DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. m
im
DONDERDAG 24 AUGUSTUS.
Honderd en achttiende jaargang.
Jtaementepriis per 3 maanden f 1—, fr. p. post f 1.25. Advertentieprijsföct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven (r. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3.
FRANKRIJK.
ENGELAND.
DUITSCHLAND.
YARIA.
Langstraat 50.
Telef. Int. 512.
NEDERLAND.
Met :2ö ct. ©ortogstoeslag op d^n abonnementsprijs per 3 maanden.
rzsmarm
ALKMAAR, 24 Augustus.
Er wordt overal hard gevochten, maar aan
alle fronten is de toestand onveranderd of
nagenoeg onveranderd.
In het Westen veroverden de Engelschen
ten zuiden van THiepval 140 M. loopgraaf-,
terwijl de Franschen ten'zuiden van de Som-
me bij Estrées een stuk loopgraaf moestén
afstaan, daarentegen rechts van de Maas tus-
schen Fleury en het Thiaumont-werk vooruit
gingen.
Van het Oostelijk oorlogstooneel wordt
gemeld, dat er van de zee tot aan de Karpa-
then geen gebeurtenissen van belang hebben
plaats gehad en dat in het gebergte de Duit-
schers eh Oostenrijkers een kleine vordering
hebben gemaakt.
Op het Italiaansch-Oostenrijksche front ge
beurt niets en lange Bulgaarsche legerberich-
ten maken enkel melding van het langzaam
vooruitbrengen dér linies o.a. werd Kasto-
ria bezet, dat echter al op 35 K.M. afstand
van Fiorina is gelegen.
Wij mogen dus zeggen, dat de toestand
bleef, gelijk hij was. Die toestand is aldus sa
men te vatten:
Het Engelsch-Fransche offensief schiet ui
terst langzaam op, het Italiaansche offensief
is tot staan gebracht, met het Russische of
fensief is het evenzoo gesteld en het Bulgaar
sche offensief is nog niet goed begonnen.
Een dergelijke toestand doet niet precies
denken aan een succesvol offensief der entente
aan alle fronten!
Maar de stand van zaken kan zich spoedig
wijzigen. De grootste kans daarop heeft
waarschijnlijk de Balkan. Lord Robert Cecil
heeft in het Lagerhuis gezegd, dat de militai
re operaties bij Saloniki aldaar thans het be
langwekkendste feit uitmaken. Meer wilde hij
er niet van zeggen. Wel verklaarde de spre
ker nog, dat, voor zoover hij wist, de betrek
kingen met de Grieksche regeering volkomen
bevredigend waren. Maar hij zweeg opval
lend over Roemenië.
Allerlei verrassingen zijn in verband met
het Balkan-oorlogstooneel denkbaar. Het is
echter zaak om de gebeurtenissen maar af te
wachten. Op één ding zij evenwel gewezen:
daar aan de Bulgaren toegevoegde Duitschers
wel zullen vechten tegen Italianen van de
entente troepen, zal een oorlogsverklaring
van Italië aan Duitschland of omgekeerd niet
te vermijden zijn, tenzij men den bestaandea,
zonderlingen toestand maar aan beide kanten
laat voortduren.
De Oceaan-reederij-ondememing te Bremen
heeft medegedeeld, dat de onderzeeër
„Deutschland" gistermiddag voor den mond
van den Weser het anker heeft uitgeworpen
en dat alles wel aan boord was. Men weet,
dat deze ondereeër, in dienst van een han
delsonderneming, den 9den Juli met een la
ding kostbare verfstoffen voor Amerika, te
Baltimore aankwam. De 'Amerikaansche re
geering besloot hem na ampel onderzoek te
beschouwen als koopvaardijschip. Den lsten
Augustus, nadat een 'lading, hoofdzakelijk
nikkel, was ingenomen, werd de Amerikaan
sche haven verlaten, den 3den werd Kaap
Virginië gepasseerd en sindsdien had mm er
niets meer van gehoord.
