DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 263 Honderd en achttiende jaargang. 1916 DINS BAO 7 NOVEMBER FEUILLETON. Megeerimgsrundvet. Abonnementsprijs per 3 meenden f l-, fr. p. post f 1.25. Jdfertentiepnisliict. p. regel, groote letters neer plaatsruimte. Brieven fr.Boek- en Handelsdrnhkerii r.b. mills. COSTER ZOO», Voonlam E 9. Telefnr De Nederlandsche Artillerie inrichtingen. NEDERLAND. Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. ALKMAAR, 7 November. Er is ook heden geen militair nieuws: de partijen blijven elkaar overal in evenwicht houden, tegenover kleine verliezen staan kleine winstjes. In het Westen, aan het Som- me-front, hebben de Engelschen het een beetje te kwaad met de Duitschers en deze op hun beurt weer met de Franschen. Van het Roemeensche front is van belang, dat volgens de Russische en Roemeensche le- gerberichten vooruitgeschoven troepenafdee- lingen de tegenstanders in de Dobroedsja dwongen terug te trekken, waarbij eenige dorpen in brand gestoken werden. Zou er nu hier op den stilstand een kentering vol1 gen? In dit verband herinneren we er nog even aan, dat de opperbevelhebber van het Russisch-Roemeensche Dobroedsja-leger de zer dagen is vervangen door den bekenden Russischen generaal Sacharof, die tot dusver re in Galicië onder het oppercommando van generaal Broessilofi heeft gestreden. Russische militaire schrijvers zien in de of fensieve acties der Duitschers aan het Ooste lijk front slechts een actieve verdediging, be- oogend Russische troepen te binden en deze af te houden van het Roemeensche oorlogs- tooneel. De Times zegt dat Rusland troepen en de andere entente-rijken oorlogsmateriaal naar Roemenië zenden, dat de regenval het voor de tegenstanders moeielijk maakt het bedreigde land binnen te trekken en dat de hevigste crisis voorbij schijnt te zijn. Echter de toestand van Roemenië wordt door den correspondent van de Daily Tele graph, dr. Dillon, nog ernstig genoemd. Het ware, ondanks den dapperen, veelbelovenden tegenstand, dien de Roemenen bieden, zelf misleiding te meenen, dat het gevaar voorbij is. Deze beoordeelaar zegt, dat alles er thans van afhangt, welke der beide partijen het eerst de noodige versterkingen ontvangt In Griekenland is weer opnieuw gebleken, hoe noodlottig verdeeldheid naar binnen en zwakheid en halfheid naar buiten werken. De Fransche vlag is geheschen op de Grieksche lichte oorlogsschepen! De aanhangers van den staatsman Venizelos vinden, dat dit zoo hoort om de onzijdigheidsbalans te herstel len nu de middenmogendheden Rhpel en andere forten met munitie hebben gekregen, mag de entente die oorlogsschepen wel heb ben! Volgens Engelsche berichten zou een deel der Grieksche regeeringsmannen er een slaat je uit willen slaan zij zouden voor die schepen geld willen vragen of leenen om de in erbarmelijken toestand verkeerende schat kist wat te vullen en daardoor een financieele ineenstorting te voorkomen. Een ander deel der regeering zou in naam willen weigeren, inderdaad echter maar willen toegeven, als de overdracht heeft plaats gevonden écht Grieksch! En natuurlijk ontbreekt de Griek sche protest-nota dan ook niet! De Fransche admiraal Foumet moet die Grieksche oorlogsschepen tegen de Duitsche onderzeeërs, die den laatsten tijd de Griek sche wateren zoo onveilig maken, willen ge bruiken. (Slot.) In de afdeeling metaalbewerking: boor-, snij- en fraisbanken van de meest moderne constructie, speciale machines voor het aan brengen van verdeelingen op instrumenten, graveermachines. Verder nog: spaken-ma chine, stokkenbank, pennenbank, hout schaaf- en frais-machines, moffelovens, zand- spuitinrichting, cementeerovens voor auto mobielen. Sedert de mobilisatie werd in de fabriek begonnen met het vervaardigen van kalkoe nen, die onder de hoeven der paarden wor den geschroefd bij gladheid