DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van liet Zuidelijk Oorlogsterrein Gemeentelijke iroentenyoorziening. No. 187 Honderd en achttiende jaargang. 1918 DONDERDAG 10 AUGUSTUS Ahonosmentspriis per 3 maanden i 1.— fr. p. post f 1.25. Advertentiepriisl2*ct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerii v.h. HERNIs. COSTER 4 ZOON, Voordam C 9. tefefnr. 3. YARIA Wolvordering. NEDERLAND. Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. ALKMAAR, 10 Augustus. Het nieuws van heden: Het Oostenrijksche Gcjtrz door de Italianen veroverd; ten zuiden van Stanislau trekken de Oostenrijkers te rug, zoodat de Russen dit spoorwegknoop punt op 10 K.M. afstand zijn genaderd; de Duitschers slaan in het westen aanvallen van Franschen en Engelschen af en treden hier en daar zelf aanvallend op; de Turken herover den in Armenië de steden Bitlis en Moesj. Bovenstaande feiten geven een duidelijk beeld van den militairen toestand op dit oogenblik en zij zijn een nadere beschouwing alleszins waard. Men weet, dat in het laatst van Mei de Oostenrijkers op het front in Zuid-Oost-Tirol tot den aanval overgingen. Hun resultaten waren van dien aard, dat de vlakte van Vene tië in hun bereik scheen. Maar de Russen kwamen begin Juni door een offensief op het Oostelijk oorlogstooneei de Italianen te hulp en zij brachten den Oostenrijkers, die ter wille van hun optreden in Italië, hier hun li nies geducht hadden verzwakt, gevoelige ver liezen toe, zoowel wat manschappen als ma teriaal betreft en ondanks den snellen terug tocht, waartoe de Oostenrijkers overgingen. De Oostenrijkers staakten hun Italiaansch of fensief, ten einde troepen naar het bedreigde Oostelijke front te kunnen zenden, de Duit schers zorgden ook voor hulp en het gevolg was, dat de Russische opmarsch werd ver traagd. Van de omstandigheid, dat het front bij Tyrol verzwakt was, hebben de Italianen voordeel getrokken. Zij hebben (in het laatst van Juni) een tegen-offensief ingezet, en de Oostenrijkers gedwongen hun slecht bezette linie te verkorten, waardoor het grootste deel van het op de Italianen veroverde gebied weer in Italiaansche handen kwam. Daar de Duitsche troepen, die in het Oosten de Oostenrijkers te hulp kwamen, ge deeltelijk aan het Westelijk front waren ont trokken, was het oogenblik voor het Britsch- Fransche offensief dus gunstig en den lsten Juli werd hiertoe overgegaan. De Duitschers hebben aan de Somme terrein moeten prijsge ven, maar ze hebben tot dusverre een belang rijken opmarsch kunnen voorkomen. Ten ein de de strijd aan de Somme gemakkelijker te maken, zijn de Franschen bij Verdun tot den aanval overgegaan. Immers uit 't beëindigen van 't offensief bij de Maasvesting viel af te leiden, dat er uit deze streek zooveel verster kingen waren gehaald, dat de Franschen hier hup slag zouden kunnen slaan of althans de Duitschers zouden kunnen dwingen, naar hier van de Somme weer troepen terug te voeren. Aldus ontstonden er twee brandpun ten: Somme en Verdun. Daar wordt nu we kenlang verbitterd gevochten. Vandaag ma ken de wederzijdsche legerberichtea den in druk, dat de Duitschers het sterkst zijn: ze kregen voor de zooveelste maal vasten voet in het werk van Thiaumont, ze sloegen de Fransch-Engelsche aanvallen bij de Somme af en gingen bij Yperen zelfs tot een aanval over. Maar bij de brandpunten is de strijd geenszins als beslist' te beschouwen en het valt niet te zeggen of de Duitschers inder daad sterker zijn dan hun tegenstanders, dan wel dat dit zoo schijnt, doordat er een ge- vechts-pauze bijv. tengevolge van het aflos- sen der aanvalstroepen uit de voorste linie is ingetreden. In elk geval kan men dit zeggen, dat wan neer de entente hier niet sneller resultaten behalen, het