Gemeld wordt, dat tijdens de terugreis, die
4200 mijlen lang was, 100 zeemijlen onder
water zjjn afgelegd (op de heenreis 90). De
machines werkten voortreffelijk en de
„Deutschland" toonde zich uitstekend zee
waardig. Op de Oceaan was het aanvankelijk
stormweer, later werd het tets kalmer, aan
de Engelsche kust was het mistig en in de
Noordzee weer stormachtig.
Bij het uitvaren had de Amerikaansche
vloot haar maatregelen verscherpt, nadat de
Engelsche kruiser gedurende den nacht hei
melijk de baai was binnengevaren. Bij het
vertrek van den onderzeeër was deze opge
wacht door acht Britsche oorlogsschepen,
omgeven door een aantal gehuurde Ameri
kaansche visschersvaartuigen, voor het leg
gen van netten en om de Engelschen te waar
schuwen.
Over de route, welke kapitein König heeft
gevolgd, zullen voorloopig wel geen al te
nauwkeurige bijzonderheden worden be
kend gemaakt, al wordt er thans ook reeds
in Duitschland reclame gemaakt voor twee
boekwerken over de uit-en-thuis-reis, waar
van elk een oplage zal krijgen van 100.000
exemplaren en welke zullen worden geschre
ven door „een deelnemer". Zoo zeker was
men in Duitschland van zijn zaak, dat cte re
clame reeds voordat de „Deutschland" bin
nen was werd gemaakt, terwijl in Engeland
om hooge sommen werd gewed, dat het den
onderzeeër niet zou gelukken in veilige ha
ven h komen. Men zal in de entente-pers do
zen tocht wel kleineeren, maar hij verliest
daardoor niets van zijn beteekenis en merk
waardigheid. Intusschen hoort men van het
zusterschip „Bremen" niets meer, zoodat
men daarvan vermoedelijk ook wel niets
meer zal hoörennaar alle waarschijnlijkheid
rust deze handelsonderzeeër op den bodem
der zee.
Van Duitsche zijde wordt thans toegege
ven, dat een slagschip, de „Westfalen", bij
een torpedo-aanval door een Engelschen on
derzeeër op 19 dezer werd getroffen, maar
daaraan wordt toegevoegd, dat de beschadi
ging zoo licht is, dat het schip slagvaardig
en bestuurbaar bleef en binnen zeer korten
tijd weer geheel in orde zal zijn. Door dit be
richt wordt erkend dat althans één slagschip
(de „Westfalen" meet 18.900 ton en is ge
bouwd in 1908) bij het gevecht in de Noord
zee tegenwoordig is geweest en dat het dus
niet enkel was een ontmoeting tusschen En
gelsche oorlogsbodems en Duitsche onder
zeeërs. Misschien wordt bij stukjes en brok
jes de heele waarheid omtrent het gebeurde
nog wel bekend 1
Terzelfdertijd wordt medegedeeld, dat een
Engelsch slagschip op zijn minst zwaar be
schadigd werd door een torpedo-aanval en
een Duitschen onderzeeër.
EERE AAN DEN WERKLIEDEN
IN DEN OORLOG!
De „onder-Secrtaria" van het ministerie
van oorlog, de heer Albert Thomas heeft te
Lyon de fabrieken voor den' aanmaak van
munitie bezocht, en bij die gelegenheid de
volgende toespraak gehouden tot de werklie
den:
„In den loop der lange maanden, die wij
zijn doorgegaan, is het mogelijk, dat er uren
konden komen, waarin eenige kleine misver
standen gezweefd hebben tusschen de burgers
die hun plicht vervullen in het binnenland,
en degenen, die hem nobeler, gevaarlijker, en
met meer risco vervullen aan het front. Men
heeft kunnen zeggen, dat de werklieden van
het binnenland een1 werk deden, dat niet alles
aan het leger heeft gegeven, wat het er van
wacht had. Men heeft kunen insinueeren, dat
er eenige verslapping was in de ateliers van
het binenland.
