k&j Ês iliJl
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN,
m m
No»
Honderd en achttiende jaargang.
1916,
Abonnementspriis oer 3 maanden f 1—, fr. p. post f 1.25. fldYertentieoriisl2èCt. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERIHs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3.
ZATEB1IAH 9 DECEMBER
KLi-oixielsL.-
FEUILLETO N.
De Zeevalli.
Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden.
KRONIEK. Bezuiniging. Een
voordeeltje. - ,J>e dood zet hoog en
laag gelijk." Vereenvoudiging.
Generaliseeren.
We leven in een tijd van bezuiniging, ge
heel Europa bezuinigt, de geheele wereld be
zuinigt zelfs, want ook in andere werelddee-
len, zooals Amerika, zijn de oogsten dit jaar
niet zoo, dat men zich zooals anders in over
vloed van graan en andere levensbehoeften
kan verheugen. Maar, Eüropa bezuinigt nog
eens extra. Zonder aanzien of de landen in
oorlog zijn of niet. De lichtbesparingsmaat-
regelen in ons land, zijn 1 December in
Duitschland ook reeds ingevoerd, op nog
strenger schaal zelfs. Lichtreclames zijn in
Berlijn geheel en al vetboden, het is daar niet
een kwestie van duurder betalen bij gewoon
gebruik, men wordt eenvoudig gedwongen,
niet meer dan de hoog noodige lichten aan
te steken. Zoo zijn dan de drie grootste hoofd
steden van Europa, Londen, Parijs en Ber
lijn in duisternis gedompeld, Londen wegens
de Zeppelinaanvallen, Parijs en Berlijn we
gens de kolenschaarschte. Met het spoorweg
verkeer is het al net zoo. De Duitschers, die
er zoo op stoften, dat er dezen zomer in den
vacantietijd meer spoorkaartjes genomen
waren dan in de vredes-vacantiemaanden, ze
zijn al spoedig genoodzaakt geworden hun
spoordiensten in te krimpen, de verwarming
der wagens niet meer te doen plaats hebben,
de eerste klasse bijna geheel te doen verval
len. In Frankrijk, dat een belangrijk gedeel
te van z'n rollend spoorwegmaterieel door de
invallende Duitschers in 1914 zag vermees
teren, bouwt men wel zoo hard men kan
nieuw aan, maar ook daar kolennood en
groote troepentransporten. In Engeland, wel
geen steenkolennood, maar toch materieel-
nood. Want het gewone personenverkeer is
sedert het uitbreken van den oorlog er zeker
niet op verminderd en daarbij komen de zeer
groote troepentransporten.
De Daily Chronicle geeft dan ook aan a 1-
1 e n die eén spoorreis willen ondernemen
den raad „doe het niet." Van regeeringszijde
gaat men nu wel zoo ver niet, maar de re
geering acht, volgens haar verklaring de tijd
gekomen dat ieder, die van plan is een spoor
reis te gaan maken, het bewijs moet kunnen
leveren dat de reis strikt noodzakelijk is en
op geenerlei wijze kan vermeden worden. Te
vens wijst de regeering alle handelaars er op,
dat zij alles wat in hun macht is, moeten doen
om de spoorwagens zoo spoedig mogelijk te
doen laden en te ontladen, en bij de verzen
ding hunner goederen er naar moeten trach
ten, zoo weinig mogelijk ruimte in beslag te
nemen.
En zooals het in de oorlogvoerende landen
gaat, zoo gaat het ook in de onzijdige, allen
hebben zijn hun, zij het soms verschillende,
nooden, allen moeten voelen wat de oorlog
is, welke de beschaving jaren achteruit zet en
de economische verhoudingen uit hun ver
band rukt, steeds meer en steeds sneller. En
wat nu m een razend snel tempo wordt ver
loren, de handel die wordt lamgelegd, de
bedrijven die worden stop gezet de men-
schelijke arbeidskracht die steeds meer ver
zwakt, al versterkt ze zich dan op het punt
van de oorlogvoering, wat juist tot haar ver
nietiging leidt het zal jaren en jaren van
onafgebroken inspanning en opoffering kos
ten om dit weer heel langzamerhand te her
winnen.
