F 4 J DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Maximumprijs Rsperiup-eiartn. No. 300 Honderd en achttiende jaargang. 1010. Abomeitspriis per 3 maaoden 11-, Ir. p. post 11.25. Adrerteiitiepriismct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven Ir. N. V. Boek- en Handelsdrnkkerii *.h. HERHIs. COSTER S ZOON, Voordam C a. Teletnr. 3. WOENSBAG 20 DECEMBER ENGELAND. NEDTOLANÜ. Verbouw yan gewassen. Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. Tki?nT7TlTTïT7,R ALKMAAR, 20 December. „Wachter wat is er van den nacht?" en het is nog nacht." Het is moeielijk op dit oogenblik over de gisteravond door den Engelschen minister president Lloyd George afgelegde verklaring te schrijven. Zij is van zoo ontzettend groot gewicht, dat men deze rede woordelijk vooi zich moet hebben, om haar juist te kunnen beoordeelen. Elk woord, elke zinswending, elke schakeering kan zijn beteekenis hebben. Wanneer de Engelsche minister, stellig een der merkwaardigste mannen van dezen tijd, in een persgesprek vertelt, dat de vijand tegen den grond moet worden gebokst, dan is zulk een uitlating op een toon gestemd, die op alle ooren denzelfden, harden indruk maakt, die niet kan worden te niet gedaan door wat er aan vooraf ging of wat er op volgde. Maar wanneer diezelfde minister met zijn geheele persoonlijkheid en in het besef van zijn volle verantwoordelijkheid als de hoogste staats- man gaat spreken, niet slechts ten overstaan van zijn volk, maar in het aangezicht van heel het lijdend en strijdend Europa, dat met ang stige spanning een woord van verlossing oi een woord van onverbiddelijkheid verwacht, dan wil men gaarne geen uitdrukking missen, doch de geheele rede, gelijk een troonrede, voor zich zien om als het ware elk toontje en elke nuance te beluisteren. Op het oogenblik beschikken wij echter al leenlijk over het uittreksel van Reuter, het En gelsclie nieuwsbureau, dat als elk nieuwsbu reau in een oorlogvoerend land, allerminst een bron van betrouwbare voorlichting mag heeten. Met dat beknopte, partijdige uittrek sel in de hand, kunnen wij met anders zeg gen, dan dat Engeland, dan dat de entente de Duitsche Kerstaanbieding van de hand wijst, weigert, om op dit oogenblik over den vrede te onderhandelen. Reeds het aanknoopen van ondernandelingen wordt door den heer Lioyd George beschouwd als hethoofdsteken in een strop. Eerder vertrouwend m de on gebroken macht van het leger dan in het ge broken woord van den tegenstander, wil men geen vrede, dan die het herstel van het ver Ie- dene waarborgt en die ook waarborgen geeft, dat de Pruisische militaire kaste nooit meer den vrede van Europa kan verstoren. Bij deze korte samenvatting van de rede voering past slechts deze slotsomde entente stelt zekere voorwaarden, die zij op hei oogenbiik vermeent niet te kunnen verwezen lijken door onderhandelingen, zij ziet in, dat dit oogenblik voor onderhandelingen voor haar verre van gunstig is, zij hoopt door de wapens meer te bereiken en wil daarom nu niet over vrede spreken. Maar deze sombere uitleg van de verkla ring staat nog niet geheel vast. Hij begint te wanKeien, wanneer men in een particulier te legram van de N. Rott. Ct. uit Londen leest, dat in de rede van den premier, deze belang rijke zinsnede vóórkwam: „Vóór de Brilsche regeering in onderhan deling trad zou zij moeten weten, dat Duitschiand bereid was, de eenige voor waarden in te willigen, waarop het mogelijK zou zijn een vrede in Europa te verkrijgen en te houden." En de oud-premier Asqurth, zeide volgens denzelfden correspondent: „Indien zij bereid zijn vergoeding en waarborgen voor de toe komst te geven, laat