Welnu, ziehier het vreugdevolle feit, dat
wij dezer dagen constateerden aan de Somme
toen het 20ste corps, het koloniale corps, hét
eerste in het dorp Hem en het dorp Curlu
binnentrok, toen het koloniale corps de hoeven
van Monacu nam, waarvan de communiqué's
van hedenmorgen nog spreken. Weet ge hoe
die daar zijn binnengekomen? Niet stormen
derhand, niet alle krachten der infanterie in
de waagschaal stellende, neen,, zij zijn, naar
eenige dagen geleden de poilus vertelden, met
een stok in de hand door het dorp getreden,
door, de onafzienbare zee van roode brikstee-
nen, die dat dorp voorstelden, en in een im
puls van dankbaarheid en1 vriendschap hebben
zij toen hun gedachten gericht naar het bin
nenland. Zij vroegen mij om hen de werksters
en de werklieden te bedanken, die hun in
staat hadden gesteld om daar binnen te ko
men en toch het bloed der natie te sparen, en
met slechts vijf zwaar gewonden op een ge-
heek brigade.
En zoo zijn zij triomfantelijk een dorp bin
nengetrokken, dat eenige oogenblikken gele
den nog door den vijand was bezet, (applaus.
Kameraden, vrouwen1, ik heb de zachtaar
digste opdracht om door middel van deze ge
dachten de strijders van het front en de strij
ders van het binenland te vereenigen, te asso-
cieeren, en mij heden tot u wendenae, wil ik
u vragen om, ondanks uw vermoeidheid, on
danks het zweet van deze zomerdagen, on
danks de ontzenuwing, die somtijds in uw
hart moge sluipen, ondaks de zwaarte van
deze twee jaren van voordurend werken, en
dat gem isschein nog veel volhardender zult
moeten vervolgen, wil ik u vragen, zeg ik, om
zonder verslapping met nog meer hardnek
kigheid, met al de krachten van Uw intellect,
met uwe spieren en uwe subtiele gratie, o!
gij vrouwen ook, die thans hier werkt, om het
aanhoudende werk der bevrijding door te
zeten tot ziekordens, tot moe-wordens, tot
uitputting toe. Het gaat om de overwinning,
het gaat om de onafhankelijkheid van ons ge
liefde Frankrijk, het gaat om de integriteit
van het vaderland en om de Vrijheid van alle
volken tegelijk, (applaus).
Morgen, ja 'morgen, als ge uw werk zult
ontwikkeld hebben, als gij o werksters, u
langzamerhand hebben opgeheven tot een
nieuwe taak, tot een nieuw begrip in de over
winning, ex in den vrede, dan zult gij bijdra
gen tot de toekomst, tót de grootheid der na
tie.
Aan 't werk dus, gij allen, aan het doortas
tende en aangehouden werk, voor de overwin
ning, en voor den glorierijken vrede, dien
Frankrijk zal doen heerschen over de wereld
UIT HET LAGERHUIS.
Fet Lagerhuis met -vacantie gegaan tot den
15 den October.
Ind en loop der débatten herhaalde, lord
Cecil, dat aan de Britsche regeering noch di
rect noch indirect vredesvoorstellen zijn ge
daan. Hij voegde er bij, dat de eenige manier
waarop zulke vredesvoorstellen kunnen wor
den gedaan, is, door een mededeeling der
vijandelijke regeering aan de Engelsche re
geering.
Verder deelde lord Cecil mede, dat de be
trekkingen met het Grieksche bewind van mi-
nister-pxesident Zaimis volkomen bevredigend
zijn.
DE WESTFALEN GETORPILLEERD.
Het bericht van de Engelsche admiraliteit
over de aanvallen1 van de Engelsche duikboot
E 23 op een Duitsch slagschip van de Nas-
sau-klasse op 19 Aug. is in zooverre juist,
meldt het Wolffbureau, dat Z. M.'s Westfalen
door de duikboot bij haar eersten aanval is
getroffen, maar zoo licht beschadigd, dat het
schip gevechtsklaar en tot manoeuvreeren in
staat is gebleven.
