DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE OORLOG.
No, 183
Hondèrd en achttiende jaargang.
1916
Abonnementsprijs per 3 maanden 11—, fr. p, post f 1.25. Advertentieprijsl2^ct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij Y.h. HERMs. COSTER 4 ZOON, Voordam C 8. Telefnr. 3.
ZATERDAG 5 AUGUSTUS
Uit den Raad.
ENGELAND.
AMERIKA.
OT nnmn««r b»»ta«t ait 3 btaden
Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden.
ALKMAAR, 5 Augustus.
Een geweldige strijd wordt er aan het
Verdun-front om Fleury gevoerd. Dit dorp
ligt bij het daarnaar genoemde ravijn, de
geul, welke tusschen de versterkingen door
naar de kern van het versterkte kamp Verdun
gaat. Den 23sten Juni werd' dit dorp door
de Beieren genomen. Den 1 sten,Augustus be
gonnen de Franschen een aanyal, die Fleury
weer in hun bezit bracht. Van Fransche zijde
werd verklaard, dat de Duitschers hun beste
troepen naar de Somme hadden gebracht, dat
de hoedanigheid der troepen voor Verdun
cjtienteügevolge was verminderd en dat de
Franschen. hiermede hun voordeel hebben ge
daan en in drie dagen het terrein hadden her
wonnen, dat de Duitschers in vele weken
hadden veroverd. Het Fransche legerbericht
van gistermiddag meldde echter; dat de Duit
schers op het front tusschen Thiaumont en
Fleury met de grootste hardnekkigheid tegen
aanvallen hadden gedaan. Wel slaagden de
Franschen er in de redoute van Thiaumont
te hernemen, maar tengevolge van het gewel
dige bombardement moesten ze die spoedig
weer ontruimen. En na vele artilleristisch
krachtig voorbereide Duitsche aanvallen,
kregen de Duitschers, zegt het Fransche
middagbericht, vasten voet in het zuiden van
het dorp Fleury.
Het Duitsche legerbericht deelde evenwel
mede, dat het geheele dorp Fleury en al het
andere verloren gegane terrein herwonnen
werd in de tegenaanvallen, zoodat de toe
stand weer dezelfde was geworden, als vóór
den met groote troepenmacht gedanen Fran
schen aanval.
Het Fransche avond-bericht erkent 't verlies
van Fleury. Het zegt, dat de Franschen het
gistermorgen totaal moesten ontruimen, ten
gevolge van de Duitsche aanvallen en dat de
Fransche infanterie gistermid'dagwel weer het
grootste gedeelte van het dorp bestormde,
maar dat de Duitschers tegenstand blijven
bieden. Daarentegen had de strijd bij het
werk Thiaumont voor de Franschen een gun
stiger verloop. Bij een aanval werd deze re
doute voor de twéede maal door de Fransche
troepen bezet en niettegenstaande verschei
den tegen-aanvallen, bleef deze winst tot het
afzenden van dit' legerbericht. nog behouden.
Waarschijnlijk is de strijd hier echter nog niet
afgeloopen. Het bovenstaande relaas doet
nog eens weer zien, hoe vinnig er gestredén
wordt. Er is onlangs medegedeeld, Üat de
puinhóopen van een dorp moeten worden
veroverd ten koste van de levens van de man
nelijke bevolking van een middelmatige stad.
Wanneer er echter zóó gevochten wordt, dan
zal de prijs wel hooger zijn hoeveel men-
schenlevens zullen de puinhoopen dan wel
niet kosten?
Van het Somme-front wordt geen infante-
rie-actie gemeld. Wel wordt daar de artille-
riestrijd tot groote hevigheid opgevoerd
een teeken, dat'de aanvallers een nieuwe po
ging om vooruit te komen willen doen en dat
de verdedigers trachten dit te .beletten.
Van het Oosten wordt wel hardnekkige
strijd bericht, maar vorderingen van beteeke-
nis worden niet medegedeeld. Men vecht
daar vooral aan een zijrivier van de Sto-
chod om het bezit van een dorp, dat Roedka-
Mirishkaja heet en dat, evenals Fleury, reeds
eenige malen van bezetting is verwisseld
Toen het Russische legerbericht de wereld in
ging, hadden de Russen het, toen het Duit
sche en Oostenrijksche legerbericht, iets later,
werd uitgegeven, kon worden medegedeeld,
dat de Duitsche en Oostenrijksche bataljons
en afdeelingen van het Poolsche legioen het
dorp en het daarbij verloren gegane terrein
hadden heroverd.
