k&j Ês iliJl DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN, m m No» Honderd en achttiende jaargang. 1916, Abonnementspriis oer 3 maanden f 1—, fr. p. post f 1.25. fldYertentieoriisl2èCt. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERIHs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3. ZATEB1IAH 9 DECEMBER KLi-oixielsL.- FEUILLETO N. De Zeevalli. Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. KRONIEK. Bezuiniging. Een voordeeltje. - ,J>e dood zet hoog en laag gelijk." Vereenvoudiging. Generaliseeren. We leven in een tijd van bezuiniging, ge heel Europa bezuinigt, de geheele wereld be zuinigt zelfs, want ook in andere werelddee- len, zooals Amerika, zijn de oogsten dit jaar niet zoo, dat men zich zooals anders in over vloed van graan en andere levensbehoeften kan verheugen. Maar, Eüropa bezuinigt nog eens extra. Zonder aanzien of de landen in oorlog zijn of niet. De lichtbesparingsmaat- regelen in ons land, zijn 1 December in Duitschland ook reeds ingevoerd, op nog strenger schaal zelfs. Lichtreclames zijn in Berlijn geheel en al vetboden, het is daar niet een kwestie van duurder betalen bij gewoon gebruik, men wordt eenvoudig gedwongen, niet meer dan de hoog noodige lichten aan te steken. Zoo zijn dan de drie grootste hoofd steden van Europa, Londen, Parijs en Ber lijn in duisternis gedompeld, Londen wegens de Zeppelinaanvallen, Parijs en Berlijn we gens de kolenschaarschte. Met het spoorweg verkeer is het al net zoo. De Duitschers, die er zoo op stoften, dat er dezen zomer in den vacantietijd meer spoorkaartjes genomen waren dan in de vredes-vacantiemaanden, ze zijn al spoedig genoodzaakt geworden hun spoordiensten in te krimpen, de verwarming der wagens niet meer te doen plaats hebben, de eerste klasse bijna geheel te doen verval len. In Frankrijk, dat een belangrijk gedeel te van z'n rollend spoorwegmaterieel door de invallende Duitschers in 1914 zag vermees teren, bouwt men wel zoo hard men kan nieuw aan, maar ook daar kolennood en groote troepentransporten. In Engeland, wel geen steenkolennood, maar toch materieel- nood. Want het gewone personenverkeer is sedert het uitbreken van den oorlog er zeker niet op verminderd en daarbij komen de zeer groote troepentransporten. De Daily Chronicle geeft dan ook aan a 1- 1 e n die eén spoorreis willen ondernemen den raad „doe het niet." Van regeeringszijde gaat men nu wel zoo ver niet, maar de re geering acht, volgens haar verklaring de tijd gekomen dat ieder, die van plan is een spoor reis te gaan maken, het bewijs moet kunnen leveren dat de reis strikt noodzakelijk is en op geenerlei wijze kan vermeden worden. Te vens wijst de regeering alle handelaars er op, dat zij alles wat in hun macht is, moeten doen om de spoorwagens zoo spoedig mogelijk te doen laden en te ontladen, en bij de verzen ding hunner goederen er naar moeten trach ten, zoo weinig mogelijk ruimte in beslag te nemen. En zooals het in de oorlogvoerende landen gaat, zoo gaat het ook in de onzijdige, allen hebben zijn hun, zij het soms verschillende, nooden, allen moeten voelen wat de oorlog is, welke de beschaving jaren achteruit zet en de economische verhoudingen uit hun ver band rukt, steeds meer en steeds sneller. En wat nu m een razend snel tempo wordt ver loren, de handel die wordt lamgelegd, de bedrijven die worden stop gezet de men- schelijke arbeidskracht die steeds meer ver zwakt, al versterkt ze zich dan op het punt van de oorlogvoering, wat juist tot haar ver nietiging leidt het zal jaren en jaren van onafgebroken inspanning en opoffering kos ten om dit weer heel langzamerhand te her winnen. Bij dit interen op alle kapitaal gaat men op de kleintjes leken. Zoo brachten laatst een aantal motor vrachtwagens in Londen de overblijfselen van de in Essex neergeschoten Zeppelin aan. Behalve dat de stukjes allumi- Roman uit het laatst der 16e eeuw, naar 't Engeisch van RAFAaL SABATINI 32) De schelmachtige schipper boog zich diep in zijn ontroering, nam Sakr-el-Bahr's hand en bracht