De nieuwe Lente.
Js
Heden geen Beurs.
Wat is de oorzaak?
Tel egr am men van heden.
INOEZONDEN MEDEDEELINQEN.
De meesten onzer houden van verpoozing,
maar offeren dikwijl» hun geld, nachtrust,
spijsvertering en kracht eraan op.
Het is niet altijd goed om medicijnen te ge
bruiken bij het eerste teekea van kwalen. Een
verkeerde gewoonte kan er de oorzaak van
zijn. Houdt daarmede op en gij voorkomt
dikwijls den oorsprong. Als uw maag, inr
gewanden, geest of zenuwen om rust vragen,
geeft hun dan rust in plaats van medicijnen.
Maar als gij u dof, slaperig en zenuwach
tig blijft voelen, als gij lijdt aan hoofdpijn,
duizeligheid, rugpijn en waterstoomissen,
vragen uw nieren om hulp en dienen zij be
handeld te worden met Fosters Rugpijn Nie
ren Pillen. Met behulp daarvan en een een
voudig dieet, meer rust, slaap en voldoende
lichaamsoefening, en door het vermijden van
te veel inspanning, zorgen en buitensporighe
den, kunt gij spoedig uw normale gezondheid
herkrijgen, en hebt gij minder behoefte aan
medicijnen.
Het is niet moeilijk om zich aan een ge
neesmiddel te wennen, maar Fosters Pillen
werken spoedig en het is niet noodig om
haar altijd te blijven gebruiken.
Te Alkmaar verkrijgb. bij Nierop en Slot-
taouber, Langestr. 83. Toezending geschiedt
franco na ontv. v. postwis
sels f 1.75 voor één, of
f 10.— voor zes doozen.
Eischt de eöhte Foster's
Rugpijn Nieren Pillen
weigert elke doos, die niet
voorzien is van neven
staand taa-ndelsmerk.
i
- legen den gemeente-ontvanger van
Baarn, beschuldigd van het zenden van brief
kaarten met beleedigenden inhoud aan een
raadslid, werd te Utrecht 20 dagen hechtenis
subs, iüO boete geëischt. Beklaagde ont
kende de briefkaarten te hebben geschreven
en zeide in het minst daartoe geen aanleiding
te hebben. Schriftkundigen waren tot de slot
som gekomen, dat hij de schrijver was.
Te Bergeijk (N.-B.) is de gemeente
nachtwacht door de militaire wacht opgeslo
ten, omdat hij zijn identiteit niet kon bewij
zen.
Voor de vluchtelingen hier te lande
werd in 1915 uitgegeven 9.124.441,73 uit
Rijks middelen.
STADSNIEUWS.
DE GEMEENTELIJKE
GROEN 1 ENVEKKOüP.
Wat zal er vandaag en morgen in Alkmaar
een bloemkool gegeten worden 1 In beide ge
meentelijke groenienverkoopplaatsen, aan den
Baansingel en de Middenstraat, werd heden
niets dan bloemkool en nieuwe aardappelen
te koop aangeboden. En t ging grif van dê
hand, de vernoopers heboen een drukken dag
gehad 1 in de Middenstraat waren vanmiddag
tegen twaaiven al 400 van de 800 bloemkoo-
len verkocht en 30 van de 75 mandjes aard
appelen van 17 Vt Kilo.
De bloemkool werd tegen 10 en 14 cent
per stuk van de hand gedaan, de aardappelen
kostten 5 en 6 cent per kilo.
Maandag zal er wat meer variatie in het
menu gebracht kunnen worden, er worden
tegen dien dag verwacht: uien, groote boo-
nen en komkommers.
Hoe laag de prijzen door de gemeente ook
gesteld zijn, ze zijn nog niet vrij van concur
rentie. Immers vanmorgen werd bij bekken
slag bekend gemaakt, (hit hedenmiddag een
schip beste Langedijker aardappelen1 aan het
Verdronkenoord zou komen te liggen, welke
aardappelen door twee kooplieden verkocht
zouden worden a 3, 4 en 5 cent per kilo. Of
de aardappelen kunnen tegen dien prijs gele
verd worden en dan is het ook voor het
vervolg goed, dat de burgerij dit weetl of
de verkoopers leggen er op toe en dan zal
wel blijken hoe lang zij deze concurrentie
zullen kunnen of willen volhouden. Een ding
mogen echter de afnemers in het laaiste ge
val wel bedenken: wanneer de gemeente eens
een strop zou krijgen, zoodat de gemeentelij
ke aardappelverkoop stop gezet moest wor
den, zij daardoor in de eerste plaats in hun
portemonnaie's zullen worden getroffen,
want dan zullen de aardappelen wel niet
meer voor 3, 4 en 5 cents worden aangebo
den 1
GESLAAGD.