of sneeuwval. Vroeger werden deze uit het buitenland be trokken, doch toen dit steeds moeilijker werd, is men zelf met de fabricage begonnen. Thans is de productie zoo groot, dat men in de ge- heele behoefte van het leger kan voorzien. Om te voorzien in de behoefte aan werk ruimte moesten ook hier magazijnen worden ontruimd en verplaatst en hout- en steenen- loodsen, en magazijnen voor ijzer en gewe ven stoffen worden in gebruik genomen als werkplaats. Door nieuwbouw en bijbouw kon ten slot te geleidelijk aan de behoefte tot uitbreiding worden voldaan. In de machine-afdeeling wordt door dag en nachtploegen gewerkt, terwijl in andere afdeelingen een gedeelte van de week wordt overgewerkt. Het bezoek aan de verschillende fabrieken was ongetwijfeld .zeer belangwekkend, doch het zou ons te vervoeren hieromtrent nog bij* zonderheden mee te deelen. Alleen willen we nog vermelden, dat vooral de afdeeling leerbewerking en zadelmakerij een zeer groo te uitbreiding heeft ondergaan. Bajonetsche den o.a. zijn met duizenden aangemaakt. De binnenlandsche looierij heeft steeds aan de behoefte kunnen voldoen. Met touw ging het minder goed en de qualiteit werd steeds slechter. Men is thans ook bezig met het ma- keu van affuiten voor afweergeschut tegen vliegtuigen. Een exemplaar van een afweer- kanon op affuit was in de fabriek opgesteld. Belangrijk is ook, dat de meeste richfwerk- tuigen voor het geschut geheel hier worden gemaakt en hersteld, terwijl speciale afstand meters voor de kust-artillerie in de fabriek worden gemaakt, ook alle optische instru menten, telefonen, telescopen enz. kunnen in de instrumentwerkplaatsen worden hersteld. Binnenkort zal de werkplaats voor het her stellen en maken van optische werktuigen, die in den tegenwoordigen oorlog van zulk een groote waarde zijn gebleken, aanzienlijk worden uitgebreid. We hadden verder gelegenheid enkele juist aangekomen exemplaren van het Zweedsche houwitsergeschut te bezichtigen, dat reeds in gebruik is genomen en spoedig in de eigen fabrieken zal worden gemaakt, daar het gie ten van geschut, dat in 1904 werd gestaakt, thans opnieuw zal worden ter hand geno men en wel allereerst het gieten vaa houwit sers. In de elders gelegen automobiel-herstel plaats kregen we een idéé, van den omvang van deze afdeeling. Niet minder dan 60 au to's waren in herstelling. Behalve de ruim voorziene magazijnen van alle auto-onder- deelen, zagen we hier de groote houtmaga zijnen, en de stapelplaatsen van plaat- en staafijzer; waarna ten slotte met een bezoek aan de elders ondergebrachte afdeeling van de zadelmakerij, deze excursie eindigde, ech- ter niet dan nadat ons nog even een blik was gegund in het tof het veldleger behoorende stapelmagazijn voor automobiel-banden, waar duizenden banden in alle afmetingen lagen opgestapeld. De indrukken, die wij hebben opgedaan, samenvattende, meenen we te mogen consta- teeren, dat het staatsbedrijf der artillerie-in richtingen alleszins rekening heeft gehouden met de eischen, die aan een dergelijke inrich ting onder de tegenwoordige tijdsomstandig heden moeten worden gesteld; dat het is ge worden een enorme industrie of liever een fPFJPjf1* vad industrieën; dat men alle moei lijkheden zoo goed mogelijk heeft overwon nen en dat, als we binnenkort ook zelf weer geschut gieten, onze legervoorziening in genen deele van het buitenland afhankelijk is. We willen geenszins ontkennen, dat niet te een of anderen tijd gebrek aan enkele mate rialen groote moeilijkheden zal kunnen ver oorzaken, doch daartegenover meenen we te mogen vaststellen, dat onze wapen- en muni tie-productie, in geval van oorlog toch onge twijfeld de belangrijkste takken van het artil lerie-bedrijf, in afzienbaren tij,d geen gevaar loopen. Niet alleen toch, dat nu reeds maan, den en maanden door de tot, het maximum opgevoerde productie