DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Verwisseling Brood- en Mselkaarten,
So. 281
Honderd on achttiende jaargang.
1916
DINSDAG
28 NO VEMBER
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon» en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden'
voor Alkmaar ft,—j franco door het geheele Rijk f1,25.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3°
Prljt der gewone Advertentiên t
Per regel 10.12V*< Bij groote contracten rabat Groote
lettere naar plaatsruimte.
Brieven franco aan dc N. V. Botk- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ft ZOON, Vo'ordawi C 9
r-i*
ébm. JCm A""
V~k&
Met 20 et. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden.
Sinds geruimen tijd zijn
d® meeste bladen,overeen
komstig [jet besluit van de Neder
landsche Dagbladpers, overgegaan
tot inning der abonnementsgelden
bij vooruitbetaling*
Ingevolge dit besluit zullen we
zoo vrij rijn per 1 December a.s. t»
beschikken over de abonnements
gelden 4e kwartaal 1916 en 1 Fe
bruari 1917 over die van het 1e
kwartaal 1917 om tot doorvoering
van dien maatregel te geraken.
DE DIRECTIE.
i
DE BURGEMEESTER van ALKMAAR
brengt ter kennis van belanghebbenden
dat de EERSTVOLGENDE verwisseling
van brood- en meelkaarten zal plaats hebbes
op DONDERDAG 30 NOVEMBER 1916
VAN 9 TOT 1 EN 2 TOT 5 UUR, in het bu
reau voor LEVENSMIDDELEN-VOOR
ZIENING (LIMMERHGEK 8 ALHIER)
dat aan bakkers en meelhandelaren diea
dag geen meel zal kunnen worden verstrekt
dét NIEUWE AANVRAGEN om brood-
en meelkaarten lederen dag aan. voormeld bu
reau kunnen geschieden van 9 tot 1 uur.
De Burgemeester voer*.
G. RIPPING.
STADSNIEUWS.
VERGADERING LANDSTORM-
PLICHTIGEN 1909, 1908, 1907 en 1906.
In de groote zaal van „het Gulden Vlies"
ih de Koorstraat waren Zaterdagavond een
deel der landstormplichtigen van bovenstaan
de' lichtingen in vergadering bijeen.
De opkomst, hoewel flink te noemen, had
beter kunnen zijn, daar het meerendeel der
opgekomenen bestond uit lichting 1909 en er
slechts weinigen der andere lichtingen tegen
woordig waren;'de wegblijvers zijn blijkbaar
nog niet doordrongen van het belang der
zaak, van huh eigen belang en voelen niet
voor een actie, waarben groote belangen op
het spel staan.
De voorzitter, de heer Grondsma, uit Alk
maar, opende de vergadering en feliciteerde
de vereeniging meiden goeden uitslag der
interpelJatie-Marchand, de vorige week in de
Tweede Kamer gehouden.* De Minister van
Oorlog, de heer Bosboom, is voor den druk
uit het volk bezweken.
Toen het adres der vereeniging „Land
stormplichtigen 1909" om de lichting *1917
voor die van 1909 op te roepen aan den mi
nister was verzonden en deze daarop afwij
zend had beschikt, stonden er, zeide spr,.
eerlijk gezegd, een oogenblik verslagen.
Doch slechts een oogenblik. Want wij dach
ten aan de andere mannen om die, zpo moge
lijk nog te redden: 1908, 1907, 1906. Daar
om moest de vereeniging op pooten blijven
staan en moest met deze lichtingen samen?
werking worden gezocht. Bovendien bleek de
moed er nog niet geheel uit en wilde men
alsnog een wijziging in 's ministers beslis
sing trachten te verkrijgen. Het hoofdbe
stuur vergaderde en nam een motie aan, die
aan den Minister en alle Kamerleden werd
gezonden. Deze motie was ongeveer van de
zen inhoud: De landstormplichtigen der
jaarklassen 1909—'8—'7—'5 in- openbare
vergadering bijeen, betreurt ten zeerste de af
wijzende beslissing van den minister om de
landstormjaarklasse 1917 te doen inlijven
vóór die van 1909, in geenen deele overtuigd
van de onafwendbare noodzakelijkheid dezer
inlijving, constateert, dat tot heden geen en
kele steekhoudend argument is bijgebracht,
besluit in verband met de oproeping der
jaarkHsse 1908 te ijveren voor oproeping
der beschikbare jongere lichtingen en voorts
propaganda te maken voor een betere ver
lofsregeling, oefening in eigen plaats etc.
