DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van liet Zuidelijk Oorlogsterrein
Gemeentelijke iroentenyoorziening.
No. 187
Honderd en achttiende jaargang.
1918
DONDERDAG 10 AUGUSTUS
Ahonosmentspriis per 3 maanden i 1.— fr. p. post f 1.25. Advertentiepriisl2*ct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerii v.h. HERNIs. COSTER 4 ZOON, Voordam C 9. tefefnr. 3.
YARIA
Wolvordering.
NEDERLAND.
Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden.
ALKMAAR, 10 Augustus.
Het nieuws van heden: Het Oostenrijksche
Gcjtrz door de Italianen veroverd; ten zuiden
van Stanislau trekken de Oostenrijkers te
rug, zoodat de Russen dit spoorwegknoop
punt op 10 K.M. afstand zijn genaderd; de
Duitschers slaan in het westen aanvallen van
Franschen en Engelschen af en treden hier en
daar zelf aanvallend op; de Turken herover
den in Armenië de steden Bitlis en Moesj.
Bovenstaande feiten geven een duidelijk
beeld van den militairen toestand op dit
oogenblik en zij zijn een nadere beschouwing
alleszins waard.
Men weet, dat in het laatst van Mei de
Oostenrijkers op het front in Zuid-Oost-Tirol
tot den aanval overgingen. Hun resultaten
waren van dien aard, dat de vlakte van Vene
tië in hun bereik scheen. Maar de Russen
kwamen begin Juni door een offensief op het
Oostelijk oorlogstooneei de Italianen te hulp
en zij brachten den Oostenrijkers, die ter
wille van hun optreden in Italië, hier hun li
nies geducht hadden verzwakt, gevoelige ver
liezen toe, zoowel wat manschappen als ma
teriaal betreft en ondanks den snellen terug
tocht, waartoe de Oostenrijkers overgingen.
De Oostenrijkers staakten hun Italiaansch of
fensief, ten einde troepen naar het bedreigde
Oostelijke front te kunnen zenden, de Duit
schers zorgden ook voor hulp en het gevolg
was, dat de Russische opmarsch werd ver
traagd.
Van de omstandigheid, dat het front bij
Tyrol verzwakt was, hebben de Italianen
voordeel getrokken. Zij hebben (in het laatst
van Juni) een tegen-offensief ingezet, en de
Oostenrijkers gedwongen hun slecht bezette
linie te verkorten, waardoor het grootste
deel van het op de Italianen veroverde gebied
weer in Italiaansche handen kwam.
Daar de Duitsche troepen, die in het
Oosten de Oostenrijkers te hulp kwamen, ge
deeltelijk aan het Westelijk front waren ont
trokken, was het oogenblik voor het Britsch-
Fransche offensief dus gunstig en den lsten
Juli werd hiertoe overgegaan. De Duitschers
hebben aan de Somme terrein moeten prijsge
ven, maar ze hebben tot dusverre een belang
rijken opmarsch kunnen voorkomen. Ten ein
de de strijd aan de Somme gemakkelijker te
maken, zijn de Franschen bij Verdun tot den
aanval overgegaan. Immers uit 't beëindigen
van 't offensief bij de Maasvesting viel af te
leiden, dat er uit deze streek zooveel verster
kingen waren gehaald, dat de Franschen hier
hup slag zouden kunnen slaan of althans de
Duitschers zouden kunnen dwingen, naar
hier van de Somme weer troepen terug te
voeren. Aldus ontstonden er twee brandpun
ten: Somme en Verdun. Daar wordt nu we
kenlang verbitterd gevochten. Vandaag ma
ken de wederzijdsche legerberichtea den in
druk, dat de Duitschers het sterkst zijn: ze
kregen voor de zooveelste maal vasten voet
in het werk van Thiaumont, ze sloegen de
Fransch-Engelsche aanvallen bij de Somme
af en gingen bij Yperen zelfs tot een aanval
over. Maar bij de brandpunten is de strijd
geenszins als beslist' te beschouwen en het
valt niet te zeggen of de Duitschers inder
daad sterker zijn dan hun tegenstanders, dan
wel dat dit zoo schijnt, doordat er een ge-
vechts-pauze bijv. tengevolge van het aflos-
sen der aanvalstroepen uit de voorste linie
is ingetreden.
In elk geval kan men dit zeggen, dat wan
neer de entente hier niet sneller resultaten
behalen, het succes van hun offensief zeer
twijfelachtig is en dat de Duitschers den al-
gemeenen aanval dus goed hebben weerstaan.
