DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 174 Honderd en achttiende jaargang. 1916 WOENSDAG 26 JULI Abonoementsprfis per 3 maanden f 1.—. fr. p. pt f 1.2S. AdT8Meprilsl2iGt p. regel, groote letters naar plaatsruimte, Bileven fr, R.T. Boek- en Handelsdrnkkerij v.b. HERIIls. COSTER A ZOON, Yoordam C 9. Teiefnr. 3. NEDERLAND. Met £0 et. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. ALKMAAR, 26 Juli. Het Duitsche Wolffbureau meldt, dat bin- uenkort Turksche troepen in de gevechten ter gen de Russen in Oalicië zullen optreden, waaruit, zegt het nieuwsagentschap, opnieuw blijkt, dat Turkije paraat ia en dat het ge vechtsfront der centralen feitelijk één groot geheèl vormt. Dit blijgestemd bericht doet denken aan het gouden randje van eén sombere wolk. Immers het gaat den Turken niet precies voor den wind in den Levant bijv. moeten dé Turksche troepen in wanorde terugtrekken en daar staan de Russen nog maar 10 mijl van de belangrijke sitad Ersingjan in het centrum van Armenië verwijderd. De Turken zullen dus niet veel troepen te missen hebben. Dat er nu Turksche soldaten worden gezonden naar de Oostenrijkers, die in Galicië in benar den toestand verkeeren, kan er op wijzen, dat de Duitschers en Oostenrijkers voor dit ter rein geen mannen meer hebben te missen, hetgeen, waar de brand in alle hoeken pas begonnen is, natuurlijk voor de centralen zéér .bedenkelijk zou zijn. En in elk geval bewijst het zenden van hulp aan de Oosten rijkers in Galicië dat de toestand den cen tralen daar zorg, baart. De Russen zijn wel is waar nog niet in Zevenbergen, maar het kan ervan komen. Al is het Russische of fensief in deze richting de vorige maal op een terugtocht uitgeloopen,1 het kan nu anders gaan. En wat vooral van zeer veel belang is Roemenië, dat zich tot dusverre on- en afzijdig heeft gehouden, kan nu zijn aarze ling misschien overwonnen hebben en be sloten zijn Ruslands zijde te kiezen. In Duitschland wordt, blijkens hetgeen de pers schrijft, inderdaad gevreesd, dat Roe menië nu wel eens zou kunnen toetasten. De Frankfurter Ztg, herinnert aan hetgeen van het begin van den oorlog af aan door be daarde en juiste beoordeelaars aangaande de definitieve houding van Roemenië is gezegd. „De heele kwestie, zegt dit blad, hangt af van de gebeurtenissen op de oorlogstooneelen en wel zoodanig, dat Roemenië zijn nationale oogmerken met het geringste risico bereiken wil. Men zegt, dat de minister-president Bratianoe zich eens heeft uitgelaten, dat de barometer Van zijn politiek de oorlogstoe stand Is aan het Oostenrijksch-Russisch front Hiermede is de staatskunde van den leidenden bewindsman in hoofdzaak juist ge schetst en wie tracht in kritieke dagen de ontwikkeling der Roemeensche politiek te be- oordeelen, zal goed doen dezen barometer, dus den oorlogstoestand en natuurlijk vooral dezen in 't Oosten, te beschouwen en natuur lijk ook al datgene wat geschikt is direct of indirect op dezen oorlogstoestand in te wer ken.". En de correspondent van het Tageblatt te Boekarest meldt, dat de eerste trein van 26 wagens met munitie uit Rusland in Roemenië is aangekomen. Hij zegt, dat de minister president eischte, dat de entente allereerst zou bewijzen voldoende munitie aan Roemenië te kunnen leveren. Een Roemeensch generaal heeft in een blad gewezen op de munitie kwestie en betoogd, dat Roemenië eerst in actie zal kunnen treden, wanneer voldoende munitie is verschaft Verder schreef deze des kundige: t „Wij mogen ons geen illusies maken aan gaande de terrein-moeilijkheden van het ge bied hetwelk wij moeten doortrekken en den tegenstand, die zou worden geboden. De Oostenrijkere, Hongaren en DuitSchera heb ben zeven maanden, noodig gehad om de Russen uit Galicië te verdrijven, wij moeten er dus op rekenen, dat wij minstens een jaar noodig hebben om de Hongaren uit Zeven bergen-te