succes van hun offensief zeer twijfelachtig is en dat de Duitschers den al- gemeenen aanval dus goed hebben weerstaan. Maar er zijn nog enkele vechtmaanden te wachten voordat het tot rust doemende tijd perk intreedt en in die maanden kan er nog heel wat gebeuren, kan er aan een der beide zijden een inzinking plaats hebben, zoo groot, zoo beslissend, als men nu nog niet zou aannemen. Inmiddels bleven op het Oostelijk oorlogs tooneei de Russen de baas. De Oostenrijkers waren niet slechts gedwongen hun Tyrol- maar ook hun Isonzo-front te verzwakken. En daar hebben de Italianen weer handig gebruik van gemaakt. In een mooi - gelükte operatie hebben bij de stad Görz vermeesterd Van Oostenrijksche zijde heeft men natuur lijk de verzekering bij de hand, dat de verla ten stellingen toch volkomen verwoest waren en dat het Oostenrijksche verdedigingsstelsel noch ia zijn tactische, noch in zijn strategi sche beteeken is is aangetast, maar dat is een praatje voor de vaak. De Oostenrijkers heb ben een tactische nederlaag geleden, welke wel degelijk strategische gevolgen kan heb ben, indien n.l. de Italianen er werkelijk in slagen hier een doorbraak tot stand te bren gen, het Oostenrijksche troepenverband te vernietigen en over Görz dat wel heel spoedig prijs gegeven is! de „militaire wandeling naar Triëst" te voltooien. Nu zou het verlies van Görz nog niet zoo veel hebben te beteekenen, wanneer de Oos tenrijkers maar de Russen tot staan had den gebracht. Doch dat hebben ze niet Ze hebben ook daar tactische nederlagen gele den. En in beide gevallen heel wat man schappen en materiaal verloren. Bij de ver overing van Görz maakten de Italianen 10.000 gevangenen, bij die van de stad Tys- menitsa de Russen 7400. Wij zien dus, dat tengevolge van het ge lijktijdig offensief der entente mogendheden bijna overal het initiatief uitgaat van die mo gendheden en dat de midden-mogendheden tot het defensief zijn gedwongen, waarbij valt op te merken als een bedenkelijk verschijnsel voor de laatsfen, dat de Oostenrijkers tegelij kertijd aan de Isonzo en in Galicië klop krij gen en dat dus de hulp, door Duitschers en1 Turken geboden, niet heeft mogen baten. Bij na overal in Armenië niet Daar hebben de Turken de Russen uit Moesj, ongeveer 30 mijlen ten zuiden van Erzeroem en Bitlis, nog zuidelijker, heroverd. Op zichzelf betee- kent die herovering niet veel, maar 't spreekt van zelf, dat de Russen hun zegetocht in Ar menië (in het bevrijde Armenië), niet uit vrijen wil hebben gestaakt en de Turken ge legenheid hebben gegeven hier, evenals in Perzië, heroveringen te maken. Deze kleine feiten wijzen er op, dat de Russen zich op deze neven-terreinen hebben moeten ver zwakken, om successen op hun hoofd-opera- tietooneel te kunnen behalen. Voor hun ge slaagde operaties hebben ze troepen van an dere fronten moeten laten aanrukken is dit niet een aanwijzing, dat ook bij de Rus- sen de manschappen niet maar in onbeperk- ten getale aanwezig zijn? Men bedenke nu hierbij, dat de Russen niet aan het einde, doch feitelijk slechts aan het begin van hun grootsche taak staan. Zij hebben tegenover zich/ de Oostenrijkers, die over weinig reser ves beschikken, maar ook de Duitschers, die nog sterk zijn en die hoe langer hoe meer de geheele leiding in het Oosten in handen ne men. Doel der Russen schijnt op het oogen blik de Duitschers over Kowel naar het noord-westen en de Oostenrijkers over Lam berg naar het zuid-westen te dringen, tenein de daardoor beide partijen van elkaar te scheiden. Maar deze strategische doorbreking eischt behalve zoo veel meer aanzienlij ke reserves. Zijn die er niet, dan kan het doel niet worden bereikt. En zoo is dan ook het eind van deze be schouwing, dat op het oogenblik