DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 263
Honderd en achttiende jaargang.
1916
DINS BAO
7 NOVEMBER
FEUILLETON.
Megeerimgsrundvet.
Abonnementsprijs per 3 meenden f l-, fr. p. post f 1.25. Jdfertentiepnisliict. p. regel, groote letters neer plaatsruimte. Brieven fr.Boek- en Handelsdrnhkerii r.b. mills. COSTER ZOO», Voonlam E 9. Telefnr
De Nederlandsche
Artillerie inrichtingen.
NEDERLAND.
Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden.
ALKMAAR, 7 November.
Er is ook heden geen militair nieuws: de
partijen blijven elkaar overal in evenwicht
houden, tegenover kleine verliezen staan
kleine winstjes. In het Westen, aan het Som-
me-front, hebben de Engelschen het een beetje
te kwaad met de Duitschers en deze op hun
beurt weer met de Franschen.
Van het Roemeensche front is van belang,
dat volgens de Russische en Roemeensche le-
gerberichten vooruitgeschoven troepenafdee-
lingen de tegenstanders in de Dobroedsja
dwongen terug te trekken, waarbij eenige
dorpen in brand gestoken werden. Zou er
nu hier op den stilstand een kentering vol1
gen? In dit verband herinneren we er nog
even aan, dat de opperbevelhebber van het
Russisch-Roemeensche Dobroedsja-leger de
zer dagen is vervangen door den bekenden
Russischen generaal Sacharof, die tot dusver
re in Galicië onder het oppercommando van
generaal Broessilofi heeft gestreden.
Russische militaire schrijvers zien in de of
fensieve acties der Duitschers aan het Ooste
lijk front slechts een actieve verdediging, be-
oogend Russische troepen te binden en deze
af te houden van het Roemeensche oorlogs-
tooneel. De Times zegt dat Rusland troepen
en de andere entente-rijken oorlogsmateriaal
naar Roemenië zenden, dat de regenval het
voor de tegenstanders moeielijk maakt het
bedreigde land binnen te trekken en dat de
hevigste crisis voorbij schijnt te zijn.
Echter de toestand van Roemenië wordt
door den correspondent van de Daily Tele
graph, dr. Dillon, nog ernstig genoemd. Het
ware, ondanks den dapperen, veelbelovenden
tegenstand, dien de Roemenen bieden, zelf
misleiding te meenen, dat het gevaar voorbij
is. Deze beoordeelaar zegt, dat alles er thans
van afhangt, welke der beide partijen het
eerst de noodige versterkingen ontvangt
In Griekenland is weer opnieuw gebleken,
hoe noodlottig verdeeldheid naar binnen en
zwakheid en halfheid naar buiten werken. De
Fransche vlag is geheschen op de Grieksche
lichte oorlogsschepen! De aanhangers van
den staatsman Venizelos vinden, dat dit zoo
hoort om de onzijdigheidsbalans te herstel
len nu de middenmogendheden Rhpel en
andere forten met munitie hebben gekregen,
mag de entente die oorlogsschepen wel heb
ben!
Volgens Engelsche berichten zou een deel
der Grieksche regeeringsmannen er een slaat
je uit willen slaan zij zouden voor die
schepen geld willen vragen of leenen om de
in erbarmelijken toestand verkeerende schat
kist wat te vullen en daardoor een financieele
ineenstorting te voorkomen. Een ander deel
der regeering zou in naam willen weigeren,
inderdaad echter maar willen toegeven, als
de overdracht heeft plaats gevonden écht
Grieksch! En natuurlijk ontbreekt de Griek
sche protest-nota dan ook niet!
De Fransche admiraal Foumet moet die
Grieksche oorlogsschepen tegen de Duitsche
onderzeeërs, die den laatsten tijd de Griek
sche wateren zoo onveilig maken, willen ge
bruiken.
(Slot.)
