DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE OORLOG.
Honderd en achttiende jaargang.
1916
DINSDAG 26 SEPTEMBER.
Stedelijk Museum.
flo. 227
ARocmiMg oef maanden f 1.—fr. p. post f 1.2S. Aihertentieprijsföct. p. regel, groote letters near plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij vl HERffls. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3.
YARIA.
NEDERLAND.
Met 20 et. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden.
ALKMAAR, 26 September.
Tot dusverre had de staatsman Venizelos
in Griekenland vermeden openlijk en beslist
partij te kiezen tegen zijn koning. Het
schijnt er nu van te zullen komen. Wij moe
ten nog wel eenig voorbehoud maken, om
dat alle telegrammen, die uit Athene worden
gezonden, onder de censuur der entente zijn
onderworpen. Men wordt dus omtrent de
Grieksche zaken partijdig en eenzijdig inge
licht door de telegrammen. Maar een ande
re bron is er niet. Samenvattende, wat die
telegrammen melden, zij medegedeeld, dat
de heer Venizelos, vergezeld van een admi
raal, verscheiden hoofd-officieren en volge
lingen naar het eiland Kreta is vertrokken,
om zich van daar naar Saloniki te begeven
ongeveer 40.000 opstandelingen van Kreta en
andere eilanden zouden eveneens pogen de
door de entente bezette haven te bereiken, ten
einde zich daar aan te sluiten bij de „natio
nale beweging." Admiraal Condoeriatis was
adjudant van den koning, maar hij heeft deze
functie neergelegd, voordat hij Athene verliet.
De rijkste man van heel het land, moet hem
hebben medegedeeld, dat hij zijn fortuin be
schikbaar stelt van de nationale beweging. De
heer Venizelos zou de algemeene mobilisatie
op de eilanden afkondigen. Hij stelt zich aan
het hoofd der beweging, maar een verklaring
van ontkroning van den vorst zal niet wor
den afgekondigd. Het plan is een zelfstan
digen staat Macedonië te stichten en het be-,
wind daarvan op te dragen aan den heer Ve
nizelos. Natuurlijk zal die nieuwe republiek
partij kiezen in het wereldgeding en zich
scharen aan de zijde van de entente, waarbij
gerekend wordt op de revolutionnaire troe
pen. Die republiek, waartoe ook de eilan
den zullen behooren, zal aan Oostenrijk-Hon-
garije en Bulgarije den oorlog verklaren. Er
staat in de berichten, dat dit laatste alleen
dan zal geschieden, wanneer Griekenland
onzijdig blijft. Maar wanneer Griekenland
ook eens zijn neutraliteit opgeeft, zal dan het
losgescheurde stuk met de andere helft als
frères compagnons de entente steunen, in
dien zij aan dezelfde zijde vechten, terwijl zij
elkaar hardnekkig gaan bestrijden, als elk
een eigen kant uitgaat?
Deze simpele vraag bewijst reeds hoe ho
peloos verward de toestand in Griekenland
is, indien de gecensureerde berichten ons
juist inlichten
In het Somme-Ancre gebied is de strijd her
vat. Zoowel de Franschen als de Engelschen
hebben nieuwe aanvallen gedaan op de Duit-
sche stellingen. De Franschen brachten hun
linies vooruit tot den zuidelijken rand van het
dorp Fregicourt, veroverden het dorp Ran-
court en breidden hun stellingen uit ten oos
ten van^ den weg naar Bethune tot op 1 K.M.
van den weg ComblesBouchavesnes. De
Engelschen vielen aan over een front van 6
mijl tusschen Combles en Martinpuich en ver
overden Duitsche stellingen over een diepte
van meer dan een mijl en bezetten de ver
sterkte dorpen Morval en Lesboeuf. Elke
nieuwe aanval doet het Duitsche front af
brokkelen, doch tot wankelen wordt het
steeds nog maar niet gebracht. Intusschen is
de bedreiging van Combles weer ernstiger
geworden. Door de bezetting van Morval
door de Engelsche troepen is de noordelijke
verbinding afgesneden, door die van Fregi
court en Rancourt zijn de Franschen weer
wat dichter van het Oosten uit deze Duitsche
versterking, die inderdaad onhoudbaar
schijnt, genaderd.
