DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 174
Honderd en achttiende jaargang.
1916
WOENSDAG 26 JULI
Abonoementsprfis per 3 maanden f 1.—. fr. p. pt f 1.2S. AdT8Meprilsl2iGt p. regel, groote letters naar plaatsruimte, Bileven fr, R.T. Boek- en Handelsdrnkkerij v.b. HERIIls. COSTER A ZOON, Yoordam C 9. Teiefnr. 3.
NEDERLAND.
Met £0 et. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden.
ALKMAAR, 26 Juli.
Het Duitsche Wolffbureau meldt, dat bin-
uenkort Turksche troepen in de gevechten ter
gen de Russen in Oalicië zullen optreden,
waaruit, zegt het nieuwsagentschap, opnieuw
blijkt, dat Turkije paraat ia en dat het ge
vechtsfront der centralen feitelijk één groot
geheèl vormt.
Dit blijgestemd bericht doet denken aan
het gouden randje van eén sombere wolk.
Immers het gaat den Turken niet precies voor
den wind in den Levant bijv. moeten dé
Turksche troepen in wanorde terugtrekken en
daar staan de Russen nog maar 10 mijl van
de belangrijke sitad Ersingjan in het centrum
van Armenië verwijderd. De Turken zullen
dus niet veel troepen te missen hebben. Dat
er nu Turksche soldaten worden gezonden
naar de Oostenrijkers, die in Galicië in benar
den toestand verkeeren, kan er op wijzen, dat
de Duitschers en Oostenrijkers voor dit ter
rein geen mannen meer hebben te missen,
hetgeen, waar de brand in alle hoeken pas
begonnen is, natuurlijk voor de centralen
zéér .bedenkelijk zou zijn. En in elk geval
bewijst het zenden van hulp aan de Oosten
rijkers in Galicië dat de toestand den cen
tralen daar zorg, baart. De Russen zijn wel
is waar nog niet in Zevenbergen, maar
het kan ervan komen. Al is het Russische of
fensief in deze richting de vorige maal op een
terugtocht uitgeloopen,1 het kan nu anders
gaan. En wat vooral van zeer veel belang is
Roemenië, dat zich tot dusverre on- en
afzijdig heeft gehouden, kan nu zijn aarze
ling misschien overwonnen hebben en be
sloten zijn Ruslands zijde te kiezen.
In Duitschland wordt, blijkens hetgeen de
pers schrijft, inderdaad gevreesd, dat Roe
menië nu wel eens zou kunnen toetasten. De
Frankfurter Ztg, herinnert aan hetgeen van
het begin van den oorlog af aan door be
daarde en juiste beoordeelaars aangaande de
definitieve houding van Roemenië is gezegd.
„De heele kwestie, zegt dit blad, hangt af van
de gebeurtenissen op de oorlogstooneelen en
wel zoodanig, dat Roemenië zijn nationale
oogmerken met het geringste risico bereiken
wil. Men zegt, dat de minister-president
Bratianoe zich eens heeft uitgelaten, dat de
barometer Van zijn politiek de oorlogstoe
stand Is aan het Oostenrijksch-Russisch
front Hiermede is de staatskunde van den
leidenden bewindsman in hoofdzaak juist ge
schetst en wie tracht in kritieke dagen de
ontwikkeling der Roemeensche politiek te be-
oordeelen, zal goed doen dezen barometer,
dus den oorlogstoestand en natuurlijk vooral
dezen in 't Oosten, te beschouwen en natuur
lijk ook al datgene wat geschikt is direct of
indirect op dezen oorlogstoestand in te wer
ken.".
