DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. m im DONDERDAG 24 AUGUSTUS. Honderd en achttiende jaargang. Jtaementepriis per 3 maanden f 1—, fr. p. post f 1.25. Advertentieprijsföct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven (r. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3. FRANKRIJK. ENGELAND. DUITSCHLAND. YARIA. Langstraat 50. Telef. Int. 512. NEDERLAND. Met :2ö ct. ©ortogstoeslag op d^n abonnementsprijs per 3 maanden. rzsmarm ALKMAAR, 24 Augustus. Er wordt overal hard gevochten, maar aan alle fronten is de toestand onveranderd of nagenoeg onveranderd. In het Westen veroverden de Engelschen ten zuiden van THiepval 140 M. loopgraaf-, terwijl de Franschen ten'zuiden van de Som- me bij Estrées een stuk loopgraaf moestén afstaan, daarentegen rechts van de Maas tus- schen Fleury en het Thiaumont-werk vooruit gingen. Van het Oostelijk oorlogstooneel wordt gemeld, dat er van de zee tot aan de Karpa- then geen gebeurtenissen van belang hebben plaats gehad en dat in het gebergte de Duit- schers eh Oostenrijkers een kleine vordering hebben gemaakt. Op het Italiaansch-Oostenrijksche front ge beurt niets en lange Bulgaarsche legerberich- ten maken enkel melding van het langzaam vooruitbrengen dér linies o.a. werd Kasto- ria bezet, dat echter al op 35 K.M. afstand van Fiorina is gelegen. Wij mogen dus zeggen, dat de toestand bleef, gelijk hij was. Die toestand is aldus sa men te vatten: Het Engelsch-Fransche offensief schiet ui terst langzaam op, het Italiaansche offensief is tot staan gebracht, met het Russische of fensief is het evenzoo gesteld en het Bulgaar sche offensief is nog niet goed begonnen. Een dergelijke toestand doet niet precies denken aan een succesvol offensief der entente aan alle fronten! Maar de stand van zaken kan zich spoedig wijzigen. De grootste kans daarop heeft waarschijnlijk de Balkan. Lord Robert Cecil heeft in het Lagerhuis gezegd, dat de militai re operaties bij Saloniki aldaar thans het be langwekkendste feit uitmaken. Meer wilde hij er niet van zeggen. Wel verklaarde de spre ker nog, dat, voor zoover hij wist, de betrek kingen met de Grieksche regeering volkomen bevredigend waren. Maar hij zweeg opval lend over Roemenië. Allerlei verrassingen zijn in verband met het Balkan-oorlogstooneel denkbaar. Het is echter zaak om de gebeurtenissen maar af te wachten. Op één ding zij evenwel gewezen: daar aan de Bulgaren toegevoegde Duitschers wel zullen vechten tegen Italianen van de entente troepen, zal een oorlogsverklaring van Italië aan Duitschland of omgekeerd niet te vermijden zijn, tenzij men den bestaandea, zonderlingen toestand maar aan beide kanten laat voortduren. De Oceaan-reederij-ondememing te Bremen heeft medegedeeld, dat de onderzeeër „Deutschland" gistermiddag voor den mond van den Weser het anker heeft uitgeworpen en dat alles wel aan boord was. Men weet, dat deze ondereeër, in dienst van een han delsonderneming, den 9den Juli met een la ding kostbare verfstoffen voor Amerika, te Baltimore aankwam. De 'Amerikaansche re geering besloot hem na ampel onderzoek te beschouwen als koopvaardijschip. Den lsten Augustus, nadat een 'lading, hoofdzakelijk nikkel, was ingenomen, werd de Amerikaan sche haven verlaten, den 3den werd Kaap Virginië gepasseerd en sindsdien had mm er niets meer van gehoord. Gemeld wordt, dat tijdens de terugreis, die 4200 mijlen lang was, 100 zeemijlen onder water zjjn afgelegd (op de heenreis 90). De machines werkten voortreffelijk en de „Deutschland" toonde zich uitstekend zee waardig. Op de Oceaan was het aanvankelijk stormweer, later werd het tets kalmer, aan de Engelsche kust was het mistig en in de Noordzee weer stormachtig. Bij het uitvaren had de Amerikaansche vloot haar maatregelen verscherpt, nadat de Engelsche kruiser gedurende den nacht hei melijk de baai was binnengevaren. Bij