Roept alle landstormplichtigen op, zich bij
de vereeniging aan te slu'iten om met wettige
middelen te strijden tot verkrijging van ge
noemde voordeden."
De zaak scheen verloren, maar was door
's ministers optreden feitelijk reeds gewon
nen! hij had het adres der landstonners,
zonder eenig afdoend argument, gewe
zen van de hand.
De heer Marchand heeft eenige heeren
van het hoofdbestuur ontboden en hun, na
zich voldoende te hebben laten inlichten, be
loofd een interpellatie te houden in de Twee
de Kamer met het u bekende, voor ons zoo
gunstige verloop.
Uitdrukkelijk moet ik de heeren er op wij
zen, zoo vervolgde de voorzitter, dat wij
thans wel uitstel Rebben, maar geen afstel en
dat wij moeten blijven ijveren voor betere
verlofsregeling en oefening in eigen plaats.
Op vborstel van den voorzitter werd, on
der krachtig applaus der vergadering, beslo
ten, een hu 1de-telegram aan den heer Mar
chand te zenden.
De heer Otter, de voorzitter van den Bond,
verkreeg hierna het woord om, zooals de
voorzitter zeide, naar een hartig woordje te
spreken en iets uitvoeriger de interpellatie
toe te lichten
De heer Otter riep allereerst de bereidwil
ligheid der vergadering voor zich in als
spreker. Ik ben sinds Woensdag voorzitter
van den bond van landstormplichtigen, daar
de heer de Vries, de vorige voorzitter, is af
gekeurd en men het beter vond dat een land.
stormplichtige, die nog kan worden ingelijfd
als voorzitter optrad. De heer de Vries heeft
veel werk gedaan, waarvoor wij hem' veel
dank schuldig zijn.
De eerste beslissing is thans gevallen. De
motie-Marchand is met overgroote meerder
heid (59 tegen 4 stemmen, aangenomen. Dit
zal u allen bekend zijn. De debatten die in dt
Kamer gehouden zijn en de argumenten daar
gebezigd, waren zóó absoluut in ons voor
deel, dt de Minister er voor moest bezwijken
Van alle kanten werd hij aangevallen, dooi
militairen, wier oordeel in militaire zaken
zeer onderscheiden is.
Deze Kamer heeft niet kunnen weerstaan
den drang die uit het Nederlandsche volk, na
de oproeping jaarklasse 1909, tot uiting is
gekomen en zij heeft den Minisiter dit koopje
thuis bezorgd wat hem van harte gegund
wordt. Want, met zoo weinig argumenten
dpze zaak te willen doodzwijgen, was een
schandaal voor hem die op het oogenblik een
der eerste menschen van het land is. (Zeer
krachtig applaus).
Wanneer de Kamer aan de stemmen die op
gingen uit het Nederlandsche volk, geen ge
hoor, had gegeven, zou het een verloochening
geweest zijn van de beloften en van wat zij
behooren te zijn: volksvertegenwoordiging.
En een veroordeèling van de staatslieden, die
aan dezen geweldigen drang hadden willen
weerstand bieden. Dat intusschen de zaak
te onzen gunste is beslist, is te danken aan
uw actie, uw werk. Aan de landstormmannen
die schouder aan schouder hebben gestaan
en getracht hebben den Minisiter en de volks
vertegenwoordigers aan het verstand te bren
gen, dat n i e t de vaders van gezinnen, be
drijfsleiders, kleine zakenmenschen enz. moe
ten worden weggerukt en aldus het econo
misch leven nog meer ontwricht, maar eerst
de jongeren dienen te worden opgeroepen.
Het eerste argument, door den Minister te
gen ons voorstel ingebracht, was van admini
stratieven aard. Zijn bureauambtenaren had
den de oproeping der jaarklasse 1909 op dè
bekende manier voorbereid en nu zou al dat
werk voor niets gedaan zijn. Waarop meerde
re Kamerleden antwoordden: laten die men
schen dan maar wat harder werken, dan kan
de zaak nog wel veranderd worden. Vooral
in zQo'n ernstige zaak als deze kan dat geen
kwaad en ge kunt dit wel in orde brengen,
daar ben je Minister voor.
De Minister heeft toen met een heel weidsch
gebaar gezegd dat de kwestie van aanneming
der motie geen politieke gevolgen zou heb
ben, geen portefeuillekwestie dus zou wor
den.
