DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No, Ml
Eondord on achttiende jaargang.
1916
AlotBiaeibjrlte par3 «mini 11—ft. p. post f 1.25. Mteitenfiapriis ID H p. regel, pote letters naar plaatsruimte. Brieven fr.V. Boek- en HandelsdrnkksrJ r.b. BEPJs. COSIER ZOON, ïoorilain C 9. Telefnr.
DONDERDAG 12 OCTOBER
FEUILLETON.
NEDERLAND.
Met 20 cL oorlogstoeslag op den abonnementsprils fcer 3 maanden. n .1 11
ss*a
saai
ALKMAAR, 12 October.
Beurtelings wordt er door beide oorlog
voerende partijen aan de zelfstandigheid en
de onafhankelijkheid van het koninkrijk Grie
kenland getornd. Nu eens vraagt of liever
eischt de een wat, dan weer de ander en daar
de Koning alles wil d<?en en ook alles wil na
laten, om zijn rijk maar buiten den oor
log te houden, boet dat rijk telkens een stuk
van zijn positie als zelfstandige, onafhanke
lijke mogendheid in. Nu scheen de entente
haar beurt weer gekomen te achten. De Fran-
sche vlootcommandant heeft aan de Grieksche
regeering een ultimatum overhandigd, waarin
met het oog op de veiligheid der geallieerden
de overgave werd geëischt van de geheele
Grieksche vloot, behalve een drietal schepen,
die ontwapend moeten worden. Bovendien
werd de overgave geëischt van de spoorlijn
Piraeus-Larissa en voorts de ontmanteling
der kustforten en de controle over zekere ha
vens.
In het ultimatum werd gezegd, dat het
transport van artillerie-ammunitie uit het bin
nenland, de bewegingen der Grieksche sche
pen, en de voortdurende bedrijvigheid van re
servisten, de vrees heeft doen rijzen voor on-
gétegeldheden op plaatsen waar de gealli
eerde schepen geankerd liggen en waarbij
ook de veiligheid der Balkantroepen in ge
vaar zou worden gebracht. En de forten,
die de entente-vloot bij haar bewegingen kun
nen bestrijken moesten ook onschadelijk wor
den gemaakt.
De Grieksche minister van marine ver
klaarde, volgens Reuter, dat aan de eischen
zal worden voldaan en dat dus ook de vloot
zal worden overgegeven.
Nadere berichten leeren, dat de minister
raad druk vergaderd heeft en dat de Koning
veel heeft geconfereerd, voordat de beslissing
viel.
De Fransche marine-autoriteiten hebben de
oorlogsschepen reeds overgenomen, de klei
nere schepen worden, naar verluidt, gezon
den naar de voorloopige negeering te
Saloniki 1
Men mag in Griekenland wel goed boek
houden, anders zal men heusch in de war
komen en niet precies weten, waar zich al het
levende en doode materiaal der landsverdedi
ging bevindt, welke gedeelten van 't rijk bezet
zijn en door wie, waar controle wordt uitge
oefend en waarop, terwijl het bovendien eeni-
ge moeite zal kosten uit elkaar te houden,
waar het gezag des konings nog geldt en
waar de invloed van den heer Venizelos over-
heerschend is.
Het blijkt, dat de oorlogsschepen der bond-
genooten de Piraeus zijn binnengevaren en
het anker hebben laten vallen naast de Griek
sche schepen. Te voren was een kleine af-
deeling Fransche troepen te Piraeus gelegerd.
Wat de lijn Piraeus-Larissa betreft zij in
herinnering gebracht, dat dit een onderdeel
is van den spoorweg PatrasLarissa, welke
in het laatst van April door de entente werd
geëischt voor het vervoer van Servische troe
pen, die te Patras aan land en op den trein
zouden worden gezet, dan gebracht worden
naar de golf van Saloniki en vandaar per
scheepsgelegenheid naar de stad Saloniki. Het
heette destijds, dat de entente bij een weige
ring dat vervoer toch zou doorzetten. In die
dagen bleef echter koning Konstantijn op
zijn stuk staan, hij weigerde beslist en liet
weten, dat wanneer de entente haar plan toch
poogde te volbrengen, de Grieksche regee
ring alle spoorwegwerken en -bruggen zou
laten springen. Het gevolg is geweest, dat
de entente ervan heeft afgezien de Servische
troepen langs deze Grieksche lijn te doen
vervoeren. Hoe sterk stond Griekenland nog
geen half jaar geleden vergeleken bij thans,
nu het zich de nagels en vleugelpennen willig
laat knippen, zich zijn macht en zijn bewe
gingsvrijheid laat ontnemen en als een gevan
gen weerlooze vogel aan twee kanten* aan
zich laat rukken en plukken.
