ALKMAAR No, 244 Honderd en achttiende jaargang. 1916 MAA|NDAH 16 OCTOBER. FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuigegeven. AbonnementspBtjs per 3 maanden voor Alkmaar fl*—fsmmo door het geheele R3fk fljö. Afzonderlijke Braam®® 3 Cents. ft Prijs der gewone Advertentiën t Per regel J 0.12i Bij groote contracten rabat. Groote Telefoonnummer 3. Brievea franco aan de N. V. Boek- en v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voor dam C 9 Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. ALKMAAR, 16 October. De stafberichtea en de andere mededeelingen van de oorlogsterreinen brengen ook heden geen belangrijk nieuws. Het beeld van den geheelen oorlog is als de voorafgaande da gen in het westen blijft de entente het sterkst, op den Balkan daarentegen zijn het de mid- den-mogendheden, die de beste positie inne men. In het Ancre-Sommegebied hebben de Engelschen een weinig terrein gewonnen ten Oosten van Thiepval en zijn de Franschen ten zuiden yan de Somme, bij Ablaincourt, wat meer opgeschoten. In Zevenburgen dringen de Düitschers de Roemenen verder terug, maar aan de grens bieden deze tegenstand, zoodat de Düitschers nergens nog op Roe- meensch grondgebied staan. Griekenland is op het oogenblik nog het meest spannende onderwerp van de gebeur tenissen. Naar verluidt zijn de Grieksche oorlogs schepen aldus verdeeld: De slagschepen gin gen naar Saloniki, de Franschen namen de torpedojagers, de Italianen de torpedobooten en de Engelschen de onderzeeërs. Het heet dat er plannen bestonden om de Grieksche vloot door de Dardanellen te laten stoomen, waarna zij zich met de Turksche zou vereeni gen. Intusschen vertrouwt de entente de zaak nog niet recht. Het vervoeren van officieren en levensmiddelen naar Thessalië duurt voort In verband hiermede zijn ook de forten om Athene door entente-troepen bezet.En de correspondent der Tribune meldt, dat de ontwapening van het Grieksche leger weldra te wachten isl Ook breidt de entente de controle over politie en spoorwe gen steeds meer uit. De gezanten te Athene zouden opnieuw order hebben gekregen Griekenland voor te stellen zijn onzijdigheid op te geven. De Fransche gezant heeft met den minister-president en den minister van buitenlandsche zaken een onderhoud gehad. Volgens den minister-president werd er op vriendschappelijke wijze geconfereerd! Inmiddels moet de samenstelling der voor- loopige regeering te Saloniki snel voederen. De heer Venizelos zei, dat half het oude Grie kenland en negentiende van nieuw Grieken land en de eilanden reeds op zijn zijde staan en dat hij rekende op de sympathie en den steun van de liberale landen, in het bijzonder van Engeland en Frankrijk. Zelfs Reuter vindt, dat de toestand niet zon der humor zou zijn, wanneer het niet ging om zulke ernstige kwesties. Het nieuwsagent schap vraagt of de machthebbers te Athene den ernst van den toestand zullen inzien eer het te laat is en zegt, dat de eerstkomende Ha gen' de beslissing wel zal vallen. Welke be slissing zou echter bedoeld zijn? KORTE BERICHTEN. Daar in Frankrijk het leger steeds van wijn moet worden voorzien en de wijnoogst dit jaar zeer is tegengevallen, is de uitvoer van wijn verboden. De groote Noorsche papierfabriek te Drammen wordt stopgezet, omdat Engeland niet meer toestaat, dat deze fabriek aan het buitenland levert. Frankrijk heeft den uitvoer van ruwe zij de en zijden stoffen verboden. Italië zal spoe dig volgen. Het socialistische Rijksdaglid Stadtha- gen heeft bij den Rijksdag een interpellatie ingediend over het verbod van de Vorwürts