DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Tabak J. R. Keuss.
No. 230
Honderd en achttiende jaargang.
1918
VRIJDAG 29 SEPTEMBER.
ENGELAND.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1.— fr. p. post f 1.25. Advertentiepriisl2jct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij ?.b. HERMs. COSTER tf ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3.
DUITSCHLAND.
YARIA.
NEDERLAND.
Broodyoorziening.
Waarschuwing.
Afsteken yan onschadelijk
ynurwork.
Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden.
ALKMAAR, 29 September.
Wie sensationeele mededeelingen van den
rijkskanselier van Duitschland had verwacht,
zal bedrogen zijn uitgekomen. Het politieke
deel der gisteren door den heer von Beth-
mann Hollweg uitgesproken redevoerig bevat
veel over Italië en Roemenië, niets over Polen,
niets over Griekenland. Wat het militaire
deel betreft, daarin werd uiteengezet, dat de
plannen der tegenstanders verijdeld werden
en daarin werd verder het parool: „volhou
den en overwinnen" uitgegeven, met een ster
ken aandrang om de vijfde oorlogsleening te
doen slagen: „de tanden op elkaar geklemd,
maar harten en handen wijdgeopend."
De strijd tegen Engeland werd vooral op
den voorgrond gesteld. Engeland werd de
meest egoistische, verbitterdste en hardnek
kigste vijand genoemd. En daaraan werd
toegevoegd, dat een Duitsch staatsman, die
er voor zou terugschrikken tegen dezen vijand
elk bruikbaar, den oorlog werkelijk bekor
tend strijdmiddel te bezigen, moest worden
opgehangen, maar ook, dat de tijd te ernstig
was om over de bewering, dat uit onbegrijpe
lijke toegeeflijkheid, veranderde begeerte of
toenadering, of zelfs uit overwegingen, die
het daglicht niet kunnen zien, niet alle strijdr
middelen zoo krachtig mogelijk worden ge
bezigd, uit te weiden.
Tot goed begrip van deze passage zij nog
even in herinnering gebracht, dat de rijkskan
selier den 5den Juni j.l. hartstochtelijk uitviel
tegen de tweedrachts-propagandisten, die te
gen hem, tegen het beleid van den „zwakken
rijkskanselier" een campagne voerden. Maar
het verzet werd niet opgegeven, de„Scharfma-
cherei" werd niet gestaakt. Het gaat daarbij
vooral om het „rücksichtl'os" voeren van den
onderzeeërs-oorlög tegen Engeland. Trou
wens niet enkel door de tegenstanders
van- den rijkskanselier wordt aangedrongen
op verscherping van den onderzeeërs-oorlog
De mededeeling in het Duitsche legerbericht
van enkele dagen geleden, dat men aan de
Somme het hoofd had te bieden aan de groo
te massa oorlogsmateriaal, door de industrie
van de geheele wereld vervaardigd, heeft
daartoe opzettelijk of ongewild aanleiding
gegeven. Zoo schrijft majoor Moraht in het
Tageblatt: „Indien ons staatsbestuur een
afdoend middel aan de hand heeft, om deze
militaire hulpverleening door neutrale staten
tegen te gaan, dan mag het geen oogenblik
aarzelen hiervan gebruik te maken. Maar
wij weten de overwegingen der krijgspolitiek
in daartoe aangewezen en daarvoor veran^
woordelijke handen." En ten opzichte van
Engeland schreef deze Duitsche deskundige,
dat dit land gevoelige verliezen leed in de
kracht voor de oorlogsindustrie door de aan
vallen van luchtschepen, hetgeen voor de
Engelsche oorlogsleiding pijnlijker is dan het
laten verbloeden van bataljons kleurlingen of
hulptroepen uit Canada en Australië.
Ook op soortgelijke uitlatingen heeft de
rijkskanselier gereageerd door de mededee
ling, dat men zal doen wat men kan. Maar
dat de onderzeeërs-oorlog zoo verscherpt zal
worden, dat ook de onzijdige schepen niet
meer gespaard blijven, kunnen wij uit de
woorden, welke de rijkskanselier bezigde,
niet lezen. Maar ongetwijfeld zal bij de ko
mende besprejcingen in den rijksdag dit punt
nader worden behandeld en dan zal blijken
of de regeering te vinden is voor een oorlog
voering, die aan wanhoop zou doen denken.