Maar er zijn nog enkele vechtmaanden te
wachten voordat het tot rust doemende tijd
perk intreedt en in die maanden kan er nog
heel wat gebeuren, kan er aan een der beide
zijden een inzinking plaats hebben, zoo
groot, zoo beslissend, als men nu nog niet
zou aannemen.
Inmiddels bleven op het Oostelijk oorlogs
tooneei de Russen de baas. De Oostenrijkers
waren niet slechts gedwongen hun Tyrol-
maar ook hun Isonzo-front te verzwakken.
En daar hebben de Italianen weer handig
gebruik van gemaakt. In een mooi - gelükte
operatie hebben bij de stad Görz vermeesterd
Van Oostenrijksche zijde heeft men natuur
lijk de verzekering bij de hand, dat de verla
ten stellingen toch volkomen verwoest waren
en dat het Oostenrijksche verdedigingsstelsel
noch ia zijn tactische, noch in zijn strategi
sche beteeken is is aangetast, maar dat is een
praatje voor de vaak. De Oostenrijkers heb
ben een tactische nederlaag geleden, welke
wel degelijk strategische gevolgen kan heb
ben, indien n.l. de Italianen er werkelijk in
slagen hier een doorbraak tot stand te bren
gen, het Oostenrijksche troepenverband te
vernietigen en over Görz dat wel heel
spoedig prijs gegeven is! de „militaire
wandeling naar Triëst" te voltooien.
Nu zou het verlies van Görz nog niet zoo
veel hebben te beteekenen, wanneer de Oos
tenrijkers maar de Russen tot staan had
den gebracht. Doch dat hebben ze niet Ze
hebben ook daar tactische nederlagen gele
den. En in beide gevallen heel wat man
schappen en materiaal verloren. Bij de ver
overing van Görz maakten de Italianen
10.000 gevangenen, bij die van de stad Tys-
menitsa de Russen 7400.
Wij zien dus, dat tengevolge van het ge
lijktijdig offensief der entente mogendheden
bijna overal het initiatief uitgaat van die mo
gendheden en dat de midden-mogendheden
tot het defensief zijn gedwongen, waarbij valt
op te merken als een bedenkelijk verschijnsel
voor de laatsfen, dat de Oostenrijkers tegelij
kertijd aan de Isonzo en in Galicië klop krij
gen en dat dus de hulp, door Duitschers en1
Turken geboden, niet heeft mogen baten. Bij
na overal in Armenië niet Daar hebben
de Turken de Russen uit Moesj, ongeveer 30
mijlen ten zuiden van Erzeroem en Bitlis,
nog zuidelijker, heroverd. Op zichzelf betee-
kent die herovering niet veel, maar 't spreekt
van zelf, dat de Russen hun zegetocht in Ar
menië (in het bevrijde Armenië), niet uit
vrijen wil hebben gestaakt en de Turken ge
legenheid hebben gegeven hier, evenals in
Perzië, heroveringen te maken. Deze kleine
feiten wijzen er op, dat de Russen zich op
deze neven-terreinen hebben moeten ver
zwakken, om successen op hun hoofd-opera-
tietooneel te kunnen behalen. Voor hun ge
slaagde operaties hebben ze troepen van an
dere fronten moeten laten aanrukken is
dit niet een aanwijzing, dat ook bij de Rus-
sen de manschappen niet maar in onbeperk-
ten getale aanwezig zijn? Men bedenke nu
hierbij, dat de Russen niet aan het einde,
doch feitelijk slechts aan het begin van hun
grootsche taak staan. Zij hebben tegenover
zich/ de Oostenrijkers, die over weinig reser
ves beschikken, maar ook de Duitschers, die
nog sterk zijn en die hoe langer hoe meer de
geheele leiding in het Oosten in handen ne
men. Doel der Russen schijnt op het oogen
blik de Duitschers over Kowel naar het
noord-westen en de Oostenrijkers over Lam
berg naar het zuid-westen te dringen, tenein
de daardoor beide partijen van elkaar te
scheiden. Maar deze strategische doorbreking
eischt behalve zoo veel meer aanzienlij
ke reserves. Zijn die er niet, dan kan het doel
niet worden bereikt.
