DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Verwisseling Brood- en Mselkaarten, So. 281 Honderd on achttiende jaargang. 1916 DINSDAG 28 NO VEMBER Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon» en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden' voor Alkmaar ft,—j franco door het geheele Rijk f1,25. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3° Prljt der gewone Advertentiên t Per regel 10.12V*< Bij groote contracten rabat Groote lettere naar plaatsruimte. Brieven franco aan dc N. V. Botk- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ft ZOON, Vo'ordawi C 9 r-i* ébm. JCm A"" V~k& Met 20 et. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. Sinds geruimen tijd zijn d® meeste bladen,overeen komstig [jet besluit van de Neder landsche Dagbladpers, overgegaan tot inning der abonnementsgelden bij vooruitbetaling* Ingevolge dit besluit zullen we zoo vrij rijn per 1 December a.s. t» beschikken over de abonnements gelden 4e kwartaal 1916 en 1 Fe bruari 1917 over die van het 1e kwartaal 1917 om tot doorvoering van dien maatregel te geraken. DE DIRECTIE. i DE BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt ter kennis van belanghebbenden dat de EERSTVOLGENDE verwisseling van brood- en meelkaarten zal plaats hebbes op DONDERDAG 30 NOVEMBER 1916 VAN 9 TOT 1 EN 2 TOT 5 UUR, in het bu reau voor LEVENSMIDDELEN-VOOR ZIENING (LIMMERHGEK 8 ALHIER) dat aan bakkers en meelhandelaren diea dag geen meel zal kunnen worden verstrekt dét NIEUWE AANVRAGEN om brood- en meelkaarten lederen dag aan. voormeld bu reau kunnen geschieden van 9 tot 1 uur. De Burgemeester voer*. G. RIPPING. STADSNIEUWS. VERGADERING LANDSTORM- PLICHTIGEN 1909, 1908, 1907 en 1906. In de groote zaal van „het Gulden Vlies" ih de Koorstraat waren Zaterdagavond een deel der landstormplichtigen van bovenstaan de' lichtingen in vergadering bijeen. De opkomst, hoewel flink te noemen, had beter kunnen zijn, daar het meerendeel der opgekomenen bestond uit lichting 1909 en er slechts weinigen der andere lichtingen tegen woordig waren;'de wegblijvers zijn blijkbaar nog niet doordrongen van het belang der zaak, van huh eigen belang en voelen niet voor een actie, waarben groote belangen op het spel staan. De voorzitter, de heer Grondsma, uit Alk maar, opende de vergadering en feliciteerde de vereeniging meiden goeden uitslag der interpelJatie-Marchand, de vorige week in de Tweede Kamer gehouden.* De Minister van Oorlog, de heer Bosboom, is voor den druk uit het volk bezweken. Toen het adres der vereeniging „Land stormplichtigen 1909" om de lichting *1917 voor die van 1909 op te roepen aan den mi nister was verzonden en deze daarop afwij zend had beschikt, stonden er, zeide spr,. eerlijk gezegd, een oogenblik verslagen. Doch slechts een oogenblik. Want wij dach ten aan de andere mannen om die, zpo moge lijk nog te redden: 1908, 1907, 1906. Daar om moest de vereeniging op pooten blijven staan en moest met deze lichtingen samen? werking worden gezocht. Bovendien bleek de moed er nog niet geheel uit en wilde men alsnog een wijziging in 's ministers beslis sing trachten te verkrijgen. Het hoofdbe stuur vergaderde en nam een motie aan, die aan den Minister en alle Kamerleden werd gezonden. Deze motie was ongeveer van de zen inhoud: De landstormplichtigen der jaarklassen 1909—'8—'7—'5 in- openbare vergadering bijeen, betreurt ten zeerste de af wijzende beslissing van den minister om de landstormjaarklasse 1917 te doen inlijven vóór die van 1909, in geenen deele overtuigd van de onafwendbare noodzakelijkheid dezer inlijving, constateert, dat tot heden geen en kele steekhoudend argument is bijgebracht, besluit in verband met de oproeping der jaarkHsse 1908 te ijveren voor oproeping der beschikbare jongere lichtingen en voorts propaganda te maken voor een betere ver lofsregeling, oefening in eigen plaats etc. Roept