Vermelding verdient ten slotte, dat er
Duitsche troepen in de Karpathen vechten
dat zij eenig terrein wonnen, is bijzaak, van
meer beteekenis is, dat zij daar staan.
ALKMAAR, 5 Augustus,
„Dus mijneheeren, de gemeentewinkels ver
dwijnen."
Met deze woorden sloot de voorzitter
Woeysdag de spoedvergadering van den
Raad, door hem met lijdzaamheid geleid. Zoo
groot was het geduld van den burgemeester,
dat hij het reglement van orde buiten de orde
stelde, het woord gaf aan wie dit verlangden,
voor de hoeveelste maal ook, en zelfs bood
hij een avondvergadering aan voor het geval,
dat men in den middag niet gereed zou kun
nen komen. Na drie uren debatteerens was
men echter toe aan de beslissing, welke uit
viel in den hierboven aangegeven geest
Wat van dit besluit te zeggen?
Het beste wordt, het wellicht aldus geka
rakteriseerd, dat de Raad voorbarig en zon
der noodzaak oude schoenen heeft wegge
worpen, voordat de nieuwe er zijn. Een niet
zeer verstandige maatregel in een tijd, waarin
het leer peper-duur isi De leer willen we bij
'deze kwestie geheel laten rusten. Het is ons
om het even, welk partijprogrampunt van
overheidswege tijdelijk in de practijk wordt
gebracht, wanneer het doel maar op de beste
wijze wordt bereikt. Buitengewone omstan
digheden eischen nu eenmaal buitengewone
maatregelen, welke men te aanvaarden heeft
op voorwaarde van tijdelijkheid. En wanneer
in den Alkmaarschen gemeenteraad de vrees
wordt geuit, dlat van socialistische zijde ge
poogd za.1 worden, de tijdelijk genomen
maatregelen in duurzame om te zetten, dan
stellen we daartegenover, dat die Raad mans
genoeg is om daar een stokje voor te steken
en een „tot hiertoe en niet verder" gebiedend
uit te spreken.
De politiek, welke bij de discussies Woens
dag een woordje meesprak, zou dan ook ge
rust gezwegen kunnen hebben. Gaat men den
uitslag der stemming na, dan merkt men, dlat
het politieke beginsel in dezen geen richt
snoer was, dat vogels van diverse politieke
pluimage zich onder hetzelfde hoedje lieten
vangen. Trouwens wij gelooven, dat on
danks het verschil in uitspraak en stem, in
principe de Alkmaarsche raadsleden het in
deze kwestie ongeveer eens zijn en we ziju
geneigd te vragen of de weggeworpen schoe
nen inderdaad wel hebben gewrongen, waar
men dit deed voorkomen of dat de pijnlijke
plek misschien ergens anders zat In. het
voorstel (bijlage 88) werd in het midden ge
laten „in hoeverre eene commissie ad hoe (de
levensmiddelen-commissie) tot het nemen van
een dergelijk besluit als tot oprichting van
gemeentewinkels, bevoegd is", maar mr. Lees
berg zei het Woensdag duidelijker, toen hij
verklaarde, dat de zaak eindelijk was, waar
ze moest wezen, bij den Raad, omdat het hier
niet betreft een daad van uitvoering, door
den rijksiwetgever opgelegd, doch een be
stuursbesluit.
Wij hebben zoo het vermoeden, dat wan
neer niet de levensmiddelen-commissie op ei
gen houtje totoprichting van gemcentewin-
kels ware overgegaan, doch de Raad in de
gelegehheid was gesteld een daartoe strek
kend besluit te nemen, deze instelling niet
slechts evengoed tot stand zou zijn gekomen,
maar dat er dan ook geen sprake zou zijn ge
weest van de thans daartegen aangevoerde
oppositie.
De Raad is in de oprichting niet gekend
zou dat niet méde een pijnlijke plek zijn, zou
dit niet de positie zijn, waaruit de oppositie
van sommige raadsjedën is voortgekomen?
