Als je klaar bent
kom je wel.
„Ja nicht dadelijk," deed Etty bezig.
Nicht verdween weeren Etty volgde haar
spoedig. De pianoklanken namen toe.Het
hinderde haar eigenlijk geducht, dat akelige
getingelEnfin, daarm oet je ook maar te
gen kunnen. Dat kon er nog wel hij. Wat 'n
raar huis was dit.Hierw as dara straks met
nicht toch niet geweest. Ze stood op een klein
!-«ïtwrV; rf uhht trv/S\m «ff. Vcorziekttar j
d«ed ze opa», £)e keuken! O, maar zoo kon ze
in den tuin komen. Haastig, zich 'n stiekeme
vrespieder voelend, dieb ang is te worden be-
rtapi, liep de kleme Etty angstig de keuk««
door. Nu was ze achter 't huis. Ze sloeg 'n
hoek om
De pianoklanken waren nu hevig. Want
daar ineens daar stond ze voor 't open
raam van, de huiskamer, en neef zag ze zitten,
die speelde en zong.
„Als goede kellnerin
Laat ik mij nimmer kus-—sen,
Ik steek den brand erin,
Laat anderen dien maar blusschen.
Hopsa liederi hopsalal
Hopsa, hopsa hopsa liederi...."
't Was meer schreeuwen dan zingen, die
hooge falset; es terwijl gesticuleerde 't hoofd
met de sik mee boven de toetsen
Toen, ineens, kreeg Etty 'n stikbui zoo
als je dfit op school Jiebt. Ze vlóóg terug,
den hoek weer omEh lachte, lachte, met
haar zakdoek in haar mond, zooals ze dacht
dat je niet alléén lachen kon.....
Tot de piano en 't gezang stil waren. En
ze neef's stem hoorde, die zei: „Waar blijft
ze toch? Hé, wat? Zou ze nog boven zijn?
Hè? Wat denk je?"
Toen kwam ze kalm-vriendelijk voor den
dag.
BINNENLAND.
'aHKcsg;
ALKMAARSCHE
KWALITEIT.
Gemengd nieuws.
Ds. VETHAKE VOOR HET
PROVINCIAAL KERKBESTUUR.
Over de vergadering van het Provinciaal
Kerkbestuur van Noord-Holland, waarin ds.
Vethake te Koedijk is geschorst, deelt de N.
R. Ct. mede:
„Niet als een beklaagde voor zijn rechters
zat de heer Vethake tegenover het provinciaal
kerkbestuur, maar eenvoudig om hun zijn
standpunt toe te lichten, hun zijn verhouding
tot de Ned Hery. Kerk duidelijk te maken.
De beer Vethake verdedigde zijn standpunt
met 'n uitvoerig pleidooi, dat hij op schrift
nad gesteld. Hij erkende op een vraag tot de
R, K. te behooren. Den paus kende hij vol
strekt gezag toe, maar, voegde hij er ter op
heldering bij, alleen voor zoover het de leer
oetreft, doch niet ten opzichte van het gewe
ten.
Toen hem gevraagd werd, wat voor redenen
er hem dan toedreven, ondanks zijn Roomsch-
Katholirisme in de Ned. Herv. Kerk te blijven
verklaarde bij, dat dit louter redenen van op
portunistische» aard. Zijn ondervragers wis
ten toch ook wel, welk een beslommering het
meebrengt, als een predikant van de eene
naar de andere plaats beroepen, moet verhui
zen. Gelijk zulk een predikant de tijd ruim
schoots wordt toegemeten om .de noodige
maatregelen te nemen, meende de heer Vetha
ke thans ook recht op een termijn van eenigs
zins langer duur te kunnen laten gelden. Ook
nu weer gebruikte hij het beeld van de keu
kenmeid met haar opzeggingstermijn. Als
men een keukenmeid reeds een dergelijke
speelruimte geeft, dient men dit toch ook een
predikant te gunnen. Hij had een huishoud
ster, bezat meubelen, en voor al deze dingen
diende toch te worden gezorgd. Bovendien
had hij willen wachten, tot zijn oude vader
rustig zijn emerteat had kunnen nemen, opdat
diens afscheid niet door deze geruchtmakende
zaak zou wórden vergald. Maar de voorbari
ge berichtgever van de Nederlander had al
zijn plannen in de war gestuurd en nu was hij
door de gebeurtenissen overvallen.