Over den vrede heeft de heer von Bethmann
niet veel gezegd maar misschien ligt er
meer in de door hem gebezigde woorden, dan
men oppervlakkig zou vermoeden. Hij heeft
herinnerd aan zijn rede van 9 December 1915
en verklaard, dat de tegenstanders den oor
log voortzetten „omdat zij hun hersenschim
mige oorlogs-oogmerken hopen te bereiken."
En hij heeft opnieuw verklaard, dat de oor
log door hem als een verdedigingsoorlog
voor Duitschland wordt beschouwd, maar er
bij gezegd, dat ook Duitschland, als Frank
rijk, wil een vrede, waarbij internationale
overeenkomsten de vrijheid der volkeren te-,
gen eiken aanslag beschermen. Maar ten
slotte heeft hij ook gezegd, dat voor de toe
komst het wachtwoord zal zijn „vrij baan
voor alle bekwamen." Dit kan moeielijk an
ders beteekenen, dan een breken met het Prui
sische systeem van klassen- en standenb^voor-
rechting. Misschien is deze mededeeling en
kel bestemd voor binnenlandsch gebruik.
Maar wanneer het waar is, dat er inderdaad
weer over vrede wordt gesproken, voordat
men den winterveldtocht ingaat, dan kan zij
ook daarvoor beteekenis hebben.
Kroonprins Rupprecht van Beieren, de aan
voerder van het Sommefront heeft echter ver
klaard, dat het tot een wintercampagne zal
komen. En minister Lloyd George heeft nog
eens weer verzekerd, dat de entente zal vol-
houdert, totdat de vredesvoorwaarden aan
Duitschland kunnen worden gedicteerd. De
minister zeide, dat hij aan het Sommefront
was geweest, waar hij zich waande aan de
pcorten der hel, toen hij duizenden mannen
naar de vuurpoel zag trekken en hen afschu
welijk verminkt terug zag komen.
Aan de Somme duurt intusschen de strijd
nog voort. Het Fransche legerbericht maakt
melding van een aanhoudend bombardement,
het Engelsche van een kleine vordering ten
noorden van Thiepval, waar de z.g.n. hoog
gelegen Schwabenredoute voor het grootste
gedeelte werd bezet en 600 man werden ge
vangen genomen.
Op het Oostelijk front behaalden de Oos
tenrijkers een kleine overwinning, een stelling
werd heroverd en 41 officieren en 2800 man
werden gevangen gemaakt.
Van de andere oorlogsfronten geen nieuws.
Van Griekenland evenmin, zoodat er dus
geen bevestiging is van het bericht over
Griekenlands beslissing. Zoo die beslissing
is genomen, dan kan het zijn, dat het als pro-
Duitsch genoemde ministerie den pro-Duit-
schen koning slechts heeft aangeraden in
principe te besluiten de zijde der entente te
kiezen. In elk geval de mobilisatie schijnt
nog niet afgekondigd. Intusschen zijn twee
transporten der Grieksche Kawalla-troepen
te Görlitz aangekomen, waar ze door een
adjudant van den Keizer en den opperburge-
nleester werden ontvangen.
DE REDE VAN DEN RIJKSKANSELIER.
Gisteren kwam de Rijksdag weder bijeen
Na de openingstoespraak van den voorzitter,
ield de Rijkskanselier zijn lang verwachte
de. Hij begon met te verklaren dat reeds
adelijk na de Italiaansche oorlogsverklaring
aan Oostenrijk Duitsche troepen naast de
Oostenrijksche aan het Italiaansche front stre
den. Niettemin verklaarde de Italiaansche
regeering Ehiitschland eerst den oorlog, toen
het, onder pressie van Engeland, aan de ex
peditie bij Saloniki deelnam, waar eveneens
het Italiaansche expeditie-leger tegen Duit
sche troepenhnoest gaan strijden. Tegelijker
tijd sloot ook Roemenië zich bij de Entente
aan.