En het is tragisch, dat op 't oogenblik waar
op Griekenland een nieuwe, diepe vernede
ring heeft te ondergaan, in den Duitschen
rijksdag onder bravo's wordt gesproken van
„de bewonderenswaardige houding van den
coning van Griekenland" en in het Engelsche
Lagerhuis onder toejuichingen wordt verze
kerd, dat „het met wijs beleid bestuurde en
geregeerde Griekenland nu nog een waardige
rol zou kunnen spelen aan de zijde, waaraan
het door alles wat groot en roemrijk in zijn
tradities is in het verleden verbonden is."
Zoowel in den Rijksdag als in het Lager
huis zijn lange redevoeringen gehouden.
In de zitting van den Rijksdag is gebleken,
de samenwerking tusschen volksvertegen
woordiging en regeering zal worden voortge
zet, het onderzeeërsvraagstuk zal niet in
openbare zitting worden behandeld en de re
denaars spraken dusdanig, dat men het el
kaar niet te lastig maakte. Als een stem in
de woestijn klonk de stem van den heer Haa-
se, behoorende tot de sociaal-democratische
arbeidersgemeenschap, dat men onverwijld
zich met elkaar verstaan moest, om de voir
keren, die overal hun ondergang tegemoet
snellen, te redden.
Overigens klonk met eenige variatie het
zelfde, bekende liedje: Engeland is de hoofd
vijand, een vrede is slechts te wachten als
deze vijand overwonnen is en dat zal geschie
den.
En op hetzelfde oogenblik hebben in het
Lagerhuis de heeren Asquith en Lloyd Geor
ge gesproken. De laatste zeide, dat het van
belang was, dat zijn geruchtmakende Verkla
ring van onlangs werd afgelegd, omdat een
tusschenkomst op dit oogenblik met een tri-
umf voor Duitschland en een ramp voor En
geland gelijk zou staan. En de heer Asquith
zeide, dat deze oorlog niet mag eindigen met
Roman uil het laatst der 16e eeuw,
naar 't Engelsch van RAFAëL SABATINI.
1)
EERSTE DEEL.
SIR OLIVIER TRESSILIAAN.
HOOFDSTUK L
DE MARSKRAMER.
Sir Olivier Tressilian zat op zijn gemak in
de ruime eetkamer van het mooie huis Penar-
row, dat hij te danken had aan den onderne
mingsgeest van zijn vader, betreurde en be
treurenswaardige nagedachtenis, en aan de
bekwaamheid en vindingrijkheid van een Ila-
liaanschen architect, Bagnolo genaamd, die
een halve eeuw geleden als een der assisten
ten van den beroemden Torrigiani naar En
geland was gekomen.
Dit huis, gelegen in zulk een afgelegen
hoek van Comwallis, zoo bijzonder opva'
lend in zijn Italiaansche sierlijkheid, ver
diende, ook wat de geschiedenis van zijn
bouw betreft, een woord afzonderlijk.
De Italiaan Bagnolo, die aan zijn uitste
kende kunstenaarstalenten een twistziek, op
vliegend karakter paarde, had het ongeluk
bij een vechtpartij in een herberg in South-
werk een man te dooden. Dientengevolge
vluchtte hij uit de stad, en rustte in zijn over
haaste vlucht voor de gevolgen van dien
manslag niet, voordat hij den versten uit
hoek van Engeland bereikt had. Onder welke
omstandigheden hij den ouden Tressilian
leerde kennen, weet ik niet Maar zeker is het,
een opgelapt, uiterst onzeker, onteerend com
promis, dat ten onrechte den naam van „vre
de" zou dragen, dat de entente geen zelfzuch
tig en wraakzuchtig doel heeft, maar dat
geëischt mag worden, dat een passende ver
goeding voor het verleden en een passende i
zekerheid voor de toekomst zal worden gege
ven. En in de Engelsche pers wordt betoogd,
dat het militaire overzicht van den premier
heeft geleerd, dat men te velde niets meer
heeft te vreezen, dat dagelijks duidelijker
'svijands toenemende onmacht blijkt en dat
men vastbesloten is den oorlog te winnen.
