DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Tabak J. R. Keuss. No. 230 Honderd en achttiende jaargang. 1918 VRIJDAG 29 SEPTEMBER. ENGELAND. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1.— fr. p. post f 1.25. Advertentiepriisl2jct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij ?.b. HERMs. COSTER tf ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3. DUITSCHLAND. YARIA. NEDERLAND. Broodyoorziening. Waarschuwing. Afsteken yan onschadelijk ynurwork. Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. ALKMAAR, 29 September. Wie sensationeele mededeelingen van den rijkskanselier van Duitschland had verwacht, zal bedrogen zijn uitgekomen. Het politieke deel der gisteren door den heer von Beth- mann Hollweg uitgesproken redevoerig bevat veel over Italië en Roemenië, niets over Polen, niets over Griekenland. Wat het militaire deel betreft, daarin werd uiteengezet, dat de plannen der tegenstanders verijdeld werden en daarin werd verder het parool: „volhou den en overwinnen" uitgegeven, met een ster ken aandrang om de vijfde oorlogsleening te doen slagen: „de tanden op elkaar geklemd, maar harten en handen wijdgeopend." De strijd tegen Engeland werd vooral op den voorgrond gesteld. Engeland werd de meest egoistische, verbitterdste en hardnek kigste vijand genoemd. En daaraan werd toegevoegd, dat een Duitsch staatsman, die er voor zou terugschrikken tegen dezen vijand elk bruikbaar, den oorlog werkelijk bekor tend strijdmiddel te bezigen, moest worden opgehangen, maar ook, dat de tijd te ernstig was om over de bewering, dat uit onbegrijpe lijke toegeeflijkheid, veranderde begeerte of toenadering, of zelfs uit overwegingen, die het daglicht niet kunnen zien, niet alle strijdr middelen zoo krachtig mogelijk worden ge bezigd, uit te weiden. Tot goed begrip van deze passage zij nog even in herinnering gebracht, dat de rijkskan selier den 5den Juni j.l. hartstochtelijk uitviel tegen de tweedrachts-propagandisten, die te gen hem, tegen het beleid van den „zwakken rijkskanselier" een campagne voerden. Maar het verzet werd niet opgegeven, de„Scharfma- cherei" werd niet gestaakt. Het gaat daarbij vooral om het „rücksichtl'os" voeren van den onderzeeërs-oorlög tegen Engeland. Trou wens niet enkel door de tegenstanders van- den rijkskanselier wordt aangedrongen op verscherping van den onderzeeërs-oorlog De mededeeling in het Duitsche legerbericht van enkele dagen geleden, dat men aan de Somme het hoofd had te bieden aan de groo te massa oorlogsmateriaal, door de industrie van de geheele wereld vervaardigd, heeft daartoe opzettelijk of ongewild aanleiding gegeven. Zoo schrijft majoor Moraht in het Tageblatt: „Indien ons staatsbestuur een afdoend middel aan de hand heeft, om deze militaire hulpverleening door neutrale staten tegen te gaan, dan mag het geen oogenblik aarzelen hiervan gebruik te maken. Maar wij weten de overwegingen der krijgspolitiek in daartoe aangewezen en daarvoor veran^ woordelijke handen." En ten opzichte van Engeland schreef deze Duitsche deskundige, dat dit land gevoelige verliezen leed in de kracht voor de oorlogsindustrie door de aan vallen van luchtschepen, hetgeen voor de Engelsche oorlogsleiding pijnlijker is dan het laten verbloeden van bataljons kleurlingen of hulptroepen uit Canada en Australië. Ook op soortgelijke uitlatingen heeft de rijkskanselier gereageerd door de mededee ling, dat men zal doen wat men kan. Maar dat de onderzeeërs-oorlog zoo verscherpt zal worden, dat ook de onzijdige schepen niet meer gespaard blijven, kunnen wij uit de woorden, welke de rijkskanselier bezigde, niet lezen. Maar ongetwijfeld zal bij de ko mende