En zoo is dan ook het eind van deze be
schouwing, dat op het oogenblik de stand
van zaken voor de midden-mogendheden on
gunstig is, dat met name Oostenrijk er beden
kelijk voor schijnt te staan, doch dat men
volstrekt niet met zekerheid kan zeggen, dat
deze toestand blijvend is. Er kan zeer wel
nog weer een keer komen, waardoor de mid
den-mogendheden weder hun sterkere positie
van weleer innemen. Dat is op het oogenblik
nog evenzeer mogelijk als dat er bij hen een
blijvende verzwakking intreedt wij bespre
ken hier natuurlijk alleen den militairen
stand van zaken en laten politieke, economi
sche en financieele factoren, waaromtren
echter met zekerheid nog minder te zeggen
valt, buiten beschouwing. En bij de beoor
deeling dient men tenslotte wel te bedenken,
dat Balkan- en andere verrassingen, die de
schaal naar den eenen of naar den anderen
kant doen overhellen, geenszins buitengeslo
ten zijn.
over
Eindelijk nog een paar opmerkingen
den toestand van het oogenblik.
Görz is spoediger gevallen, dan was te
verwachten het Italiaansche legerbericht
van gisteren deed een gevecht om huis na
huis vermoeden.
De Franschen hebben eenig door de Duit
schers behaald voordeel aan de Somme te
ruggewonnen en de Engelschen kwamen
noord-westelijk van Pozières wat vooruit
(200 el over een afstand van 600 el). Het
laatste Fransche legerbericht maakt geen
melding van het terugveroveren van het werk
Thiaumont, zoodat dit nu weer Duitsch is.
Op het Oostelijk oorlogstooneei mislukten
Russische aanvallen aan de Stocnod en had
den de Duitsche-Oostenrijksche aanvallen bij
Loetsk eenig succes, evenals in het gebied
van de Karpathen en in Boekowina. De ter
reinwinst van de Russen ten zuiden van den
Djnestr zou wel eens tengevolge kunnen
hebben, dat de posities der midden-mogend
heden'ten noorden van die rivier ook ernstig
worden bedreigd.
In de Hongaarsche Kamer is nog eens uit
drukkelijk verklaard, dat men vol zal hou
den en in het bestaan van het tegenwoordige
bondgenootschap de beste waarborg voor
een eervollen en duurzamen vrede ziet Ook
door den leider van de nieuwe Karolyi-frac-
tie, van welke werd gedacht dat zij streefde
naar een vrede tot eiken prijs en met name
naar een vrede met Rusland.
De Engelsche minister van buitenlandsche
zaken, Viscount Grey, heeft door bemidde
ling van Amerika formeel geprotesteerd te
gen het fusilleeren van kapitein Fryatt, welke
de Engelsche regeering beschouwt als een
gerechtelijken moord op een Britsch onder
daan, krijgsgevangen gehouden door de
Duitsche regeering, onder omstandigheden,
rechtstreeks in strijd met het volkerenrecht en
de oorlogsgebruiken.
IT ALIAAN SCH-OOSTENRIJKSCHE
GEVECHTSTÊRREIN.
Uit Rome wordt officieel gemeld: Onze
troepen zijn vandaag Oörz binnengetrokken.
Reeds gisterochtend had onze infanterie,
na een hevig geconcentreerd geschutvuur, de
hoogten van Oslavia en Podgora geheel ver
overden de laatste vijandelijke afdeelingen,
die er zich nog staande hielden, verdreven.
De vijandelijke schansen en schuilholen la
gen vol lijken. Overal heeft de in wanorde te
ruggeslagen vijand de wapenen, amunitie en
krijgstuig van alle gading in den steek gelar
ten.
Gisteren tegen den avond staken afdeelin-
lingen van de brigade van Casale en Pavia
op een doorwaadbare plaats de Isonzo over
(de bruggen zijn door den vijand gedeeltelijk
vernield) en versterkten zich op den linker
oever.
Een kolonne ruiterij, bersaglieri en wielrij
ders werd onmiddellijk over de rivier gezon
den om den vijand te vervolgen.
Onze onvermoeide genietroepen, die of
schoon zij onder vuur waren snel werk lever
den, sloegen nieuwe bruggen en herstelden
de door den vijand beschadigde.
Op den Karst hebben wij gisteren opnieuw
aanvallen van den vijand tegen de toppen
van den San Michele afgeslagen en stormen
derhand nieuwe vijandelijke verschansingen
in de nabijheid van het dorp San Martino ge
nomen.
