DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DE OORLOG. No, 183 Hondèrd en achttiende jaargang. 1916 Abonnementsprijs per 3 maanden 11—, fr. p, post f 1.25. Advertentieprijsl2^ct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij Y.h. HERMs. COSTER 4 ZOON, Voordam C 8. Telefnr. 3. ZATERDAG 5 AUGUSTUS Uit den Raad. ENGELAND. AMERIKA. OT nnmn««r b»»ta«t ait 3 btaden Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. ALKMAAR, 5 Augustus. Een geweldige strijd wordt er aan het Verdun-front om Fleury gevoerd. Dit dorp ligt bij het daarnaar genoemde ravijn, de geul, welke tusschen de versterkingen door naar de kern van het versterkte kamp Verdun gaat. Den 23sten Juni werd' dit dorp door de Beieren genomen. Den 1 sten,Augustus be gonnen de Franschen een aanyal, die Fleury weer in hun bezit bracht. Van Fransche zijde werd verklaard, dat de Duitschers hun beste troepen naar de Somme hadden gebracht, dat de hoedanigheid der troepen voor Verdun cjtienteügevolge was verminderd en dat de Franschen. hiermede hun voordeel hebben ge daan en in drie dagen het terrein hadden her wonnen, dat de Duitschers in vele weken hadden veroverd. Het Fransche legerbericht van gistermiddag meldde echter; dat de Duit schers op het front tusschen Thiaumont en Fleury met de grootste hardnekkigheid tegen aanvallen hadden gedaan. Wel slaagden de Franschen er in de redoute van Thiaumont te hernemen, maar tengevolge van het gewel dige bombardement moesten ze die spoedig weer ontruimen. En na vele artilleristisch krachtig voorbereide Duitsche aanvallen, kregen de Duitschers, zegt het Fransche middagbericht, vasten voet in het zuiden van het dorp Fleury. Het Duitsche legerbericht deelde evenwel mede, dat het geheele dorp Fleury en al het andere verloren gegane terrein herwonnen werd in de tegenaanvallen, zoodat de toe stand weer dezelfde was geworden, als vóór den met groote troepenmacht gedanen Fran schen aanval. Het Fransche avond-bericht erkent 't verlies van Fleury. Het zegt, dat de Franschen het gistermorgen totaal moesten ontruimen, ten gevolge van de Duitsche aanvallen en dat de Fransche infanterie gistermid'dagwel weer het grootste gedeelte van het dorp bestormde, maar dat de Duitschers tegenstand blijven bieden. Daarentegen had de strijd bij het werk Thiaumont voor de Franschen een gun stiger verloop. Bij een aanval werd deze re doute voor de twéede maal door de Fransche troepen bezet en niettegenstaande verschei den tegen-aanvallen, bleef deze winst tot het afzenden van dit' legerbericht. nog behouden. Waarschijnlijk is de strijd hier echter nog niet afgeloopen. Het bovenstaande relaas doet nog eens weer zien, hoe vinnig er gestredén wordt. Er is onlangs medegedeeld, Üat de puinhóopen van een dorp moeten worden veroverd ten koste van de levens van de man nelijke bevolking van een middelmatige stad. Wanneer er echter zóó gevochten wordt, dan zal de prijs wel hooger zijn hoeveel men- schenlevens zullen de puinhoopen dan wel niet kosten? Van het Somme-front wordt geen infante- rie-actie gemeld. Wel wordt daar de artille- riestrijd tot groote hevigheid opgevoerd een teeken, dat'de aanvallers een nieuwe po ging om vooruit te komen willen doen en dat de verdedigers trachten dit te .beletten. Van het Oosten wordt wel hardnekkige strijd bericht, maar vorderingen van beteeke- nis worden niet medegedeeld. Men vecht daar vooral aan een zijrivier van de Sto- chod om het bezit van een dorp, dat Roedka- Mirishkaja heet en dat, evenals Fleury, reeds eenige malen van bezetting is verwisseld Toen het Russische legerbericht de wereld in ging, hadden de Russen het, toen het Duit sche en Oostenrijksche legerbericht, iets later, werd uitgegeven, kon