De Rijkskanselier verklaarde hierna hoe
voor den oorlog de betrekkingen tot Roeme
nië berustten op het bondsverdrag met Oos
tenrijk, Duitschland en Italië, hoe koning Ca
rol trouw aan dit verdrag samen met de
Middenmogendheden wilde ten strijde trek
ken, doch hoe zijn ministers met den heer
Brittianu aan het hoofd, zich daartegen ver
zetten. 'Kort daarop stierf de koning aan de
gevolgen van een zielsopwinding, gewekt
door het bewustzijn dat Roemenië zijn bond-
genooten had verraden. De Roemeensche po
litiek onder leiding van den heer Bratianu
was er nu verder op gericht zich op kosten
van de in den wereldoorlog verliezende par
tij te verrijken, zonder zelf groote offers te
moeten brengen. Het kwam er nu slechts op
aan te rechter tijd uit te maken naar welke
zijde de zegepraal ten slotte zou nijgen en
dan het gunstige oogenblik van aansluiting
niet te laten voorbijgaan.
Uitvoerig beschreef de kanselier het „ver
raad van Roemenië," de onderhandelingen
van dit rijk met de Entente, alle pogingen
die het aanwendde om zijn eigenlijk doel te
verbergen, en hoe het waarschijnlijk door een
ultimatum van Rusland tot den oorlog werd
gedwongen.
Na de politieke gebeurtenissen behandelde
de heer von Bethmann Hollweg den toestand
op de slagvelden 'en verklaarde naar aan
leiding van het groote Somme-offensief
„Sedert begin Juli duren aan de Somme
„haast zonder onderbreking de verbitterde
„aanvallen van Engelschen en Franschen
„voort. Het gemeenschappelijke groote of
fensief der Ententelegers, lang te voren aaa-
„gekondigd, begon. Thans moest het geluk
ken, thans zou het front der gehate Duit-
„schers worden doorbroken, Frankrijk en
„België worden bevrijd, de oorlog over den
„Rijn naar Duitschland worden overge
bracht. Wat geschiedde? Wel behaalden
„de Franschen en Engelschen voordeden,
„wel zijn onze eerste linies eenige kilometers
„achteruit gedrongen. Ook zware verliezen
„aan menschen en materiaal hebben wij te
„betreuren. Dat is bij een in zoo geweldige
„verhoudingen ingezet offensief onvermijde
lijk. Maar wat onze tegenstanders hoopten
„en nastreefden, een doorbraak in grooten
„stijl en het oprollen van onze stellingen in
„het westen, gelukte hun niet. (Bravo!) Vast
„en onafgebroken staat ons front Zwaar en
„hard is de strijd daarbuiten aan de Somme.
„Nog is het einde daar niet te zien. Hij zal
„verdere offers kosten, nog een andere loop
graaf, nog een ander dorp mogen verloren
„gaan maar er door komen zij niet.
„(Bravo!") Dat waarborgen onze aanvoe
ging en de ongeëvenaarde dapperheid van
„de troepen van alle Duitsche stammen."
(Luide bravo's).
Wat het Oosten betrof constateerde de rijks
kanselier dat het doorbraak offensief der Rus
sen mislukt was, in de gebeurtenissen op den
Balkan had het deelnemen van Roemenië
voor de entente geen gunstige ommekeer
kunnen brengen, zeide hij, het plan om Bul
garije en Turkije van de Centralen te schei
den mislukte, de Roemeensch Russische le
gers werden in stede van zuidwaarts op té
rukken, naar het Noorden gedreven, generaal
Sarrail bracht het met zijn Salonikileger niet
verder dan zwakke offensieve bewegingen.
„Zoo gaat," vervolgde de.kanselier, „de
„verschrikkelijke oorlog voort. Steeds nieu-
„we volkeren storten zich in het bloedbad,
„en tot welk doei? Over de oorlogsdoeleia-
„den, welke de vijanden steeds openlijk ver
kondigen en dulden, heerscht geen misver
stand: landhonger en vernietiging. Ik sprak
„hier reeds meer daarover: Konstantinopel
„voor de Russen, Elzas-Lotharingen voor de
„Franschen, Trentino en Triëst voor de Itali-
„anen, Zevenburgen voor de Roemeniërs.
„Sedert de eerste dagen was ons de oorlog
„niets anders dan de verdediging van ons
„recht op leven en vrijheid. (Bravo).
„Daarom konden wij alleen hef eerst onze
„bereidheid tot vredesonderhandeling uit
spreken Ik heb op 9 December 1915 en
„daarna herhaaldelijk en duidelijk genoeg
„daarover gesproken. Asquith heeft aan
„mijn woorden te kort gedaan door te bewe-
„ren, dat Duitschland-minderwaardige, on
verdraaglijke en vernederende vredesvoor
waarden had bekendgemaakt. Wij deden
„het onze. Of waagt iemand* te verlangen,
^dat wij heden aanbiedingen zullen doen,
„wanneer tegenstanders, als Briand onlangs
„deed, een heden te sluiten vrede als een
„verraad aan de gedachtenis der dooden
„kenmerkt?