Bij dit interen op alle kapitaal gaat men
op de kleintjes leken. Zoo brachten laatst
een aantal motor vrachtwagens in Londen de
overblijfselen van de in Essex neergeschoten
Zeppelin aan. Behalve dat de stukjes allumi-
Roman uit het laatst der 16e eeuw,
naar 't Engeisch van RAFAaL SABATINI
32)
De schelmachtige schipper boog zich diep
in zijn ontroering, nam Sakr-el-Bahr's hand
en bracht die aan zijn lippen.
„Afgesproken", zei hij. „U hebt mij genade
betoond, hoewel ik het niet aan u verdiend
heb. Vrees niet voor mijn trouw. Mijn leven
behoort u, en hoewel het niet veel waard is,
kunt u er mede doen wat u wilt".
Ondanks hem zelf drukte Sakr-el-Bahr de
hand van den schurk vaster, en jasper sloop
weer weg van de campagne, voor ditmaal diep
getroffen door een goedertierendheid, die hij
wist dat onverdiend was, maar die hij zwoer
te zullen verdienen.
um, welke bij het overladen op de straat vie
len en oogenblikkelijk door verschillende
loopjongens van kantoren, die juist hun mid
daguurtje hadden, weggegritst werden, een
levendigen handel in Zeppeün-relequien de
den ontstaan, vertegenwoordigt het geraamte
van den lucfttkruiser, waaraan een gewicht
van 9 ton allumium verwerkt was, voor het
Engelsche gouvernement een waarde van bij
na 45000.
De begrafenis van vorsten gaat steeds met
zeer veel ceremonieel gepaard,die der Oosten-
rijksche keizer in 't bijzonder. Van een der
plechtige handelingen daarbij .deelt de Daily
Chronicle het volgende medeDe leden van de
Keizerlijke familie worden in het Capucijner-
klooster bijgezet, en als de begrafenisstoet de
poort van het klooster genaderd is treedt er
een monnik naar voren en vraagt den naam
van den overledene. Alle namen en titels van
den heerscher worden dan door den heraut
opgelezen. De monnik antwoordt, dat zulk
een persoon niet bij den Almachtige bekend is.
Na een kort oogenblik worden dan slechts de
doopnamen van den keizer genoemd. Dan
wordt de poort geopend en de stoet kan voort
gaan.
Wat de nieuwe keizer betreft, zijn naam
zal zijn keizer Karei I van Oostenrijk en ko
ning Karei IV van Hongarije. De heer Louis
Forest, de schrijver van de dikwijls rake en
geestige „Echo's" in de Matin, vindt het voor
een Franschman tegenwoordig wel wat veel
om voor een heerscher over vijandelijke lan
den twee namen te onthouden, hij stelt daar
om eenvoudig voor, hem Karei 2V2 te noe
men.
In de „Echo's" komt ook het volgende voor:
Een moeder heeft een zoon van 4 jaar, André
geheeten. Zij bewondert hem, 't is een flink,
dapper moedertje, ze verzekert den heer Fo
rest, dat het strikt noodzakelijk is, dat het vol
gende gesprek tusschen haar André en z'n
vriend Jules openbaar gemaakt wordt.
André: „Is je vader Franschman?"
Jules, wiens vader, die zich in 't geheel
niet aan den dienst wil onttrekken, maar die
bij de administratie geplaatst is:
„Ja zeker".
André: „Maar waarom draagt hij dan
zuo'n hoed" (beschrijft met z'n handen een
dop-hoed.)
Jules, die niet slagvaardig is, zoekt naar
een antwoord.
André: „Jouw vader, dat is een meneer,
maar mijn papa heeft een ijzeren hoed, dat is
een Franschman!"
De moeder van André betuigt, dat deze
woorden waardig zijn historische te worden.
