DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DE OORLOG. No. 180 Honderd en achttiende jaargang. 1916 Abonnementsuriis per 3 maanden f 1.—, fr. p. post f 1.25. fldyertentieprii&l2ict. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERffls. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3» WOENSDAG 2AUGUSTUS FRANKRIJK. NEDERLAND. yan den gemeenteraad van Alkmaar, Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. ALKMAAR, 2 Augustus. In de oorlogvoerende landen worden nog steeds officiëele verklaringen afgelegd, rede voeringen gehouden en couranten-artikelen geschreven ter herdenking van het feit, dat de oorlog twee jaar is geworden. Alle partijen zijn het er over eens, dat voor haar de toe stand van het oogenblik goed en het uitzicht in de toekomst uitnemend is. Zij zijn er al len van overtuigd, dat, zoo ze al niets reeds gewonnen hebben, zij stellig zullen winnen. Natuurlijk is het staatshoofden en dagblad schrijvers er om te doen de publieke opinie vertrouwen te boezemen. Aan den stand van zaken kan dit alles niets veranderen en de af loop zal leéren, aan welke zijde het optimis me gewettigd is geweest Verschillende hooggeplaatste personen, on- dter wie de Nederlandsche oud-ministers Co- lijn en Staal, hebben naar aanleiding van een verzoek van een Fransch blad hun bewonde ring geuit Voor het Fransche leger en het Fransche volk wie zou in Nederland ook in deze bewondering niet deelen? Van de oorlogsterreinen is er weinig nieuws. De Echo de Paris wijst er op, dat de nieu we tactiek hierin bestaat, dat men het terrein vóór zich'meter voor meter vernietigt) het vervolgens opruimt, bezet en organiseert te gen een terugkeerend offensief van den tegen stander. Vandaar de langzame vooruitgang met kleine sprongen. Ffet is echter van veel minder belang vooruit te komen, dan de troe pen van den tegenstander te vernietigen. Wie het laatst reserve-troepen kan aanvoeren, zal overwinnaar zijn. Wij hebben de zekerheid, dat wij dit zullen zijn, zegt het Fransche blad. Doch in Duitschland meent men na tuurlijk dezelfde zekerheid te hebben. En in- tusschen woedt de bloedige strijd vport en vallen er duizenden mannen en worden er duizenden voor hun heele leven ongelukkig gemaakt. Hoe er gevochten wordt, leert een beschrijving van den correspondent der Daily Chronicle, waaraan we het volgende ontke nen: „Sedert twee dagen brandt de zon gloeiend heet en onze strijders zijn bruin geblakerd. Het is niet het rechte vechtweer, zoomin voor de artillerie als voor de manschappen. Er hangt een nevel over het veld zoo dicht als een November-mist. De lucht trilt van de hitte, waardoor de waarnemingen voor de artillerie onnauwkeurig blijken, wanneer het er op aankomt op grooten afstand te schieten. Het vechten zelf is een heete en dorstige ge schiedenis. Het lijden der gewonden wordt er nog door verergerd." Niet slechts in het westen, maar ook in het oosten duren onder ongunstige omstan digheden de hardnekkige gevechten voort, maar ook van daar worden geen resultaten van beteekenis gemeld. Teekenen wij ten slotte aan, dat de Deutschland gistermiddag uit Baltimore is vertrokken. Een gemakkelijke reis zal dit onderzeesche koopvaardijschip niet hebben er zal jacht op gemaakt worden, daar kan men van verzekerd zijn. Heette het aanvan kelijk, dat deze handels-onderzeeër niet zou uitvaren, voordat zijn zusterschip de Bremen binnen was, van het lot van dit schip heeft men sindsdien niets meer vernomen. NA TWEE JAAR OORLOQ. Generaal Joffre heeft de volgende legeror der tot zijn soldaten gericht: Soldaten der Republiek! Uw derde oor logsjaar gaat in. Twee jaar achtereen hebt gij onverflauwd den onverzoenlijken strijd volgehouden. Gij hebt alle plannen onzer vijanden doen mislukken. Gij hebt hen over wonnen aan de Mame, hen aan den Yser tot staan gebracht, hen verslagen in Atois en Champagne, terwijl zij vergeefs