ke wijze hebben medegewerkt, een flinke in de
goede sociale richting is geweest.
DE NEGEN UUR SLUITING.
Door de afdeeling Alkmaar der Ned. Bond
van Horlogemakers was eergisterenavond een
vergadering uitgeschreven, waarbij waren
uitgenoodig de winkeliers in goud- en zil
verwerken, om te bespreken en te komen tot
de 9 uur en Zondagssluiting.
In deze vergadering, welke slecht was be
zocht, verklaarden zich 13 zaken bereid tot
9 uur- en 11 tot Zondagssluiting.
Besloten werd na het aanstaande St. Nico-
laasfeest deze actie verder door te zetten en
dan te adverteeren welke zaken om 9 uur en
des Zondags gesloten zouden zijn.
Verder werd besloten omtrent de nieuwe
wet op belasting en waarborg van goud- en
zilverwerken aan de Kamer van Koophandel
en Fabrieken te verzoeken, pogingen in het
werk te stellen deze wet niet ongewijzigd te
doen aannemen.
OUDERAVOND.
Gisteravond werd in het gebouw „Voor
waarts" aan de Oude Gracht een Ouderavond
gehouden van de Ned. Ond. Propaganda
Club voor drankbestrijding. Spreker was de
heer P. Schumacher, hier in Alkmaar bekend
door zijn voordrachten over schilderkunst, o.a.
voor net „Nut" gehouden. Zijn onderwerp
voor dezen avond was „Het kind en de Al
cohol".
Mej. Hoogvorst opende de 'bijeenkomst,
heette allen welkom en hoopte dat, ofschoon
de opkomst niet heel schitterend was, de bij
eenkomst vrucht mocht afwerpen. Hierna riep
zij de aandacht in voor eenige declamaties
van den heer Schumacher, die deze aan zijn
voordracht liet voorafgaan. Hij droeg eerst
op ontroerende wijze eenige versies van den
heer Klare, hoofdondewijzer te Zutfen, voor,
die in schrille kleuren de drankellende en haar
invloed op de jeugd schilderden. Daarna
volgden de sarcastische verzen „Congressen"
en Vox Populi van Victor de la Montagne,
waarin de spreker gelegenheid had van zijn
boeiende declamatorische gave blijk te geven.
Met een gespierd arbeiderslied van René de
Clercq, forsch gezegd, beëindigde de heer
Schumacher dit deeT van het programma.
Mej. de Vries zong nu een wiegeliedje op
gevoelvolle wiize, waarna ze het bekende en
veel bewonderde „Ik ken een lied" liet volgen,
dat ook ditmaal het publiek bleek te beko
ren.
Hierna hield de heer Schumacher zijn rede
Spreker waarschuwde er voor, dat na dezen
waanzintijd een nog veel moeilijker tijd zal
aanbreken en' dat die tijd heldere, klare kop
pen noodig zal hebben, om er nog wat van te
maken, dat geen jongmensch de wereld in
mag gaan, die niet zijn volle arbeidscapaci
teit kan uitleven, onbelemmerd door neerdruk
kende invloeden.
Met prof. Ziehen weet spreker het gejaagde
zenuwachtige van den tegenwoordigen tijc
aan het alcoholgebruik door de jongeren. De
verwoestende uitwerking van de alcohol* 't
hersenvergif, vooral op de jeugdige, bloed
rijke hersenen van de kinderen, toonde spre
ker aan.
„Geeft het kind nooit alcoholIn geen en
kel feest, bij geen enkele gelegenheid, in geen
enkele stemming", dien raad wilde spr. de
aanwezige ouders meegeven, om dien ook te
propageeren onder al hun kennissen.