Het tot dusver getelde aantal der door ons
gemaakte gevangenen overtreft de 10.000 en
nieuwe blijven toestroomen. De gemaakte
buiit, die nog niet kon worden geteld, is
reusachtig.
Het Weensche legerbericht luidt: De
hevige gevechten in het vak van Görz hou
den aan. Gistermiddag hebben enkele vijan
delijke afdeelingen de stad bereikt.
Bij den Monte San Michele en San Martino
hebben onze troepen herhaaldelijk onder de
zwaarste verliezen voor den vijand, aanval
len afgeslagen. Het 17e honved-regiment
heeft zich daarbij bizonder onderscheiden.
DE BRAND-VERWEKKENDE BOM
MEN DER DUITSCHERS.
Een verslaggever van de „Petit Parisien"
verhaalt het volgende:
Boven het dorpje, waar ik zit te ontbijten,
op ongeveer twee kilometer van de Duitsche
linies gelegen, hoort men sedert een kwar
tier, bijna onophoudelijk een noodlottig ge
fluit, gevolgd door vreeselijke donderslagen.
De herbergierster zei zonder groote emotie
tot mij
„Dat is het tijdstip, dat ze ons gaan bom
bardeeren. Ik gaf u immers den raad in een
kelder af te dalen, mijnheer, maar hier hebben
wij geen kelder meer."
Dat was dus een afboende reden, om maar
met mijn ontbijt door te gaan. Bijna op het
zelfde oogenblik echter komt er een kind
aansnellen, met oogen, die van nieuwsgierig
heid schitteren:
„Ze hebben het huis van M. D. in brand
geschoten. Dat zal aardig branden!"
Het was het mooiste huis van het dorp,
op zestig meter afstand gelegen van de plek,
waar ik mij bevond. Met den kleinen jongen
ga ik er heen. Aan het eind van het straatje
snellen reeds menschen toe zonder acht te
slaan op de bommen. Zij wijzen naar het
bovenste gedeelte van het huis, een met aarde
bedekt terras, en vervolgens naar den weg,
waarin een gat van 25 centimeter middellijn
is geslagen. Uit dit gat stijgt rook op, groen
en geel van kleur en belemmerend voor de
ademhaling.
„Drommels", roept een buurman, met den
voet in het gat woelende, „het is een brand
stichtende bom." Werkelijk brandt de aarde
in het gat nu hij ze rntj de zool van zijn
schoen heeft aangeraakt. En ook aan de
schoen zelf vertoont zich een vreemd vlamme
tje.
„Mijnheer, kijk eens", roept de jongen, ter
wijl hij'me in onze onmiddellijke nabijheid
naar anderen rook wijst, die van een binnen
plaats opstijgt, „daar hebben ze ook een bom
geworpen
Terwijl de buurman driftig zijn zool aan
het plaveisel afwrijft, bereiken wij de binnen
plaats. Twee mannen, wien het zweet van het
voorhoofd gutst, zijn er in geslaagd met
groote emmers water den brand te blusschen,
die door een projectiel in een soort loods is
gesticht. De bom is tusschen een kar, die
met kisten geladen stond, en eenige land
bouwwerktuigen gevallen, en heeft de kar in
stukken geslagen, die in brand zijn geraakt.
Indien de beide mannen niet vlug ter hulpe
waren gesneld, zou de geheele loods in
brand zijn geraakt. Een vreemde, walgelijke,
zoetachtige lucht stijgt uit de loods op. Men
zou zeggen: een fosforlucht, vermengd met
een onbekende substantie. Op den grond ont
dek ik onder een hoop puin een roze tube van
celluloid, die een verpestenden stank ver
spreidt. Een Engelsch officier, die opdracht
heeft de plaatsen te noteeren waar de bom
men neervallen, verklaart mij, dat het de huls
is van de stof, bestemd om brand te veroor
zaken. Als de bom springt, deelt de vlam zich
aan het chemische preparaat mede, dat onder
het verbranden een ongeloofelijk-hooge tem
peratuur ontwikkelt en een vuurwerk van
sterren te zien geeft, die alle een brandstich
tende vonk bevatten.