verjagen. De Russen zullen het ons overlaten om met de strijdkrachten van Saloniki en de troepen van Italië de Oosten- rijksch-Hongaarsche kwestie op te lossen. Voordat wij een aanval doen op de Karpa- then moet de actie van uit Saloniki zijn be gonnen en ook het ingrijpen van een Rus sisch leger van 150.000 h 200.000 man, dat door de Dobroedsja trekken moet, hébben plaats gehad." Ook andere kringen in Roemenië ontvein zen zich de moelijkheden niet, die het deelne men van het land aan den oorlog biedt De militaire toestand zal ook hier den doorslag geven. De tweespalt tusschen Italië en Duitschland heeft getoond, dat men niet lan ger kan gelooven, dat bij een oorlog Duitsch land en Oostenrijk zouden kunnen geschei den worden. Men heeft hierop langen tijd gerekend, zoo schrijft de „Universel": „Elke Roemeen is zich thans bewus^ dat het uur van Roemenië geslagen heeft. De doodsvijan den van Roemenië, de Hongaren en Bulgaren zullen spoedig de Roemeensche soldaten lee- ren kennen. Wij moeten echter nagaan: „Hoe is het gesteld met onze verhouding tot Duitschland? „Met hen hebben wij geen vij,- andschap. Wanneer zij zich echter verzetten willen tegen de verwezenlijking van de Roe meensche idealen, zullen wij tegen hen met evenveel woede strijden 'als tegen de Bulga ren en Hongaren. In eenige weken zullen de Roemeensche troepen de _Kaipathen over schrijden." Het artikel is geteekend door den afgevaar- digdè Amat, die verklaart, dat men binnen enkele weken met de mobilisatie gereed is. Uit het bovenstaande zou men geneigd rijif af te leiden, dat Roemenië op een keerpunt staat en dat thans gehoor zal worden gege ven aan de Russische lokstem, die zegt: „Wij hebben den sleutel tot de deur, waarachter Roemenië's idealen liggen, in de hand, maar Roemenië moet wel bedenken, dat die sleutel niet kan worden gegeven aan dengeen, die niet schouder aan schouder met ons is ge gaan." Doch de Roemenen zijn een listig volk. Zij hebben van de eene partij munitie gekocht en aan de andere petroleum en graan verkocht. Zoo sneed het mes aan twee kanten. En het is geenszins onmogelijk, dat zij ook nu weer erin zullen slagen om nog wat tijd te win nen, aldus de zekerheid krijgend* dat zij den overwinnaar te hulp zullen snellen, een ze kerheid* welke zij thans nog niet bezitten. In dit verband zij er even op gewezen, dat men van een ttaliaansche oorlogsverklaring aan Duitschland de laatste dagen niet meer hoort De toestand aan de Somxne schijnt op het oogenblik gelijkwaardig te zijn aan dien van Verdun. Er wordt hard gevochten, er wordt een geduchte inspanning ontwikkeld, maar de behaalde resultaten zijn slechts gering, omdat de weerstandskracht ongeveer dezelfde is geworden als de aanvalskracht. Men is al tevree, wanneer men maar hier en daar eeni ge vorderingen kan melden, al zijn die dan ook zoo gering, dat zij niet nader kunnen worden omschreven, zooals het Engelsche le- gerbericht bewijst, of als men de verovering van een blok krachtig versterkte huizen kan mededeelen, gelijk de Franscbe legerbericht- schrijver doet Volgens het Duitsche legerbe- richt is thans door de Fransch-Engelsche troepen de vierde stoot tevergeefs tegen de Duitsche stellingen uitgevoerd. In elk ge val verschuiven doet de frontlinie de laatste dagen niet meer, al zijn beide partij en ongetwijfeld koortsachtig in de weer om dat te bereiken. Elders (thans in den Elzas door de Duitschers) worden af en toe kleine pogingen gedaan om eenig plaatselijk voor deel te behalen, wanneer de kans daartoe gunstig is, doch wat deze opleveren is tot dusverre van geen beteekenis. KORTE BERICHTEN. De Deensche regeering heeft aangebo den oorlogs-invaliden in Denemarken onder te brengen. Dit denkbeeld is in Oostenrijk met groote sympathie begroet. —In Engelscne bladen wordt het sneuvelen vermeld van een majoor van 25 jaar. Hij was zeven weken geledien getrouwd. De strafkamer te Keulen heeft een con- fiseur tot 5 jaren tuchthuis en 10 jaren eer verlies veroordeeld. 