Van de andere oorlogsterreinen komt geen
nieuws. Alleen zij aangeteekend, dat zes
Duitsche luchtschepen op noordoostelijke en
zuidelijke Engelsche graafschappen weer een
luchtaanval hebben gedaan.
DE BEIERSCHE KROONPRINS AAN
AAN T WOORD.
Een vertegenwoordiger van de Heaist-pers
in Amerika heeft bij kroonprins Ruporecht
van Beieren, deh opperbevelhebber der Duit
sche troepen aan 't Somme-front, in diens
hoofdkwartier aan tafel gezeten. Enkele uitla
tingen van den kroonprins heeft hij draadloos
naar, Amerika geseind en de Köln. Ztng. is
in staat ze weer te geven. Eerst sprak de
kroonprins in algemeene termen over den mo
dernen oorlog, dien hij noemde „een' samen
werking van alle kunsten en wetenschappen",
zij het dan helaas met een zoo verschrikkelijk
doel als de vernietiging van menschenlevens.
Toen' gewaagde hij ('t was op 7 Septem
ber) van de „de laatste wanhopige poging
der entente tot vermeestering van onze stel
lingen". Hij stelde het geringe verlies aan
terrein aan Duütschen kant, tegenover het ver
lies van „iets veel kostbaardere", van men
schenlevens, aan Engelsche zijde. Rijkelijk en
in bare munt zei Rupprecht hébben
zij eiken duimbreed gronds, dien wij hun ver
kocht hebben, moeten betalen. Tot denzelfden
prijs kunnen zij zooveel krijgen als ze willen.
Wij Duitschers zijn volkomen in staat, de ga
pingen' in onze gelederen aan te vullen. Wij
hebben een reserve aan geschoolde officieen
en geoefende manschappen1, die nog niet is
aangesproken. Wij zijn niet, zooals de gene
raals der entente, genoodzaakt ongedrilde re-
cruten naar het eigenlijke gevechtsfront te
brengen.
Daarna sprak de kroonprins over de on
neembaarheid van de Duitsche stellingen en
wees opnieuw op de ontzaggelijke verliezen
aan de zijde der entente. „In 't belang van
duizenden, die bij een1 nieuwen aanval doel
loos zijn geslacht, hopen wij, dat zij er uit ge
leerd hebben". De Amerikaansche correspon
dent, die het heelë Somme-front aan Duitsche
zijde langs was geweest, moest over wat hij
gezien had, zei de kroonprins hem, een en an
der aan zijn vrienden in Engeland mededee-
len; „dan zult u misschien de zaak van de
menschelijkheid een dienst hebben bewezen".
De Kölnische Ztg. vertelt dat de corres
pondent eerst getracht heeft zijn verslag van
het tafelgesprek langs den gewonen weg naar
Amerika te seinen, maar dat de Engelsche
censuur het toen heeft opgehouden.
GENERAAL „HONVED" EN ANDERE
GROOTE GENERAALS.
De Gaceta de Chile, het te Santiago ver
schijnend blad, publiceert een amusant ar
tikeltje over een vergissing, begaan door den
redacteur van de „Union" te Valparaiso. De
ze schrijft n.l. in een beschouwing over „Oos-
tenrijksche successen" van de troepen, die on
der „generaal Honved" stonden. Zooals men
weer beduidt „Honved" in het Hongaarsoh
„landstorm" (eigenlijk landsverdediger). Het
blad herinnert aan een anderen generaal, die
in den oorlog van 1870 in de Fransche pers
beroemd werd: generaal Staff (generale staf).
Van nog ouderen datum is de „Generaal An-
zeiger" wiens meening volgens een in
Duitschland wonenden Franschman in
Duitschland zeer in aanzien stond.