„Ik deed thuis mijn middagdutje", vertelt
één der mannen, „toen de bom neerviel. Ik
werd tegen den grond geslingerd. Tegelijker
tijd nam ik zulk een afgrijselijken stank waa'r,
dat ik dachtze zenden ons hun smerig ver
stikkend gas toe. Ik ging op verkenning uit
en ontdekte, dat de boel al smeulde. Toen
ging ik water halenAls dat 's nachts
alles zoo gebeurd was, zou de geheele wijk
er aan zijn gegaan. Hij wees mij op de hui
zen, iij 'de nabijheid van de loods. Alle zagen
er in eens zeer veranderd uit, en waren dik
onder de stof. Twee huizen waren bijna ge
heel uit hout opgetrokken. Die zouden dus
gebrand hebben als een lucifer1
VEROVERING EN OORLOGS
SCHADEVERGOEDING.
Een Duitsch hoogleeraar heeft berekend,
wat de waarde is van het vijandelijke land,
dat EHütschland als onderpand bezet houdt.
Hij schat die laag op ten minste honderd mil
liard mark.
De waarde van het Fransche gebied stelt
hij, met aftrek van wat de Franschen in Zuid-
Elzas hebben veroverd, op slechts 15 mil
liard mark, ofschoon daar de rijke mijnen lig
gen, waarvan Frankrijks nijverheid afhangt.
Daarbij is het roerende vermogen van de be
volking niet meegeteld, schrijft de Münchener
Neu. Nachr., „ofschoon wij ons dat ter dek
king van onze oorlogsschade zeker evengoed
kunnen toeëigenen als de Engelschen Duitsch
kapitaal in beslag hebben genomen." Even
min is dat roerende goed meegeteld, waar
prof. Wohltmann de waarde van hetbezette
gebied in België op 50 milliard stelt.
De landbouwwaarde van het veroverde
Russische gebied schat hij op 23 milliard,
waarbij nog komt de waarde van gebouwen
op het land, velbare bosschen en steedsche
waarden, fabrieken, spoorwegen, bruggen,
vestingen, enz. Zoodat prof. Wohlmann in
het geheel, zonder het roerend vermogen, op
40 milliard komt.
Servië en Montenegro laat hij er buiten.
Wat wil tegenover die waarde van Duitsch-
lands veroveringen zeggen vraagt de M.
N. N., of prof. Wolhtmann dat de waarde
van het Duitsche bezit* in Engeland 100 tot
150 millioen mark grooter is dan die van het
Engelsche bezit in Duitschland En ook de
waarde van de Duitsche kolonies (Kiautsjau
uitgezonderd), die op 2y» tot 3 milliard
wordt geschat, valt daarbij in het niet. Hier
bij dient echter opgemerkt te worden, dat
prof. Wolhtmann alleen te rade gaat met het
kapitaal, dat in die kolonies is gestoken.
De slotsom is, dat het bezit van de ver
overde panden, Duitschland niet alleen zijn
koloniaal bezit waarborgt, maar ook een oor
logsschadevergoeding en de noodige verze
kering tegen herhaling van aanvallen.
KORTE BERICHTEN.
De Turken moesten in Egypte terugtrek
ken tot 15 mijlen Oostelijk van Katia.
In het Hoogerhuis verklaarde lord
Lansdowne dat als vergeldingsmaatregel
voor de terechtstelling van kapitein Fryatt
maatregelen van financieelen aard door de
regeering worden overwogen.
Een1 staking van ongeveer 400.000
spoorwegbeambten is volgens een Reuter-te-
legram uit Nieuw-York voorkomen.
Beide huizen van het Congres der Ver-
eenigde Staten van Amerika hebben het rap
port betreffende de comissie voor legeraange-
legenheden, strekende om 267,597,000 dol
lars voor uitbreiding van het leger uit te trek
ken-, goedgekeurd.
Veronderstelt wordt dat de handels-on
derzeeër firemen", tengevolge van een de
fect aan de machine is gezonken. Men hoort
niet meer van het vaartuig spreken- en nie-
De Wethouder, Voorzitter der Raadscom
missie van Advies inzake de LEVENSMID
DELENVOORZIENING, te ALKMAAR,
maakt bekend, dat degenen, die in aanmer
king wenschen te komen voor den VER
KOOP van GROENTEN en AARDAPPE
LEN onder gemeentelijk toezicht, zich vóór
ZATERDAG 12 AUGUSTUS a.s. kunnen
aangeven bij den Heer H. PASTOOR, DOE
LENSTRAAT 14, alhier, alwaar de voor
waarden ter inzage liggen.
Alkmaar, den 9en Augustus 1916.
De Wethouder voornoemd,
J. F. LUBBE.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de
betaling der gevorderde wol,
tegen inlevering der uitgereikte bons, zal
plaats hebben ten kantore van den gemeente
ontvanger vóór of op 19 Augustus a s., van
91 uur, behalve des Vrijdags.