door de militaire autoriteiten en over de pers- censuur. Wegens het betoonen van onvaderlands lievende gezindheid zij hadden o.a. ieder die op de oorlogsleening inteekende voor gek verklaard is te Keulen een vrouw tot een maand gevangenisstraf en haar 16-jarige zoon tot 42 boete veroordeeld. De socialistische Avanti meldt dat de socialistische Kamergroep in Italië met groote meerderheid van stemmen' heeft besloten in de aanstaande bijeenkomst der kamer de regee- ring té verzoeken na 11/« jaar oorlog aan het land en aan den vijand de vre'desvoorwaar den bekend te maken. Dat Italië zich zou verzetten tegen Orie- kenland's deelneming aan den oorlog aan de zijde der bondgenooten, wordt thans in een officieele memorie der Italiaansche regeering aan de pers met beslistheid tegengesproken. De heer Venizelos verzocht de Entente om de voorloopige Grieksche regeering te er- ken. De tsaar en de koning van Roemenië zullen, volgens de Neue Freie Presse, binnen kort te Reni met him raadsleden' samenkomen, om over den toestand van het Roemeensche leger in Zevenbergen en de Dobroedsja te be raadslagen. Fransche vliegers hebben de Mauser-ge- werenfabriek aan de Neckar aangevallen. Er is een statistiek van den veestapel voor het geheele Duitsche Rijk openbaar ge maakt, die op een zeer bevredigende toene ming van den veestapel duidt. Vooral geldt dit voor den varkensstapel, die van 15 April tot 1 September met bijna 4 millioen stuks of bijna 30 procent is aangegroeid. In September zeggen de Düitschers 74 vliegtuigen te hebben omlaag gehaald, n.l. 21 Fransche en 53 Engelsche. In de Zwarte Zee maakte een Russische onderzeeër een Turksch trantsportschip buit, De handelscommissie van den Duitschen Rijksdag is Zaterdag de beraadslaging be- gonnén over vraagstukken, die verband hou den met den overgang van den oorlogs- in den vredstoestand. Dr. Hellferich heeft aan de beraadslagingen deelgenomen; zij1 zijn ge heim. Graaf Taube, de Zweedsche gezant te Berlijn, is te Stockholm overleden. De Turksche minister van Buitenland- sche zaken kwam te Hamburg aan. BINNENLAND. Roman uit het laatst der 16e eeuw, naar 't Engelsch van RAFAëL SABATINI. 3) HOOFDSTUK IL Rosarhunde. Nadat zijn bezoeker vertrokken was, werd Sir Olivier weer kalm. Toen hij door zijn kalmte in staat was zijn toestand te overden ken, ward hij weer boos alleen bij de gedach te aan zijn woode, een woede, die hem zóó be- hcewoht had, dat hij nieuwe hinderpalen ge voegd had bij de reeds aanzienlijke, die tus- schen Rosamxmde en hem stonden. Op eens kecwle zijn toom, en kreeg Sir Killigrew tot voorwerp. Hij wilde dadelijk met hem afreke nen. Ja, dat zou hij doen. Hij schalde om Nicolaas en zijn laarzen. „Waar is Jonker Lionel?" vroeg hij, toen ójn laarzen gehaald waren. '„Hij is juist thuis gekomen, Sir Olivier". „Verzoek hem hier te komen". In antwoord op dat verzoek kwam Sir Oli vier's halfbroeder dadelijk een slanke jon gen, die op zijn moeder geleek, de tweede vrouw van oen losbandigen Rudolf Tressilia. Hij geleek niets op Sir Olivier, noch lichame lijk noch geestelijk. Hij was zeer teer, bijna vrouwelijk mooi; zijn gelaatskleur was blank en fijn, zijn haar goudblond, en zijn oogen donkerblauw. Hij had een zeer bekooslijke, jeugdige bevalligheid, want hij was eerst in zijn één-en-twintigste jaar en hij kleedde zich met al de zorg van een hoveling. „Is die Godolphin je komen bezoeken?" vroeg hij Hi| het binnenkomen. SUIKER. De minister heeft een nieuwe regeling vast gesteld voor de suikerdistributie en. den prijs, waarvoor de suiker ter beschikking