DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No, Ml Eondord on achttiende jaargang. 1916 AlotBiaeibjrlte par3 «mini 11—ft. p. post f 1.25. Mteitenfiapriis ID H p. regel, pote letters naar plaatsruimte. Brieven fr.V. Boek- en HandelsdrnkksrJ r.b. BEPJs. COSIER ZOON, ïoorilain C 9. Telefnr. DONDERDAG 12 OCTOBER FEUILLETON. NEDERLAND. Met 20 cL oorlogstoeslag op den abonnementsprils fcer 3 maanden. n .1 11 ss*a saai ALKMAAR, 12 October. Beurtelings wordt er door beide oorlog voerende partijen aan de zelfstandigheid en de onafhankelijkheid van het koninkrijk Grie kenland getornd. Nu eens vraagt of liever eischt de een wat, dan weer de ander en daar de Koning alles wil d<?en en ook alles wil na laten, om zijn rijk maar buiten den oor log te houden, boet dat rijk telkens een stuk van zijn positie als zelfstandige, onafhanke lijke mogendheid in. Nu scheen de entente haar beurt weer gekomen te achten. De Fran- sche vlootcommandant heeft aan de Grieksche regeering een ultimatum overhandigd, waarin met het oog op de veiligheid der geallieerden de overgave werd geëischt van de geheele Grieksche vloot, behalve een drietal schepen, die ontwapend moeten worden. Bovendien werd de overgave geëischt van de spoorlijn Piraeus-Larissa en voorts de ontmanteling der kustforten en de controle over zekere ha vens. In het ultimatum werd gezegd, dat het transport van artillerie-ammunitie uit het bin nenland, de bewegingen der Grieksche sche pen, en de voortdurende bedrijvigheid van re servisten, de vrees heeft doen rijzen voor on- gétegeldheden op plaatsen waar de gealli eerde schepen geankerd liggen en waarbij ook de veiligheid der Balkantroepen in ge vaar zou worden gebracht. En de forten, die de entente-vloot bij haar bewegingen kun nen bestrijken moesten ook onschadelijk wor den gemaakt. De Grieksche minister van marine ver klaarde, volgens Reuter, dat aan de eischen zal worden voldaan en dat dus ook de vloot zal worden overgegeven. Nadere berichten leeren, dat de minister raad druk vergaderd heeft en dat de Koning veel heeft geconfereerd, voordat de beslissing viel. De Fransche marine-autoriteiten hebben de oorlogsschepen reeds overgenomen, de klei nere schepen worden, naar verluidt, gezon den naar de voorloopige negeering te Saloniki 1 Men mag in Griekenland wel goed boek houden, anders zal men heusch in de war komen en niet precies weten, waar zich al het levende en doode materiaal der landsverdedi ging bevindt, welke gedeelten van 't rijk bezet zijn en door wie, waar controle wordt uitge oefend en waarop, terwijl het bovendien eeni- ge moeite zal kosten uit elkaar te houden, waar het gezag des konings nog geldt en waar de invloed van den heer Venizelos over- heerschend is. Het blijkt, dat de oorlogsschepen der bond- genooten de Piraeus zijn binnengevaren en het anker hebben laten vallen naast de Griek sche schepen. Te voren was een kleine af- deeling Fransche troepen te Piraeus gelegerd. Wat de lijn Piraeus-Larissa betreft zij in herinnering gebracht, dat dit een onderdeel is van den spoorweg PatrasLarissa, welke in het laatst van April door de entente werd geëischt voor het vervoer van Servische troe pen, die te Patras aan land en op den trein zouden worden gezet, dan gebracht worden naar de golf van Saloniki en vandaar per scheepsgelegenheid naar de stad Saloniki. Het heette destijds, dat de entente bij een weige ring dat vervoer toch zou doorzetten. In die dagen bleef echter koning Konstantijn op zijn stuk staan, hij weigerde beslist en liet weten, dat wanneer de entente haar plan toch poogde te volbrengen, de Grieksche regee ring alle spoorwegwerken en -bruggen zou laten springen. Het gevolg is geweest, dat de entente ervan heeft