Wij maken ons sterk, dat,.indien op het
tijdstip van hopelooze verwarring bij den
Raad was ingediend een voorstel om over te
gaan tot de oprichting van de twee gemeen
telijke groentewinkels, dit voorstel óf zonder
óf slechts met geringe tegenkanting zou zijn
aangenomen. De toestan# was immers een
maal zoo, dat er in de voorziening van
groenten en aardappelen van gemeentewege
moest worden ingegrepen, spoedig krachtig
en afdoende. Op dat oogenblik was de instel
ling van gemeentewinkels het aangewezen
middel. Dóór niemand is dit duidelijker ge
zegd al is op dit zeggen Woensdag niet
voldoende de aandacht gevallen dan door
den heer Leesberg, toen deze tegenstander
verklaarde: „door den Minister werd voort
durend in overweging gegeven, dat men maar
gemeente-winkels moest oprichten, al werd
dit woord dan ook niet in dé ministerieele
aanschrijvingen genoemd." Door denzelfden
Minister wel te verstaan, die herhaaldelijk te
kennen heeft gegeven, van wien in dén Raad
Woensdag door verschillende sprekers ook is
getuigd, dat hij de middenstanders niet wilde
uitschakelen. De heer Cloeck, die eenige ci
taten gaf uit het verslag van de buitengewone
algemeene vergadering van den Nederland-
schen Bond van Vereenigingen van den Han-
deldrijvenden en van den Industrieelen Mid
denstand, heeft niet aangehaald een zin
snede uit dé openingsrede van den voorzitter,
waarin wordt verklaard, dat het soms onver
mijdelijk blijkt, dat in het algemeen belang
tijdelijk in sommige zaken, moet worden inge
grepen; die voorzitter voegde er aan toe, dat
de middenstand er voor heeft te waken, dait
zulks niet langer duurt, dan de oog.nblikke-
lijke toestand vordert. In deze zinsnede is de
heele kwestie, welke Woensdag den Raad
heeft bezig gehouden, zuiver gesteld en van
dat oogpunt uit had men haar ook in de
Raadsvergadering moeten bekijken. Men had
niet moeten praten over de mogelijkheid, dat
strakjes andere artikelen aan de beurt zullen
komen, men had niet de voorstelling moeten
wekken, dat nu er twee gemeentelijke groente
winkels, neen, winkels voor den verkoop van
enkele goedkoope groenten, zijn, er binnen
kort een gemeentelijk warenhuis zal worden
geopend. Is de beslissing in dezen bij onze
stadsbestuurders, dan zijn wij overtuigd, dat
het gemeentelijk distributie-dilletantisme niet
tot zulke gunstige geldelijke resultaten zal
leiden, dat er maar hals over kop uitbreiding
aan zal worden gegeven er dient evenwel
in aanmerking genomen, dat. de Minister
voortaaó bevoegd' is êen distributieregeling
voor de gemeenten vast té stellen. Wanneer
het eenigszins kan en het afhangt van het ge
meentebestuur, dan zullen, wij zijn er van
overtuigd, de goedkoope levensmiddelen e. ti.
worden verstrekt door de gewone handela
ren, dan zullen de neringdoenden nóch door
gemeente- nóch door coöperatie-diletantis-
me uit hun bedrijf worden gestooten, maar
zullen zij de gemeenschap hun diensten, als
in normale omstandigheden, blijven bewijzen,
en daarvoor op billijke wijze worden be
loond. Er is uit de Woensdag gehouden be
sprekingen glashelder gebleken, dat de op
richting van de gemeente-groentenwinkels
slechts is geweest een correctie-middel, om
de door geringe aanvoeren en te hooge prij
zen ontstane verwarring weg te nemen, om
op te treden, waar de gewone handelsdistri
butie in gebreke bleef of faalde, en dat dit
correctiemiddel zou vervallen, zoodra de toe
stand dusdanig was geworden, dat verbete
ring en aanvulling niet meer nóodïg moest
worden geacht, omdat de betreffende artike
len tegen normale prijzen voor de ingezete
nen beschikbaar kwamen. Ten slotte kwam de
heele kwestie van Woensdag hierop neer, of
de handelaren weer zóuden worden ingescha
keld met tijdelijk behoud van de gemeente-
winkels of wel met onmiddellijke opheffing
daarvan. En wanneer men mi naast elkaar
legt de uitstekende verdediging van het ge
meentelijk beleid door wethouder Lubbe
(voor welk beleid de burgemeester en hij te
recht hulde ontvingen) en de formeele, prin-
cipieele, commercieele en misschien nog wel
andere -eele overwegingen van zijn bestrij
ders, dan moet men het betreuren, dat de
laatsten Woensdag in de meerderheid zijn
geweest. Men heeft niet willen luisteren naar
de waarschuwende stem van den voorzitter
noch naar den heer Lubbe, die beter dan
iemand anders tot oordeelen in staat,
zeide: ik durf op het oogenblik de op
heffing nog niet aan, daar kan ik thans
nog niet de verantwoordelijkheid voor op
me nemen." Men heeft tegenover zijn
zeer besliste bezwaren niets anders kunnen
aanvoeren, dan een „och het zal wel meeval
len" en toen de voorzichtige heer van den
Bosch zijn waarschuwende stem deed hooren,
maar gauw met beide handen aangegrepen
een denkbeeld, dat de voorstellers zelve
noemden een „bescheiden en denkelijk te ver
beteren poging".