In de afdeeling metaalbewerking: boor-,
snij- en fraisbanken van de meest moderne
constructie, speciale machines voor het aan
brengen van verdeelingen op instrumenten,
graveermachines. Verder nog: spaken-ma
chine, stokkenbank, pennenbank, hout
schaaf- en frais-machines, moffelovens, zand-
spuitinrichting, cementeerovens voor auto
mobielen.
Sedert de mobilisatie werd in de fabriek
begonnen met het vervaardigen van kalkoe
nen, die onder de hoeven der paarden wor
den geschroefd bij gladheid of sneeuwval.
Vroeger werden deze uit het buitenland be
trokken, doch toen dit steeds moeilijker werd,
is men zelf met de fabricage begonnen. Thans
is de productie zoo groot, dat men in de ge-
heele behoefte van het leger kan voorzien.
Om te voorzien in de behoefte aan werk
ruimte moesten ook hier magazijnen worden
ontruimd en verplaatst en hout- en steenen-
loodsen, en magazijnen voor ijzer en gewe
ven stoffen worden in gebruik genomen als
werkplaats.
Door nieuwbouw en bijbouw kon ten slot
te geleidelijk aan de behoefte tot uitbreiding
worden voldaan.
In de machine-afdeeling wordt door dag
en nachtploegen gewerkt, terwijl in andere
afdeelingen een gedeelte van de week wordt
overgewerkt.
Het bezoek aan de verschillende fabrieken
was ongetwijfeld .zeer belangwekkend, doch
het zou ons te vervoeren hieromtrent nog bij*
zonderheden mee te deelen. Alleen willen
we nog vermelden, dat vooral de afdeeling
leerbewerking en zadelmakerij een zeer groo
te uitbreiding heeft ondergaan. Bajonetsche
den o.a. zijn met duizenden aangemaakt. De
binnenlandsche looierij heeft steeds aan de
behoefte kunnen voldoen. Met touw ging het
minder goed en de qualiteit werd steeds
slechter. Men is thans ook bezig met het ma-
keu van affuiten voor afweergeschut tegen
vliegtuigen. Een exemplaar van een afweer-
kanon op affuit was in de fabriek opgesteld.
Belangrijk is ook, dat de meeste richfwerk-
tuigen voor het geschut geheel hier worden
gemaakt en hersteld, terwijl speciale afstand
meters voor de kust-artillerie in de fabriek
worden gemaakt, ook alle optische instru
menten, telefonen, telescopen enz. kunnen in
de instrumentwerkplaatsen worden hersteld.
Binnenkort zal de werkplaats voor het her
stellen en maken van optische werktuigen, die
in den tegenwoordigen oorlog van zulk een
groote waarde zijn gebleken, aanzienlijk
worden uitgebreid.
We hadden verder gelegenheid enkele juist
aangekomen exemplaren van het Zweedsche
houwitsergeschut te bezichtigen, dat reeds in
gebruik is genomen en spoedig in de eigen
fabrieken zal worden gemaakt, daar het gie
ten van geschut, dat in 1904 werd gestaakt,
thans opnieuw zal worden ter hand geno
men en wel allereerst het gieten vaa houwit
sers.
In de elders gelegen automobiel-herstel
plaats kregen we een idéé, van den omvang
van deze afdeeling. Niet minder dan 60 au
to's waren in herstelling. Behalve de ruim
voorziene magazijnen van alle auto-onder-
deelen, zagen we hier de groote houtmaga
zijnen, en de stapelplaatsen van plaat- en
staafijzer; waarna ten slotte met een bezoek
aan de elders ondergebrachte afdeeling van
de zadelmakerij, deze excursie eindigde, ech-
ter niet dan nadat ons nog even een blik was
gegund in het tof het veldleger behoorende
stapelmagazijn voor automobiel-banden,
waar duizenden banden in alle afmetingen
lagen opgestapeld.
De indrukken, die wij hebben opgedaan,
samenvattende, meenen we te mogen consta-
teeren, dat het staatsbedrijf der artillerie-in
richtingen alleszins rekening heeft gehouden
met de eischen, die aan een dergelijke inrich
ting onder de tegenwoordige tijdsomstandig
heden moeten worden gesteld; dat het is ge
worden een enorme industrie of liever een
fPFJPjf1* vad industrieën; dat men alle moei
lijkheden zoo goed mogelijk heeft overwon
nen en dat, als we binnenkort ook zelf weer
geschut gieten, onze legervoorziening in
genen deele van het buitenland afhankelijk is.