Alkmaar, 9 Augustus 1916.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Een hengelstok, een lorgnet, een gouden
oorbelletje, een1 bal, eenige portemonnaie's
met geld, eenige huissleutels, een granaten-
ketting met gouden slot, een damesringetje,
een gouden broche met steen, een gouden da
mes horloge, een mondorgel, een katje, eeni
damestaschje, een R. K. Kerkboek, een vul
pen, een bruin koffertje inh.een lap stof, een
rijzweep, een vulpenpotlood, een redicule,
een zilveren armbandje, 8 zakken' karwijafval
en een blauwe cape.
Alkmaar, 10 Augustus 1916.
De Comm. van Politie,
W. Th. VAN GRIETHUIJSEN.
mand weet waar de bemanning den dood
heeft kunnen vinden.
In het tijdperk van 31 Juli tot 5 Augus
tus bracht een Duitsche onderzeeër in de
Noordzee 13 Engelsche visschersbooten en 1
Engelsche regeeringssteenkolenboot tot zin
ken.
De „Frank!. Ztg." verneemt dat die rijks-
vleeschkaart niet op 1 September maar op 2
October zal worden ingevoerd.
Duitsche luchtschepen hebben opnieuw
luchtaanvallen op Engeland.gedaan. Volgens
Duitsche berichten was het succes groot, vol
gens Engelsche werd niets bereikt.
Voor -den Londënsche krijgsraad heb
ben twee gevangenen terecht gestaan, beschul
digd van spionnage. Eén werd ter -dood
veroordeeld. De straf is in tien jaren dwang
arbeid veranderd.
Naar uit Dresen gemeld wordt zijn al
daar ongeveer honderd personen ziek gewor
den na het gebruik van paardenvleesch, het
welk van een slager afkomstig was.
De tuinman Ringe te Benrath bij Kre-
feld, die tien zoons aan het front heeft, waar
van er reeds vier gewond zijn, heeft den kei
zer van het tiental een gróepfoto gezonden.
Als antwoord ontving hij een gelukwensch
van den keizer benevens 500 mark.
De Mij. voor Mijnbouw en IJzerindustrie
te Oberhausen heeft voor de btrekkingen van
in den oorlog gesneutelden en verwonden in
Duitschland drie millioen mark geschonken.
Het Engelsche departement van handel
vraagt voor -de weduwe van kapitein Fryatt
behalve haar gewone pensioen 1200 per
jaar aan.
DE DUITSCHE VIJEG MACHINE B 147.
Omtrent de landing van den Ehiitsche lui
tenant-vlieger met zijn tweedekekr B 147 na
bij het station Vlodrop verneem de N. Rott.
Crt. het volgende:.
iDe vliegmachine was Woensdagmorgen
reeds ten 8Y2 uur gezien boven Hollandsch
grondgebied in de onmiddellijke nabijheid der
Ehiitsche grens, waar ze reeds eenige tijd
door de Hollandsche grenswacht werd be
schoten. Ten ongeveer 9 uur daalde de machi
ne op een kwart uur afstand van de Duitsch
grens. De heer v. A. uit Roermond, -daar ter
plaatse met een op verlof zijnden luitenant
der Limburgsche Jagers, op de eendenjacht,
bemerkte de machine op het oogenblik, dat de
besturder de motor reeds weer had aangezet
om op te stijgen.
De luitenant sommeerde den vlieger door
eenige schoten uit zijn revolver tot overgave,
waartoe -deze, na eenige schoten rakelings
langs zijn hoofd te hebben gekregen, besloot
Luitenant B. ging vervolgens over tot ontwa
pening van den Duitscher, genaamd1 Gross-
-rnann en bezitter van het IJzeren Kruis eer
ste klasse.
Een groot dolkmes, dat luitenant B. over
gaf aan den inmiddels gekomen onbezoldig-
den rijksveldwachter Waaien uit Herkenbosch
Wist de Duitscher dezen -te ontrukken, waar
na hij poogde, zich dóór steek met dit wa
pen in .de linkerzijde het leven te benemen'.
Door de dikte der kleeding mislukte de po
ging en bepaalde zich tot een lichte bloeden
de verwonding. Vervolgens verzocht hij op
zeer hoffelijke wijze luitenant B. om diens re
volver, wat deze natuurlijk geweigerd heeft
AL&MAARSCHE COURANT.