die aan zijn lippen. „Afgesproken", zei hij. „U hebt mij genade betoond, hoewel ik het niet aan u verdiend heb. Vrees niet voor mijn trouw. Mijn leven behoort u, en hoewel het niet veel waard is, kunt u er mede doen wat u wilt". Ondanks hem zelf drukte Sakr-el-Bahr de hand van den schurk vaster, en jasper sloop weer weg van de campagne, voor ditmaal diep getroffen door een goedertierendheid, die hij wist dat onverdiend was, maar die hij zwoer te zullen verdienen. um, welke bij het overladen op de straat vie len en oogenblikkelijk door verschillende loopjongens van kantoren, die juist hun mid daguurtje hadden, weggegritst werden, een levendigen handel in Zeppeün-relequien de den ontstaan, vertegenwoordigt het geraamte van den lucfttkruiser, waaraan een gewicht van 9 ton allumium verwerkt was, voor het Engelsche gouvernement een waarde van bij na 45000. De begrafenis van vorsten gaat steeds met zeer veel ceremonieel gepaard,die der Oosten- rijksche keizer in 't bijzonder. Van een der plechtige handelingen daarbij .deelt de Daily Chronicle het volgende medeDe leden van de Keizerlijke familie worden in het Capucijner- klooster bijgezet, en als de begrafenisstoet de poort van het klooster genaderd is treedt er een monnik naar voren en vraagt den naam van den overledene. Alle namen en titels van den heerscher worden dan door den heraut opgelezen. De monnik antwoordt, dat zulk een persoon niet bij den Almachtige bekend is. Na een kort oogenblik worden dan slechts de doopnamen van den keizer genoemd. Dan wordt de poort geopend en de stoet kan voort gaan. Wat de nieuwe keizer betreft, zijn naam zal zijn keizer Karei I van Oostenrijk en ko ning Karei IV van Hongarije. De heer Louis Forest, de schrijver van de dikwijls rake en geestige „Echo's" in de Matin, vindt het voor een Franschman tegenwoordig wel wat veel om voor een heerscher over vijandelijke lan den twee namen te onthouden, hij stelt daar om eenvoudig voor, hem Karei 2V2 te noe men. In de „Echo's" komt ook het volgende voor: Een moeder heeft een zoon van 4 jaar, André geheeten. Zij bewondert hem, 't is een flink, dapper moedertje, ze verzekert den heer Fo rest, dat het strikt noodzakelijk is, dat het vol gende gesprek tusschen haar André en z'n vriend Jules openbaar gemaakt wordt. André: „Is je vader Franschman?" Jules, wiens vader, die zich in 't geheel niet aan den dienst wil onttrekken, maar die bij de administratie geplaatst is: „Ja zeker". André: „Maar waarom draagt hij dan zuo'n hoed" (beschrijft met z'n handen een dop-hoed.) Jules, die niet slagvaardig is, zoekt naar een antwoord. André: „Jouw vader, dat is een meneer, maar mijn papa heeft een ijzeren hoed, dat is een Franschman!" De moeder van André betuigt, dat deze woorden waardig zijn historische te worden. De heer Forest ziet er een bewijs van groote eenzijdigheid in, men hoeft niet juist naar het front om z'n vaderland groote diensten te be wijzen, en als men op 4-jarigen leeftijd al zóó begint te generaliseeren en dan nog wordt toegejuicht, welke domheden zal men dan op 30-jarigen leeftijd verkoopen. Juist dat gene raliseeren is er de oorzaak van, dat vele Fransche vaders hun dophoed door den ijzer- hoed hebben moeten vervangen. Ze zeiden bijv. als een Duitscher een vredelievende ver klaring aflegde: „De Duitschers willen geen oorlog, dan is ook niet noodig zich voor te be reiden." BINNENLAND. HOOFDSTUK VII. Marzak-ben-Asad. Er waren niet minder dan veertig kameelen noodig, om de lading van den Hollandschen koopvaarder van de haven naar de Kasbah te vervoeren, en de optocht zorgvuldig gere geld door Sakr-el-Bahr, die de waarde kende van zulke vertooningen, om indruk op het volk te maken, was zooals nog nooit gezien was in de nauwe straten van Algiers bij den terug keer van een rooftocht. Hij was ten volle den UIT HEILOO. De raad vergaderde Vrijdagmiddag. Wegens ongesteldheid was de neer van der Molen afwezig. De heeren van 't Veer en Zwart werden be iast met het onderzoek van oe geloofsbrieven van het nieuw