het vertrek van den onderzeeër was deze opge wacht door acht Britsche oorlogsschepen, omgeven door een aantal gehuurde Ameri kaansche visschersvaartuigen, voor het leg gen van netten en om de Engelschen te waar schuwen. Over de route, welke kapitein König heeft gevolgd, zullen voorloopig wel geen al te nauwkeurige bijzonderheden worden be kend gemaakt, al wordt er thans ook reeds in Duitschland reclame gemaakt voor twee boekwerken over de uit-en-thuis-reis, waar van elk een oplage zal krijgen van 100.000 exemplaren en welke zullen worden geschre ven door „een deelnemer". Zoo zeker was men in Duitschland van zijn zaak, dat cte re clame reeds voordat de „Deutschland" bin nen was werd gemaakt, terwijl in Engeland om hooge sommen werd gewed, dat het den onderzeeër niet zou gelukken in veilige ha ven h komen. Men zal in de entente-pers do zen tocht wel kleineeren, maar hij verliest daardoor niets van zijn beteekenis en merk waardigheid. Intusschen hoort men van het zusterschip „Bremen" niets meer, zoodat men daarvan vermoedelijk ook wel niets meer zal hoörennaar alle waarschijnlijkheid rust deze handelsonderzeeër op den bodem der zee. Van Duitsche zijde wordt thans toegege ven, dat een slagschip, de „Westfalen", bij een torpedo-aanval door een Engelschen on derzeeër op 19 dezer werd getroffen, maar daaraan wordt toegevoegd, dat de beschadi ging zoo licht is, dat het schip slagvaardig en bestuurbaar bleef en binnen zeer korten tijd weer geheel in orde zal zijn. Door dit be richt wordt erkend dat althans één slagschip (de „Westfalen" meet 18.900 ton en is ge bouwd in 1908) bij het gevecht in de Noord zee tegenwoordig is geweest en dat het dus niet enkel was een ontmoeting tusschen En gelsche oorlogsbodems en Duitsche onder zeeërs. Misschien wordt bij stukjes en brok jes de heele waarheid omtrent het gebeurde nog wel bekend 1 Terzelfdertijd wordt medegedeeld, dat een Engelsch slagschip op zijn minst zwaar be schadigd werd door een torpedo-aanval en een Duitschen onderzeeër. EERE AAN DEN WERKLIEDEN IN DEN OORLOG! De „onder-Secrtaria" van het ministerie van oorlog, de heer Albert Thomas heeft te Lyon de fabrieken voor den' aanmaak van munitie bezocht, en bij die gelegenheid de volgende toespraak gehouden tot de werklie den: „In den loop der lange maanden, die wij zijn doorgegaan, is het mogelijk, dat er uren konden komen, waarin eenige kleine misver standen gezweefd hebben tusschen de burgers die hun plicht vervullen in het binnenland, en degenen, die hem nobeler, gevaarlijker, en met meer risco vervullen aan het front. Men heeft kunnen zeggen, dat de werklieden van het binnenland een1 werk deden, dat niet alles aan het leger heeft gegeven, wat het er van wacht had. Men heeft kunen insinueeren, dat er eenige verslapping was in de ateliers van het binenland. Welnu, ziehier het vreugdevolle feit, dat wij dezer dagen constateerden aan de Somme toen het 20ste corps, het koloniale corps, hét eerste in het dorp Hem en het dorp Curlu binnentrok, toen het koloniale corps de hoeven van Monacu nam, waarvan de communiqué's van hedenmorgen nog spreken. Weet ge hoe die daar zijn binnengekomen? Niet stormen derhand, niet alle krachten der infanterie in de waagschaal stellende, neen,, zij zijn, naar eenige dagen geleden de poilus vertelden, met een stok in de hand door het dorp getreden, door, de onafzienbare zee van roode brikstee- nen, die dat dorp voorstelden, en in een im puls van dankbaarheid en1 vriendschap hebben zij toen hun gedachten gericht naar het bin nenland. Zij vroegen mij om hen de werksters en de werklieden te bedanken, die hun in staat hadden gesteld om daar binnen te ko men en toch het bloed der natie te sparen, en met slechts vijf zwaar gewonden op een ge- heek brigade. En zoo zijn zij triomfantelijk een dorp bin nengetrokken, dat eenige oogenblikken gele den nog