DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van het Westelijk Ooriogsterreln. Ons slot Reebach. Broodvoorziening. No. 175 Honderd en achttiende jaargang. 1916 DOÏÏDEBDAG 27 JULI F1ÜILLET03S. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 1^—i Sraneo door hei geheels fêp f 1,2$. Afzonderlijke nmnmeas 3 Cenls. TeMoaannniffier 3L Prijs der gewone Advertentiën j Per regel 10.12* Bij groote contracten rabat Groote tetter wam pkmteraimfce, Brieven foaneo aan de N. V. Boek- en Hfmd©tedmkke»| v/h. HERMs. COSTER 8e ZOON, Voordam C Q. ENGELAND. Met 20 et oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. ALKMAAR, 27 JulL Het belangrijkste bericht van heden is, dat de Russen Ersingjan in Armenië hebben be zet In een jubel-artikel van de Berlijosehe Morgenpost over de Turken, die aan het ïront van Gaüciê zullen strijden, wordt o. a. gezegd: „In den Kaukasus heeft het Turksche leger langen tijd met succes tegen de Russen gestreden en slechts tijdelijk heeft het voor hun getalsmeerderheid moeten terugtrekken. Zoodra voldoends versterkingen waren aan gekomen, kon het ook weer met succes het offensief nemen". Aangenomen dat dit juist is, zijn er dus niet voldoende versterkingen gezonden kunnen worden. Des te meer springt de eigenaardigheid in het oog, dat de Turken nu de Oostenrijkers zullen helpen Waarschijnlijk laten de middenmogendheden echter het zwaarste wegen wat het .zwaarste weegt en zijn de Turken bereid als blijk van erkentelijkheid voor de Duitsche hulp op Oallipoli en ten bate van Konstantinopel ver leend voor de algemeene zaak troepen af te staan. En misschien zijn die op Galidschen bodem vechtende Turken te beschouwen als een soort gijzelaars, die moeten voorkomen, dat Turkije op zijn eigen houtje vrede gaat sluiten heeft men zooiets indertijd ook niet van de zijde der cèatralen beweerd van de Russen, die in Frankrijk strijden? Keeren we echter tot Ersingjan terug. Of schoon de Turksche legerberiêhten over het geen er bij die stad plaats greep, weinig me dedeelden, bleek uit de Russische conununl- qué's voldoende, dat het lot der stad spoedig beslist zou zijn. Wij wezen er gisteren dan ook op, dat de Russen nog maar tien mijlen van deze belangrijke plaats verwijderd wa ren. Thans hebben de Russische troepen haar genomen en het is alleszins begrijpelijk, dat de Tsaar aan Grootvorst Nicolaas telegra fisch zijn vreugde over deze zoo spoedig ge komen overwinning heeft betuigd. Geruimen tijd stond het Russische krijgsbedrijf hier stil blijkbaar konden de Russen toen geen versterkingen naar dit neven-operatieterrein zenden. Reeds in het begin van Mei warm de Russen dicht genaderd tot Baiboert en Ma- makhatoen op den weg van Erzeroem naar Ersingjan, doch in de daar geleverde gevech ten bleken de beide partijen tegen elkaar te zijn opgewassen. Onlangs schijnen de Rus sen evenwel versterkingen te hebben aange voerd, de beide genoemde plaatsen vielen in Roman naar 'i Duttseh, door SERMJNB V 15) „Waarom roep je zoo hard?" vroeg de oudere zuster, „fe kunt toch niet denken ik zal Grootmama nooit bedroeven daar geef ik jan ijn woord op „Maar dan moet je haar ook alles vertel len, Belhamel." Deze knikte. Dat wou ze ook, zij deed er oprecht haar best voor toen ze weer met Grootma in de stad teruggekeerd was. Maar altijd, als Belhamel juist in een stemming geweest was, om haar menigte gedhchten uit te spreken, zei Grootmama een woord of uitte een op merking die het jonge meisje den mond toe sloot Een op een dbg werd Grootmama een kaartje binnengebracht „Aliens," las zij, „wie is dat? De naam komt me bekend foor. Daar merkte zij dat Belhamel zich tever geefs moeite gaf een woord uit te spreken. Do deur ging open en een elegant, slank jongmeusch trad de kamer binnen. Nu herkende Grootmama hem dadelijk. Zelfbewust en handig «melde hij op haar toe met we woorden „Naar Ik hoop de toekomstige minnaar vaa van deze edelachtbare residentie. Ik zal hier als Romeo met uw kleindochter optreden". „Het jou