alle landstormplichtigen op, zich bij de vereeniging aan te slu'iten om met wettige middelen te strijden tot verkrijging van ge noemde voordeden." De zaak scheen verloren, maar was door 's ministers optreden feitelijk reeds gewon nen! hij had het adres der landstonners, zonder eenig afdoend argument, gewe zen van de hand. De heer Marchand heeft eenige heeren van het hoofdbestuur ontboden en hun, na zich voldoende te hebben laten inlichten, be loofd een interpellatie te houden in de Twee de Kamer met het u bekende, voor ons zoo gunstige verloop. Uitdrukkelijk moet ik de heeren er op wij zen, zoo vervolgde de voorzitter, dat wij thans wel uitstel Rebben, maar geen afstel en dat wij moeten blijven ijveren voor betere verlofsregeling en oefening in eigen plaats. Op vborstel van den voorzitter werd, on der krachtig applaus der vergadering, beslo ten, een hu 1de-telegram aan den heer Mar chand te zenden. De heer Otter, de voorzitter van den Bond, verkreeg hierna het woord om, zooals de voorzitter zeide, naar een hartig woordje te spreken en iets uitvoeriger de interpellatie toe te lichten De heer Otter riep allereerst de bereidwil ligheid der vergadering voor zich in als spreker. Ik ben sinds Woensdag voorzitter van den bond van landstormplichtigen, daar de heer de Vries, de vorige voorzitter, is af gekeurd en men het beter vond dat een land. stormplichtige, die nog kan worden ingelijfd als voorzitter optrad. De heer de Vries heeft veel werk gedaan, waarvoor wij hem' veel dank schuldig zijn. De eerste beslissing is thans gevallen. De motie-Marchand is met overgroote meerder heid (59 tegen 4 stemmen, aangenomen. Dit zal u allen bekend zijn. De debatten die in dt Kamer gehouden zijn en de argumenten daar gebezigd, waren zóó absoluut in ons voor deel, dt de Minister er voor moest bezwijken Van alle kanten werd hij aangevallen, dooi militairen, wier oordeel in militaire zaken zeer onderscheiden is. Deze Kamer heeft niet kunnen weerstaan den drang die uit het Nederlandsche volk, na de oproeping jaarklasse 1909, tot uiting is gekomen en zij heeft den Minisiter dit koopje thuis bezorgd wat hem van harte gegund wordt. Want, met zoo weinig argumenten dpze zaak te willen doodzwijgen, was een schandaal voor hem die op het oogenblik een der eerste menschen van het land is. (Zeer krachtig applaus). Wanneer de Kamer aan de stemmen die op gingen uit het Nederlandsche volk, geen ge hoor, had gegeven, zou het een verloochening geweest zijn van de beloften en van wat zij behooren te zijn: volksvertegenwoordiging. En een veroordeèling van de staatslieden, die aan dezen geweldigen drang hadden willen weerstand bieden. Dat intusschen de zaak te onzen gunste is beslist, is te danken aan uw actie, uw werk. Aan de landstormmannen die schouder aan schouder hebben gestaan en getracht hebben den Minisiter en de volks vertegenwoordigers aan het verstand te bren gen, dat n i e t de vaders van gezinnen, be drijfsleiders, kleine zakenmenschen enz. moe ten worden weggerukt en aldus het econo misch leven nog meer ontwricht, maar eerst de jongeren dienen te worden opgeroepen. Het eerste argument, door den Minister te gen ons voorstel ingebracht, was van admini stratieven aard. Zijn bureauambtenaren had den de oproeping der jaarklasse 1909 op dè bekende manier voorbereid en nu zou al dat werk voor niets gedaan zijn. Waarop meerde re Kamerleden antwoordden: laten die men schen dan maar wat harder werken, dan kan de zaak nog wel veranderd worden. Vooral in zQo'n ernstige zaak als deze kan dat geen kwaad en ge kunt dit wel in orde brengen, daar ben je Minister voor. De Minister heeft toen met een heel weidsch gebaar gezegd dat de kwestie van aanneming der motie geen politieke gevolgen zou heb ben, geen portefeuillekwestie dus zou wor den. Het tweede argument door den Minister gebezigd, was: Er zou een tijd van demobili satie komen. Maar, zeide