Zoo ziet men dus dat in het Engelsche en
in het Duitsche kamp dezelfde gevoelens
heerschen, en dat te Londen en te Berlijn het
parool blijft: volhouden en winnen. Maar
als men in de hoofdsteden van de andere oor
logvoerende landen er eens anders over ging
denken?
Op geen der oorlogsterreinen is iets be
langrijks voorgevallen, dat nadere bespreking
vereischt. Ook uit Amerika kwam niet iets
bijzonders.
KORTE BERICHTEN.
Gezonken zijn. het Noorsch stoomschip
Bick (715 ton) enhet Engelsche stoomschip
Austoria (4000 ton).
Het Roemeensche parlement is bijeen ge
roepen, hoewel Rusland het ontraden schijnt
te hebben. Men verwacht een rumoerige zit
ting.
Vertegenwoordigers der onzijdige pers
wel twee uit Nederland, vijf uit Denemar
ken, Noorwegen en Zweden, drie uit Zwitser
land en vier uit Amerika maken een studie
reis door Duitschland.
De strafkamer te Elberfeld heeft een
boekhoudster van het Roode Kruis wegens het
verduisteren van 13.800 mark ten nadeele de
zer instelling tot 2 jaar gevangenisstraf ver
oordeeld.
Italië heeft van Mei tot Augustus 105
schepen met ruim 150.000 ton verloren, te
genover een totaal van 1.2 millioen ton, meldt
Wolff.
In Spanje wil men een oorlogswinstbe-
lasting invoeren, die 15 millioen gulden moet
opbrengen.
Tot heden hebben de gezamenlijke ver
liezen van Noorwegen 171 schepen, bedragen
metende tezamen 235.000 ton, 134, mogelijk
140, zeelieden hebben tot dusver den dood ge
vonden.
Er heeft een orkaan op de Deensche An
tillen gewoed
De sedert 1871 krankzinige Otto 1
van Beieren is overleden. In 1886 volgde hij
zijn broeder Lodewijk na dien tragischen dood
op. Feitelijk geregeerd heeft hij natuurlijk
nooit.
Het voorstel om den heer Liebknecht vrij
te laten en zijn proces gedurende de zittings
periode der Rijksdag te schorsen, is naar de
commissie voor de regeling der werkzaamhe
den verwezen.
De Grieksche minister van oorlog heeft
een circulaire aan de Grieksche officieren ge
richt, waarin hij dezen order geeft, diegene
onder hunne kameraden, die het met de En
tente houden, te groeten, om oneenigheden te
voorkomen.
De Roemeenen hebben, volgens een Bul-
gaarsch blad, bij hun Donau-avontuur 12000
man verloren.
CHUJ-SALPETER.
De kunstmest-commissie maakt bekend.
Dat een aanvang zal worden gemaakt met
de verdeeling der bestelde Ghili-salpeter, ten
behoeve van de bemesting voor den oogst
1916—1917 en1 wel .tot een hoeveelheid van
10 pet. van iedere door haar goedgekeurde
aanvrage.
De prijs, door bestellers hiervoor te be
talen, is 25 per 10(f K.G., bruto voor netto,
in origineele zakken, franco langs boord van
het zeeschip (stuwloon voor rekening der ont
vangers), terwijl bij levering uit de opslag
plaatsen der commissie deze prijs zal zijn vrij
uit schaal aan het pakhuis.
Deze prijs mag slechts vehoogd worden met
de werkelijk betaalde vervoerkosten en eventu
eel maalloon, daar alle provisiën en verhoo
gingen in den prijs zijn begrepen.
Het malen mag slechts geschieden op ver
zoek der bestellers.
Het maalloon, door den besteller aan den
handelaar te berekenen mag ten hoogste 15
cents per 100 K.G. bedragen, waarin de kos
ten van opzakken begrepen zijn, terwijl ge
wichtsverlies op gemalen partijen in geen ge
val ten laste van den besteller mag komën.
De monstemame zal geschieden docr de
commissie bij overlading uit het zeeschip, of
bij aflevering uit de opslagplaatsen, terwijl de
aldus genomen monsters zullen worden on
derzocht door het Rijks landbouwproefstation
te Maastricht.
Een gehalte aan stikstof van 15J4 pet.
wordt gewaarborgd.
De uitkomst van de analyse van het monster
eener partij zal bindend zijn ten aanzien van
het gehalte"Her daaruit aan de bestellers af
te leveren hoeveelheden.
De commissie zal aan iederen besteller ken
nis geven van de beschikbaarstelling der voor
hem bestemde hoeveelheid.