in de vlakten van Rusland de overwinning zochten. Voorts heeft uw zegevierende weerstand in een slag van vijf maanden den Duitschen opzet voor Verdun gebroken. Dank zij uw hardnekkige dapperheid, heb ben de legers onzer bondgenooten wapenen kunnen smeden, waarvan onze vijanden thans de kracht op alle fronten gevoelen. Het oogenblik naakt waarop de Ehiitsche militaire macht zal bezwijken onder onzen gemeenschappd ij ken druk. Soldaten van Frankrijk! Gij kunt fier zijn op het werk, dat gij reeds hebt volbracht. Gr zijt besloten, het te voltooien tot den einde toe. De overwinning is zeker. President Poincaré richtte eveneens een brief aan de legers der republiek. De president herinnert aan den overval van den vijand, die valschelijk beweerde uit getart te zijn. Vervolgens prijst Poicaré de houding van het Fransche volk, dat zich in den toestand van rechtmatige zelfverdediging bevindt, en een godsvrede tot stand heeft ge bracht, welke een voorwaarde voor de over winning is en in de prachtige parlementsver gadering van 4 Aug. 1914 zijn grootsche wij ding heeft gekregen. De oorlog werd toen onmiddellijk in den vollen zin des woords, een nationale oorlog. De president vestigt de aandacht op de tee kenen der overwinning en zegt: Gij hebt de wereld in schittering van roem het ware Frankrijk onthaald, het Frankrijk welks ver dwijning of vernedering een algemeene ramp zou zijn en eeuwige rouw voor het mensch- dom. Uw geduld en moed hebben geduren de lange maanden den druk van het Duitsche leger weerstaan. Gij hebt Frankrijk in staat gesteld zijn uitrusting te voltooien, België en Servië hun legers te hervormen. Gij hebt Engeland tijd gegeven om zijn bewonderens waardige divisies te vormen die thans aan uw zijde strijden. Gij hebt Rusland in staat gesteld zich van geweren en kanonnen te voorzien. Thans beginnen de geallieerden de vruch ten van uw volharding te plukken. Het Rus sische leger vervolgt de in wanorde terug trekkende Oostenrijkers, de Duitschers, tege lijk op het oostelijk en het westelijk front aan gevallen, moeten overal hun reserves aan spreken. Engelsche, Russische en Fransche bataljons werken samen ter bevrijding van ons grondgebied. De hemel wordt helder, de zon gaat op. Helaas, de strijd is nog niet geëindigd; hij zal nog hard zijn. Allen moeten wij, zonder ophouden, met hartstocht en vuur, voortgaan te werken. Reeds blijkt aan ieder de superioriteit der geallieerden1; de weegschaal van het lot heeft lang heen en weer geschommeld, maar dit is nu voorbij, de eene schaal blijft omhoog gaan, de andere daalt, belast met een gewicht, dat niets meer zal verlichten. Onsterfelijke roem is Verdun beschoren, dat het gemeen schappelijke optreden der geallieerden heeft voorbereid, en ook u mijn vrienden, die Frankrijk zult hebben gered en het gekrenkte recht gewroken. KORTE BERICHTEN. In sommige streken van Pruisen treden de kraaien in zoo groot aantal op, dat zij ernstige schade an den oogst toebrengen zoodat nu gelast is op alle kraaien te schier ten. Met ingang van 1 Augustus is een di recte sneltreinverbinding tot stand gebracht tusschen Berlijn en Brest-Litowsk, via Po sen—'Thorn—Warschau. In Pruisen wordt het publiek aange spoord de pitten van steenvruchten te verza melen, ten behoeve der olieproductie. Men verwacht hiervan goede resultaten voor de vermeerdering van den olievoorraad. De Engelsche admiraliteit ontkent, dat er bij den laatsten Zeppelin-aanval luchtsche pen boven Londen zijn geweest en daar bom men hebben geworpen. De treiler „King James" is door een onderzeeër tot zinken gebracht. De beman ning is aan land gebracht. De stoomvaartmaatschappij te Bergen in Noorwegen heeft besloten de IJsland-route voorloopig op te heffen, daar de schepen in den laatsten tijd in Engeland aangehouden worden. De Duitsche regeering verdedigt de te rechtstelling van kapitein Fryat, diens optre den als