ongetwijfeld een be langrijken voorraad is aangemaakt, maar zooals ons uit eigen bezichtiging gebleken is voor zoover dit althans voor ons te be- oordeelen is zal de nog beschikbare voor raad grondstoffen nog langen tijd voor de grootst mogelijke massa-productie voldoende zijn. Ook de geheele legeruitrusting, die een be langrijke factor is gebleken te zijn, is bij de artillerie-inrichting in goede handen; we meenen, dat ook te dien opzichte geen onge rustheid behoeft te bestaan; gezien de getal sterkte van ons leger zal ook dit gedeelte van onze weermacht, misschien met meer of min der hulp van de particuliere industrie, geen geen zorg behoeven te baren. waarvan 2)4 millioen aan verfwaren, chemi caliën en edelgesteenten en' de rest aan effec ten om Duitschland's crediet te versterken. Volgens de Vossische Zeitung is de klei ne Italiaansche kruiser „Quarto" (3109 ton) in de lucht gevlogen. Voor het eerst worden in de Fransche officieele legerberichten de vliegtuigen ver meld voor drie inzittenden. Het zijn zeer groo te machines, die een bestuurder medevoeren en 2 man om mitrailleurvuur af te geven. Snel heid, bescherming van het personeel en vuur- uitwérking zijn in hooge mate verzekerd. Italië heeft weer een beperkten uitvoer van eieren en varkens naar Zwitserland toe gestaan. Te Dessau moet Zaterdag een ernstige I ontploffing bij de gasfabriek hebben plaats gehad. Naar een bericht uit Rome meldt, heeft de kardinaal-camerlengo, della Volpe, de H. H. Sacramenten der stervenden ontvangen. In een verkoophuis te Straatsburg heeft een verpakker twee bedienden doorgeschoten en drie zwaar gewond, omdat zij hem hadden beschuldigd van diefstal. KORTE BERICHTEN. Een Britsche onderzeeër heeft een Duitsch linieschip getorpilleerd, het zonk echter niet. Een Oostenrijksche onderzeeër die een Italiaansch transportschip wilde aanvallen werd door een begeleidende torpedoboot in den grond geboord, de torpedoboot verding echter ook, de bemanning werd grootendeels gered, van den onderzeeëer werden 2 officie ren en 11 man gevangen genomen. Italiaansche torpedobooten drongen in den nacht van 1 op 2 November de Oosten- rijksche oorlogshaven Pala binnen en vuur den torpedo's af op een linieschip, ze bleven echter in de bescherming om het schip ste ken. Twee uur lang bleven de booten verken ningen bij Pala doen, pas toen ze zich verwij derden werd er, vergeefs, op hen geschoten. Van Duitsche zijde wordt verklaard dat de Engelsche vloot in t geheel aan liniesche pen en kruisers ruim 500.000 ton verloren heeft. Volgens den ontvanger van belastingen in Connecticut bracht de Deuischland voor een' waarde van 25 millioen gulden over Roman ait kef laatst dar 16a eeuw, oaar 't Eagolseh vaa RAFA8L 8AMHÉ& 15) Toen1 hij op de boot stond te wachten, die hem kwam halen, kwam een glimlach op het verweerde gelaat van den avonturier. Indien Lionel dat gezien had, zou hij zich misschien afgevraagd hebben, in hoever het veilig was zulke afspraken te maken met een schelm, die alleen zijn woord hield, zoolang het in zijn voordeel was. En in dit geval zag Leigh kans met voordeel zijn woord te breken. Hij had geen geweten, maar, zooals alle schelmen, liet hij een grooteren schelm er gaarne inloo- pen. Hij zou Lionel heel mooi en poëtisch be driegen en bij de gedachte daaraan lachte hij in zichzelf. HOOFDSTUK VIL In den val. Bijna den geheelen volgenden dag was Lio nel weg van Penarrow onder voorwendsel van inkoopen in Truro te moeten doen. Het was half acht, toen hij thuis kwam; en bij het binnenkomen was Sir Olivier in de hal. „Ik heb een boodschap voor je van Godol- phin Court", zei hij, en hij zag zijn broeder strak worden en zijn gelaat van kleur veran deren. „Een jongen kwam mij aan de poort tegen en vroeg mij, je te zeggen, dat Jonk- vrouwe Rosamunde je dadelijk wenscht te spreken". Sir