van bin- nenlandsche gebruik moet worden gesteld, bepaald op 18 per 100 kilo. DJAMBI EN PALEMBANG. De correspondent van het „Hbld." te Soe- rabaja seint: Het „Soer. Handelsblad" verneemt dat het in Palembang en omstreken kalm is, terwijl de bevolking van de Bovenlanden zenuwach tig en ongerust is. Er zijn troepen uit Djambi aangekomen. De raderboot „Nederland" werd bij Moe ara Roepit door opstandelingen aangevallen, die levensmiddelen stalen. Er werd niemand gewond. Soeroelangan (in Rawas) werd door de opstandelingen verschoond. De assistent-resident J. W. J. Wellan ver trok met troepen naar Soeroelangoen. De bevolking in het stroomgebied van de Batang Hari Leko is over het algemeen eens- gezind met de opstandelingen. BOND VAN NED. ONDERWIJZERS. Speciaal ter bespreking van de voorstellen der bevredigingscommissie inzake artikel 192 der grondwet hield bovengenoemde bond gis teren te Utrecht een algemeene vergadering Na een openingsrede deelde de voorzitter, d< heer Ossendorp, mede, dat de ingediende amendementen het hoofdbestuur er toe geleid hadden een gewijzigde motie voor te stellen, luidende: „De algemeene vergadering kennis geno men hebbende van het rapport der „Bevredi gingscommissie", inzake herziening van art. 192 der grondwet, en van het daaruit door de regeering overgenomen en1 bij de Tweede Ka' mer ingediende wetsvoorstel, van oordeel, dat algeheele financieele ge lijkstelling van openbaar en bijzonder onder wijs het aantal bijzondere scholen in zeer sterke mate zal doen toenemen, ten koste van die openbare, dat dit niet zal zijn in 't belang van ons volksonderwijs, noch in dat der onderwijzers, het echter zonder practisch resultaat ach tende, zich na de genomen beslissing in de - litieke partijen tegen gelijkstelling te verzet ten^ besluit, hoewel noode, zich van actie daarte gen te onthouden, draagt het H. B. op, er bij de regeering en de volksvertegenwoordiging op aan te drin gen, dat in bedoeld wetsontwerp die wijzigin gen Worden aangebracht, die zonder het be ginsel der financieele gelijkstelling aan te tas sen, kunnen dienen, om te voorkomen, dat het openbaar onderwijs worde teruggedrongen van de plaats, welke het rechtens toekomt, en aan het volksonderwijs niet meer schade wor de toegebracht, dan deze gelijkstelling nood zakelijk met ziéh moet brengen, en acht het de onafwijsbare plicht van de vertegenwoordigers van die politieke parijen, die zich altijd hebben doen kennen als voor standers der openbare school, dat zij niet voor iet nieuwe artikel 192 zullen stemmen, als de onderstaande wijzigingen ntet worden aange- Met „onderstaande wijzigingen" worden ledoeld de door de vergadering aan te nemen voorstellen inzake wijziging van het wetsvoor stel. De motie werd verdedigd door den heer La- mers, algemeen secretaris, die daarbij in een uitvoerig betoog biteen zette de houding van het bestuur. De heer Tjalsma (Zwolle) vreesde van fi nancieele gelijkstelling achterultstelling van de openbare school. Standenscholen zouden overal verrijzen, meende hij, de open bare school zou op vele plaatsen een armelui- school worden. Groote gevaren dreigden dan ook door die financieele gelijkstelling de openbare schooL Wij zijn thans door alle politieke partijen bedrogen, zei spr. Al de moties in deze vergadering geven niets, we zijn verraden. Het zal alleen een leering zijn, om zich voortaan niet meer door een of an dere politieke partij bij den neus te laten ne men. De heer Perdok (Zutphen) achtte de voor gestelde motie te zwak. Na verkrijging van het algemeen kiesrecht, zou het