een poging tot sluipmoord karakteri- seerend. De Grieksche Heilige Synode heeft de Grieksche orthodoxe priesters verboden aan den verkiezingsstrijd deel te nemen. Te St. Petersburg is een brug over de Newa en1 een groot aantal schepen verbrand, volgens berichten uit Duitschen bron. Men vermoedt hier met een anarchistisch misdrijf te doen te hebben, sloeg zeer in. Te Walona is een groote brand uitge broken. De ville de Rouen is in de Middeland- sche Zee door een onderzeeër in den grond geboord. EENDENUITVOER. Door dë eendenhouders te Oostzaan is be sloten de helft van het aantal eenden naar Duitschland uit te voeren, deelt de Tel. me de, voornamelijk die, welke niet meer ge schikt zijn voor den leg. Verscheiden eenden- houders hebben reeds hun aantal uit te voe ren beesten aan het bestuur opgegeven, waarna getracht zal worden, het totaal aan tal gemeenschappelijk te vervoeren. tijdig, dat het nog in deze vierjarige peride kan worden in behandeling genomen en afge daan? Antwoord van den heer Cort van der Lin den, Minister van Staat, Minister van Bin- nenlandsche Zaken. (Ingezonden 31 Juli.) De financieele toestand is niet van dien aard, dat de indiening van een wetsontwerp tot verbetering der onderwijzerssalarissen vooralsnog in uitzicht kan worden gesteld. Vragen van den heer Scheurer, betreffende eene nieuwe subsidieregeling voor het bijzon der Inlandsch onderwijs. (Ingezonden 19 Ju li.) Is het bericht juist, dat binnenkort de af kondiging te verwachten is van eene nieuwe (algemeene) subsidie regeling voor het bijzon der Inlandsch onderwijs? Is de Minister bereid, in het bevestigende geval, het ontwerp dezer regeling aan de Ka mer over te leggen Antwoord van den heer Pleyte, Minister van Koloniën. (Ingezonden 31 Juli.) Het bericht, als zoude binenkort de afkon diging zijn te verwachten van een nieuwe (al gemeene) subsidieregeling voor het bijzonder inlandsch onderwijs, is niet juist. De onder- geteekende is nopens de te dezer zake door den vorigen Gouverneur-Generaal ingedien de voorstellen met den nieuwen Landvoogd in overleg getreden. De tweede vraag kan in verband hiermede onbeantwoord blijven. HET GESCHENK VAN H. M. DE KONINGIN AAN H. M. DE KONINGIN MOEDER. Het geschenk, dat H. M. de Koningin he den aan H. M. de Koningin-Moeder aanbiedt bestaat, volgens het Handelsblad, uit een prachtige collectie afgesneden bloemen van zeer hooge waarde, waarvan de levering op den uitdrukkelijken wensch van H. M. aan een groot aantal Aalsmeersehe kweekers werd opgedragen. Het is Harer Majesteit toch bekend, dat de snijbloemencultuur zeer moeilijke tijden door maakt in verband met de invoerverboden van' weeldeartikelen in die landen, welke tot voor korten tijd nog het belangrijkste afzet gebied voor de snijbloemen uit Aalsmeer vormden, het tuinbouwdorp dat in de laatste jaren op de Europeesche markt zulk een ge duchte concurrent voor Nizza geworden was. H. M. heeft aan de heeren J. G. Ballego te Leiden en Joh. C. M. Mensing te Aalsmeer opgedragen voor het schikken dezer reuzen- collectie ten Paleize te Soestdijk zorg te dra gen en daartoe werd reeds Zaterdag j.l. met den Hofmaarschalk van H. M. de Koningin- Moeder en den Intendant van het Paleis door genoemde heeren overleg gepleegd. Het bloemenmateriaal bestaat in hoofdzaak uit snijrozen, voorts uit de te Aalsmeer in den laatsten tijd met zooveel succes gekweek te kasanjelieren en uit de vam-ouds aldaar gekweekte Bouvardia's. Ten einde hedenmorgen reeds om 8 uur met het oog op den vroegen dagaanvang ten Paleize geheel gereed te zijn, werden de bloe men gisteravond per auto van Aalsmeer ver zonden. In de Empire-zaal op het terras en in de hal, die er heen leidt vond de opstelling plaats, waarbij gebruik gemaakt werd van de massieve vazen en ornamenten, wel'ke bij die localiteiten behooren. CRISIS IN DEN A. N. D. B. Het bestuur van den A. N. D. B. en den