Olivieris hart stond bijna stil en galop peerde 't oogenblik daarop. Zij vroeg om hem Misschien had zij spijt van haar onbarmhar tigheid van gisteren. Eindelijk wilde zij er in toestemmen hem te zien I „Wees gezegend voor dat goede nieuws!" antwoordde hij opgewonden. „Ik ga dadelijk". En op hetzelfde oogenblik ging hij heen. Hij was in zulk een haast, dat hij zelfs niet even het perkament ging halen, at hem onloochen baar vrij pleiten zou. Dit verzuim was van groot gewicht. Lionel zei geen woord, toen zijn broeder weg snelde. Hij bleef wat in de schaduw. Hij was bleek tot in zijn lippen en had een gevoel alsof hij zou verstijven. Toen de deur dicht ging kwam hij plotseling in beweging. Hij sprong op, om Sir Olivier te volgen. Zijn ge weten riep hem toe, dat hij dit niet doen kon. Maar de vrees beantwoordde dadelijk dien kreet. Hij keerde zich om en sloop op trillende bee- nen de eetkamer binnen. 1 Hij vond de tafel gereed voor het avondeten, evenals op dien anderen avond, toen hij bin nen gewankeld was met dén wond in zijn zij de, om verzorgd en behoed te worden door Sir Olivier. Hij naderde de tafel niet; hij ging naar het vuur en- hield zijn handen voor den gloed. Hij was heel koud en moest beven, zelfs zijn tanden klapperden. Nikolaas kwam binnen, om te vragen, of hij wild soupceren. Hij antwoordde op onvasten toon, dat hij, ondanks het late uur, op de te rugkomst van Sir Olivier wilde wachten. „Is Sir Olivier uit?" vroeg de knecht ver- „Hij is juist uitgegaan', ik weet niet waar heen", antwoordde Lionel. „Maar daar hij niet gegeten heeft, zal hij wel niet lang weg blijven". Daarop üct hij den knecht heengaan, en bleef zitten ten prooi van zedelijke kwellingen, die hij niet onderdrukken kon. ïn zijn herinne ring kwam steeds weer de onwankelbare lief de boven die Sir Olivier hem altijd in zoo'n ruime mate betoond had. Juist in de zaak van Pieter Godolphin's dood, welke offers had Olivier niet gebracht om hem te beschermen? Van al die liefde en zelfopoffering in het ver leden leidde hij af, dat zijn broeder'hem zelfs nu niet in het uiterste gevaar zou verraden. En toen herinnerde die aanval van vrees, die een schurk van hem gemaakt had, hem er aan, dat het gevaarlijk was op die liefde te vertrou wen, en dat, als Sir Olivier hem in het beslis sende oogenblik begaf, hij inderdaad verloren zou zijn. Iemand beoordeelt ten slotte zijn medemen- schen naar zich zelf; en Lionel, die wist dat hij zelf niet in staat zou zijn tot eenige op offering voor Sir Olivier, kon niet gelooven, dat deze zulk een opoffering ook in de toe komst zou kunnen blijven volhouden. Hij dacht aan de woorden, die Sir Olivier twee dagen te voren in deze zelfde kamer gespro ken had en vaster dan ooit besloot hij, dat zij slechts één beteekenis konden hebben. Toen kwam de twijfel en eindelijk een an dere zekerheid, zekerheid dat dit niet zoo was, zekerheid dat hij zich zelf voorloog, om het geen hij deed goed te praten. Hij nam zijn hoofd tusschen zijn handen en steunde luid. j Hij was een schurk. Hij beschimpte zich zelf weer. Er kwam een oogenblik, dat hij sidde rend opstond, besloten te elfder uur zijn broe der achterna te gaan, en hem te redden van het noodlot dat hem daar in het duister wachtte. Maar weer werd dat besluit te niet gedaan door zelfzuchtige vrees. Hij ging weer zitten en zijn gedachten namen een andere richting. Hij dacht nu weer aan'de dingen, die hem hadden bezig gehouden op den dag, toen Sir DE ONDERZEEBOOT K. I. (Officieel). De Nederlandsche onderzee boot K. L, gesleept door de „Witte Zee", on der bevel van den luitenant ter zee le klasse Jhr. Schover, is op de reis naar Indië, in de nabijheidr van het eiland Oussant bescohten door een Fransche patrouillevaartuig, on danks de gevoerde vlaggen en oorlogswim- Een zelfde incident deed zich voor in de Middellandsche