DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DE OORLOG. Honderd en achttiende jaargang. 1916 DINSDAG 26 SEPTEMBER. Stedelijk Museum. flo. 227 ARocmiMg oef maanden f 1.—fr. p. post f 1.2S. Aihertentieprijsföct. p. regel, groote letters near plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij vl HERffls. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3. YARIA. NEDERLAND. Met 20 et. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. ALKMAAR, 26 September. Tot dusverre had de staatsman Venizelos in Griekenland vermeden openlijk en beslist partij te kiezen tegen zijn koning. Het schijnt er nu van te zullen komen. Wij moe ten nog wel eenig voorbehoud maken, om dat alle telegrammen, die uit Athene worden gezonden, onder de censuur der entente zijn onderworpen. Men wordt dus omtrent de Grieksche zaken partijdig en eenzijdig inge licht door de telegrammen. Maar een ande re bron is er niet. Samenvattende, wat die telegrammen melden, zij medegedeeld, dat de heer Venizelos, vergezeld van een admi raal, verscheiden hoofd-officieren en volge lingen naar het eiland Kreta is vertrokken, om zich van daar naar Saloniki te begeven ongeveer 40.000 opstandelingen van Kreta en andere eilanden zouden eveneens pogen de door de entente bezette haven te bereiken, ten einde zich daar aan te sluiten bij de „natio nale beweging." Admiraal Condoeriatis was adjudant van den koning, maar hij heeft deze functie neergelegd, voordat hij Athene verliet. De rijkste man van heel het land, moet hem hebben medegedeeld, dat hij zijn fortuin be schikbaar stelt van de nationale beweging. De heer Venizelos zou de algemeene mobilisatie op de eilanden afkondigen. Hij stelt zich aan het hoofd der beweging, maar een verklaring van ontkroning van den vorst zal niet wor den afgekondigd. Het plan is een zelfstan digen staat Macedonië te stichten en het be-, wind daarvan op te dragen aan den heer Ve nizelos. Natuurlijk zal die nieuwe republiek partij kiezen in het wereldgeding en zich scharen aan de zijde van de entente, waarbij gerekend wordt op de revolutionnaire troe pen. Die republiek, waartoe ook de eilan den zullen behooren, zal aan Oostenrijk-Hon- garije en Bulgarije den oorlog verklaren. Er staat in de berichten, dat dit laatste alleen dan zal geschieden, wanneer Griekenland onzijdig blijft. Maar wanneer Griekenland ook eens zijn neutraliteit opgeeft, zal dan het losgescheurde stuk met de andere helft als frères compagnons de entente steunen, in dien zij aan dezelfde zijde vechten, terwijl zij elkaar hardnekkig gaan bestrijden, als elk een eigen kant uitgaat? Deze simpele vraag bewijst reeds hoe ho peloos verward de toestand in Griekenland is, indien de gecensureerde berichten ons juist inlichten In het Somme-Ancre gebied is de strijd her vat. Zoowel de Franschen als de Engelschen hebben nieuwe aanvallen gedaan op de Duit- sche stellingen. De Franschen brachten hun linies vooruit tot den zuidelijken rand van het dorp Fregicourt, veroverden het dorp Ran- court en breidden hun stellingen uit ten oos ten van^ den weg naar Bethune tot op 1 K.M. van den weg ComblesBouchavesnes. De Engelschen vielen aan over een front van 6 mijl tusschen Combles en Martinpuich en ver overden Duitsche stellingen over een diepte van meer dan een mijl en bezetten de ver sterkte dorpen Morval en Lesboeuf. Elke nieuwe aanval doet het Duitsche front af brokkelen, doch tot wankelen wordt het steeds nog maar niet gebracht. Intusschen is de bedreiging van Combles weer ernstiger geworden. Door de bezetting van Morval door de Engelsche troepen is de noordelijke verbinding afgesneden, door die van Fregi court en Rancourt zijn de Franschen weer wat dichter van het Oosten uit deze Duitsche versterking, die inderdaad onhoudbaar schijnt, genaderd. Van de andere oorlogsterreinen komt geen nieuws. Alleen zij aangeteekend, dat zes Duitsche