We willen geenszins ontkennen, dat niet te
een of anderen tijd gebrek aan enkele mate
rialen groote moeilijkheden zal kunnen ver
oorzaken, doch daartegenover meenen we te
mogen vaststellen, dat onze wapen- en muni
tie-productie, in geval van oorlog toch onge
twijfeld de belangrijkste takken van het artil
lerie-bedrijf, in afzienbaren tij,d geen gevaar
loopen. Niet alleen toch, dat nu reeds maan,
den en maanden door de tot, het maximum
opgevoerde productie ongetwijfeld een be
langrijken voorraad is aangemaakt, maar
zooals ons uit eigen bezichtiging gebleken is
voor zoover dit althans voor ons te be-
oordeelen is zal de nog beschikbare voor
raad grondstoffen nog langen tijd voor de
grootst mogelijke massa-productie voldoende
zijn.
Ook de geheele legeruitrusting, die een be
langrijke factor is gebleken te zijn, is bij de
artillerie-inrichting in goede handen; we
meenen, dat ook te dien opzichte geen onge
rustheid behoeft te bestaan; gezien de getal
sterkte van ons leger zal ook dit gedeelte van
onze weermacht, misschien met meer of min
der hulp van de particuliere industrie, geen
geen zorg behoeven te baren.
waarvan 2)4 millioen aan verfwaren, chemi
caliën en edelgesteenten en' de rest aan effec
ten om Duitschland's crediet te versterken.
Volgens de Vossische Zeitung is de klei
ne Italiaansche kruiser „Quarto" (3109 ton)
in de lucht gevlogen.
Voor het eerst worden in de Fransche
officieele legerberichten de vliegtuigen ver
meld voor drie inzittenden. Het zijn zeer groo
te machines, die een bestuurder medevoeren en
2 man om mitrailleurvuur af te geven. Snel
heid, bescherming van het personeel en vuur-
uitwérking zijn in hooge mate verzekerd.
Italië heeft weer een beperkten uitvoer
van eieren en varkens naar Zwitserland toe
gestaan.
Te Dessau moet Zaterdag een ernstige I
ontploffing bij de gasfabriek hebben plaats
gehad.
Naar een bericht uit Rome meldt, heeft
de kardinaal-camerlengo, della Volpe, de H.
H. Sacramenten der stervenden ontvangen.
In een verkoophuis te Straatsburg heeft
een verpakker twee bedienden doorgeschoten
en drie zwaar gewond, omdat zij hem hadden
beschuldigd van diefstal.
KORTE BERICHTEN.
Een Britsche onderzeeër heeft een
Duitsch linieschip getorpilleerd, het zonk
echter niet.
Een Oostenrijksche onderzeeër die een
Italiaansch transportschip wilde aanvallen
werd door een begeleidende torpedoboot in
den grond geboord, de torpedoboot verding
echter ook, de bemanning werd grootendeels
gered, van den onderzeeëer werden 2 officie
ren en 11 man gevangen genomen.
Italiaansche torpedobooten drongen in
den nacht van 1 op 2 November de Oosten-
rijksche oorlogshaven Pala binnen en vuur
den torpedo's af op een linieschip, ze bleven
echter in de bescherming om het schip ste
ken. Twee uur lang bleven de booten verken
ningen bij Pala doen, pas toen ze zich verwij
derden werd er, vergeefs, op hen geschoten.
Van Duitsche zijde wordt verklaard dat
de Engelsche vloot in t geheel aan liniesche
pen en kruisers ruim 500.000 ton verloren
heeft.