de stand van zaken voor de midden-mogendheden on gunstig is, dat met name Oostenrijk er beden kelijk voor schijnt te staan, doch dat men volstrekt niet met zekerheid kan zeggen, dat deze toestand blijvend is. Er kan zeer wel nog weer een keer komen, waardoor de mid den-mogendheden weder hun sterkere positie van weleer innemen. Dat is op het oogenblik nog evenzeer mogelijk als dat er bij hen een blijvende verzwakking intreedt wij bespre ken hier natuurlijk alleen den militairen stand van zaken en laten politieke, economi sche en financieele factoren, waaromtren echter met zekerheid nog minder te zeggen valt, buiten beschouwing. En bij de beoor deeling dient men tenslotte wel te bedenken, dat Balkan- en andere verrassingen, die de schaal naar den eenen of naar den anderen kant doen overhellen, geenszins buitengeslo ten zijn. over Eindelijk nog een paar opmerkingen den toestand van het oogenblik. Görz is spoediger gevallen, dan was te verwachten het Italiaansche legerbericht van gisteren deed een gevecht om huis na huis vermoeden. De Franschen hebben eenig door de Duit schers behaald voordeel aan de Somme te ruggewonnen en de Engelschen kwamen noord-westelijk van Pozières wat vooruit (200 el over een afstand van 600 el). Het laatste Fransche legerbericht maakt geen melding van het terugveroveren van het werk Thiaumont, zoodat dit nu weer Duitsch is. Op het Oostelijk oorlogstooneei mislukten Russische aanvallen aan de Stocnod en had den de Duitsche-Oostenrijksche aanvallen bij Loetsk eenig succes, evenals in het gebied van de Karpathen en in Boekowina. De ter reinwinst van de Russen ten zuiden van den Djnestr zou wel eens tengevolge kunnen hebben, dat de posities der midden-mogend heden'ten noorden van die rivier ook ernstig worden bedreigd. In de Hongaarsche Kamer is nog eens uit drukkelijk verklaard, dat men vol zal hou den en in het bestaan van het tegenwoordige bondgenootschap de beste waarborg voor een eervollen en duurzamen vrede ziet Ook door den leider van de nieuwe Karolyi-frac- tie, van welke werd gedacht dat zij streefde naar een vrede tot eiken prijs en met name naar een vrede met Rusland. De Engelsche minister van buitenlandsche zaken, Viscount Grey, heeft door bemidde ling van Amerika formeel geprotesteerd te gen het fusilleeren van kapitein Fryatt, welke de Engelsche regeering beschouwt als een gerechtelijken moord op een Britsch onder daan, krijgsgevangen gehouden door de Duitsche regeering, onder omstandigheden, rechtstreeks in strijd met het volkerenrecht en de oorlogsgebruiken. IT ALIAAN SCH-OOSTENRIJKSCHE GEVECHTSTÊRREIN. Uit Rome wordt officieel gemeld: Onze troepen zijn vandaag Oörz binnengetrokken. Reeds gisterochtend had onze infanterie, na een hevig geconcentreerd geschutvuur, de hoogten van Oslavia en Podgora geheel ver overden de laatste vijandelijke afdeelingen, die er zich nog staande hielden, verdreven. De vijandelijke schansen en schuilholen la gen vol lijken. Overal heeft de in wanorde te ruggeslagen vijand de wapenen, amunitie en krijgstuig van alle gading in den steek gelar ten. Gisteren tegen den avond staken afdeelin- lingen van de brigade van Casale en Pavia op een doorwaadbare plaats de Isonzo over (de bruggen zijn door den vijand gedeeltelijk vernield) en versterkten zich op den linker oever. Een kolonne ruiterij, bersaglieri en wielrij ders werd onmiddellijk over de rivier gezon den om den vijand te vervolgen. Onze onvermoeide genietroepen, die of schoon zij onder vuur waren snel werk lever den, sloegen nieuwe bruggen en herstelden de door den vijand beschadigde. Op den Karst hebben wij gisteren opnieuw aanvallen van den vijand tegen de toppen van den San Michele afgeslagen en stormen derhand nieuwe vijandelijke