DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE OORLOG.
No. 180
Honderd en achttiende jaargang.
1916
Abonnementsuriis per 3 maanden f 1.—, fr. p. post f 1.25. fldyertentieprii&l2ict. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERffls. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3»
WOENSDAG 2AUGUSTUS
FRANKRIJK.
NEDERLAND.
yan den gemeenteraad van Alkmaar,
Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden.
ALKMAAR, 2 Augustus.
In de oorlogvoerende landen worden nog
steeds officiëele verklaringen afgelegd, rede
voeringen gehouden en couranten-artikelen
geschreven ter herdenking van het feit, dat de
oorlog twee jaar is geworden. Alle partijen
zijn het er over eens, dat voor haar de toe
stand van het oogenblik goed en het uitzicht
in de toekomst uitnemend is. Zij zijn er al
len van overtuigd, dat, zoo ze al niets reeds
gewonnen hebben, zij stellig zullen winnen.
Natuurlijk is het staatshoofden en dagblad
schrijvers er om te doen de publieke opinie
vertrouwen te boezemen. Aan den stand van
zaken kan dit alles niets veranderen en de af
loop zal leéren, aan welke zijde het optimis
me gewettigd is geweest
Verschillende hooggeplaatste personen, on-
dter wie de Nederlandsche oud-ministers Co-
lijn en Staal, hebben naar aanleiding van een
verzoek van een Fransch blad hun bewonde
ring geuit Voor het Fransche leger en het
Fransche volk wie zou in Nederland ook
in deze bewondering niet deelen?
Van de oorlogsterreinen is er weinig
nieuws.
De Echo de Paris wijst er op, dat de nieu
we tactiek hierin bestaat, dat men het terrein
vóór zich'meter voor meter vernietigt) het
vervolgens opruimt, bezet en organiseert te
gen een terugkeerend offensief van den tegen
stander. Vandaar de langzame vooruitgang
met kleine sprongen. Ffet is echter van veel
minder belang vooruit te komen, dan de troe
pen van den tegenstander te vernietigen. Wie
het laatst reserve-troepen kan aanvoeren, zal
overwinnaar zijn. Wij hebben de zekerheid,
dat wij dit zullen zijn, zegt het Fransche
blad. Doch in Duitschland meent men na
tuurlijk dezelfde zekerheid te hebben. En in-
tusschen woedt de bloedige strijd vport en
vallen er duizenden mannen en worden er
duizenden voor hun heele leven ongelukkig
gemaakt. Hoe er gevochten wordt, leert een
beschrijving van den correspondent der Daily
Chronicle, waaraan we het volgende ontke
nen:
„Sedert twee dagen brandt de zon gloeiend
heet en onze strijders zijn bruin geblakerd.
Het is niet het rechte vechtweer, zoomin voor
de artillerie als voor de manschappen. Er
hangt een nevel over het veld zoo dicht als
een November-mist. De lucht trilt van de
hitte, waardoor de waarnemingen voor de
artillerie onnauwkeurig blijken, wanneer het
er op aankomt op grooten afstand te schieten.
Het vechten zelf is een heete en dorstige ge
schiedenis. Het lijden der gewonden wordt
er nog door verergerd."
Niet slechts in het westen, maar ook in
het oosten duren onder ongunstige omstan
digheden de hardnekkige gevechten voort,
maar ook van daar worden geen resultaten
van beteekenis gemeld.
Teekenen wij ten slotte aan, dat de
Deutschland gistermiddag uit Baltimore is
vertrokken. Een gemakkelijke reis zal dit
onderzeesche koopvaardijschip niet hebben
er zal jacht op gemaakt worden, daar kan
men van verzekerd zijn. Heette het aanvan
kelijk, dat deze handels-onderzeeër niet zou
uitvaren, voordat zijn zusterschip de Bremen
binnen was, van het lot van dit schip heeft
men sindsdien niets meer vernomen.
NA TWEE JAAR OORLOQ.