Het tweede argument door den Minister
gebezigd, was: Er zou een tijd van demobili
satie komen. Maar, zeide hij, dan moet ik al
tijd nog e#n groote massa menschen hebben
om de kazernes gevuld te houden. Maar ook
daar zullen we den Minister niet zwart om
aanzien, als de kazernes een tijdje leeg staan
Verder zeide de Minister: wat moet ik begin
nen met de nieuwe kazerne te Sittard De ar
gumenten van den Minister zijn als een kaar
tenhuis ineen gevallen en wij moeten er, door
onze actie, voor zorgen, dat hij 1909 niet
krijgt, alvorens 1917 is opgeroepen en 1918
sterk vervroegd is ingelijfd.
De heer Nolens, die, als hij vragen doet,
deze altijd zóó stelt dat een ontwijkend ant
woord onmogelijk is, vroeg: Of in verband
met 's lands defensie, de oproeping der lich
ting 1909 absojuut noodzakelijk is. Waarop
de Minister antwoordde: Ja natuurlijk, als de
Minister een maatregel neemt, is dit altijd een
eisch van 's lands defensie. Maar het wel .en
wee van het lieve vaderland hangt er niet van
af als eerst 1917 opkomt.
En allen, die nog een oogenblik hun hart
hebben vastgehouden waren toen gerust,
want toen was die stemming van spanning,
die in de Kamer heerschte, voor goed gewe
ken. Die stemming was een overtuigend be
wijs voor ons, die op de publieke tribune
hadden plaats genomen, dat daarmede de
zaak beslist was te onzen gunste.
Toen stond de Minister van Oorlog op van
zijn zetel en verliet, zoo rood als een kal
koen, de vergaderzaal, om de Ministersverga
dering bij te wonen, waar de beteekenis der
motie zou worden besproken. En den volgen
den avond konden wij in de bla'den de verblij
dende mededeeling lezen, dat de oproeping
der landstormplichtigen 1909 voorloopig
tot nader datum verschoven was. Daarmede
had dut de Minister van Oorlog zijn eerste
groote politieke strop gehaald.
Er was nog een derde argument, door den
Minister gebezigd: Weten de heeren wel,
wat zij doen, want, zeide hij, ik doe niets an
ders dan uitvoering geven aa vroeger door
u bepleite wenschen, om eerst de militie en
dan den landstorm te laten gaan, laten au
uit de Kamer de mannen komen die een be
tere regeling weten te treffen. De heer d«
Meester zeide: dat meent de Minister zoo
ernstig niet en toen wisten wij ook, dat hij
niét zou aftreden om deze interpellatie.
•Nog een zaak was er, die ons hoop gaf:-
Altijd wanneer er, zoolang de oorlog nu
duurt, in de Kamer kwesties zijn, dan is de
Minister van Binnenlandsche Zaken, Cort
v-an der Linden, aanwezig. En wanneer deze
opstaat en zegt: Ik wil de heeren wel zeggen,
dat ik dezen maatregel beslist noodig acht in
s lands belang, dan durft niemand de verant
woordelijkheid op zich nemen om tegen een
voorgestelden maatregel te stemmen, juist,
omdat men niet weet, wat er echter steekt.
Doch nu ging de heer Cort van der Linden
heen vóór er gestemd werd en liet den heer
Bosboom -alléén in zijn hemmetje staan,
waarna de heer Marchand een buitengewoon
scherpe critiek oefende op het beleid van den
Minister en er daarna zijn blijdschap over
^uitsprak dat de premier het niet noodig acht
te zelf bij de bespreking van de interpellatie
aanwezig te zijn.
Daarna wees de heer Otter op eenige pers-
beschouwingen, waaruit duidelijk is, dat de
Minister met toekomstplannen de landstor-
mers wil paaien (b. v. vervroegde oproeping
1918).
Vergadering, nu hebben wij bereikt, dat
landstorm 1909 uitstel heeft gekregen. Ge
moef evenwel bedenken, dat dit uitstel geen
afstel beteekent en hierin is nu juist in de toe
komst het kardinale punt onzer actie gelegen
Wij moeten den boer op, trekken van het
noorden naar het zuiden van ons lieve vader
land en a 11 e landstormers, die nog kunnen
worden opgeroepen, mede opwekken mede te
arbeiden aan onze actie. Wij moeten zorgen,
dat de schijnbeloften van den Minister voor
ons tastbare werkelijkheid wordt. Alvorens
wij worden opgeroepen, dient eerst 1918,
naar de belofte van den Minister, sterk ver
vroegd te worden ingelijfd. Bij de lancjstorm-
mannen zijn leiders van bedrijven, kleine za
kenmenschen en mannen met gezinnen, die
een veel verantwoordelijker positie innemen
dan jongenn van 19 jaar, wier oproeping niet
zulke ernstige, economische gevolgen zal heb
ben. Door onze krachtige actie, door steeds
op hetzelfde aambeeld te hameren, moeten wij
bergen van bezwaren weten te overwinnen.