De heer Forest ziet er een bewijs van groote
eenzijdigheid in, men hoeft niet juist naar het
front om z'n vaderland groote diensten te be
wijzen, en als men op 4-jarigen leeftijd al zóó
begint te generaliseeren en dan nog wordt
toegejuicht, welke domheden zal men dan op
30-jarigen leeftijd verkoopen. Juist dat gene
raliseeren is er de oorzaak van, dat vele
Fransche vaders hun dophoed door den ijzer-
hoed hebben moeten vervangen. Ze zeiden
bijv. als een Duitscher een vredelievende ver
klaring aflegde: „De Duitschers willen geen
oorlog, dan is ook niet noodig zich voor te be
reiden."
BINNENLAND.
HOOFDSTUK VII.
Marzak-ben-Asad.
Er waren niet minder dan veertig kameelen
noodig, om de lading van den Hollandschen
koopvaarder van de haven naar de Kasbah te
vervoeren, en de optocht zorgvuldig gere
geld door Sakr-el-Bahr, die de waarde kende
van zulke vertooningen, om indruk op het volk
te maken, was zooals nog nooit gezien was in
de nauwe straten van Algiers bij den terug
keer van een rooftocht. Hij was ten volle den
UIT HEILOO.
De raad vergaderde Vrijdagmiddag.
Wegens ongesteldheid was de neer van der
Molen afwezig.
De heeren van 't Veer en Zwart werden be
iast met het onderzoek van oe geloofsbrieven
van het nieuw gekozen lid, de heer Venneij,
die na onderzoek werden goedgekeurd, waar
op de heer van t Veer op verzoek van den
Voorzitter de heer Vermeij binnenleidde, om
in de handen van den voorzitter de vereischte
eeden af te leggen.
De Voorzitter feliciteerde den heer Vermeij
met het vertrouwen dat de kiezers in hem
hadden gesteld en sprak den wensch uit, nog
vele jaren met hem te kunnen samenwerken
De andere heeren gaven hun instemming te
kennen.
Van mej. Vos was een dankbetuiging inge
komen voor de verhooging van haar salaris
als concierge van het raadhuis.
Van den heer Vos was het verzoek ingeko
men om zijn salaris te verhoogen en zijn wo
ning met het oog op zijn pensioengrondslag
hooger te waardeeren.
Adressant wees er op reeds 29 jaar veld
wachter in de gemeente te zijn. Hij was aan
gesteld op 350 salaris, 75 voor kleeding
en schoeisel en 50 voor vrij wonen. Gedu
rende 20 jaar was er in dat salaris geen wij
zigmg gebracht, daarna volgde een 50 ver
hooging, waardoor zijn pensioengrondslag
550 werd. Bij de behandeling van de be-
grooting dienst 1917 volgde 25 verhoo
ging, doch in de raadsvergadering van 8
Nov. daarop volgend werden alle salarissen
voor het onderwijzend personeel herzien en
verhoogd. In verhouding tot de salarissen
van de andere ambtenaren m de gemeente
oordeelde adressant de zijne armzalig laag,
bovendien was de bevolking verdubbeld
Zijn woning was minstens zoo goed als
die van mej. van Amstel, die meer verwoont.
Met het oog op zijn pensioengrondslag was
verhooging van zijn vrije woning gewenscht.
De voorzitter deelde mede dat B. en W. de
salarieering van den veldwachter voor diens
prestaties voldoende achtte. Wel oordeelden
zij het billijk zijn woning voortaan op 2
te waardeeren. Zonder hoofdelijke stemming
werd hiertoe besloten.
De voorzitter deelde mede sinds eergister
de lantaarns niet meer te hebben laten bran
den. Dit geschiedde ingevolge de circulaire
van den minister waarin op kolenbesparing
werd aangedrongen.
Toch geloofde spreker, dat Heiloo zich
daarvan weinig had aan te trekken, aangezien
de gemeente alleen stroom van de K. E. M.
distribueert. Voor alle zekerheid schreef spr.
den directeur van den K. E. M. en deze ver
zekerde per schrijven d.d. 5 Dec., geen kolen-
gebrek te hebben. De K. E. M. gebruikte Lim-
burgsche kolen en deze had men genoeg. Een
hoofdingenieur van den K. E. M. bevestigde
dit nog op de vergadering in Alkmaar.