Generaal Joffre heeft de volgende legeror
der tot zijn soldaten gericht:
Soldaten der Republiek! Uw derde oor
logsjaar gaat in. Twee jaar achtereen hebt
gij onverflauwd den onverzoenlijken strijd
volgehouden. Gij hebt alle plannen onzer
vijanden doen mislukken. Gij hebt hen over
wonnen aan de Mame, hen aan den Yser tot
staan gebracht, hen verslagen in Atois en
Champagne, terwijl zij vergeefs in de vlakten
van Rusland de overwinning zochten. Voorts
heeft uw zegevierende weerstand in een slag
van vijf maanden den Duitschen opzet voor
Verdun gebroken.
Dank zij uw hardnekkige dapperheid, heb
ben de legers onzer bondgenooten wapenen
kunnen smeden, waarvan onze vijanden thans
de kracht op alle fronten gevoelen.
Het oogenblik naakt waarop de Ehiitsche
militaire macht zal bezwijken onder onzen
gemeenschappd ij ken druk.
Soldaten van Frankrijk! Gij kunt fier zijn
op het werk, dat gij reeds hebt volbracht. Gr
zijt besloten, het te voltooien tot den einde
toe. De overwinning is zeker.
President Poincaré richtte eveneens een
brief aan de legers der republiek.
De president herinnert aan den overval
van den vijand, die valschelijk beweerde uit
getart te zijn. Vervolgens prijst Poicaré de
houding van het Fransche volk, dat zich in
den toestand van rechtmatige zelfverdediging
bevindt, en een godsvrede tot stand heeft ge
bracht, welke een voorwaarde voor de over
winning is en in de prachtige parlementsver
gadering van 4 Aug. 1914 zijn grootsche wij
ding heeft gekregen. De oorlog werd toen
onmiddellijk in den vollen zin des woords,
een nationale oorlog.
De president vestigt de aandacht op de tee
kenen der overwinning en zegt: Gij hebt de
wereld in schittering van roem het ware
Frankrijk onthaald, het Frankrijk welks ver
dwijning of vernedering een algemeene ramp
zou zijn en eeuwige rouw voor het mensch-
dom. Uw geduld en moed hebben geduren
de lange maanden den druk van het Duitsche
leger weerstaan. Gij hebt Frankrijk in staat
gesteld zijn uitrusting te voltooien, België
en Servië hun legers te hervormen. Gij hebt
Engeland tijd gegeven om zijn bewonderens
waardige divisies te vormen die thans aan
uw zijde strijden. Gij hebt Rusland in staat
gesteld zich van geweren en kanonnen te
voorzien.
Thans beginnen de geallieerden de vruch
ten van uw volharding te plukken. Het Rus
sische leger vervolgt de in wanorde terug
trekkende Oostenrijkers, de Duitschers, tege
lijk op het oostelijk en het westelijk front aan
gevallen, moeten overal hun reserves aan
spreken. Engelsche, Russische en Fransche
bataljons werken samen ter bevrijding van
ons grondgebied. De hemel wordt helder,
de zon gaat op. Helaas, de strijd is nog niet
geëindigd; hij zal nog hard zijn.
Allen moeten wij, zonder ophouden, met
hartstocht en vuur, voortgaan te werken.
Reeds blijkt aan ieder de superioriteit der
geallieerden1; de weegschaal van het lot heeft
lang heen en weer geschommeld, maar dit is
nu voorbij, de eene schaal blijft omhoog
gaan, de andere daalt, belast met een gewicht,
dat niets meer zal verlichten. Onsterfelijke
roem is Verdun beschoren, dat het gemeen
schappelijke optreden der geallieerden heeft
voorbereid, en ook u mijn vrienden, die
Frankrijk zult hebben gered en het gekrenkte
recht gewroken.
KORTE BERICHTEN.
In sommige streken van Pruisen treden
de kraaien in zoo groot aantal op, dat zij
ernstige schade an den oogst toebrengen
zoodat nu gelast is op alle kraaien te schier
ten.