luchtschepen op noordoostelijke en zuidelijke Engelsche graafschappen weer een luchtaanval hebben gedaan. DE BEIERSCHE KROONPRINS AAN AAN T WOORD. Een vertegenwoordiger van de Heaist-pers in Amerika heeft bij kroonprins Ruporecht van Beieren, deh opperbevelhebber der Duit sche troepen aan 't Somme-front, in diens hoofdkwartier aan tafel gezeten. Enkele uitla tingen van den kroonprins heeft hij draadloos naar, Amerika geseind en de Köln. Ztng. is in staat ze weer te geven. Eerst sprak de kroonprins in algemeene termen over den mo dernen oorlog, dien hij noemde „een' samen werking van alle kunsten en wetenschappen", zij het dan helaas met een zoo verschrikkelijk doel als de vernietiging van menschenlevens. Toen' gewaagde hij ('t was op 7 Septem ber) van de „de laatste wanhopige poging der entente tot vermeestering van onze stel lingen". Hij stelde het geringe verlies aan terrein aan Duütschen kant, tegenover het ver lies van „iets veel kostbaardere", van men schenlevens, aan Engelsche zijde. Rijkelijk en in bare munt zei Rupprecht hébben zij eiken duimbreed gronds, dien wij hun ver kocht hebben, moeten betalen. Tot denzelfden prijs kunnen zij zooveel krijgen als ze willen. Wij Duitschers zijn volkomen in staat, de ga pingen' in onze gelederen aan te vullen. Wij hebben een reserve aan geschoolde officieen en geoefende manschappen1, die nog niet is aangesproken. Wij zijn niet, zooals de gene raals der entente, genoodzaakt ongedrilde re- cruten naar het eigenlijke gevechtsfront te brengen. Daarna sprak de kroonprins over de on neembaarheid van de Duitsche stellingen en wees opnieuw op de ontzaggelijke verliezen aan de zijde der entente. „In 't belang van duizenden, die bij een1 nieuwen aanval doel loos zijn geslacht, hopen wij, dat zij er uit ge leerd hebben". De Amerikaansche correspon dent, die het heelë Somme-front aan Duitsche zijde langs was geweest, moest over wat hij gezien had, zei de kroonprins hem, een en an der aan zijn vrienden in Engeland mededee- len; „dan zult u misschien de zaak van de menschelijkheid een dienst hebben bewezen". De Kölnische Ztg. vertelt dat de corres pondent eerst getracht heeft zijn verslag van het tafelgesprek langs den gewonen weg naar Amerika te seinen, maar dat de Engelsche censuur het toen heeft opgehouden. GENERAAL „HONVED" EN ANDERE GROOTE GENERAALS. De Gaceta de Chile, het te Santiago ver schijnend blad, publiceert een amusant ar tikeltje over een vergissing, begaan door den redacteur van de „Union" te Valparaiso. De ze schrijft n.l. in een beschouwing over „Oos- tenrijksche successen" van de troepen, die on der „generaal Honved" stonden. Zooals men weer beduidt „Honved" in het Hongaarsoh „landstorm" (eigenlijk landsverdediger). Het blad herinnert aan een anderen generaal, die in den oorlog van 1870 in de Fransche pers beroemd werd: generaal Staff (generale staf). Van nog ouderen datum is de „Generaal An- zeiger" wiens meening volgens een in Duitschland wonenden Franschman in Duitschland zeer in aanzien stond. Historisch is de vergissing, onlangs be gaan door een leerlinge van een Duitsch lyceum, die naast Ruskin, Disraeli e. a. „ge neraal Outline" (algemeen overzicht) wist te noemen als bekend Engelsch schrijver. DE KIP EN HET EI. Het ei is langzamerhand in de Europeesche keuken een onontbeerlijk hulpmiddel gewor den bij het toebereiden van verschillende ge rechten. Een groot aantal natuurvolkeren deelt ech ter geenszins de meening van de Europeanen. Deze versmaden öf het heele ei óf ze genieten het in een toestand; die de maag van een cul- tuurmensch tot revolutie zou brengen. Zoo beschouwt de West-Afrikaansche neger melk- drinken en eieren eten als een vieze gewoon te. In Oost-Afrika ziet men bijna nooit eieren op de markt, daar zoowel de neger als de Arabier er tegenzin in heeft en zich met af schuw afwendt, wanneer hij een Europeaan