Historisch is de vergissing, onlangs be
gaan door een leerlinge van een Duitsch
lyceum, die naast Ruskin, Disraeli e. a. „ge
neraal Outline" (algemeen overzicht) wist te
noemen als bekend Engelsch schrijver.
DE KIP EN HET EI.
Het ei is langzamerhand in de Europeesche
keuken een onontbeerlijk hulpmiddel gewor
den bij het toebereiden van verschillende ge
rechten.
Een groot aantal natuurvolkeren deelt ech
ter geenszins de meening van de Europeanen.
Deze versmaden öf het heele ei óf ze genieten
het in een toestand; die de maag van een cul-
tuurmensch tot revolutie zou brengen. Zoo
beschouwt de West-Afrikaansche neger melk-
drinken en eieren eten als een vieze gewoon
te. In Oost-Afrika ziet men bijna nooit eieren
op de markt, daar zoowel de neger als de
Arabier er tegenzin in heeft en zich met af
schuw afwendt, wanneer hij een Europeaan
eieren ziet eten. Een groote massa Aziati
sche volkeren evenmin eieren en zelfs de
Samoea's, die zoo aan Europeesche zeden
gewend zijn, zijn eierenverachters. In China
en Cochin-China moeten de eieren voor een
gedeelte tot rotting zijn overgegaan, eer ze
gegeten worden. De Kruboys in West-Afrika
en de negers van Britsch Centraal Afrika eten
het ei pas, wanneer het bebroed en „vol met
vleesch" is. Het Cravofindsche gezantschap
kreeg van den keizer van Arram als wel
komstgroet en speciaal feestgeschenk twee
schotels vol bebroede eieren, die reeds ge
vleugelde jongen bevatten. Bij ons beteeke-
nen rotte eieren juist het tegendeel van een
vriendelijke ontvangst!
Waarom de Europeesche hoenderrassen
eieren met witte schalen leggen en de Aziati
sche rassen benevens de stammoeder van alle
kippen, het Indische Bankiva-hoen, alle brui
ne eierschalen hebben, kan men nog niet be
vroeden.
KORTE BERICHTEN.
Volgens berichten uit Odessa zouden de
Russen een succes hebben behaald in de Do-
broedsja en daar 2000 man krijgsgevangen
hebben gemaakt.
De heer Venizelos is naar Kreta vertrok
ken, vergezeld van verscheidene aanhangers,
waaronder een admiraal. Het eiland verkeert
in vollen opstand.
De Duitschers zijn er in geslaagd, een
der Engelsche „tanks" buit te maken.
De Amerikaansche Tribune meldt, dat
Duitschland binnenkort een definitieve po
ging zal doen, om president Wilson over te
halen zijn bemiddeling aan te bieden, om aan
den oorlog een einde te maken.
Hét verbod om door middel van strik
ken lijsters te vangen zal in Duitschland bin
nen enkele dagen opgeheven worden.
In Duitschland komt het voor, dat de
vegetariërs hun vleeschkaarten verkoopen,
zoodat andere personen' dubbele porties kun
nen krijgen. De handel in vleeschkaarten zal
voortaan gestraft worden met zes maanden
gevangenisstraf of met 1000 boete.
De oproerige Sjerf van Mekka heeft de
plaats El Taïf, ten' Z. van Mekka gelegeh,
tot overgave gedwongen en daarbij het garni
zoen van 1800 man Turksche troepen gevan
gen genomen.
Van de Duitsche studenten bevindt zich
thans 84 pet. onder de wapenen, dat is 56000
man.
In Beneden-Oostenrijk is van Maandag
af de verkoop van brood in hotels en restau
rants verboden. Ieder bezoeker zal dus ver
plicht zijn, zijn eigen brood mee te nemen.
Boekarest is door een Duitsch lucht
schip gebombardeerd.
Twee Fransche vliegers hebben op klaar
lichten dag bommen geworpen op de hoog
ovens bij Essen.