dat Vete?" vroeg Mama Grosaie aan deze. Belhamel sloeg de oogeu neder. hun handen en de raodeïpheden van het bui tengewoon lastige gevechtsterrein overwin nend, zijn zij verder naar het Westen getrok ken en thans is hun opmarach vrij snel be kroond door de inneming van Ersingjan, welke stad 140 K.M. ten westen van Erze roem is gelegen. Wat is de beteekenis van deze overwinning? Dat het centrum van het Kaukasua-leger in één lijn is gekomen met den rechtervleugel, die zich westwaarts van Trebizonde (de havenplaats) bevindt. Thans zullen de Russen ongetwijfeld trachten ook den linkervleugel te doen vooruitkomen in de richting van Diarbekir, welks stad 220 K.M. zuid-oostelijk van Ersingjan aan den Bagdad-spoorweg ia gelegen. Komt deze stad in Russisch bezit, dan zal dit van zeer veel gewicht zijn voor het verdere verloop van den Aziatisch en veldtocht, daar dan de ver binding van de nog zuidelijker staande Turk sche troepen het gevaar zal Loopea van te worden afgesneden. Mochten de Russen echter via Klein-Azië Konstantinopel willen bereiken, dan dient bedacht, dat die weg lang is, 0.1. meer dan 900 K.M. en dat de Turken wel zullen pogen de Russen tot staan te brengen. Van moreele beteekenis is de val van Er singjan, omdat hij is gekomen op het oogen- blik, waarop de oorlogsvlam in alle hoeken is uitgeslagen en elke teistering van een der midden-mogendheden dubbel zwaar wordt gevoeld, ook al zijn de krijgsverrichtingen op de verafgelegen oariogstoaneelen slechts van secundair belang. 1 En verder is er geen belangrijk nieuws. In het laatste Fransche legerbericht wordt het de moeite waard geacht melding te maken van een onverhoedachen aanval ten zuiden van de Somme, waarbij de Franschen een versterkt huis in het zuid-oosten van Estrées hebben genomen 1 De Engelsehen kunnen me- dedeelen, dat het dorp Pozières zich in htm handen bevindt Voorts kibbelen de commu niqué-schrijvers wat met elkaar het beste bewijs, dat er geen gebeurtenissen van be lang plaats hebben. En van Roemenië valt ook niets te melden. De centrale mogendheden schijnen overtuigd, dat Roemenië aan den oorlog zal deelnemen, de entente zwijgt over dit onderwerp geheel. Inmiddels heeft de Roemeensche Koning zijn zomerverblijf verlaten en is, gevolgd door de gezanten van Duitschland en Oostenrijk, te Boekarest aangekomen, waar de eerstgenoem- Toen bekroop Grootmama een gevoel van onuitsprekelijke smart. Doodsbleek zal zij op haar canapé en het was haar een oogenblik of de stemmen der beide jonge menschen heel uit de verte kwamen. En deze, geheel vervuld met zich zelf, merk ten- niets van de verandering doe met Mama Grossi had plaats gegrepen. Zij had dis den tijid om tol zich zelf te ko men. Onderzoekend gleed haar blik over de elegante verschijning van den jongen man. Heel jong was hij niet meer, zieker wel in de dertig. Aangestoken tanden, dun haar. een vale gelaatskleur bedorven o totaal bedbrven, En dan dat tintelende, stralen de jonge schepseltje. „Dat men zulk een kerel niet van kant mate» mag", verhief zich een- stem In Grootmama's binnenste. Hij vertelde dat hij den intendant zooeven had wijsgemaakt dat hij van zeer goede fami lie was en diem finheer had hem op zün woord beloofd Grootmama keek steecfe weer ter zijde naar Belhamel, Maar deze voor wie andera de waarheid in de eerste plaats kwam, zat daar ate een toonbeeld van volkomen aanbidding. „Nu begriep ik uw Romeo ook," viel Groot mama den> jongen man in de rede, „er ontbrak voor rajj iets aan, eenheid was het - veel goe de momen ten op zich zelf maar geen ge heel. Geen wonder, als iemand zoo Iran draaien1. De jonge man lachte luid: „U is onbetaal baar, Mama Grossi, geheel oude schoof die uit u spreekt een karakter moet de ac teur zijn „Zwijg mij van het woord karakter," riep Grootmama, „ik heb het van 't begin af aan. niet uut kunne staan het is o! 