hen dat zeggen." Dit klinkt eenigermate anders dan het Reu ter-uittreksel. Dit zou den stand van den po- litieken barometer, die plotseling aanzienlijk gedaald scheen, weer iets doen rijzen. Immers, heeft de heer Lloyd George zich werkelijk zoo uitgelaten, dan is de mogelijk heid nog niet buitengesloten^ dat men toch aan de groene tafel komt te zitten. Wordt het formeele antwoord, dat de entente op het Duitsche aanbod zal geven, in dezen geest ontworpen, dan kan Duitschiand zeggen „Noemt gij ons uwe voorwaarden, dan kun nen wij zien", of ook: „Wij zullen onze voorwaarden mededeelen aan een onzijdige mogendheid, mits gij desgelijks doet." Het staat dus op het oogenblik zoo: óf de entente wil nog niet over den vrede: spreken, öf de midden-mogendheden moeten eerst be loven zekere voorwaarden te willen inwilli gen. Misschien komen beide mogelijkheden op hetzelfde neer. Want wanneer de entente bijv. zou eischen, dat de middenmogendhe- den al het bezette gebied moeten ontruimen, alvorens zij tot onderhandelingen worden toegelaten, dan beteekent dat vrijwel hetzelf de als onderhandelingen bij voorbaat onmo gelijk maken. Onder het schrijven bereikt ons een tele gram over de verklaring van den Franschen minister-president Briand, die heeft gezegd, dat er heden na gemeenschappelijk overleg jen antwoord op het Duitsche vredesaanbod zal worden gegeven en dat daarin duidelijk uiteengezet zal worden, dat het onmogelijk 'is het voorstel der middenrijken voor ernst op te nemen. Zoo onhandig zullen de raads lieden der entente zeker wel niet zijn, immers in dezen geest konden de Fransche en En gelsche bladen een week geleden nog schrijven, de bezadigde pers heeft er in de laatste dagen op aangedrongen, dat het vre desvoorstel ernstig diende te worden beant woord. Intusschen lang zal de twijfel omtrent het antwoord niet meer behoeven te durso I De heer Lloyd George heeft verder ge sproken over de oorlogspolitiek. Hij heeft het Engelsche volk duidelijk gemaakt, dat net den druk van den oorlog in de toekomst veel zwaarder zal gevoelen dan voorheen, dat het veel grooter offers zal moeten brengen Hij sprak van het invoeren van een nationale vasten, van het nationaliseeren van de scheepvaart, van een ontwerp voor algemee- nen dienstplicht, dat een algemeene mobilisa tie van den arbeid beteekent. Voorts gewaagde hij van de opeenvolgen de rampen, die de entente hadden getroffen als gevolg van traagheid bij het nemen van oeslissingen.en zeide2 dat niet ieder land zijn eigen front moest hebben, maar er een poli tiek moest komen van het gemeenschappelijke front heeft de entente-pers ons echter niet uittentreuren verzekerd, dat er het heele jaar door is gestreden, alsof er maar één front ware? Over één punt heeft de heer Lloyd George blijkens het uittreksel gezwegen: over de be velvoering. Wanneer men een oorlog wil winnen, dan is dit zeker niet de minstbetee- kenende factor. Zou dat zwijgen ook welspre kend kunnen zijn? Natuurlijk zal de oorlog niet op de oude wijze worden voortgezet. Met meer kracht en meer haat zal er worden gestreden. De le gerorder van generaal Mangin naar aanlei ding van de overwinning bij Verdun is daar reeds een aanwijzing voor. Ook wat de Dai ly Mail schrijft over de noodzakelijkheid van een enge blokkade. Men zal steeds krasser maatregelen nemen. En dat de toestand voor de onzijdigen koe langer hoe moeielijker wordt wie zal het verhelen Wellicht is er hoop, dat wanneer 1916 zonder het uitzicht op vredesonderhande lingen voorbijgaat, 1917 het einde van den oorlog spoediger brengt dan men nu kan ver moeden. Maar evenzeer is het mogelijk, dat dan ook het jaar 1918 