Met ingang van 1 Augustus is een di
recte sneltreinverbinding tot stand gebracht
tusschen Berlijn en Brest-Litowsk, via Po
sen—'Thorn—Warschau.
In Pruisen wordt het publiek aange
spoord de pitten van steenvruchten te verza
melen, ten behoeve der olieproductie. Men
verwacht hiervan goede resultaten voor de
vermeerdering van den olievoorraad.
De Engelsche admiraliteit ontkent, dat
er bij den laatsten Zeppelin-aanval luchtsche
pen boven Londen zijn geweest en daar bom
men hebben geworpen.
De treiler „King James" is door een
onderzeeër tot zinken gebracht. De beman
ning is aan land gebracht.
De stoomvaartmaatschappij te Bergen
in Noorwegen heeft besloten de IJsland-route
voorloopig op te heffen, daar de schepen in
den laatsten tijd in Engeland aangehouden
worden.
De Duitsche regeering verdedigt de te
rechtstelling van kapitein Fryat, diens optre
den als een poging tot sluipmoord karakteri-
seerend.
De Grieksche Heilige Synode heeft de
Grieksche orthodoxe priesters verboden aan
den verkiezingsstrijd deel te nemen.
Te St. Petersburg is een brug over de
Newa en1 een groot aantal schepen verbrand,
volgens berichten uit Duitschen bron. Men
vermoedt hier met een anarchistisch misdrijf
te doen te hebben,
sloeg zeer in.
Te Walona is een groote brand uitge
broken.
De ville de Rouen is in de Middeland-
sche Zee door een onderzeeër in den grond
geboord.
EENDENUITVOER.
Door dë eendenhouders te Oostzaan is be
sloten de helft van het aantal eenden naar
Duitschland uit te voeren, deelt de Tel. me
de, voornamelijk die, welke niet meer ge
schikt zijn voor den leg. Verscheiden eenden-
houders hebben reeds hun aantal uit te voe
ren beesten aan het bestuur opgegeven,
waarna getracht zal worden, het totaal aan
tal gemeenschappelijk te vervoeren.
tijdig, dat het nog in deze vierjarige peride
kan worden in behandeling genomen en afge
daan?
Antwoord van den heer Cort van der Lin
den, Minister van Staat, Minister van Bin-
nenlandsche Zaken. (Ingezonden 31 Juli.)
De financieele toestand is niet van dien
aard, dat de indiening van een wetsontwerp
tot verbetering der onderwijzerssalarissen
vooralsnog in uitzicht kan worden gesteld.
Vragen van den heer Scheurer, betreffende
eene nieuwe subsidieregeling voor het bijzon
der Inlandsch onderwijs. (Ingezonden 19 Ju
li.)
Is het bericht juist, dat binnenkort de af
kondiging te verwachten is van eene nieuwe
(algemeene) subsidie regeling voor het bijzon
der Inlandsch onderwijs?
Is de Minister bereid, in het bevestigende
geval, het ontwerp dezer regeling aan de Ka
mer over te leggen
Antwoord van den heer Pleyte, Minister
van Koloniën. (Ingezonden 31 Juli.)
Het bericht, als zoude binenkort de afkon
diging zijn te verwachten van een nieuwe (al
gemeene) subsidieregeling voor het bijzonder
inlandsch onderwijs, is niet juist. De onder-
geteekende is nopens de te dezer zake door
den vorigen Gouverneur-Generaal ingedien
de voorstellen met den nieuwen Landvoogd
in overleg getreden.
De tweede vraag kan in verband hiermede
onbeantwoord blijven.
HET GESCHENK VAN H. M. DE
KONINGIN AAN H. M. DE KONINGIN
MOEDER.
Het geschenk, dat H. M. de Koningin he
den aan H. M. de Koningin-Moeder aanbiedt
bestaat, volgens het Handelsblad, uit een
prachtige collectie afgesneden bloemen van
zeer hooge waarde, waarvan de levering op
den uitdrukkelijken wensch van H. M. aan
een groot aantal Aalsmeersehe kweekers
werd opgedragen.