worden medegedeeld, dat de Duitsche en Oostenrijksche bataljons en afdeelingen van het Poolsche legioen het dorp en het daarbij verloren gegane terrein hadden heroverd. Vermelding verdient ten slotte, dat er Duitsche troepen in de Karpathen vechten dat zij eenig terrein wonnen, is bijzaak, van meer beteekenis is, dat zij daar staan. ALKMAAR, 5 Augustus, „Dus mijneheeren, de gemeentewinkels ver dwijnen." Met deze woorden sloot de voorzitter Woeysdag de spoedvergadering van den Raad, door hem met lijdzaamheid geleid. Zoo groot was het geduld van den burgemeester, dat hij het reglement van orde buiten de orde stelde, het woord gaf aan wie dit verlangden, voor de hoeveelste maal ook, en zelfs bood hij een avondvergadering aan voor het geval, dat men in den middag niet gereed zou kun nen komen. Na drie uren debatteerens was men echter toe aan de beslissing, welke uit viel in den hierboven aangegeven geest Wat van dit besluit te zeggen? Het beste wordt, het wellicht aldus geka rakteriseerd, dat de Raad voorbarig en zon der noodzaak oude schoenen heeft wegge worpen, voordat de nieuwe er zijn. Een niet zeer verstandige maatregel in een tijd, waarin het leer peper-duur isi De leer willen we bij 'deze kwestie geheel laten rusten. Het is ons om het even, welk partijprogrampunt van overheidswege tijdelijk in de practijk wordt gebracht, wanneer het doel maar op de beste wijze wordt bereikt. Buitengewone omstan digheden eischen nu eenmaal buitengewone maatregelen, welke men te aanvaarden heeft op voorwaarde van tijdelijkheid. En wanneer in den Alkmaarschen gemeenteraad de vrees wordt geuit, dlat van socialistische zijde ge poogd za.1 worden, de tijdelijk genomen maatregelen in duurzame om te zetten, dan stellen we daartegenover, dat die Raad mans genoeg is om daar een stokje voor te steken en een „tot hiertoe en niet verder" gebiedend uit te spreken. De politiek, welke bij de discussies Woens dag een woordje meesprak, zou dan ook ge rust gezwegen kunnen hebben. Gaat men den uitslag der stemming na, dan merkt men, dlat het politieke beginsel in dezen geen richt snoer was, dat vogels van diverse politieke pluimage zich onder hetzelfde hoedje lieten vangen. Trouwens wij gelooven, dat on danks het verschil in uitspraak en stem, in principe de Alkmaarsche raadsleden het in deze kwestie ongeveer eens zijn en we ziju geneigd te vragen of de weggeworpen schoe nen inderdaad wel hebben gewrongen, waar men dit deed voorkomen of dat de pijnlijke plek misschien ergens anders zat In. het voorstel (bijlage 88) werd in het midden ge laten „in hoeverre eene commissie ad hoe (de levensmiddelen-commissie) tot het nemen van een dergelijk besluit als tot oprichting van gemeentewinkels, bevoegd is", maar mr. Lees berg zei het Woensdag duidelijker, toen hij verklaarde, dat de zaak eindelijk was, waar ze moest wezen, bij den Raad, omdat het hier niet betreft een daad van uitvoering, door den rijksiwetgever opgelegd, doch een be stuursbesluit. Wij hebben zoo het vermoeden, dat wan neer niet de levensmiddelen-commissie op ei gen houtje totoprichting van gemcentewin- kels ware overgegaan, doch de Raad in de gelegehheid was gesteld een daartoe strek kend besluit te nemen, deze instelling niet slechts evengoed tot stand zou zijn gekomen, maar dat er dan ook geen sprake zou zijn ge weest van de thans daartegen aangevoerde oppositie. De Raad is in de oprichting niet gekend zou dat niet méde een pijnlijke plek zijn, zou dit niet de positie zijn, waaruit de oppositie van sommige raadsjedën is voortgekomen? Wij maken ons sterk, dat,.indien op het tijdstip van hopelooze verwarring bij den Raad was ingediend een voorstel om over te gaan tot de oprichting van de