door den vijand was bezet, (applaus. Kameraden, vrouwen1, ik heb de zachtaar digste opdracht om door middel van deze ge dachten de strijders van het front en de strij ders van het binenland te vereenigen, te asso- cieeren, en mij heden tot u wendenae, wil ik u vragen om, ondanks uw vermoeidheid, on danks het zweet van deze zomerdagen, on danks de ontzenuwing, die somtijds in uw hart moge sluipen, ondaks de zwaarte van deze twee jaren van voordurend werken, en dat gem isschein nog veel volhardender zult moeten vervolgen, wil ik u vragen, zeg ik, om zonder verslapping met nog meer hardnek kigheid, met al de krachten van Uw intellect, met uwe spieren en uwe subtiele gratie, o! gij vrouwen ook, die thans hier werkt, om het aanhoudende werk der bevrijding door te zeten tot ziekordens, tot moe-wordens, tot uitputting toe. Het gaat om de overwinning, het gaat om de onafhankelijkheid van ons ge liefde Frankrijk, het gaat om de integriteit van het vaderland en om de Vrijheid van alle volken tegelijk, (applaus). Morgen, ja 'morgen, als ge uw werk zult ontwikkeld hebben, als gij o werksters, u langzamerhand hebben opgeheven tot een nieuwe taak, tot een nieuw begrip in de over winning, ex in den vrede, dan zult gij bijdra gen tot de toekomst, tót de grootheid der na tie. Aan 't werk dus, gij allen, aan het doortas tende en aangehouden werk, voor de overwin ning, en voor den glorierijken vrede, dien Frankrijk zal doen heerschen over de wereld UIT HET LAGERHUIS. Fet Lagerhuis met -vacantie gegaan tot den 15 den October. Ind en loop der débatten herhaalde, lord Cecil, dat aan de Britsche regeering noch di rect noch indirect vredesvoorstellen zijn ge daan. Hij voegde er bij, dat de eenige manier waarop zulke vredesvoorstellen kunnen wor den gedaan, is, door een mededeeling der vijandelijke regeering aan de Engelsche re geering. Verder deelde lord Cecil mede, dat de be trekkingen met het Grieksche bewind van mi- nister-pxesident Zaimis volkomen bevredigend zijn. DE WESTFALEN GETORPILLEERD. Het bericht van de Engelsche admiraliteit over de aanvallen1 van de Engelsche duikboot E 23 op een Duitsch slagschip van de Nas- sau-klasse op 19 Aug. is in zooverre juist, meldt het Wolffbureau, dat Z. M.'s Westfalen door de duikboot bij haar eersten aanval is getroffen, maar zoo licht beschadigd, dat het schip gevechtsklaar en tot manoeuvreeren in staat is gebleven. De Westfalen zal binnenkort weder geheel en' al dienst kunnen doen. Het is ook juist, dat de vijandelijke duikboot later nogmaals op het schip heeft geschoten. Deze torpedo miste. HET GEDING TEGEN Dr LIEBKNECHT. Het geding tegen dr. Karl Liebknecht is gisterochtend om negen uur in hooger be roep voor het hoog militair gerechtshof in de Lehrterstrasse begonnen. Het hof bestaat uit een fregat-kapitein als voorzitter, een „Oberkriegsgerichtsrat" die de zaak leidt, een militair rechter, twee ma joors, een kapitein en een eerste luitenant. Als rechtskundig raadsman van den be klaagde treedt wederom de door hem geko zen advocaat Bracke uit Bninswijk op. Bij het begin der zitting stelde het O. M. voor, de zaak met gesloten deuren te behandelen, om ordeverstoring te voorkomen1 en vooral met het oog op de veiligheid van den staat en de militaire belangen. De rechtbank heeft dit verzoek ingewilligd Het vonnis zal evenals in eerste.instantie in openbare zitting bekend worden gemaakt. Beklaagde werd wegens poging tot oor- logsverraad, verregaande weerspannigheid en tegenstand tegen het staatsgezag tot 4 jaar en I maand tuchthuis, verwijdering uit het leger en 6 jaar eerverlies en verlies van burgerrechten veroordeeld. Van de tucht huisstraf wordt een maand voorloopige hech tenis afgetrokken. Dat hem, ofschoon verzachtende omstan digheden ten gunste van beklaagde ook thans zijn aangenomen, een zwaardere straf dan in eerste instantiq is opgelegd, is