De Westfalen zal binnenkort weder geheel
en' al dienst kunnen doen. Het is ook juist,
dat de vijandelijke duikboot later nogmaals
op het schip heeft geschoten. Deze torpedo
miste.
HET GEDING TEGEN Dr LIEBKNECHT.
Het geding tegen dr. Karl Liebknecht is
gisterochtend om negen uur in hooger be
roep voor het hoog militair gerechtshof in de
Lehrterstrasse begonnen.
Het hof bestaat uit een fregat-kapitein als
voorzitter, een „Oberkriegsgerichtsrat" die
de zaak leidt, een militair rechter, twee ma
joors, een kapitein en een eerste luitenant.
Als rechtskundig raadsman van den be
klaagde treedt wederom de door hem geko
zen advocaat Bracke uit Bninswijk op. Bij
het begin der zitting stelde het O. M. voor,
de zaak met gesloten deuren te behandelen,
om ordeverstoring te voorkomen1 en vooral
met het oog op de veiligheid van den staat
en de militaire belangen.
De rechtbank heeft dit verzoek ingewilligd
Het vonnis zal evenals in eerste.instantie in
openbare zitting bekend worden gemaakt.
Beklaagde werd wegens poging tot oor-
logsverraad, verregaande weerspannigheid
en tegenstand tegen het staatsgezag tot 4
jaar en I maand tuchthuis, verwijdering uit
het leger en 6 jaar eerverlies en verlies van
burgerrechten veroordeeld. Van de tucht
huisstraf wordt een maand voorloopige hech
tenis afgetrokken.
Dat hem, ofschoon verzachtende omstan
digheden ten gunste van beklaagde ook thans
zijn aangenomen, een zwaardere straf dan in
eerste instantiq is opgelegd, is volgens
Wolff gerechtvaardigd, omdat dr. Lieb
knecht zijn plichten als soldaat en staatsbur
ger in oorlogstijd tea nadeele van het be
dreigde vaderland op de grofste wijze heeft
geschonden.
Hij heeft ook zelf erkend, dat hij met de
verdeeling van vlugschriften en het op touw
zetten van een openbare betooging een ver
zwakking van de Duitsche krijgsmacht be
oogde. Bovendien is Liebknecht reeds vroe
ger wegens een dergelijk misdrijf tot F/2 jaar
veroordeeld.
Tegen het arrest van gisteren kan Lieb
knecht beroep in cassatie aanteekenen.
In eerste instantie bedroeg de straf 2 k»
jaar.
IN HET HEETST VAN HET GEVECHT.
De „Times" publiceert een belangwekkende
brief van een Engelsch ófficier, die thans in
Frankrijk aan het front staat.
„Wij doorleven thans opwindende tijden en
al wat ik to (dusverre doorleefd heb, is daarbij
vergeleken niets. Ge kunt U thuis met geen
mogelijkheid er eene, voorstelling van maken
wat de woord enin een courantenbericht: „ont
zetend bombardement langs het geheele
front" beteekenen. De indrukken zoowel voor
het oor als voor het oog zijn zodanig, dat er
de mensch, die die beschrijven kan, nog gebo
ren moetw orden.
Tracht U de ontzettendste donderslagen
voor te stellen, die ge ooit gehoord hebt, maar
dan die allen' saamgebracht op een plaats en
dat die ongeveer een uur voortduren; zelfs
dan kunt ge u nog flauw beeld vormen van
het geluid, dat hemel en aarde vervult, terwijl
de verblindende bliksemstralen, samen met
het schitterendste vuurwerk U nog niet' half
een beeld geven vand en indruk, die de „stra
fe" op het oog maakt. Onlangs had ik des
nachts dienst op zeker punt, waar ik het laat
ste half uur een geconcentreerd bombarde
ment meemaakte en eerst daar heb ik goed
leeren begrijpen wat moderne oorlogsmidde
len eigenlijk zijn.