Volgens den ontvanger van belastingen
in Connecticut bracht de Deuischland voor
een' waarde van 25 millioen gulden over
Roman ait kef laatst dar 16a eeuw,
oaar 't Eagolseh vaa RAFA8L 8AMHÉ&
15)
Toen1 hij op de boot stond te wachten, die
hem kwam halen, kwam een glimlach op het
verweerde gelaat van den avonturier. Indien
Lionel dat gezien had, zou hij zich misschien
afgevraagd hebben, in hoever het veilig was
zulke afspraken te maken met een schelm, die
alleen zijn woord hield, zoolang het in zijn
voordeel was. En in dit geval zag Leigh kans
met voordeel zijn woord te breken. Hij had
geen geweten, maar, zooals alle schelmen,
liet hij een grooteren schelm er gaarne inloo-
pen. Hij zou Lionel heel mooi en poëtisch be
driegen en bij de gedachte daaraan lachte hij
in zichzelf.
HOOFDSTUK VIL
In den val.
Bijna den geheelen volgenden dag was Lio
nel weg van Penarrow onder voorwendsel
van inkoopen in Truro te moeten doen. Het
was half acht, toen hij thuis kwam; en bij het
binnenkomen was Sir Olivier in de hal.
„Ik heb een boodschap voor je van Godol-
phin Court", zei hij, en hij zag zijn broeder
strak worden en zijn gelaat van kleur veran
deren. „Een jongen kwam mij aan de poort
tegen en vroeg mij, je te zeggen, dat Jonk-
vrouwe Rosamunde je dadelijk wenscht te
spreken".
Sir Olivieris hart stond bijna stil en galop
peerde 't oogenblik daarop. Zij vroeg om hem
Misschien had zij spijt van haar onbarmhar
tigheid van gisteren. Eindelijk wilde zij er in
toestemmen hem te zien I
„Wees gezegend voor dat goede nieuws!"
antwoordde hij opgewonden. „Ik ga dadelijk".
En op hetzelfde oogenblik ging hij heen. Hij
was in zulk een haast, dat hij zelfs niet even
het perkament ging halen, at hem onloochen
baar vrij pleiten zou. Dit verzuim was van
groot gewicht.
Lionel zei geen woord, toen zijn broeder
weg snelde. Hij bleef wat in de schaduw. Hij
was bleek tot in zijn lippen en had een gevoel
alsof hij zou verstijven. Toen de deur dicht
ging kwam hij plotseling in beweging. Hij
sprong op, om Sir Olivier te volgen. Zijn ge
weten riep hem toe, dat hij dit niet doen kon.
Maar de vrees beantwoordde dadelijk dien
kreet.
Hij keerde zich om en sloop op trillende bee-
nen de eetkamer binnen. 1
Hij vond de tafel gereed voor het avondeten,
evenals op dien anderen avond, toen hij bin
nen gewankeld was met dén wond in zijn zij
de, om verzorgd en behoed te worden door Sir
Olivier. Hij naderde de tafel niet; hij ging
naar het vuur en- hield zijn handen voor den
gloed. Hij was heel koud en moest beven, zelfs
zijn tanden klapperden.
Nikolaas kwam binnen, om te vragen, of hij
wild soupceren. Hij antwoordde op onvasten
toon, dat hij, ondanks het late uur, op de te
rugkomst van Sir Olivier wilde wachten.
„Is Sir Olivier uit?" vroeg de knecht ver-
„Hij is juist uitgegaan', ik weet niet waar
heen", antwoordde Lionel. „Maar daar hij
niet gegeten heeft, zal hij wel niet lang weg
blijven".
Daarop üct hij den knecht heengaan, en
bleef zitten ten prooi van zedelijke kwellingen,
die hij niet onderdrukken kon. ïn zijn herinne
ring kwam steeds weer de onwankelbare lief
de boven die Sir Olivier hem altijd in zoo'n
ruime mate betoond had. Juist in de zaak van
Pieter Godolphin's dood, welke offers had
Olivier niet gebracht om hem te beschermen?
Van al die liefde en zelfopoffering in het ver
leden leidde hij af, dat zijn broeder'hem zelfs
nu niet in het uiterste gevaar zou verraden.