Het is Harer Majesteit toch bekend, dat de
snijbloemencultuur zeer moeilijke tijden door
maakt in verband met de invoerverboden
van' weeldeartikelen in die landen, welke tot
voor korten tijd nog het belangrijkste afzet
gebied voor de snijbloemen uit Aalsmeer
vormden, het tuinbouwdorp dat in de laatste
jaren op de Europeesche markt zulk een ge
duchte concurrent voor Nizza geworden was.
H. M. heeft aan de heeren J. G. Ballego te
Leiden en Joh. C. M. Mensing te Aalsmeer
opgedragen voor het schikken dezer reuzen-
collectie ten Paleize te Soestdijk zorg te dra
gen en daartoe werd reeds Zaterdag j.l. met
den Hofmaarschalk van H. M. de Koningin-
Moeder en den Intendant van het Paleis door
genoemde heeren overleg gepleegd.
Het bloemenmateriaal bestaat in hoofdzaak
uit snijrozen, voorts uit de te Aalsmeer in
den laatsten tijd met zooveel succes gekweek
te kasanjelieren en uit de vam-ouds aldaar
gekweekte Bouvardia's.
Ten einde hedenmorgen reeds om 8 uur
met het oog op den vroegen dagaanvang ten
Paleize geheel gereed te zijn, werden de bloe
men gisteravond per auto van Aalsmeer ver
zonden.
In de Empire-zaal op het terras en in de
hal, die er heen leidt vond de opstelling
plaats, waarbij gebruik gemaakt werd van
de massieve vazen en ornamenten, wel'ke bij
die localiteiten behooren.
CRISIS IN DEN A. N. D. B.
Het bestuur van den A. N. D. B. en den
Bondsraad hebben collectief ontslag genomen
deelt het Handelsblad mede, omdat bij refe
rendum de rechtspositie der bestuurders met
ongeveer 600 stemmen meerderheid is verwor
pen.
De bestaurverkiezing ter voorziening in de
vacature van den heer Henry Meyer, die he
denavond in de verschillende deelen van Am
sterdam zou worden gehouden, gaat dus niet
door.
Ter herinering deelt het Handelsblad me
de, dat ook twee jaar geleden de bestuursle
den bedankten omdat een voorstel van gelij'
ke strekking was verworpen. De Bondsraad
wist toen echter de crisis te bezweren door
de toezegging dat door hem nieuwe voorstel
len ontworpen zouden worden, welke aan de
bezwaren van enkele leden zouden tegemoet
komen en dus geacht konden worden meer
aannemelijk te zijn.
Na deze toezegging kwam het bestuur op
zijn ontslagvrage terug.
Het blijkt thans, dat ook de nieuwe voor
stellen van den Bondsraad zijn verworpen,
waardoor het bestuur thans opnieuw heeft
bedankt en ook de Bondsraad zelf in het con
flict is betrokken geworden.
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
Schriftelijk beantwoorde vragen.
Vraag van den1 heer van Wijnbergen, be
treffende de indiening van een wetsontwerp
tot verbeteritig der onderwijzerssalarissen.
(Ingezonden 27 Juli.)
Kan, nu de behandeling der belastingont-
werp-en een goed eind gevorderd is, en de
geldmiddelen ruim vloeien, de indiening van
een wetsontwerp tot verbetering dèr onderwij
zerssalarissen worden tegemoet gezien, zoo
Spoedvergadering
Woensdag 2 Ang. 1916,
's namiddags 1 uur.
Voorzitter de Burgemeester de Heer
G. RIPPING.
Secretaris de Heer DONATH.
Aanwezig 15 leden. Afwezig metkennisgeving
de heeren Leguit, Sluis en de Lange, voorts
de heer den Boesterd.
REKENING ALGEMEENE BEWAAR
SCHOOL, DIENST 1915.