Vóór mij spoten de veldkanonnen een voort
durende stroom granaten uit, terwijl achter en
naast mij de groote kanonnen dood en ver
derf uitbraakten in hunne projectielen.
Het lawaai was oorverdoovend, het gekrak
en geboem der kanonnen ;oor mij en de ont
zettende donderslagen der mortieren' achter
mij, gepaard met het gegier der projectielen
die over ons heen vlogen, vormden tezamen
een pandemonium van geluid in den overtref-
fenden trap.
En wat het oog te zien kreeg was even reus
achtig. -Het geheele front was een Iichtzee.
De ontploffing onzer eigen projectielen' en
va die der Duitschers, gevoegd bij het helle
schijnsel der fakkeis die aan beide zijden op
gelaten werden1, vormden een schouwspel,
waarbij het schitterendste vuurwerk, dat ooit
bij Christal Palace werd afgestoken een
nachtkaarsje geleek. Het merkwaardigste bij
zulk een bombardement is de verlichting van
het landschap, dat even duidelijk'zichtbaar
is alsof het door een helderen middagzon be
schenen werd* Ik zlef stond in het duister en
kon mijlen gronds overzien als een grootsch
en machtig panorama. 1
Ik weet wel, dat dit slechts een zwakke be
schrijving is en het verbaast mij niet, .wanneer
ik zie, hoe weinig zelfs de beste oorlogscor
respondenten in staat zijn er een denkbeeld
van te geven'. Ik geloof, dat dit alles ook niet
beschreven kan worden en de ongelukige cor
respondent moet zich ook wel beklemd gevoe
len als hijz ijn eigen werk leest.
Een uur of zoo na wat ik hier beschreven
heb, hort men het geluid van wielen en wij we
ten dan, dat onze eerste gewonden aangevoerd,
worden. Een voor een' komen de wagens aan
rijden en lossen hunne tragische ladingen. Ge
kunt U niet voorstellen, wat de uitdrukking
„mannen, die in den oorlog gebroken zijn"
beteekent, voor gij deze helden ziet zooals zij
uit het heetst van den strijd komen om hunne
wonden te laten nazien, vóór zij naar het naas
te verzendingshospitaal en van daar naar den
basis en naar Engeland gezonden worden.
Een paaru ur vroeger trokken al deze man
nen ons voorbij met een glimlach op het ge
laat en een lied op del ippen, krachtige ge
daanten vol leven en energie, gekleed in nette
zindelijke uniform. En nu komen ze terug,
verminkt door kogel- en granaatscherf en hun
khaki-kleeding besmeerd met moder en bloed.
Treurig, pathetisch, afgrijselijk! Ja, dat zou
hetz ijn als er niet ook zoo iets heerlijks En
gelsch in was.
Al de ellende van het gevecht en de pijn der
wonden heben hunne geestkracht niet gebro
ken of de glimlach van hun gelaat en de op
gewekte woorden van hunne lippen weggeno
men. Zij zijn prachtig, zelf nog meer in hun
ne zwakheid nu zij daar neerliggen, dan ln
hun kracht toen zij uittrokken. De glimlach
verdwijnt alleen van hun gezicht als zij be
zorgd vragen of hunne kameraden stand hou
den en of het regiment zijn roemrijke tradi
ties hoog houdt. Ook als hunne wondén nage
zien worden gedragen zij zich moedig. Geen
klachten, lafheid, geen spijt. Het treft den
toeschouwer als iets bovenmenschelijks en hij
gevoelt, dat er iets bijna godelijks is in eer,
ras, dat uit zijné fabrieken, kantoren, velden
en markten, zulke mannen kan opleveren".
DE ENTENTE IN AMERIKAANSCHE
GROOT-INDUSTRIE.
