DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Het al te goede hart. No. 217 Honderd en achttiende jaargang. 1M6 DON DER I) A O 14 SEPTEMBER. FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar ft,franco door het geheele Rijk f1,25. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone Advertentiën Per regel S 0.12i Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Met 20 et, oorlogstoeslag op den ebonnementsprijs per 3 maanden. ALKMAAR, 14 September. De verrassingen zijn de wereld nog niet uit! Daar komt zoowaar het officieele be richt uit Berlijn, dat het vierde Grieksche le gerkorps (ongeveer 40.000 man) is overge bracht naarBerlijn! Dit legerkorps stond met het geweer bij den voet in Seres, Drama en Kavalla, toen de Duitsch-Bulgaarsche troepen Grieksch Mace donië binnenrukten. Deze Grieksche troe pen wenschten noch aan de zijde der entente te strijden, noch, zooals te Saloniki is ge-> schied, zich door de entente-troepen te laten ontwapenen en intemeeren. Met Athene kon den ze niet meer in verbinding komen, het verkeer met de overheid werd door de entente beheerscht en belet. Daar honger en ziektm begonnen te dreigen, verzocht de comman dant Dinsdag het Duitsche opperbevel zijn troepen voor den druk der entente in be- scnerming te nemen en hun onderdak en ver pleging te verschatten. Aan dit verzoek werd voldaan. „Teneinde, zegt het Wolff-bericht, elke schending van de neutraliteit te voorkomen, werd met den commandeerenden generaal overeengekomen de Grieksche troepen volle- lig bewapend en uitgerust als neutralen naar verblijfplaatsen in Duitschland over te bren gen. Zij zuilen hier gastvrijheid genieten, tot hun land door de indringers der Entente zal zijn verlaten". Het moeielijke Grieksche probleem leidt dus tot steeds ernstiger ongerijmdheden en mei spanning mag worden afgewacht, welke oplossing tenslotfe daaraan zal worden ge geven. Zullen er ook verrassingen uit het Westen komen? De Engelsche havens zijn voor het neutrale scheepvaartverkeer gesloten. Ook het tele- graafverkeer staat stil de Fransche stafbe- ricliien bereiken via Zwitserland door mid del van het Duitsche Wolff-bureau Neder land 1 üf Engeland in zijn „splendid isolation" militaire ondernemingen voorbereidt of proefnemingen doet, zal nader blijken. Het heeft geen zin zich in gissingen te verdiepen, wat deze isolatie, zoo volkbmen doorgevoerd als nimmer te voren, heeft te beteekenen. Af wachten is de boodschap! In een nieuwen, snellen aanval hebben de Franschen in de Somme-streek een belangrijk succes behaald. Over een front van 6 K.M. zijn ten zuiden van Combles tot de rivier Roman naar het Duitsch van Marie Diere. 15) Doch somstijds overviel het hem als een zacht, nameloos gevoel'van komend lentele ven. Dan liep hij ver weg en doolde in de den- debosschen bij de voorsteden rond. Als hij met zijn dragonders uitreed om te excerceeren kwam het hem menigmaal voor, alsof hij uit reed om iets te veroveren', dat het mooiste op aarde was, zooals een der ridders van den hei ligen raad. Eens op een Julidag bevond hij zich met dames en kameraden in de zooologischen tuin Er beerschte een vroolijke ^temming aan tafel, hij deed mee, voelde zich onbezorgd en luchtig om 't hart. Opeens maakte een der kameraden het gezelschap de muziek opmerkzaam, die het oude Nederlandsche lied speelde: „Wilt heden nu treden Voor God, den Heere Een letterlijk sentimenteele ontroering maakte zich van den jongen Quistorp mees ter. De tonen