Bondsraad hebben collectief ontslag genomen deelt het Handelsblad mede, omdat bij refe rendum de rechtspositie der bestuurders met ongeveer 600 stemmen meerderheid is verwor pen. De bestaurverkiezing ter voorziening in de vacature van den heer Henry Meyer, die he denavond in de verschillende deelen van Am sterdam zou worden gehouden, gaat dus niet door. Ter herinering deelt het Handelsblad me de, dat ook twee jaar geleden de bestuursle den bedankten omdat een voorstel van gelij' ke strekking was verworpen. De Bondsraad wist toen echter de crisis te bezweren door de toezegging dat door hem nieuwe voorstel len ontworpen zouden worden, welke aan de bezwaren van enkele leden zouden tegemoet komen en dus geacht konden worden meer aannemelijk te zijn. Na deze toezegging kwam het bestuur op zijn ontslagvrage terug. Het blijkt thans, dat ook de nieuwe voor stellen van den Bondsraad zijn verworpen, waardoor het bestuur thans opnieuw heeft bedankt en ook de Bondsraad zelf in het con flict is betrokken geworden. BINNENLAND. TWEEDE KAMER. Schriftelijk beantwoorde vragen. Vraag van den1 heer van Wijnbergen, be treffende de indiening van een wetsontwerp tot verbeteritig der onderwijzerssalarissen. (Ingezonden 27 Juli.) Kan, nu de behandeling der belastingont- werp-en een goed eind gevorderd is, en de geldmiddelen ruim vloeien, de indiening van een wetsontwerp tot verbetering dèr onderwij zerssalarissen worden tegemoet gezien, zoo Spoedvergadering Woensdag 2 Ang. 1916, 's namiddags 1 uur. Voorzitter de Burgemeester de Heer G. RIPPING. Secretaris de Heer DONATH. Aanwezig 15 leden. Afwezig metkennisgeving de heeren Leguit, Sluis en de Lange, voorts de heer den Boesterd. REKENING ALGEMEENE BEWAAR SCHOOL, DIENST 1915. De commissie tot belastingzaken stelt den Raad voor te besluiten de rekening van de algemeene bewaarschool, dienst 1915, goed te keuren in ontvangst op 3995.44» en in uitgaaf op 3614.11», met een batig saldo van 381.33, als eersten post van ontvang te brengen op den dienst van 1917. Conform besloten. REKENING VAN DE GEZONDHEIDS COMMISSIE, DIENST 1915, EN AF- EN OVERSCHRIJVING OP DE BEGROOTING VAN DAT DIENSTJAAR. De commissie tot belastingzaken stelt den Raad voor te besluiten: lo. de Gezondheids-commissie te machti-, gen tot het afschrijven van een bedrag van 61.75 van den post van uitgaaf „reis- en verblijfkosten" harer begrooting dienst 1915, en overschrijving van dat bedrag op den post „boekwerken, tijdschriften enz." 2o. de ingezonden rekening, dienst 1915, goed te keuren in ontvang op 1025 en in uitgaaf op 731.10, met een batig saldo van 293.90, over te brengen op de rekening van 1917. Alsvoren. BEGROOTING VAN DE GEZONEV HEIDSCOMMISSIE, DIENST 1917. De commissie tot belastingzaken stelt den Raad voor te besluiten de bijdrage van de gemeente Alkmaar ter bestrijding van de uit gaven der Gezondheidscommissie alhifcr, voor het jaar 1917 te bepalen op 331.10. De heer Leesberg merkt op, dat hij 't vorig jaar heeft betoogd dat het niet wenschelijk is, -deze begrootingen afzonderlijk te behande len, daar men door deze bijdrage te voteeren vooruitloopt ou de gemeentebegrooting. D vooreitter wijst er op dat er geen sprake is van salarisverhooging en daarom is er geen bezwaar. Dit bedrag staat dan een maal vast. De heer Leesberg meent dat er toch wel aanleiding zou kunnen worden gevonden het bedrag te verminderen1 of verhoogen. De Voorzitter betoogd nogmaals dat er geen bezwaar kan zijn. E>e begrooting wordt goedgekeurd. SUPPLETOIRE BEGROOTING VAN HET GEMEENTE-SLACHTHUIS, DIENST 1915. De commissie tot belastingzaken stelt den Raad voor te besluiten de.ingezonden supple- todre begrooting vast te stellen in ontvang op 6649.5b5 en in uitgaaf op 3511.41, met een batig saldo van 3138.15». Goedgekeurd. AF- EN OVERSCHRIJVING EN SUPPLE TOIRE BEGROOTING, DIENST 1915, VAN HET BURGERWEESHUIS. De Commissie tot de