Vergadering, ik ben hiermede aan het ein
de van mijn betoog. Willen wij iets bereiken,
dan moet ge u wel trachten in te prenten, dat
uw wachtwoord dient te zijn: organisatie
Een beter wachtwoord is er op het oogenblik
niet. Van den vroegen morgen tot den laten
avond hebt ge elkander op te wekken tot or
ganisatie, steeds organisatie eu nog eens or
ganisatie.
Daarna werden nog eenige mededeelingen
gedaan. A.s. Zondag zal er te Amsterdam
weder een landel ke vergadering worden ge
houden, en werd de afdeelingen verzocht, af
gevaardigden te zenden. De contributie werd
na eenige bespreking vastgesteld op een mi
nimum van 0.10 per lid per week. Van de
contributie der vereenigingen komt 50 pet.
ten goede van het hoofdbestuur voor de actie
Nadat het bestuür met eenige "leden was
uitgebreid en een collecte voor de actie was
gehouden, werd de vergadering door den
heer Grondsma, met dank aan de opgekome
nen en den spreker, gesloten.
BEGROOTING VAN HET BURGER
WEESHUIS, DIENST 1917.
De ontvangsten van bovengemelde instel
ling worden begroot op 10370 en de uit
gaven op 10085. Als eerste post van ont
vang wordt geraamd het batig saldo der re
kening van 1915 ad 644.83 en vervolgens
luidt de raming der buitengewone ontvang
sten: rente kapitaal der weezen 147.45;
pensioen der weezen 70 en onzekere in
komsten 1.51 Yi. Een nieuwe post restitutie
voorschot ten behoeve van de beambten voor
bijdrage pensioen wordt voorgedragen op
30.12 y,. De post „rente kapitaal der wee
zen" is 142.13 hooger kunnen worden ge
raamd dan voor 1916, terwijl de vorenge
noemde nieuwe post verband houdt met de
raming van den straks te behandelen post
van uitgaaf „diverse kosten van het bestuur."
Onder de gewone inkomsten komt als nieuwe
post voor „rente van effecten k 11'5.
Met betrekking tot den post rente van ef
fecten, verdient het bijzondere aandacht, dat
onder dezen post is opgenomen de rente van
een erfenis van wijlen Mejuffrouw E. Meijer,
een oud-suppoost der inrichting, dia bij tes
tament hare nalatenschap, groot 506.82
aan het Burgerweeshuis heeft vermaakt.
De uitgaven op hoofdstuk I Diverse kos
ten van het Bestuur, worden geraamd als
vólgt: tradementen en loonen 1100; incas
so 100; defroyement 125 en premie pen
sioen der weesmoeder 110.
Blijkens de toelichting is bij besluit van het
bestuur .van 15 Mei 1916 het tractement der
weesoudere, behoudens de machtiging van
den gemeenteraad, herzien en zal dit bedra
gen: met ingang van 1 Januari 1917 650,
met ingang van i Augustus 1918 750 en
met ingang van 1 Augustus 1922 850 per
jaar boven kost en inwoning van hen en hun-
he drie kinderen, zoolang deze minderjarig
zijn en bij hen inwonen. In verband hierme
de wordt door het bestuur er op gewezen, dat
de ontvangpost „vergoeding kinderen der
weesouders' ad 100, is vervallen, wijl het
onbillijk wordt geacht deze vergoeding nog
langer van de weesouders te vorderen. Bij de
sollicitatie was, naar gezegd wordt, verzuimd
den weesouders mede te deelen, dat zij van
het tractement een deel zouden moeten af
staan voor de inwoning hunner kinderen en
is deze voorwaarde eerst na hunne benoe
ming te hunner kennis gekomen.
Met betrekking tot de premiebetaling voor
pensioen der beambten heeft het bestuur, re
kening houdende met de wenken bij het
Raadsbesluit houdende goedkeuring der be
grooting, dienst 1916, gegeven, gemeend dat
die bijdragen door de beambten zelf moeten
worden betaald. Het voorziet echter, dat het
voorschot dp die premiebetaling zulke afme
tingen' zou kunnen' aannemen dat van terug
gave door de beambten geen sprake meer zou
kunnen zijn, waar reeds tot 1 Januari 1917
ten behoeve der weesouders zal zijn voor
schoten 190.12/, 14.62* óver 1913 en
over 1914, 1915 en 1916 telkens 58.50).