openbaar onderwijs gevaar loopen gedrukt te worden. Hij stelde voor, in de motie van het hoofdbe stuur de 3de, 4de en 5de zinsnede na den aan hef, zoomede de woorden „als de onderstaan de wijzigingen niet worden aangebracht" in den allerlaatsten zin, te laten vervallen. De heer Sterringa (Groningen) gaf in overweging te stemmen voor de motie van de afdeeling Groningen om, te ijveren voor ver werping van het voorgestelde art. 192. „Ja", gromde Sir Olivier. „Hij kwam, om mij eenige dingen te vertellen en in ruil eeni- ge andere te hooren". „Ik ontmoette hem juist buiten de poort, en hij beantwoordde mijn groet niet. net is een vervloekt onuitstaanbare hond 1" „Je bent een menschenkenner, Lionel". Sir Olivier stond op. „Ik ga naar Arwenack, om een paar beleefdheden met Sir John te wisse len". Zijn vastgesloten lippen en vastberaden uiterlijk voltooiden zijn woorden zoo goed, dat Lionel hem bij den arm greep. „Je gaat toch niét „Ja". En als om den blijkbaren schrik van den jongen te kalmeeren, klopte hij hem vrien delijk op den schouder. „Sir John", zei hij, „praat te veel. Dat is een fout, die verbeterd moet worden. Ik zal hem de deugd van zwij gen leeren". „Daar zullen moeilijkheden komen, Oli vier". „Dat zullen er voor hem. Als iemand van mij zegt, dat ik een zeeroover, slavenhan delaar, moordenaar, en wie weet wat nog meer, ben, dan moet hij de gevolgen er van dragen. Maar je bent laat, Lionel. Waar ben je geweest?" De heer Metelar (Leeuwarden) stelde voor, in de motie, bij het uitspreken van onthou ding van actie tegen de financieele gelijkstel de vergadering doen uitspreken, dat zij niet mee wil doen aan de vermoording van de openbare school. De heer Kool (Rotterdam) wilde dat de Bond de Groninger schoolmotie van de S. D. A. P. tot de zijne maakte, waaraan de Bond een beter houvast heeft dan aan de motie van het hoofdbestuur. De heer v. d. Vegt (Zwolle) was ook van oordeel, dat de linksche partijen de openbare school verraden hebben; door overhaasting hebben deze ons belet het volk in te lichten. Spr. meende, dat we niets anders kunnen doen dan protesteeren. De heer Nieuwenhuyse (Den Haag) pro testeerde tegen de wijze, waarop de vergade ring bezig was de politieke partijen te bevui len Spr. gaf in overweging, onverkort de motie van het hoofdbestuur aan te nemen, en zich te wachten voor politieke en onderwijst- kundige onvruchtbaarheid te zamen. Hierop spraken nog kort de secretaris en de voorzitter. De laatste merkte op, dat, zoo het wetsvoorstel verworpen wordt, de oude toestand blijft, en de bijzondere school dan haar subsidie van 9 millioen houdt zonder waarborgen. De motie van de afd. Groningen werd hierna verworpen met 132 tegen 96 stemmen. Ook hét voorstel der afd. Leeuwarden werd verworpen, evenals dat van de afd. Amster dam. De motie van het hoofdbestuur werd daar op met groote meerderheid aangenomen. De door het hoofdbestuur voorgestelde wij zigingen in het regeeringsvoorstel werden aangenomen. BOND VAN VRIJE LIBERALEN. De Bond van vrije liberalen heeft te Am sterdam een algemeene vergadering gehouden onder voorzitterschap van het Kamerlid mi. M. Tydeman Jr. De vergadering werd om. bijgewoond door de Eerste Kamerleden Stork en Laan en door de Tweede Kamerleden' Drion, Ter Spill, Vis ser van IJzendoom. Er. waren 15 afdeeüngen vertegenwoordigd. In zijn jaarverslag maakte de secretaris melding van d<j oprichting van drie nieuwe ling, de woorden „hoewel noode" te laten vervallen. We hebben, zei de heer Peereboom, het feit te aanvaarden, dat bijna de helft van het aan tal