In Londensche financieele en industrieele
kingen schat men de waarde der bestellingen
aan oorlogsmateriaal, door de Entente aan
de Amerikaansche groot-industrie gedaan,
op niet minder dan ruim 7 milliard gulden.
De Dethlehen Steel Corporation, heeft alleen
al een bedrag van ruim 7000 millioen. De
Dupont Company volgt met een bedrag van
een kleine 500 millioen. Nummer drie staat
in deze lijst de „Buldwia Locomotive Works"
die voor 350 millioen aan geweren en ge
schut geboekt hebben staan. Daarop volgen
een 'twintigtal kleinere Amerikaansdie fir
ma's, die voor tusschen 60 en 250 millioen
genoteerd hebben. Van al die bestellingen
moet ruim de helft reeds zijn afgeleverd.
EEN ONOPLOSBAAR RAADSEL.
Fransche bladen maken zich vroolijk over
de domme leugen van een landgenoot, die
het waarschijnlijk goed met zijn vaderland
meent. Aan den ingang van een Parijsche
kerk kan men n.l. lqzen, dat de opbrengst der
gouden munten-inzameling fr. 327.654 be-
drotg. Dit is een absolute onmogelijkheid,
omdat het kleinste Fransche gouden munstuk
fr. 10,waard is en de totaalsom dus altijd
een 10-voud moet zijn.
EEN JUBILEUM DER
ONDERZEE-TELEGRAFIE.
De kabelverbinding tusschen Európa en
Amerika vier dezer dagen haar 50-jarig jubi
leum, een gedenkdag, die onder de tegen
woordige omstandigheden onopgemerkt
voorbij gaat. Toen in het jaar 1857 de eerste
proef met het leggen van zoo'n kabel geno
men werd, moest de kabel zelf in twee deelen
worden verscheept; toentertijd bezat men
geen schepen, die dat aan transport op zich
konden nemen. In 1866 alleen kon het En
gelsche stoomschip „Great Eastern" die taak
alleen wel aan. Op 4 Augustus was het
werk voltooid en weinig dagen daarna sein
de men reeds naar hartelust. Op 3 September
vond de Great Eastern de uiteinden van een
kabel, die men reeds vroeger had willen
leggen, doch die gebroken was. Aan boord
werd de kabel gerepareerd, zoodat half Sep
tember het telegrafisch verkeer tusschen de
beide werelddeelen reeds over twee kabels
liep.
AN'EÓDOTE VAN KEIZER
FRANS JOZEF.
De „Temps" vertelt eene aardige geschie
denis omtrent de eerste studiën van den Kei-
Groote aanvoer ftegeerlnggvlsch.
- SPECIALITEIT IN GEBAKKEN V1SCH.
zer in de Hongaarsche taal. Het was bij ge
legenheid van 'n intocht in Budapest, na den
opstand van 1849. Zijne raadslieden hadden
hem erop gewezen, dat hij verstandig zou
doen, het te laten voorkomen of hij de taal zij
ner onderworpen onderdanen kende. Hij leer
de dan ook twee redevoeringen in het Hon-
gaarsch uit het hoofdde eene moest in een
militaire opleidingschool, de andere in een
hospitaal uitgesproken worden.
De vorst sprak de eerste redevoering uit.
Klemtoon en gebaar waren goed, doen het
was een verkeerde rede, zoo dat de Keizer de
cadetten dankte voor de goede diensten, die
zij als verpleegsters en geneesheeren hadden
verricht.
KORTE BERICHTEN.
De Hongaarsche graaf Apponyï heeft
na zijn bezoek aan den Keizer verklaard, dat
den toestand ten opzichte van Roemenië ver
beterd is.
Van democratische zijde in Amerika is
voorgesteld een belasting van munitiefabricar
ge te heffen.
De New Statesman valt minister Lloyd
George aan en meent dat te weinig munitie
wordt gemaakt.