gekozen lid, de heer Venneij, die na onderzoek werden goedgekeurd, waar op de heer van t Veer op verzoek van den Voorzitter de heer Vermeij binnenleidde, om in de handen van den voorzitter de vereischte eeden af te leggen. De Voorzitter feliciteerde den heer Vermeij met het vertrouwen dat de kiezers in hem hadden gesteld en sprak den wensch uit, nog vele jaren met hem te kunnen samenwerken De andere heeren gaven hun instemming te kennen. Van mej. Vos was een dankbetuiging inge komen voor de verhooging van haar salaris als concierge van het raadhuis. Van den heer Vos was het verzoek ingeko men om zijn salaris te verhoogen en zijn wo ning met het oog op zijn pensioengrondslag hooger te waardeeren. Adressant wees er op reeds 29 jaar veld wachter in de gemeente te zijn. Hij was aan gesteld op 350 salaris, 75 voor kleeding en schoeisel en 50 voor vrij wonen. Gedu rende 20 jaar was er in dat salaris geen wij zigmg gebracht, daarna volgde een 50 ver hooging, waardoor zijn pensioengrondslag 550 werd. Bij de behandeling van de be- grooting dienst 1917 volgde 25 verhoo ging, doch in de raadsvergadering van 8 Nov. daarop volgend werden alle salarissen voor het onderwijzend personeel herzien en verhoogd. In verhouding tot de salarissen van de andere ambtenaren m de gemeente oordeelde adressant de zijne armzalig laag, bovendien was de bevolking verdubbeld Zijn woning was minstens zoo goed als die van mej. van Amstel, die meer verwoont. Met het oog op zijn pensioengrondslag was verhooging van zijn vrije woning gewenscht. De voorzitter deelde mede dat B. en W. de salarieering van den veldwachter voor diens prestaties voldoende achtte. Wel oordeelden zij het billijk zijn woning voortaan op 2 te waardeeren. Zonder hoofdelijke stemming werd hiertoe besloten. De voorzitter deelde mede sinds eergister de lantaarns niet meer te hebben laten bran den. Dit geschiedde ingevolge de circulaire van den minister waarin op kolenbesparing werd aangedrongen. Toch geloofde spreker, dat Heiloo zich daarvan weinig had aan te trekken, aangezien de gemeente alleen stroom van de K. E. M. distribueert. Voor alle zekerheid schreef spr. den directeur van den K. E. M. en deze ver zekerde per schrijven d.d. 5 Dec., geen kolen- gebrek te hebben. De K. E. M. gebruikte Lim- burgsche kolen en deze had men genoeg. Een hoofdingenieur van den K. E. M. bevestigde dit nog op de vergadering in Alkmaar. Het stoken met Limburgsche kolen eischen andere vuren en de gasfabriek te Alkmaar moet Duitsche kolen hebben wegens haar vu ren. Wij oordeelden het evenwel toch goed om in het besparen van kolen een voorbeeld te geven. Met de St. Nicolaas liep de maximale be lasting bovendien ontzettend op en waar hel de gemeente een 150 kon bevoordeelen, daar was spr. zoo vrij op eigen verantwoor delijkheid de aanmerkelijke besparing te laten uitvoeren. Algemeen oordeelde men de genomen maat regel goed. De voorzitter wees er op, dat wanneer men nu de lampen niet meer liet branden na 9 uur tot 1 uur, dan had men geen kans meer dat de maximale belasting opliep en dan kos te dit in het geheel slechts 9 ct. per avond De heer van 'tVeer was voor beperking doch met het oog op de openbare veiligheid oordeelde hij het noodzakelijk om de helft van het aantal lantaarns te laten branden. De voorzitter oordeelde opvoering van het tarief en winkelsluiting, waar de K E. M grootsten Muzelmanschen veroveraar waar dig, die de zeeën bevoer, hem, die niet tevre den met de kalme, Middellandsche Zee, zich gewaagd had op den wijden Oceaan. Vooraan marcheerden een honderdtal van zijn zeeroo- vers in hun korte kaftans van iedere denkbare kleur, hun middel omwonden door opzichti ge sjerpen, sommigen van hen droegen een waar magazijn van wapenen bij zichvelen hadden harnassen aan en boven op hun tul band zag men bij eenigem den glimmenden piek van een helm. Achter hen kwamen som ber en met ketenen beladen de honderd gevan genen, die aan boord van den Hollander ge maakt waren, voortgedreven door de zweepen der zeeroovers, die