DE „CLIO" AANGEHOUDEN.
De kapitein van het Nederlandsche stoom
schip „Clio", gecharterd door de Nederland
sche regeering rapporteert, volgens een Reu-
tertelegram uit Londen, dat zijn vaartuig den
9en September door een Duitschen onderzeeër
werd aangehouden. De commandant van het
Duitsche schip vroeg om de scheepspapieren;
na deze doorgekeken te hebben gaf hij er zijn
teleurstelling over te kennen1, dat er geen con
trabande aan boord was, noodig om het schip
tot zinken te brengen.
De „Clio" behoort aan de Kon. Ned. Stoom
boot-maatschappij te Amsterdam.
DE PASSAGIERS VAN DE
„BATAVIER II".
Gistermorgen had de directie der Batavier-
lijn nog geen bericht ontvangen over het vrij
laten der naar Zeebrugge opgebrachte „Ba
tavier IP'. Er waren 22 pasagiers aan boord
waaronder vier uit Duitsche gevangenschap
ontvluchte Russen.
Aan 't Beurstation te Rotterdam arriveerden
gisteravond te 10.40 uur de bemanning en 7
passagiers van de „Batavier II". Kapitein J.
Zwart, de 1ste stuurman, de 1ste machinist
en de hofmeester zijn aan boord gebleven.
Behalve de vief Russen, die uit een Duitsch
gevangenenkamp waren1 ontvlucht, is een
passagier, die zich voor een Amerikaan uit
gaf, doch een Engelschman bleek te zijn, ge
vangengenomen. Een Belgische vrouw met 6
kinderen en een1 bejaarde Roemeensche heer,
die ook tot de passagiers behoorden, bleven
vrijwillig te Brugge om op hun bagage te
wachten. Twee passagiers zijn gisteren reeds
vertrokken. De overigen zijn gisteren alle te
ruggekomen.
De Tel. zegt verder, uit Vlissingen te ver
nemen over de aanhouding van de „Batavier"
dat het schip door een kleine Duitsche onder
zeeër werd opgebracht. Aan boord van de
Hollandsche torpedoboot stonden bij het
praaien de mannen opgesteld. De comman
dant van de onderzeeër was zeer beleefd,
maar beriep zich op zijn recht, bewerend, dat
het schip contrabande vervoerde. Hij ver
klaarde dat het schip zelf na lossing vrijge
laten zou worden.
Eeni Wolff's-bericht deelt van het opbren
gen der „Batavier II" mede:
Het Nederlandsche stoomschip „Batavier
II", van een Nederlandsche stoombootmaat
schappij, geladen met contrabande, werd in
den morgen van den 24sten September, op
reis van Rotterdam naar Londen, door een
Duitsche onderzeeër aangehouden en naar
Zeebrugge opgebracht. Onder de 38 passa
giers bevonden zich 4 Russen, die blijkbaar
uit een gevangenkamp ontvlucht zijn.
DE GEHEIMZINNIGE
RUBBER-AFFAIRE.
Uit Deventer wordt aan het N. v. d. D. me
degedeeld:
Omtrent de geheimzinnige rubber-affaire,
die zich te Deventer en Nijmegen heeft afge
speeld, vernemen we nog eenige bijzonderhe
den.
Men deelde ons b.v. mede, dat de rubber in
het begin van de mobilisatie is gekocht voor
den Duitscher K. Deze had daartoe de firma
F., te Lochem, de geldmiddelen verstrekt. De
laatste kocht in Engeland de rubber, daar de
Duitscher die niet zou kunnen bekomen. De
bedoeling was naturlijk de rubber naar
Duitschland te vervoeren. Zooals we meldden
kon daarvan niets meer komen en werd de par
tij eerst te Lochem en daarna te Deventer op
geslagen. Men begrijpt, dat ze door een Ne
derlander, en niet door een Duitscher, in En
geland was aangekocht, en ten name stond
van de Lochemsche firma, terwijl ze betaald
was door den Duitscher.