besprejcingen in den rijksdag dit punt nader worden behandeld en dan zal blijken of de regeering te vinden is voor een oorlog voering, die aan wanhoop zou doen denken. Over den vrede heeft de heer von Bethmann niet veel gezegd maar misschien ligt er meer in de door hem gebezigde woorden, dan men oppervlakkig zou vermoeden. Hij heeft herinnerd aan zijn rede van 9 December 1915 en verklaard, dat de tegenstanders den oor log voortzetten „omdat zij hun hersenschim mige oorlogs-oogmerken hopen te bereiken." En hij heeft opnieuw verklaard, dat de oor log door hem als een verdedigingsoorlog voor Duitschland wordt beschouwd, maar er bij gezegd, dat ook Duitschland, als Frank rijk, wil een vrede, waarbij internationale overeenkomsten de vrijheid der volkeren te-, gen eiken aanslag beschermen. Maar ten slotte heeft hij ook gezegd, dat voor de toe komst het wachtwoord zal zijn „vrij baan voor alle bekwamen." Dit kan moeielijk an ders beteekenen, dan een breken met het Prui sische systeem van klassen- en standenb^voor- rechting. Misschien is deze mededeeling en kel bestemd voor binnenlandsch gebruik. Maar wanneer het waar is, dat er inderdaad weer over vrede wordt gesproken, voordat men den winterveldtocht ingaat, dan kan zij ook daarvoor beteekenis hebben. Kroonprins Rupprecht van Beieren, de aan voerder van het Sommefront heeft echter ver klaard, dat het tot een wintercampagne zal komen. En minister Lloyd George heeft nog eens weer verzekerd, dat de entente zal vol- houdert, totdat de vredesvoorwaarden aan Duitschland kunnen worden gedicteerd. De minister zeide, dat hij aan het Sommefront was geweest, waar hij zich waande aan de pcorten der hel, toen hij duizenden mannen naar de vuurpoel zag trekken en hen afschu welijk verminkt terug zag komen. Aan de Somme duurt intusschen de strijd nog voort. Het Fransche legerbericht maakt melding van een aanhoudend bombardement, het Engelsche van een kleine vordering ten noorden van Thiepval, waar de z.g.n. hoog gelegen Schwabenredoute voor het grootste gedeelte werd bezet en 600 man werden ge vangen genomen. Op het Oostelijk front behaalden de Oos tenrijkers een kleine overwinning, een stelling werd heroverd en 41 officieren en 2800 man werden gevangen gemaakt. Van de andere oorlogsfronten geen nieuws. Van Griekenland evenmin, zoodat er dus geen bevestiging is van het bericht over Griekenlands beslissing. Zoo die beslissing is genomen, dan kan het zijn, dat het als pro- Duitsch genoemde ministerie den pro-Duit- schen koning slechts heeft aangeraden in principe te besluiten de zijde der entente te kiezen. In elk geval de mobilisatie schijnt nog niet afgekondigd. Intusschen zijn twee transporten der Grieksche Kawalla-troepen te Görlitz aangekomen, waar ze door een adjudant van den Keizer en den opperburge- nleester werden ontvangen. DE REDE VAN DEN RIJKSKANSELIER. Gisteren kwam de Rijksdag weder bijeen Na de openingstoespraak van den voorzitter, ield de Rijkskanselier zijn lang verwachte de. Hij begon met te verklaren dat reeds adelijk na de Italiaansche oorlogsverklaring aan Oostenrijk Duitsche troepen naast de Oostenrijksche aan het Italiaansche front stre den. Niettemin verklaarde de Italiaansche regeering Ehiitschland eerst den oorlog, toen het, onder pressie van Engeland, aan de ex peditie bij Saloniki deelnam, waar eveneens het Italiaansche expeditie-leger tegen Duit sche troepenhnoest gaan strijden. Tegelijker tijd sloot ook Roemenië zich bij de Entente aan. De Rijkskanselier verklaarde hierna hoe voor den oorlog de betrekkingen tot Roeme nië berustten op het bondsverdrag met Oos tenrijk, Duitschland en Italië, hoe koning Ca rol trouw aan dit verdrag samen met de Middenmogendheden wilde ten strijde trek ken, doch hoe zijn ministers met den heer Brittianu aan het hoofd, zich daartegen ver zetten. 