twee gemeen telijke groentewinkels, dit voorstel óf zonder óf slechts met geringe tegenkanting zou zijn aangenomen. De toestan# was immers een maal zoo, dat er in de voorziening van groenten en aardappelen van gemeentewege moest worden ingegrepen, spoedig krachtig en afdoende. Op dat oogenblik was de instel ling van gemeentewinkels het aangewezen middel. Dóór niemand is dit duidelijker ge zegd al is op dit zeggen Woensdag niet voldoende de aandacht gevallen dan door den heer Leesberg, toen deze tegenstander verklaarde: „door den Minister werd voort durend in overweging gegeven, dat men maar gemeente-winkels moest oprichten, al werd dit woord dan ook niet in dé ministerieele aanschrijvingen genoemd." Door denzelfden Minister wel te verstaan, die herhaaldelijk te kennen heeft gegeven, van wien in dén Raad Woensdag door verschillende sprekers ook is getuigd, dat hij de middenstanders niet wilde uitschakelen. De heer Cloeck, die eenige ci taten gaf uit het verslag van de buitengewone algemeene vergadering van den Nederland- schen Bond van Vereenigingen van den Han- deldrijvenden en van den Industrieelen Mid denstand, heeft niet aangehaald een zin snede uit dé openingsrede van den voorzitter, waarin wordt verklaard, dat het soms onver mijdelijk blijkt, dat in het algemeen belang tijdelijk in sommige zaken, moet worden inge grepen; die voorzitter voegde er aan toe, dat de middenstand er voor heeft te waken, dait zulks niet langer duurt, dan de oog.nblikke- lijke toestand vordert. In deze zinsnede is de heele kwestie, welke Woensdag den Raad heeft bezig gehouden, zuiver gesteld en van dat oogpunt uit had men haar ook in de Raadsvergadering moeten bekijken. Men had niet moeten praten over de mogelijkheid, dat strakjes andere artikelen aan de beurt zullen komen, men had niet de voorstelling moeten wekken, dat nu er twee gemeentelijke groente winkels, neen, winkels voor den verkoop van enkele goedkoope groenten, zijn, er binnen kort een gemeentelijk warenhuis zal worden geopend. Is de beslissing in dezen bij onze stadsbestuurders, dan zijn wij overtuigd, dat het gemeentelijk distributie-dilletantisme niet tot zulke gunstige geldelijke resultaten zal leiden, dat er maar hals over kop uitbreiding aan zal worden gegeven er dient evenwel in aanmerking genomen, dat. de Minister voortaaó bevoegd' is êen distributieregeling voor de gemeenten vast té stellen. Wanneer het eenigszins kan en het afhangt van het ge meentebestuur, dan zullen, wij zijn er van overtuigd, de goedkoope levensmiddelen e. ti. worden verstrekt door de gewone handela ren, dan zullen de neringdoenden nóch door gemeente- nóch door coöperatie-diletantis- me uit hun bedrijf worden gestooten, maar zullen zij de gemeenschap hun diensten, als in normale omstandigheden, blijven bewijzen, en daarvoor op billijke wijze worden be loond. Er is uit de Woensdag gehouden be sprekingen glashelder gebleken, dat de op richting van de gemeente-groentenwinkels slechts is geweest een correctie-middel, om de door geringe aanvoeren en te hooge prij zen ontstane verwarring weg te nemen, om op te treden, waar de gewone handelsdistri butie in gebreke bleef of faalde, en dat dit correctiemiddel zou vervallen, zoodra de toe stand dusdanig was geworden, dat verbete ring en aanvulling niet meer nóodïg moest worden geacht, omdat de betreffende artike len tegen normale prijzen voor de ingezete nen beschikbaar kwamen. Ten slotte kwam de heele kwestie van Woensdag hierop neer, of de handelaren weer zóuden worden ingescha keld met tijdelijk behoud van de gemeente- winkels of wel met onmiddellijke opheffing daarvan. En wanneer men mi naast elkaar legt de uitstekende verdediging van het ge meentelijk