En de correspondent van het Tageblatt te
Boekarest meldt, dat de eerste trein van 26
wagens met munitie uit Rusland in Roemenië
is aangekomen. Hij zegt, dat de minister
president eischte, dat de entente allereerst zou
bewijzen voldoende munitie aan Roemenië te
kunnen leveren. Een Roemeensch generaal
heeft in een blad gewezen op de munitie
kwestie en betoogd, dat Roemenië eerst in
actie zal kunnen treden, wanneer voldoende
munitie is verschaft Verder schreef deze des
kundige: t
„Wij mogen ons geen illusies maken aan
gaande de terrein-moeilijkheden van het ge
bied hetwelk wij moeten doortrekken en den
tegenstand, die zou worden geboden. De
Oostenrijkere, Hongaren en DuitSchera heb
ben zeven maanden, noodig gehad om de
Russen uit Galicië te verdrijven, wij moeten
er dus op rekenen, dat wij minstens een jaar
noodig hebben om de Hongaren uit Zeven
bergen-te verjagen. De Russen zullen het
ons overlaten om met de strijdkrachten van
Saloniki en de troepen van Italië de Oosten-
rijksch-Hongaarsche kwestie op te lossen.
Voordat wij een aanval doen op de Karpa-
then moet de actie van uit Saloniki zijn be
gonnen en ook het ingrijpen van een Rus
sisch leger van 150.000 h 200.000 man, dat
door de Dobroedsja trekken moet, hébben
plaats gehad."
Ook andere kringen in Roemenië ontvein
zen zich de moelijkheden niet, die het deelne
men van het land aan den oorlog biedt De
militaire toestand zal ook hier den doorslag
geven. De tweespalt tusschen Italië en
Duitschland heeft getoond, dat men niet lan
ger kan gelooven, dat bij een oorlog Duitsch
land en Oostenrijk zouden kunnen geschei
den worden. Men heeft hierop langen tijd
gerekend, zoo schrijft de „Universel": „Elke
Roemeen is zich thans bewus^ dat het uur
van Roemenië geslagen heeft. De doodsvijan
den van Roemenië, de Hongaren en Bulgaren
zullen spoedig de Roemeensche soldaten lee-
ren kennen. Wij moeten echter nagaan: „Hoe
is het gesteld met onze verhouding tot
Duitschland? „Met hen hebben wij geen vij,-
andschap. Wanneer zij zich echter verzetten
willen tegen de verwezenlijking van de Roe
meensche idealen, zullen wij tegen hen met
evenveel woede strijden 'als tegen de Bulga
ren en Hongaren. In eenige weken zullen de
Roemeensche troepen de _Kaipathen over
schrijden."
Het artikel is geteekend door den afgevaar-
digdè Amat, die verklaart, dat men binnen
enkele weken met de mobilisatie gereed is.
Uit het bovenstaande zou men geneigd rijif
af te leiden, dat Roemenië op een keerpunt
staat en dat thans gehoor zal worden gege
ven aan de Russische lokstem, die zegt: „Wij
hebben den sleutel tot de deur, waarachter
Roemenië's idealen liggen, in de hand, maar
Roemenië moet wel bedenken, dat die sleutel
niet kan worden gegeven aan dengeen, die
niet schouder aan schouder met ons is ge
gaan."
Doch de Roemenen zijn een listig volk. Zij
hebben van de eene partij munitie gekocht en
aan de andere petroleum en graan verkocht.
Zoo sneed het mes aan twee kanten. En het
is geenszins onmogelijk, dat zij ook nu weer
erin zullen slagen om nog wat tijd te win
nen, aldus de zekerheid krijgend* dat zij den
overwinnaar te hulp zullen snellen, een ze
kerheid* welke zij thans nog niet bezitten. In
dit verband zij er even op gewezen, dat men
van een ttaliaansche oorlogsverklaring aan
Duitschland de laatste dagen niet meer hoort
De toestand aan de Somxne schijnt op het
oogenblik gelijkwaardig te zijn aan dien van
Verdun. Er wordt hard gevochten, er wordt
een geduchte inspanning ontwikkeld, maar
de behaalde resultaten zijn slechts gering,
omdat de weerstandskracht ongeveer dezelfde
is geworden als de aanvalskracht. Men is al
tevree, wanneer men maar hier en daar eeni
ge vorderingen kan melden, al zijn die dan
ook zoo gering, dat zij niet nader kunnen
worden omschreven, zooals het Engelsche le-
gerbericht bewijst, of als men de verovering
van een blok krachtig versterkte huizen kan
mededeelen, gelijk de Franscbe legerbericht-
schrijver doet Volgens het Duitsche legerbe-
richt is thans door de Fransch-Engelsche
troepen de vierde stoot tevergeefs tegen
de Duitsche stellingen uitgevoerd. In elk ge
val verschuiven doet de frontlinie de
laatste dagen niet meer, al zijn beide partij
en ongetwijfeld koortsachtig in de weer om
dat te bereiken. Elders (thans in den Elzas
door de Duitschers) worden af en toe kleine
pogingen gedaan om eenig plaatselijk voor
deel te behalen, wanneer de kans daartoe
gunstig is, doch wat deze opleveren is tot
dusverre van geen beteekenis.