Inmiddels meende hij volkomen recht te heb
ben om in de Ned. Herv. Kerk te blijven, zoo
lang hem dit zou believen. Al had hij de ter
mijn van ontslagneming op Januari of Febru
ari gesteld, zouden de kerkelijke besturen hem
toch hierover niet lasting kunnen vallen.
Want zoo de kerkelijke besturen tegen zijn
blijven in de Ned. Herv. Kerk bezwaar maken
zouden zij .blijk geven, het wezen van het
Protestantisme niet te begrijpen. Op grond
van de belijdenisschriften van Guido de Bres
betoogde de heer Vethake uitvoerig, dat het
wezen van het Protestantisme geen anti-papis
me is. De hervormers hebben in het anti-pa
pisme nooit het hoofdkenmerk van het Pro
testantisme gezien. Waartegen was het, dai
de Bres en zijn geestverwanten zich het stel
ligst verzetten? Niet tegen het papisme maai
iegen het anabaptisme met zijn dienstweige
ring, eedsweigering en loochening van de tri
niteit
Wat doet echter de Ned. Hërv. Kerk? Zij
heeft met dit Protestantsche kenmerk.volsla-
gen gebroken. Immers duit zij dienstweige-
raesïi ftiet alleen onder haar leden, maar zelfs
onder haar predikanten, cn een bekend leider
onder de vrijzinnige Hervormden als prof.
Eerdmans strijdt in de Tweede Kamer tegen
den verplichten eed. En daarnaast verwerpt
het Weekblad voor de Vrijzinnig Hervormden
waaruit de heer Vethake een aanhaling voor
tas, de heilige drievuldigheid. Een kerk, die
zoo haar anti-anabaptistischen oorsprong
verloochent, is geen Protestantsche kerk meer
en heeft allerminst recht aan de andere zijde
papistische ketterijen zoo streng te vonnissen
Gaat zij in haar vrijhei d eenerzij ds zoo lot het
uiterste, dan moet zij consequent blijven, en
ook anderzijds geen bezwaar maken tegen le
den en voorgangers, die tot de overtui,
van den heer Vethake zijn bekeerd. Als
is de Ned. Herv. Kerk dood.
Na dit pleidooi, waarvan sommigen gedeel
ten op hartstochtelijken toon werden voorge
dragen, werd' den heer Vethake de vraag ge
steld, of hij zijn verklaringen nogmaals wilde
bevstigen, en toen hij hierin had toegestemd,
werd' het verhoor gesloten. Met algemeene
stemmen stelde het provinciaal kerkbestuur
daarop vast, dat de betrokkene ten duidelijk
ste had getoond zich van de Ned. Herv. Kerk
af te scheiden. Niet alleen was dit gebleken
uit het door hem in de pers gepubliceerde
gesprek alsmede uit zijn in deze vergadering
van het provinciaal kerkbestuur voorgedragen
beschouwingen, maar vooral gaf de brief,
waarin hij aan het classicaal bestuur van Alk
piaar zijn voornemen om ontslag te vragen
had kennis gegeven, een afdoend getuigenis.
Jn dien brief immers voerde hij als beweegre
denen voor zijn voorgenomen ontslagneming
aan zijn gewijzigde geloofsovertuiging^' en
zijn „aanstaande overgang naar de Heilige
Katholieke Kerk."
Op grond hiervan nam het provinciaal kerk
bestuur wederom met algemeene stemmen het
besluit den heer Vethake vervallen te verkla
ren van zijn betrekking tot de Ned. Herv.
Kerk en zulks met ingang van het onherroe
pelijk 'worden van dit besluit. Naar men zich
herinnert is degeen, die zich door een besluit
als dit bezwaard of verongelukt acht, volgens
art. 14 van het Algemeen Reglement gerech
tigd zich bij het in opklimmenden rang vol
gend bestuur te beklagen. Tot heden over
veertien dagen (de officieeie kennisgeving van
het genomen besluit heeft den betrokkene be
den bereikt) staat den heer Vethake dus nog
beroep open op de algemeene synode.