KALI ME ST.
Het Landbouwkundig bureau van het Kali-
Syndicaat Utrecht, deelt aan de land- en tuin
bouwers mede, dat door het Kali-Syndicaat
beperkte hoeveelheden 20 pet. kalizout en pa
tentkali voor den uitvoer naar Nederland toe
gezegd zijn.
De prijzen worden voor bestellingen, welke
vóór 1 December bij de Kunstmest-commissie
zijn binnengekomen, niet verhoogd en blijven
dus voor 20 pet. kalizout 3.46 en voor pa
tentkali 7.06 per 100 K.G. franco op wag
gon vrachtbasis Stassfurt, losverladen.
Vanaf 1 December worden de prijzen ver
hoogd en wel voor 20 pet kalizout met 0.30
en voor patentkali met j 0.60 per 100 K.G.
Een ieder, die kalizout of patentkali wenscht
te gebruiken, handelt dus in zijn eigen belang
indien hij zoo spoedig mogelijk zijn bestelling
op de nieuwe kaarten der Kunstmest-commis
sie inlevert bij zijn gewonen leverancier. Waar
de beschikbare hoeveelheden beperkt zijn, zal
een spoedige bestelling tevens meer zekerheid
geven dat de besteller de gevraagde hoeveel
heid ten volle ontvangt.
WEER EEN SPION?
Gistermorgen meende de Rotterdamsche po
litie op te merken, dat een Duitscher op ver
dachte wijze de op de kade aan de Boompjes
liggende goederen van de Batavierlijn op
nam. De man werd mee naar het bureau geno-
men en bleek te zijn de Duitsche colporteur C.
S. wonende in een logement aan den Schie-
damschedijk. Hoewel hij ontkende, het doel ts
hebben gehad te spionneeren, heeft men hem
toch in voorloopige bewaring gesteld.
ZORG VOOR DE BELGEN.
Dezer dagen kwamen voor de Belgische
Naaischool te Bergen op Zoom van regee-
ringswege de noodige winterstoffen om daar
uit te vervaardigen wandelpakken voor de 80
naaisters, die nog steeds aan die school ver
bonden zijn, en blouses voor de 220 vrouwen
en meisjes, die nog altijd voor de kampen
breien.
BINNENLAND.
Gemengd nieuws.
NEDERLANDSCHE BOND VAN
ONDERWIJZERS.
Bij enkele candidaatstelling zijn tot leden
van het hoofdbestuur herkozen de heeren G.
Th. Beishuizen te Lopersum, M. van Assen,
te Enschede en J. Joosse te Amsterdam. De
voorzitter, de heer F. L. Ossendorp te Amster
dam, heeft besloten, zijn bedanken op te schor
ten tot de Bond van Nederlandsche Onder
wijzers eene beslising heeft genomen in zake
„gesalieerde bestuurder".
Aanstaanden Zondag zal te Utrecht een bui
tengewoon congres worden gehouden, betref
fende de regeeringsvoorstellen in zake Grond
wetswijziging. Het hoofdbestuur adviseerde
de gewone algemeeme vergadering als altijd
in de Kerstvacantie te houden.
Het hoofdbestuur is toegetreden tot de com
missie, Welke zich heeft gevormd met het doel
iets te doen ter nagedachtenis van dr. D. Bos.
De heer F. L. Ossmoorp is aangewezen om
als bestuurslid in die commissie zitlmg te ne
men.
OUDHEDEN.
Door werklieden van den heer IJ. Veldhuis
is op Nijeklooster onder Schamegouium, bij
Sneek, een zeldzaam fraaie collectie oude
kunstvoorwerpen gevonden. Op slechts gerin
ge diepte ontdekte men op een hoop bijeen
eenige altaarstukken in bijzonder gaven toe
stand. De collectie bevat om.twee ongeveer
40 c.M. hooge koperen wierookvaten, twee ko-
reren kandelaars, een sierlijke kroonluchter en
een paar beeldjes, waaronder een zeer fraai
en gaaf Mariabeeldje. Ter plaatse, waar de
voorwerpen werden gevonden, werd in 1230
door abt Dudo een klooster gesticht, dat den
ïaam van Aulo Dii of Godshuis kreeg, 't Be-
ïoorde aan de orde der Cisteriënsers en werd
jewoond door adellijke jonkvrouwen. De abt
van Oldeklooster (bij Bolsward) bestuurde 't
_ater werd 't veranderd in een aanzienlijke
roerden].