KORTE BERICHTEN.
De Deensche regeering heeft aangebo
den oorlogs-invaliden in Denemarken onder
te brengen. Dit denkbeeld is in Oostenrijk
met groote sympathie begroet.
—In Engelscne bladen wordt het sneuvelen
vermeld van een majoor van 25 jaar. Hij was
zeven weken geledien getrouwd.
De strafkamer te Keulen heeft een con-
fiseur tot 5 jaren tuchthuis en 10 jaren eer
verlies veroordeeld. 'Deze heer had een zak-
kenrollerschool ingericht, waar hij kinderen
van 10 tot 12 jaar tot misdadigere op
leidde, waarna hij ze exploiteerde.
Blijkens een officieele bekendmaking
van de Belgische regeering zijn er thans 53
Belgische scholen in Nederland, 47 in En
geland, 92 in Frankrijk en in het niet bezette
Belgiséhe gebied zijn 57 scholen geopend ge
bleven. Tezamen tellen deze scholen' 536 klas
sen, met 20.000 leerlingen. Het onderhoud
dezer scholen kost jaarlijks een millioen
francs aan de Belgische regeering.
Het Amerikaansche departement van
Staat heeft de opvatting te kermen gegeven,
dat de Britsche zwarte lijstin beginsel ver
keerd is en' een zeer ernsilgen toestand in het
leven roept"
De Basler Nachrichten verneemt uit
Londen dat de tweede Duitsche handelson
derzeeër (de Bremer) reeds in de Ver. Staten
is aangekomen, en wel in de haven van Brid
geport (Connecticut)
Een
bericht uit de Daily Mail zegt echter
dat Kapitein König, van de Deutschland*
heeft te kennen gegeven dat Dinsdag, gisteren
dus, de Bremen, in Amerika werd; verwacht.
iHij stelde zijn terugreis uit, had hij gezegd*
tot dat de Bremen veilig en wel binnen was.
Hetzelfde blad beweert dat men zich in Duit-
schek ringen te New-Vork ongerust maakt
over de Bremen. Komt ze niet aan, dan zou
de Deutschland maarliever, in Amerika blij
ven instede van met haar onverzekerde lading
goud de terugreis te ondernemen.
Uit Berlijn wordt gemeld, dat eerlang
Turksche troepen in de gevechten tegen de
Russen in Oalicië zullen optreden. Daaruit
blijkt de militaire slagvaardigheid der Tur
ken en de eenheid van het front der midden
rijken zegt Wolff.
Het Kitchener Herdenkingsfonds be
draagt reeds over het anderhalf millioen gul
den. Een Engelschman heeft er 600.000 gul
den voor gegeven. En van een Noor, Haune-
vig, kwam 6000 in.
De terechtstelling van Roger Casement
zal 3 Augustus plaats hebben. Minister As-
quith ontvangt nog steeds uit verschillende
deelen van Ierland verzoeken' om gratie. Zoo
is er een ingediend, onderteekend door 6 Ier-
sche bisschoppen, 26 parlementsleden en 42
vertegenwoordigers van universiteiten.