ging hem door alles heen. Ter wijl het overige gezelschap nu ook stil en ern stig luisterde groeide zijn weeke stemming steeds aan, er kwamen- tranen in zijn oogen. Hij beet zich heftig op zijn blonden' knevel, stond plotseling op en verliet de tafel, ©ogen schijnlijk om een kellner te zoeken. Langen tijd stond hij buiten in het water te staren en keek naar de flamingo's, die als 't ware op de maat der muziek sierlijk en sta tig aan den oever op en heer stapten. Duitsche stellingen over een diepte van 500 tot 1200 Meter veroverd. Het dorp Boucha- vesnes is bezet en de weg van Péronne naar Béthune is over een afstand van 3 K.M. in handen der Franschen geraakt. De derde Duitsche-linie is dus gedeeltelijk door de Franschen genomen, de laatste Linie der oorspronkelijke Duitsche stellingen, want sindsdien zijn,er achter natuurlijke andere aangelegd. De Franschen zijn voor het eerst dus door een tactische beweging tot een doorbraak gekomen. Maar het is slechts een tactische doorbraak, een vermeestering vaa een linie over een zeer korten afstand, welke het vijandelijk troepen-verband ongeschonden laat, het vijandelijk leger niet in twee helften, welke afzonderlijk aangevallen kunnen wor den, splitst. Zelfs kan een snel vooruitkomen over een kort front voor den aanvaller ge vaarlijk worden, omdat de mogelijkheid be staat, dat de wig, die hij maakt, stukgeknepen wordt. Evenwel de Franschen hebben voor dit front een belangrijke overwinning behaald. Het voor de Duitschers onbruik baar maken van de z.g.n grande route natio nale, den weg van Béthune, welke Péronne met Bapaume verbindt, is stellig een feit van beteekenis. Langs dien weg toch werden door de Duitschers versterkingen, voorraden en levensmiddelen aangevoerd en werden met name ook de zware batterijen, welke bij den mont Saint-Quentin opgehoopt' staan, van munitie voorzien. Hoe dikwijls las men in de Fransche bladen, dat de gaten, in de Duit sche troepen geslagen, werden aangevuld door nieuwe afdeelingen, welke langs den nationalen weg werden aangevoerd! Nu zijn de Franschen reeds de mont Saint Quentin, nog een kilometer ten noorden van Péronne gelegen, dicht genaderd, loopen de Fransche linies al ten Oosten van den weg Péronne Bapaume. Péronne en Combles lijken nu voor de Duitschers reddeloos verloren. Toch leert de oorlogservaring, dat plaatsen ge- ruimen tijd van nabij bedreigd, tegen elke verwachting in, zich staande kunnen houden. Het is bijv. een wonder, dat Tliiepval zicu nog steeds in Duitsche handen bevindt. Trou- wens de Engelsche vorderingen blijven den laatsten tijd zeer ten achter bij de Fran sche en het is te begrijpen, dat de Petit Pari- sien de opmerking maakt, dat wanneer de En- gelschen nu maar Morval veroverden, de Duitschers Combles zouden moeten ontrui men. De Engelschen schieten bitter weinig op. Zij staan veel verder van hun doel (Ba paume) verwijderd als de Franschen van het gezamenlijke doel (Combles) en van hun ei- Dienzelfden avond schreef hij aan 't kleine meisje in de kleine stad. Den eersten Juli kwam de brief aan zijn adres. Renate had zijn eersten, dien Hünefeld haar indertijd had gegeven, telkens overga lezen. Elk woord elke letter had waarde. Wat stond daar ook al niet in I Zij had dat in het eerst in het geheel niet beseft. Nu vond zij tel kens iets nieuws, dat weer tot allerlei gedach ten aanleiding gaf. Zij legdle een heel leven met stormen en ellende in de enkele regelen. Haar werk ging altijd door, maar zij deed dat