Het stoken met Limburgsche kolen eischen
andere vuren en de gasfabriek te Alkmaar
moet Duitsche kolen hebben wegens haar vu
ren. Wij oordeelden het evenwel toch goed
om in het besparen van kolen een voorbeeld
te geven.
Met de St. Nicolaas liep de maximale be
lasting bovendien ontzettend op en waar hel
de gemeente een 150 kon bevoordeelen,
daar was spr. zoo vrij op eigen verantwoor
delijkheid de aanmerkelijke besparing te laten
uitvoeren.
Algemeen oordeelde men de genomen maat
regel goed.
De voorzitter wees er op, dat wanneer men
nu de lampen niet meer liet branden na 9
uur tot 1 uur, dan had men geen kans meer
dat de maximale belasting opliep en dan kos
te dit in het geheel slechts 9 ct. per avond
De heer van 'tVeer was voor beperking
doch met het oog op de openbare veiligheid
oordeelde hij het noodzakelijk om de helft
van het aantal lantaarns te laten branden.
De voorzitter oordeelde opvoering van het
tarief en winkelsluiting, waar de K E. M
grootsten Muzelmanschen veroveraar waar
dig, die de zeeën bevoer, hem, die niet tevre
den met de kalme, Middellandsche Zee, zich
gewaagd had op den wijden Oceaan. Vooraan
marcheerden een honderdtal van zijn zeeroo-
vers in hun korte kaftans van iedere denkbare
kleur, hun middel omwonden door opzichti
ge sjerpen, sommigen van hen droegen een
waar magazijn van wapenen bij zichvelen
hadden harnassen aan en boven op hun tul
band zag men bij eenigem den glimmenden
piek van een helm. Achter hen kwamen som
ber en met ketenen beladen de honderd gevan
genen, die aan boord van den Hollander ge
maakt waren, voortgedreven door de zweepen
der zeeroovers, die naast hen liepen. Toen
kwam weer een regiment zeeroovers en achter
dezen de lange rij statige kameelen, die lang
zaam voortstapten, geleid door schreeuwende
Sahara-bewoners. Daarna volgden nog meer
zeeroovers, en toen, gezeten op een wit Ara
bisch paard, het hoofd omwonden met een
tulband van goud laken, kwam Sakr-el-Bahr.
In de nauwere straten, met hun wit- en geel-
gepleisterde huizen, die slechts gladde muren
vertoonden zonder raam, alleen hier en daar
verbroken door een enkelen spleet, om licht en
lucht door te laten, stonden de toeschouwers
opeen gepakt op de drempels, om niet dood
gedrukt te worden door de kameelen, wier
last aan weerszijden zoo ver uitstak, dat Zij
die nauwe straten geheel vulden. Maar de
meer open ruimten, zooals het strand aan bei
de kanten van de haven, het plein voor de sla
venmarkt, en de toegangen tot Asad's ver
sterkt paleis, waren dicht bezet met een bonte
juidnr.de menigte. Er waren statige Mooren
van oordeel was, dat de electrische verlich
ting ten platte lande al zoo spaarzaam ge
bruikt werd en tegen wijziging in het tarief
was om een terugslag voor het bedrijf te
voorkomen, ongewenscht.
De heer Van 't Veer: Van de K. E. M. is
geen schrijven gekomen om te bezuinigeir.
Spr. wil laten branden die nu nog branden,
dat is nu de helft.
De heer Bakker meende, dat men met lichte
maan wel kon zien. Het scheelt veel hoe de
maan staat.
De heer Van1 't Veer meende, dat het ook
met lichte maan bij slecht weer donker kan
zijn. Voor het branden tot één uur gevoelt hij
niets.
De Voorzitter gevoelde er met het oog op
den laatsten trein, veel voor om de lantarens
des avonds ook te laten branden, laat men
daar niet aan tornen. Het kost maar een 9 ct.
per avond.
De heer Zwart zou wel willen voorstellen
om ze om 11 uur uit te doen.