Het bestuur heeft daarom met de weesóuders
eene zoodanige regeling getroffen, dat de
weesouders vanaf 1 Januari 1917 zelf hunne
pensioensstorting zullen betalen in afwach
ting dat tot hunne opname in het pensioen
fonds voor de gemeen te-ambtenaren zai zijn
besloten en dat zij het reeds voorgeschoten
bedrag van 190.12* in 5 jaren aan het
bestuur der instelling zullen festitueeren.
Waar deze terugbetaling voor 1917 zal be
dragen 30.12hi, en voor de vier volgende
jar entelkens 40, is dit eerstgenoemde be
drag als post van ontvang in de begrooting
geraamd.
De premie voor het pensioen der weesmoe
der is in afwachting van de beslissing des
Ministres gehandhaafd.
Nu de herziening van het tractement der
weesouders, in verband met de regeling aan
de of de was, drong zich, zoo wordt verder in
de toelichting gezegd, weder de vraag naar
voren of de salariëering wel voldoende m'ocht
heeten. Waar het bestuur bijzonder tevreden
is over de wijze waarop de weesouders hunne
taak opvatten, koft het niet besluiten het trac
tement te laten op het minimumbedrag van
f 650, te meer wanneer wordt nagegaan wel
ke salarissen in. an dere gestichten worden be-
taald. Na opsomming van eenige weehuizea
elders, waar de salarissen varieeren van
800 tot 100 's jaars en na er op gewézen
te hebben dat het aantal verpleegden in die
weeshuizen' van geen- invloed is (als voorbeeld
wordt aangehaald het weeshuis te Tiel, waar
slechts één verpleegde is), meent het bestuur
voldoende te hebben aangetoond dat de aan
genomen. tractements-verhooging alleszins
billijk is te achten. Ten slotte wórdt nog me
degedeeld, dat de naaister met ingang van
16 Mei 1916 de inrichting verlaten heeft en
door het bestuur besloten is voorshands de
vacature niet aan te vullen, doch gebruik te
maken van de hulp eener zoogenaamde huis
naaister.
De uitgaven op hoofdstuk II huishouding,
worden geraamd op 4200 tegen 3950
voor 1916, hét verschil is te vinden in den
post „kleeding en' manufacturen," die thans
geraamd is op 1250 (voor 1916 op 1000)
iri verband met de hoogere prijzen. Hoofd
stuk IV Verpleging buiten het huis is ver
hoogd met 200 (thans geraamd op 2200)
medé in verband met de hoogere prijzen.
Hoofdstuk V Onderwijs en. leermiddelen is
eveneens verhoogd en wel met 100; deze
post is thans geraamd op 250, in verband
met het voornemen om eenige meisjes op te
leiden tot naaister.
Ten slotte worden ter vaststelling van de
schadeloosstelling, bedoeld in artikel 12 van
het reglement voor het Burgerweeshuis de
kosten voor eiken wees voor het jaar 1917 ge
raamd op 208.33.
De bespreking van de posten dezer begroo
ting, waarvan eenige vrij vérstrekkende ge
volgen' zouden hebben, heeft de commissie tot
belastingzaken aanleiding gegeven tot het
maken van eenige opmerkingen
Met het niet meer vorderen van de wees*
ouders van de 100 vergoeding voor het in
wonen hunner kinderen kan zij zich niet ver
eenigen. Zij heeft niet de overtuiging dat de
weesouders hunne benoeming hebben aan
vaard zonder te weten van de voorwaarde dat
zij 100 voor hunne kinderen zouden moeten
betalen.
Herziening van de jaarwedde der wees
ouders acht de commisise na de gegeven toe
lichting wel gewenscht. Evenwel, kan zij niet
medegaan met het voorstel om de verhoogin
gen toe te kennen om de vier jaar, waar in
deze gemeente als regel de jaarwedden der
ambtenaren en beambten om de drie jaar
worden verhoogd; mede bestaat bezwaar, de
verhoogingen te berekenen van af den datum
der indiensttreding, omdat eveneens al* alge-
meene regel in deze gemeente geldt, dat de
verhoogingen ingaan den eersten der maand
volgende op dien datum. Hiermede in ver
band stelt onze commissie voor, de jaarwedde
vast te stellen met ingang van 1 Januari
1917 op 700, te verhoogen met ingang van
1 September tot 750 en met ingang van 1
September 1922 tot 800.