En toen herinnerde die aanval van vrees, die
een schurk van hem gemaakt had, hem er aan,
dat het gevaarlijk was op die liefde te vertrou
wen, en dat, als Sir Olivier hem in het beslis
sende oogenblik begaf, hij inderdaad verloren
zou zijn.
Iemand beoordeelt ten slotte zijn medemen-
schen naar zich zelf; en Lionel, die wist
dat hij zelf niet in staat zou zijn tot eenige op
offering voor Sir Olivier, kon niet gelooven,
dat deze zulk een opoffering ook in de toe
komst zou kunnen blijven volhouden. Hij
dacht aan de woorden, die Sir Olivier twee
dagen te voren in deze zelfde kamer gespro
ken had en vaster dan ooit besloot hij, dat zij
slechts één beteekenis konden hebben.
Toen kwam de twijfel en eindelijk een an
dere zekerheid, zekerheid dat dit niet zoo was,
zekerheid dat hij zich zelf voorloog, om het
geen hij deed goed te praten. Hij nam zijn
hoofd tusschen zijn handen en steunde luid. j
Hij was een schurk. Hij beschimpte zich zelf
weer. Er kwam een oogenblik, dat hij sidde
rend opstond, besloten te elfder uur zijn broe
der achterna te gaan, en hem te redden van
het noodlot dat hem daar in het duister
wachtte.
Maar weer werd dat besluit te niet gedaan
door zelfzuchtige vrees. Hij ging weer zitten
en zijn gedachten namen een andere richting.
Hij dacht nu weer aan'de dingen, die hem
hadden bezig gehouden op den dag, toen Sir
DE ONDERZEEBOOT K. I.
(Officieel). De Nederlandsche onderzee
boot K. L, gesleept door de „Witte Zee", on
der bevel van den luitenant ter zee le klasse
Jhr. Schover, is op de reis naar Indië, in de
nabijheidr van het eiland Oussant bescohten
door een Fransche patrouillevaartuig, on
danks de gevoerde vlaggen en oorlogswim-
Een zelfde incident deed zich voor in de
Middellandsche Zee, waar de Engelsche
aulpkruiser „Mongolia", volgens ingekomen
rapport, eenige schoten op de gesleepte on
derzeeboot K. I. loste. Door een ter plaatse
aanwezig Fransch patrouillevaartuig ge
waarschuwd, heeft de Britsche hulpkruiser
de beschieting gestaakt. In geen der beide ge
vallen zijn de Nederlandsche schepen getrof-
De regeering, die tijdig aan de oorlogvoe
rende regeeringen kennis had gegeven van
den tocht van de „Witte Zee" met de K. I. op
sleeper, heeft van de voormelde rapporten
mededeelmg gedaan aan de Fransche en de
Britsche regeering en daaromtrent ophelde
ring gevraagd.
LANDSTORM JAARKLASSE 1909.
Door de vereeniging van landstormplichti-
gen der jaarklasse 1909 is een adres met me
morie van toelichting gezonden aan den mi
nister van oorlog, om de militielichting 1917
in dienst te roepen vóór den landstorm 1909.
De memorie van toelichting zet uiteen, dat
deze regeling de voorkeur zal verdienen, om
dat de landstormers, waarvan velen zelfstan
dig zaken doen, deze zullen zien achteruit
gaan als zij onder de wapenen moeten ko
men.
Niet alleen uit een oogpunt van het belang
van de gezinnen en (of) van de zaken der
landstoimplichtigen, doch tevens als zijnde
in het belang van het algemeen economisch
en maatschappelijk leven in den lande acht
adressant het wenschelijk dat oproeping van
genoemde landstormplichtigen zoo lang mo
gelijk dient te worden vermeden.
OPKOMST LANDSTORM.
Tegelijk met de tusschen 16 en 20 Decem-
bcr.a.s. in te lijven dienstplichtigen van de mi
litielichting 1917 zal ook een groep land
stormplichtigen van de jaarklasse 1909 in
dienst worden gesteld. Tot deze groep zullen
behooren de voor de infanterie bestemde land-
Olivipr raar Arwenack reed om voldoening te
eischen van Sir John Killigrew. Hij bedacht
weer, dat, als Olivier uit den weg geruime
was, hij recht zou hebben op hetgeen hij nu
genoot door de goedheid van zijn broeder.