De heer Van 't Veer oordeelde dat te vroeg
Spr. was voor 12 uur.
De Voorzitter wees er nogmaals op, dat de
reizigers met den laatsten trein daar weer
bezwaar tegen hebben.
Het voorstel >van den heer Van 't Veer, om
de lantarens die nu branden ook met lichte
maan te laten branden, kwam in stemming en
werd verworpen. Er vóór stemden de heeren
Van 't Veer en Vermeij.
De heer Maas Geesteranus oordeelde het
gewenscht om als gemeente een voorbeeld in
oezuiniging te geven.
De heer Zwart was vóór het branden tot
11 uur.
Allen waren hier tegen.
Het voorstel van den heer Van 't Veer, om
gedurende den crisisduur de lantarens tot 12
uur te laten branden, werd aangenomen. De
heer Mulder stemde tegen.
De heer Zwart vond het wenschelijk om
met Kerstnacht des morgens tot 4 uur te la
ten branden.
De heer Bakker stelde voor om de och
tendverlichting van 5 tot 6 uur te stellen.
Dit voorstel werd aangenomen.
De maatregelen gelden alleen voor den cri
sisduur.
De Voorzitter merkte op, dat de K. E. M.
schrijft, dat waar op het platteland de eleotri-
sche verlichting toch ai zoo zuinig wordt ge
bruikt, tariefswijziging een terugslag in het
gebruik en de beperking van de aansluitingen
zouden geven. Waar de K. E. M. kolen ge
noeg had, daar oordeelde zij invoering van
de beperkende maatregelen ongewenscht.
Spreker stelde voor om maar niét tot de
andere beperkende maatregelen als tariefsver-
hooging en winkelsluiting over te gaan.
De heer Maas Geesteranus bracht naar vo
ren, dat dit ook zeer ongewenscht zou zijn.
De nu getroffen maatregelen zijn indirect een
voordeel voor de gemeente, de andere maat
regelen zouden een nekslag voor het bedrijf
beteekenen.
De tarieven dienen zoo lang mogelijk on
gewijzigd te blijven. Voor de gemeente geldt
inzake het verbruik door de burgers zoo lang
mogelijk: „Hoe meer hoe liever".
Hierna werd op verzoek van Gedeputeer
den een leeningsbesluit gewijzigd.
Het gemeente-verslag werd vastgesteld.
Het zielental bedroeg 2767.
De heer Maas Geesteranus wees er op, dat
hij met de verklaring in het verslag, dat het
pompwater, het bakwater en het welwater
wit was en de reuk en de smaak goed, zich
had kunnen vereenigen, onder de uitdrukke
lijke voorwaarde, dat men zich ovér de hoe
danigheid niet uitliet.
De begrooting voor het distributiebedrijf
werd hierna overeenkomstig het ontwerp van
in wijde mantels naast halfnaakte negers uit
Sus en Draa; magere, geduldige Arabieren
in hun smettelooze, witte djellabas stonden
schouder aan schouder met Berbers uit de
hooglanden in zwarte, kemelsharen mantels;
er waren Turken uit de Levant, en Joodsche
vluchtelingen uit Spanje, opzichtig gekleed in
Europeesdie dracht, die hier geduld werden,
omdat zij aan de Mooren verbonden waren
door gemeenschap lijden en gemeenschappe
lijke ballingschap uit het land, dat eens het
hunne was.
Onder de gloeiende Afrikaansche zon stond
deze men igte opeengepakt, om Sakr-el-Bahr te
verwelkomen; en dat deed zij met zulk een
donderend gejuich, dat de echo ervan in de
Kasbah op den heuvel weerklonk, om zijn na-
deriifg aan te kondigen.