Of hy hiervan gebruik zal maken? Zij die
hem van nabij kennen, beweren dat hierop
groote kans bestaat, daar de betrokkene ge
woon is door te zetten, hetgeen hij eenmaal
heeft ondernomen. Bovendien ware er anders
immers voor hem ook geen reden geweest, zijn
eischen voor het provinciaal kerkbestuur te
verdedigen.
Mocht de synode, wat niet te betwijfelen
valt, het provinciaal kerkbestuur in het gelijk
stellen, dan zal alle verband tusschen den
voormaligen predikant en de Ned. Herv. Kerk
zijn verbroken, hetgeen niet het geval geweest
zou zijn zoo de zaak als een tuchtzaak behan
deld was. Want, ook al wordt iemand door
een vonis volgens het Reglement voor Opzicht
en Tucht van het lidmaatschap der Ned.
Herv. Kerk ontzet, hij blijft dan toch nog
steeds dooplid. Bij toepassing van art. 3 Al
gemeen Reglement wordt echter ook deze laat
ste band doorgesneden en de afscheiding vol
ledig".
UIT CASTRICUM.
De verzendingen van de aardbeiën naar
Duitschland zullen de volgende week aan
vangen. De Castricummer Export-Veiling
heelt in de nabijheid van het cafe van den
heer Ant. van Benthem een veilingsgebouw
inet kloksysteem voor het afmijnen ingericht,
welk gebouw Dinsdag aa. voor het eerst in'
gebruik genomen zal worden. Het gewas
staat goed. Komt er eenige warmte, dan is de
aardbeiënteelt overvloedig.
UIT KOEDIJK.
De Raad was gistermiddag in voltallige
zitting bijeen.
De notulen,, waarin inplaats van met ver
wijzing, eenige vastgestelde verordeningen
woordelijk waren opgenomen, werden na le
zing ongewijzigd goedgekeurd.
De voorlezing van deze notulen duurde 25
minuten.
De voorzitter deelde mede, dat de op 9
Juni gedane kasopname van den gemeente
ontvanger aanwees een totaal ontvangst van
49586,58V2 en. 'n uitgave van 46651,54 Yt,
waardoor overeenkomstig de boeken in kas
was 2935,04.
Van het onderwijzend personeel was een
dankbetuiging ingekomen voor de herziening
van de salarisregeling, die voor hen een goe-
ue verbetering inhoudt.
Van den Rijksontvanger was bericht inge
komen, dat door hem op 2 Juni 198,61 aan
den gemeente-ontvanger was uitbetaald.
Waar de 3e suppl. begrooting voor 1915
14 dagen ter visie had gelegen, werd deze
thans in ontvangst en uitgave vastgesteld op
een bedrag 'van 12.588,69y2.
B. en W. adviseerden om op het in de vori
ge vergadering aangehouden adres van de af-
deeling Alkmaar en Omstreken van den Ne-
derlandschen Bond van Gemeenteambtenaren
inzake de herziening van de salarissen van
Je secretarie-ambtenaren afwijzend te be
schikken. Wel hadden B. en W. in dat adres
aanleiding gevonden om voor te stellen om
aan de beide secretarie-ambtenaren ieder een
gratificatie toe te kennen van 50.
Hiertoe werd besloten,
Een concept-besluit tot het doen van eeni
ge betalingen voor den dienst van 1915 tot
een bedrag van 342.141/2) werd mede aan
genomen.
Hierna werd tot het doen van eenige af- en
overschrijvingen tot een bedrag van J 205.48'
oesloten.
Van de levensmiddelen-conrmissie was het
verzoek ingekomen om, nu volgens schrijven
van den Minister d.d. 23 Mei, de distributie
van levensmiddelen hoofdzakelijk aan de ge
meenten wordt overgelaten, V« ia het ver
schil bij te dragen.
De commissie wees er op, dat het levens-
midftelenvraagstuk yi hei 3de crisisjaar een
groenen omvang had aangenomen.
De voorzitter zeide, dat B. en W. meenden
d'at in beginsel besloten moest worden om
aan het verzoek te voldoen.