„Zij zetten den oorlog voort, omdat zij
„hun utopistische oorlogsdoeleinden hopen
„te kunnen bereiken. Hun veroveringslust
„draagt de schuld, dat dagelijks de lijken
„bergen hoog worden opgestapeld."
Engeland's oorlogsdoel was, volgens den
heer von Bethmann Hollweg de absolute we
reldheerschappij en een vernietigd Duitsch
land.
„Daarom is Engeland onder allen de meest
„egoïstische, verbitterde, hardnekkigste vijand
„De Duitsche staatsman, die er voor terug
schrok tegen dezen vijand elk deugdelijk,
„den oorlog waarlijk verkortend strijdmiddel
„te gebruiken, zulk een staatsman zou inoe
fen worden opgehangen. (Levendig, storm
achtig bravogeroep). Handgeklap in het
„Huis en op de tribunes). Ik wensch, dat gij
„uit mijn woorden de mate van weerzin en
„verachting zult opmaken, die ik gevoel voor
„de steeds weer verspreide bewering, dat uit
„onbegrijpelijke toegevendheid, uit verou
derde opvatting (in het telegram was hier
„een woord onleesbaar) of zelfs om duistere
„redenen, die het daglicht schuwen, niet alle
„strijdmiddelen in volle mate worden ge-
„bruikt. (Bravo
„Met het oog op het vijandelijke, op elke
„breuk in onze inwendige eenheid loerende
„buitenland, wil ik hier niet op de u bekénde
„intriges ingaan. De'tijden zijp te ernstig."
(Zeer juist!)
De kanselier eindigde met zijn vast ver
trouwen in de overwinning uit te spreken.
Na den oorlog wacht Duitschland, evenals
na eiken oorlog tot nu toe, een zware taak
„Vrije baan voor alle bekwamen en flinken"
moet de leuze zijn.
„Passen wij haar vrij en zonder vooroor
deel toe, dan gaat ons Rijk een gezonde toe-
domst tegemoet, omdat elke steen, elke balk
„meedraagt en steunt. Dan zullen de sier
den uit alle standen gaarne en met vreugde
„deelnemen aan de werken des vredes, gelijk
„thans aan den bloedigen strijd." (Stormach
tige herhaalde toejuichingen. Handgeklap
in het Huis en op de tribunes.)
NIEUWE SUCCESSEN
VAN DE „TANKS".
Reufer's correspondent in het Engelsche
hoofdkwartier beschrijft de vermeestering van
Gueudecourt. Daar het te duur te staan zou
komen de stelling in een frrntaanval te ne
men, werd een van onze „tanks" (geschut-
auto's) er op af gestuurd om het terrein wat
schoon te vegen. De landmonitor deed dit
met zulk uitnemend gevolg, dat ons voetvolk
in staat was dwars door het dorp te trekken
en bij de 400 gevangenen te maken.
Bij het naderen van de krachtig verdedigde
linie vgn vijapdelijke loopgraven ten Noord
westen van het dorp, werd de tank tijdelijk,
opgehouden. De Duitschers kwamen met man
en macht opzetten om het gedrocht te bestor
men. Zij omzwermden het, klommen er boven
op, bombardeerden het en vuurden door iede
re reet hun geweren en pistolen af. Doch de
tank liet zich dat maar niet zoo welgevallen
en spoot onophoudelijk stroomen van vuur
uit. Tot de infanterie opdaagde en de Duit-
ALKMAARSGHE
OVERAL VERKRIJGBAAR.
schers verdreef, die meer dan 30 Odooden en
gewonden achterlieten als gevolg van het ge
vecht met de tank. Toen de tank later weg-
waggelde onder het gejuich van onze Tom
mies, trok er een heele drom gevangenen mee.
Tijdens het gevecht scheerde een Engelsche
vlieger op .400 voet over de Duitschers heen,
die de tank tot staan wilden brengen, en be
stookte hen met zijn machinegeweer.