belastingzaken stelt den Raad voor te besluiten lo. de gevraagde machtiging tot het doen van af- en overschrijving te verleenen 2o. de ingediende suppletoire begrooting goed te keuren in ontvang op 967.70" en in uitgaaf op 322.876 met een batig saldo van 644.83. Alsvoren. REKENING VAN DEN ARMENRAAD, DIENST 1915. Het onderzoek der rekening heeft geen aanleiding gegeven tot het maken van be- merkingien; de Commissie tot belastingzaken stelt den Raad voor te besluiten de rekening goed te keuren in ontvang op 1090.19)4 en in uitgaaf op 948.82)4, met een batig sal do van 141.37, als eersten post van ont vang te boeken op het dienstjaar 1917. Alsvoren. REKENING VAN DE ALKMAARSCHE HUISHOUD- EN INDUSTRIESCHOOL, DIENST 1915. De ontvangsten van de Alkmaarsche Huishoud- en Industrieschool hebben in 1915 bedragen 16281.74)4 en de uitgaven 15430.93)4, zoodat de rekening sluit met een batig saldo van ƒ850.81. Het ondérzoek der rekening heeft de Com missie tot de beslastingzaken geen aanleiding gegeven tot het maken van bemerkingen. Ze stelt den Raad voor de rekening en verant woording voor kennisgeving aan te nemen en hiervan mededeeling te doen aan het bestuur der school. Alsvoren. DE GEMEENTELIJKE WINKELS. Door de heeren Mr. Leesberg, Udo en Cloeck is het volgende voorstel ingediend: De ondergeteekenden, Raadsleden dezer Gemeente, kennis genomen hebbende van de oprichting van gemeentewinkels tot verkoop van groenten, kunnen zich met de wijze van uitschakelen van gewone j kleinleveranciers van die goederen bij de distributie daarvan niet vereenigen en in 't midden latend -in hoeverre eene commissie ad hoe (de levensmiddelencommis sie) tot het nemen van een dergelijk beSluit, als tot oprichting van gemeentewinkels be voegd is; verzoekt den gemeenteraad ten spoedigste tot opheffing dier winkels te besluiten. De heer Leesberg zegt, dat men beslo ten heeft de taak eenigszins te verdeelen en vraagt daarom eerst het woord. Hij brengt B en W. dank voor het spoedig beleggen dezer vergadering. Hij herinnert aan de eerste ver gadering, waarin deze zaak is ter sprake ge komen. Toen ging het er om, of de gemeente mede zou doen om de gelegenheid voor het verkrijgen van goedkoope levensmiddelen in te stellen. Toen kwam men tot de instelling der levensmiddelen-commissie. Toen is ook ter sprake gekomen de wijze van distributie, Daarbij heeft de heer Verkerk gezegd: „De Minister zal den middenstand niet uitschake len" en dat was ook de meening van den heer de Wit. Dat is alles wat toen over dë distributie is gezegd.- Daarna zijn legio cir culaires gekomen. Toen werd het eenigszins anders, de Burgemeester nam maatregelen in verband met die ciruclaires. Toen heeft de burgemeester de taak neer gelegd en overgedragen aan den heer Lubbe. Dat neemt hij den burgemeester niet kwalijk, maar maakt de zaak toch anders. De heer ubbe kon als voorzitter dier commissie de besluiten uitvoeren. Een gevolg daarvan ia geweest de oprichting der gemeentewinkela. Nu komt men bij den raad en is men waar men wezen moet. Spreker is van meening, dat evenals de oprichting van een bedrijf, deze zaak een zaak ia die den raad aangaat. Dat dit niet eerder bij den raad is gebracht, daar van wil hij niemand een verwijt maken, doch hij meent toch, dat de laatste circulaires, waarin er op werd gewezen, dat men gemeen telijke verkoopplaatsen kon oprichten, wel daarvan oorzaak is geweest. Nu de wet er is. moet ook de zaak wel bij1 den raad gebracht worden, krachtens de opvatting der wet. Wat er is te zeggen voor gemeentewinkels. In 't algemeen niets. In 't belang van de con sument is het zeker, iedereen kan dan allerlei goedkoope artikelen krijgen. Ook uit het oog punt van gemakkelijke controle is het verde digen. Maar is het in het algemeen belang? Men kan wel zeggen het is het belang van een groote groep en tegen het belang van een klei nere, maar dat is niet het