Vervolgens wees spreker op de alcohol-cur
sussen voor kinderen door ae Nederlandsche
Onderwijzers propaganda-club te houden, ook
hier ter stede. Met gloed van overtuiging
schilderde spreker de veranderingen, die ont
houding van den alcohol in de maatschappi;
zouden te weeg brengen. Over het werk van
de alcohol-cursussen zeide spreker dat hier
geen beginsel gepropageerd zou wordenmet
de kinderen zullen eenvoudige lessen in schei
kunde worden gehouden, boeken zullen me:
hen worden gelezen, misschien lantaarn-avon
den worden gegeven waarin andere beelden
vertoond zullen worden, dan ze in de biosco
pen te zien krijgen. Van kinderen van 15 tot
16 jaar, die van de alcohol cursussen komen
is een jeugd-organisatie „de Propagandist'1
gesticht, die bedoelt de kinderen in grooten
fjetale bij elkaar te brengen, waar ze in de ge-
egenheid zijn, dingen te organiseeren, zooals
tooneelwedstrijden, waarop dikwijls al wat
betere voor den dag komt dan- in vele andere
vereenigingen. Er wordt tevens o. a. gedaan
aan sport, doch in goeden zimvan 't woord
Maar die organisaties worden niet in de
strijdvragen van de ouderen betrokken, nief
ln wettelijke vraagstukken als plaatselijke keu
ze e. d. De gedachte is de kinderen in reine,
goede atmosfeer te brengen, hun leven te ver
rijken met ernstige levensvreugde en arbeids
kracht.
„Maakt propaganda onder uwp kennissen
opdat hier in Alkmaar binnen niet te langen
tijd de heilzame alcohol-cursussen kunnen ge
houden worden", aldus eindigde spreker zijn
door warm handgeklap gevolgde rede.
In de pauze bestond er voor de ouders ge
legenheid hunne kinderen voor de cursussen
op te geven. Hiervan werd door een 8-tal per
sonen gebruik gemaakt.
Na ae pauze zegde de heer Schumacher een
schets „De Zanger" van Falkland, waarin de
voordrager typisch het Amsterdamsch Joden-
interieur op een wijze, die alleen' Falklant
machtig is, in dit schetsje getroffen weer
gaf.
De heer Schumacher moest hierna vertrek
ken om zijn trein nog te halen doch de
avond was nog niet geëindigd. Want ,nu wer
den nog eenige vioolnummers en het 'onthou
derslied ten beste gegeven, dit laatste door
een koortje, dat behalve dit lied ook nog een
Hullcbrockje machtig toonde te zijl, natuur
lijk tot groote voldoening van het publiek.
Hierna kwam nog eens de violist aan1 de
beurt, daarna sloot mej. Hoogvorst de ver
gadering om ongeveer tien uur.
BOND VOOR VROUWENKIESRECHT.
In de bovenzaal van het hotel De Unie
werd gisteravond de eerste vergadering in dit
seizoen gehouden van de afdeeling Alkmaar
van den Bond voor Vrouwenkiesrecht. De zaa'
was bijna geheel gevuld met damps, waar on
der ook leden van de Vereeniging voor Vrou
wenkiesrechtslechts enkele heeren merkten
we op.
De bijeenkomst, waaraan een eenigszins
feestelijk karakter was gegeven, werd wegens
ongesteldheid van mevr. Prins, met een wel-
komsgroet geopend door mevr. A. Aukes, d e
memoreerde hoe mannen van geheel verschil-
ende politieke Inzichten zich tn de Tweede
<amer ten gunste van Vrouwenkiesrecht had
den uitgelaten. Alleen de heer v. d. Voort v.
Zijp had zich er tegen verklaard, en als het
toch moest komen, de gehuwde vrouw den
voorrang willen geven.
Na deze inleiding was aller aandacht ge
wijd aan de muziek, waarvan de heer F. H.
Vlasschaupt den aanwezigen deed genieten
door zijn cello, verdienstelijk op de piano be
geleid door mevr u Offers-Rink
Daarna was het woord aan mevr. M.
Boissevain-Pijnappel, van Amsterdam, ter in
leiding van de vraag: Welk soort kiesrecht
wenscht ge?
Niettegenstaande de vele lieve en mooie
woorden, gesproken in de Tweede Kamer
langt als een dreigende wolk boven ons de
Eerste Kamer. In de Tweede Kamer durft men
niet verder gaan dan de beletselen voor vrou
wenkiesrecht -uit de grondwet weg te nemen.
Moeten we daarin nu berusten? Neen, want
wat de vrouwen nu doen, is van invloed op
verdere besprekingen.
De Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht laat
de wacht betrekken op het Binnenhof, ver
schillende bonden hébben geadresseerd, maar
het overgroote deel van de vrouwen in Neder
land staart zich blind op de narigheid en de
duurte van thans. Dat helpt echter niemen
dal. We moeten helpen om de misère in eigen
land te bestrijden en niet altijd naar het bui
tenland zien. Men mag niet zeggen: „we kun
nen niet", want we kunnen wèl. Het is de taak
van de Nederlandsche vrouw om ons land
vooruit te brengen
We staan thans voor de rechtbank der open
bare meening. Over algemeen stemrecht voor
den man wordt haast niet meer gesproken,
dat is zoo goed als zeker, maar ons lot hangt
nog in de weegschaal.