't maakt is van spierwitte harde steen. Neen, een karak- de gezant gisteren een onderhoud had met den minister-president, terwijl de laatstge noemde heden door den heer Bratianoe is ontvangen zouden deze bezoeken niet dienen om te onderzoeken in hoeverre er meer. toenadering tusschen Roemenië en de entente tot stand te gekomen Het Fransche legerbericht meldde gisteren: Aan het Somme-front verliep de nacht kalm. Tijdens het gevecht dat den Franachen eer gisteren gelegenheid gaf eenige huizen ten zuiden van Estrées te nemen, maakten wij 117 gevangenen en konden wij voorts 3 nieu we Duitsdie kanonnen medenemen, alsmede veel oorlogsmateriaal Met heigeen wij den 20sten juli ten noorden van Soyecourt buit maakten hebben wij thans in één week tijds zes kanonnen op dé Duitschers veroverd. Aan den rechter Maas-oever ontwikkelt de artillerie in den sector Fleuiy groote activi teit De Franschen namen ten noorden van de St Sine kapel eenige Duitsche detachementen onder schot, die dan ook uiteengedreven werden. In den acht van 25 op 26 Juli wierp een Fransch luchteskader 40 granaten van 120 en 2 van 200 pond op de militaire etablissemen ten van Thionville en Rembach. Toen dit geschied was maakte het kleine eskader zich voor het krieken van den dag op om een be langrijk munitiedepot bij Dun te gaan bom bardeeren. Op die doel werden 38 granaten geworpen. Gedurende denzelfden nacht wer den 25 granaten geworpen op de stations Kilosnes.en Brieullea, alsmede op de kampen bij Dannevoux. Het Duitsche legerbericht meldde: Het groote hoofdkwartier meldt: Aan het kanaal van Consines naai" Yperen lieten de Duitschers het groote Engelsche bolwerk met de bezetting in de lucht vliegen. Ten noor den van de Somme konden de Engelsdien na hevige gevechten in Poizièrea stand' hou den. Meer naar het oosten bij 't Foureuaux- boseh en bij Longueval werden kleine Fran sche aanvallen afgeslagen. Bij het Tronea- woud merkten wij tijdig dat men van plan was een aanval te doen en konden dien door ons vuur verijdelen. Ten zuiden van de Somme konden wij het ten zuiden van de boerderij La Maisonnette in den nacht van 24 op 25 Juli gewonnen ter rein behouden, ondanks de pogingen der Fransdien om het te heroveren. Ten zuiden van Estrée hadden gisteren nog levendige gevechten plaats. Op den Filfe Morte-heuvel bezetten dé Franschen den trechter die zij door een ont ploffing hadden doen ontstaan, doch reeds spoedig werden zij door een Duitsche tegen- mijn onder het puin bedplven. Ami den lin ker Maasoever kwamen onze troepen bij hen- vel 304 een weinig verder, aan den rechter- ter, dat ben ik plet vriend, daar verzet ik mij tege met hand en tand Zij sloeg zich óp de borat „Bij mij komt alles daar vandaan het hart moet iemand op de rechte plaats zitte, dan komt alles tereent de kunst en het le ve en ten slotte ook de dood." „Belhamel," zei Grootmama, nadat de jon ge man vertrokken was, „heeft dat geklets je werkelijk kunne bevalle? „O, Grootmama, dat was toch waarlijk geen geklets 1" „Zoo, findt jij dan een mensch, die iedereen wat voorliegt, waar en oprecht?" „Maar zoo klaar en oprecht als de dag! Hij heeft immers ales gezegd. Dat is juist een grootsche oprechtheid." Gekwetst tot in het binnenste van haar hart sloot Grootma zfah op in haar studeer kamer. Daar zat zij te snikken als een kind. Om haar heen hingen de portretten van haar overleden collega's. Vlak voor haar het grootste portret van haar man. Toen Mama Grossi den zakdoek van haar gezicht nam, was het haar eensklaps alsof uit de lijsten aan den wand niets dan schitte rende, lachende oogen op haar nederzagen. „Hebben wij het allemaal ook niet zoo ge daan?" schenen zij te vragen, „en jij, heb jij dan iets andere gedaan En zit je daar nu •en^doet of er tets verschrikkelijks gebeuld „Jullie hebt goed lache," knikte Mama Grossi hun toe, „dat was heel fete andera 81 en ik hebbe allemaal een beetje luchtig loed gehad We kome uut kleine straat jes onze oudere hadden geen tafel lake op tafel en geen glacé-handschoeoe ah. We zijn onder krachtige woorde opgroeid en hebbe leerd van ons af te slaan. Mijn Belhamel ech ter komt uut