leerlingen op de bijzondere fcchool gaat, en we moeten nu zorgen, dat die scholen goed zijn. Wat die scholen tot verbetering noodig hebben, is geld, en dit krijgen we door de financieele gelijkstelling. Nu we geen verplichte neutrale staatsschool kun nen krijgen, is de eenige wegfinancieele ge lijkstelling, en daarom verklare de vergade ring zich voor vaststelling van art. 192 in den geest a La door het amendement Leeuwarden bedoeld. De heer Moreau (Arnhem) niet spreken de namens de afd. Arnhem wilde de motie van het hoofdbestuur verworpen hebben en „Ik ben naar Malpas gereden". „Naar Malpas?" Sir Olivier kneep zij: gen samen, zooals zijn gewoonte was. „Ik heb hooren fluisteren, welke magneet je daar heen trekt", zei hij. Wees voorzichtig jongen. Je gaat te dikwijls naar Malpas". „Hoe zoo?" vroeg Lionel een beetje koel. i,Ik bedoel dat je de zoon van je vader bent. Denk daaraan en probeer zijn voetstappen niet te volgen, opdat je niet hetzelfde eind vindt. Onze vriend Pieter, heeft me juist de liefhebberijen van onzen vader herinnerd. Ik luM-haai, ga niet zoo dikwijls naar Malpas Meer zeg ik niet." De arm, dien hij om de schouders van zijn jogeren broeder sloeg en de warmte van zijn omhelzing maakten het onmogelijk, boos te zijn over zijn waarschu wing. Toen hij heengegaan was, ging Lionel aan tafel, bediende doorNicolaas. Hij at maar wei nig, en sprak gedurende dien kou den maaltijc geen woord met den ouden1 knecht. Hij was zeer in gedachten verdiept. Hij volgde zijn broeder op diens wrekersbezoek aan Arwe- nack. Killigrew was geen klein kind. Als Oli vier eens iets overkwamHij sidderde bij de gedachte; en toen begon hjj onwillekeurig de evolgen hiervan voor hem zelf te berekenen, lijn fortuin zou heel wat anders worden, dacht hij. In een soort van afschuw trachtte hij die verfoeilijke gedachte uit zijn hoofd te ban nen1; maar zij keerde steeds weer terug. Het feit kon niet ontkend worden. Het dwong hem tot een beschouwing van zijn eigen om standigheden. Alles wat hij had, was hij aan de goedheid van zijn broeder verschuldigd. Hun losbandige vader was gestorven, zooals zulke menschen gewoonlijk sterven, zwaar be laste schulden naltende laste goederen en veel schulden nalatende; zelfs op het huis van Penarrow lag hypotheek, en het geld dat er voor opgenomen was, was verdronken of verspeeld, of aan een der vele geliefden van Rudolf Tressilian verspild. Toen had Olivier een kleine bezitting bij Helston verkocht, die hij van zijn moeder ge ërfd had; hij had het geld gestoken in een on derneming op de „Spanish Main." Hij had een schip uitgerust en bemand, en was met Hawkins uitgezeild op een van die tochten, die Sir John Killigrew met het volste recht zeerooverstochten mocht noemen. Hij was teruggekeerd met genoeg buit in geld en kost baarheden om het erfdeel der Tressiliana vrij te maken. Hij was weer uitgezeild en nog'rij ker teruggekeerd. En intusschen had Lionel er thuis zijn gemak van genomen. Hij hield van zijn gemak. Zijn aard was vadsig en hij was verkwistend, wat gewoonlijk met vadsig heid samengaat. Hij was niet geschikt voor zorg en strijd, en niemand had getracht de tekortkomingen van zijn karaktei m dat op zicht te verbeteren. Soms verdiepte hij er zich m, wat de toekomst hem zou brengen, als Olivier eens ging Louwen. Hij vreesde, dat zijn leven dan net zoo gemakkelijk zou zijn, als het thans was. Maar hij was niet in ernst bang. het lag niet in zijn aard het ligt nooit in den aard van zulke menschen eenige bijzondere aandacht aan de toe komst te wijden. Als zijn gedachten er