verschansingen in de nabijheid van het dorp San Martino ge nomen. Het tot dusver getelde aantal der door ons gemaakte gevangenen overtreft de 10.000 en nieuwe blijven toestroomen. De gemaakte buiit, die nog niet kon worden geteld, is reusachtig. Het Weensche legerbericht luidt: De hevige gevechten in het vak van Görz hou den aan. Gistermiddag hebben enkele vijan delijke afdeelingen de stad bereikt. Bij den Monte San Michele en San Martino hebben onze troepen herhaaldelijk onder de zwaarste verliezen voor den vijand, aanval len afgeslagen. Het 17e honved-regiment heeft zich daarbij bizonder onderscheiden. DE BRAND-VERWEKKENDE BOM MEN DER DUITSCHERS. Een verslaggever van de „Petit Parisien" verhaalt het volgende: Boven het dorpje, waar ik zit te ontbijten, op ongeveer twee kilometer van de Duitsche linies gelegen, hoort men sedert een kwar tier, bijna onophoudelijk een noodlottig ge fluit, gevolgd door vreeselijke donderslagen. De herbergierster zei zonder groote emotie tot mij „Dat is het tijdstip, dat ze ons gaan bom bardeeren. Ik gaf u immers den raad in een kelder af te dalen, mijnheer, maar hier hebben wij geen kelder meer." Dat was dus een afboende reden, om maar met mijn ontbijt door te gaan. Bijna op het zelfde oogenblik echter komt er een kind aansnellen, met oogen, die van nieuwsgierig heid schitteren: „Ze hebben het huis van M. D. in brand geschoten. Dat zal aardig branden!" Het was het mooiste huis van het dorp, op zestig meter afstand gelegen van de plek, waar ik mij bevond. Met den kleinen jongen ga ik er heen. Aan het eind van het straatje snellen reeds menschen toe zonder acht te slaan op de bommen. Zij wijzen naar het bovenste gedeelte van het huis, een met aarde bedekt terras, en vervolgens naar den weg, waarin een gat van 25 centimeter middellijn is geslagen. Uit dit gat stijgt rook op, groen en geel van kleur en belemmerend voor de ademhaling. „Drommels", roept een buurman, met den voet in het gat woelende, „het is een brand stichtende bom." Werkelijk brandt de aarde in het gat nu hij ze rntj de zool van zijn schoen heeft aangeraakt. En ook aan de schoen zelf vertoont zich een vreemd vlamme tje. „Mijnheer, kijk eens", roept de jongen, ter wijl hij'me in onze onmiddellijke nabijheid naar anderen rook wijst, die van een binnen plaats opstijgt, „daar hebben ze ook een bom geworpen Terwijl de buurman driftig zijn zool aan het plaveisel afwrijft, bereiken wij de binnen plaats. Twee mannen, wien het zweet van het voorhoofd gutst, zijn er in geslaagd met groote emmers water den brand te blusschen, die door een projectiel in een soort loods is gesticht. De bom is tusschen een kar, die met kisten geladen stond, en eenige land bouwwerktuigen gevallen, en heeft de kar in stukken geslagen, die in brand zijn geraakt. Indien de beide mannen niet vlug ter hulpe waren gesneld, zou de geheele loods in brand zijn geraakt. Een vreemde, walgelijke, zoetachtige lucht stijgt uit de loods op. Men zou zeggen: een fosforlucht, vermengd met een onbekende substantie. Op den grond ont dek ik onder een hoop puin een roze tube van celluloid, die een verpestenden stank ver spreidt. Een Engelsch officier, die opdracht heeft de plaatsen te noteeren waar de bom men neervallen, verklaart mij, dat het de huls is van de stof, bestemd om brand te veroor zaken. Als de bom springt, deelt de vlam zich aan het chemische preparaat mede, dat onder het verbranden een ongeloofelijk-hooge tem peratuur ontwikkelt en een vuurwerk van sterren te zien geeft, die alle een brandstich tende vonk bevatten. „Ik deed thuis mijn middagdutje", vertelt één der mannen, „toen de bom neerviel. Ik werd tegen den grond geslingerd. Tegelijker tijd nam ik zulk een afgrijselijken stank waa'r, dat