eieren ziet eten. Een groote massa Aziati sche volkeren evenmin eieren en zelfs de Samoea's, die zoo aan Europeesche zeden gewend zijn, zijn eierenverachters. In China en Cochin-China moeten de eieren voor een gedeelte tot rotting zijn overgegaan, eer ze gegeten worden. De Kruboys in West-Afrika en de negers van Britsch Centraal Afrika eten het ei pas, wanneer het bebroed en „vol met vleesch" is. Het Cravofindsche gezantschap kreeg van den keizer van Arram als wel komstgroet en speciaal feestgeschenk twee schotels vol bebroede eieren, die reeds ge vleugelde jongen bevatten. Bij ons beteeke- nen rotte eieren juist het tegendeel van een vriendelijke ontvangst! Waarom de Europeesche hoenderrassen eieren met witte schalen leggen en de Aziati sche rassen benevens de stammoeder van alle kippen, het Indische Bankiva-hoen, alle brui ne eierschalen hebben, kan men nog niet be vroeden. KORTE BERICHTEN. Volgens berichten uit Odessa zouden de Russen een succes hebben behaald in de Do- broedsja en daar 2000 man krijgsgevangen hebben gemaakt. De heer Venizelos is naar Kreta vertrok ken, vergezeld van verscheidene aanhangers, waaronder een admiraal. Het eiland verkeert in vollen opstand. De Duitschers zijn er in geslaagd, een der Engelsche „tanks" buit te maken. De Amerikaansche Tribune meldt, dat Duitschland binnenkort een definitieve po ging zal doen, om president Wilson over te halen zijn bemiddeling aan te bieden, om aan den oorlog een einde te maken. Hét verbod om door middel van strik ken lijsters te vangen zal in Duitschland bin nen enkele dagen opgeheven worden. In Duitschland komt het voor, dat de vegetariërs hun vleeschkaarten verkoopen, zoodat andere personen' dubbele porties kun nen krijgen. De handel in vleeschkaarten zal voortaan gestraft worden met zes maanden gevangenisstraf of met 1000 boete. De oproerige Sjerf van Mekka heeft de plaats El Taïf, ten' Z. van Mekka gelegeh, tot overgave gedwongen en daarbij het garni zoen van 1800 man Turksche troepen gevan gen genomen. Van de Duitsche studenten bevindt zich thans 84 pet. onder de wapenen, dat is 56000 man. In Beneden-Oostenrijk is van Maandag af de verkoop van brood in hotels en restau rants verboden. Ieder bezoeker zal dus ver plicht zijn, zijn eigen brood mee te nemen. Boekarest is door een Duitsch lucht schip gebombardeerd. Twee Fransche vliegers hebben op klaar lichten dag bommen geworpen op de hoog ovens bij Essen. DE „CLIO" AANGEHOUDEN. De kapitein van het Nederlandsche stoom schip „Clio", gecharterd door de Nederland sche regeering rapporteert, volgens een Reu- tertelegram uit Londen, dat zijn vaartuig den 9en September door een Duitschen onderzeeër werd aangehouden. De commandant van het Duitsche schip vroeg om de scheepspapieren; na deze doorgekeken te hebben gaf hij er zijn teleurstelling over te kennen1, dat er geen con trabande aan boord was, noodig om het schip tot zinken te brengen. De „Clio" behoort aan de Kon. Ned. Stoom boot-maatschappij te Amsterdam. DE PASSAGIERS VAN DE „BATAVIER II". Gistermorgen had de directie der Batavier- lijn nog geen bericht ontvangen over het vrij laten der naar Zeebrugge opgebrachte „Ba tavier IP'. Er waren 22 pasagiers aan boord waaronder vier uit Duitsche gevangenschap ontvluchte Russen. Aan 't Beurstation te Rotterdam arriveerden gisteravond te 10.40 uur de bemanning en 7 passagiers van de „Batavier II". Kapitein J. Zwart, de 1ste stuurman, de 1ste machinist en de hofmeester zijn aan boord gebleven. Behalve de vief Russen, die uit een Duitsch gevangenenkamp waren1 ontvlucht, is een passagier, die zich voor een Amerikaan uit gaf, doch een Engelschman bleek te zijn, ge vangengenomen. Een Belgische vrouw met 6 kinderen en een1 bejaarde Roemeensche heer, die ook tot de passagiers behoorden, bleven vrijwillig te Brugge om op hun bagage te wachten. Twee passagiers zijn gisteren