De commissie tot belastingzaken stelt den
Raad voor te besluiten de rekening van de
algemeene bewaarschool, dienst 1915, goed
te keuren in ontvangst op 3995.44» en in
uitgaaf op 3614.11», met een batig saldo
van 381.33, als eersten post van ontvang te
brengen op den dienst van 1917.
Conform besloten.
REKENING VAN DE GEZONDHEIDS
COMMISSIE, DIENST 1915, EN AF- EN
OVERSCHRIJVING OP DE BEGROOTING
VAN DAT DIENSTJAAR.
De commissie tot belastingzaken stelt den
Raad voor te besluiten:
lo. de Gezondheids-commissie te machti-,
gen tot het afschrijven van een bedrag van
61.75 van den post van uitgaaf „reis- en
verblijfkosten" harer begrooting dienst 1915,
en overschrijving van dat bedrag op den
post „boekwerken, tijdschriften enz."
2o. de ingezonden rekening, dienst 1915,
goed te keuren in ontvang op 1025 en in
uitgaaf op 731.10, met een batig saldo van
293.90, over te brengen op de rekening van
1917.
Alsvoren.
BEGROOTING VAN DE GEZONEV
HEIDSCOMMISSIE, DIENST 1917.
De commissie tot belastingzaken stelt den
Raad voor te besluiten de bijdrage van de
gemeente Alkmaar ter bestrijding van de uit
gaven der Gezondheidscommissie alhifcr, voor
het jaar 1917 te bepalen op 331.10.
De heer Leesberg merkt op, dat hij 't vorig
jaar heeft betoogd dat het niet wenschelijk
is, -deze begrootingen afzonderlijk te behande
len, daar men door deze bijdrage te voteeren
vooruitloopt ou de gemeentebegrooting.
D vooreitter wijst er op dat er geen
sprake is van salarisverhooging en daarom is
er geen bezwaar. Dit bedrag staat dan een
maal vast.
De heer Leesberg meent dat er toch
wel aanleiding zou kunnen worden gevonden
het bedrag te verminderen1 of verhoogen.
De Voorzitter betoogd nogmaals dat
er geen bezwaar kan zijn. E>e begrooting
wordt goedgekeurd.
SUPPLETOIRE BEGROOTING VAN HET
GEMEENTE-SLACHTHUIS, DIENST 1915.
De commissie tot belastingzaken stelt den
Raad voor te besluiten de.ingezonden supple-
todre begrooting vast te stellen in ontvang op
6649.5b5 en in uitgaaf op 3511.41, met
een batig saldo van 3138.15».
Goedgekeurd.
AF- EN OVERSCHRIJVING EN SUPPLE
TOIRE BEGROOTING, DIENST 1915,
VAN HET BURGERWEESHUIS.
De Commissie tot de belastingzaken stelt
den Raad voor te besluiten
lo. de gevraagde machtiging tot het doen
van af- en overschrijving te verleenen
2o. de ingediende suppletoire begrooting
goed te keuren in ontvang op 967.70"
en in uitgaaf op 322.876 met een batig
saldo van 644.83.
Alsvoren.
REKENING VAN DEN ARMENRAAD,
DIENST 1915.
Het onderzoek der rekening heeft geen
aanleiding gegeven tot het maken van be-
merkingien; de Commissie tot belastingzaken
stelt den Raad voor te besluiten de rekening
goed te keuren in ontvang op 1090.19)4 en
in uitgaaf op 948.82)4, met een batig sal
do van 141.37, als eersten post van ont
vang te boeken op het dienstjaar 1917.
Alsvoren.
REKENING VAN DE ALKMAARSCHE
HUISHOUD- EN INDUSTRIESCHOOL,
DIENST 1915.
De ontvangsten van de Alkmaarsche
Huishoud- en Industrieschool hebben in
1915 bedragen 16281.74)4 en de uitgaven
15430.93)4, zoodat de rekening sluit met
een batig saldo van ƒ850.81.