De voorwerpen dagteekenen waarschijnlijk
uit de 13e eeuw, toen 't voor Friesland, zoo
men weet benauwde tijden waren: bedreiging
door den graaf van Holland of den bisschop
van Utrecht, alsmede de strijd tusschen Schie-
ringers en Vetkoopers.
EEN VOORBEELDIGE
ADMINISTRATIE.
Te Schoten hadden twee buren ruzie, waar-
Dij, zooals dat meer gaat, allerlei verwijten
gemaakt werden. Daarbij kwam aan het licht,
dat een hunner reeds gedurende twee jaren
gas verbruikt zonder dat men dit aan de gasr
fabriek wist, ofschoon er een muntmeter ge-
ilaatst was. De bewoner, die in twee jaren
roor 75 gas heeft verbruikt, zal dit nu moe-
en inhalen.
KORTE BERICHTEN.
Bij vliegend stormweer is Dinsdagnacht
op de Vliehors gestrand de logger „Johan
nes", Maassluis 93, schipper C. van der
Snoek. Alle opvarenden zijn gered.
Het vaartuig is stuk geslagen de lading
ia als verloren te beschouwen.
Te Groningen hebben gepensionn eerden
een vereeniging opgericht, die zal pogen de
verhoogd te krijgen. Zij achtten
dat de ontmoeting voor hen beiden juist van
pas kwam. Rudolf Tressilian, die een diepe
neiging schijnt gehad te hebben voor het ge
zelschap van schurken van allerlei slag, ver
schafte den vluchteling een onderkomen; en
Bagnolo vergold dezen dienst door het aan
bod om het vervallen, half houten huis van
Penarrow weer op te bouwen. Toen hij het
werk op zich haa genomen, deed hij het met
al het vuur van een waren kunstenaar, en hij
maakte voor zijn beschermer een woning, die
een wonder van bevalligheid was in dien ru
wen tijd en dat afgelegen district. Onder toe
zicht van den begaafden architect, den waar-
digen medewerker van meester Torrigiani,
verrees een fraai huis van twee verdiepingen
in zacht rooden baksteen, vol licht en zonne
schijn, die naar binnenstroomden door de
reusachtige Gothische ramen, die bijna van
den grond tot den zolder reikten. De hoofd
ingang bevond zich in een uitspringenden
vleugel, onder een groot balkon, alles ge
dekt door een bijzonder sierlijke kroonlijst,
die nu gedeeltelijk in een groenen mantel van
klimop gehuld was. Boven de gebrande roo
de daktegels verrezen statig stevige schoor-
steenen.
Maar de roem van Penarrow d. w. z.
van 't nieuwe Penarrow, gesproten uit het
vruchtbare brein van Bagnolo was de
tuin, ontstaan uit de verwarde wildernis om
het oude huis, die de hoogten boven Penar
row bedekt had. Bij het werk van Bagnolo
hadden tijd en natuur het hunne gevoegd.
Bagnolo had die mooie grasperken ontwor-
P1
iein gemaakt, en met eigen hand den granie
ten faun gehouwen, die er de hoofdfiguur
van was, en de twaalf andere beelden van
nimfen en boschgoden in marmer, die tus
schen het donkere groen schitterden. Maar
tijd en natuur hadden de grasvelden tot een
fluweelen kleed, de mooie palmheggen dik
ker gemaakt, en de zwarte populieren doen
groeien, die net Italiaansche voorkomen van
dit domein in Comwallis voltooiden.
Sir Olivier zat op zijn gemak dit alles te
bekijken, zooals het zich voor hem vertoon
de in de zachte Septemberzon, en hij vond het
leven en alles, wat hij zag, goed' en aange
naam. Nu is er nooit iemand geweest, die
zoo over het leven dacht, zonder een onmid
dellijke oorzaak voor zijn optimisme, behalve
die van zijn omgeving. Sir Olivier had ver
scheidene redenen. De eerste ofschoon hij
die misschien zelf niet in de verte vermoedde
- was, dat hij jong, rijk en gezond was, de
tweede, dat hij roem en eer behaald had, zoo
wel in de „Spanish Main" als bij de ver
woesting van de onoverwinnelijke vloot en
dat hij daarom op zijn vijf-en-twintigste jaar
door Koningin Elisabeth tot ridder geslagen
was; de derde en laatste grond voor zijn
prettige stemming en ik heb dezerr voor
het laatst bewaard, omdat ik dit de beste
plaats vind voor de belangrijkste oorzaak
was God Amor, die ditmaal zeer goed
gunstig was en de zaken zoo had ingericht,
dat zijn hofmaken aan Rosamunde Godolphin
een gelukkig verloop had.