reeds vertrokken. De overigen zijn gisteren alle te ruggekomen. De Tel. zegt verder, uit Vlissingen te ver nemen over de aanhouding van de „Batavier" dat het schip door een kleine Duitsche onder zeeër werd opgebracht. Aan boord van de Hollandsche torpedoboot stonden bij het praaien de mannen opgesteld. De comman dant van de onderzeeër was zeer beleefd, maar beriep zich op zijn recht, bewerend, dat het schip contrabande vervoerde. Hij ver klaarde dat het schip zelf na lossing vrijge laten zou worden. Eeni Wolff's-bericht deelt van het opbren gen der „Batavier II" mede: Het Nederlandsche stoomschip „Batavier II", van een Nederlandsche stoombootmaat schappij, geladen met contrabande, werd in den morgen van den 24sten September, op reis van Rotterdam naar Londen, door een Duitsche onderzeeër aangehouden en naar Zeebrugge opgebracht. Onder de 38 passa giers bevonden zich 4 Russen, die blijkbaar uit een gevangenkamp ontvlucht zijn. DE GEHEIMZINNIGE RUBBER-AFFAIRE. Uit Deventer wordt aan het N. v. d. D. me degedeeld: Omtrent de geheimzinnige rubber-affaire, die zich te Deventer en Nijmegen heeft afge speeld, vernemen we nog eenige bijzonderhe den. Men deelde ons b.v. mede, dat de rubber in het begin van de mobilisatie is gekocht voor den Duitscher K. Deze had daartoe de firma F., te Lochem, de geldmiddelen verstrekt. De laatste kocht in Engeland de rubber, daar de Duitscher die niet zou kunnen bekomen. De bedoeling was naturlijk de rubber naar Duitschland te vervoeren. Zooals we meldden kon daarvan niets meer komen en werd de par tij eerst te Lochem en daarna te Deventer op geslagen. Men begrijpt, dat ze door een Ne derlander, en niet door een Duitscher, in En geland was aangekocht, en ten name stond van de Lochemsche firma, terwijl ze betaald was door den Duitscher. Niets begrijpelijker dus, dan dat de Duit scher K. op middelen zon om toch zijn doel te bereiken. Hij ging op kamers wonen bij zeke ren B., In de Molenstraat te Nijmegen. De Duitscher K. is het geweest, die telefonisch den wagen heeft besteld en den voerman te Deventer den weg wees. In den nacht van Dinsdag op Woensdag is toen de rubber uit den kelder van het café J. aan 't Groote Kerkhof te Deventer op den wagen geladen. Het heet dat niemand van het gezin den den 'caféhouder of de omwonenden van iets heeft afgeweten of iets heeft be merkt. Het laden is geschied door den voer man en den knecht van den Duitscher, Willy genoemd. >Denzelfden' nacht logeerden de Duitscher en zijn hospes B. in een hotel te Deventer. Bijzonder handig zijn de heeren toch niet te werk gegaan, want op weg met de vracht naar Nijmegen vroeg de knecht Willy nog aan den bruggeknecht te Deventer, of er nog bruggeld betaald moest worden. Te Nijmegen waren de heeren reeds bezig de rubber in kleine pakjes te verdeden, toen de politie hen kwam storen. Het is een' zonderlinge geschiedenis, waar van misschien nog wel meer voor den dag zal komen. DE ZAAK SCHRöDER VOOR DEN HOOGEN RAAD. De heer Mr. J. Kappeyne van de Coppello, advocaat te Amsterdam, bestreed gisteren het cassatieberoep van den procureur-generaal. Hij vond de kern van het artikel van den heer S. wel kras, maar zeide ook dat het met de neutraliteit niets te maken heeft, daar een neutrale staat verplicht is toe te laten, dat belligeranten van alle noodige levensbehoef ten worden voorzien, zelfs van wapenen. Dat daardoor, n.l de kern van het artikel van S. oorlogsgevaar zou kunnen ontstaan, achtte pleiter dwaas, daar de mogendheden precies weten wat hier geschiedt, ook op het stuk van uitvoerpolitiek. Naar pletter's inzien is het ontslag van rechtsvervolging een bedekte vrijspraak en is dus het beroep niet ontvanke lijk. Wat de neutraliteit in gevaar brengen betreft, zei pleiter, ging het stelsel van den procureur-generaal op, dan zou elk staats man of ambtenaar strafbaar zijn, wiens ove rigens rechtmatig optreden kans zou doen be staan dat we in den oorlog betrokken wer den. 