afgezien de Servische troepen langs deze Grieksche lijn te doen vervoeren. Hoe sterk stond Griekenland nog geen half jaar geleden vergeleken bij thans, nu het zich de nagels en vleugelpennen willig laat knippen, zich zijn macht en zijn bewe gingsvrijheid laat ontnemen en als een gevan gen weerlooze vogel aan twee kanten* aan zich laat rukken en plukken. En het is tragisch, dat op 't oogenblik waar op Griekenland een nieuwe, diepe vernede ring heeft te ondergaan, in den Duitschen rijksdag onder bravo's wordt gesproken van „de bewonderenswaardige houding van den coning van Griekenland" en in het Engelsche Lagerhuis onder toejuichingen wordt verze kerd, dat „het met wijs beleid bestuurde en geregeerde Griekenland nu nog een waardige rol zou kunnen spelen aan de zijde, waaraan het door alles wat groot en roemrijk in zijn tradities is in het verleden verbonden is." Zoowel in den Rijksdag als in het Lager huis zijn lange redevoeringen gehouden. In de zitting van den Rijksdag is gebleken, de samenwerking tusschen volksvertegen woordiging en regeering zal worden voortge zet, het onderzeeërsvraagstuk zal niet in openbare zitting worden behandeld en de re denaars spraken dusdanig, dat men het el kaar niet te lastig maakte. Als een stem in de woestijn klonk de stem van den heer Haa- se, behoorende tot de sociaal-democratische arbeidersgemeenschap, dat men onverwijld zich met elkaar verstaan moest, om de voir keren, die overal hun ondergang tegemoet snellen, te redden. Overigens klonk met eenige variatie het zelfde, bekende liedje: Engeland is de hoofd vijand, een vrede is slechts te wachten als deze vijand overwonnen is en dat zal geschie den. En op hetzelfde oogenblik hebben in het Lagerhuis de heeren Asquith en Lloyd Geor ge gesproken. De laatste zeide, dat het van belang was, dat zijn geruchtmakende Verkla ring van onlangs werd afgelegd, omdat een tusschenkomst op dit oogenblik met een tri- umf voor Duitschland en een ramp voor En geland gelijk zou staan. En de heer Asquith zeide, dat deze oorlog niet mag eindigen met Roman uil het laatst der 16e eeuw, naar 't Engelsch van RAFAëL SABATINI. 1) EERSTE DEEL. SIR OLIVIER TRESSILIAAN. HOOFDSTUK L DE MARSKRAMER. Sir Olivier Tressilian zat op zijn gemak in de ruime eetkamer van het mooie huis Penar- row, dat hij te danken had aan den onderne mingsgeest van zijn vader, betreurde en be treurenswaardige nagedachtenis, en aan de bekwaamheid en vindingrijkheid van een Ila- liaanschen architect, Bagnolo genaamd, die een halve eeuw geleden als een der assisten ten van den beroemden Torrigiani naar En geland was gekomen. Dit huis, gelegen in zulk een afgelegen hoek van Comwallis, zoo bijzonder opva' lend in zijn Italiaansche sierlijkheid, ver diende, ook wat de geschiedenis van zijn bouw betreft, een woord afzonderlijk. De Italiaan Bagnolo, die aan zijn uitste kende kunstenaarstalenten een twistziek, op vliegend karakter paarde, had het ongeluk bij een vechtpartij in een herberg in South- werk een man te dooden. Dientengevolge vluchtte hij uit de stad, en rustte in zijn over haaste vlucht voor de gevolgen van dien manslag niet, voordat hij den versten uit hoek van Engeland bereikt had. Onder welke omstandigheden hij den ouden Tressilian leerde kennen, weet ik niet Maar zeker is het, een opgelapt, uiterst onzeker, onteerend com promis, dat ten onrechte den naam van „vre de" zou dragen, dat de entente geen zelfzuch tig en wraakzuchtig doel heeft, maar dat geëischt mag worden, dat een passende ver goeding voor het verleden en een passende i zekerheid voor de toekomst zal worden gege ven. En in de Engelsche pers wordt betoogd, dat het militaire overzicht van den premier heeft geleerd, dat men te velde niets