Niets begrijpelijker dus, dan dat de Duit
scher K. op middelen zon om toch zijn doel te
bereiken. Hij ging op kamers wonen bij zeke
ren B., In de Molenstraat te Nijmegen. De
Duitscher K. is het geweest, die telefonisch
den wagen heeft besteld en den voerman te
Deventer den weg wees.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag
is toen de rubber uit den kelder van het café
J. aan 't Groote Kerkhof te Deventer op den
wagen geladen. Het heet dat niemand van het
gezin den den 'caféhouder of de omwonenden
van iets heeft afgeweten of iets heeft be
merkt. Het laden is geschied door den voer
man en den knecht van den Duitscher, Willy
genoemd.
>Denzelfden' nacht logeerden de Duitscher
en zijn hospes B. in een hotel te Deventer.
Bijzonder handig zijn de heeren toch niet
te werk gegaan, want op weg met de vracht
naar Nijmegen vroeg de knecht Willy nog
aan den bruggeknecht te Deventer, of er nog
bruggeld betaald moest worden.
Te Nijmegen waren de heeren reeds bezig
de rubber in kleine pakjes te verdeden, toen
de politie hen kwam storen.
Het is een' zonderlinge geschiedenis, waar
van misschien nog wel meer voor den dag zal
komen.
DE ZAAK SCHRöDER VOOR DEN
HOOGEN RAAD.
De heer Mr. J. Kappeyne van de Coppello,
advocaat te Amsterdam, bestreed gisteren het
cassatieberoep van den procureur-generaal.
Hij vond de kern van het artikel van den heer
S. wel kras, maar zeide ook dat het met de
neutraliteit niets te maken heeft, daar een
neutrale staat verplicht is toe te laten, dat
belligeranten van alle noodige levensbehoef
ten worden voorzien, zelfs van wapenen. Dat
daardoor, n.l de kern van het artikel van S.
oorlogsgevaar zou kunnen ontstaan, achtte
pleiter dwaas, daar de mogendheden precies
weten wat hier geschiedt, ook op het stuk
van uitvoerpolitiek. Naar pletter's inzien is
het ontslag van rechtsvervolging een bedekte
vrijspraak en is dus het beroep niet ontvanke
lijk. Wat de neutraliteit in gevaar brengen
betreft, zei pleiter, ging het stelsel van den
procureur-generaal op, dan zou elk staats
man of ambtenaar strafbaar zijn, wiens ove
rigens rechtmatig optreden kans zou doen be
staan dat we in den oorlog betrokken wer
den.
'Een pootige nota inzake de „Tubantia,"
een uitvoerverbod kan toch ook oórlogsge-
vaar doen ontstaan. Sterker nog: De fiere
woorden van H. M. de Koningin in de
Troonrede op 19 September j.l. zouden vol
gens den procureur-generaal kunnen vallen
onder art. 100, want zij zouden wel eens bij
een of andere mogendheid ontevredenheid
kunnen wekken.
Eindelijk wees pl. er op, dat het Hof bij
beklaagde opzet aanneemt, omdat hij een
oude rot in de journalistiek is; doch hij stel
de daarbij de vraag, of dit wel een voldoende
motiveering is, en of hetgeen hier als bewe
zen is aangenomen, wel voldoende is om als
bewezen te beschouwen, ook het opzet om de
onzijdigheid van den staat in gevaar te bren
gen, waar het hof zegt, dat bekl. wist dat zijn
handelingen dit gevolg zouden kunnen het>
ben.
Mr. E. van Gigh Jr., adv. te Amsterdam,
het cassatieberoep van den procureur-gene
raal bestrijdende, wees er op, dat de eigenlij
ke, principieel-mooie juridische vraag in
deze zaak de zelfde is als in de andere zaak,
waaromtrent pl. zich refereerde aan het plei
dooi van zijn confère Mr. Kappeyne. Pleiter
toonde aan dat al moge er in abstracto kans
op vernietiging van het arrest bestaan, het
gevaar daarvoor niet zeer groot is. Conclu
sie O. M. 9 October a s.