'Een pootige nota inzake de „Tubantia," een uitvoerverbod kan toch ook oórlogsge- vaar doen ontstaan. Sterker nog: De fiere woorden van H. M. de Koningin in de Troonrede op 19 September j.l. zouden vol gens den procureur-generaal kunnen vallen onder art. 100, want zij zouden wel eens bij een of andere mogendheid ontevredenheid kunnen wekken. Eindelijk wees pl. er op, dat het Hof bij beklaagde opzet aanneemt, omdat hij een oude rot in de journalistiek is; doch hij stel de daarbij de vraag, of dit wel een voldoende motiveering is, en of hetgeen hier als bewe zen is aangenomen, wel voldoende is om als bewezen te beschouwen, ook het opzet om de onzijdigheid van den staat in gevaar te bren gen, waar het hof zegt, dat bekl. wist dat zijn handelingen dit gevolg zouden kunnen het> ben. Mr. E. van Gigh Jr., adv. te Amsterdam, het cassatieberoep van den procureur-gene raal bestrijdende, wees er op, dat de eigenlij ke, principieel-mooie juridische vraag in deze zaak de zelfde is als in de andere zaak, waaromtrent pl. zich refereerde aan het plei dooi van zijn confère Mr. Kappeyne. Pleiter toonde aan dat al moge er in abstracto kans op vernietiging van het arrest bestaan, het gevaar daarvoor niet zeer groot is. Conclu sie O. M. 9 October a s. EEN VERVOLGING VAN DE „TRIBUNE". Naar „De Tribune" meldt, is tegen het blad een vervolging ingesteld, en wel, omdat in nummer 176 van 11 September j. 1. van mi nister Posthuma werd gesproken als van een „schurk" en van de regeering als van „mis dadige regeerders". De eerste uidrukking komt voor in het hoofd artikel „Hongersnood", 't welk onderteekend is v. R.(avesteyn). Er wordt in dat artikel o. a. gezegd. „Posthuma heeft thans een uitvoer-verbod van vruchten uitgevaardigd. Dat heeft de schurk weer gedaan, nadat het te laat was en alle vruchten onbereikbaar waren geworden voor den kleinen man". De tweede uitdrukking wordt gebezigd in een' artikel „De lichtingen met klein verlof weer opgeroepen???" Hierin heet het: „Arbeiders! Opgepast, houdt je misdadige regeerders in het oog! Bedenkt iedere man meer in de kazerne vermeerdert voor ons land het oorlogsgevaar." BINNENLAND. Gemengd nieuws. DE DIJKEN VAN NOORD-HOLLAND. In „De Ingenieur" brengt Ir. R. R. L. de Muralt in herinnering op welke wijze hij zich acht jaar geleden heeft uitgelaten over de te geringe hoogte der dijken van Noord- Holland. „In het jaar 1908 werd ik door jhr. mr. P. van Foreest, te Alkmaar, uitgenoodigd om voor een uitgelezen schare van belanghebben den een voordracht te houden over zeewerin gen. Ik hield die voordracht die door ve le autoriteiten, ook door den toenmaligen hoofdingenieur van de provincie Noord-Hol land, werd bijgewoond in de raadszaal in het gemeentehuis te Alkmaar. „Mijne heeren" zoo eindigde ik mijn voordracht „ik neem ten slotte de vrijheid de hier aanwezige polderbesturen van plicht verzuim te beschuldigen." (Beweging. Ik was n.b. ook hun gast.) „De dijken van Noord-Holland zijn veelal te laag. De mij verstrekte gegevens omtrent hoogten van uw dijken wijzen er op. De groote Caland zei- de steeds tot de heemraden in Zeeland: Als uw dijken maar hoog genoeg zijn, kunt ge rustig wezen. Dik genoeg zijn zij bijna al tijd, voegde hij er dan bij. Niet uit reclame voor mijn systeem" (dat anders dien avond GRATIS BEZICHTIGING op ZON DAG 10CTOBER a.s., 's namiddags van 1—3 uur. Kinderen beneden de 12 |aar worden niet toegelaten, van 12- tot 16jarigen leef tijd sleehts onder geleide. In de lobalen mag niet gerookt worden. Het aantal gelijktijdige bezoekers mag niet meer dan 50 bedragen. niet had ontbroken), „zeg ik u dit. Ge kunt uw dijken verhoogen op welke wijze gij wilt. Maar zooals zij nu zijn, zijn zij te laag. Stoort u niet aan de theorieën hóé de dijken doorbreken en stelt de zaak niet