naast hen liepen. Toen kwam weer een regiment zeeroovers en achter dezen de lange rij statige kameelen, die lang zaam voortstapten, geleid door schreeuwende Sahara-bewoners. Daarna volgden nog meer zeeroovers, en toen, gezeten op een wit Ara bisch paard, het hoofd omwonden met een tulband van goud laken, kwam Sakr-el-Bahr. In de nauwere straten, met hun wit- en geel- gepleisterde huizen, die slechts gladde muren vertoonden zonder raam, alleen hier en daar verbroken door een enkelen spleet, om licht en lucht door te laten, stonden de toeschouwers opeen gepakt op de drempels, om niet dood gedrukt te worden door de kameelen, wier last aan weerszijden zoo ver uitstak, dat Zij die nauwe straten geheel vulden. Maar de meer open ruimten, zooals het strand aan bei de kanten van de haven, het plein voor de sla venmarkt, en de toegangen tot Asad's ver sterkt paleis, waren dicht bezet met een bonte juidnr.de menigte. Er waren statige Mooren van oordeel was, dat de electrische verlich ting ten platte lande al zoo spaarzaam ge bruikt werd en tegen wijziging in het tarief was om een terugslag voor het bedrijf te voorkomen, ongewenscht. De heer Van 't Veer: Van de K. E. M. is geen schrijven gekomen om te bezuinigeir. Spr. wil laten branden die nu nog branden, dat is nu de helft. De heer Bakker meende, dat men met lichte maan wel kon zien. Het scheelt veel hoe de maan staat. De heer Van1 't Veer meende, dat het ook met lichte maan bij slecht weer donker kan zijn. Voor het branden tot één uur gevoelt hij niets. De Voorzitter gevoelde er met het oog op den laatsten trein, veel voor om de lantarens des avonds ook te laten branden, laat men daar niet aan tornen. Het kost maar een 9 ct. per avond. De heer Zwart zou wel willen voorstellen om ze om 11 uur uit te doen. De heer Van 't Veer oordeelde dat te vroeg Spr. was voor 12 uur. De Voorzitter wees er nogmaals op, dat de reizigers met den laatsten trein daar weer bezwaar tegen hebben. Het voorstel >van den heer Van 't Veer, om de lantarens die nu branden ook met lichte maan te laten branden, kwam in stemming en werd verworpen. Er vóór stemden de heeren Van 't Veer en Vermeij. De heer Maas Geesteranus oordeelde het gewenscht om als gemeente een voorbeeld in oezuiniging te geven. De heer Zwart was vóór het branden tot 11 uur. Allen waren hier tegen. Het voorstel van den heer Van 't Veer, om gedurende den crisisduur de lantarens tot 12 uur te laten branden, werd aangenomen. De heer Mulder stemde tegen. De heer Zwart vond het wenschelijk om met Kerstnacht des morgens tot 4 uur te la ten branden. De heer Bakker stelde voor om de och tendverlichting van 5 tot 6 uur te stellen. Dit voorstel werd aangenomen. De maatregelen gelden alleen voor den cri sisduur. De Voorzitter merkte op, dat de K. E. M. schrijft, dat waar op het platteland de eleotri- sche verlichting toch ai zoo zuinig wordt ge bruikt, tariefswijziging een terugslag in het gebruik en de beperking van de aansluitingen zouden geven. Waar de K. E. M. kolen ge noeg had, daar oordeelde zij invoering van de beperkende maatregelen ongewenscht. Spreker stelde voor om maar niét tot de andere beperkende maatregelen als tariefsver- hooging en winkelsluiting over te gaan. De heer Maas Geesteranus bracht naar vo ren, dat dit ook zeer ongewenscht zou zijn. De nu getroffen maatregelen zijn indirect een voordeel voor de gemeente, de andere maat regelen zouden een nekslag voor het bedrijf beteekenen. De tarieven dienen zoo lang mogelijk on gewijzigd te blijven. Voor de gemeente geldt inzake het verbruik door de burgers zoo lang mogelijk: „Hoe meer hoe liever". Hierna werd op verzoek van Gedeputeer den een leeningsbesluit gewijzigd. Het gemeente-verslag werd vastgesteld. Het zielental bedroeg 2767. De heer Maas Geesteranus wees er op, dat hij met de verklaring in het verslag, dat het pompwater, het bakwater en het welwater wit was en de reuk en de smaak goed, zich had kunnen vereenigen, onder de uitdrukke lijke voorwaarde, dat men zich ovér de hoe