EEN VERVOLGING VAN DE
„TRIBUNE".
Naar „De Tribune" meldt, is tegen het blad
een vervolging ingesteld, en wel, omdat in
nummer 176 van 11 September j. 1. van mi
nister Posthuma werd gesproken als van een
„schurk" en van de regeering als van „mis
dadige regeerders".
De eerste uidrukking komt voor in het hoofd
artikel „Hongersnood", 't welk onderteekend
is v. R.(avesteyn). Er wordt in dat artikel
o. a. gezegd.
„Posthuma heeft thans een uitvoer-verbod
van vruchten uitgevaardigd. Dat heeft de
schurk weer gedaan, nadat het te laat was en
alle vruchten onbereikbaar waren geworden
voor den kleinen man".
De tweede uitdrukking wordt gebezigd in
een' artikel „De lichtingen met klein verlof
weer opgeroepen???" Hierin heet het:
„Arbeiders! Opgepast, houdt je misdadige
regeerders in het oog! Bedenkt iedere man
meer in de kazerne vermeerdert voor ons
land het oorlogsgevaar."
BINNENLAND.
Gemengd nieuws.
DE DIJKEN VAN NOORD-HOLLAND.
In „De Ingenieur" brengt Ir. R. R. L. de
Muralt in herinnering op welke wijze hij
zich acht jaar geleden heeft uitgelaten over
de te geringe hoogte der dijken van Noord-
Holland.
„In het jaar 1908 werd ik door jhr. mr. P.
van Foreest, te Alkmaar, uitgenoodigd om
voor een uitgelezen schare van belanghebben
den een voordracht te houden over zeewerin
gen. Ik hield die voordracht die door ve
le autoriteiten, ook door den toenmaligen
hoofdingenieur van de provincie Noord-Hol
land, werd bijgewoond in de raadszaal in
het gemeentehuis te Alkmaar.
„Mijne heeren" zoo eindigde ik mijn
voordracht „ik neem ten slotte de vrijheid
de hier aanwezige polderbesturen van plicht
verzuim te beschuldigen." (Beweging. Ik
was n.b. ook hun gast.) „De dijken van
Noord-Holland zijn veelal te laag. De mij
verstrekte gegevens omtrent hoogten van uw
dijken wijzen er op. De groote Caland zei-
de steeds tot de heemraden in Zeeland: Als
uw dijken maar hoog genoeg zijn, kunt ge
rustig wezen. Dik genoeg zijn zij bijna al
tijd, voegde hij er dan bij. Niet uit reclame
voor mijn systeem" (dat anders dien avond
GRATIS BEZICHTIGING op ZON
DAG 10CTOBER a.s., 's namiddags
van 1—3 uur.
Kinderen beneden de 12 |aar worden
niet toegelaten, van 12- tot 16jarigen leef
tijd sleehts onder geleide.
In de lobalen mag niet gerookt
worden.
Het aantal gelijktijdige bezoekers mag
niet meer dan 50 bedragen.
niet had ontbroken), „zeg ik u dit. Ge kunt
uw dijken verhoogen op welke wijze gij wilt.
Maar zooals zij nu zijn, zijn zij te laag.
Stoort u niet aan de theorieën hóé de dijken
doorbreken en stelt de zaak niet uit totdat de
oorzaken z.g.n. door ingenieurs zijn vastge
steld. Mijn theorie is misschien niet juist,
maar voorkomt, dat water over uw dijken
komt."
„Een honderdtal uitgelezen menschen uit
Noord-Holland zullen zich herinneren, dat ik
zoo eindigde en duizenden hebben nu kunnen
ervaren, dat wat ik toen zeide, nog zoo gek
niet was geweest!