uit totdat de oorzaken z.g.n. door ingenieurs zijn vastge steld. Mijn theorie is misschien niet juist, maar voorkomt, dat water over uw dijken komt." „Een honderdtal uitgelezen menschen uit Noord-Holland zullen zich herinneren, dat ik zoo eindigde en duizenden hebben nu kunnen ervaren, dat wat ik toen zeide, nog zoo gek niet was geweest! „De voordracht werd' besloten met een feestbanket. Er werd getoost op de Holland sche ingenieurs, van wie ik, voor dien avond, wel een der beste heette te zijn. Behalve den voorzitter, was er maar één eenvoudig man netje, aan het benedeneinde van de tafel ge zeten, die in zijn tafeltoost er op terug kwam, dat de dijken van Noord-Holland te laag waren. Met een hiep! hiep! hiep! hoera! werd zijn speech, om den degelijken inhoud, toegejuicht En daar is het 'bij gebleven." HERZIENING DER WATERSNOODSCHA» DEN IN WATERLAND. Hoewel eenige weken geleden van den Commissaris der Koningin van Noord-Hol land bij de burgemeesters van de verschillen de gemeenten bericht was gekomen, dat de uitkeering der schaden voor den watersnood niet zou worden herzien behoudens enkele gegronde uitzonderingen, blijken deze nogal veel in aantal te zijn, zegt de Tel. In de gemeente Landsmeer, waar de bevolking over het algemeen bij uitstek tevreden was, be draagt dit aantal meer dan tien; in ae ge meente Oostzaan, waar men over het alge meen ontevreden was, meer dan tachtig. In deze laatste gemeente zal binnen enkele da gen 6500 worden uitbetaald aan de een den- en kippenhouders, die in de eerste dagen tijdens den watersnood hun eenden- en kip pen tegen zeer lage prijzen van de hand moesten doen, hetzij om zich tegen den hon ger te vrijwaren, hetzij omdat de bewoners met de beesten verlegen waren en in handen van opkoopers vielen. NA DEN WATERSNOOD. De hoofdverkeersweg van Amsterdam naar het noorden, van Buiksloot naar het Schouw, is nog steeds onberijdbaar, deelt het N. v. d. Dag mede. Thans is men begonnen met een stoomwals dezen weg effen te maken. Ook Zuiderwoude is nog van alle rijver- keer met omliggende plaatsen verstoken, zoo dat een paar, dat zich in het huwelijk begaf, den tocht naar Broek-in-Waterland deed per aanhangmotorboot. Het hoofdbestuur van Het Witte Kruis heeft aan de afdeelingen in het gebied van den wa tersnood medegedeeld dat het de schade zal vergoeden voor: a. ontsmettingen, b. het to tale verlies of beschadiging van magazijngoe deren, c. de kosten van herstellingen aan of het schoonmaken van regenwaterbakken, d. de beschadiging van badhuizen en gebouwen. Voor dit doel zijn de gelden verkregen, doordat andere afdeelingen het subsidie, dat haar in dit jaar uit de algemeene kas toe kwam, geheel of gedeeltelijk hebben afge staan. FAILLISSEMENTEN IN NEDERLAND. Volgens mededeeling van het Handelsin formatiebureau van Van der Graaf en Co's Bureaux voor den Handel zijn over de afge- loopen week, eindigende 23 Sept., in Neder land uitgesproken 13 faillissementen tegen 41 faillissementen indezelfde week van het vori ge jaar. Van 1 Januari tot en met bovengenoemden datum 793 faillissementen tegenover 1032 over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar. DIEFSTALLEN. Het treinpersoneel der H. IJ. S. M. heeft instructie ontvangen dat in verband met voor gekomen' ontvreemdingen bepaald is dat voor taan de treinen ten dienste van militairen, door het treinpersoneel nauwkeurig moeten worden geïnspecteerd en vastgesteld of alle inventarisvoorwerpen (inclusief de portierrie- men) aanwezig zijn. Terstond na het uitstappen der militairen moet dit onderzoek worden herhaald en in dien een' ontvreemding wordt geconstateerd, hiervan onmiddellijk aan den commandant van den troep kennis gegeven worden. SALARISHERZIENING. Het schrijven van Ged. Staten' aan den Raad van Zaandam inzake dé herziening der AARSGHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1