'Deze heer had een zak- kenrollerschool ingericht, waar hij kinderen van 10 tot 12 jaar tot misdadigere op leidde, waarna hij ze exploiteerde. Blijkens een officieele bekendmaking van de Belgische regeering zijn er thans 53 Belgische scholen in Nederland, 47 in En geland, 92 in Frankrijk en in het niet bezette Belgiséhe gebied zijn 57 scholen geopend ge bleven. Tezamen tellen deze scholen' 536 klas sen, met 20.000 leerlingen. Het onderhoud dezer scholen kost jaarlijks een millioen francs aan de Belgische regeering. Het Amerikaansche departement van Staat heeft de opvatting te kermen gegeven, dat de Britsche zwarte lijstin beginsel ver keerd is en' een zeer ernsilgen toestand in het leven roept" De Basler Nachrichten verneemt uit Londen dat de tweede Duitsche handelson derzeeër (de Bremer) reeds in de Ver. Staten is aangekomen, en wel in de haven van Brid geport (Connecticut) Een bericht uit de Daily Mail zegt echter dat Kapitein König, van de Deutschland* heeft te kennen gegeven dat Dinsdag, gisteren dus, de Bremen, in Amerika werd; verwacht. iHij stelde zijn terugreis uit, had hij gezegd* tot dat de Bremen veilig en wel binnen was. Hetzelfde blad beweert dat men zich in Duit- schek ringen te New-Vork ongerust maakt over de Bremen. Komt ze niet aan, dan zou de Deutschland maarliever, in Amerika blij ven instede van met haar onverzekerde lading goud de terugreis te ondernemen. Uit Berlijn wordt gemeld, dat eerlang Turksche troepen in de gevechten tegen de Russen in Oalicië zullen optreden. Daaruit blijkt de militaire slagvaardigheid der Tur ken en de eenheid van het front der midden rijken zegt Wolff. Het Kitchener Herdenkingsfonds be draagt reeds over het anderhalf millioen gul den. Een Engelschman heeft er 600.000 gul den voor gegeven. En van een Noor, Haune- vig, kwam 6000 in. De terechtstelling van Roger Casement zal 3 Augustus plaats hebben. Minister As- quith ontvangt nog steeds uit verschillende deelen van Ierland verzoeken' om gratie. Zoo is er een ingediend, onderteekend door 6 Ier- sche bisschoppen, 26 parlementsleden en 42 vertegenwoordigers van universiteiten. De Russen maken' nog steeds vorderin gen' in Armenië. Hun legerbericht zegt dat de Turken in wanorde terug trekken en dat men nog slechts een goede 15 K. M. van Erzind- zjan verwijderd is. De Fransche vlieger, die indertijd over Duitschland naar Rusland wilde vliegen, is ook boven Berlijn geweest. Hij heeft er strooi biljetten laten vallen. Op 100 K. M. van de Russiche loopgraven raakte zijn motor defect en moest hij landen. BLOEMBOLLEN VOOR ENGELAND. De directeur-generaal der Posterijen en Te legrafie maakt bekend, dat de invoer van bloembollen per pakketpost in Groot-Brittan- nië en Ierland is verboden. SCHEPEN MET REGEERINGSGRAAN AANGEHOUDEN. Naar wij vernemen, zegt het Handelsblad worden thans weder 13 schepen geladen met graan en geconsigneerd aan de Nederland- sche regeering door de Engelschen vastge houden. Van deze schepen met een geza menlijke v tonneninhoud van ongeveer 50.000 ton liggen er acht te Kirkwall en de ande re te Falmouth en in de Duins. HET GETORPEDEERDE SCHIP. 'Naar de „Zeepost" mededeelt, is niet het Nederlandsche schip „Bermula" (zooals de naam verminkt overkwam) maar de 'Nederl. schoener „Dina", kapitein Boerma, op 15 Juli op eenige zeemijlen van de Engelsche kust door dé Duitschers getorpedeerd. De bemanning werd in de booten tegelijk met die van de Noorsche schoener „Beriha". op sleeptouw genomen en na 4J4 uur aan het Zweedsche s. s. „Onsala" overgegeven. Beide schepen moeten met een lading mijn- hout van Noorwegen naar Engeland op weg zijn geweest. („Dina", Boenna, ijzer en stalen gaffel schoener 165 ton, 5 Juli van Christiania n. Hartlepool reeder de