algemeen belang. Tij hoopt dan ook, dat de meerderheid het met hem eens zal zijn, dat de gemeentewinkel niet in het algemeen belang is. Dat dit juist is, voelt dem inister ook wel, waar hij ver klaart er voor te zijn dat de middenstand niet wordt uitgeschakeld. Dat voelt de heer de Wit ook, de heer Verkerk en de heer Lubbe ook. Hoe is de zaak te verdedigen? Alleen als strafoefening zou spreker de gemeenitewinkels willen handhaven bij overschrijding der prij zen. Ten slotte wil spreker nog even ingaan op iets anders. Hij wil de zaak regelen door distributie aan de gewone kleinhandelaren, doch spreker verklaart zich er tegen dat men daarbij ook zou nemen corporaties, die zich te voren nooit met den groentenverkoop heb ben ingelaten. De heer Cloeck sluit zich aan bij het geen de heer Leesberg in den aanvang heeft gezegd. Hij wenscht de zaak ook te beschou wen uit het oogpunt van1 het algemeen be lang, niet als middenstander. Hij betoogt verder, dat dë gemeente niet een groep mag bevoordeélen tot schade van een andere groep. Hij wijst er op, hoe ver keerd het is geweest bij de distributie, waar voor de gemeente niet de aangewezen per soon was, niet te rade is gegaan met den middenstand, zooals men in tal van andere plaatsen heeft gedaan. De wethouder-voorzit ter der levensmiddelen-commissie zal ook wel gelezen hebben wat in Haarlem is gezegd door de commissie voor de levensmiddelen in Haarlem en andere plaatsen, waar gewe zen is op het geknoei der middenstanders. De heer Lubbe heeft misschien in Alkmaar geen betere menschen gevonden en dan neemt hij het hem niet kwalijk, dat hij tot de oprichting der gemeentewinkels heeft beslo ten. Maar wanneer spreker leest, wat van een zekere zijde tot lof der commissie is gezegd, n.l. dat zij op den goeden weg is, dat het juist goed was, dat vele tusschenpersonen waren uitgeschakeld, dan meent hij dat meer is gehandeld in overeenstemming met den wil der S. D. A. P., dan met het algemeen belang. Voorts zegt hij den lof die de commissie wordt gebracht van de zijde der moderne ar beidersbeweging. Dat is echter niet het stand punt van alle sociaaldemocraten. Ten bewij ze daarvan haalt spreker aan de woorden van het sociaal-democratisch gemeenteraadslid Hofland, op de vergadering van den midden standsbond te Utrecht. Spr. zegt ten slotte, dat de commissie zich hier te veel heeft laten leiden door den heer Verkerk. De heer Lubbe is het met de voorgaan de spreker eens dat de distributie moet plaats hebben door de menschen, die er hun brood mee verdienen. Toen spreker het voorzitter schap der commissie van de voorzitter over nam, stond de zaak zoo, dat op de vrije vei lingen dë prijzen schrikkelijk werden opge dreven. Er kwamen allerlei klachten. Lang en breed heeft men de zaak besproken, en eindelijk heeft men, alle principes op zij zet tend, gemeend te moeten handelen ais in een noodtoestand, door de zaak zelf ter hand te nemen. Er is toen ook over gesproken om in de gewone winkels de groente verkrijgbaar te stellen, doch dat stuitte op bezwaren. Men heeft bij de oprichting dier winkels rekening gehouden met de omwonende winkeliers, door die er bij te betrekken1 en'ook leden van de organisatie der groentehandelaren. Toen de groentehandelaren bij spreker kwamen, of zij de groenten konden krijgen, heeft spreker gezegd dat dat zou kunnen, als men de groente kocht voor dezelfde prijs als de particulieren en dan een klein bedrag kon den vragen voor het thuisbezorgen. Spreker heeft gevraagd aan een vertrouwd man, dien heer Versteegkunt ge mij in aanraking bren gen met een persoon der organisatie, om na der over die distributie te spreken. Na de vergadering der groenteventers is er een conferentie geweest met de afgevaardig den en toen heeft spreker gezegd: laten we trachten gezamenlijk in te koopen, b.v. 3 wa- ALRMAARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1