„De voordracht werd' besloten met een
feestbanket. Er werd getoost op de Holland
sche ingenieurs, van wie ik, voor dien avond,
wel een der beste heette te zijn. Behalve den
voorzitter, was er maar één eenvoudig man
netje, aan het benedeneinde van de tafel ge
zeten, die in zijn tafeltoost er op terug kwam,
dat de dijken van Noord-Holland te laag
waren. Met een hiep! hiep! hiep! hoera!
werd zijn speech, om den degelijken inhoud,
toegejuicht En daar is het 'bij gebleven."
HERZIENING DER WATERSNOODSCHA»
DEN IN WATERLAND.
Hoewel eenige weken geleden van den
Commissaris der Koningin van Noord-Hol
land bij de burgemeesters van de verschillen
de gemeenten bericht was gekomen, dat de
uitkeering der schaden voor den watersnood
niet zou worden herzien behoudens enkele
gegronde uitzonderingen, blijken deze nogal
veel in aantal te zijn, zegt de Tel. In de
gemeente Landsmeer, waar de bevolking over
het algemeen bij uitstek tevreden was, be
draagt dit aantal meer dan tien; in ae ge
meente Oostzaan, waar men over het alge
meen ontevreden was, meer dan tachtig. In
deze laatste gemeente zal binnen enkele da
gen 6500 worden uitbetaald aan de een
den- en kippenhouders, die in de eerste dagen
tijdens den watersnood hun eenden- en kip
pen tegen zeer lage prijzen van de hand
moesten doen, hetzij om zich tegen den hon
ger te vrijwaren, hetzij omdat de bewoners
met de beesten verlegen waren en in handen
van opkoopers vielen.
NA DEN WATERSNOOD.
De hoofdverkeersweg van Amsterdam naar
het noorden, van Buiksloot naar het Schouw,
is nog steeds onberijdbaar, deelt het N. v. d.
Dag mede.
Thans is men begonnen met een stoomwals
dezen weg effen te maken.
Ook Zuiderwoude is nog van alle rijver-
keer met omliggende plaatsen verstoken, zoo
dat een paar, dat zich in het huwelijk begaf,
den tocht naar Broek-in-Waterland deed per
aanhangmotorboot.
Het hoofdbestuur van Het Witte Kruis heeft
aan de afdeelingen in het gebied van den wa
tersnood medegedeeld dat het de schade zal
vergoeden voor: a. ontsmettingen, b. het to
tale verlies of beschadiging van magazijngoe
deren, c. de kosten van herstellingen aan of
het schoonmaken van regenwaterbakken, d.
de beschadiging van badhuizen en gebouwen.
Voor dit doel zijn de gelden verkregen,
doordat andere afdeelingen het subsidie, dat
haar in dit jaar uit de algemeene kas toe
kwam, geheel of gedeeltelijk hebben afge
staan.
FAILLISSEMENTEN
IN NEDERLAND.
Volgens mededeeling van het Handelsin
formatiebureau van Van der Graaf en Co's
Bureaux voor den Handel zijn over de afge-
loopen week, eindigende 23 Sept., in Neder
land uitgesproken 13 faillissementen tegen 41
faillissementen indezelfde week van het vori
ge jaar.
Van 1 Januari tot en met bovengenoemden
datum 793 faillissementen tegenover 1032
over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar.
DIEFSTALLEN.
Het treinpersoneel der H. IJ. S. M. heeft
instructie ontvangen dat in verband met voor
gekomen' ontvreemdingen bepaald is dat voor
taan de treinen ten dienste van militairen,
door het treinpersoneel nauwkeurig moeten
worden geïnspecteerd en vastgesteld of alle
inventarisvoorwerpen (inclusief de portierrie-
men) aanwezig zijn.
Terstond na het uitstappen der militairen
moet dit onderzoek worden herhaald en in
dien een' ontvreemding wordt geconstateerd,
hiervan onmiddellijk aan den commandant
van den troep kennis gegeven worden.
SALARISHERZIENING.
Het schrijven van Ged. Staten' aan den
Raad van Zaandam inzake dé herziening der
AARSGHE COURANT.