De Russen maken' nog steeds vorderin
gen' in Armenië. Hun legerbericht zegt dat de
Turken in wanorde terug trekken en dat men
nog slechts een goede 15 K. M. van Erzind-
zjan verwijderd is.
De Fransche vlieger, die indertijd over
Duitschland naar Rusland wilde vliegen, is
ook boven Berlijn geweest. Hij heeft er strooi
biljetten laten vallen. Op 100 K. M. van de
Russiche loopgraven raakte zijn motor defect
en moest hij landen.
BLOEMBOLLEN VOOR ENGELAND.
De directeur-generaal der Posterijen en Te
legrafie maakt bekend, dat de invoer van
bloembollen per pakketpost in Groot-Brittan-
nië en Ierland is verboden.
SCHEPEN MET REGEERINGSGRAAN
AANGEHOUDEN.
Naar wij vernemen, zegt het Handelsblad
worden thans weder 13 schepen geladen met
graan en geconsigneerd aan de Nederland-
sche regeering door de Engelschen vastge
houden. Van deze schepen met een geza
menlijke v tonneninhoud van ongeveer 50.000
ton liggen er acht te Kirkwall en de ande
re te Falmouth en in de Duins.
HET GETORPEDEERDE SCHIP.
'Naar de „Zeepost" mededeelt, is niet het
Nederlandsche schip „Bermula" (zooals de
naam verminkt overkwam) maar de 'Nederl.
schoener „Dina", kapitein Boerma, op 15 Juli
op eenige zeemijlen van de Engelsche kust
door dé Duitschers getorpedeerd.
De bemanning werd in de booten tegelijk
met die van de Noorsche schoener „Beriha".
op sleeptouw genomen en na 4J4 uur aan het
Zweedsche s. s. „Onsala" overgegeven.
Beide schepen moeten met een lading mijn-
hout van Noorwegen naar Engeland op weg
zijn geweest.
(„Dina", Boenna, ijzer en stalen gaffel
schoener 165 ton, 5 Juli van Christiania n.
Hartlepool reeder de kapt. Thuishaven Grb-
ningen, gebouwd 1898).
DE NEDERLANDSCHE VISSCHERS-
VLOOT STILGELEGD?
De heer A. B. Kleerekoper schrijft in „Het
Volk":
Weinig oorlogsmaatregelen, waarvan Ne
derland de pijnlijke gevolgen ondervindt,
hebben in den kring der tienduizenden be
langhebbenden en ver daarbuiten zulk een
beroering gewekt als de aanval der Engel
sche regeering op een Hollandsch becjrijf, dat
van oudsher een bron van inkomsten is ge
weest voor een groot deel van ons volk: de
vischvangst. Vlaardingen, Maassluis, Kat
wijk, IJ muiden, Scheveningen om maar
énkele namen te vermelden zijn plaatsen,
wier brood op zee moet worden gevonden
en waarvan de bevolking thana met angst om
het hart afwacht, of de oorlog ook haar met
honger en gebrek zal straffen.
Eh er is reden voor die Vrees I
Een zeshonderd schepen zeil- en stoom-
loggers plegen van Juni tot Sinterklaas op
haringvangst uit te gaan. In de laatste jaren
sedert hgt,bedrijf zoo loonend werd, begon
men al in Mei.