Het hangt er nu van af, of het in de prac
tijk zal meevallen, met name of de practijken
van de venters en winkeliers zullen meeval
len. Kwade practijken zijn voorgenomen, er
zijn onder deze handelaren geweest, die zich
aan bedriegelijke handelingen jegens de ge
meenschap hebben schuldig gemaakt. Het
was fijntjes gezegd van den heer Cloeck, dat
er in Alkmaar misschien geen betere men-,
schen werden gevonden dan elders, nadat hij
even te voren had gewezen op Leiden, waar
groentehandelaren de goede regeeringsuien
naar den zolder brachten en deze vervingen
door slechte. Met zulke menschen kan een
gemeentebestuur moeielijk in zee gaan met
een zaak, waar zooveel vertrouwen bij te pas
komt, als bij den groentenhandelj welks arti
kelen niet door er een stempel op te plaatsen
of door er een kop af te doen (haring) als re-
geeringsartikelen gemakkelijk kunnen worden
aangewezen en als zoodanig onderkend, en
waarbij geen controleur aan elke kar of elke
huisdeur kan staan. Trouwens alles wat
men uit .de courant heeft gelezen en Woens
dag heeft gehoord, geeft geen hoog denk
beeld van de organisatie der groentfehandelA-
ren. En daar komt het mede op aan. Immers
het thans aanvaarde voorstel zegt1: „via het
bestuur geven venters en winkeliers, die in
aanmerking willen komen voor den verkoop
van goedkoope groenten, aan de gemeente de
benoodigde hoeveelheden op, zij verkoopen
deze tegen den door de gemeente vast te stel
len prijs, verplichten zich geen groenten van
denzelfden naam van de vrije markt te ver
koopen of wel houden lijsten aan, waarin ie
dere verkoop met naam van kooper en ge
kochte hoeveelheid wordt venneld de
voorstellers laten dit maar in het midden!
Een flink bestuur van een flinke organisatie
kan bij een soortgelijke samenweridhg instaan
voor zijn leden, maar wat moet er bij een
slappe organisatie van dergelijkezaken te
recht komen?
Het komt ons voor, 'dat de ernstige gc3d-
willende groentenhandelaren niet hun eigen
belangen hebben gediend, door op dit oogen
blik aan te dringen op de opheffing der ge
meentelijke winkels. Zonder 's Raads beslis
sing zouden deze winkels tóch geleidelijk, zijn
verdwenen, zoodat in het gunstigste geval
dé verdwijning slechts een weinig is ver
haast
In het gunstigste geval wij zijn er niet
zeker van, dat dit zal intreden. Zijn wij wel
ingelicht, dan is er geen1 sprake van, dat de
gemeente-winkels onmiddellijk „na uitverkoop
wegens opheffing dér zaak" zullen verdwij
nen, zooals het Raadsbesluit inhoudt De be
doeling moet voorzitten, dat deze winkels
niet zullen worden opgeheven, voordat de be
trokkenen hebben getoond, inderdaad de
noodige waarborgen tegen prijsopdrijving
e. d. te kunnen geven, dus in dezen buitenge
wonen tijd met gemeentehulp voor him taak
berekend te zijn.