De heer P. Zervas, alhier, behaalde giste
ren het Mercurius-diplorna voor Engelsch.
RIJKS HOOGERE BURGERSCHOOL.
Heden zijn aan de Rijks Hoogere Burger-
school bevorderd:
Van klasse I naar klasse II:
G. C. Boonstra, H. S. Wonder, H. J. A.
Btickmann, P. S. Buis, S. lieere, J. H. Jim-
ptink, H. K. Kettenborg, A. D. Koene, A
Middelkamp, H. de Moei, A. j. Netten, C. U.
M. Palfenier, D. Schuitemaker, S. Smit, H. J.
de Vries, A. J. Groeneveld, H. Bennik, G. C.
Bleeker, A. A. Bos, E. A. Brunner, C. J. Dek
ker, H. Elte, G. Leeuwenkamp, D. s Limbach,
J. C. E. Oosthoek, V. Otjes, J. P. v. d. Ploeg,
j. W. Stroomer, S. L. van Thijn, P. Vermeu
len, M. Zoll, M. A. J. Zwager, C. B. Zijlstra,
W. v. d. Laan, C. Daalder, C. Jonker,
J. Vlaanderen, F. A. Wentholt, F. Daalder,
W. v. Slooten, P. Simon Smit.
Van de lie naar de Ille klasse
J. S. du Burck, A. Dekker, A. de Heer, C.
A. Hekket, B. Hogerwerf, J. Klerk, W. Kloos
terboer, S. M. v. d. Kop, J. H. M. Noot, J. A.
van Poelgeest, A. Schipper, W. J. K. Slikker,
j. A. Smit, J. J. de Vries, C. Vos, C. H. Wij-
mer, C. Belonje, N. A. Nap, W. J. van Tie],
C. de Kroes, P. G. A. Bosschaart, G. Hof
man, J. Zwart, J. Bakker, D. Bakker, W. P.
Besse, C. L. Bestevaer, J. W. Blaauboer,
W. H. Bosman, S. Broertjes, M. J. H.
Doggenaar, C. M. Groot, P. A. van der
Horst, J. M. Hos, C. J. Maats, J. C. Peeck,
P. A. Smit, W. L. van der Vegt, G. H. Zwoll,
J. C. Lieuwen, J. C. Heep, J. H. Meijer.
Van klasse III naar klasse IV:
Th. v. Beneden, A. H. Bijleveld, R. v. d.
Meulen, P. G. Muys, L. C. Onderstal, H.
Schumer, K Slot, Th. W. Strengers, J. E. A.
Post Uiterweer, W. Vasbinder, A. Visser,
C. Boomgaard, J. M. Zwaanswijk, J P A
C. Groetmakers, E. Dijk, H. V. v. d. Kop,
J. Kooy, J. Kriek, L. B. van Mourik, C Pot-
tarst, D, Schermerhom, G. de Vries, K. C.
Zee, J. E. Zwaanswijk, M. A. C. Blokhuis,
C. Nobel, P. Vermeulen, C. Blankestijn,
A. Bijpost, R. C. Bleeksma.
Van klasse IV naar klasse V
J. C. Bus, G. Kikkert, A. Melchior, J. de
Groot, J. J,. M. Dorbeck, J. W. Emste, A. D.
Haasbroek, M. F. Mus, P. Ypma, G. A. M.
Garritsen, C. J. Gorter.
EERSTE BLOEMBOLLENBEURS.
De eerste bloembollenbeure van dë Alk-
maareche Vereeniging van Bollenkweekers
heeft een zeer bevredigend resultaat gehad.
In het lokaal van den heer Mooij, aan de
Kooretraat, waar de beurs gehouden werd,
waren zoowel koopere als verkoopera in Hin
ken getale bijeen en de handel was levendig.