hij, dan moet ik al tijd nog e#n groote massa menschen hebben om de kazernes gevuld te houden. Maar ook daar zullen we den Minister niet zwart om aanzien, als de kazernes een tijdje leeg staan Verder zeide de Minister: wat moet ik begin nen met de nieuwe kazerne te Sittard De ar gumenten van den Minister zijn als een kaar tenhuis ineen gevallen en wij moeten er, door onze actie, voor zorgen, dat hij 1909 niet krijgt, alvorens 1917 is opgeroepen en 1918 sterk vervroegd is ingelijfd. De heer Nolens, die, als hij vragen doet, deze altijd zóó stelt dat een ontwijkend ant woord onmogelijk is, vroeg: Of in verband met 's lands defensie, de oproeping der lich ting 1909 absojuut noodzakelijk is. Waarop de Minister antwoordde: Ja natuurlijk, als de Minister een maatregel neemt, is dit altijd een eisch van 's lands defensie. Maar het wel .en wee van het lieve vaderland hangt er niet van af als eerst 1917 opkomt. En allen, die nog een oogenblik hun hart hebben vastgehouden waren toen gerust, want toen was die stemming van spanning, die in de Kamer heerschte, voor goed gewe ken. Die stemming was een overtuigend be wijs voor ons, die op de publieke tribune hadden plaats genomen, dat daarmede de zaak beslist was te onzen gunste. Toen stond de Minister van Oorlog op van zijn zetel en verliet, zoo rood als een kal koen, de vergaderzaal, om de Ministersverga dering bij te wonen, waar de beteekenis der motie zou worden besproken. En den volgen den avond konden wij in de bla'den de verblij dende mededeeling lezen, dat de oproeping der landstormplichtigen 1909 voorloopig tot nader datum verschoven was. Daarmede had dut de Minister van Oorlog zijn eerste groote politieke strop gehaald. Er was nog een derde argument, door den Minister gebezigd: Weten de heeren wel, wat zij doen, want, zeide hij, ik doe niets an ders dan uitvoering geven aa vroeger door u bepleite wenschen, om eerst de militie en dan den landstorm te laten gaan, laten au uit de Kamer de mannen komen die een be tere regeling weten te treffen. De heer d« Meester zeide: dat meent de Minister zoo ernstig niet en toen wisten wij ook, dat hij niét zou aftreden om deze interpellatie. •Nog een zaak was er, die ons hoop gaf:- Altijd wanneer er, zoolang de oorlog nu duurt, in de Kamer kwesties zijn, dan is de Minister van Binnenlandsche Zaken, Cort v-an der Linden, aanwezig. En wanneer deze opstaat en zegt: Ik wil de heeren wel zeggen, dat ik dezen maatregel beslist noodig acht in s lands belang, dan durft niemand de verant woordelijkheid op zich nemen om tegen een voorgestelden maatregel te stemmen, juist, omdat men niet weet, wat er echter steekt. Doch nu ging de heer Cort van der Linden heen vóór er gestemd werd en liet den heer Bosboom -alléén in zijn hemmetje staan, waarna de heer Marchand een buitengewoon scherpe critiek oefende op het beleid van den Minister en er daarna zijn blijdschap over ^uitsprak dat de premier het niet noodig acht te zelf bij de bespreking van de interpellatie aanwezig te zijn. Daarna wees de heer Otter op eenige pers- beschouwingen, waaruit duidelijk is, dat de Minister met toekomstplannen de landstor- mers wil paaien (b. v. vervroegde oproeping 1918). Vergadering, nu hebben wij bereikt, dat landstorm 1909 uitstel heeft gekregen. Ge moef evenwel bedenken, dat dit uitstel geen afstel beteekent en hierin is nu juist in de toe komst het kardinale punt onzer actie gelegen Wij moeten den boer op, trekken van het noorden naar het zuiden van ons lieve vader land en a 11 e landstormers, die nog kunnen worden opgeroepen, mede opwekken mede te arbeiden aan onze actie. Wij moeten zorgen, dat de schijnbeloften van den Minister voor ons tastbare werkelijkheid wordt. Alvorens wij worden opgeroepen, dient eerst 1918, naar de belofte van den Minister, sterk ver vroegd te worden ingelijfd. Bij de lancjstorm- mannen zijn leiders van