De heer de Savornin Lohman heeft in de
Tweede Kamer mede namens zeven partijge-
nooten gezegd vóór het wetsvoorstel te zullen
stemmen. Zijn partijgenoot v. Idsinga was
voor passief vrouwenkiesrecht, wilde door een
25-tal dames een apart Tweede Kamertje la
ten vormen, dat wetsontwerpen kon maken en
die dan aan de heusche 2e Kamer kon voor
leggen. Spreekster zou dit onvoorwaardelijk
willen verwerpen dat was nu juist geen
bondsmeening, maar die van haar zelve
omdat zij niet gescheiden van den man wilde
werken, maar met hem samen.
De heer v. Idsinga meende dat de hooge
roeping van de vrouw haar móest uitsluiten
van het kiesrecht. Spreekster was het lang
niet met dezen heer eens. Door verschillende
omstandigheden blijft de vrouw toch niet bui-
'ten den kiesrechtstrijd. Reeds in 1887 stemde
de heer Lohman in de Kamer vóór een voor
stel, waardoor de beletselen voor vrouwen
kiesrecht uit de grondwet zouden worden ge
nomen. Dat voorstel werd toen verworpen. De
heer Lohman is nog dezelfde gebleven. Hij
wilde de gehuwde vrouw van het kiesrecht uit
sluiten, wil desnoods wei vrouwen benoem
baar verklaren voor den gemeenteraad. Wel
is hij er van overtuigd dat de vrouw op ver
schillend gebied werk levert, dat niet veel ver
schilt van dat der mannen, maar hij vreest
verzaking van huiselijke plichten als de ge
huwde vrouw toegang heeft tot de stembus.
De heer de Beaufort vindt den drang der
vrouwen zelve naar vrouwenkiesrecht niet
groot genoeg.
Laat dit ried spr. aan voor alle vrou
wen een aansporing zijn om mee te strijden
Velen zijn te laks daarvoor. De heer Troelstra
noemde den vrouwenkiesrecht-strijd een zuive
re arbeiderszaak en geen sekse-strijd en riec
aan niet te veel te vragen. Hij wilde het man-
nenkiesrecht in alle geval vóór doen gaan
Geen seksestrijd? vroeg spr. De woordvoerder
van- de unie- hoera len zag in het aandringen
op vrouwenkiesrecht 'n gevaar voor de heele
grondwetsherziening.
De heer Tydeman wilde al evenmin directe
invoering van het vrouw.enkiesrelht.
De heer Loeff (r.k.,) deelde, mede namens
zijne partijgenooten, mee dat hij wel voor
passief, maar niet voor actief- vrouwenkies-
reent was. Over 10 h 15 jaren zou men wel
eens weer kunnen zien.
Men ziet aldus spr. zooveel hoofden
zooveel zinnen. De vrouw mag dus met
rusten vóór het kiesrecht is veroverd. Daar
om moeten allen zich vereenigen in den
strijd. Men zegge niet alleen: „ik ben voor
vrouwenkiesreent," maar men getrooste zich
daarvoor ook eenige opofferingen.
Spr. zette hierop als hare meening uiteen
dat men niet tevreden mag zijn met een
groepsgewijze verleencu van het kiesrecht
aan die vrouw. Algem. vrouwonkiesr. wilde
zij, met desnoods berusten in het aanvanke
lijk hooger stellen van de leeftijdsgrens waar
op de vrouwen het kiesrecht zouden krijgen
Spr. deelde nu 'een en ander over de vrou
wenbeweging zelve mee. Vóór de Fransche
revolutie bestond al het vrouwenkiesrecht
Langzamerhand is van dat recht wat verlo
ren gegaan, in Oostenrijk bijv, is het nu zelfs
verboden dat een vrouw lid is van een ver
eeniging voor vrouwenkiesrecht. Iets nieuws
is dus net vrouwenkiesrecht niét Door ver
anderde omstandigheden hebben'de. vrouwen
tegenwoordig meer tijd dan vroeger om zich
te wijden aan allerlei vraagstukken. Zij moe
ten echter nog leeren voor zich zelve op te
komen.