TE WATER.
Vanmiddag omstreeks één uur geraakte de
zevenjarige Jan Bak, wonende aan den Ach-
terdam, bij de brug voor de St. Annastraat
te water. Schipper Vergaaij wist het knaapje
spoedig aan den haak te slaan en op het dro
ge te brengen.
MOOIE OPDRACHT.
De heer C. ,M. van Latum, alhier werd als
laagste inschrijver bij de aanbesteding te
Drie Huizen aangewezen tot het bouwen van
de Openbare Lagere School en onderwijzere
woning aldaar.
GROENTEHANDELAREN EN
TUINDERS.
Maandagavond zal in het lokaal van mej.
Wed. Wagenaar, Luttik Oudorp 28, een ver
gadering plaats hebben uitgeschreven door
de Kooplieden vereeniging. De vergadering
zal 's avonds ten 8 ure geopend worden, met
het onderwerp: Gemeente-Groenten. Kooplie
den en tuinders worden dringend verzocht
deze vergadering .bij te wonen.
DUITSCH LEGERBERICHT.
BERLIJN, 15 Juli. De aanvallen dér
Engelschen op onze eerste linie werden
bloedig afgeslagen ten noorden van de
Somme.
DE BRAND IN HET GRIEKSCHE
KONINKLIJK BUITENVERBLIJF.
ATHENE, 15 Juli. De Koning werd
bij den brand in het koninklijk paleis licht
aan het been gewond.
Nederland.
H. M. DE KONINGIN-MOEDER
NAAR SOESTDIJK.
DEN HAAG, 15 Juli. De Koningin-
Moeder is hedenochtend voor eenigen tijd
naar Soestdijk vertfokken.
STIJGING DER UITGAVEN
VOOR 1917.
DEN HAAG, 15 Juli. Nu aan het De
partement van Financiën de voorloopige ra
ming van de cijfers der verschillende hoofd
stukken der Staatsbegrooting zijn ingekar
men, zal de geheele volgende week worden
besteed aan grondig overleg met de betrok
ken Departementshoofden omtrent de mo
gelijkheid om de stijging van uitgaven voor
1917 te houden binnen de perken van de
geraamde stijging der ontvangsten. De
rroote prijsstijging van nagenoeg alle za
ten baart ook in deze groote moeilijkheden.
DE BEGRAFENIS VAN
Ds. A. S. TALMA.
BENNEBROEK, 15 Juli. Onder zeer
groote belangstelling heeft hedenmiddag
op de begraafplaats alhier de teraardebe
stelling plaats gehad van het stoffelijk
hulsel van Ds. A .S. Talma. oud-minister
van Landbouw, Nijverkeia en Handel,
laatst predikant te Bennebroek. Het stoffe
lijk overschot van den oud-mdnister was
gisteravond van Haarlem naar de pastorie
te Bennebroek overgebracht, alwaar het in
de eetkamer der pastorie werd neergezet.
Op de eenvoudige houten kist waarin
het stoffelijk overschot van den man die te
vroeg aan de natie is ontrukt, rust, was een
krans van witte lelies en lila irissen neerge
legd, voorzien van een wit. zijden lint waar
op een grooten gouden H, initiaal van Z.
K. H. den Prins. Behalve dit bewijs van
hulde aan de nagedachtenis van den oud
minister getuigen vele andere kransen en
bloemtakken van de hulde allerwege aan
den verdienstelijken ontslapene gebracht.
Zoo zijn er: een krans der Maatschappij
voor Diergeneeskunde, eene van de afdee-
ling Bennebroek van den ChristelijkrNati-
onalen Werkmansbond, een krans van de
Christelijke Zangvereeniging te Bennebroek
een bloemstuk van burgemeester van Schui-
lenburg, een krans van den Kerkeraad er
notabelen der Ned. Herv. Gemeente te
Bennebroek, een van het Ned. Jongelings
verbond „Christelijke Jongelingsvereeni-
ging" te Bennebroek, van den heer A. L.
Schol tens, referendaris aan het Departe
ment van Financiën, afdeeling Arbeidsver-
zekering, benevens een groote krans sa
mengesteld uit de roode lievelingsbloemen
van den afgestorvene als bewijs van hulde
van zijne kinderen.