als onder soort bedwelming. Zij maakte zich echter nog niet schuldig aan vergeetach tigheid, het instinct en die lange gewoonte verhoedden dat. Maar wie haar diep in de oogen keek moest er wel iets opmerken, wat er vroeger niet vyas geweest. Niemand wist iets van Quistorp's bezoek af. De kleine had ditmaal, zonderling genoeg evenmin oogen als ooren gehad. Slechts het schoenmakerskindje brabbelde op haar droo- mige manier van de glanzende laarzen van den fijnen, vreemden heer. En Nate hield nu het meest van het meisje van den schoenma ker Het was den eersten Juli, en een even war me dag als Jie in Juni, toen hij er was ge weest. oen Renate 's middags naar Hünefeld ging kwam Bob Andreas haar tegen. Hij groette haar stijf, wilde eerst voorbij gaan, kreeg daarop een kleur en trad toen toch op haar toe. „Kan ik een eindje met je meeloopen?" „Ja gaarne", zei zij. Hij had er bijna leeds weer berouw van, dat hij haar daarom had verzocht en toch werkte 't aantrekkelijke, dat zij voor hem had, gen doel (Pérpnne). In de Fransche pers wordt dan ook de hoop uitgesproken, dat de Franschen hun successen der laatste dagen in zuidelijke richting kunnen voortzetten, in de richting van Roye, dat op 56 K.M. afstand van Péron ne is gelegen. Dan zou er kans bestaan, dat de Duitschers hun linie over een grooten af stand zouden moeten opbreken en de oude heer Clemenceau niet langer dag-in dag-uit zou kunnen schrijven: „de Duitschers staan nog steeds te Noyon", waarmede hij wil zeg gen, dat het dwaasheid is overal troepen naar toe te zenden, terwijl de vijand nog zoo dicht bij Parijs staat. Wij hebben in het bovenstaande feitelijk reeds een lezer beantwoord, die uit den gang van zaken aan de Somme afleidt, dat bij den voortgang van thans het 43 jaar zal duren, voordat de Duitschers uit Frankrijk verdre ven zijn. Maar we willen er wel even nader op ingaan. De voortgang van thatts is geen maatstaf. In de eerste plaats is het terrein, waar thans geopereerd wordt, buitengewoon moeielijk, immers rijk aan natuurlijke belem meringen, terwijl liet kunstmatig uitermate versterkt is. Ten tweede komen, wanneer door plaatselijke, succes opleverende aanval len, stukje voor stukje wordt veroverd, ten slotte de groofere, zwaar versterkte steunpun ten aan de beurt, welker verlies veel langere gedeelten der linie onhoudbaar maakt, zoo dat de tegenstander genoopt wordt zich over grootere oppervlakten terug te trekken. En dan dient men niet te vergeten, dat een ver dediger, die telkens terug moet, terrein, mate riaal en gevangenen in handen van den te genstander moet laten, in zijn moreel ge schokt wordt, zijn geestkracht, zijn volhar dingsvermogen wordt minder, de vermoeid- iieid, de lusi oin zich over te geven, wordt grooier, aoemaai iaaoren, die een sneller tempo dau tot dusverre voorkwam, mogelijk maken. Men houde echter wel in het oog, dat alles slechts mogelijk, niet zeker is. Op de- zelide wijze rekenend als onze lezer voor de Somuie-stieek deed, had men onlangs kun nen bepa.cn dat 'verdun over zooveei tijd in iianden der Duitschers zou vallen. Unze fac- toren daarbij ia aanmerking nemend, zou men tot dè slotsom zijn gekomen, dat de vesting sneller zou zijn gevallen. Intusscheu heeft de strijd bij Verdun een geheel ander karakter verkregen, is het daar met liet ge- stauig terrein winnen der Duitschers uit en worden ze ook daar tegenwoordig terugge drongen. zoo zeer, dat hij niet weg kon komen. Hij had zeer om haar geleden. Met het