danigheid niet uitliet. De begrooting voor het distributiebedrijf werd hierna overeenkomstig het ontwerp van in wijde mantels naast halfnaakte negers uit Sus en Draa; magere, geduldige Arabieren in hun smettelooze, witte djellabas stonden schouder aan schouder met Berbers uit de hooglanden in zwarte, kemelsharen mantels; er waren Turken uit de Levant, en Joodsche vluchtelingen uit Spanje, opzichtig gekleed in Europeesdie dracht, die hier geduld werden, omdat zij aan de Mooren verbonden waren door gemeenschap lijden en gemeenschappe lijke ballingschap uit het land, dat eens het hunne was. Onder de gloeiende Afrikaansche zon stond deze men igte opeengepakt, om Sakr-el-Bahr te verwelkomen; en dat deed zij met zulk een donderend gejuich, dat de echo ervan in de Kasbah op den heuvel weerklonk, om zijn na- deriifg aan te kondigen. Toen hij evenwel het paleis bereikte, was de stoet tot meer dan de helft geslonken. Bij de slavenmarkt was hij verdeeld en de zeeroo vers, aangevoerd door Othmani, hadden de gevangenen weggebracht naar het bagno, ter wijl de kameelen den heuvel opgingen. Onder de groote poort van Kasbah stapten zij in den uitgestrekten voorhof, om in twee rijen opge steld te worden, waarna hun geleiders hen deden knielen. Zij werden slechts gevolgd door een veertig zeeroovers als eerewacht van den aanvoerder. Zij plaatsten zich aan weers zijden van de poort, na Asad-ed-Din diep ge groet te hebben. De Dey zat in de schaduw van een zeil op een divan in gezelschap van zijn vizier Tsamanni en van Marzak, en be waakt door een half dozijn soldaten, wier donkere kleeding een sprekenden achtergrond vormde voor 't groen en goud van zijn met juweelen bezet kleed. In zijn witten tulband schitterde een halve maan van smaragd. Het gelaat van den Dey stond somber en peinzend, toen hij die lange rij belaste kamee len zag aankomen. Zijn gedachten waren nog vervuld van den twijfel aan Sakr-el-Bahr, die Fenzileh's listige woorden en nog listiger zwijgen in hem hadden gewekt. Maar op het zien van den bevelhebber zelf klaarde zijn ge zicht plotseling op, zijn oogen schitterden en hij stond op, om hem welkom te heeten, zoo als een vader zijn zoon zou doen, die gevaren had doorstaan in een dienst, die hun beiden lief was. Sakr-el-Bahr was aan de poort afge stegen, en trad den voorhof te voet binnen. Groot en indrukwekkend het hoofd omhoog, trad hij met groote waardigheid naar den voet van den divan; gevolgd door Ali en een man met een gezicht zoo bruin als mahoniehout, met tulband en rooden baard, in wien het ee- nige moeite kostte den schurkachtigen Jasper Leigh te herkennen, nu in de volledige wapen rusting van den waren renegaat. Sakr-el-Bahr knielde neer en boog plechtig voor zijn vorst. De zegen van Allah en zijn vrede zijn met u, Heer," luidde zijn groet. En Asad, bukkend om die schitterende fi guur in zijn armen te drukken, gaf hem een welkomsgroet, die de glurende Fenzileh haar tanden deed knarsen achter het gebeeldhouw de traliewerk, dat haar verborg. „Allah en onze Heer Mohamed zijn ge loofd, dat gij in gezondheid teruggekeerd zijt, mijn zoon. Mijn oude hart is reeds verblijd geworden door het bericht van Uw overwin ningen in dienst van het Geloof". de directeuren vastgesteld. Op voorstel van den Voorzitter werd het door hen geraamde bedrag van 4000 op 4500 gesteld. De uit gaven voor de gemeente werden voor het meel op 1128, voor het varkensvleesch op 1280, voor het vet op 75, voor het spek op 45, voor rijst op 70, voor gort op 11,25, voor havermout op ƒ12,60, voor zeep op 120, voor administratie en port op 150, alles voor een geheel jaar, gesteld. Goedgevonden werd om aan den directeur van het distributiebedrijf toe te staan een klerkje voor het bedrijf te benoemen. De Voorzitter zeide hierop, dat de heer Blankenstein wegens vertrek naar Zalt- Bommel eervol ontslag vraagt als ambtenaar van> den Burgerlijken Stand. Dit ontslag werd eervol verleend. De Voorzitter zeide, dat hij ingevolge het vertrek van den heer Blankenstein gemeend heeft