Toen de oorlog uitbrak, verklaarde Enge
land, dat de zee rondom zijn kusten gevaar
opleverde voor de vischvangst. Dat liep tot
30 40 mijl rondom die kust. Het Het héétte
mijnengevaar. Inderdaad was het vrees voor
spinonnage, en reeds in het vorige seizoen
werden alle schepen, die zich in het „ge
vaarlijke" gebied waagden, meedoogenloos
opgebracht. Reeds dit was een ernstige be
lemmering van het bedrijf. Want de haring-
visscher is niet vrij in het kiezen zijner route:
hij heeft rekening te houden met „de trek"
yan de vischjes. Intusschen liep toen dat op
brengen gemeenlijk met een sisser en wat
tijdverlies af. i
Maar in dit laatste seizoen werd Eng
land's houding verscherpt. Verschillende be-
noodigdheden voor de visscherij werden ge
weigerd. Vervolgens moet gelijk goed in
gelichte mensehen weten te vertellen En
geland 40 pCt der vangst tegen kostprijs
hebben opgevorderd, naaf het heette voor
Rusland, dat zich anders via Duitschland van
zeebanket pleegt te voorzien. De reeders ver
klaarden zich bereid, dioch stelden den kost
prijs op 40 per kantje, wat ook de oorlogs-
prijs is, welke Duitschland betaalt In ge
wone tijden is 20 reeds een mooie prijs 1
Op deze vriendelijke offerte gaf Engeland
geenerlei bescheid meer.
In de laatste weken begon Engeland weer
visschersvaartuigen op te brengen. Men tob
de hier niet zoo erg daarover en dacht, dat
de schuldigen zeker weer in troebel lees:
verboden water hadden gevischt Totdat
in de laatste twee weken het groote aantal
opgebrachte schepen het zijn er nu al een
honderdtal èn het duurzaam vasthouden
dier schepen, de angstige waarheid aan het
licht bracht, dat men hier met een nieuwe
taktiek te doen had, een verscherpte blokkade,
waarbij kort en bondig het vrije bedrijf van
een neutralen staat wordt stop gelegd, om
een vijandelijke mogendheid scherper te kun
nen uithongeren. De opgeschrikte reeders
gingen aanstonds naar onze regeering èn
naar den Engelschen gezant Deze laatste,
de heer Johnstone, begon met de duidelijke
mededeeling, dat één haring naar Duitsch
land één teveel was. Er volgde, toen veel ge-
confereer, waarbij aan Engelsche zijde de
neiging scheen te bestaan om weer met den
eisch van 40 pGt. voor den dag te komen Het
eind van het lied was, dat een deputatie van
drie belanghebbenden zich naar Londen be
gaf om met de Engelsche regeering te onder
handelen.
Ook onze regeering was toen van de zaak
blijkbaar reeds volledig op de hoogte. En
wij meenen te weten, dat zij zich op het
standpunt stelde der volstrekte neutraliteit,
welke onderhandelingen om het vrije verkeer
van een onschuldig konsumptie-artikel ge
heel of gedeeltelijk stop te zetten* niet ge
doogt. Hier paste een volhardend protest te
gen élke inperking der bewegingsvrijheid.
En aldus deed men. Volkomen terecht naar
ons oordeeL
De deputatie, welke naar Londen was ver
trokken, seinde vandaar, dat er reeds 60 sche
pen in beslag waren genomen, en dat de En
gelsche regeering blijkbaar beoogde, èl onze
visschersschepen voor haar Prijzenhof te
brengen. Zij wilde den koop der haring
vangst niet in overweging nemen; wel echter
een voorstel doen om de vlöot op te leggen
tegen een passende vergoeding op den grond
slag van de gewone jaarwinst
-In een tweede telegram kwam de ernst van
den toestand nog scherper tot uiting. Daarin
toch werd aangeraden om geen schepen meer
uit onze havens te laten vertrekken.
Een 200-tal reeders uit het geheele land
kwamen daarop in vergadering bijéén en
nam Zaterdag j.l. een scherpe .motie aan,
waarvan de slotsom om niet verder te onder
handelen naar de deputatie in Londen werd
geseind.
Toen de zaak aldus tot een scherp konflikt
was gegroeid, kwam onze Vereeniging van
Zeelieden „de Volharding" in het geweer en
seinde aan den Engelschen gezan in Den
Haag, dat hier het brood van 10.000 Neder-
landsche arbeiders werd aangerand door een
regeering, welke zich aandient als de be-,
schermster der kj^ine natiën. Op welke aan
klacht de heer Johnstone antwoordde met
een lakonische verwijzing naar de onderhan
delingen tusschen zijn regeering en de Lon-
densche deputatie, terwijl het willekeurige
van het Engelsche optreden, koudweg werd
ontkend.