instinct van den' wantrouwenden minnaar, voelde hij, dat er iemand op den^achtergrond was, die haar gedachten in beslag nam. Hij was de eerste, die het niepwe in haar oogen zag, al was ook Hünefeld bij al zijn afgestompthcid van ge voel niet geheel zonder vermoeden. - Het hieip niet of hij zich ook al honderd maal voorhield, dat hij geen recht had ongt- lukig of boos op haar te zijn. Ach, dat recht matigde zich het teugenlzoe, niet te kalmeereii wanhopige hart ondanks alle redeneeringen en> willen aan. i oen kwamen de ergste vijanden voor een spoedig te boven komen de gevaarlijke troostgronden. Och wat, zij heeft niemand anders. Ik verbeeld mij alles maar. Ik ben gek, ik zie overal spoken en dan dat met geweld verloochenen en weglachen' van die kleine, kleine en' fijne teekenen, die wel is waar gemakkelijk weggelachen kunnen worden „Heb je nu veel bij Hünefeld te doen?" vroeg hij. „Neen, niet zooveel als anders', antwoordde zij hem en hoorde in haar stem weer een grondtoon van weemoed en tevens van een zacht zingend geluk, dat misschien alleen in zijn verbreiding bestond. Dat natuurlijk in zijn verbeelding bestond. Lieve hemel, hij was immers ziek, een zieke dwaas. Hij sprak druk tot haar, vertelde van we derwaardigheden in zijn beroep, die hem zelf op dat oogenblik niet interesseerden. Maar hij moest haar haar belangstelling, haar toe luisteren afdwingen. Hij sprak luide en in af gebroken zinnen. Zij antwoordde en' wel zeer juist, zeer gepast. Zij was dus hier bij hem en niet ergens ander, niet in een droomland1, VARIA. TO RPE DO VE RS LINDEKS Torpedo's zijn als wapens in het dierenrijk reeds lang bekend. Wat echter zijn torpedo- verslinders? Over dit onderwerp publiceert Wilhelm Bölsche een interessante studie, waarin hij verhaalt van dieren, die inderdaad torpedo's verslinden en wat het merkwaardigste is ze later afschieten. Er is hier sprake van een soort zeeslak. Deze slakken .dragen aan de rugzijde merkwaardige buizen, die er nu eens uitzien als roode stukken koraal, dan weer het geheele dier omhullen als een wonderzach te hermelijnen mantel met honderd staarten. Waagt een hongerige visch het echter deze slak met zijn merkwaardige omhulsels te na deren, dan maken zich bij den allergering- sten druk vloken van hem los; de zachte buis eindjes werpen zich vrijwillig in den bek van den ongenooden gast. Wil de visch, de lekker nij verorberen, dan merkt hij tot zijn ontzet ting, dat hij getorpedeerd is. In de los gelaten buizen van de slak zijn torpedoachti- tige kokertjes verborgen, die bij aanraking explodeeren. Het is een koude, daarom niet minder werkzame explosie, die ongeveer zoo plaats heeft: de stijve huls barst bij het aan» stooten, er wordt water in het binnenste ge goten, dat daar een vloeibare massa tot elas tische explosie brengt; daarbij wordt een draad met scherpe punten opgerold en in het lichaam van den tegenstander geboord. Deze draad is een ware vernietigingsbuis, evenals bij den gifttand van den slang vloeit er een afschuwelijk bradend gif in het lichaam van de visch. Hoe komt nu de slak aan die torpe do's? Het betreft hier een netelorgaan zooals de neteldieren dat hebben en inderdaad stam men' de torpedo's ook van neteldierende slak ken zijn n.l. voor de netelbatterijen van de zeerozen, die ze eten, ongevoelig. Ze zijn on gevoelig voor torpedo's en kunnen de zeeroos ■met haar wapens verteren. Verscheidene nog scherp geladen torpedo's van de zeeroos ko men op deze wijze in de