meer heeft te vreezen, dat dagelijks duidelijker 'svijands toenemende onmacht blijkt en dat men vastbesloten is den oorlog te winnen. Zoo ziet men dus dat in het Engelsche en in het Duitsche kamp dezelfde gevoelens heerschen, en dat te Londen en te Berlijn het parool blijft: volhouden en winnen. Maar als men in de hoofdsteden van de andere oor logvoerende landen er eens anders over ging denken? Op geen der oorlogsterreinen is iets be langrijks voorgevallen, dat nadere bespreking vereischt. Ook uit Amerika kwam niet iets bijzonders. KORTE BERICHTEN. Gezonken zijn. het Noorsch stoomschip Bick (715 ton) enhet Engelsche stoomschip Austoria (4000 ton). Het Roemeensche parlement is bijeen ge roepen, hoewel Rusland het ontraden schijnt te hebben. Men verwacht een rumoerige zit ting. Vertegenwoordigers der onzijdige pers wel twee uit Nederland, vijf uit Denemar ken, Noorwegen en Zweden, drie uit Zwitser land en vier uit Amerika maken een studie reis door Duitschland. De strafkamer te Elberfeld heeft een boekhoudster van het Roode Kruis wegens het verduisteren van 13.800 mark ten nadeele de zer instelling tot 2 jaar gevangenisstraf ver oordeeld. Italië heeft van Mei tot Augustus 105 schepen met ruim 150.000 ton verloren, te genover een totaal van 1.2 millioen ton, meldt Wolff. In Spanje wil men een oorlogswinstbe- lasting invoeren, die 15 millioen gulden moet opbrengen. Tot heden hebben de gezamenlijke ver liezen van Noorwegen 171 schepen, bedragen metende tezamen 235.000 ton, 134, mogelijk 140, zeelieden hebben tot dusver den dood ge vonden. Er heeft een orkaan op de Deensche An tillen gewoed De sedert 1871 krankzinige Otto 1 van Beieren is overleden. In 1886 volgde hij zijn broeder Lodewijk na dien tragischen dood op. Feitelijk geregeerd heeft hij natuurlijk nooit. Het voorstel om den heer Liebknecht vrij te laten en zijn proces gedurende de zittings periode der Rijksdag te schorsen, is naar de commissie voor de regeling der werkzaamhe den verwezen. De Grieksche minister van oorlog heeft een circulaire aan de Grieksche officieren ge richt, waarin hij dezen order geeft, diegene onder hunne kameraden, die het met de En tente houden, te groeten, om oneenigheden te voorkomen. De Roemeenen hebben, volgens een Bul- gaarsch blad, bij hun Donau-avontuur 12000 man verloren. CHUJ-SALPETER. De kunstmest-commissie maakt bekend. Dat een aanvang zal worden gemaakt met de verdeeling der bestelde Ghili-salpeter, ten behoeve van de bemesting voor den oogst 1916—1917 en1 wel .tot een hoeveelheid van 10 pet. van iedere door haar goedgekeurde aanvrage. De prijs, door bestellers hiervoor te be talen, is 25 per 10(f K.G., bruto voor netto, in origineele zakken, franco langs boord van het zeeschip (stuwloon voor rekening der ont vangers), terwijl bij levering uit de opslag plaatsen der commissie deze prijs zal zijn vrij uit schaal aan het pakhuis. Deze prijs mag slechts vehoogd worden met de werkelijk betaalde vervoerkosten en eventu eel maalloon, daar alle provisiën en verhoo gingen in den prijs zijn begrepen. Het malen mag slechts geschieden op ver zoek der bestellers. Het maalloon, door den besteller aan den handelaar te berekenen mag ten hoogste 15 cents per 100 K.G. bedragen, waarin de kos ten van opzakken begrepen zijn, terwijl ge wichtsverlies op gemalen partijen in geen ge val ten laste van den besteller mag komën. De monstemame zal geschieden docr de commissie bij overlading uit het zeeschip, of bij aflevering uit de opslagplaatsen, terwijl de aldus genomen monsters zullen worden on derzocht door het Rijks landbouwproefstation te Maastricht. Een gehalte aan stikstof van 15J4 pet. wordt gewaarborgd. De uitkomst van de analyse van het monster eener