beleid door wethouder Lubbe (voor welk beleid de burgemeester en hij te recht hulde ontvingen) en de formeele, prin- cipieele, commercieele en misschien nog wel andere -eele overwegingen van zijn bestrij ders, dan moet men het betreuren, dat de laatsten Woensdag in de meerderheid zijn geweest. Men heeft niet willen luisteren naar de waarschuwende stem van den voorzitter noch naar den heer Lubbe, die beter dan iemand anders tot oordeelen in staat, zeide: ik durf op het oogenblik de op heffing nog niet aan, daar kan ik thans nog niet de verantwoordelijkheid voor op me nemen." Men heeft tegenover zijn zeer besliste bezwaren niets anders kunnen aanvoeren, dan een „och het zal wel meeval len" en toen de voorzichtige heer van den Bosch zijn waarschuwende stem deed hooren, maar gauw met beide handen aangegrepen een denkbeeld, dat de voorstellers zelve noemden een „bescheiden en denkelijk te ver beteren poging". Het hangt er nu van af, of het in de prac tijk zal meevallen, met name of de practijken van de venters en winkeliers zullen meeval len. Kwade practijken zijn voorgenomen, er zijn onder deze handelaren geweest, die zich aan bedriegelijke handelingen jegens de ge meenschap hebben schuldig gemaakt. Het was fijntjes gezegd van den heer Cloeck, dat er in Alkmaar misschien geen betere men-, schen werden gevonden dan elders, nadat hij even te voren had gewezen op Leiden, waar groentehandelaren de goede regeeringsuien naar den zolder brachten en deze vervingen door slechte. Met zulke menschen kan een gemeentebestuur moeielijk in zee gaan met een zaak, waar zooveel vertrouwen bij te pas komt, als bij den groentenhandelj welks arti kelen niet door er een stempel op te plaatsen of door er een kop af te doen (haring) als re- geeringsartikelen gemakkelijk kunnen worden aangewezen en als zoodanig onderkend, en waarbij geen controleur aan elke kar of elke huisdeur kan staan. Trouwens alles wat men uit .de courant heeft gelezen en Woens dag heeft gehoord, geeft geen hoog denk beeld van de organisatie der groentfehandelA- ren. En daar komt het mede op aan. Immers het thans aanvaarde voorstel zegt1: „via het bestuur geven venters en winkeliers, die in aanmerking willen komen voor den verkoop van goedkoope groenten, aan de gemeente de benoodigde hoeveelheden op, zij verkoopen deze tegen den door de gemeente vast te stel len prijs, verplichten zich geen groenten van denzelfden naam van de vrije markt te ver koopen of wel houden lijsten aan, waarin ie dere verkoop met naam van kooper en ge kochte hoeveelheid wordt venneld de voorstellers laten dit maar in het midden! Een flink bestuur van een flinke organisatie kan bij een soortgelijke samenweridhg instaan voor zijn leden, maar wat moet er bij een slappe organisatie van dergelijkezaken te recht komen? Het komt ons voor, 'dat de ernstige gc3d- willende groentenhandelaren niet hun eigen belangen hebben gediend, door op dit oogen blik aan te dringen op de opheffing der ge meentelijke winkels. Zonder 's Raads beslis sing zouden deze winkels tóch geleidelijk, zijn verdwenen, zoodat in het gunstigste geval dé verdwijning slechts een weinig is ver haast In het gunstigste geval wij zijn er niet zeker van, dat dit zal intreden. Zijn wij wel ingelicht, dan is er geen1 sprake van, dat de gemeente-winkels onmiddellijk „na uitverkoop wegens opheffing dér zaak" zullen verdwij nen, zooals het Raadsbesluit inhoudt De be doeling moet voorzitten, dat deze winkels niet zullen worden opgeheven, voordat de be trokkenen hebben getoond, inderdaad de noodige waarborgen tegen prijsopdrijving e. d. te kunnen geven, dus in dezen buitenge wonen tijd met gemeentehulp voor him taak berekend te zijn. De betrokken