ik dachtze zenden ons hun smerig ver stikkend gas toe. Ik ging op verkenning uit en ontdekte, dat de boel al smeulde. Toen ging ik water halenAls dat 's nachts alles zoo gebeurd was, zou de geheele wijk er aan zijn gegaan. Hij wees mij op de hui zen, iij 'de nabijheid van de loods. Alle zagen er in eens zeer veranderd uit, en waren dik onder de stof. Twee huizen waren bijna ge heel uit hout opgetrokken. Die zouden dus gebrand hebben als een lucifer1 VEROVERING EN OORLOGS SCHADEVERGOEDING. Een Duitsch hoogleeraar heeft berekend, wat de waarde is van het vijandelijke land, dat EHütschland als onderpand bezet houdt. Hij schat die laag op ten minste honderd mil liard mark. De waarde van het Fransche gebied stelt hij, met aftrek van wat de Franschen in Zuid- Elzas hebben veroverd, op slechts 15 mil liard mark, ofschoon daar de rijke mijnen lig gen, waarvan Frankrijks nijverheid afhangt. Daarbij is het roerende vermogen van de be volking niet meegeteld, schrijft de Münchener Neu. Nachr., „ofschoon wij ons dat ter dek king van onze oorlogsschade zeker evengoed kunnen toeëigenen als de Engelschen Duitsch kapitaal in beslag hebben genomen." Even min is dat roerende goed meegeteld, waar prof. Wohltmann de waarde van hetbezette gebied in België op 50 milliard stelt. De landbouwwaarde van het veroverde Russische gebied schat hij op 23 milliard, waarbij nog komt de waarde van gebouwen op het land, velbare bosschen en steedsche waarden, fabrieken, spoorwegen, bruggen, vestingen, enz. Zoodat prof. Wohlmann in het geheel, zonder het roerend vermogen, op 40 milliard komt. Servië en Montenegro laat hij er buiten. Wat wil tegenover die waarde van Duitsch- lands veroveringen zeggen vraagt de M. N. N., of prof. Wolhtmann dat de waarde van het Duitsche bezit* in Engeland 100 tot 150 millioen mark grooter is dan die van het Engelsche bezit in Duitschland En ook de waarde van de Duitsche kolonies (Kiautsjau uitgezonderd), die op 2y» tot 3 milliard wordt geschat, valt daarbij in het niet. Hier bij dient echter opgemerkt te worden, dat prof. Wolhtmann alleen te rade gaat met het kapitaal, dat in die kolonies is gestoken. De slotsom is, dat het bezit van de ver overde panden, Duitschland niet alleen zijn koloniaal bezit waarborgt, maar ook een oor logsschadevergoeding en de noodige verze kering tegen herhaling van aanvallen. KORTE BERICHTEN. De Turken moesten in Egypte terugtrek ken tot 15 mijlen Oostelijk van Katia. In het Hoogerhuis verklaarde lord Lansdowne dat als vergeldingsmaatregel voor de terechtstelling van kapitein Fryatt maatregelen van financieelen aard door de regeering worden overwogen. Een1 staking van ongeveer 400.000 spoorwegbeambten is volgens een Reuter-te- legram uit Nieuw-York voorkomen. Beide huizen van het Congres der Ver- eenigde Staten van Amerika hebben het rap port betreffende de comissie voor legeraange- legenheden, strekende om 267,597,000 dol lars voor uitbreiding van het leger uit te trek ken-, goedgekeurd. Veronderstelt wordt dat de handels-on derzeeër firemen", tengevolge van een de fect aan de machine is gezonken. Men hoort niet meer van het vaartuig spreken- en nie- De Wethouder, Voorzitter der Raadscom missie van Advies inzake de LEVENSMID DELENVOORZIENING, te ALKMAAR, maakt bekend, dat degenen, die in aanmer king wenschen te komen voor den VER KOOP van GROENTEN en AARDAPPE LEN onder gemeentelijk toezicht, zich vóór ZATERDAG 12 AUGUSTUS a.s. kunnen aangeven bij den Heer H. PASTOOR, DOE LENSTRAAT 14, alhier, alwaar de voor waarden ter inzage liggen. Alkmaar, den 9en Augustus 1916. De Wethouder voornoemd, J. F. LUBBE. De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de betaling der gevorderde wol, tegen inlevering der uitgereikte bons, zal plaats hebben ten kantore van den gemeente ontvanger vóór of op 19 Augustus a s., van 91 uur, behalve des Vrijdags. Alkmaar, 9 Augustus 1916. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. GEVONDEN VOORWERPEN. Een hengelstok, een lorgnet, een gouden oorbelletje, een1 bal, eenige portemonnaie's met geld, eenige huissleutels, een granaten- ketting met gouden slot, een damesringetje, een gouden broche met steen, een gouden da mes horloge, een mondorgel, een katje, eeni damestaschje, een R. K. Kerkboek, een vul pen, een bruin koffertje inh.een lap stof, een rijzweep, een vulpenpotlood, een redicule, een zilveren armbandje, 8 zakken' karwijafval en een blauwe cape. Alkmaar, 10 Augustus 1916. De Comm. van Politie, W. Th. VAN GRIETHUIJSEN. mand weet waar de bemanning den dood heeft kunnen vinden. In het tijdperk van 31 Juli tot 5 Augus tus bracht een Duitsche onderzeeër in de Noordzee 13 Engelsche visschersbooten en 1 Engelsche regeeringssteenkolenboot tot zin ken. De „Frank!. Ztg." verneemt dat die rijks- vleeschkaart niet op 1 September maar op 2 October zal worden ingevoerd. Duitsche luchtschepen hebben opnieuw luchtaanvallen op Engeland.gedaan. Volgens Duitsche berichten was het succes groot, vol gens Engelsche werd niets bereikt. Voor -den Londënsche krijgsraad heb ben twee gevangenen terecht gestaan, beschul digd van spionnage. Eén werd ter -dood veroordeeld. De straf is in tien jaren dwang arbeid veranderd. Naar uit Dresen gemeld wordt zijn al daar ongeveer honderd personen ziek gewor den na het gebruik van paardenvleesch, het welk van een slager afkomstig was. De tuinman Ringe te Benrath bij Kre- feld, die tien zoons aan het front heeft, waar van er reeds vier gewond zijn, heeft den kei zer van het tiental een gróepfoto gezonden. Als antwoord ontving hij een gelukwensch van den keizer benevens 500 mark. De Mij. voor Mijnbouw en IJzerindustrie te Oberhausen heeft voor de btrekkingen van in den oorlog gesneutelden en verwonden in Duitschland drie millioen mark geschonken. Het Engelsche departement van handel vraagt voor -de weduwe van kapitein Fryatt behalve haar gewone pensioen 1200 per jaar aan. DE DUITSCHE VIJEG MACHINE B 147. Omtrent de landing van den Ehiitsche lui tenant-vlieger met zijn tweedekekr B 147 na bij het station Vlodrop verneem de N. Rott. Crt. het volgende:. iDe vliegmachine was Woensdagmorgen reeds ten 8Y2 uur gezien boven Hollandsch grondgebied in de onmiddellijke nabijheid der Ehiitsche grens, waar ze reeds eenige tijd door de Hollandsche grenswacht werd be schoten. Ten ongeveer 9 uur daalde de machi ne op een kwart uur afstand van de Duitsch grens. De heer v. A. uit Roermond, -daar ter plaatse met een op verlof zijnden luitenant der Limburgsche Jagers, op de eendenjacht, bemerkte de machine op het oogenblik, dat de besturder de motor reeds weer had aangezet om op te stijgen. De luitenant sommeerde den vlieger door eenige schoten uit zijn revolver tot overgave, waartoe -deze, na eenige schoten rakelings langs zijn hoofd te hebben gekregen, besloot Luitenant B. ging vervolgens over tot ontwa pening van den Duitscher, genaamd1 Gross- -rnann en bezitter van het IJzeren Kruis eer ste klasse. Een groot dolkmes, dat luitenant B. over gaf aan den inmiddels gekomen onbezoldig- den rijksveldwachter Waaien uit Herkenbosch Wist de Duitscher dezen -te ontrukken, waar na hij poogde, zich dóór steek met dit wa pen in .de linkerzijde het leven te benemen'. Door de dikte der kleeding mislukte de po ging en bepaalde zich tot een lichte bloeden de verwonding. Vervolgens verzocht hij op zeer hoffelijke wijze luitenant B. om diens re volver, wat deze natuurlijk geweigerd heeft AL&MAARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1