'Kort daarop stierf de koning aan de gevolgen van een zielsopwinding, gewekt door het bewustzijn dat Roemenië zijn bond- genooten had verraden. De Roemeensche po litiek onder leiding van den heer Bratianu was er nu verder op gericht zich op kosten van de in den wereldoorlog verliezende par tij te verrijken, zonder zelf groote offers te moeten brengen. Het kwam er nu slechts op aan te rechter tijd uit te maken naar welke zijde de zegepraal ten slotte zou nijgen en dan het gunstige oogenblik van aansluiting niet te laten voorbijgaan. Uitvoerig beschreef de kanselier het „ver raad van Roemenië," de onderhandelingen van dit rijk met de Entente, alle pogingen die het aanwendde om zijn eigenlijk doel te verbergen, en hoe het waarschijnlijk door een ultimatum van Rusland tot den oorlog werd gedwongen. Na de politieke gebeurtenissen behandelde de heer von Bethmann Hollweg den toestand op de slagvelden 'en verklaarde naar aan leiding van het groote Somme-offensief „Sedert begin Juli duren aan de Somme „haast zonder onderbreking de verbitterde „aanvallen van Engelschen en Franschen „voort. Het gemeenschappelijke groote of fensief der Ententelegers, lang te voren aaa- „gekondigd, begon. Thans moest het geluk ken, thans zou het front der gehate Duit- „schers worden doorbroken, Frankrijk en „België worden bevrijd, de oorlog over den „Rijn naar Duitschland worden overge bracht. Wat geschiedde? Wel behaalden „de Franschen en Engelschen voordeden, „wel zijn onze eerste linies eenige kilometers „achteruit gedrongen. Ook zware verliezen „aan menschen en materiaal hebben wij te „betreuren. Dat is bij een in zoo geweldige „verhoudingen ingezet offensief onvermijde lijk. Maar wat onze tegenstanders hoopten „en nastreefden, een doorbraak in grooten „stijl en het oprollen van onze stellingen in „het westen, gelukte hun niet. (Bravo!) Vast „en onafgebroken staat ons front Zwaar en „hard is de strijd daarbuiten aan de Somme. „Nog is het einde daar niet te zien. Hij zal „verdere offers kosten, nog een andere loop graaf, nog een ander dorp mogen verloren „gaan maar er door komen zij niet. „(Bravo!") Dat waarborgen onze aanvoe ging en de ongeëvenaarde dapperheid van „de troepen van alle Duitsche stammen." (Luide bravo's). Wat het Oosten betrof constateerde de rijks kanselier dat het doorbraak offensief der Rus sen mislukt was, in de gebeurtenissen op den Balkan had het deelnemen van Roemenië voor de entente geen gunstige ommekeer kunnen brengen, zeide hij, het plan om Bul garije en Turkije van de Centralen te schei den mislukte, de Roemeensch Russische le gers werden in stede van zuidwaarts op té rukken, naar het Noorden gedreven, generaal Sarrail bracht het met zijn Salonikileger niet verder dan zwakke offensieve bewegingen. „Zoo gaat," vervolgde de.kanselier, „de „verschrikkelijke oorlog voort. Steeds nieu- „we volkeren storten zich in het bloedbad, „en tot welk doei? Over de oorlogsdoeleia- „den, welke de vijanden steeds openlijk ver kondigen en dulden, heerscht geen misver stand: landhonger en vernietiging. Ik sprak „hier reeds meer daarover: Konstantinopel „voor de Russen, Elzas-Lotharingen voor de „Franschen, Trentino en Triëst voor de Itali- „anen, Zevenburgen voor de Roemeniërs. „Sedert de eerste dagen was ons de oorlog „niets anders dan de verdediging van ons „recht op leven en vrijheid. (Bravo). „Daarom konden wij alleen hef eerst onze „bereidheid tot vredesonderhandeling uit spreken Ik heb op 9 December 1915 en „daarna herhaaldelijk en