Zee, waar de Engelsche aulpkruiser „Mongolia", volgens ingekomen rapport, eenige schoten op de gesleepte on derzeeboot K. I. loste. Door een ter plaatse aanwezig Fransch patrouillevaartuig ge waarschuwd, heeft de Britsche hulpkruiser de beschieting gestaakt. In geen der beide ge vallen zijn de Nederlandsche schepen getrof- De regeering, die tijdig aan de oorlogvoe rende regeeringen kennis had gegeven van den tocht van de „Witte Zee" met de K. I. op sleeper, heeft van de voormelde rapporten mededeelmg gedaan aan de Fransche en de Britsche regeering en daaromtrent ophelde ring gevraagd. LANDSTORM JAARKLASSE 1909. Door de vereeniging van landstormplichti- gen der jaarklasse 1909 is een adres met me morie van toelichting gezonden aan den mi nister van oorlog, om de militielichting 1917 in dienst te roepen vóór den landstorm 1909. De memorie van toelichting zet uiteen, dat deze regeling de voorkeur zal verdienen, om dat de landstormers, waarvan velen zelfstan dig zaken doen, deze zullen zien achteruit gaan als zij onder de wapenen moeten ko men. Niet alleen uit een oogpunt van het belang van de gezinnen en (of) van de zaken der landstoimplichtigen, doch tevens als zijnde in het belang van het algemeen economisch en maatschappelijk leven in den lande acht adressant het wenschelijk dat oproeping van genoemde landstormplichtigen zoo lang mo gelijk dient te worden vermeden. OPKOMST LANDSTORM. Tegelijk met de tusschen 16 en 20 Decem- bcr.a.s. in te lijven dienstplichtigen van de mi litielichting 1917 zal ook een groep land stormplichtigen van de jaarklasse 1909 in dienst worden gesteld. Tot deze groep zullen behooren de voor de infanterie bestemde land- Olivipr raar Arwenack reed om voldoening te eischen van Sir John Killigrew. Hij bedacht weer, dat, als Olivier uit den weg geruime was, hij recht zou hebben op hetgeen hij nu genoot door de goedheid van zijn broeder. Deze gedachte gaf hem een zekere troost. Zoo -[eg, -< - De Wethouder, Voorzitter der Commissie van Bijstand voor het distributiebedrijf te Alkmaar, brengt hiermede ter algemeene ken nis, dat van morgen 9 November af, VOOR DE INGEZETENEN, bij onderstaande win keliers REGEERINGSRUNDVET verkrijg baar zal zijn tegen den prijs van 40 ct. per )4 K.G Alkmaar, den 7 November 1916. De Wethouder voornoemd, T A. F. THOMSEN. B. J. AL, Verdronkenoord 72, T. APPEL, v. d. Woudestraat 45, Wed. M. F. BEUDEKER, Nieuwesloot 47, J-. Z. BIERMAN, Lindenlaan 1, Coöp. Ver. „ONS BELANG" Huigbretr. 7, G. P. ELLES, Geestersingel 41, C. ERIKS, Stuartstraat 46, P. DE GRAAF, Verlengde Landstr. 18, G. C. GROET, Landstraat 60, J. GROOT, le Kabelstr. 1, Wed. S. GROOT, Overdiestr. 80, A. HEIJN, Fnidsen 103, J. P. van HUGTEN, Oudegracht 119, PA. van HUGTEN, Nieuwp.laan 65, H. IMMING, Magd. straat 18, M. JIANSE, Oosterburgstr. 11, C KAGER, Westeiweg 34, S. KALF, Ver dronkenooru 86, G. KAPER, Oudegracht 23, J. G. KNAAP, Verdr.oord 34, J. KOEMAN, Zeglis 10, D. MIENIS, Laat 61, P. NIJMAN, Oudegracht 2, J. PASTOOR, Oudegracht 2 S. PELS^Voonneer 23, hij voor-zijn schurkenstreek moest boeten, er zou ten minste ook vergoeding zijn. De klok boven de stallen sloeg acht uur. Lionel kromp in zijn stoel weg bij dat geluid. Nu zou het gebeuren. In zijn geest zag hij al les hij zag zijn broeder vlug loopen in zijn verlangen naar de poorten van Godolphin Court, en donkere gedaanten zich losmaken uit de omringende duisternis en hem overval len. Hij zag hem een oogenblik op den grond worstelen, toen, aan handen en voeten gebon den, met een prop in zijn mond, zag hij hem in gedachte vlug de helling afgedragen naar den oever en zoo naar de gereed liggende boot. Nog een half uur zat hij daar. Het was nu gebeurd en deze zekerheid scheen hem wat kalmer te maken. t Toen kwam Nikolaas weer binnen en praat te over een mogelijk ongeluk, dat zijn heer kon overkomen