kapt. Thuishaven Grb- ningen, gebouwd 1898). DE NEDERLANDSCHE VISSCHERS- VLOOT STILGELEGD? De heer A. B. Kleerekoper schrijft in „Het Volk": Weinig oorlogsmaatregelen, waarvan Ne derland de pijnlijke gevolgen ondervindt, hebben in den kring der tienduizenden be langhebbenden en ver daarbuiten zulk een beroering gewekt als de aanval der Engel sche regeering op een Hollandsch becjrijf, dat van oudsher een bron van inkomsten is ge weest voor een groot deel van ons volk: de vischvangst. Vlaardingen, Maassluis, Kat wijk, IJ muiden, Scheveningen om maar énkele namen te vermelden zijn plaatsen, wier brood op zee moet worden gevonden en waarvan de bevolking thana met angst om het hart afwacht, of de oorlog ook haar met honger en gebrek zal straffen. Eh er is reden voor die Vrees I Een zeshonderd schepen zeil- en stoom- loggers plegen van Juni tot Sinterklaas op haringvangst uit te gaan. In de laatste jaren sedert hgt,bedrijf zoo loonend werd, begon men al in Mei. Toen de oorlog uitbrak, verklaarde Enge land, dat de zee rondom zijn kusten gevaar opleverde voor de vischvangst. Dat liep tot 30 40 mijl rondom die kust. Het Het héétte mijnengevaar. Inderdaad was het vrees voor spinonnage, en reeds in het vorige seizoen werden alle schepen, die zich in het „ge vaarlijke" gebied waagden, meedoogenloos opgebracht. Reeds dit was een ernstige be lemmering van het bedrijf. Want de haring- visscher is niet vrij in het kiezen zijner route: hij heeft rekening te houden met „de trek" yan de vischjes. Intusschen liep toen dat op brengen gemeenlijk met een sisser en wat tijdverlies af. i Maar in dit laatste seizoen werd Eng land's houding verscherpt. Verschillende be- noodigdheden voor de visscherij werden ge weigerd. Vervolgens moet gelijk goed in gelichte mensehen weten te vertellen En geland 40 pCt der vangst tegen kostprijs hebben opgevorderd, naaf het heette voor Rusland, dat zich anders via Duitschland van zeebanket pleegt te voorzien. De reeders ver klaarden zich bereid, dioch stelden den kost prijs op 40 per kantje, wat ook de oorlogs- prijs is, welke Duitschland betaalt In ge wone tijden is 20 reeds een mooie prijs 1 Op deze vriendelijke offerte gaf Engeland geenerlei bescheid meer. In de laatste weken begon Engeland weer visschersvaartuigen op te brengen. Men tob de hier niet zoo erg daarover en dacht, dat de schuldigen zeker weer in troebel lees: verboden water hadden gevischt Totdat in de laatste twee weken het groote aantal opgebrachte schepen het zijn er nu al een honderdtal èn het duurzaam vasthouden dier schepen, de angstige waarheid aan het licht bracht, dat men hier met een nieuwe taktiek te doen had, een verscherpte blokkade, waarbij kort en bondig het vrije bedrijf van een neutralen staat wordt stop gelegd, om een vijandelijke mogendheid scherper te kun nen uithongeren. De opgeschrikte reeders gingen aanstonds naar onze regeering èn naar den Engelschen gezant Deze laatste, de heer Johnstone, begon met de duidelijke mededeeling, dat één haring naar Duitsch land één teveel was. Er volgde, toen veel ge- confereer, waarbij aan Engelsche zijde de neiging scheen te bestaan om weer met den eisch van 40 pGt. voor den dag te komen Het eind van het lied was, dat een deputatie van drie belanghebbenden zich naar Londen be gaf om met de Engelsche regeering te onder handelen. Ook onze regeering was toen van de zaak blijkbaar reeds volledig op de hoogte. En wij meenen te weten, dat zij zich op het standpunt stelde der volstrekte neutraliteit, welke onderhandelingen om het vrije verkeer van een onschuldig konsumptie-artikel ge heel of gedeeltelijk stop te zetten* niet ge doogt. Hier paste een volhardend protest te gen élke inperking der bewegingsvrijheid. En aldus deed men. Volkomen terecht naar ons oordeeL De deputatie, welke naar Londen was ver trokken, seinde vandaar, dat er reeds 60 sche pen in