het woud. Mijn Belhamel weet oever hadden gedurende de nacht artillerie- gevechten plaats in de streek van het Thiau- mont-werk. Op vele' plaateen van het front werden vij andelijke patrouilles teruggeslagen. Binnen onze linies ten noorden van de Somme werden twee vijandelijke vliegtuigen, die zich in de richting van Luneville voortbe wogen, door infanterie-geweervuur neerge schoten. Den 24sten Juli werd door ons af weergeschut een Fransche tweedekker, die zich in de richting van de vesting Souville voortbewoog, neergeschoten. De correspondimt van het Handelsblad te Londen seint: Ik kan met zekerheid verklaren, dat er in Nederland een' misverstand bestaat betreffen de de houding van de Engelsche regeering ten opzichte van de Hollandsche haringvissche- rij en dat de motie der Nedrelandsche ree- ders uit onvoldoende kennis derf eiten voort spruit. De blokkade minister lord Robert Cecil, die zoo vriendelijk was rag hedenmiddag een onderhoud over deze kwestie toe te staan, zei- de mij, dat bij de Engelsche regeering niet de wensen of de bedoeling beslaat om de vis- scherijrbelangen der Nederlandsch visschera te schaden. De Engelsche regeering heeft een ander doel dan den invoer van visch in Duitschland te beltten, zonder den visschera of de readers der visscherschepen, gezwegen nog den Nederlandschen verbruikers, onnoo- digen last te bezorgen. „Er kan niet de minste twijfel bestaan", zeide lord Robert Cecil, „aan Engelands recht als oorlogvoerende natie, om voor Duitschland bestemde contrabande aan te houden, en de Nederlandsche regeering zelve heeft er op gewezen, dat visch contrabande is. De Engelsche regeering heeft dus het recht om voor Duitschland bestemde visch aan te houden. „Op het oogenblik zgn er hier vertegen woordigers der Nederlandsche reeders bezig plannen te bespreken, waardoor in de eerste plaats de Nederlandsche verbruikers visch zullen krijgen en in de tweede plaats de bo- langemder visscherij zooveel mogelijk worden beschermd1, onder de nadrukkelijke voorwaar de echter, dat de visch niet de vijanden van Groot-Brittannië bereikt. „Ik kan met genoegen verklaren", besloot de minister, „dat de onderhandelingen tot dit doel goed opschieten, en het schijnt zoo goed als zeker, dat er eene bevredigende oplossing zal worden gevonden. De Engelsche regee ring zal geenem oeite ontzien om die in een geest van goeden wil jegens het Nederland sche volk en jegens de belangen van het Ne drelandsche visscherijbedrijf te voeren." EEN BELANGWEKKEND MUSEUM. In de Times wóndt verteld van een niet voor het publiek open museum, in de buurt van de Law Courts in Londen, waarin dë censor allerlei dingen heeft ondergebracht, die bij het postverkeer van en naar Duitsch land waren onderschept Het zijn paketten en van niks dat onwaar te, van niks dat slecht is en van niks dat laag is. Voor zoo'n kind is een huwelijk een plof uut de lichte hemel hoogte in de diepste afgrond1 der hel. Zou ik dan niet magge schreie zou men niet magge schreie, als men dacht heeft siesoo, nu is men den berg op, nu is alles wonne. Jullie hebt goed lache, daar bove aan de wand," zoo besloot mevrouw Grossi haar toespraak, nam hoed en mantel en begaf zich naar haar vriendin Reut. Toen zij terugkwam was zij wat kalmer. Mevrouw von Reut had tot haar gezegd: „Maar lieve Grossi; treur daar toch niet zoo over mijn dochters hebben haar eerste liefde moeten opgeven en ik ook, zalige gedachtenis. Als de omstandigheden het niet veroorloven, d!an gaat het toch niet Wij oudjes zijn er immers om de jeugd voor het ongeluk te behoeden." „Dus ik zal het niet veroorlove," nam Mama Grossi zich voor. De repetities van Romeo en Julia waren in- tusschen begonnen. Belhamel ontweek Grootmama en die liet haar begaan. De voorstelling was nu hoofdzaak. Eerat later zou zij met haar kleindochter spreken. Zoo kwam de dag der opvoering. Mama Grossi liep als voedster tusschen hen beiden heen en weer, voortreffelijker dan ooit, ijverig, spraakzaam en, ach, met een zoo