ontslag te moeten vragen als gemeente secretaris en wel met ingang van 1 Januari. Reeds is er een advertentie voor een1 nieuwen secretaris geplaatst. Spreker's ontslag zal door de Koningin goedgekeurd moeten wor den. Zijn ontslag zal hij, indien de Raad hem dit verleent, direct indienen. Men kan dan zoo spoedig mogelijk een nieuwen secretaris benoemen. Besloten werd het gevraagde ontslag eer vol te verkenen. Tot lid van de electriciteitscommissie werd hierop de heer Zwart gekozen met 4 stem men en wel bij tweede stemming. Het plan voor de gemeente-begraafplaats werd hierop in behandeling gebracht. De Voorzitter lichtte eenfge door B. en W. ontworpen bezuinigingen toe. Men kan voor- loopig Va van het terrein ophoogen en 2/» van den grond verhuren. Men heeft dan ruim te gemaakt voor 600 lijken en op het tegen woordig kerkhof werden er het vorig jaar 15 begraven. De heer Bouman kwam ter vergadering en verklaarde 5000 te kunnen bezuinigen. De heer Maas Geesteranus merkte op, dat ook dan het kerkhof nog 1000 per jaar zal kosten. De Voorzitter wees er op, dat de woning een' huur kan opbrengen. Het was ook wel gewenscht, dat de gemeente een bergplaats voor haar gereedschappen had, daarvoor kon het andere gebouwtje dienen. De heer Maas Geesteranus meende, dat een wijziging in het reglement op het begraven dan ook noodig zal zijn. De heer Mulder was tegen te veel bezuini ging. De begraafplaats was toch al een treu rige plek, men moest die niet te akelig ma ken. De heer Van 't Veer meende eveneens, dat het plan niet te krenterig mocht worden uit- gevoerd. De heer Vermeij oordeelde het ook ge wenscht, om het huisje niet weg te laten. Wordt de begraafplaats eenmaal geheel in ge- 'bruik genomen, dan kan het huisje ook later nog jaren dienst doen. Het front oordeelde spreker, moest een flink aanzien geven en voor bezoekers was het ook gewenscht, wan neer het huisje direct gebouwd werd. Zij wisten dan waar ze terecht konden. De heer Maas Geesteranus oordeelde ook, dat men het huisje goed moest bouwen of niet bouwen. Misschien was het later bouwen goedkooper. De heeren^ Bakker en Zwart wilden den voorweg niet bestraten, doch met sintels be dekken Men kan dan dat bedrag gebruiken voor het planten van boomen. De heer Van 't Veer meende, dat men even goed deed om de boomen toch te planten. De heer Maas Geesteranus wilde het ge heel e overige terrein met boomen beplanten. Dit zou beter zijn dan het als land te verhu ren. Algemeen was men het hiermede eens. Daarop volgde de uitstalling van al de schatten, die den Hollander ontnomen waren, en hoewel Asad's verwachtingen reeds sterk gespannen warfen door Othmani's verhaal, werden zij nog verre overtroffen door hetgeen hij nu voor zich zag uitgspreid. Eindelijk werd alles naar de schatkamers verwezen en Tsamanni werd opgedragen, het bedrag op te maken en het aandeel te bepalen van ieder, die er bij betrokken was want in zulke onder nemingen waren allen deelgenooten, van den Dey zelf, die den staat vertegenwoordigde, tot dert minsten zeeroover, die op de schepen van het Geloof gediend had, en ieder had zijn aandeel in de buit, grooter of kleiner, naar mate van zijn rang, terwijl het twintigste van het geheel aan Sakr-el-Bahr zelf toekwam. In den voorhof bleven alleen Asad, Marzak, de soldaten enSakr-el-Bahr met Ali en Jasper. Toen stelde Sakr-el-Bahr zijn nieuwen officier aan den Dey voor, als iemand, op wien de ge nade van Allah was nedergedaald, een groot strijder en een bekwaam zeeman, die zijn ta lenten en zijn leven aan den dienst van den Islam gewijd had, die door Sakr-el-Bahr was aangenomen, en nu voor Asad stond, om be vestigd te worden. Marzak viel hem brommend in de rede, en riep uit, dat er reeds te veel vroegere Christen honden in de gelederen van de strijders van het Geloof waren, en dat het onverstandig was, hun aantal te vermeerderen en vermetel van Sakr-el-Bahr, om dit uit zichzelf te doen. Wordt vervolgd. ■Cl COURANT Bzsau

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 5