beslag waren genomen, en dat de En gelsche regeering blijkbaar beoogde, èl onze visschersschepen voor haar Prijzenhof te brengen. Zij wilde den koop der haring vangst niet in overweging nemen; wel echter een voorstel doen om de vlöot op te leggen tegen een passende vergoeding op den grond slag van de gewone jaarwinst -In een tweede telegram kwam de ernst van den toestand nog scherper tot uiting. Daarin toch werd aangeraden om geen schepen meer uit onze havens te laten vertrekken. Een 200-tal reeders uit het geheele land kwamen daarop in vergadering bijéén en nam Zaterdag j.l. een scherpe .motie aan, waarvan de slotsom om niet verder te onder handelen naar de deputatie in Londen werd geseind. Toen de zaak aldus tot een scherp konflikt was gegroeid, kwam onze Vereeniging van Zeelieden „de Volharding" in het geweer en seinde aan den Engelschen gezan in Den Haag, dat hier het brood van 10.000 Neder- landsche arbeiders werd aangerand door een regeering, welke zich aandient als de be-, schermster der kj^ine natiën. Op welke aan klacht de heer Johnstone antwoordde met een lakonische verwijzing naar de onderhan delingen tusschen zijn regeering en de Lon- densche deputatie, terwijl het willekeurige van het Engelsche optreden, koudweg werd ontkend. Tot goed begrip en ter voorkoming der goedkoope bewering, dat Nederland eerst in den oorlog Duitschland van haring ia gaan voorzien, geven wij hier eenige onmisbare rijfere: jaar Aan- cn invoer Uitvoer Binnen!, verbruik K.G. K.Q. K.O. 1911—'12 110.350.700 80.251.200 30.099.500 1912—'13 95.943.900 71.564.400 24.397.500 1913—'14 137.801.700 117.389.800 20.411.000 1914—'15 93.961.700 84.514.000 9.447.700 Deze dffers spreken voor zich zelf. Zij lee- ren, dat dit bedrijf voor drie vierden minstens op zijn uitvoerhandel moet teren. Het is dan ook normaal, dat wij een deel van onze ha- betn te kunnen voldoen. ring uit Engeland betrekken om de export Wat de versche-visch-vangst betreft, ook hier is voor de onderstelling, dat Engeland visch van ons zou noodig hebben, geen plaats Engeland heeft zelf overvloedig genoeg. Wanneer dan ook reeds 7 treilers zijn opge bracht, die van IJsland huiswaarts voeren, dan lijdt het geen twijfel wat dit beduidt. Trouwens, zoo heel gemakkelijk zal dat niet gaan, omdat die vangst zich meer om Jutland beweegt, waar Engeland niet zoo gemakke lijk bij kan komen. Het is dan ook de aan vankelijke indruk, dat die zeven treilers rijn aangehouden' om ons tot berusting inzake de haringvangst te pressen. Doch komt het tot die berusting, dan komt de verache visch aan de beurt. De vraag wordt dus: Zal het bloeiende reedersbedrïjf worden stopgezet? Zullen onze zeelieden, havenarbeiders, kui pers, boeisters, vischkneéhts, arbeiders aan ijs fabrieken en zoutkeeten op straat worden ge zet. Zal de vischhandel met zijn nevenbedrij- ven als de viktualiënhandel op Engelsch kom mand» moeten ophouden Zuil ener 12000arbeidera die direct afhan kelijk rijn van dit bedrijf, van hun loon wor den beroofd? Zal dit de houding zijn van het land, dat immers ter bescherming der kleine landen in den oorlog ging? Onze organisaties rijn met kracht hierte gen in den strijd gegaan. Zij rijn de „Vol harding"' en de Centrale Bond van Haven arbeiders met de regeering en met de reeders in voortdurend kontakt Bereids hébben rij in al de centra van dit bedrijf groote vergade ringen belegd. En heden komen zij met onze Kamerfractie Onzerzijds zal niets onbeproefd worden ge laten. SUIKER. Vanwege het ministerie van landbouw, verheid en handel is het volgende rondschrij ven tot de burgemeesters gericht: In verband met de omstandigheid, dat riéh ten opzichte van de suikervoorziening groote- moeilijkheden voordoen, en dat voor een vol gend jaar een scherper toezicht op de distri butie noodzakelijk is te achten, met het oog waarop een speciaal Suikerdistributiekantoor