duidelijk genoeg „daarover gesproken. Asquith heeft aan „mijn woorden te kort gedaan door te bewe- „ren, dat Duitschland-minderwaardige, on verdraaglijke en vernederende vredesvoor waarden had bekendgemaakt. Wij deden „het onze. Of waagt iemand* te verlangen, ^dat wij heden aanbiedingen zullen doen, „wanneer tegenstanders, als Briand onlangs „deed, een heden te sluiten vrede als een „verraad aan de gedachtenis der dooden „kenmerkt? „Zij zetten den oorlog voort, omdat zij „hun utopistische oorlogsdoeleinden hopen „te kunnen bereiken. Hun veroveringslust „draagt de schuld, dat dagelijks de lijken „bergen hoog worden opgestapeld." Engeland's oorlogsdoel was, volgens den heer von Bethmann Hollweg de absolute we reldheerschappij en een vernietigd Duitsch land. „Daarom is Engeland onder allen de meest „egoïstische, verbitterde, hardnekkigste vijand „De Duitsche staatsman, die er voor terug schrok tegen dezen vijand elk deugdelijk, „den oorlog waarlijk verkortend strijdmiddel „te gebruiken, zulk een staatsman zou inoe fen worden opgehangen. (Levendig, storm achtig bravogeroep). Handgeklap in het „Huis en op de tribunes). Ik wensch, dat gij „uit mijn woorden de mate van weerzin en „verachting zult opmaken, die ik gevoel voor „de steeds weer verspreide bewering, dat uit „onbegrijpelijke toegevendheid, uit verou derde opvatting (in het telegram was hier „een woord onleesbaar) of zelfs om duistere „redenen, die het daglicht schuwen, niet alle „strijdmiddelen in volle mate worden ge- „bruikt. (Bravo „Met het oog op het vijandelijke, op elke „breuk in onze inwendige eenheid loerende „buitenland, wil ik hier niet op de u bekénde „intriges ingaan. De'tijden zijp te ernstig." (Zeer juist!) De kanselier eindigde met zijn vast ver trouwen in de overwinning uit te spreken. Na den oorlog wacht Duitschland, evenals na eiken oorlog tot nu toe, een zware taak „Vrije baan voor alle bekwamen en flinken" moet de leuze zijn. „Passen wij haar vrij en zonder vooroor deel toe, dan gaat ons Rijk een gezonde toe- domst tegemoet, omdat elke steen, elke balk „meedraagt en steunt. Dan zullen de sier den uit alle standen gaarne en met vreugde „deelnemen aan de werken des vredes, gelijk „thans aan den bloedigen strijd." (Stormach tige herhaalde toejuichingen. Handgeklap in het Huis en op de tribunes.) NIEUWE SUCCESSEN VAN DE „TANKS". Reufer's correspondent in het Engelsche hoofdkwartier beschrijft de vermeestering van Gueudecourt. Daar het te duur te staan zou komen de stelling in een frrntaanval te ne men, werd een van onze „tanks" (geschut- auto's) er op af gestuurd om het terrein wat schoon te vegen. De landmonitor deed dit met zulk uitnemend gevolg, dat ons voetvolk in staat was dwars door het dorp te trekken en bij de 400 gevangenen te maken. Bij het naderen van de krachtig verdedigde linie vgn vijapdelijke loopgraven ten Noord westen van het dorp, werd de tank tijdelijk, opgehouden. De Duitschers kwamen met man en macht opzetten om het gedrocht te bestor men. Zij omzwermden het, klommen er boven op, bombardeerden het en vuurden door iede re reet hun geweren en pistolen af. Doch de tank liet zich dat maar niet zoo welgevallen en spoot onophoudelijk stroomen van vuur uit. Tot de infanterie opdaagde en de Duit- ALKMAARSGHE OVERAL VERKRIJGBAAR. schers verdreef, die meer dan 30 Odooden en gewonden achterlieten als gevolg van het ge vecht met de tank. Toen de tank later weg- waggelde onder het gejuich van onze Tom mies, trok er een heele drom gevangenen mee. Tijdens het gevecht scheerde een Engelsche vlieger op .400 voet over de Duitschers heen, die de tank tot staan wilden brengen, en be stookte hen met zijn