De betrokken groentenhandelaren mogen
er wel van overtuigd zijn, wat er thans voor
hen op het spel ataat Zij moeten zich beijve
ren om zich het vertrouwen, dat 'a Raads
meerderheid in hen heeft gesteld, waardig te
toonen. Zij dienen zich te wachten voor onge
oorloofde handelingen, hoe groot de verlei
ding daarvoor ook moge zijn. Zij hebben er
wel voor te waken, dat zij nóch ,de gemeente
nóch hun klanten bedriegen, zij zullen zich
tevreden moeten stellen' met- een matige winst
en hebben te zorgen voor een prompte bedie
ning.
Allereerst zij hun echter aangeraden, ten
einde zoo spoedig mogelijk weer in hun ne
ring te komen, degelijke'vertrouwensmannen
te kiezen en zich geheel te gedragen naar de
aanwijzingen, welke hun door dezen worden
gegeven. Misschien kunnen bestaande mid-
denstandsvereenigingen hen hierbij behulp
zaam zijn ook zij hebben er belang bij,
dat alles nu goed en niet te langzaam in orde
komt. In dit verband zij gewezen op Leiden,
waar een „Bureau van den Handeldrijvenden
en Industrieelen Middenstand" is opgericht,
ten doel hebbend de bespreking der moeielijk-
heden inzake de distributie in deze tijden en
trachtend zoo veel mogelijk overleg te plegen
en samenwerking te verkrijgen met de autori
teiten, die de distributie-regelingen vaststel
len. Te njeer is er aanleiding hierop te wij
zen, omdat de levensmiddelen-commissie in
onze gemeente tot dusverre gemeend heeft,
het wel zonder assumptie van middenstan
ders, niet-raadsleden, te kunnen stellen.
Het bevreemdt ons en het doet ons leed, dat
de heeren Stoel en Verkerk in het raadsbe
sluit aanleiding hebben gevonden om te be
danken als leden der levensmiddelencommis
sie. Het gold hier nu niet meer een zaak van
principe, doch enkel van practijk, tenzij, maar
dat is niet gebleken, beide raadsleden voor
standers zijn -van blijvende gemeente-winkels.
En dan buitengewone omstandigheden
eischen niet alleen buitengewone maatrege
len, maar ook menschen, die niet maar dade
lijk bij den eersten den besten tegenslag er
het bijltje bij neerleggen. Ook in dit opzicht
heeft het ministerie een loffelijk voorbeeld ge
geven en daaraan hadden beide raadsleden
wel mogen denken, voordat zij hun ontslag
als leden van der levensmiddelencommissie
namen, in welke functie zij een zekere erva
ring hadden verworven, welke hun opvolgers
wij hoorden, dat de heeren Bak en Ringers
zullen worden uitgenoodigd zitting te nemén
in den eersten tijd althans missen.
Met genoegen vermelden we, dat wethouder
Lubbe zijn functie als voorzitter der levens
middelen-commissie niet neerlegt, d'och haar,
voorloopig althans, blijft waarnemen.
Tenslotte eenige woorden over het perma
nent-comité van actie tegen de duurte, dat
,per circulaire de mannen en vrouwen uit de
'arbeidersbeweging had aangespoord om te
komen „in zoo groot mogelijke getalen
Woensdag om I uur op de publieke tribune
(Raadszaal), om met ons tegen dezen schan
delijken aanslag Qp goedkoope verstrekking
van voeding te demonstreeren en te profes*
teeren."
De Alkmaarsche bevolking heeft aan dezen
oproep geen gevolg gegeven welgeteld
waren er slechts 8 vrouwen en 7 mannen, de
sociaal-democratische vrouwenclub en het co
mité aanwezig. En het is maar goed ook, dat
het comité mét zijn poging tot het kweeken van
agitatie in dé raadzaal fiasco heeft ge
maakt. Het zou ten zeerste te betreuren
zijn geweest, wanneer dit pogen geslaagd
ware. Massa-agitatie blijve buiten de raads
zaal. Waar zou het heen, wanneer bij een
anders uitgevallen beslissing de schijn kon
zijn gewekt, alsof 's raads besluiten wórden
beïnvloed door dergelijke protest-bewegin
gen? 't Is te hopen dat het comité zelf de con
sequenties zal trekken, zal inzien, hoe dom en
hoe onverantwoordelijk zijn mislukte poging
is geweest, om de publieke tribune in de
raadzaal te gebruiken voor demonstratie en
protest. Vergaderlokaal, plein, straat, mani
fest, courant zijn voör zulke zaken de aange
wezen middelen de publieke tribune in de
raadzaal blijve gereserveerd voor louter be
langstellenden. Waarbij nog komt, dat de so
ciaal-democratische arbeidersbeweging voor
de zaak der levensmiddelenvoorziening in
den Raad een beteren pleitbezorger heeft ge
had, dan de steller van de circulaire.