zijn. „Wat voor een ongeluk zou hem overkomen zijn?" snauwde Lionel, alsof het denkbeeld hem kwaad maakte. „Ik hoop geen pnkel", antwoordde de die naar. „Maar het ontbreekt Sir Olivier tegen woordig niet aan vijanden en het is niet véilig voor hem na donker buiten te zijn." Lionel verwierp dit denkbeeld verachtelijk. Om den schijn te bewaren, zei hij, dat hij niet langer wilde wachten, waarop Nikolaas hem zijn avondeten bracht, en hem weer verliet, om naar de deur te gaan en in den nacht uit te zien en te luisteren naar de terugkomst van zijn meester. Hij was naar de stallen geweest J. PILKÉS, Forestusstraat 26, A. RENTENAAR, Scharloo 31, M. RENTENAAR, Snaarmanslaan 71, A. SCHELLINGER, Achterstraat 48, Th. SCHOUTEN, Voormeer 3, Wed. D. SOUGEE, Ropjeskuil 60, J. TAM AN, Zeglis 51, Wed. N. TEMME, Lindenlaan 65, L. C. VEEL, Westerlaantje 30, P. VENN IK, Nieuwesloot 127, O. J. VERKERK, 3e Oosterstraat 1, G. VIS, ForestussTaat 12, J. VISSER, Stationsweg 4, J. L. WALLAST, Scharloo 2, C. A. WOLZAK, Snaarmanslaan 24, van ZALINGE, Druivenlaan 25. stormplichtigen, wier geslachtsnamen begin nen met een der eerste letters van het alpha bet. Waarschijnlijk zullen het de lettere A tot G zijn, die voor opkomst in December in aan merking komen. De rest van de jaarklasse 1909 zal voor het grootste deel in de eerate Jagen van Februari 1907 moeten opkomen. AANGESPOELDE MIJNEN. Gedurende de 'maand October zijn 145 mfi- nen, waarvan 121 Engelsche, 13 Duitsche en 1 van onbekenden oorsprong op de Neder landsche kusten aangespoeld. Het totaal aan tal mijnen dat tot 1 November op onze kusten is aangespoeld, bedraagt 1553, n.l. 926 van Engelschen-, 63 van Franschen-, '251 van Duitschen- en 313 van onbekenden oorsprong. RAAD VOOR SCHEEPVAART. De raad voor Scheepvaart heeft een onder zoek ingesteld naar het vergaan van den mo tor logger Johanna IJM. 290, waarbij de hee- le bemanning omkwam. Met zekerheid was .de oorzaak van de ramp niet aan te geven, maar de raad vermoedde, dat zij niet zou hebben plaats gehad als de kustlichten had den gebrand. Wat betreft de stranding van de IJM. 264 en wist dat Sir Olivier te voet was uitgegaan. Infusschen moest Lionel doen, alsof hij at, ofschoon het eten hem in de keel bleef steken. Hij deed wat eten op zijn bord en' dronk gul zig een glas wijn. 7 oen veinsde hij ook onrust en ging naar Nikolaas. Zoo brachten zijJ den langen nacht'door, wachtende op de terug komst van hem, van wien Lionel wist, dat hij niet meer zou ferugkeeren. Toen het ochtend werd, wekten zij de bedienden, en zonden hen uit, om den aftrek af te zoeken en het nieuws van Sir Olivier's verdwijning te verspreiden. Lionel zelf reed naar Arwenack, om Sir John te vragen, of hij .iets van de zaax wist. Sir John keek ontsteld, maar zwoer dadelijk dat hij Sir Olivier in dagen niet gezien had. 1 lij was vriendelijk tegen den jongen, van wien hij hield, zooals iedereen deel. De jon gen was zoo zacht en vriendelijk in zijn ma nieren, zoo geheel verschillend van zijn heerschzuchtigen broeder, dat zijn deugden door de tegenstelling des te sterker uitkwa men. „Ik vind het natuurlijk, dat je naar mij komt," zei Sir John. „Maar op mijn woord ,ik weet er niets van. Het is mijn gewoonte niet, mijn vijanden in het donker aan te vallen." „Natuurlijk, natuurlijk, Sir John, ik had het ook niet verondersteld," antwoordde de be droefde Lionel. „Vergeef me, dat ik u zulk een ongepaste vraag kwam doen. Zét het op reke ning van mijn onrust. Ik ben al deze maanden na het gebeurde in Godolphin Park niet meer dezelfde geweest. De zaak heeft mij onder mijnd. Het is een verschrikkelijke last te we ten, dat je eigen broeder ofschoon ik God dank, dat hij maar mijn stiefbroeder is, schul dig- is aan zoo'n lage daad". Wordt vervolgd. ALKMAARSCHE COURANT. PCI.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1