E|,is in ons land nog zooveel te verbete
ren. Is de vrouw verantwoord als zij zegt
daaraan niet te kunnen medewerken?
De vrouwen in Engeland en Frankrijk en
Duitschland, zij allen hebben mede schulc
aan den tegenwoordigen'oorlog door hunne
kinderen te leeren van macht ter zee, wfaak
en uitbreiding. De Nederlandsche vrouw
moet arbeiden om oorlog onmogelijk te ma
ken. Wij behoeven nog geen munitie te
maken, kunnen onzen tijd wijden aan het
helen van economische wond-en. Wij kunnen
een voorsprong krijgen op andere landen,
maar dan stelle meii ook nret uit (Applaus)
Mevr. Aukes bracht dank aan de spreek
ster voor hetgeen zij had geleerd en deelde
mede dat in de pauze de stembriefjes voor de
besflftiursverkiezing zouden worden uitge
reikt. Zij noodigde mej. Cohen Stuart en
den heer de Lange uit om met een der be
stuursleden het stembureau te vormen.
Na de pauze was er gelegenheid om aan
de spreekster vragen te stellen. Op herhaal
de uitnood'iging van mevr. Aukes vroeg mevr.
Ripping het woord. Zij drong er op aan,
dat die genoadigtten <fte nog geen Hd van
de afd. waren, dit werden.
Nadat ook mevr. Boissevain nog had ge
animeerd tot het stellen van vragen, merkte
de heer Medemblik, secretaris van ae afdee
ling Ursem van den Bond voor Vrouwen
kiesrecht op, dat het hem, hoewel hij
met groot genoegen had geluisterd
naar de inleiding, toch gefrappeerd had,
dat de spreekster had gezegd desnoods te
willen toestemmen in het stellen van een leef
tijdsgrens voor het verieenen van vrouwen
kiesrecht. Hij had liever een zekere welstand
of ontwikkeling als grens bepaald gezien.
Mevr. Boissevain zei in haar antwoord, dat
een weistandsgrens voor haar gansch onover
komelijk zou zijn. Ook tegen het stellen van
een ontwikkelingsgrens had zij groot be
zwaar, daar men onder de welgestelden wel
onontwikkelden en onder de minder gegoe
den wel ontwikkelden had. In Noorwegen
waar men de weistandsgrens had aangeno
men en die zóó laag had gesteld, dat zelfs
een goed gesalarieerde dienstbode het stem
recht, had had men dat census-kiesrecht weer
moeten laten varen. De spreekster meende
dat als een voorwaarde moest worden ge
steld, de leeftijdsgrens de meest billijke zou
zijn, omdat de vrouwen meestal niet op jeug
digen leeftijd zich beginnen te interesseeren
voor het kiesrecht Zij zou echter die grens
alleen dan willen stellen, ais de mannen niet
aan alle vrouwen tegelijk het kiesrècht wil
den verieenen. Het liefst zag spr. lieeiemaal
geen grens gesteld.
Daar uit de vergadering geen meerdere
vragen werden gesteld, brachten de heer
Masschaupt en mevr. Offers nu „Sarabanda
en Gavotte" van D. Popper ten gehoore.
Hierop werd de uitslag van de gehouden
bestuursverkiezing bekend gemaakt. Er wa
ren 64 stemmen uitgebracht, waarvan 1 on
geldig. Mej. Kiiistra had 52 stemmen op
zien vereenigd. De overige stemmen waren
verdeeld over verschillende dames.
Alsnu bracht mevr. Aukes verslag uit van
de in den Haag gehouden jaarvergadering
van den Bond voor Vrouwenkiesrecht, welke
vergadering zij als afgevaardigde met mevr.
Prins had bezocht. Een daverend applaus
was de belooning voor de pioeite, aan haar
verslag besteed.
Daarna dankte de voorzitter mevr. Offers
en den heer Masschaupt voor hetgen zij de
zen avond hadden gegeven. Zij achtte het
een aangenaam iets dat de afd. beschikt over
leden die wat kunnen en wat willen. Muziek
veredelt den mengch, onder het beoefenen
daarvan komen geen slechte gedachten in
hem op. De vergadering betoonde dooi
handgeklap hare instemming met het gespro
kene.