UIT HET LAGERHUIS.
Aan de N. R. Crt. werd geseind:
De heer Bonar Law heeft, toen hij als
minister van koloniën in het Lagerhuis het
uitvoerrecht op palmpitten uit West-Afrika,
dat door den heeren Henry Bentinck en Ram
say bestreden was, verdedigde, een.storm ver
oorzaakt door een brief voor te lezen, die, zei-
de hij, zou verklaren, waarom men zooveel be
lang in kwestie stelde. De brief bleek een pho-
tografische reproductie te zijn en was dloor
een margarine-fabrikant in een onzijdig land
geschreven. Law weigerde den naam van
den afzender of den1 geadresseerde mede te
deelen en evenmin hoe hij aan dien brief ge
komen was. De brief bevatte instructies om
de kwestie van het uitvoerrecht op palmpitten'
in de pers en in het parlement ter sprake te
brengen. Alle leden, die dienaangaande vra
gen gesteld of over de zaak gesproken had
den, stonden echter op, om op verontwaardl»
genden toon te loochenen, dat zij dit onder
den invloed van belanghebbenden zouden ge
daan hebben.
Er volgde een heftig tooneel, te midden
waarvan men zeide, dat de brief gestolen
was.
Een vrijhandelaar riep spottend: Dat is nu
het begin van protectie.
Het is altijd een argument van de vrijhan
delaars geweest, dat protectie een hevigen
Strijd van persoonlijke belangen en beschul
digingen van eigenbaat zou ontketenen.
Nadat Law zijn rede geëindigd' had, stond
de heer Simon op en verklaarde in een zeer
waardige rede, in de eerste plaats dat de
brief op het bureau van den censuur gefoto
grafeerd was en verder dat de censuur door
conservatieve ministers gebruikt werd om af
gevaardigden, die voorstanders van den vrij
handel zijn, in discediet te brengen, wat een
ernstige aanwijzing was voor hetgeen men
nog had te verwachten.
Een ander vroeg den heer Law, of hij dui
delijk wilde zeggen, dat hij geen afgevaardig
den had willen beschuldigen. De minister
Law deed dit ook.
Bii de heer Law's eerste rede, toen hij be
loofde, dat, indien er in Frankrijk margarine-
fabieken waren, er ten gunste van deze vrij
stelling van jiet uitvoerecht verleend zou wor
den, werd, door een interruptie, ook Law's
aandacht op Nederland gericht. Ffij antwoord
de hierop: Nederland is geen bondgenoot en
een politiek richt zich niet noodzakelijk tegen
onzijdigen, omdat zij ten onzen gunste is.
Sommige leden denken, dat wij iedereen moe
ten behandelen zooals wij ons zeiven behan
delen. Ik denk er niet zoo over.
DE DEUTSCHLAND.
Van het vertrek van de Deutschland uit de
Chasapeake-baai zijn tal van particuliere
Amerikaansche achten getuige geweest, die in
het 24 K. M. breede vaarwater tusschen de
kapen Charles en' Henry wachtten' op de ge
beurtenissen die komen zouden, doch niet kwa
men. Een Amerikaansche torpedojager was
eveneens bij het vertrek tegenwoordig in ver
band, heet het, met de aanwezigheid van En-
gelsche schepen, die buiten gaats óp de loer
lagen. Aan de New-York Herald wordt ge
meld dat het vertrek volkomen is gelukt.
Aan Fransdie bladen wordt over het ver
trek van dé Deutschland geseind: De vracht-
onderzeeër is op 1 Augustus des namiddags
half zes uit Baltimore vertrokken. Het leek
een triumftocht. Onafgebroken gilden de
i IA