Het ondérzoek der rekening heeft de Com
missie tot de beslastingzaken geen aanleiding
gegeven tot het maken van bemerkingen. Ze
stelt den Raad voor de rekening en verant
woording voor kennisgeving aan te nemen en
hiervan mededeeling te doen aan het bestuur
der school.
Alsvoren.
DE GEMEENTELIJKE WINKELS.
Door de heeren Mr. Leesberg, Udo en
Cloeck is het volgende voorstel ingediend:
De ondergeteekenden, Raadsleden dezer
Gemeente, kennis genomen hebbende van de
oprichting van gemeentewinkels tot verkoop
van groenten, kunnen zich met de wijze van
uitschakelen van gewone j kleinleveranciers
van die goederen bij de distributie daarvan
niet vereenigen
en in 't midden latend -in hoeverre eene
commissie ad hoe (de levensmiddelencommis
sie) tot het nemen van een dergelijk beSluit,
als tot oprichting van gemeentewinkels be
voegd is;
verzoekt den gemeenteraad ten spoedigste
tot opheffing dier winkels te besluiten.
De heer Leesberg zegt, dat men beslo
ten heeft de taak eenigszins te verdeelen en
vraagt daarom eerst het woord. Hij brengt B
en W. dank voor het spoedig beleggen dezer
vergadering. Hij herinnert aan de eerste ver
gadering, waarin deze zaak is ter sprake ge
komen. Toen ging het er om, of de gemeente
mede zou doen om de gelegenheid voor het
verkrijgen van goedkoope levensmiddelen in
te stellen. Toen kwam men tot de instelling
der levensmiddelen-commissie. Toen is ook
ter sprake gekomen de wijze van distributie,
Daarbij heeft de heer Verkerk gezegd: „De
Minister zal den middenstand niet uitschake
len" en dat was ook de meening van den
heer de Wit. Dat is alles wat toen over dë
distributie is gezegd.- Daarna zijn legio cir
culaires gekomen. Toen werd het eenigszins
anders, de Burgemeester nam maatregelen in
verband met die ciruclaires.
Toen heeft de burgemeester de taak neer
gelegd en overgedragen aan den heer Lubbe.
Dat neemt hij den burgemeester niet kwalijk,
maar maakt de zaak toch anders. De heer
ubbe kon als voorzitter dier commissie de
besluiten uitvoeren. Een gevolg daarvan ia
geweest de oprichting der gemeentewinkela.
Nu komt men bij den raad en is men waar
men wezen moet. Spreker is van meening, dat
evenals de oprichting van een bedrijf, deze
zaak een zaak ia die den raad aangaat. Dat
dit niet eerder bij den raad is gebracht, daar
van wil hij niemand een verwijt maken, doch
hij meent toch, dat de laatste circulaires,
waarin er op werd gewezen, dat men gemeen
telijke verkoopplaatsen kon oprichten, wel
daarvan oorzaak is geweest. Nu de wet er is.
moet ook de zaak wel bij1 den raad gebracht
worden, krachtens de opvatting der wet.
Wat er is te zeggen voor gemeentewinkels.
In 't algemeen niets. In 't belang van de con
sument is het zeker, iedereen kan dan allerlei
goedkoope artikelen krijgen. Ook uit het oog
punt van gemakkelijke controle is het verde
digen.
Maar is het in het algemeen belang? Men
kan wel zeggen het is het belang van een
groote groep en tegen het belang van een klei
nere, maar dat is niet het algemeen belang.
Tij hoopt dan ook, dat de meerderheid het
met hem eens zal zijn, dat de gemeentewinkel
niet in het algemeen belang is. Dat dit juist
is, voelt dem inister ook wel, waar hij ver
klaart er voor te zijn dat de middenstand niet
wordt uitgeschakeld. Dat voelt de heer de
Wit ook, de heer Verkerk en de heer Lubbe
ook.