De aanval op Thiepval, den 26en op 't
middaguur ondernomen, vorderde aanvanke
lijk uitstekend, maar er ontstond spoedig een
heet gevecht en het machinegeweervuur nam
verschrikkelijke afmetingen aan. Het voor
naamste punt van den tegenstand was de ou
de burcht van Thiepval. waaruit een woedend
vuur den opmarsch belemmerde. Toen kwam
er weer een tank aangewaggeld. Ze ging
recht op de burcht af en er ontspon zich een
prachtig gevecht. Het machinegeweervuur uit
de burcht werd op de tank samengetrokken,
maar deze antwoordde met zoodanige kracht,
dat het vijandelijke vuur begon af te nemen.
De infanterie sloop onder dekking nader en
bestormde het gebouw, waarbij de comman
dant en mitrailleurs gevangen werden geno
men.
DE KROONPRINS VAN BEIEREN AAN
HET WOORD.
De kroonprins van Beieren heeft aan een
correspondent van het Berliner Tageblatt
verklaard dat de Engelschen reeds nu uit de
reserves putten, die zij voor andere doelein
den hadden bestemd, 'ten einde de verliezen
die inderdaad zeer groot waren, aan te vul
len. Men kan op een offensief van langen
duur rekenen en wel op zeer hevige, door on
gehoord munitieverbruik voorbereide aanval
len.
Verder verklaarde kroonprins Rupprecht:
„Onze troepen hebben alles gepresteerd,
„doch de tegenstander was te sterk. Ik ben
„vast overtuigd, dat de vijand hier en nog in
„dit jaar een beslissing tracht te verkrijgen
„en dat hem dat niet gelukt.
„Hij zal een wintercampagne op den koop
„toe moeten nemen en het volgende jaar
„door mqeten'vechten. Dat is mijn vaste
„overtuiging."
KORTE BERICHTEN.
Blijkens een mededeeling vaq het Roe
meensche Roode Kruis hebben de verliezen
aan dooden, gewonden en vermisten van het
Roemeensche leger tot 18 dezer bedragen:
72.724 manschappen en 3426 officieren, on
der wie vier generaals en 19 kolonels. Drie
Roemeensche vliegers zijn gesneuveld.
Krachtens de nieuwe militiewet zijn
Woensdag'te Havre 42.000 Belgen van 18 -
40 jaar ingeschreven. De meeste inschrijvin
gen kwamen uit de departementen Seine In
férieure en Pas de Cala.is. Er zijn ook in
schrijvingen uit Spanje, Zwitserland, Neder
land, Rusland en Abessinië.
Uit Londen in Bergen aangekomen
personen melden, volgens Wolff, dat bij de
laatste Zeppelin-aanvallen wel 100 bommen
op Londen zouden zijn gevallen. Meer dan
100 gebouwen zouden zwaar zijn beschadigd!
Bijna iederen dag wordt Boekarest van
uit de lucht bestookt, het Duitsche bericht
zegt, dat er, terwijl de stad nog van de vorige
aanval brandde, opnieuw een groot aantal
bommen op geworpen zijn.
Volgens een Duitsch blad is er In het
tijdperk dat de Engelsche havens gesloten
waren, een nieuw leger van 300.000 man in
Frankrijk geland, dat naar het Sommefront
is gezonden.
De liberale Rijksdagafgevaardigde Bas-
serman heeft de volgende vraag gedaan:
„DuitschrOost-Afrika is voor het grootste
deel door den vijand bezet. Is de heer Rijks
kanselier in staat en bereid omtrent den oor
logstoestand aldaar mededeelingen te doen?"
Waarschijnlijk zal 1 December in
Duitschland een volkstelling worden gehou
den.
Gezonken zijn de Engelsche schepen
Thurso (729 ton) en Newky (1407 ton) en
het Noorsche houtschip Knut Hilde (1650
ton.)
De „Lokal Anzeiger" verneemt uit Bre
men dat de Bremen'eerst uitvoer, toen de
Deutschland binnen was gekomen. Kapitein
Schwarzkopf had eerst nog een onderhoud
met kapitein König.
De Amerikaansche gezant te Berlijn, de
heer Gerard, vergezelt zijn echtgenoote naar
Amerika.
ENGELAND ZET DEN UITVOER VAN
RUBBERFABRIKATEN NAAR NEDER
LAND STOP.