bedrijven, kleine za kenmenschen en mannen met gezinnen, die een veel verantwoordelijker positie innemen dan jongenn van 19 jaar, wier oproeping niet zulke ernstige, economische gevolgen zal heb ben. Door onze krachtige actie, door steeds op hetzelfde aambeeld te hameren, moeten wij bergen van bezwaren weten te overwinnen. Vergadering, ik ben hiermede aan het ein de van mijn betoog. Willen wij iets bereiken, dan moet ge u wel trachten in te prenten, dat uw wachtwoord dient te zijn: organisatie Een beter wachtwoord is er op het oogenblik niet. Van den vroegen morgen tot den laten avond hebt ge elkander op te wekken tot or ganisatie, steeds organisatie eu nog eens or ganisatie. Daarna werden nog eenige mededeelingen gedaan. A.s. Zondag zal er te Amsterdam weder een landel ke vergadering worden ge houden, en werd de afdeelingen verzocht, af gevaardigden te zenden. De contributie werd na eenige bespreking vastgesteld op een mi nimum van 0.10 per lid per week. Van de contributie der vereenigingen komt 50 pet. ten goede van het hoofdbestuur voor de actie Nadat het bestuür met eenige "leden was uitgebreid en een collecte voor de actie was gehouden, werd de vergadering door den heer Grondsma, met dank aan de opgekome nen en den spreker, gesloten. BEGROOTING VAN HET BURGER WEESHUIS, DIENST 1917. De ontvangsten van bovengemelde instel ling worden begroot op 10370 en de uit gaven op 10085. Als eerste post van ont vang wordt geraamd het batig saldo der re kening van 1915 ad 644.83 en vervolgens luidt de raming der buitengewone ontvang sten: rente kapitaal der weezen 147.45; pensioen der weezen 70 en onzekere in komsten 1.51 Yi. Een nieuwe post restitutie voorschot ten behoeve van de beambten voor bijdrage pensioen wordt voorgedragen op 30.12 y,. De post „rente kapitaal der wee zen" is 142.13 hooger kunnen worden ge raamd dan voor 1916, terwijl de vorenge noemde nieuwe post verband houdt met de raming van den straks te behandelen post van uitgaaf „diverse kosten van het bestuur." Onder de gewone inkomsten komt als nieuwe post voor „rente van effecten k 11'5. Met betrekking tot den post rente van ef fecten, verdient het bijzondere aandacht, dat onder dezen post is opgenomen de rente van een erfenis van wijlen Mejuffrouw E. Meijer, een oud-suppoost der inrichting, dia bij tes tament hare nalatenschap, groot 506.82 aan het Burgerweeshuis heeft vermaakt. De uitgaven op hoofdstuk I Diverse kos ten van het Bestuur, worden geraamd als vólgt: tradementen en loonen 1100; incas so 100; defroyement 125 en premie pen sioen der weesmoeder 110. Blijkens de toelichting is bij besluit van het bestuur .van 15 Mei 1916 het tractement der weesoudere, behoudens de machtiging van den gemeenteraad, herzien en zal dit bedra gen: met ingang van 1 Januari 1917 650, met ingang van i Augustus 1918 750 en met ingang van 1 Augustus 1922 850 per jaar boven kost en inwoning van hen en hun- he drie kinderen, zoolang deze minderjarig zijn en bij hen inwonen. In verband hierme de wordt door het bestuur er op gewezen, dat de ontvangpost „vergoeding kinderen der weesouders' ad 100, is vervallen, wijl het onbillijk wordt geacht deze vergoeding nog langer van de weesouders te vorderen. Bij de sollicitatie was, naar gezegd wordt, verzuimd den weesouders mede te deelen, dat zij van het tractement een deel zouden moeten af staan voor de inwoning hunner kinderen en is deze voorwaarde eerst na hunne benoe ming te hunner kennis gekomen. Met betrekking tot de premiebetaling voor pensioen der beambten heeft het bestuur, re kening houdende met de wenken bij het Raadsbesluit houdende goedkeuring der be grooting, dienst 1916, gegeven, gemeend dat die bijdragen door de beambten zelf moeten worden betaald. Het voorziet echter, dat het voorschot dp die premiebetaling zulke afme tingen' zou kunnen' aannemen dat van terug gave door de beambten geen sprake meer