te Amsterdam is opgericht, zal ik gaarne ee nige zoo juist mogelijke gegevens van u ont vangen tan aanzien van de suikerbehoefte ge durende het tijdvak van 1 October 1916 tot 1 October 1917. Derhalve noodig ik u uit aan te leggen. I. eene naamlijst van winkeliers In kolonia le waren en van banketbakkers in uwe ge meente met achter de namen vermeld hun op zet in suijker over 1 Juli 1915/1916, zoomede de namen der firma's van wie zij hun suiker betrokken, met vermelding der hoeveelheden* gesplitst in a: melis I en b: diversen, als bas terd, tabletten, poedersuiker, chips* parelsui ker; III. eene lijst, bevattende de namen der In uwe gemeente gevestigde Industriën, welke suiker in hunne producten verwerken, als: ge condenseerde melk-, jam-, pepennuntfabrie- ken, fabrieken van chocolade en suikerwerken likeurstokerijen, biscuitfabrieken, enz. De opgaven sub I en II kunnen dan enkel waarde hebben, wanneer zij zoo noodig door Inzage van boeken, orderbriefjes, kwitanties of anderszins zijn te controleeren. Ik verzoek u belanghebbenden er op te wij zen, dat die contróte verricht zal worden, zoo dat rij in hunne opgaven daarmede rekening houden. 'De bovenbedoelde lijsten gelieve u vóór of op 15 Augustus e. k. in te zeneten aan het Rijks Centraal Administratiekantoor voor de Distributie van Levensmiddelen, Noordeinde 167, 'B-Gravenhage. Bovendien verzoek ik u aan aanvragen om inlichtingen, die inmiddels tot u mochten worden gericht door bovenbe doeld administratiekantoor, wel te willen ge volg geven, alsmede aan de personen* die door u öp de lijsten worden geplaatst, mede te deelen, dat ik er op reken, dat rij, mocht het Suikerdistributiekantoor te Amsterdam inmiddels hun eenige opgave van gegevens verzoeken, aan die verzoeken zullen voldoen. Van deze gelegenheid maak ik tevens ge bruik u mede te deelen, die aanvragen' om le vering van suiker of klachten over gebrekkige levering voortaan het beste worden gericht aan genoemd suikerdistributiekantoor, Oost einde 16 te Amsterdam en dat klachten over de werking van het Suikerdistributiekantoor rijn te richten tot u, welke klachten u dan'wel aan het Centraal Administratiekantoor voor de distributie van levensmiddelen zult willen overbrengen. U gelieve hier aan dé noodlge bekendheid te geven. S MEEL. Van verschillende rijden wordt de klacht geuit, dat de meelfabrieken óf zeer traag ól in 't geheel gem gebuild meel afleveren. Naar het flandelsblad verneemt werd daar over gistermiddag een conferentie gehoüden tusschen den Minister van Landbouw en dei» directeur van het Graanbureau. Uit inlichtingen die wij kregen Is ons ge bleken, dat er vooralsnog geen gebrek is aan meel. Van eén nieuwe bruinbroodperiode is dan ook voorloopig niets bekend. Door den meelhandelaar B. A. de Vrij te Dordrecht Is heden volgend telegram aan den minister van Landbouw gezonden: Te Dordrecht en omliggende plaatsen ge brek aan bloem. Uwe Excellentie wordt drin gend verzocht maatregelen te willen nemen, opdat tarwebloem in voldoende mate kan worden afgeleverd. Mocht hierin niet spoedig worden voorzien, zullen1 de bakkers het bak ken van wit brood stop moeten zetten. Evenals te Rotterdam klagen ook te Am- ontvangen, De meelfabrikanten wijten' dit aan de kleine hoeveelheden tarwe, welke hun d<x>r de regeering verstrekt worden. De levensmid- delencommissie heeft de minister telegrafisch op de hoogte gesteld. DUITSCHLAND EN DE SMOKKEL HANDEL. Men schrijft aan de N. R. Crt De Duitsche grenskantoren ontvingen gis termorgen de door den rijkskanselier uitge vaardigde order voortaan alle runderen, die door smokkelaars de grens overgebracht worden, terug te zenden. Deze maatregel ia volgens de Duitsche douaneambtenaren bet gevolg van eene overeenkomst tusschen dé Duitsche en de Nederlandsche regeering, dat AARSCH COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1