In den stoet werden o. a. nog opgemerkt
de heeren: Jhr. Taets van Amerongen, als
vertegenwoordiger van H. M. de Koningin
Dr de Visser, als vertegenwoordiger van
den minister van Oorlog, de oud-minister
Nelissen, Wentholt, Colijn, Idenburg, Kolk
man, de Waal Malefijt, den leden der
Tweede Kamer, Snoeck Henkemans, v. d.
Voort van Zijp, Duymaer van Twist, van
Veen, het cud-lid der Tweede Kamer Staal
man, Baren Sweerts de Landas Wijborgh.
commissaris der Koningin in Zuid-Hol
land, Mr. Vereteegh, secr.-gen. dep. Han-
led, Landbouw en Nijverheid, Raaymakere,
oud-secretaris der Rijksverzekeringsbank,
Spier, namens den Raad van Toezicht van
genoemde bank, de heeren van Vliet,
Grondijs en Noordhoff, vertegenwoordi
gend het bondsbestuur van „Patrimonium"
twee bestuursleden van Patrimonium afd.
Amsterdam, eenige bestuursleden van
Christelijke Nationale Vakvereenigingen,
het Hoofdbestuur der Ned.. Middernacht-
zending en de heer Lovink, directeur van
Landbouw in Ned. Oost-Indië.
Minister Heemskerk nam het eerst het
woord: Plotseling is Nederland opge
schrikt door de doodstijding van dezen
hoogst bekwamen man, die mans op 52-
jarigeni leeftijd is gesloopt. Hij is van de
aarde weggeroepen, opgeroepen door God,
Veel woorden aan zijn graf te spreken heeft
geen nut, maar eerbiedige hulde dient toch
te worden gebracht en woorden van diep-
gevoelden rouw dienen hier te weerklinken.
Voorts ging spreker na, hoe deze dienaar
van het Evangelie zich tot de Staatskunde
voelde aangetrokken en eindigde met do
woorden, zijn gade, zijn kinderen, zijn ken
nissen en vrienden zullen hem moeten mis
sen, ofschoon hij nog veel had kunnen
doen.
Vervolgens werd het woord gevoerd door
den heer van der Voort van Zijp, den heer
van Vliet namens „Patrimonium", ds. van
Paassen, namens de kring Haarlem der
Pridikanten, Ds. Beets uit Arnhem, Ds.
Kreuzberg als een zijner oudste leerlingen,
Ds. Obermann namens den Kerkeraad, den
heer Kruithof namens het Christelijk Nati
onaal Vakverbond en den heer Smit na
mens de Katholieke arbeidersbeweging.
Hierna trad ds. Kromsigt uit Amster
dam, zwager van den overledene, naar vo
ren en dankte voor de beweZfen eer.
Oud-Minister Treub was verhinderd bij
de begrafenis tegenwoordig te zijn, daar
hij in kwaliteit van commissaris dér Maat
schappij „Nederland" aanwezig diendie te
zijn bij de begrafenis van den heer den
Tex.
MARKTBERICHTEN.
ALKMAAR, 15 juli. Aangevoerd 5 paarden
f 170 a 300, 28 koeien en ossen f 240 a
460, 71 nuqht. kalveren f 12.— a 22.37
magere schapen f 30.a f 38
vette id. f 0 a 31 lammeren 16 a 27,21
magere varkens f 32,— a 42.108 biggen
f 13.—- a 19.75, 4 bokken en geiten f 6,a
14,1 kleine bokjes f 1.50 a 4. boter
per kop hoogste prijs f 0.80, soi'ddelprijs
f 0.75 laagste prijs f 0.70aangevoerd
3252 kop, eieren f 6.50 a 7.25 per 100. een
deneieren f 0.a 0.
HOORN, 15 Juli. Tarwe f a
rogge f 0,— a 0,gerst f a
haver f 0,a 0.witte erwten f a
.0, groene dito f a grauwe
f a vale fa bruine
boonen f a karweizaad f
a mosterdzaad f a 0.78
biggen (f 22.— a 24.—, 0 kippen f 0 a 0,
kipeieren f 7.a 7.28, 2742 kop boter
77» a 8a per kop.
door
DOROTEE BUYS.