zou kunnen zijn, waar reeds tot 1 Januari 1917 ten behoeve der weesouders zal zijn voor schoten 190.12/, 14.62* óver 1913 en over 1914, 1915 en 1916 telkens 58.50). Het bestuur heeft daarom met de weesóuders eene zoodanige regeling getroffen, dat de weesouders vanaf 1 Januari 1917 zelf hunne pensioensstorting zullen betalen in afwach ting dat tot hunne opname in het pensioen fonds voor de gemeen te-ambtenaren zai zijn besloten en dat zij het reeds voorgeschoten bedrag van 190.12* in 5 jaren aan het bestuur der instelling zullen festitueeren. Waar deze terugbetaling voor 1917 zal be dragen 30.12hi, en voor de vier volgende jar entelkens 40, is dit eerstgenoemde be drag als post van ontvang in de begrooting geraamd. De premie voor het pensioen der weesmoe der is in afwachting van de beslissing des Ministres gehandhaafd. Nu de herziening van het tractement der weesouders, in verband met de regeling aan de of de was, drong zich, zoo wordt verder in de toelichting gezegd, weder de vraag naar voren of de salariëering wel voldoende m'ocht heeten. Waar het bestuur bijzonder tevreden is over de wijze waarop de weesouders hunne taak opvatten, koft het niet besluiten het trac tement te laten op het minimumbedrag van f 650, te meer wanneer wordt nagegaan wel ke salarissen in. an dere gestichten worden be- taald. Na opsomming van eenige weehuizea elders, waar de salarissen varieeren van 800 tot 100 's jaars en na er op gewézen te hebben dat het aantal verpleegden in die weeshuizen' van geen- invloed is (als voorbeeld wordt aangehaald het weeshuis te Tiel, waar slechts één verpleegde is), meent het bestuur voldoende te hebben aangetoond dat de aan genomen. tractements-verhooging alleszins billijk is te achten. Ten slotte wórdt nog me degedeeld, dat de naaister met ingang van 16 Mei 1916 de inrichting verlaten heeft en door het bestuur besloten is voorshands de vacature niet aan te vullen, doch gebruik te maken van de hulp eener zoogenaamde huis naaister. De uitgaven op hoofdstuk II huishouding, worden geraamd op 4200 tegen 3950 voor 1916, hét verschil is te vinden in den post „kleeding en' manufacturen," die thans geraamd is op 1250 (voor 1916 op 1000) iri verband met de hoogere prijzen. Hoofd stuk IV Verpleging buiten het huis is ver hoogd met 200 (thans geraamd op 2200) medé in verband met de hoogere prijzen. Hoofdstuk V Onderwijs en. leermiddelen is eveneens verhoogd en wel met 100; deze post is thans geraamd op 250, in verband met het voornemen om eenige meisjes op te leiden tot naaister. Ten slotte worden ter vaststelling van de schadeloosstelling, bedoeld in artikel 12 van het reglement voor het Burgerweeshuis de kosten voor eiken wees voor het jaar 1917 ge raamd op 208.33. De bespreking van de posten dezer begroo ting, waarvan eenige vrij vérstrekkende ge volgen' zouden hebben, heeft de commissie tot belastingzaken aanleiding gegeven tot het maken van eenige opmerkingen Met het niet meer vorderen van de wees* ouders van de 100 vergoeding voor het in wonen hunner kinderen kan zij zich niet ver eenigen. Zij heeft niet de overtuiging dat de weesouders hunne benoeming hebben aan vaard zonder te weten van de voorwaarde dat zij 100 voor hunne kinderen zouden moeten betalen. Herziening van de jaarwedde der wees ouders acht de commisise na de gegeven toe lichting wel gewenscht. Evenwel, kan zij niet medegaan met het voorstel om de verhoogin gen toe te kennen om de vier jaar, waar in deze gemeente als regel de jaarwedden der ambtenaren en beambten om de drie jaar worden verhoogd; mede bestaat bezwaar, de verhoogingen te berekenen van af den datum der indiensttreding, omdat eveneens al* alge- meene regel in deze gemeente geldt, dat de verhoogingen ingaan den eersten der maand volgende op dien datum. Hiermede in ver band stelt onze commissie voor, de jaarwedde vast te stellen met ingang van 1 Januari 1917 