slakkenmaag en deze maag is voorzien van een groot aantal bui zen, waardoor de ingeslikte torpedo's ver voerd worden. Aan het eind van iedere buis is een ware stapelplaats van zulke krijgsgevan gen torpedo's. De slak bediend er zich op precies dezelfde manier van als de oorspron kelijke vervaardiger van de dierlijke torpedo zou gedaan Lebben. DE MILLIOENEN VAN PIERPONT MORGAN. Men hield Pierpont Morgan algemeen voor een rijk man. Dat was hij echter niet ten minste niet in de beteekenis, die de Ame rikaansdie milliardairs daaraan hechten. De Nteuw-Yorksche couranten zijn dan ook zeer teleurgesteld over het bedrag, want Mor gan's Yrfems bedraagt „slechts" 78.14Q.02V2 dollar, waarvan na aftrek van loopende ver bintenissen een nettobedrag van 69V2 mil- 'lioen dollar overblijft. En men is het er roe rend over eens, dat Pierpont Morgan, verge leken met Carnegie en Rockefeller, eigenlijk maar een arme tobber was. Voor het overige gaven de ambtelijk vastgestelde djfers de Amerikaansdie pers gelegenheid tot allerld interessante beschouwingen. Men verwon dert er zich over, dat een man, die maar nauwelijks 70 millioen nagelaten heeft, een wijnkelder bezat, die op 40.361 dollar is ge taxeerd. Hieronder bevonden zich 240 fles- schen cognac, door den taxatéur geschat op 4504 dollar. Morgan hield echter niet alleen van goeden wijn, maar ook van lekkere siga ren. De voorraad daarvan is berekend op 8039 dollar. Het merkwaardigst vonden de Amerikanen het, dat in de nalatenschap ge vonden zijn voor 8 millioen dollar acten en obligatiesf die geen cent meer waard waren. Men begrijpt niet, hoe Morgan zooveel waar- delooze effecten kon hebben en waarom hij deze slechte papieren niet tijdig heeft ver kocht. Pierpont Morgan werd algemeen als een financieel genre van den eersten rang De- schouwd en thans ontdekt men, dat ook hij den steen der wijzen niet bezat, en niet eens beschermd was tegen financieele verliezen. KORTE BERICHTEN. In Engeland zijn twee vliegtuigen op groote hoogte met elkaar in botsing gekomen. Een er van viel te pletter, en daarmee natuur lijk de inzittende, een vlieger-kapitein. Volgens den Ierschen medewerker van de Statesman wint onder Iersche nationalis ten de meening veld, dat het goed zou zijn de Home Rule-wet te verloochenen en voor Ierland den eisch te stellen van een zelfbe stuur, zooals de kolonies het hebben of iets van dien aard. Ook voor Denemarken heeft Engeland een' verbod van uitvoer of doorvoer (over zee) uitgevaardigd, van een aantal waren, die op del ijst van het nieuwe verbod voor ons land voorkomen. Tot 1 October mogen er ook geen vet, olie en vet- en oliehoudende stoffen heen. Uit Griekenland komen weer berichten van de zijde der geallieerden, over nieuwe aansluitingen van Grieksche troepen bij de Entente. Te Rome zijn een drukker en diens se cretaris gevangen genomen, alsmede eenige revolutionaire socialisten, wegens vredespro- paganda in het Italiaansche leger. De Franschen melden' 17 luchtgevechten aan de Somme, waarbij 2 Duitsche vliegtui gen werden vernield en 4 ernstig beschadigd. Verder zijn verscheidene belangrijke punten achter de Duitsche linie met een zeer groot aantal bommen bestookt. De Turken geven tegenwoordig ook le- gerberichten over den toestand in Oalicië uit. Ook bij Hermanstadt vechten nu reeds Duitsche troepen tegen de Roemeniërs. Roemenië en Bulgarije beschuldigen el kaar wederkeerig van wreedheden en gruwe len, in de Dobroedsja gepleegd. In Rusland hebben 47 vrouwen