(Nadruk verboden).
Deze lente was al heel uitbundig
Het moest wel groeien en bloeien allerwege
dat zelfs hier, in het wereldsche zeedorp, in
deze nieuwgebouwde wijk van louter duin
zand en blinkend-gele klinkersteenen, zich
opdringend het voorjaar gelden deed. Teer
en wija boogde de hemel boven de roode da
ken, elk vlaagje wind bracht geuren aan. En
alom lei alles overstoven van het ragfijne,
trillend-gouden zonnestuifsel.
De moeder bemerkte het niet.
Ze zat als iederen dag voor het venster, in
het vale zwart van haar rouwkleeren, en
ving de zon op haar handen van louter rim
pelvel en dikkeb lauwe aren. Vanonder het
mutsje, waaruit wit haargevlok pluisde, tuur
den haar bijna blinde oogen in ae straat, voor
haar altijd eender; kaal en zand-overetoven
en zongezerigdmet hoog daraboven, hooger
dan de doffe oogen van de moeder reiken
konden, de wisselende luchten en 's nachts
de verre tintelende sterrenhemel.
De twee oude dochters, in den sleur van
haar alledag-leventje, het verzorgen van de
tachtigjarige moeder en van een drietal kat
ten, letten wel even op het voorjaar, dat zoo
plotseling kwam uitbreken. De wind streel
de, tot in het zandige tuintje kropen de rose
duinklokjes voort langs den grond. Dat al
les was goed en vredig. Alleen de katten wer
den onrustig, ze mauwden aanhoudend en
klagelijk en wreven de lenige lijven langs de
traptreden; een begeerige glimmering ont
stak het groen van hun roode oogen tot fel
smaragd. Ed diende angstvallig te worden
gewaakt dat nergens een deur openkierde, op
dat geen der lievelingen ontsnapte
Elke dag bracht nieuwe lenteweelde. En nu
daagden ook de eerste badgasten op. Ze be
trokken kamers in de naburige straten en
wandelden voorbij in dep racht van fonkel
nieuwe zomerkleeren.
In de middaguren zetten de zustere zich
bij de moeder vor het venster, keken en kriti-
zeerden Malia, de oudste, beschikte over
een scherpe tong, met een enkel vernietigend
woord brag ze de schoonheid van het zwie
rigst kostuum. Jeltje, klein en ineengeschrom
peld in haar te wijde japon, beaamde alles
wat haar zuster beweerde. Stilletjes zat ze
voor zich heen te turen met haar vreemd vo
gelenprofiel. Haar oogen geleken op die van
een dier, waarvan men de jongen heeft weg
genomen. Zij was het, die de moeder verzorg
de, waar haar zuster het huishoudentje regel
de en bevelen uitdeelde aan de zwaar berokte
visscheredoohter.
Want Malia wist alles.
Breeduit gezeten in den breeden leunstoel,
ontging haar niets aan haar harde grauwe
oogen. In tegenstelling met Jeltje, die haar
lichaam beschouwde als een soort kapstok
waaraan nu eenmaal wat dient te worden op
gehangen, kleedde ze zich pompeus. Vooral
Zeeuwsch zilver maakte een hartstocht van
haar uit; ze stak het waar er maar een plak
je vrij kwam. En er was veel plaats op de om
vangrijke gestalte van juffrouw Malia.
De dagen lengden merkbaar.
Na het middagmaal, als de avond aansche-
merde, vertrok de visscheredochter tot den
volgenden morgen. En nu de schelle stem van
Malia niet meer opklonk in bevel, werd het
heel stil in huis. Ook op de straat waarde
luttel gerucht van voeten. De hemel glansde
goudig boven de huizen aan de overzij, ach
ter ieder venster keken oogen uit. Jeltje
schonk thee in, ze hielp de moeder die morst
te bij elke slok door het hevig beven van haar
fa&rta,
Malia leunde behagelijlc en bestaarde haar
leringde vingers. Ze vertelde dan een bruta
liteit van de visscheredochter, ze schudde
haar groot hoofd en verzuchtte:
Men kan nu eenmaal niet buiten dat volk.
Jeltje beaamde met een knikje.