op 700, te verhoogen met ingang van 1 September tot 750 en met ingang van 1 September 1922 tot 800. De commissie kan niet accoord gaan met het boven het tractement aan de weesouders toekennen van kostelooze voeding erf inwo ning van hunne drie kinderen zoolang deze minderjarig zijn en bij hen inwonen. Eene vergoeding van 10O per jaar aan de instel ling voor de voeding van 3 kinderen, die straks op. een leeftijd zullen gekomen zijn waarop de kosten deswege in geen geval la ger te ramen zullen zijn dan 300, is niet te hoog te noemen en onze commissie acht een indirecte tractements-verhooging op die wij ze pok ten opzichte van andere ambtenaren der gemeente niet te verdedigen. Blijkens de toelichting tot de begrooting heeft de naaister van het Burgerweeshuis de inrichting met ingang van 16 Mei 1916 ver laten en werd door het bestuur besloten vooishands geen nieuwe oproeping voor die vacature te doen Op dit besluit is het be stuur blijkens de toelichting eener intusschen ingezonden suppletoire begrooting terugge komen; door het in gebruik nemen van een grootere tijdelijke woning kunnen de weezen die tijdelijk buitenshuis verpleegd' worden, weder geleidelijk in de inrichting worden op genomen. Hierdoor is het noodzakelijk ge worden een naaister aan te stellen,, maar al vorens een nieuwe oproepiag daartoe te doen, wenscht het bestuur vooraf het salaris vooi deze betrekking vast te stellen in verband met het voornemen om de nieuwe beamte de stor tingen voor het pensioen zelve te laten doea. Voorheen bedroeg het salaris 200 per jaar boven kost en inwoning, het bestuur stelt thans voor de aanvangsjaarwedde te bepalen op 250 boven kost en inwoning en perio diek salarisverhoogingen in uitzicht te stel len, welke zullen bestaan in drie vierjaarlijk- sche verhoogingen elk van 50 tpt een maxi mum van 400. Waar de bij de suppletoire begrooting voorgestelde verhooging van uitgaven m ia- komsten gemakkelijk kan worden opgenomen in de onderverpelijke begrooting, heeft de commissie gemeend aanstonds omtrent deze suppletoire begrooting te kunnen dienen *an advies. Evenals bij de voorgestelde periodieke ver hoogingen der weesouders wordt het beter geacht het systeem te volgen, 't welk voor alle ambtenaren dezer gemeente geldt, namelijk de verhoogingen om de drie jaar toe te ken nen en te doen ingaan den eersten der maand volgende op den datum der indiensttreding. Verder meent de commissie dat ten opzich te van de aan te stellen naai-juffrouw zou kunnen worden yolstaan met de periodieke verhoogingen te stellen op 35 in plaats van op 50, doch in plaats van drie vierjaarlijk- sche verhoogingen in uitzicht te stellen drie driejaarlijksche'verhoogingen, zoodat bij een aanvangsjaarwedde van 250 na negen jaar een maximum kan worden bereikt van 355, natuurlijk met kost en inwoning. De commissie stelt den Raad voor te be sluiten: a. in de vorengemelde begrootmg aan te brengen de navolgende wijzigingen: o. aan de „gewone inkomsten" toe te voegen sen post „toelage voor de kinderen der weesouders" 100, waardoor de ont vangsten op dit hoofdstuk zullen bedragen 9576.08 en het totaal der inkomsten zal zijn 10470; 2o. onder hoofdstuk 1 der uitgaven „di verse kosten van het bestuur" post a „trac- tementen en loonen" te ramen op 1200, waardoor de uitgaven op dat hoofdstuk worden 1535 en iu totaal zullen bedra gen 10185. b. lo. de begrooting vast te stellen in ont- vang op 10470 en in uitgaaf op 10185 met een batig saldo van 285. 2o. het bedrag der schadeloosstelling voor verpleging van niet tot het huis be- hoorende weezen voor het jaar 1917 te be palen op 208.33 per wees. BEGROOTING GEMEENTE-GASABRIEK, DIENST 1917. De begrooting van de gasfabriek sluit In ontvang op 369560 en in uitgaaf op 402120 met een nadeelig saldo van 32560, te dekken uit de gekweekte rweve. CT 1 AARSCBE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 5