groentenhandelaren mogen er wel van overtuigd zijn, wat er thans voor hen op het spel ataat Zij moeten zich beijve ren om zich het vertrouwen, dat 'a Raads meerderheid in hen heeft gesteld, waardig te toonen. Zij dienen zich te wachten voor onge oorloofde handelingen, hoe groot de verlei ding daarvoor ook moge zijn. Zij hebben er wel voor te waken, dat zij nóch ,de gemeente nóch hun klanten bedriegen, zij zullen zich tevreden moeten stellen' met- een matige winst en hebben te zorgen voor een prompte bedie ning. Allereerst zij hun echter aangeraden, ten einde zoo spoedig mogelijk weer in hun ne ring te komen, degelijke'vertrouwensmannen te kiezen en zich geheel te gedragen naar de aanwijzingen, welke hun door dezen worden gegeven. Misschien kunnen bestaande mid- denstandsvereenigingen hen hierbij behulp zaam zijn ook zij hebben er belang bij, dat alles nu goed en niet te langzaam in orde komt. In dit verband zij gewezen op Leiden, waar een „Bureau van den Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand" is opgericht, ten doel hebbend de bespreking der moeielijk- heden inzake de distributie in deze tijden en trachtend zoo veel mogelijk overleg te plegen en samenwerking te verkrijgen met de autori teiten, die de distributie-regelingen vaststel len. Te njeer is er aanleiding hierop te wij zen, omdat de levensmiddelen-commissie in onze gemeente tot dusverre gemeend heeft, het wel zonder assumptie van middenstan ders, niet-raadsleden, te kunnen stellen. Het bevreemdt ons en het doet ons leed, dat de heeren Stoel en Verkerk in het raadsbe sluit aanleiding hebben gevonden om te be danken als leden der levensmiddelencommis sie. Het gold hier nu niet meer een zaak van principe, doch enkel van practijk, tenzij, maar dat is niet gebleken, beide raadsleden voor standers zijn -van blijvende gemeente-winkels. En dan buitengewone omstandigheden eischen niet alleen buitengewone maatrege len, maar ook menschen, die niet maar dade lijk bij den eersten den besten tegenslag er het bijltje bij neerleggen. Ook in dit opzicht heeft het ministerie een loffelijk voorbeeld ge geven en daaraan hadden beide raadsleden wel mogen denken, voordat zij hun ontslag als leden van der levensmiddelencommissie namen, in welke functie zij een zekere erva ring hadden verworven, welke hun opvolgers wij hoorden, dat de heeren Bak en Ringers zullen worden uitgenoodigd zitting te nemén in den eersten tijd althans missen. Met genoegen vermelden we, dat wethouder Lubbe zijn functie als voorzitter der levens middelen-commissie niet neerlegt, d'och haar, voorloopig althans, blijft waarnemen. Tenslotte eenige woorden over het perma nent-comité van actie tegen de duurte, dat ,per circulaire de mannen en vrouwen uit de 'arbeidersbeweging had aangespoord om te komen „in zoo groot mogelijke getalen Woensdag om I uur op de publieke tribune (Raadszaal), om met ons tegen dezen schan delijken aanslag Qp goedkoope verstrekking van voeding te demonstreeren en te profes* teeren." De Alkmaarsche bevolking heeft aan dezen oproep geen gevolg gegeven welgeteld waren er slechts 8 vrouwen en 7 mannen, de sociaal-democratische vrouwenclub en het co mité aanwezig. En het is maar goed ook, dat het comité mét zijn poging tot het kweeken van agitatie in dé raadzaal fiasco heeft ge maakt. Het zou ten zeerste te betreuren zijn geweest, wanneer dit pogen geslaagd ware. Massa-agitatie blijve buiten de raads zaal. Waar zou het heen, wanneer bij een anders uitgevallen beslissing de schijn kon zijn gewekt, alsof 's raads besluiten wórden beïnvloed door dergelijke protest-bewegin gen? 