Hoe is de zaak te verdedigen? Alleen als
strafoefening zou spreker de gemeenitewinkels
willen handhaven bij overschrijding der prij
zen.
Ten slotte wil spreker nog even ingaan op
iets anders. Hij wil de zaak regelen door
distributie aan de gewone kleinhandelaren,
doch spreker verklaart zich er tegen dat men
daarbij ook zou nemen corporaties, die zich
te voren nooit met den groentenverkoop heb
ben ingelaten.
De heer Cloeck sluit zich aan bij het
geen de heer Leesberg in den aanvang heeft
gezegd. Hij wenscht de zaak ook te beschou
wen uit het oogpunt van1 het algemeen be
lang, niet als middenstander.
Hij betoogt verder, dat dë gemeente niet
een groep mag bevoordeélen tot schade van
een andere groep. Hij wijst er op, hoe ver
keerd het is geweest bij de distributie, waar
voor de gemeente niet de aangewezen per
soon was, niet te rade is gegaan met den
middenstand, zooals men in tal van andere
plaatsen heeft gedaan. De wethouder-voorzit
ter der levensmiddelen-commissie zal ook wel
gelezen hebben wat in Haarlem is gezegd
door de commissie voor de levensmiddelen
in Haarlem en andere plaatsen, waar gewe
zen is op het geknoei der middenstanders.
De heer Lubbe heeft misschien in Alkmaar
geen betere menschen gevonden en dan
neemt hij het hem niet kwalijk, dat hij tot de
oprichting der gemeentewinkels heeft beslo
ten. Maar wanneer spreker leest, wat van een
zekere zijde tot lof der commissie is gezegd,
n.l. dat zij op den goeden weg is, dat het
juist goed was, dat vele tusschenpersonen
waren uitgeschakeld, dan meent hij dat meer
is gehandeld in overeenstemming met den
wil der S. D. A. P., dan met het algemeen
belang.
Voorts zegt hij den lof die de commissie
wordt gebracht van de zijde der moderne ar
beidersbeweging. Dat is echter niet het stand
punt van alle sociaaldemocraten. Ten bewij
ze daarvan haalt spreker aan de woorden van
het sociaal-democratisch gemeenteraadslid
Hofland, op de vergadering van den midden
standsbond te Utrecht. Spr. zegt ten slotte,
dat de commissie zich hier te veel heeft laten
leiden door den heer Verkerk.
De heer Lubbe is het met de voorgaan
de spreker eens dat de distributie moet plaats
hebben door de menschen, die er hun brood
mee verdienen. Toen spreker het voorzitter
schap der commissie van de voorzitter over
nam, stond de zaak zoo, dat op de vrije vei
lingen dë prijzen schrikkelijk werden opge
dreven. Er kwamen allerlei klachten. Lang
en breed heeft men de zaak besproken, en
eindelijk heeft men, alle principes op zij zet
tend, gemeend te moeten handelen ais in een
noodtoestand, door de zaak zelf ter hand te
nemen. Er is toen ook over gesproken om
in de gewone winkels de groente verkrijgbaar
te stellen, doch dat stuitte op bezwaren. Men
heeft bij de oprichting dier winkels rekening
gehouden met de omwonende winkeliers,
door die er bij te betrekken1 en'ook leden van
de organisatie der groentehandelaren.
Toen de groentehandelaren bij spreker
kwamen, of zij de groenten konden krijgen,
heeft spreker gezegd dat dat zou kunnen, als
men de groente kocht voor dezelfde prijs als
de particulieren en dan een klein bedrag kon
den vragen voor het thuisbezorgen. Spreker
heeft gevraagd aan een vertrouwd man, dien
heer Versteegkunt ge mij in aanraking bren
gen met een persoon der organisatie, om na
der over die distributie te spreken.
Na de vergadering der groenteventers is er
een conferentie geweest met de afgevaardig
den en toen heeft spreker gezegd: laten we
trachten gezamenlijk in te koopen, b.v. 3 wa-
ALRMAARSCHE COURANT.