Tot goed begrip en ter voorkoming der
goedkoope bewering, dat Nederland eerst in
den oorlog Duitschland van haring ia gaan
voorzien, geven wij hier eenige onmisbare
rijfere:
jaar
Aan- cn
invoer
Uitvoer
Binnen!,
verbruik
K.G.
K.Q.
K.O.
1911—'12
110.350.700
80.251.200
30.099.500
1912—'13
95.943.900
71.564.400
24.397.500
1913—'14
137.801.700
117.389.800
20.411.000
1914—'15
93.961.700
84.514.000
9.447.700
Deze dffers spreken voor zich zelf. Zij lee-
ren, dat dit bedrijf voor drie vierden minstens
op zijn uitvoerhandel moet teren. Het is dan
ook normaal, dat wij een deel van onze ha-
betn
te kunnen voldoen.
ring uit Engeland betrekken om de export
Wat de versche-visch-vangst betreft, ook
hier is voor de onderstelling, dat Engeland
visch van ons zou noodig hebben, geen plaats
Engeland heeft zelf overvloedig genoeg.
Wanneer dan ook reeds 7 treilers zijn opge
bracht, die van IJsland huiswaarts voeren,
dan lijdt het geen twijfel wat dit beduidt.
Trouwens, zoo heel gemakkelijk zal dat niet
gaan, omdat die vangst zich meer om Jutland
beweegt, waar Engeland niet zoo gemakke
lijk bij kan komen. Het is dan ook de aan
vankelijke indruk, dat die zeven treilers rijn
aangehouden' om ons tot berusting inzake de
haringvangst te pressen. Doch komt het tot
die berusting, dan komt de verache visch aan
de beurt.
De vraag wordt dus:
Zal het bloeiende reedersbedrïjf worden
stopgezet?
Zullen onze zeelieden, havenarbeiders, kui
pers, boeisters, vischkneéhts, arbeiders aan ijs
fabrieken en zoutkeeten op straat worden ge
zet.
Zal de vischhandel met zijn nevenbedrij-
ven als de viktualiënhandel op Engelsch kom
mand» moeten ophouden
Zuil ener 12000arbeidera die direct afhan
kelijk rijn van dit bedrijf, van hun loon wor
den beroofd?
Zal dit de houding zijn van het land, dat
immers ter bescherming der kleine landen in
den oorlog ging?
Onze organisaties rijn met kracht hierte
gen in den strijd gegaan. Zij rijn de „Vol
harding"' en de Centrale Bond van Haven
arbeiders met de regeering en met de reeders
in voortdurend kontakt Bereids hébben rij in
al de centra van dit bedrijf groote vergade
ringen belegd.
En heden komen zij met onze Kamerfractie
Onzerzijds zal niets onbeproefd worden ge
laten.
SUIKER.
Vanwege het ministerie van landbouw,
verheid en handel is het volgende rondschrij
ven tot de burgemeesters gericht:
In verband met de omstandigheid, dat riéh
ten opzichte van de suikervoorziening groote-
moeilijkheden voordoen, en dat voor een vol
gend jaar een scherper toezicht op de distri
butie noodzakelijk is te achten, met het oog
waarop een speciaal Suikerdistributiekantoor
te Amsterdam is opgericht, zal ik gaarne ee
nige zoo juist mogelijke gegevens van u ont
vangen tan aanzien van de suikerbehoefte ge
durende het tijdvak van 1 October 1916 tot 1
October 1917.
Derhalve noodig ik u uit aan te leggen.