Ten slotte deed mevr. Aukes nog een paar
huishoudelijke mededeelingen, o.a. over de
bibliotheek der afd. en over een optreden van
ds. Junod op 24 Nov. a.s.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK.
Zitting van 24 October.
EEN ZWERVER.
J. W., een zwerver, thans gedetineerd, is 49
jaar, geboren te Zwolle. Hij had in Alkmaar
gebedeld. Hij kon zich niet staande houden
in de maatschappij kon niet meer met
werken zijn brood verdienen en had in de
Langestraat een agent gevraagd om in een
Rijkswerkinrichting te komen.
Eisch 3 dagen hechtenis en opneming voor
3 jaar in een rijkswerkinrichting.
BELEEDIGING.
E. V., visscher te Egmond aan Zee, 29
jaar oud, had in den naclit van 15 op 16
Augustus den gemeente-veldwachter van Eg-
mond-Bmnen, Johannes Kramer, beleedigc
Deze bevond zich tijdens de kermis te Eg-
mond a.d. Hoef aldaar als survcilleereiid
agent.
Beklaagde, die in een luidruchtige stem
ming in de herberg van Akkerman met z'n
vrouw en een paar kennissen danste, had ge
tuige toegevoegd „Ik moet die rat van Eg-
mond Binnen hebben."
Beklaagde ontkende dit bedoeld te hebben
tegen den veldwachter Kramer, doch tegen
de mensclien die hem steeds hadden lastig
gevalien en Egmond-Binners waren.
De president wees getuige Kramer er op
dat de bewering van beklaagde geloofwaar
dig leek en logisch in zijn betoog paste. Spr
vroeg getuige of hij hem ook niet aanneme
lijk oordeelde.
De getuige verklaarde van niet.
De officier van justitie eischte 15 boete
of 10 dagen hechtenis.
Beklaagde verklaarde dit tegenover de
rechtbank voor de door haar gemaakte kos
ten te aanvaarden, tegenover getuige aan
vaardde hij niets, aangezien deze onjuist was
geweest. Indien er gevangenisstraf geëischt
was zou hij er zich zeker niet bij hebben
neergelegd. Om de rechtbank de door haar
gemaakte kosten te vergoeden vond hij niet
zoo bezwaarlijk.
DIEFSTAL.
E. v, d. L., arbeider te Medemblik, were
beschuldigd op 18 Juni uit een pakhuis te
Medemblik buikdellingen te hebben gestolen.
J. Blok, aannemer te Medemblik, herkende
onder de ter gerechtzale aanwezige buikde
lingen de zijne, ook waren er bij van F. Roe
mer.
Getuige Roemer verklaarde dat beklaagde
voorheen bij hem gewerkt had. Steeds vroeg
hij dan dit en dan dat te mogen gebruiken.
Getuige had steeds gezegd „Piet je mag ge
bruiken wat je'wil, als je het maar terug
brengt," doch daar niet mede bedoeld, dat
hij een altijddurend gebruikrecht had gekre
gen.
De heer'J. B. verklaarde op verzoek van
den president nogmaals, dat hij beklaagde
geen vergunning had gegeven zich de buik
dellingen toe te eigenen en knoopte daar een
lang betoog over de lotswisselingen van de
zaak aan vast, een woordenvloed die mr. Le-
deboer aanvankelijk te vergeefsch poogde te
stuiten.
De beklaagde verklaarde toestemming ge
had te hebben de dellingen ten allen tijde te
gebruiken.
J. Zwarekant, arbeider te Medemblik, hat
beklaagde de planken zien wegnemen. Op
een verdachte manier deed hij dit niet, wel
was het evenwel vroeg, half vijf 's ochtends
De beklaagde verklaarde dat de planken in
de gerechtszaal aanwezig, niet die waren, die
hij had gebruikt.
A. Muiter, arbeider te Medembbk, had,1
terwijl hij bezig was hooi te lossen, beklaag-
e de buikdellingen op een kar zien leggen
iij had echter niet gezien dat v. d. L. de
kar weg reed.
Beklaagde verklaarde aan Blok gevraagd
te hebben die buikdellingen te mogen leenen.
Getuige Blok verklaarde dat zijn geheu
gen slecht was, hij durfde dus nu geen ver
klaring onder eede af te leggen, maar beriep
zich op 't proces-verbaal, dat vrnk na het
feit van beklaagde werd opgemaakt en waar
in hij, Blok, verklaard had geen toestemming
te hebben gegeven.