De commissie kan niet accoord gaan met
het boven het tractement aan de weesouders
toekennen van kostelooze voeding erf inwo
ning van hunne drie kinderen zoolang deze
minderjarig zijn en bij hen inwonen. Eene
vergoeding van 10O per jaar aan de instel
ling voor de voeding van 3 kinderen, die
straks op. een leeftijd zullen gekomen zijn
waarop de kosten deswege in geen geval la
ger te ramen zullen zijn dan 300, is niet te
hoog te noemen en onze commissie acht een
indirecte tractements-verhooging op die wij
ze pok ten opzichte van andere ambtenaren
der gemeente niet te verdedigen.
Blijkens de toelichting tot de begrooting
heeft de naaister van het Burgerweeshuis de
inrichting met ingang van 16 Mei 1916 ver
laten en werd door het bestuur besloten
vooishands geen nieuwe oproeping voor die
vacature te doen Op dit besluit is het be
stuur blijkens de toelichting eener intusschen
ingezonden suppletoire begrooting terugge
komen; door het in gebruik nemen van een
grootere tijdelijke woning kunnen de weezen
die tijdelijk buitenshuis verpleegd' worden,
weder geleidelijk in de inrichting worden op
genomen. Hierdoor is het noodzakelijk ge
worden een naaister aan te stellen,, maar al
vorens een nieuwe oproepiag daartoe te doen,
wenscht het bestuur vooraf het salaris vooi
deze betrekking vast te stellen in verband met
het voornemen om de nieuwe beamte de stor
tingen voor het pensioen zelve te laten doea.
Voorheen bedroeg het salaris 200 per jaar
boven kost en inwoning, het bestuur stelt
thans voor de aanvangsjaarwedde te bepalen
op 250 boven kost en inwoning en perio
diek salarisverhoogingen in uitzicht te stel
len, welke zullen bestaan in drie vierjaarlijk-
sche verhoogingen elk van 50 tpt een maxi
mum van 400.
Waar de bij de suppletoire begrooting
voorgestelde verhooging van uitgaven m ia-
komsten gemakkelijk kan worden opgenomen
in de onderverpelijke begrooting, heeft de
commissie gemeend aanstonds omtrent deze
suppletoire begrooting te kunnen dienen *an
advies.
Evenals bij de voorgestelde periodieke ver
hoogingen der weesouders wordt het beter
geacht het systeem te volgen, 't welk voor alle
ambtenaren dezer gemeente geldt, namelijk
de verhoogingen om de drie jaar toe te ken
nen en te doen ingaan den eersten der maand
volgende op den datum der indiensttreding.
Verder meent de commissie dat ten opzich
te van de aan te stellen naai-juffrouw zou
kunnen worden yolstaan met de periodieke
verhoogingen te stellen op 35 in plaats van
op 50, doch in plaats van drie vierjaarlijk-
sche verhoogingen in uitzicht te stellen drie
driejaarlijksche'verhoogingen, zoodat bij een
aanvangsjaarwedde van 250 na negen jaar
een maximum kan worden bereikt van 355,
natuurlijk met kost en inwoning.
De commissie stelt den Raad voor te be
sluiten:
a. in de vorengemelde begrootmg aan te
brengen de navolgende wijzigingen:
o. aan de „gewone inkomsten" toe te
voegen sen post „toelage voor de kinderen
der weesouders" 100, waardoor de ont
vangsten op dit hoofdstuk zullen bedragen
9576.08 en het totaal der inkomsten zal
zijn 10470;
2o. onder hoofdstuk 1 der uitgaven „di
verse kosten van het bestuur" post a „trac-
tementen en loonen" te ramen op 1200,
waardoor de uitgaven op dat hoofdstuk
worden 1535 en iu totaal zullen bedra
gen 10185.
b. lo. de begrooting vast te stellen in ont-
vang op 10470 en in uitgaaf op 10185
met een batig saldo van 285.
2o. het bedrag der schadeloosstelling
voor verpleging van niet tot het huis be-
hoorende weezen voor het jaar 1917 te be
palen op 208.33 per wees.
BEGROOTING
GEMEENTE-GASABRIEK,
DIENST 1917.
De begrooting van de gasfabriek sluit In
ontvang op 369560 en in uitgaaf op
402120 met een nadeelig saldo van 32560,
te dekken uit de gekweekte rweve.
CT 1
AARSCBE COURANT.