Sir Olivier zat dus op zijn gemak in zijn
grooten gebeeldhouwden stoel, zijn buis los,
zijn lange beenen uitgestrekt, een peinzende
glimlach om de vaste lippen, die nu nog
De oude naam van de Noordkust van
Zuid-Amerika, tusschen den mond van de
1 Orinoco en de landengte van Panama.
slechts door een klein zwart snorretje bedekt
waren. Het was middag en hij had juist g&
geten, zooals de schalen, het aangesneden
vleesch en de half leege flesch naast hem,
toonden. Hij trok nadenkend aan een lange
pijp want hij had deze nieuw ingevoerde
gewoonte van tabak rooken aangenomen
en droomde van zijn meisje, en hij was rid
derlijk dankbaar, dat de fortuin hem zoo gunr
stig was geweest, dat hij zijn Rosamunde een
titel en eenigen roem in den schoot kon wer
pen.
Sir Olivier was slim van aard en ook
iemand met vrij aanzienlijke geleerdheid.
Toch schijnen noch zijn natuurlijk verstand,
noch zijn aangeleerde kennis hem geleerd te
hebben,, dat van alle goden, die het lot der
menschen besturen^ er geen spotzieker en on
deugender is dan juist deze Amor, tot wiens
eer hij nu als 't ware den wierook van zijn
pijp brandde. De ouden wisten, dat deze on
schuldig uitziende knaap een wreede, booze
schelm was, en zij wantrouwden hem. Sir
Olivier kende dit staaltje van oude wijsheid
niet, of hij sloeg er geen acht op. Hij zou
het door bittere ervaring leeren, en juist ter
wijl zijn lichte oogen glimlachten over den
zonneschijn op het terras, viel er een scha
duw over hij dacht toen weinig, dat deze
een symbool was van de schaduw, die over
den zonneschijn van zijn leven viel.
Achter die schaduw kwam de persoon
groot en kleurig onder een grooten zwarten
Spaanschen hoed, versierd met bloedroode
vederen. Een langen, met tinten omwonden
stok zwaaiende ging de gedaante langs
ramen, even kalm voortschrijdende als
noodlot.
De glimlach bestierf Sir Olivier op de lip
pen. Zijn donker gelaat werd peinzend, zijn
de
het
pensioenen
zwarte wenkbrauwen «trokken zich zóó sa
men, dat er slechts een diepe groef tusschen
bleef. Toen kwam langzaam de glimlach te
rug, maar niet meer de eerste zachte glim
lach. Hij was veranderd in een vastberaden
glimlach, een glimlach, die zijn lippen sa
menkneep, terwijl zijn wenkbrauwen zich
ontspanden, en aan zijn peinzende oogen een
glans gaf, die Bpottend, slim en bijna slecht
was.
Nicolaas, zijn knecht, kwam binnen, om
Jonker Pieter Godolphin aan te dienen, en
deze volgde den knecht onmiddellijk; hij
leunde op zijn met linten versierden stok en
had zijn grooten Spaanschen hoed in de
hand. Hij was een lang, slank persoon, met
een kaalgeschoren, mooi en hoogmoedig ge
zicht: evenals Sir Olivier had hij een ge
welfden neus en hij was twee of drie jaren
jonger dan deze. Hij droeg zijn kastanjebruin
haar wel wat langer dan toen juist de mode
was, maar zijn kleeding was niet fattiger dan
voor een man van zijn leeftijd gepast was.
Sir Olivier stond op en begroette hem met
een buiging. Maar zijn elegante bezoeker
kreeg een wolk tabaksrook in de keel en be
gon te hoesten.
„Ik zie", kuchte hij, „dat ge die slechte ge
woonte hebt aangenomen."
„Ik ken wel slechtere", zei Sir Olivier
kalm.
„Daar twijfel ik niet aan", antwoordde Go
dolphin en gaf daarmee dadelijk een aandui
ding omtrent zijn stemming en het doel van
zijn bezoek.
Sir Olivier hield een antwoord binnen,
dat zijn bezoeker op weg zou geholpen heb
ben, hetgeen niet in zijn bedoeling lag.
„Daarom", zei hij spottend, „hoop ik, dat
COURANT