partij zal bindend zijn ten aanzien van het gehalte"Her daaruit aan de bestellers af te leveren hoeveelheden. De commissie zal aan iederen besteller ken nis geven van de beschikbaarstelling der voor hem bestemde hoeveelheid. KALI ME ST. Het Landbouwkundig bureau van het Kali- Syndicaat Utrecht, deelt aan de land- en tuin bouwers mede, dat door het Kali-Syndicaat beperkte hoeveelheden 20 pet. kalizout en pa tentkali voor den uitvoer naar Nederland toe gezegd zijn. De prijzen worden voor bestellingen, welke vóór 1 December bij de Kunstmest-commissie zijn binnengekomen, niet verhoogd en blijven dus voor 20 pet. kalizout 3.46 en voor pa tentkali 7.06 per 100 K.G. franco op wag gon vrachtbasis Stassfurt, losverladen. Vanaf 1 December worden de prijzen ver hoogd en wel voor 20 pet kalizout met 0.30 en voor patentkali met j 0.60 per 100 K.G. Een ieder, die kalizout of patentkali wenscht te gebruiken, handelt dus in zijn eigen belang indien hij zoo spoedig mogelijk zijn bestelling op de nieuwe kaarten der Kunstmest-commis sie inlevert bij zijn gewonen leverancier. Waar de beschikbare hoeveelheden beperkt zijn, zal een spoedige bestelling tevens meer zekerheid geven dat de besteller de gevraagde hoeveel heid ten volle ontvangt. WEER EEN SPION? Gistermorgen meende de Rotterdamsche po litie op te merken, dat een Duitscher op ver dachte wijze de op de kade aan de Boompjes liggende goederen van de Batavierlijn op nam. De man werd mee naar het bureau geno- men en bleek te zijn de Duitsche colporteur C. S. wonende in een logement aan den Schie- damschedijk. Hoewel hij ontkende, het doel ts hebben gehad te spionneeren, heeft men hem toch in voorloopige bewaring gesteld. ZORG VOOR DE BELGEN. Dezer dagen kwamen voor de Belgische Naaischool te Bergen op Zoom van regee- ringswege de noodige winterstoffen om daar uit te vervaardigen wandelpakken voor de 80 naaisters, die nog steeds aan die school ver bonden zijn, en blouses voor de 220 vrouwen en meisjes, die nog altijd voor de kampen breien. BINNENLAND. Gemengd nieuws. NEDERLANDSCHE BOND VAN ONDERWIJZERS. Bij enkele candidaatstelling zijn tot leden van het hoofdbestuur herkozen de heeren G. Th. Beishuizen te Lopersum, M. van Assen, te Enschede en J. Joosse te Amsterdam. De voorzitter, de heer F. L. Ossendorp te Amster dam, heeft besloten, zijn bedanken op te schor ten tot de Bond van Nederlandsche Onder wijzers eene beslising heeft genomen in zake „gesalieerde bestuurder". Aanstaanden Zondag zal te Utrecht een bui tengewoon congres worden gehouden, betref fende de regeeringsvoorstellen in zake Grond wetswijziging. Het hoofdbestuur adviseerde de gewone algemeeme vergadering als altijd in de Kerstvacantie te houden. Het hoofdbestuur is toegetreden tot de com missie, Welke zich heeft gevormd met het doel iets te doen ter nagedachtenis van dr. D. Bos. De heer F. L. Ossmoorp is aangewezen om als bestuurslid in die commissie zitlmg te ne men. OUDHEDEN. Door werklieden van den heer IJ. Veldhuis is op Nijeklooster onder Schamegouium, bij Sneek, een zeldzaam fraaie collectie oude kunstvoorwerpen gevonden. Op slechts gerin ge diepte ontdekte men op een hoop bijeen eenige altaarstukken in bijzonder gaven toe stand. De collectie bevat om.twee ongeveer 40 c.M. hooge koperen wierookvaten, twee ko- reren kandelaars, een sierlijke kroonluchter en een paar beeldjes, waaronder een zeer fraai en gaaf Mariabeeldje. Ter plaatse, waar de voorwerpen werden gevonden, werd in 1230 door abt Dudo een klooster gesticht, dat den ïaam van Aulo Dii of Godshuis kreeg, 't Be- ïoorde aan de orde der Cisteriënsers en werd jewoond door adellijke jonkvrouwen. De abt van Oldeklooster (bij Bolsward) bestuurde 't _ater werd 't veranderd in