machinegeweer. De aanval op Thiepval, den 26en op 't middaguur ondernomen, vorderde aanvanke lijk uitstekend, maar er ontstond spoedig een heet gevecht en het machinegeweervuur nam verschrikkelijke afmetingen aan. Het voor naamste punt van den tegenstand was de ou de burcht van Thiepval. waaruit een woedend vuur den opmarsch belemmerde. Toen kwam er weer een tank aangewaggeld. Ze ging recht op de burcht af en er ontspon zich een prachtig gevecht. Het machinegeweervuur uit de burcht werd op de tank samengetrokken, maar deze antwoordde met zoodanige kracht, dat het vijandelijke vuur begon af te nemen. De infanterie sloop onder dekking nader en bestormde het gebouw, waarbij de comman dant en mitrailleurs gevangen werden geno men. DE KROONPRINS VAN BEIEREN AAN HET WOORD. De kroonprins van Beieren heeft aan een correspondent van het Berliner Tageblatt verklaard dat de Engelschen reeds nu uit de reserves putten, die zij voor andere doelein den hadden bestemd, 'ten einde de verliezen die inderdaad zeer groot waren, aan te vul len. Men kan op een offensief van langen duur rekenen en wel op zeer hevige, door on gehoord munitieverbruik voorbereide aanval len. Verder verklaarde kroonprins Rupprecht: „Onze troepen hebben alles gepresteerd, „doch de tegenstander was te sterk. Ik ben „vast overtuigd, dat de vijand hier en nog in „dit jaar een beslissing tracht te verkrijgen „en dat hem dat niet gelukt. „Hij zal een wintercampagne op den koop „toe moeten nemen en het volgende jaar „door mqeten'vechten. Dat is mijn vaste „overtuiging." KORTE BERICHTEN. Blijkens een mededeeling vaq het Roe meensche Roode Kruis hebben de verliezen aan dooden, gewonden en vermisten van het Roemeensche leger tot 18 dezer bedragen: 72.724 manschappen en 3426 officieren, on der wie vier generaals en 19 kolonels. Drie Roemeensche vliegers zijn gesneuveld. Krachtens de nieuwe militiewet zijn Woensdag'te Havre 42.000 Belgen van 18 - 40 jaar ingeschreven. De meeste inschrijvin gen kwamen uit de departementen Seine In férieure en Pas de Cala.is. Er zijn ook in schrijvingen uit Spanje, Zwitserland, Neder land, Rusland en Abessinië. Uit Londen in Bergen aangekomen personen melden, volgens Wolff, dat bij de laatste Zeppelin-aanvallen wel 100 bommen op Londen zouden zijn gevallen. Meer dan 100 gebouwen zouden zwaar zijn beschadigd! Bijna iederen dag wordt Boekarest van uit de lucht bestookt, het Duitsche bericht zegt, dat er, terwijl de stad nog van de vorige aanval brandde, opnieuw een groot aantal bommen op geworpen zijn. Volgens een Duitsch blad is er In het tijdperk dat de Engelsche havens gesloten waren, een nieuw leger van 300.000 man in Frankrijk geland, dat naar het Sommefront is gezonden. De liberale Rijksdagafgevaardigde Bas- serman heeft de volgende vraag gedaan: „DuitschrOost-Afrika is voor het grootste deel door den vijand bezet. Is de heer Rijks kanselier in staat en bereid omtrent den oor logstoestand aldaar mededeelingen te doen?" Waarschijnlijk zal 1 December in Duitschland een volkstelling worden gehou den. Gezonken zijn de Engelsche schepen Thurso (729 ton) en Newky (1407 ton) en het Noorsche houtschip Knut Hilde (1650 ton.) De „Lokal Anzeiger" verneemt uit Bre men dat de Bremen'eerst uitvoer, toen de Deutschland binnen was gekomen. Kapitein Schwarzkopf had eerst nog een onderhoud met kapitein König. De Amerikaansche gezant te Berlijn, de heer Gerard, vergezelt zijn echtgenoote naar Amerika. ENGELAND ZET DEN UITVOER VAN RUBBERFABRIKATEN NAAR NEDER LAND STOP. •Een Reuterbericht uit Londen meldt: Het departement van Buitenlanasche Zaken maakt bekend, dat tot nadere aankondiging g^en consenten zullen uitgereikt