•Een Reuterbericht uit Londen meldt:
Het departement van Buitenlanasche Zaken
maakt bekend, dat tot nadere aankondiging
g^en consenten zullen uitgereikt worden voor
den uitvoer van rubber- en balatafabrikaten
naar Nederland
De Burgemeester der gemeente ALKMAAR
brengt hiermede ter kennis van belanghebben
den:
dat ingevolge beschikking van Z. E. den
Ministér van Landbouw, Nijverheid en Han
del voortaan per persoon en per week slechts
zal kunnen worden verstrekt: op een brood
kaart hoogstens 3 K. G. bruinbrood, en op een
meelkaart hoogstens 21 Hectogram ongebuild
tarwemeel j
dat de verwisseling van brood- en meelkaar-
ten zal plaats hebben op Zaterdag 30 Sept.
a.s. van 91 en van 25 uur, in het perceel
Limmerhoek 8 alhier;
DAT TENGEVOLGE DIER VERWIS
SELING OP DIEN DAG AAN BAKKERS,
HANDELAREN EN WINKELIERS
GEEN MEEL OF SUIKER KAN WOR
DEN AFGEGEVEN.
Alkmaar, den 27 September 1916,
De Burgemeester voornoemd,
JIA'N DE WIT Dz., Loc. Burg.
KEURING VAN MILITIE- EN
LANDST0RMPLI6HTIGEN.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR
waarschuwt de militie en landstormplichtir
gen, zich er wel voor te wachten, zich met tus-
schenpersonen in verbinding te stellen om
voor den dienst afgekeurd te worden, omdat,
indien zij inderdaad ongeschikt zijn, de af
keuring ook zonder tusschenkomst van die
personen plaats hebben.
Nadrukkelijk wordt de aandacht gevestigd
op artikel 206 van het Wetboek van Straf
recht, onder meer inhoudende:
Met gevangenisstraf van ten hoogste twee
jaren wordt gestraft:
lo. hij die zich opzettelijk voor den dienst bij
de militie ongeschikt maakt of laat maken;
2o. hij die een ander op diens verzoek opzette*
lijk voor dien dienst ongeschikt maakt.
Indien in het laatste geval het feit den
dood ten gevolge heeft, wordt gevangenisstraf
van ten hoogste zes jaren opgelegd.
Alkmaar, 29 September 1916.
De burgemeester voorn.
JAN DE WIT Dz., lo. Burg.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen, ingevolge het be
paalde bij art. 206 der Algemeene Politie
verordening, ter algemeene kennis, dat van
het verbod tot het AFSTEKEN VAN VUUR
WERKEN, door hun College, doch alléén
Voor zoover betreft ONSCHADELIJKE
VUURWERKEN,ON IIIEFEING WORDT
VERLEEND OP
MAANDAG 9 OCTOBER a.s.,
na zonsondergang tot middernacht, uitslui
tend op het KAASMARKTPLEIN.
Alkmaar, 28 September 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JAN DE WIT Dz., Voorzitter,
loco Burgemeester.
DONATH, Secretaris.
STELLING DEN HELDER.
De Vice-Admiraal-Commandant der stel
ling van Den Helder heeft bepaald, dat de
gezagvoerders van handels- en visschers-
vaartuigen, welke zich bevinden in de wateren
waar de stellingcommandant ingevolge Ko
ninklijke Besluiten van II Februari, 20 Au
gustus en 16 November 1915 het militaire ge
zag uitoefent, verplicht zijn de bevelen op te
volgen van de aldaar gestationneerde Neder-
landsche oorlogsschepen, van andere vaartui
gen in dienst van het Rijk, alsmede van de
forten. Zij zullen op seinen, aanwijzingen of
sommatieschoten, gedaan door genoemde
schepen, vaartuigen of forten, stoppen, bij
draaien of wel het aanroepende vaartuig na
deren.
Overtreding van deze bepaling wordt ge
straft met hechtenis van ten hoogste drie
maaqden. Tevens wordt de aandacht van ge
zagvoerders gevestigd op het lijfsgevaar,
waaraan zij zijn blootgesteld bij het niet vol
doen aan een sommatieschot, zullende in dit
geval met scherp geschoten worden.
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
Aan de orde was gisteren het wetsontwerp
tot instelling van een Kolonialen Raad voor
Ned.-Indië en een daarmede verband hou
dend wetsontwerp tot nadere wijziging van
de Indische Comptabiliteitswet.
De heer Beumer (a.-r., Kampen) durfde de
vraag, of ae samenstelling van den raad vol
gens het ontwerp de meest wenschelijke is,
AARSCHE COURANT.