het in genieursdiploma behaald, dit zijn de eerste vrouwelijke ingenieurs in Rusland. De Russische leening in Japan is twee maal volteekemd. Duitsche vliegtuigen hebben de Russi sche vloot bij Constanza gebombardeerd. Ook heeft een Duitsche vliegaanval op Riga plaats gehad, daar moet een torpedojager tot zinken gebracht zijn. De Groothertogin van Mecklenburg- Schwerin maakt een reis door de verwoeste streken van Oost Pruisen. niet in beslag genomen' door een hem onbe kend verlangen. Maar hij raakte toch het ge voel niet kwijt, dat slechts haar mond, haar instinctmatige gewoonte hem antwoordden en niet haar ziel. Deze toestand was ondragelijk. Naast het geliefde meisje te loopen en' haar ver van zich te voelenAch waarom was hij zoo erbarme lijk afhankelijk van haai-? De wereld was toch groot genoeg! Een postbode, die hem tegenkwam, groette reeds van verre en zei. „Ik heb wat voor uws, j uffrouw zocht in zijn tasch en gaf haar een brief. En Bpb, bij wien toch anders het wan trouwen den blik verscherpte, was nog zoo dwaas om ietwat dom te lachen om dat „uws" van den' goeden man. Nu, terwijl zijn ongeluk het toppunt nader de, was hij plotseling als verstompt, hij zei nog slechts tegen Renate: „Interessante cor respondentie." En zag toen pas haar als met bloed overgoten gezicht. Nu ging hem langzamerhand een licht op. Het was hem £e moede, alsof uit zijn hoofd elke druppel bloed naar beneden viel en alsof een zwAre massa op zijn hart drukte, zoodat het ternauwernood meer kon kloppen, 't Werd leeg en ijskoud in zijn brein. Met een tong, die als een vreemd instrument in zijn mond op en neer ging, zei hij tegen Re nate: „Lees toch, wat je daar gekregen hebt." „Straks zei zij. Hij liep werktuigelijk naast haar verder. In zijn hoofd kwam nu de onzinnige gedach te op: „Er moet nog iets tusschenbeide ko men! Het kan niet zoo zijn, het wordt toch alles anders Hij ging met haar Hüneleld's huis binnen Zij vroeg hem nog verbaasd: „Ga je mee?" „Ja," zei hij. Halar gedachten werden zeker te zeer be ziggehouden dan dat zij zich al te zeer ver wonderen, er voor interesseeren kon, wat hij bij oen geminachten collega wilde. Toen zij de körte, steile trap naar de eerste verdieping opklommen, sloeg het op de stadsklok vier uur. Hij telde de vier slagen mee en dacht: „Het is dus juist vier uur." De deur boven was gesloten. „Dokter is er nog niet," zei Renate. Zij haalde een sleutel voor den dag en deed nu zelf open. In de spreekkamer waren de jaloeziën neergelaten en daardoor heerschte er een groen, schemer achtig licht. De ramen stonden naar binnen toe open. „Wil je wachten?" vroeg Renate. „Ja," zei hij. „Het kan ook niet 'lang meer duren," troostte zij hem. Daarop scheen zij hem te vergeten. Zij trad op de schrijftafel toe, nam een mesje en sneed het couvert open. Hij keek er naar. Zij beefde in het geheel niet, wat weer de hoop bij hem deed herleven, dat alle marte ling en vrees onzin waren geweest. Nu zei Renate zacht, zoodat het klonk als een bijna verloren vogelgeluid in den vroe gen morgen: „O Het was een zucht in overgroofe, beklem mende zaligheid als tot afwering geslaakt: „O neen het is te veel Het werd den armen jongen bloedrood voor de oogen en toen hij nu wat wilde zeggen moest hij eerst een groote heeschheid en stern- verlamming overwinnen. „Als jij Nate als jij een ander lief- hebt dan is het uit Dan heeft het leven slechts nog ALKMAARSCHE COURANT. 4

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1