Toen hij evenwel het paleis bereikte, was de
stoet tot meer dan de helft geslonken. Bij de
slavenmarkt was hij verdeeld en de zeeroo
vers, aangevoerd door Othmani, hadden de
gevangenen weggebracht naar het bagno, ter
wijl de kameelen den heuvel opgingen. Onder
de groote poort van Kasbah stapten zij in den
uitgestrekten voorhof, om in twee rijen opge
steld te worden, waarna hun geleiders hen
deden knielen. Zij werden slechts gevolgd
door een veertig zeeroovers als eerewacht van
den aanvoerder. Zij plaatsten zich aan weers
zijden van de poort, na Asad-ed-Din diep ge
groet te hebben. De Dey zat in de schaduw
van een zeil op een divan in gezelschap van
zijn vizier Tsamanni en van Marzak, en be
waakt door een half dozijn soldaten, wier
donkere kleeding een sprekenden achtergrond
vormde voor 't groen en goud van zijn met
juweelen bezet kleed. In zijn witten tulband
schitterde een halve maan van smaragd.
Het gelaat van den Dey stond somber en
peinzend, toen hij die lange rij belaste kamee
len zag aankomen. Zijn gedachten waren nog
vervuld van den twijfel aan Sakr-el-Bahr, die
Fenzileh's listige woorden en nog listiger
zwijgen in hem hadden gewekt. Maar op het
zien van den bevelhebber zelf klaarde zijn ge
zicht plotseling op, zijn oogen schitterden en
hij stond op, om hem welkom te heeten, zoo
als een vader zijn zoon zou doen, die gevaren
had doorstaan in een dienst, die hun beiden
lief was. Sakr-el-Bahr was aan de poort afge
stegen, en trad den voorhof te voet binnen.
Groot en indrukwekkend het hoofd omhoog,
trad hij met groote waardigheid naar den voet
van den divan; gevolgd door Ali en een man
met een gezicht zoo bruin als mahoniehout,
met tulband en rooden baard, in wien het ee-
nige moeite kostte den schurkachtigen Jasper
Leigh te herkennen, nu in de volledige wapen
rusting van den waren renegaat.
Sakr-el-Bahr knielde neer en boog plechtig
voor zijn vorst.
De zegen van Allah en zijn vrede zijn met
u, Heer," luidde zijn groet.
En Asad, bukkend om die schitterende fi
guur in zijn armen te drukken, gaf hem een
welkomsgroet, die de glurende Fenzileh haar
tanden deed knarsen achter het gebeeldhouw
de traliewerk, dat haar verborg.
„Allah en onze Heer Mohamed zijn ge
loofd, dat gij in gezondheid teruggekeerd zijt,
mijn zoon. Mijn oude hart is reeds verblijd
geworden door het bericht van Uw overwin
ningen in dienst van het Geloof".
de directeuren vastgesteld. Op voorstel van
den Voorzitter werd het door hen geraamde
bedrag van 4000 op 4500 gesteld. De uit
gaven voor de gemeente werden voor het
meel op 1128, voor het varkensvleesch op
1280, voor het vet op 75, voor het spek
op 45, voor rijst op 70, voor gort op
11,25, voor havermout op ƒ12,60, voor
zeep op 120, voor administratie en port op
150, alles voor een geheel jaar, gesteld.
Goedgevonden werd om aan den directeur
van het distributiebedrijf toe te staan een
klerkje voor het bedrijf te benoemen.
De Voorzitter zeide hierop, dat de heer
Blankenstein wegens vertrek naar Zalt-
Bommel eervol ontslag vraagt als ambtenaar
van> den Burgerlijken Stand.
Dit ontslag werd eervol verleend.
De Voorzitter zeide, dat hij ingevolge het
vertrek van den heer Blankenstein gemeend
heeft ontslag te moeten vragen als gemeente
secretaris en wel met ingang van 1 Januari.
Reeds is er een advertentie voor een1 nieuwen
secretaris geplaatst. Spreker's ontslag zal
door de Koningin goedgekeurd moeten wor
den. Zijn ontslag zal hij, indien de Raad hem
dit verleent, direct indienen. Men kan dan
zoo spoedig mogelijk een nieuwen secretaris
benoemen.
Besloten werd het gevraagde ontslag eer
vol te verkenen.
Tot lid van de electriciteitscommissie werd
hierop de heer Zwart gekozen met 4 stem
men en wel bij tweede stemming.