't Is te hopen dat het comité zelf de con sequenties zal trekken, zal inzien, hoe dom en hoe onverantwoordelijk zijn mislukte poging is geweest, om de publieke tribune in de raadzaal te gebruiken voor demonstratie en protest. Vergaderlokaal, plein, straat, mani fest, courant zijn voör zulke zaken de aange wezen middelen de publieke tribune in de raadzaal blijve gereserveerd voor louter be langstellenden. Waarbij nog komt, dat de so ciaal-democratische arbeidersbeweging voor de zaak der levensmiddelenvoorziening in den Raad een beteren pleitbezorger heeft ge had, dan de steller van de circulaire. UIT HET LAGERHUIS. Aan de N. R. Crt. werd geseind: De heer Bonar Law heeft, toen hij als minister van koloniën in het Lagerhuis het uitvoerrecht op palmpitten uit West-Afrika, dat door den heeren Henry Bentinck en Ram say bestreden was, verdedigde, een.storm ver oorzaakt door een brief voor te lezen, die, zei- de hij, zou verklaren, waarom men zooveel be lang in kwestie stelde. De brief bleek een pho- tografische reproductie te zijn en was dloor een margarine-fabrikant in een onzijdig land geschreven. Law weigerde den naam van den afzender of den1 geadresseerde mede te deelen en evenmin hoe hij aan dien brief ge komen was. De brief bevatte instructies om de kwestie van het uitvoerrecht op palmpitten' in de pers en in het parlement ter sprake te brengen. Alle leden, die dienaangaande vra gen gesteld of over de zaak gesproken had den, stonden echter op, om op verontwaardl» genden toon te loochenen, dat zij dit onder den invloed van belanghebbenden zouden ge daan hebben. Er volgde een heftig tooneel, te midden waarvan men zeide, dat de brief gestolen was. Een vrijhandelaar riep spottend: Dat is nu het begin van protectie. Het is altijd een argument van de vrijhan delaars geweest, dat protectie een hevigen Strijd van persoonlijke belangen en beschul digingen van eigenbaat zou ontketenen. Nadat Law zijn rede geëindigd' had, stond de heer Simon op en verklaarde in een zeer waardige rede, in de eerste plaats dat de brief op het bureau van den censuur gefoto grafeerd was en verder dat de censuur door conservatieve ministers gebruikt werd om af gevaardigden, die voorstanders van den vrij handel zijn, in discediet te brengen, wat een ernstige aanwijzing was voor hetgeen men nog had te verwachten. Een ander vroeg den heer Law, of hij dui delijk wilde zeggen, dat hij geen afgevaardig den had willen beschuldigen. De minister Law deed dit ook. Bii de heer Law's eerste rede, toen hij be loofde, dat, indien er in Frankrijk margarine- fabieken waren, er ten gunste van deze vrij stelling van jiet uitvoerecht verleend zou wor den, werd, door een interruptie, ook Law's aandacht op Nederland gericht. Ffij antwoord de hierop: Nederland is geen bondgenoot en een politiek richt zich niet noodzakelijk tegen onzijdigen, omdat zij ten onzen gunste is. Sommige leden denken, dat wij iedereen moe ten behandelen zooals wij ons zeiven behan delen. Ik denk er niet zoo over. DE DEUTSCHLAND. Van het vertrek van de Deutschland uit de Chasapeake-baai zijn tal van particuliere Amerikaansche achten getuige geweest, die in het 24 K. M. breede vaarwater tusschen de kapen Charles en' Henry wachtten' op de ge beurtenissen die komen zouden, doch niet kwa men. Een Amerikaansche torpedojager was eveneens bij het vertrek tegenwoordig in ver band, heet het, met de aanwezigheid van En- gelsche schepen, die buiten gaats óp de loer lagen. Aan de New-York Herald wordt ge meld dat het vertrek volkomen is gelukt. Aan Fransdie bladen wordt over het ver trek van dé Deutschland geseind: De vracht- onderzeeër is op 1 Augustus des namiddags half zes uit Baltimore vertrokken. Het leek een triumftocht. Onafgebroken gilden de i IA

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1