volgens Wolff gerechtvaardigd, omdat dr. Lieb knecht zijn plichten als soldaat en staatsbur ger in oorlogstijd tea nadeele van het be dreigde vaderland op de grofste wijze heeft geschonden. Hij heeft ook zelf erkend, dat hij met de verdeeling van vlugschriften en het op touw zetten van een openbare betooging een ver zwakking van de Duitsche krijgsmacht be oogde. Bovendien is Liebknecht reeds vroe ger wegens een dergelijk misdrijf tot F/2 jaar veroordeeld. Tegen het arrest van gisteren kan Lieb knecht beroep in cassatie aanteekenen. In eerste instantie bedroeg de straf 2 k» jaar. IN HET HEETST VAN HET GEVECHT. De „Times" publiceert een belangwekkende brief van een Engelsch ófficier, die thans in Frankrijk aan het front staat. „Wij doorleven thans opwindende tijden en al wat ik to (dusverre doorleefd heb, is daarbij vergeleken niets. Ge kunt U thuis met geen mogelijkheid er eene, voorstelling van maken wat de woord enin een courantenbericht: „ont zetend bombardement langs het geheele front" beteekenen. De indrukken zoowel voor het oor als voor het oog zijn zodanig, dat er de mensch, die die beschrijven kan, nog gebo ren moetw orden. Tracht U de ontzettendste donderslagen voor te stellen, die ge ooit gehoord hebt, maar dan die allen' saamgebracht op een plaats en dat die ongeveer een uur voortduren; zelfs dan kunt ge u nog flauw beeld vormen van het geluid, dat hemel en aarde vervult, terwijl de verblindende bliksemstralen, samen met het schitterendste vuurwerk U nog niet' half een beeld geven vand en indruk, die de „stra fe" op het oog maakt. Onlangs had ik des nachts dienst op zeker punt, waar ik het laat ste half uur een geconcentreerd bombarde ment meemaakte en eerst daar heb ik goed leeren begrijpen wat moderne oorlogsmidde len eigenlijk zijn. Vóór mij spoten de veldkanonnen een voort durende stroom granaten uit, terwijl achter en naast mij de groote kanonnen dood en ver derf uitbraakten in hunne projectielen. Het lawaai was oorverdoovend, het gekrak en geboem der kanonnen ;oor mij en de ont zettende donderslagen der mortieren' achter mij, gepaard met het gegier der projectielen die over ons heen vlogen, vormden tezamen een pandemonium van geluid in den overtref- fenden trap. En wat het oog te zien kreeg was even reus achtig. -Het geheele front was een Iichtzee. De ontploffing onzer eigen projectielen' en va die der Duitschers, gevoegd bij het helle schijnsel der fakkeis die aan beide zijden op gelaten werden1, vormden een schouwspel, waarbij het schitterendste vuurwerk, dat ooit bij Christal Palace werd afgestoken een nachtkaarsje geleek. Het merkwaardigste bij zulk een bombardement is de verlichting van het landschap, dat even duidelijk'zichtbaar is alsof het door een helderen middagzon be schenen werd* Ik zlef stond in het duister en kon mijlen gronds overzien als een grootsch en machtig panorama. 1 Ik weet wel, dat dit slechts een zwakke be schrijving is en het verbaast mij niet, .wanneer ik zie, hoe weinig zelfs de beste oorlogscor respondenten in staat zijn er een denkbeeld van te geven'. Ik geloof, dat dit alles ook niet beschreven kan worden en de ongelukige cor respondent moet zich ook wel beklemd gevoe len als hijz ijn eigen werk leest. Een uur of zoo na wat ik hier beschreven heb, hort men het geluid van wielen en wij we ten dan, dat onze eerste gewonden aangevoerd, worden. Een voor een' komen de wagens aan rijden en lossen hunne tragische ladingen. Ge kunt U niet voorstellen, wat de uitdrukking „mannen, die in den oorlog gebroken zijn" beteekent, voor gij deze helden ziet zooals zij uit het heetst van den strijd komen om hunne wonden te laten nazien, vóór zij naar het naas te verzendingshospitaal en van daar naar den basis en naar Engeland gezonden worden. Een paaru ur vroeger trokken al deze man nen ons voorbij met een glimlach op het ge laat en