Spreker legde den nadruk op het „in be
ginsel", omdat men zoo de gevolgen €niet kan
overzien'. B. en W. wenschen dan ook eerst
in cijfers toegelicht te zien, hoeveel het de
gemeente zaï kosten, wanneer practisch het
verzoek werd aangenomen. Spr. oordeelde
net bekend, dat het standpunt van de regee-
ring is, dat niemand in zijn bedrijf geschaad
mag worden. Men kan nu, om een voorbeeld
te noemen, wel zeggen dè bouwer moet goed-
Küope aardappelen leveren, maar als de
Kunstmest zoo duur is, dan is hem dit on
mogelijk. Nu wil het rijk s/4 bijpassen van
net tekort, dat de gemeente zou lijden indien
deze levensmiddelen goedkooper dan den in
koop beschikbaar stelde, mits de gemeente
y« van dat tekort betaalt. Het is dus ge-
wenscht, dat de gemeente weet wat het onge
veer zal kosten en de commissie heeft hier1
van een schema in te dienen.
Overeenkomstig het voorstei van B. en W.
werd besloten,
Bij de rondvraag vestigde die heer Bolde-
wijn de ^andacht op de gevaarlijken hoek bij
de woning van den heer Bloothoofd, welke
door boomgewas veroorzaakt wordt. Spr.
zag gaarne, dat de gemeente in samenwer-
King met de 'Ned. Automobielclub met den
aeer Bloothoofd hierover in overleg trad.
De voorzitter zeide, dat de heer Beets in
de wethoudersvergadermg reeds hetzelfde
oetoogd had. Ook spreker gevoelde er veel
voor en zou 't zelfs een goede oplossing vin
den, indien d§ Automobielclub en de gemeen
te van den heer Bloothoofd dezen scherpen
hoek afkochten.
Hierna ging de Raad voor de H. O. in co
mité.
UIT HEERHUGOWAARD.
De godsdienstoefening zal morgen al
hier te 10 uur aanvangen.
UIT NOORD-SCHARWOUDE.
Vrijdagavond 7 uur vergaderde de Raad
dezer gemeente voltallig. 1 vacature. De no
tulen werden goedgekeurd.
Vain het gemeentebestuur te Oudkarspel
was bericht ingekomen, dat het bereid is
zijn deel bij te dragen in de kosten voor ver-
botering van de bruggen aan de Spoorstraat
Ged. Staten zonden goedkeuring op het be
sluit tot verhooging van het maximum h. o.
tot 7000.
Van het onderwijzend personeel was een
verzoek ter tafel om mede met het oog op de
dure tijden de aanvangssalarissen met 50
te verhoogen. met 6 driejaarltjksche verhoo
gingen van 75.
Wethouder Vlug vond het ook noodig dat
dit gedaan wordt, de tijden zijn duur. Wordt
echter de regeling aangenomen zooals ze
door adressanten wórdt gevraagd, dan zou-
den zij, die meerdere dienstjaren hebben,
meer verhooging ontvangen dan zij, die wei
nig of geen dienstjaren hebben.
De heer Vlug stelde voor het aanvangssa
laris voor allen, dus ook voor het hoofd der
school, met 100 te verhoogen, met 6 drie
jaarlij ksche verhoogingen van 50. De aan
vangssalarissen voor het onderwijzend per
soneel zijn nu 600 en voor het hoofd der
school 1050, beide bedragen mot 5 drie
jarige verhoogingen van 50.
Ook tegenover andere gemeenten zouden
we dan gunstiger komen te staan.
Na slechts zeer geringe bespreking werd
het voorstel-Vlug met algemeene stemmen
aangenomen.
Hierna kwam aan die orde het aangehou
den rekest van den Bond van Gemeenteamb
tenaren, om betere salarisregeling voor dén
ambtenaar.
Het salaris bedraagt thans voor de burge
meestersfunctie 850 en voor de functie van
secretaris 600. Beide functies zitten in één
hand.
Voor nadere bespreking- ging de raad zon
der de voorzitter in comité.