bloedend hart! Met de grootste aan dacht luisterde zij gedurende haar dwaze praatjes naar Julia. Een gloeiend schep seltje, van hartstocht trillend, alles meesleo- pende in de warme, sidderende atmosfeer van haar gevoel zoo was Julia! En door wien? Door een Romeo, zoo bleek en kleur loos, dat hij totaal in 't niet zonk bij der* Julia Grootmama jubelde: De BURGEMEESTER der gemeente ALK MAAR brengt hiermede ter kennfa van be langhebbenden: dat de eerstvolgende verwisseling van BROOD- en MEELKAARTEN zal plaats hebben op MAANDAG 31 JULI a.a, In het Bureau voor Dwensmlddelenvoorziening, LIMMERHOEK 8, alhier, welk Bureau daar toe dien dag geopend zal zijn van 91 en van 2—5 uur; dat op dien dag aan Bakkers en Meelhan delaren GEEN MEEL zal kunnen worden verstrekt; en dat NIEUWE AANVRAGEN om BROOD- en MEELKAARTEN dagelijks kunnen ge schieden door hoofden van gezinnen, van 9 tot 1 uur, aan voormeld Bureau. Alkmaar, 27 Juli 1916. De Burgemeester voornoemd, O. RIPPING. brieven met voedsel, rubber, wol ja, wat niet van welke de inhoud op zeer vernuf tige manier was gemaskerd, zonder evenwel de waakzaamheid van den censor te kunnen verschalken. De aangehouden goederen zijn voorloopig opgeborgen en zullen na den oorlog aan den geadresseerde worden door gezonden. Maar ham, spek, rookvleesch en verschillende andere sterk vergankelijke za ken zullen dan wel niet al te vereen i rijn. meer KORTE BERICHTEN. Russische bladen berichten dat minister Bratlanu van plan zou zijn af te treden, om plaats te maken voor een cooltüe-mlnlslerte. De in Roemenië wonende Bulgaren liquldee- ren in allerijl hun zaken. - De Berlfinaehe correspondent van „De Tijd" meldt dat men rich in hooge staatkun dige kringen weinig illusie moor maakt, dat Roemenië niet aan den oorlóg zal deelnemen. De zeer groote munitie transporten uit Rus land wijzen op een spoedig optreden, Het Roemeensche blad „Universal" dringt aan op deelneming van Roemenië aan den oorlog. De hertog van Mecklenburg gaat met een bijzondere zending naar Roemenië. In Brazilië is voorgesteld de Duitsche schepen te requireeren. De Oostearifksche gezant verlaat Lissa bon. Volgens de Saarbrücker Ztg. heeft de Duitsche kroonprins de vorige week gedebu teerd als militaire vliegerH$ Is ova de Fransche linies bij Verdun gevlogen, de vlucht duurde slechte een kwartier. De Qrieksche prinsen NikoLaus en An dreas, die op weg waren naar Rusland' zijn te Sf. Petersburg aangekomen. Op het St. Catherine kerkhof te Near- initpot „Als zij dat niet ziet als haar nu do ooge niet opegaan Het was op den morgen na de voorstelling. Grootmama en Belhamel kwamen laat uit hun slaapkamers. De schouwburgknecht was er al een poos je en stond te wachten. De intendant had dadelijk na de voorstel ling met Grootma gesproken. Zij waren het over de voorwaarden eens geworden. Nu kwam het contract, waarbij de jonge actrice zich voorloopig voor drie jaar aan den hof- schouwburg moest verbinden. Belhamel juichte luide. Gelukzalig lag z(j in Grootmama's armen. Bereikt 1 Bereikt 1 Mama Grossi's ochtendmuteje hing in haar hals. ,,Och hemel! er is al weer geen inkt In de gauw gauw," zei ze tot den knecht, „haal den inktkoker uut Belhamel'a kamer De man ging. Op hetzelfde oogenblik trad Aliens de ka mer in. Met één blik overzag hij den toe stand. „Ik feliciteer u," sprak hij tot BelhameL „En u", riep rif uit, „u is toch ook aange nomen het is niet anders mogelijk „Ik ben niet aangenomen ik ben niet in hun smaak gevallen." „Ongehoord o ongehoord," «nikte Bel hamel, „na zulk een prestatie ik begrijp het niet ik haat an publiek dat zoo, zoo blind, zoo onbeschaafd is. Ik wil niets van zulk een publiek weten Ik onderteeken het contract niet" Aliens sloot haar in de armen. En rij schreide en 6nikte ea beefde aan zijn borst De schouwburgknecht wilde met de takt komen. Grootmama verzocht hem te vertrek ken. Het contract kon hij later wel halm. ALRMAARSOfiE COURANT i IBliWlfei-rl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1