worden voor den uitvoer van rubber- en balatafabrikaten naar Nederland De Burgemeester der gemeente ALKMAAR brengt hiermede ter kennis van belanghebben den: dat ingevolge beschikking van Z. E. den Ministér van Landbouw, Nijverheid en Han del voortaan per persoon en per week slechts zal kunnen worden verstrekt: op een brood kaart hoogstens 3 K. G. bruinbrood, en op een meelkaart hoogstens 21 Hectogram ongebuild tarwemeel j dat de verwisseling van brood- en meelkaar- ten zal plaats hebben op Zaterdag 30 Sept. a.s. van 91 en van 25 uur, in het perceel Limmerhoek 8 alhier; DAT TENGEVOLGE DIER VERWIS SELING OP DIEN DAG AAN BAKKERS, HANDELAREN EN WINKELIERS GEEN MEEL OF SUIKER KAN WOR DEN AFGEGEVEN. Alkmaar, den 27 September 1916, De Burgemeester voornoemd, JIA'N DE WIT Dz., Loc. Burg. KEURING VAN MILITIE- EN LANDST0RMPLI6HTIGEN. De BURGEMEESTER van ALKMAAR waarschuwt de militie en landstormplichtir gen, zich er wel voor te wachten, zich met tus- schenpersonen in verbinding te stellen om voor den dienst afgekeurd te worden, omdat, indien zij inderdaad ongeschikt zijn, de af keuring ook zonder tusschenkomst van die personen plaats hebben. Nadrukkelijk wordt de aandacht gevestigd op artikel 206 van het Wetboek van Straf recht, onder meer inhoudende: Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren wordt gestraft: lo. hij die zich opzettelijk voor den dienst bij de militie ongeschikt maakt of laat maken; 2o. hij die een ander op diens verzoek opzette* lijk voor dien dienst ongeschikt maakt. Indien in het laatste geval het feit den dood ten gevolge heeft, wordt gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren opgelegd. Alkmaar, 29 September 1916. De burgemeester voorn. JAN DE WIT Dz., lo. Burg. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen, ingevolge het be paalde bij art. 206 der Algemeene Politie verordening, ter algemeene kennis, dat van het verbod tot het AFSTEKEN VAN VUUR WERKEN, door hun College, doch alléén Voor zoover betreft ONSCHADELIJKE VUURWERKEN,ON IIIEFEING WORDT VERLEEND OP MAANDAG 9 OCTOBER a.s., na zonsondergang tot middernacht, uitslui tend op het KAASMARKTPLEIN. Alkmaar, 28 September 1916. Burgemeester en Wethouders voornoemd, JAN DE WIT Dz., Voorzitter, loco Burgemeester. DONATH, Secretaris. STELLING DEN HELDER. De Vice-Admiraal-Commandant der stel ling van Den Helder heeft bepaald, dat de gezagvoerders van handels- en visschers- vaartuigen, welke zich bevinden in de wateren waar de stellingcommandant ingevolge Ko ninklijke Besluiten van II Februari, 20 Au gustus en 16 November 1915 het militaire ge zag uitoefent, verplicht zijn de bevelen op te volgen van de aldaar gestationneerde Neder- landsche oorlogsschepen, van andere vaartui gen in dienst van het Rijk, alsmede van de forten. Zij zullen op seinen, aanwijzingen of sommatieschoten, gedaan door genoemde schepen, vaartuigen of forten, stoppen, bij draaien of wel het aanroepende vaartuig na deren. Overtreding van deze bepaling wordt ge straft met hechtenis van ten hoogste drie maaqden. Tevens wordt de aandacht van ge zagvoerders gevestigd op het lijfsgevaar, waaraan zij zijn blootgesteld bij het niet vol doen aan een sommatieschot, zullende in dit geval met scherp geschoten worden. BINNENLAND. TWEEDE KAMER. Aan de orde was gisteren het wetsontwerp tot instelling van een Kolonialen Raad voor Ned.-Indië en een daarmede verband hou dend wetsontwerp tot nadere wijziging van de Indische Comptabiliteitswet. De heer Beumer (a.-r., Kampen) durfde de vraag, of ae samenstelling van den raad vol gens het ontwerp de meest wenschelijke is, AARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1