een aanzienlijke roerden]. De voorwerpen dagteekenen waarschijnlijk uit de 13e eeuw, toen 't voor Friesland, zoo men weet benauwde tijden waren: bedreiging door den graaf van Holland of den bisschop van Utrecht, alsmede de strijd tusschen Schie- ringers en Vetkoopers. EEN VOORBEELDIGE ADMINISTRATIE. Te Schoten hadden twee buren ruzie, waar- Dij, zooals dat meer gaat, allerlei verwijten gemaakt werden. Daarbij kwam aan het licht, dat een hunner reeds gedurende twee jaren gas verbruikt zonder dat men dit aan de gasr fabriek wist, ofschoon er een muntmeter ge- ilaatst was. De bewoner, die in twee jaren roor 75 gas heeft verbruikt, zal dit nu moe- en inhalen. KORTE BERICHTEN. Bij vliegend stormweer is Dinsdagnacht op de Vliehors gestrand de logger „Johan nes", Maassluis 93, schipper C. van der Snoek. Alle opvarenden zijn gered. Het vaartuig is stuk geslagen de lading ia als verloren te beschouwen. Te Groningen hebben gepensionn eerden een vereeniging opgericht, die zal pogen de verhoogd te krijgen. Zij achtten dat de ontmoeting voor hen beiden juist van pas kwam. Rudolf Tressilian, die een diepe neiging schijnt gehad te hebben voor het ge zelschap van schurken van allerlei slag, ver schafte den vluchteling een onderkomen; en Bagnolo vergold dezen dienst door het aan bod om het vervallen, half houten huis van Penarrow weer op te bouwen. Toen hij het werk op zich haa genomen, deed hij het met al het vuur van een waren kunstenaar, en hij maakte voor zijn beschermer een woning, die een wonder van bevalligheid was in dien ru wen tijd en dat afgelegen district. Onder toe zicht van den begaafden architect, den waar- digen medewerker van meester Torrigiani, verrees een fraai huis van twee verdiepingen in zacht rooden baksteen, vol licht en zonne schijn, die naar binnenstroomden door de reusachtige Gothische ramen, die bijna van den grond tot den zolder reikten. De hoofd ingang bevond zich in een uitspringenden vleugel, onder een groot balkon, alles ge dekt door een bijzonder sierlijke kroonlijst, die nu gedeeltelijk in een groenen mantel van klimop gehuld was. Boven de gebrande roo de daktegels verrezen statig stevige schoor- steenen. Maar de roem van Penarrow d. w. z. van 't nieuwe Penarrow, gesproten uit het vruchtbare brein van Bagnolo was de tuin, ontstaan uit de verwarde wildernis om het oude huis, die de hoogten boven Penar row bedekt had. Bij het werk van Bagnolo hadden tijd en natuur het hunne gevoegd. Bagnolo had die mooie grasperken ontwor- P1 iein gemaakt, en met eigen hand den granie ten faun gehouwen, die er de hoofdfiguur van was, en de twaalf andere beelden van nimfen en boschgoden in marmer, die tus schen het donkere groen schitterden. Maar tijd en natuur hadden de grasvelden tot een fluweelen kleed, de mooie palmheggen dik ker gemaakt, en de zwarte populieren doen groeien, die net Italiaansche voorkomen van dit domein in Comwallis voltooiden. Sir Olivier zat op zijn gemak dit alles te bekijken, zooals het zich voor hem vertoon de in de zachte Septemberzon, en hij vond het leven en alles, wat hij zag, goed' en aange naam. Nu is er nooit iemand geweest, die zoo over het leven dacht, zonder een onmid dellijke oorzaak voor zijn optimisme, behalve die van zijn omgeving. Sir Olivier had ver scheidene redenen. De eerste ofschoon hij die misschien zelf niet in de verte vermoedde - was, dat hij jong, rijk en gezond was, de tweede, dat hij roem en eer behaald had, zoo wel in de „Spanish Main" als bij de ver woesting van de onoverwinnelijke vloot en dat hij daarom op zijn vijf-en-twintigste jaar door Koningin Elisabeth tot ridder geslagen was; de derde en laatste grond voor zijn prettige stemming en ik heb dezerr voor het laatst