een lied op del ippen, krachtige ge daanten vol leven en energie, gekleed in nette zindelijke uniform. En nu komen ze terug, verminkt door kogel- en granaatscherf en hun khaki-kleeding besmeerd met moder en bloed. Treurig, pathetisch, afgrijselijk! Ja, dat zou hetz ijn als er niet ook zoo iets heerlijks En gelsch in was. Al de ellende van het gevecht en de pijn der wonden heben hunne geestkracht niet gebro ken of de glimlach van hun gelaat en de op gewekte woorden van hunne lippen weggeno men. Zij zijn prachtig, zelf nog meer in hun ne zwakheid nu zij daar neerliggen, dan ln hun kracht toen zij uittrokken. De glimlach verdwijnt alleen van hun gezicht als zij be zorgd vragen of hunne kameraden stand hou den en of het regiment zijn roemrijke tradi ties hoog houdt. Ook als hunne wondén nage zien worden gedragen zij zich moedig. Geen klachten, lafheid, geen spijt. Het treft den toeschouwer als iets bovenmenschelijks en hij gevoelt, dat er iets bijna godelijks is in eer, ras, dat uit zijné fabrieken, kantoren, velden en markten, zulke mannen kan opleveren". DE ENTENTE IN AMERIKAANSCHE GROOT-INDUSTRIE. In Londensche financieele en industrieele kingen schat men de waarde der bestellingen aan oorlogsmateriaal, door de Entente aan de Amerikaansche groot-industrie gedaan, op niet minder dan ruim 7 milliard gulden. De Dethlehen Steel Corporation, heeft alleen al een bedrag van ruim 7000 millioen. De Dupont Company volgt met een bedrag van een kleine 500 millioen. Nummer drie staat in deze lijst de „Buldwia Locomotive Works" die voor 350 millioen aan geweren en ge schut geboekt hebben staan. Daarop volgen een 'twintigtal kleinere Amerikaansdie fir ma's, die voor tusschen 60 en 250 millioen genoteerd hebben. Van al die bestellingen moet ruim de helft reeds zijn afgeleverd. EEN ONOPLOSBAAR RAADSEL. Fransche bladen maken zich vroolijk over de domme leugen van een landgenoot, die het waarschijnlijk goed met zijn vaderland meent. Aan den ingang van een Parijsche kerk kan men n.l. lqzen, dat de opbrengst der gouden munten-inzameling fr. 327.654 be- drotg. Dit is een absolute onmogelijkheid, omdat het kleinste Fransche gouden munstuk fr. 10,waard is en de totaalsom dus altijd een 10-voud moet zijn. EEN JUBILEUM DER ONDERZEE-TELEGRAFIE. De kabelverbinding tusschen Európa en Amerika vier dezer dagen haar 50-jarig jubi leum, een gedenkdag, die onder de tegen woordige omstandigheden onopgemerkt voorbij gaat. Toen in het jaar 1857 de eerste proef met het leggen van zoo'n kabel geno men werd, moest de kabel zelf in twee deelen worden verscheept; toentertijd bezat men geen schepen, die dat aan transport op zich konden nemen. In 1866 alleen kon het En gelsche stoomschip „Great Eastern" die taak alleen wel aan. Op 4 Augustus was het werk voltooid en weinig dagen daarna sein de men reeds naar hartelust. Op 3 September vond de Great Eastern de uiteinden van een kabel, die men reeds vroeger had willen leggen, doch die gebroken was. Aan boord werd de kabel gerepareerd, zoodat half Sep tember het telegrafisch verkeer tusschen de beide werelddeelen reeds over twee kabels liep. AN'EÓDOTE VAN KEIZER FRANS JOZEF. De „Temps" vertelt eene aardige geschie denis omtrent de eerste studiën van den Kei- Groote aanvoer ftegeerlnggvlsch. - SPECIALITEIT IN GEBAKKEN V1SCH. zer in de Hongaarsche taal. Het was bij ge legenheid van 'n intocht in Budapest, na den opstand van 1849. Zijne raadslieden hadden hem erop gewezen, dat hij verstandig zou doen, het te laten voorkomen of hij de taal zij ner onderworpen onderdanen kende. Hij leer de dan ook twee redevoeringen in het Hon- gaarsch uit het hoofdde eene moest in een militaire opleidingschool, de andere in een hospitaal uitgesproken worden. De vorst sprak de eerste redevoering uit. Klemtoon en gebaar waren goed, doen het was een verkeerde rede, zoo dat de Keizer