De dellingen waren in de gehuurde schuit
van beklaagde's vader in beslag genomen,
terwijl bekl. bezig was er turfstrooisel over
heen te gooien. Bekl. verklaarde in de mee
ding te verkeeren, dat hij met de schuit van
Blok te doen had.
De Officier van justitie eischte 15 boete
of 10 dagen hechtenis.
MISHANDELING.
K. G. en C. G., arbeider en metselaar te
Medemblik,. waren niet opgekomen. Ze had
den Pieter Schagen uit Twisk geslagen, mis
handeld en hem op den grond gegooid. J.
Veerman, arbeider uit Medemblik, bad dat
gezien naar hij verklaarde.
Eisch 25 boete of 10 dagen hechtenis te
gen ieder der beklaagden.
VERZET.
C. B., arbeider te Broek op Langendijk was
ook al niet opgekomen. Hij had te Oud
karspel herrie gemaakt in een café en moest
met geweld door den rijksveldwachter van
der Molen verwijderd worden.
J. van Zalingen, de caféhouder, had last
van beklaagde gehad en daarom de hulp van
de politie ingeroepen.
Eisch 14 dagen gevangenisstraf.
VERZET TEGEN DE POLITIE
A. K., werkman te Haarlemmermeer, had
Woensdag 30 Augustus in Alkmaar tijdens
de kermis zich tegen een arrestatie door den
agent Pieter Korstanje van een ander per
soon verzet en gepoogd dezen persoon te be
vrijden.
Beklaagde erkende onder den invloed van
de drank te zijn geweest.
Eisch 14 dagen gevangenisstraf.
Beklaagde verzocht een geldboete.
VERZETZAAK.
G. D., visscher te Broekerhaven, bij ver
stek veroordeeld wegens te Medemblik tegen
den veldwachter van Rijn aldaar gepleegd
verzet, was tegen dit vonnis in verzet geko
men, waarom deze zaak opnieuw diende.
Wij gaven destijds de zaak reeds weer.
Beklaagde had zich n.l. verzet tegen het op
brengen van een beschonken kameraad.
Getuige v. Rijn, 66 jaar en veldwachter te
Medemblik verklaarde dat het optreden van
bekiaagde zeer hinderlijk was geweest.
Beklaagde ontkende zich verzet te hebben
Hij had slechts gevraagd zijn kameraad mede
te mogen nemen.
Getuige Steneker, eveneens politieagent te
Medemblik verklaarde, dat beklaagde en zijn
broer zeer lastig waren geweest en dat de
politie veklaagdes verzoek toestond, doch dat
hij zich bleef verzetten.
Het O. M. eischte bekrachtiging van het
vonnis.
BELEEDIGING.
R. M., caféhouder te Westwoud, had Vrij
dag 21 Juli Sijtje Blokker beleedigende uit
drukkingen toegevoegd.
De beklaagde erkende het, hij had woorden
met getuige gehad. Wie begonnen was wist
hij niet, „doch hij stond hier als dc on
schuld. Dit onlokte Sijtje Blokker een uitroep
van verontwaardiging.
Eisch 10 boete oT 5 dagen hechtenis.
„KERMIS HOUDEN."
D. V., werkman te Alkmaar, had in den
nacht van 30 op 31 Juli kermis te Heiloo ge
vierd, daar was ook getuige M. Bartelse, die
in gezelschap o.a. van eenige meisjes was.
Beki. kameraden vielen deze meisjes lastig,
getuige bemoeide zich er mee en kreeg van
P. V. een slag op 't hoofd met een hand
waarin een boksbeugel was, die leelijk aan
kwam, maar, volgens den dokter was 't een
geluk dat de slag niet lager was aangekomen,
dan had get. een oog moeten missen.
De president vond beklaagdes gedrag on
waardig en onhebbelijk het vechten met
een boksbeugel was hoogst gevaarlijk.
Getuige Johannes de Wilde, schir
knecht te Alkmaar, thans in militairen dienst,
was met beklaagde den bewusten avond uit
geweest. Hij had gezien dat meisjes in ge
zelschap van den vorigen getuige waren las
tig gevallen, ook had hij beklaagde den ge
tuige zien slaan, of dit met een boksbeugel
geschiedde wist hij niet.