Zóó zaten ze, tot een vluggen stap aanklik
te langs de huizen; de postbode, die zelden
wat bracht, stapte langs. En gelijk rezen, de
beide zusters overeind en vingen aan, eik de
moeder aan een arm te trekken. Als iederen
avond sloeg de oude vrouw onthutst de oogen
op," waarvan de bleeke pupillen vertroebeld
waren door een mellyg vlies, en vroeg onwil
lig,
WatWat gebeurd er
Malia' bewaarde een weigeweten stilzwij
gen. En als iederen avond schreeuwde Jel
tje het antwoord, met haar dunne stem
Het is tijd mama 1 U moet gaan slapen.
Samen brachten ze de kindsche moeder
naar haar kamer, waar Jeltje haar te bed
hielp.
Daarna dienden de katten verborgd, van
Jeltje één, twee van Malia. Onder veel vlei
ende woordjes werden ze naar de zachte
mandjes gelokt.
En nu raakte de dag waarlijk ten einde.
In de lage kamer, waar elke omtrek zoet
jes verdoezelde, bleven de zustere talmen en
keken naar den avondhemel, waaraan de
laatste goudglans doofde. Dicht bij de smal
le zilveren maanschijf fonkelde een enkel hei
der sterretje.
Jeltje dacht hardop:
Het zal morgen weer mooi weer we
zen
Ze schoof het venster omhoog.
Geen vroeger voorjaar kon ooit zóó geurig
zijn geweest. Het scheen alles, alles te geu
ren, de verre zee en het dichtbije bloem-over-
groeide duin, zelfs de stilte en de schemering,
de weifel-lichte lucht. Louter aroom stroom
de er binnen door het opene venster en over-
vulde de duffe ruimte.
Een korte wijle bleef ze onbeweeglijk naar
buiten staren, haar vogelprofiel scherp afge-
teekend tegen het wazig grijs van het opene
raamvak. Onzeker voegde ze toe:
Je kunt hier de zee hooren
Ze luisterden beiden. En in de stilte die
hing, meende Jeltje allengs een zonderlinge
onrust te voelen aanzweven op de zwoele
avondlucht. Lang verleden herinneringen
ontwaakten er door, er flitste iets op, één on
zegbaar -kort oogenblik, iets wat bad kunnen
zijn
Het was al voorbij geglipt
Daar lag de straat, leeg in den floereigen
avondval, de huizen rijden als altijd, warm-
rood lamplicht ergens door een gordijnkier
wekte verlangen naar gezelligheid.
Met een ruk sloot Jeltje het venster en
wendde zich om. Dujster vulde de kamer
hoeken, het gezicht van Malia vervaagde tot
een wittige vlek. Het was alles eender, de
uitgezakte armstoel van de moeder, het thee
gerei op tafel, ieder voorwerp, ieder overbe
kend meubelstuk. En juffrouw Jeltje be
greep niet, terwijl ze even later de trap naar
haar slaapkamer besteeg, waarom toch alles
andere en zoo angstig scheen, dezen wonder
lijken smachtenden lenteavond, en waarom de
veilige en welgeordende levensdingen van
morgen, van alle de volgende dagen, opeens
zoo zwaar drukten en haar benauwden tot
veretikkens toe
De visscheredochter had de koffietafel af
geruimd. Boven, in haar eigen kamer rust
te juffrouw Malia uit van de vermoeienissen
van den ochtend, terwijl Jeltje bij de moeder
voor het venster zat en uitkeek naar de fla-
neerende badgasten. ,Die schenen het leven
heel plezierig te vindenmijmerde Jeltje.
Ze aaide de kat, die ineengerold op haar
schoot lag te spinnen, even steeg een vage
verbazing in h^r, bij het vluchtig herdenken
van haar trieste stemming, den vorigen
avond.Ze knipoogde tegen het helle
middaglicht, geleidelijk verslapte haar stree-
lende hand, bleef eindelijk roerloos liggen op
den glanzenden kattenrug.
De bel ging over.
De onverwachte galm viel ruw in de sla
perige stilte, die heel het huis omvangen
hield. De moeder ontwaakte ervan uit haar
dutje; moeizaam beurde ze haar zwaar
hoofd. Ook boven de zoldering, op Malia's
kamer, werd het dadelijk levendig: stappen
kraakten al aan op de trap.