soms in oogenbbKkelijke ongerustheid heendwaal den, verjoeg hij ze dadelijk met de overwe- glflg dat Olivier hem liefhad en dat Olivier nooit in gebreke zou blijven voldoende in zijn behoeften te voorzien. Hierin had hij volkomen gelijk. Olivier was meer een va der dan een broeder voor hem. Toen hun vader thuisgebracht was, om te sterven aan de wond, die een beleedigd echtgenoot hem had toegebracht en de dood van dien zon daar met zijn angstig berouw, was een vree- selijk schouwspel geweest had hij Lione opgedragen aan de zorg van zijn ouderen broeder. OJivier was toen zeventien en Li onel twaalf. Maar Olivier leek zooveel ouder dan zijn leeftijd, dat Rudolf Tressilian, die tweemaal weduwnaar was, er toe geko men was, te rekenen op dit flinke, vastbeslo ten en heerschzuchtige kind uit zijn eerste huwelijk. In zijn oor had de stervende man de vreeselijke geschiedenis gefluisterd van zijn berouw over het leven, dat hij geleid had en den toestand, waarin hij zijn zaken achterliet, zonder voor zijn zoons gezorgd te af deelingen, Sneék, Lochem en Drente. :r het loopend van ruim 1200. Over het loopend dienstjaar is er een saldo De aftredende bestuursleden, de heeren mr. H. Dresselhuys, mr. J. Drost en jhr. mr. F. W. vpn Styrum werden herkozen, in de vaca ture Th. Stuart weid gekozen de heer J. H. Scheltema. Vervolgens kwam aan de orde de bespre king der voorgestelde herziening van artikel 192 der grondwet. Het hoofdbestuur had dienaangaande de volgende conclusies voorgesteld, die door den voorzitter uitvoerig werden toegelicht: De algemeene vergadering van den Bond van Vrije Liberalen spreekt als haar gevoelen uit: lo. dat het voorstel tot wijziging van art. 192 der Grondwet op zich zelf moet worden beschouwd; 2o. dat in art. 192 der Grondwet het be- hebben. Voor Olivier was hij niet bang. Het scheen alsof hij met den vooruitzienden blik des stervenden gemerkt had, dat Olivier een der zulken was, die overwinnen moeten, een man, geboren om de wereld te beheerschen. Zijn zorgen golden alleen Lionel, dien hij ook beoordeelde met dien zelfden diepen blik, die een mensch in zijn laatste uren geschonken wordt. Vandaar zijn smeekende aanbeveling aan Olivier, en Olivier's dadelijke belofte, va der, moeder en broeder voor den jongen te zijn. Aan dit alles dacht Lionel, terwijl hij daar zat te peinzen, en weer streed hij met die af schuwelijke, zich opdringende gedachte, dat als de zaken op Arwenack slecht liepen voor zijn broeder, net zeer voordeelig voor hem zou zijn, dat hij de dingen die hij nu genoot door de goedheid van een ander die dan van zich zelf zou hebben. Een duivel scheen hem te kwellen met de gefluisterde inblazing, dat als Olivier kwam te sterven, zijn eigen ver driet niet lang zou duren. In opstand tegen die stem van zulk een ellendig egoïsme, dat het hem in zijn betere oogenblikken met af schuw vervulde, dacht hij aan Olivier's on veranderlijke, trouwe genegenheid; hij dacht na over al de liefdevolle zorg en vriendelijk heid die Olivier in al die verloopen jaren hem betoond had; en hij vervloekte de slecht heid van een gemoed, waarin zulke gedach ten, als hij juist gekoesterd had, een plaats konden vinden. Hij was zoo overspannen door de wenteling zijner aandoeningen, door dien hevigen strijd tusschen zijn geweten en egoïsme, dat hij plotseling opsprong met den kreet op zijn lippen: „Ga achter mij, Satan." De oude Nicolaas, dadelijk opziende, zag het wasbleeke gezicht van den jongen, zijn voorhoofd nat van zweet. ARSCH JlclCllt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1