De onderhandelingen over het vormen
van een coalitie-ministerie in Denemarken
zijn op niets uitgeloopen. Nieuwe Rijksdag
verkiezingen zullen noodig zijn.
Te New-York worden voor 250 millioen
dollars 5 pet. notes uitgegeven in een Engel
sche leening.
Naar verluidt, zal de inschrijving op
de nieuwe Duitsche oorlogsleening den 4 den
September worden opengesteld en tot 5 Oct
duren.
De koers van uitgifte zal 98 procent zijn
de interest 5 procent.
De rijksvleeschkaart wordt met 2 Octo
ber in Duitschland ingevoerd.
De hoeveelheid vleesch per persoon en per
week is op ten hogste 250 gram gesteld.
Het Engelsche s. s. Swedish Prince
(3712 ton) is in den grond geboord.
In Pruisen zal er op 1 September we
derom een veetelling worden gehouden.
Reinhold Becker, directeur van de staal
fabriek van Becker te Willich bij Krefeld,
heeft een millioen mark gegeven voor een her
stellingsoord voor officieren te Homborg vor
der Hölie.
De Spaansche minister van oorlog heeft
bij de Cortes een ontwerp ingediend om de
vredessterkfe van het leger tot 180.000 man,
(waarvan 68000 voor Marokko te verhoogen.
Met de reserves zal de legersterkte in oorloge
tijd dan 400.000 man bedragen.
Een,inzender in de „Times" betoogt, dat
de Engelsche regeering alle schepen, die
voor neutralen in Engeland worden gebouwd
met van den oorlogsdienst vrijgestelde arbei
ders, in beslag moet nemen, niet alleen tij
dens den oorlog, maar om ze na den oorlog
bij de Engelsche koopvaardij te houden.
In Engeland schijnt het dikwijls voor
te komen, dat mannen zich aan den dienst
plicht trachten te onttrekken door iets in te
nemen, waardoor zij geneeskundig afgekeurd
worden. Er worden nu, zegt de Times, maat
regelen oyerwogen om strafrechtelijk op te
treden tegen apothekers die voor dat doel
middelen leveren.
Een Belgisch vluchteling, die te Londen
bij de post dienst deed, is tot zes maanden
dwangarbeid veroordeeld wegens diefstal
van een groot aantal postpakketten, die naar
het front waren geadresseerd. Bij een huis
zoeking vond men o. a. negen horloges, negen
scheermessen, twaalf vulpenhouders, vijf
mondharmonica's, acht tabakspijpen. 67 mi
litaire insignes, 70 spelden van diergelijke
insignes gemaakt en nog veel meer.
troepen,
Westelijk front zijn vertrokken, bestaan uit:
De Poriugeesche troepen, die naar het
12 bataljons infanterie, ieder van 1100 man,
800 man cavalerie en negen batterijen artil
lerie, waarvan elke batterij uitv ier 75 m. M.
kanonnen bestaat. Verder is er nog een afdee-
ling sappeurs, veldtelegrafisten en marconis
ten. De divisie bevat ten slotte een sectie Roo
de Kruis-autpmobielen.
ENGELAND EN DE NEDERLANI>
SCHE HANDEL.
De heer Robert Cecil, minister blokkade-
aangelegenheden, heeft in het Engelsche La
gerhuis de volgende verklaring afgelegd:
De Nederlandsche N. O. T. heeft over het
algemeen bevredigend gewerkt en hoewel het
smokkelen niet geheel kon worden tegenge
gaan trad de Nederlandsche wet toch wel af
doende tegen' het kwaad op. De Engelsche re-
geering is ernstig verontrust over de groote
vermindering van de Nederlandsche export
naar het Vereenigde Koninkrijk, vergeleken
bij vroeger, doch de laatste weken is in dit op
zicht verbetering ingetreden.
BROODNOOD.
Binnen eenige dagen is er in de groote ste
den gebrek aanw ittebrood te wachten en wel
in de tiende week nad eb ruinbroodperiode,
zegt het Handelsblad.