I. eene naamlijst van winkeliers In kolonia
le waren en van banketbakkers in uwe ge
meente met achter de namen vermeld hun op
zet in suijker over 1 Juli 1915/1916, zoomede
de namen der firma's van wie zij hun suiker
betrokken, met vermelding der hoeveelheden*
gesplitst in a: melis I en b: diversen, als bas
terd, tabletten, poedersuiker, chips* parelsui
ker;
III. eene lijst, bevattende de namen der In
uwe gemeente gevestigde Industriën, welke
suiker in hunne producten verwerken, als: ge
condenseerde melk-, jam-, pepennuntfabrie-
ken, fabrieken van chocolade en suikerwerken
likeurstokerijen, biscuitfabrieken, enz.
De opgaven sub I en II kunnen dan enkel
waarde hebben, wanneer zij zoo noodig door
Inzage van boeken, orderbriefjes, kwitanties
of anderszins zijn te controleeren.
Ik verzoek u belanghebbenden er op te wij
zen, dat die contróte verricht zal worden, zoo
dat rij in hunne opgaven daarmede rekening
houden.
'De bovenbedoelde lijsten gelieve u vóór of
op 15 Augustus e. k. in te zeneten aan het
Rijks Centraal Administratiekantoor voor de
Distributie van Levensmiddelen, Noordeinde
167, 'B-Gravenhage. Bovendien verzoek ik u
aan aanvragen om inlichtingen, die inmiddels
tot u mochten worden gericht door bovenbe
doeld administratiekantoor, wel te willen ge
volg geven, alsmede aan de personen* die
door u öp de lijsten worden geplaatst, mede
te deelen, dat ik er op reken, dat rij, mocht
het Suikerdistributiekantoor te Amsterdam
inmiddels hun eenige opgave van gegevens
verzoeken, aan die verzoeken zullen voldoen.
Van deze gelegenheid maak ik tevens ge
bruik u mede te deelen, die aanvragen' om le
vering van suiker of klachten over gebrekkige
levering voortaan het beste worden gericht
aan genoemd suikerdistributiekantoor, Oost
einde 16 te Amsterdam en dat klachten over
de werking van het Suikerdistributiekantoor
rijn te richten tot u, welke klachten u dan'wel
aan het Centraal Administratiekantoor voor
de distributie van levensmiddelen zult willen
overbrengen.
U gelieve hier aan dé noodlge bekendheid
te geven. S
MEEL.
Van verschillende rijden wordt de klacht
geuit, dat de meelfabrieken óf zeer traag ól
in 't geheel gem gebuild meel afleveren.
Naar het flandelsblad verneemt werd daar
over gistermiddag een conferentie gehoüden
tusschen den Minister van Landbouw en dei»
directeur van het Graanbureau.
Uit inlichtingen die wij kregen Is ons ge
bleken, dat er vooralsnog geen gebrek is aan
meel. Van eén nieuwe bruinbroodperiode is
dan ook voorloopig niets bekend.
Door den meelhandelaar B. A. de Vrij te
Dordrecht Is heden volgend telegram aan
den minister van Landbouw gezonden:
Te Dordrecht en omliggende plaatsen ge
brek aan bloem. Uwe Excellentie wordt drin
gend verzocht maatregelen te willen nemen,
opdat tarwebloem in voldoende mate kan
worden afgeleverd. Mocht hierin niet spoedig
worden voorzien, zullen1 de bakkers het bak
ken van wit brood stop moeten zetten.
Evenals te Rotterdam klagen ook te Am-
ontvangen, De meelfabrikanten wijten' dit aan
de kleine hoeveelheden tarwe, welke hun d<x>r
de regeering verstrekt worden. De levensmid-
delencommissie heeft de minister telegrafisch
op de hoogte gesteld.
DUITSCHLAND EN DE SMOKKEL
HANDEL.
Men schrijft aan de N. R. Crt
De Duitsche grenskantoren ontvingen gis
termorgen de door den rijkskanselier uitge
vaardigde order voortaan alle runderen, die
door smokkelaars de grens overgebracht
worden, terug te zenden. Deze maatregel ia
volgens de Duitsche douaneambtenaren bet
gevolg van eene overeenkomst tusschen dé
Duitsche en de Nederlandsche regeering, dat
AARSCH
COURANT.