Het O. M. eischte een geldboete van 25
of 10 dagen hechtenis. Hij wilde beklaagde
ditmaal nog zuiver van gevangenisstraf hou
den.
De president bracht beklaagde de'mildheid
van den eisch onder het oog en wees hem
nogmaals op z'n onverantwoordelijk gedrag.
HET MES
O. H. Deen zwerver, was niet verschenen
Hij had tegen den getuige B. V.*, arbeider te
Arnhem, tnans in militairen dienst te Amers
foort, in een logement met een mes voor diens
bed gestaan. Getuige was uit zijn bed ge
sprongen en had hem op den grond gewor
pen'
Beklaagde had een ander daarbij in zijn
zij gestoken en over zijn handen gesneden.
Eisch 3 maanden gevangenisstraf.
VERBODEN UITVOER.
Hierna stond terecht Frederik Hendrik van
D. 43 jaar, werkmeester aan de Hollandia
fabriek te Purmerend, voor het lastgeven van
het doen uitvoeren van een flesch zoutzuur uit
de stelling Amsterdam.
De schipper, Jan Nieuwenkamp vervoerc
voor de fabriek steeds melk van 't Zand naar
de fabriek. Te Akersloot werd de schuit van
de schipper aangehouden en een flesch met
zoutzuur iu beslag genomen. Getuige had een
stilzwijgende opdracht voor het vervoeren van
goederen uit de fabriek. Gewoonlijk ontvangt
getuige de orders van de administrateur Wit
te, is die afwezig dan komen de orders van de
werkmeester. Getuige was met den inhoud van
de flesch niet bekend.
Deh eer Witte verklaarde, dat de portier een
zeer vertrouwende post bekleed en veel regelt.
Hij houdt een magazijn boek aan en geeft or
ders.
De beklaagde verklaarde, dat de verzen
ding van <Je ffeeeft zoutzuur buiten het kan
toor om gegaan was. Beklaagde had waar
schijnlijk zelve de zouzuur ook wel verzonden
aangezien het hem ook onbekend was, dat ze
niet uitgevoerd mocht worden.
De timmerbaas Sickman heeft deze flesch
na overleg met den portier bij een drogist la
ten halen.
De heer Witte vrklaarde dat de portier een
zijn met het verbod van uitvoer van zoutzuur.
Getuige was wel bij bij de stellingcomman
dant oip inlichtingen te vragen geweest, doch
zoutzuur was niet genoemd.
De president wees er op, dat men er mede
bekend of niet het uitvoeren van verboden ar
tikelen moet na.laten.
Mr. A. G. G. Tydeman als verdediger
aanwezig verzocht het stellen van verschillen
de vragen aan de getuigen.
Getuige Sickman, timmersmansbaas te
Purmerend verklaarde het zoutzuur gekocht
te hebben en last te hebben gegeven ze aan de
schuit te brengen.
Getuige Namijer, pottier van de Hollan-
dia-fabriek, veronderstelde wel, dat dit over
eenkomstig eèn afspraak met hem was ge
schied.
De Offiecier bracht eenige feiten in herinne
ring, waarin uitkwam dat het wel eens een
gewoonte was, dat A., de beklaagde, er niets
van wist en dat B. het is geweest die het ge
weest is die het gedaan had. De zaak is niet
ernstig, doch spreker kan niet van zich afzet
ten, dat de zoutzuur wel op beklaagdes bevel
is verzonden. Z.i. is het feit, dat de zoutzuur
in de schuit is gebracht op last van beklaag
de. Wat de. getuigen vertelt hebben kon best
juist zijn, dóch de houding van beklaagde is
in strijd met zijn verklaring voor de commis
saris, waar hij een erkentenis aflegde.
Spreker eischte 2 boete of 1 dag hechte
nis.
De President verzocht voorlezing van het
proces-verbaal.
Beklaagde verklaarde nu dat het hem du1-
delijk was dat dit proces-verbaal onjuist was
en zette de onjuistheid daarvan uiteen.
De verdediger oordeelde, dat men het hier
met geen bijzonder geval te doen had.
Wij heben hier te doen met de ten laste ge
legde poging tot daderschap of poging tot
het doen plegen. Z.i. staat vast, dat noch het
een noch het ander het geval is.