de cadetten dankte voor de goede diensten, die zij als verpleegsters en geneesheeren hadden verricht. KORTE BERICHTEN. De Hongaarsche graaf Apponyï heeft na zijn bezoek aan den Keizer verklaard, dat den toestand ten opzichte van Roemenië ver beterd is. Van democratische zijde in Amerika is voorgesteld een belasting van munitiefabricar ge te heffen. De New Statesman valt minister Lloyd George aan en meent dat te weinig munitie wordt gemaakt. De onderhandelingen over het vormen van een coalitie-ministerie in Denemarken zijn op niets uitgeloopen. Nieuwe Rijksdag verkiezingen zullen noodig zijn. Te New-York worden voor 250 millioen dollars 5 pet. notes uitgegeven in een Engel sche leening. Naar verluidt, zal de inschrijving op de nieuwe Duitsche oorlogsleening den 4 den September worden opengesteld en tot 5 Oct duren. De koers van uitgifte zal 98 procent zijn de interest 5 procent. De rijksvleeschkaart wordt met 2 Octo ber in Duitschland ingevoerd. De hoeveelheid vleesch per persoon en per week is op ten hogste 250 gram gesteld. Het Engelsche s. s. Swedish Prince (3712 ton) is in den grond geboord. In Pruisen zal er op 1 September we derom een veetelling worden gehouden. Reinhold Becker, directeur van de staal fabriek van Becker te Willich bij Krefeld, heeft een millioen mark gegeven voor een her stellingsoord voor officieren te Homborg vor der Hölie. De Spaansche minister van oorlog heeft bij de Cortes een ontwerp ingediend om de vredessterkfe van het leger tot 180.000 man, (waarvan 68000 voor Marokko te verhoogen. Met de reserves zal de legersterkte in oorloge tijd dan 400.000 man bedragen. Een,inzender in de „Times" betoogt, dat de Engelsche regeering alle schepen, die voor neutralen in Engeland worden gebouwd met van den oorlogsdienst vrijgestelde arbei ders, in beslag moet nemen, niet alleen tij dens den oorlog, maar om ze na den oorlog bij de Engelsche koopvaardij te houden. In Engeland schijnt het dikwijls voor te komen, dat mannen zich aan den dienst plicht trachten te onttrekken door iets in te nemen, waardoor zij geneeskundig afgekeurd worden. Er worden nu, zegt de Times, maat regelen oyerwogen om strafrechtelijk op te treden tegen apothekers die voor dat doel middelen leveren. Een Belgisch vluchteling, die te Londen bij de post dienst deed, is tot zes maanden dwangarbeid veroordeeld wegens diefstal van een groot aantal postpakketten, die naar het front waren geadresseerd. Bij een huis zoeking vond men o. a. negen horloges, negen scheermessen, twaalf vulpenhouders, vijf mondharmonica's, acht tabakspijpen. 67 mi litaire insignes, 70 spelden van diergelijke insignes gemaakt en nog veel meer. troepen, Westelijk front zijn vertrokken, bestaan uit: De Poriugeesche troepen, die naar het 12 bataljons infanterie, ieder van 1100 man, 800 man cavalerie en negen batterijen artil lerie, waarvan elke batterij uitv ier 75 m. M. kanonnen bestaat. Verder is er nog een afdee- ling sappeurs, veldtelegrafisten en marconis ten. De divisie bevat ten slotte een sectie Roo de Kruis-autpmobielen. ENGELAND EN DE NEDERLANI> SCHE HANDEL. De heer Robert Cecil, minister blokkade- aangelegenheden, heeft in het Engelsche La gerhuis de volgende verklaring afgelegd: De Nederlandsche N. O. T. heeft over het algemeen bevredigend gewerkt en hoewel het smokkelen niet geheel kon worden tegenge gaan trad de Nederlandsche wet toch wel af doende tegen' het kwaad op. De Engelsche re- geering is ernstig verontrust over de groote vermindering van de Nederlandsche export naar het Vereenigde Koninkrijk, vergeleken bij vroeger, doch de laatste weken is in dit op zicht verbetering ingetreden. BROODNOOD. Binnen eenige dagen is er in de groote ste den gebrek aanw ittebrood te wachten en wel in de tiende week nad eb ruinbroodperiode, zegt het Handelsblad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1