Jeltje liet de kat van haar schoot glijden en
hid zich overeind. Behoedzaam gluurde ze
door het smalle zijraam: een slanke meisjes
gestalte, gansch in wit, stond daar afwach
tend in het overdadig zomergoud.
Het is Loutjezei Jeltje verwonderd
tot zichzelve. Het is Loutjeschreeuwde ze
nog eens in de richting van de moeder, die
haar vragend aanstaarde.
Een oogenblik later stond al het nichtje in
de kamer. Ze lachte verlegen en toch weer
overmoedig terwijl ze haar zachte wang ging
drukken tegen het perkamenten vel van de
oude vrouw, die haar, in niet herkennen,
wantrouwend opnam; de beide zusters reik
te ze de hand. Jeltje schoof een stoel voor
haar bij, opgewonden door het ongewone be
zoek, ving ze aanstonds aan van allerlei te
vragen, hoe het thuis ging en waarom ze in
zoo lang niet hier kwam, en of dat een nieuw
japonnetje was, dat ze aanhad
Het meisje antwoordde, wat gehinderc
door het starre kijken van de andere zuster,
gleden langs het sierlijk persoontje, van het
kokette hoedje tot aan de bestrikte schoenen.
Malia hield niet van het mooie nichtje, da
zoo zelden kwam. Haar speurende blikken
Stekelig-liefjes vroeg ze dan:
Waaraan danken grootmoeder en de
oude tantes de eer van een bezoek van het
freuletje?
Loutje zag snel op. Een warm rood ver
diepte de blos op haar wangen tot aan den
blooten blanken hals. Gemaakt onverschillig,
als gold het iets erg gewoons, iets van geen
belang, zei ze:
Ik kwam even vertellen, dat ik verloofc
ben
Ze trachtte onverschillig te doen, maar
haar lippen trilden, de lange neergeslagen
wimpels konden niet verbergen de zegepraal
van haar oogen.
De zusters keken naar haar, of ze haar za
gen voor de eerste maal. Malia fel, onverho
len vijandig. Jetje ontdaan, met haar lichte
pupillen van opgeschrikt moederdier. Malia
was de eerste die zich herstelde. Vormelijk
sprak ze:
Van harte gelukgewenscht. En mogea
we ook wefen, wie.
Het meisje, iets liefkoozends in haar stem,
noemde een naam. Overvol van haar nieuw
geiuk wou ze dan wei voortpraien over hem
ongevraagd verhaalde ze, ciat hij voor dok
ter studeerde, nog een examen moest afleggen
eer het van zijn ouders publiés worden
mocht
De oude zustere luisterden gespannen, ook
ae moeüer gluurde nieuwsgierig op zij. Jeltje
had de kat weer op st^oot getrokken, werk
tuigelijk beaaiden haar dorre vingers ae
zwarte vacht. Daarbij hingen haar blikken
onafgebrok enaan het nichtje. Aan haar bab
belend vochtig mondje, aan de blonde haar
lokjes, bij ieder dwaas klein oor neerkrink-
lend langs de volle ronde wang, aan een
grappig putje, midden in haar kin.
Juffrouw Jeltje. begreep niet, waarom zulk
een vreemde wrange droefheid haar daarbij
ging doorbevenZe keek naar Malia, wel
gedaan, met het matte zilvergeglim van haar
Zeeuwsche knoopenNaar de moeder,
mummelend in het meedoogenlooze zon
licht. Naar haar eigen handen eindelijk,
klauwig mager op de weelderige poesenhuid.
De handen van Loutje waren rozig, vol kuil
tjes en donzigheid. De hals van Loutje
schemerde mollig en melkwit tusschen de
kant van haar blouse, een goudgeel hartje
aan ragfijn kettingje hing er wonderlijk te
blinken
In de war gebracht wijl niemand haar ant
woordde, was het meisje met vertellen opge
houden, spijtig om haar zich-la ten-gaan, ver
langend weg te komen uit deze sfeer, die ze
plotseling aanvoelde als vijandig. Ze stonu
al op, prevelde iets van tijdig thuis te worden
verwacht
De zusters hielden haar niet terug.