Het plan voor de gemeente-begraafplaats
werd hierop in behandeling gebracht.
De Voorzitter lichtte eenfge door B. en W.
ontworpen bezuinigingen toe. Men kan voor-
loopig Va van het terrein ophoogen en 2/»
van den grond verhuren. Men heeft dan ruim
te gemaakt voor 600 lijken en op het tegen
woordig kerkhof werden er het vorig jaar 15
begraven.
De heer Bouman kwam ter vergadering en
verklaarde 5000 te kunnen bezuinigen.
De heer Maas Geesteranus merkte op, dat
ook dan het kerkhof nog 1000 per jaar zal
kosten.
De Voorzitter wees er op, dat de woning
een' huur kan opbrengen. Het was ook wel
gewenscht, dat de gemeente een bergplaats
voor haar gereedschappen had, daarvoor kon
het andere gebouwtje dienen.
De heer Maas Geesteranus meende, dat een
wijziging in het reglement op het begraven
dan ook noodig zal zijn.
De heer Mulder was tegen te veel bezuini
ging. De begraafplaats was toch al een treu
rige plek, men moest die niet te akelig ma
ken.
De heer Van 't Veer meende eveneens, dat
het plan niet te krenterig mocht worden uit-
gevoerd.
De heer Vermeij oordeelde het ook ge
wenscht, om het huisje niet weg te laten.
Wordt de begraafplaats eenmaal geheel in ge-
'bruik genomen, dan kan het huisje ook later
nog jaren dienst doen. Het front oordeelde
spreker, moest een flink aanzien geven en
voor bezoekers was het ook gewenscht, wan
neer het huisje direct gebouwd werd. Zij
wisten dan waar ze terecht konden.
De heer Maas Geesteranus oordeelde ook,
dat men het huisje goed moest bouwen of
niet bouwen. Misschien was het later bouwen
goedkooper.
De heeren^ Bakker en Zwart wilden den
voorweg niet bestraten, doch met sintels be
dekken Men kan dan dat bedrag gebruiken
voor het planten van boomen.
De heer Van 't Veer meende, dat men even
goed deed om de boomen toch te planten.
De heer Maas Geesteranus wilde het ge
heel e overige terrein met boomen beplanten.
Dit zou beter zijn dan het als land te verhu
ren. Algemeen was men het hiermede eens.
Daarop volgde de uitstalling van al de
schatten, die den Hollander ontnomen waren,
en hoewel Asad's verwachtingen reeds sterk
gespannen warfen door Othmani's verhaal,
werden zij nog verre overtroffen door hetgeen
hij nu voor zich zag uitgspreid. Eindelijk
werd alles naar de schatkamers verwezen en
Tsamanni werd opgedragen, het bedrag op te
maken en het aandeel te bepalen van ieder, die
er bij betrokken was want in zulke onder
nemingen waren allen deelgenooten, van den
Dey zelf, die den staat vertegenwoordigde, tot
dert minsten zeeroover, die op de schepen van
het Geloof gediend had, en ieder had zijn
aandeel in de buit, grooter of kleiner, naar
mate van zijn rang, terwijl het twintigste van
het geheel aan Sakr-el-Bahr zelf toekwam.
In den voorhof bleven alleen Asad, Marzak,
de soldaten enSakr-el-Bahr met Ali en Jasper.
Toen stelde Sakr-el-Bahr zijn nieuwen officier
aan den Dey voor, als iemand, op wien de ge
nade van Allah was nedergedaald, een groot
strijder en een bekwaam zeeman, die zijn ta
lenten en zijn leven aan den dienst van den
Islam gewijd had, die door Sakr-el-Bahr was
aangenomen, en nu voor Asad stond, om be
vestigd te worden.
Marzak viel hem brommend in de rede, en
riep uit, dat er reeds te veel vroegere Christen
honden in de gelederen van de strijders van
het Geloof waren, en dat het onverstandig
was, hun aantal te vermeerderen en vermetel
van Sakr-el-Bahr, om dit uit zichzelf te doen.
Wordt vervolgd.
■Cl
COURANT
Bzsau