De Officier zegt wel, dat uit de stukken
blijkt dat beklaagde het feit erkend heeft. Wat
nader verklaard wordt is niets, de erkentenis
is voor hem alles. De Officier vergeet dat be
klaagde verklaart in het voor-onderzoek geen
erkentenis te hebben gedaan. Bovendien zou
deze erkentenis moeten inhouden het verslag
van de daadzaken en dat is niet het geval.
Het betreft hier een misdrijf. Voor een mis
drijf moet schuld en opzet aanwezig zijn, n.l.
de wil gericht op de daad. Zijn de feiten ge
schied dan moet nog de opzet bewezen worden
en schuld aanwezig zijn. De Hooge Raad
maakte 14 Febr. van dit jaar nog uit, dat al
tijd schuld aanwezig moest zijn. De Officier
maakt noch van schuld, nog van opzet mel
ding. De fabriek heeft filialen buiten de stel
ling Amsterdam. Eiken dag ontvangt ze aan
vragen van de filialen. Ter voorkoming va.i
omslag beschikt de portier over de voorraden
in 't magazijn en houdt daarvan een register
Bekl. heeft niet vervoerd of doen vervoeren,
daarvan is geen sprake. Uit de getuige verkla
ringen blijktv oldoende, dat beklaagde niet is
geraadpleegd. Een beklaagde die van niets af
weet kan niet gestraft worden voor feiten
waar aan hij dood onschuldig is.
Men mag zeggen, ieder burger moet de wet
kennen, doch spreker is overtuigd dat zoowel
de Officier en de rechters evenals spreker voor
deze zaak niet wist, dat zoutzuur niet mocht
worden uitgevoerd. Beklaagde was geheel te
goeder trouw en voor pleiter stond vast, dat
hij niet schuldig is aan het hem ten laste ge
legde. Opzet noch schuld is bewezen. Pleiter
concludeerde, dat met het oog hierop vrij
spraak moest volgen.
De Off. repliceerde, waarop de verdediger
van dupliek diende.
De uitspraak werd bepaald over 8 dagen,
waarop de zitting werd geschorst tot kwart
kwart over twee.
MISHANDELING.
Aangezien na heropening van de zitting
bleek, dat in de zaak van Cornelis K., visscher
te Enkhuizen de beklaagde zoowel als de ge
tuige niet verschenen was, diende daarop als
lste zaak die tegen Cornelis K., sleepers
knecht te Enkhuizen beschuldigd van op 22
September op de Zuiderdijk te Enkhuizen twee
jongen» die achter op ziin wagen wilden
klimmen met de zweep te heben geslagen.
Beklaagde verklaarde geslagen te hebben
om de jongens af te weren aangezien zij niet
achter doch op zij van de wagen aan kwamen
rennen. Beklaagde moest zoo handelen om te
voorkomen, dat de kinderen onder de wagen
geraakten.
Getuige Jan Blok, arbeider te Enkhuizen,
verklaarde dien overeenkomstig.
De President wees den getuige op den eed.
Get. bleef bij zijn verklaring.
D e üffieicer geloofde niet veel van het
menschlievend motief van beklaagde, zijn uit
drukking tot den vader van het kind „als hij
me weer in den weg komt rij ik hem tot gort",
bewijst wel het tegendeel.
De eisch luidde 10 boete of 5 dagen hech
tenis.
DIEFSTAL EN POGING TOT OM-
KOOPING.
De gebroeders Antonius en Jacob S., bei
den sigarenmakers te Krommenie, hadden
zich voor het ontvreemden van paling ten
nadeele van den heer Jan Dil, visscher te
Uitgeest, uit een fuik in de Alkmaardcrmeer
en wel in den nacht van 2 op 3 September.
De veldwachter Jan Rab te Uitgeest had
op den loer geleen en hen bij hun ongeoor
loofd werk verstoord. Zij hadden toen ge
tracht om de veldwachter door het aanbieden
van 10.te bewegen van de zaak geen
werk te maken. Deze nam hen toen mede
naar Uitgeest en daar bekenden zij ook een
valsche naam te hebben opgegeven
Beklaagde A. S. bekende een en ander en
zeide reeds een maal of 5 met zijn broer, die
niet verschenen was, hetzelfde gedaan te
hebben.
Met het aanbieden van het geld beoogde
hij alleen den visscher daarmede schadeloos
te stellen. Door zenuwachtigheid heeft hij
zich blijkbaar verkeerd uitgedrukt.
Tenslotte bekende hij, dat hij daarmede de