bewaard, omdat ik dit de beste plaats vind voor de belangrijkste oorzaak was God Amor, die ditmaal zeer goed gunstig was en de zaken zoo had ingericht, dat zijn hofmaken aan Rosamunde Godolphin een gelukkig verloop had. Sir Olivier zat dus op zijn gemak in zijn grooten gebeeldhouwden stoel, zijn buis los, zijn lange beenen uitgestrekt, een peinzende glimlach om de vaste lippen, die nu nog De oude naam van de Noordkust van Zuid-Amerika, tusschen den mond van de 1 Orinoco en de landengte van Panama. slechts door een klein zwart snorretje bedekt waren. Het was middag en hij had juist g& geten, zooals de schalen, het aangesneden vleesch en de half leege flesch naast hem, toonden. Hij trok nadenkend aan een lange pijp want hij had deze nieuw ingevoerde gewoonte van tabak rooken aangenomen en droomde van zijn meisje, en hij was rid derlijk dankbaar, dat de fortuin hem zoo gunr stig was geweest, dat hij zijn Rosamunde een titel en eenigen roem in den schoot kon wer pen. Sir Olivier was slim van aard en ook iemand met vrij aanzienlijke geleerdheid. Toch schijnen noch zijn natuurlijk verstand, noch zijn aangeleerde kennis hem geleerd te hebben,, dat van alle goden, die het lot der menschen besturen^ er geen spotzieker en on deugender is dan juist deze Amor, tot wiens eer hij nu als 't ware den wierook van zijn pijp brandde. De ouden wisten, dat deze on schuldig uitziende knaap een wreede, booze schelm was, en zij wantrouwden hem. Sir Olivier kende dit staaltje van oude wijsheid niet, of hij sloeg er geen acht op. Hij zou het door bittere ervaring leeren, en juist ter wijl zijn lichte oogen glimlachten over den zonneschijn op het terras, viel er een scha duw over hij dacht toen weinig, dat deze een symbool was van de schaduw, die over den zonneschijn van zijn leven viel. Achter die schaduw kwam de persoon groot en kleurig onder een grooten zwarten Spaanschen hoed, versierd met bloedroode vederen. Een langen, met tinten omwonden stok zwaaiende ging de gedaante langs ramen, even kalm voortschrijdende als noodlot. De glimlach bestierf Sir Olivier op de lip pen. Zijn donker gelaat werd peinzend, zijn de het pensioenen zwarte wenkbrauwen «trokken zich zóó sa men, dat er slechts een diepe groef tusschen bleef. Toen kwam langzaam de glimlach te rug, maar niet meer de eerste zachte glim lach. Hij was veranderd in een vastberaden glimlach, een glimlach, die zijn lippen sa menkneep, terwijl zijn wenkbrauwen zich ontspanden, en aan zijn peinzende oogen een glans gaf, die Bpottend, slim en bijna slecht was. Nicolaas, zijn knecht, kwam binnen, om Jonker Pieter Godolphin aan te dienen, en deze volgde den knecht onmiddellijk; hij leunde op zijn met linten versierden stok en had zijn grooten Spaanschen hoed in de hand. Hij was een lang, slank persoon, met een kaalgeschoren, mooi en hoogmoedig ge zicht: evenals Sir Olivier had hij een ge welfden neus en hij was twee of drie jaren jonger dan deze. Hij droeg zijn kastanjebruin haar wel wat langer dan toen juist de mode was, maar zijn kleeding was niet fattiger dan voor een man van zijn leeftijd gepast was. Sir Olivier stond op en begroette hem met een buiging. Maar zijn elegante bezoeker kreeg een wolk tabaksrook in de keel en be gon te hoesten. „Ik zie", kuchte hij, „dat ge die slechte ge woonte hebt aangenomen." „Ik ken wel slechtere", zei Sir Olivier kalm. „Daar twijfel ik niet aan", antwoordde Go dolphin en gaf daarmee dadelijk een aandui ding omtrent zijn stemming en het doel van zijn bezoek. Sir Olivier hield een antwoord binnen, dat zijn bezoeker op weg zou geholpen heb ben, hetgeen niet in zijn bedoeling lag. „Daarom", zei hij spottend, „hoop ik, dat COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1