Deze gedachte gaf hem een zekere troost. Zoo
-[eg, -< -
De Wethouder, Voorzitter der Commissie
van Bijstand voor het distributiebedrijf te
Alkmaar, brengt hiermede ter algemeene ken
nis, dat van morgen 9 November af, VOOR
DE INGEZETENEN, bij onderstaande win
keliers REGEERINGSRUNDVET verkrijg
baar zal zijn tegen den prijs van 40 ct. per
)4 K.G
Alkmaar, den 7 November 1916.
De Wethouder voornoemd,
T A. F. THOMSEN.
B. J. AL, Verdronkenoord 72,
T. APPEL, v. d. Woudestraat 45,
Wed. M. F. BEUDEKER, Nieuwesloot 47,
J-. Z. BIERMAN, Lindenlaan 1,
Coöp. Ver. „ONS BELANG" Huigbretr. 7,
G. P. ELLES, Geestersingel 41,
C. ERIKS, Stuartstraat 46,
P. DE GRAAF, Verlengde Landstr. 18,
G. C. GROET, Landstraat 60,
J. GROOT, le Kabelstr. 1,
Wed. S. GROOT, Overdiestr. 80,
A. HEIJN, Fnidsen 103,
J. P. van HUGTEN, Oudegracht 119,
PA. van HUGTEN, Nieuwp.laan 65,
H. IMMING, Magd. straat 18,
M. JIANSE, Oosterburgstr. 11,
C KAGER, Westeiweg 34,
S. KALF, Ver dronkenooru 86,
G. KAPER, Oudegracht 23,
J. G. KNAAP, Verdr.oord 34,
J. KOEMAN, Zeglis 10,
D. MIENIS, Laat 61,
P. NIJMAN, Oudegracht 2,
J. PASTOOR, Oudegracht 2
S. PELS^Voonneer 23,
hij voor-zijn schurkenstreek moest boeten, er
zou ten minste ook vergoeding zijn.
De klok boven de stallen sloeg acht uur.
Lionel kromp in zijn stoel weg bij dat geluid.
Nu zou het gebeuren. In zijn geest zag hij al
les hij zag zijn broeder vlug loopen in zijn
verlangen naar de poorten van Godolphin
Court, en donkere gedaanten zich losmaken
uit de omringende duisternis en hem overval
len. Hij zag hem een oogenblik op den grond
worstelen, toen, aan handen en voeten gebon
den, met een prop in zijn mond, zag hij hem
in gedachte vlug de helling afgedragen naar
den oever en zoo naar de gereed liggende
boot.
Nog een half uur zat hij daar. Het was nu
gebeurd en deze zekerheid scheen hem wat
kalmer te maken. t
Toen kwam Nikolaas weer binnen en praat
te over een mogelijk ongeluk, dat zijn heer kon
overkomen zijn.
„Wat voor een ongeluk zou hem overkomen
zijn?" snauwde Lionel, alsof het denkbeeld
hem kwaad maakte.
„Ik hoop geen pnkel", antwoordde de die
naar. „Maar het ontbreekt Sir Olivier tegen
woordig niet aan vijanden en het is niet véilig
voor hem na donker buiten te zijn."
Lionel verwierp dit denkbeeld verachtelijk.