Na heropening werd bij monde van dien
voorzitter het voorstel ingediend om de pen
sioenbijdrage voor den burgemeester-secreta
ris te verlagen van 8 pet. op 4 pet. Dit geeft
een verschil van 62.
Verder werd voorgesteld het salaris voor
de functie van secretaris met 50 te verhoo
gen.
De voorzitter stelde zich hiermede volko
men tevreden.
De heer Barten vroeg hoe het met het per
soneel van de gasfabriek was, die toch ook
gemeente-ambtenaren zijn.
In verband met deze vraag werd besloten
het voorstel uit de comitézitting ter nadere
bespreking aan te houden.
De voorzitter stelde voor: vast te stellen
verschillende posten af- en overschrijving op
een totaal bedrag van 1232 en een suppl.
begrooting groot ruim 2700.
Wethouder Vlug wilde echter een en an
der liever eerst inzien, zoodat deze stukken
in de volgende vergadering zullen worden
vastgesteld.
Bij de rondvraag informeerde de heer Kee-
man naar het onderzoek betreffende electrici-
teit.
De heer Vlug zei, dat deze week een verga
dering zou worden gehouden, doch deze
moest worden uitgesteld doordat hij onge
steld en de voorzitter verhinderd was.
De heer Barten zou gaarne voordat defini
tief tot onderzoek werd besloten, een kleine
opgave van kosten zien.
Nadat echter medegedeeld was dat er voor
het maken van zoo min mogelijk kosten vol
komen eensgezindheid bestaat, wenscht de
heer Barten hier niet verder op aan te drin
gen. Hierna sluiting.
TIJD. ARBEIDSBEURS
STADHUIS.
Correspondentschap der Intercommunale
Arbeidsbemiddeling. Tel. 158.
Spreekuur iederen werkdag, behalve
Zaterdag, van 1022 uur voorm.
17 Juni.
Gevraagd worden: J dienstbode -18 j.f
1 fietsenreparateur, 1 huisknecht, 1 landar
beider, 1 meubelmaker, (kunstbeeldh.), 1
monteur, 1 sigarenmaker (vormwerker), 1
smidsleeriing, 1 stokersleerling, 2 timmerlie
den, werklieden (los), 2 werkvrouwen.
Bieden zich aan1 betonwerker, 1 handels
bediende, 1 kassier, 1 kantoorbediende, 2 rei
zigers, 1 sigarenmaker, 2 stokers (leerling), 3
timmerlieden.
De Correspondente,
A. AUKES—TIMMERS.
BOEKAANKON'DIGiro.
Verschenen is een program voor het wa
terkamp bij de Friesche meeren, voor jongens
van 26 Juli 12 Augustus, voor meisjes van
15 -r 2S Augustus. Leider is de heer Tjebbes,
directeur van de Zeevaartschool in het Zee
manshuis te Amsterdam. Dit keurig en
smaakvol uitgevoerd program, dat een aantal
aardige foto's van het zoo goed geslaagde wa
terkamp in 1915 bevat, zal zeker menigeen tot
deelneming dit jaar opwekken.
Vanwege de A. N. W. B. is uitgegeven
„Qver vreemdelingen en -verkeer in Neder
land", een handig werkje, dat tal van nuttige
wenken en raadgevingen aan de hand van dni
delijke foto'6 en afbeeldingen bevat, in 't be
lang van het Nederlandsche Hotelwezen, dat
in vele opzichten nog op de hoogte van den
tijd gebracht moet worden. Moge dit boekje
daartoe een flinke stoot geven, er wordt in ge
wezen op de eischen die de buitenlander aan
onze hotels stelt en waaraan héLaas niet dik
wijls voldaan wordt.
Bij den heer J. T. Swartsenburg te Zeist
zijn een tweetal boekjes verschenen, getiteld
,Jierwonnen Levenskracht" en Over het be
staan van de periodieke voedingsverschillfn
der plant door Chusim (Ben Berak). Aan
overmaat der begrijpelijkheid lijden deze boek
ies zeker niet, maar de schrijver schijnt zooals
hij zelf zegt, zijn ideeën zóó te hebben willen
inkleeden, „dat zijn toehoorders en lezers in 't
eerste oogenblik niets van begrijpen. Zij zul-
1010.
in.'