In de koele gang, waarheen Jeltje haar ver
gezelde, herkreeg ze haar overmoed. Ze legde
haar handen beschermend op de schouders
van het nietige vrouwtje, boven wie ze in
haar jonge rankheid een hoofd uitstak, la
chend beloofde ze:
We komen eens gauw, tante.Dolf en
Een schokje doorvoer juffrouw Jeltje, bij
het hooren van dien naam. En eensklapt
was het daar weer, het langverledene, het
smartelijk-heerlijke. Het flitste op als een
bliksemstraal, en ze liet het niet glippen dit
maal, ze greep ernaar, vatte het gretig. Een
roode vlek brandde haar op iedere wang,
haar steni dempte tot geheimvolle fluistering
Weet je, Loutje, ik had ook kunnen
trouwenIk was juist twintig, hij heette
ook Dolf.Zijn haar krulde, niemand was
sterker dan hij.Hij hield van me, dat weet
MaliaMaar papa en mama zagen zoo op
stand
Het meisje, vermaakt, had een lief ge
baartje van instemming, ze zoch een weder
woord. Enkele tellen stonden ze zwijgend
over elkander, beide gedachtenleeg luisterend
naar het voetgeschuifel in de zonnige straat.
Dan klonk kribbig uit de kamer Malia's stem
Waar blijf je toch, Jeltje 1
Met een blik van verstandhouding stak
Jeltje haastig haaf hand toe; ze opende de
voordeur.
Dien avond dreef de geur van het bloeiend
duinkruid sterker dan ooit door het opene
venster binnen, de goudgloed in de lucht
wou maar niet tanenAllengs won het
toch de schemeringze rees als uit den grond
omhoog, langzaam, langzaam zagen de zus
ters het wemelend grauw stijgen, tot heel de
verlaten straat ermee lag overvuld. Maar bo
ven de daken bleei nog lang die klare stille
goudigheid.
Zoo weinig spraakzaam als nu waren ze
zelden. Elk gesprek, dat Malia, opgewekt,
inzette, stuitte af op Jeltjes koppige zwijg
zaamheid. Kleintjes ineengedoken, zat ze
roerloos naar buiten te staren, schril keken
naar lichte oogen uit van onder het strak
weggestreken grijzende haar. Haar rusteloo-
ze handen streelden zonder verpoozen de sla
pende kat op haar schoot.
Tegen negen uur stapte de postbode langs.
Hij schreed voort met kalmen vasten tred;
auis aan huis bijna bracht hij wat. De zustere
volgden hem met de oogen, tot hij was voor
bij gegaan; ze dachten zelfs niet aan de mo
gelijkheid, dat hij haar wat brengen kon.
De armstoel van Malia kraakte, nu ze zich
plechtstatig overeind hief. Jeltje volgde ma
chinaal haar voorbeeld. Aan weerskanten
namen ze de moeder bij een arm, die als iede
re avond tegenstribbelde, onwillig en ver
schrikt:
Wat gebeurt er toch?
En voor de allereerste maal antwoordde
Jeltje niet. Ze liet den arm weer ruw neer
vallen, haar dunne lippen neep ze stijf op
een. Met een uitdrukking van schuwen wfok
beschouwde ze de kindscne oude vrouw, die
wezenloos leunde tusschen haar en Malia:
het verschrompeld wanstaltig figuurtje, de
van rimpels doorgroefde, als gelooide huid,
het doode witte haar. Ze wilde het uitgillen,
een vloed van verwijten uitstorten over dat
armelijke grijze hoofd, verwijten over een ge
luk, haar ontstolen.Ze deed niets. In
haar zwak brein verwarden zich al de beel
den, verijlden tot schimmen van een herinne
ring, die wellicht louter verbeelding wezen
zou Ze wist het niet meer.
Gedwee greep ze weer den machteloozen
arm. Samen brachten de zustere de oude
vrouw naar haar slaapkamer, als iederen
avond.
ADVERTENTIëN.
Geboren:
THEODORA ANNA MARIA,
dochter van
P. J. J. JONKER
en
H. J. JONKER-de Vrim.
Alkmaar, 15 Juli 1916.
Aan allea, die ©as blijken van deelne-
ming gaven bij het overlijden van onzen
Vader, betuigen wij onzen dank.
Uil aller naam,
Alkmaar. H. SMIT.
I1IA0E
jV t I ly J C
Ut. r.