Om den schijn te bewaren, zei hij, dat hij niet
langer wilde wachten, waarop Nikolaas hem
zijn avondeten bracht, en hem weer verliet, om
naar de deur te gaan en in den nacht uit te
zien en te luisteren naar de terugkomst van
zijn meester. Hij was naar de stallen geweest
J. PILKÉS, Forestusstraat 26,
A. RENTENAAR, Scharloo 31,
M. RENTENAAR, Snaarmanslaan 71,
A. SCHELLINGER, Achterstraat 48,
Th. SCHOUTEN, Voormeer 3,
Wed. D. SOUGEE, Ropjeskuil 60,
J. TAM AN, Zeglis 51,
Wed. N. TEMME, Lindenlaan 65,
L. C. VEEL, Westerlaantje 30,
P. VENN IK, Nieuwesloot 127,
O. J. VERKERK, 3e Oosterstraat 1,
G. VIS, ForestussTaat 12,
J. VISSER, Stationsweg 4,
J. L. WALLAST, Scharloo 2,
C. A. WOLZAK, Snaarmanslaan 24,
van ZALINGE, Druivenlaan 25.
stormplichtigen, wier geslachtsnamen begin
nen met een der eerste letters van het alpha
bet. Waarschijnlijk zullen het de lettere A tot
G zijn, die voor opkomst in December in aan
merking komen. De rest van de jaarklasse
1909 zal voor het grootste deel in de eerate
Jagen van Februari 1907 moeten opkomen.
AANGESPOELDE MIJNEN.
Gedurende de 'maand October zijn 145 mfi-
nen, waarvan 121 Engelsche, 13 Duitsche en
1 van onbekenden oorsprong op de Neder
landsche kusten aangespoeld. Het totaal aan
tal mijnen dat tot 1 November op onze kusten
is aangespoeld, bedraagt 1553, n.l. 926 van
Engelschen-, 63 van Franschen-, '251 van
Duitschen- en 313 van onbekenden oorsprong.
RAAD VOOR SCHEEPVAART.
De raad voor Scheepvaart heeft een onder
zoek ingesteld naar het vergaan van den mo
tor logger Johanna IJM. 290, waarbij de hee-
le bemanning omkwam. Met zekerheid was
.de oorzaak van de ramp niet aan te geven,
maar de raad vermoedde, dat zij niet zou
hebben plaats gehad als de kustlichten had
den gebrand.
Wat betreft de stranding van de IJM. 264
en wist dat Sir Olivier te voet was uitgegaan.
Infusschen moest Lionel doen, alsof hij at,
ofschoon het eten hem in de keel bleef steken.
Hij deed wat eten op zijn bord en' dronk gul
zig een glas wijn. 7 oen veinsde hij ook onrust
en ging naar Nikolaas. Zoo brachten zijJ den
langen nacht'door, wachtende op de terug
komst van hem, van wien Lionel wist, dat hij
niet meer zou ferugkeeren. Toen het ochtend
werd, wekten zij de bedienden, en zonden hen
uit, om den aftrek af te zoeken en het nieuws
van Sir Olivier's verdwijning te verspreiden.
Lionel zelf reed naar Arwenack, om Sir John
te vragen, of hij .iets van de zaax wist.
Sir John keek ontsteld, maar zwoer dadelijk
dat hij Sir Olivier in dagen niet gezien had.
1 lij was vriendelijk tegen den jongen, van
wien hij hield, zooals iedereen deel. De jon
gen was zoo zacht en vriendelijk in zijn ma
nieren, zoo geheel verschillend van zijn
heerschzuchtigen broeder, dat zijn deugden
door de tegenstelling des te sterker uitkwa
men.
„Ik vind het natuurlijk, dat je naar mij
komt," zei Sir John. „Maar op mijn woord ,ik
weet er niets van. Het is mijn gewoonte niet,
mijn vijanden in het donker aan te vallen."
„Natuurlijk, natuurlijk, Sir John, ik had het
ook niet verondersteld," antwoordde de be
droefde Lionel. „Vergeef me, dat ik u zulk een
ongepaste vraag kwam doen. Zét het op reke
ning van mijn onrust. Ik ben al deze maanden
na het gebeurde in Godolphin Park niet meer
dezelfde geweest. De zaak heeft mij onder
mijnd. Het is een verschrikkelijke last te we
ten, dat je eigen broeder ofschoon ik God
dank, dat hij maar mijn stiefbroeder is, schul
dig- is aan zoo'n lage daad".
Wordt vervolgd.
ALKMAARSCHE COURANT.
PCI.