te midden van den wereldbrand zal worden geboren, dat men ook nog den 31 sten Dec. 1917 in den Am- sterdamschen schouwburg zal worden herin nerd aan de juistheid van het gevleugelde woord uit den Gijsbreght: „Wanneer 't verbolgen zwaerd eens raekt uit 'skrijghsman scheede, Het keert 'er langsaem in." DE VERKLARING VAN LLOYD GEORGE. De gisteren door den minister-president Lloyd George in het Lagerhuis afgelegde verklaring luidt als volgt: „Ons antwoord op de voorstellen van Duitschiand zal gegeven worden in volledi ge overeenstemming met onze bondgenooten. .eder, die lichtzinnig den strijd verlengt, heeft een misdaad op zijn geweten, maar wie den strijd zou opgeven zonder dat het doel bereikt is, zoude persoonlijk daarvoor aan sprakelijk zijn. Het voorstel van den Duitschen Rijkskan selier aannemen zou hetzelfde zijn als dat iemand zijn hoofd zou steken in een lus met een touw aan het einde ervan. Zonder vol doening zou vrede onmogelijk zijn. De geallieerden zijn tot den oorlog toege treden om Europa te verdedigen tegen den aanval van de Pruisische militaire kaste en blijven erbij, dat de meest volledige waar borgen moeten worden gegeven, dat deze kaste nooit weder den vrede in Europa zal verstoren. Wij zullen liever vertrouwen stel len op ons leger met zijn ongebroken kracht dan op gebroken beloften, Toejuichingen.) Een formeel antwoord zal door de gealb- eerden binnen enkele dagen worden gegeven. Het is ongelukkig, dat met Koemenie een fout is begaan, maar daardoor zou in het ergste geval de oorlog slechts wat verlengd worden." Er zijn krachtige maatregelen genomen in Griekenland om te verhinderen dat de toe stand in Roemenië verergert en ik meen dat deze geslaagd zijn. Men heelt besloten de agenten van Venize- los te erkennen. Lioyd George verklaarde overtuigd te zijn van ae eindoverwinning ais de natie zich door denzehden geest bezield toont als oe legers aan het fronit. Zijn rede vervolgend zeide Lloyd George, dat hij overtuigd was, dat de wijze waarop net kabinet was gereorganiseerd, het best aan het doel beantwoordde. De oorlogstoe stand eischt een snelle beslissing. De gealli eerden hebben zich herhaaldelijk rampen op den hals gehaaid door te laat genomen be sluiten. Hij loochende dat de nieuwe regeling de parlementaire controle zou verzwakken. Gedurende den oorlog zal de scheepvaart, die de hartader van het land is, in oen wa ren zin des woords genationaliseerd worden. De regeering hoopte zoo spoedig mogelijk plannen mede te deeien voor een nuttiger ge bruik van de aanwezige schepen, maar te vens voor den aanbouw van nieuwe ter ver vanging van die, weike in den oorlog verlo ren zijn gegaan. Wat het probleem van de voorziening der bevolking met levensmiddelen betreft, deed Lioyd George een beroep op het volk om de regeering te helpen, om het aanwezige zoo te verdeelen, dat niemand honger behoeft te lij den, omdat anderen ie veel hebben. „Laat de natie een nationalen vastentijd ge durende den' oorlog prociqmeeren, riep hij. uit. lenzij de geheele natie een deel van den last van de overwinning overneemt, zal zij met profiteeren van een eindelijken triomf." De regeering stelt zich voor.onmiddellijk een duecieur voor oen nationalen diensit te benoemen die belast zal zyn zoowei met de militaire ais de civiele zijde van het vraag stuk van den aigemeenen nationalen dienst. He twee zijden zulten echter totaal van elkan» der gescheiden worden gehouden. De regeenug stelt zien voor wat den civie- len dienst betreft,te beginnen met het opma ken van een lijst van alle industrieën eu diensien en uit te maken of zij al of niet van wezenlijk belang zijn voor den oorlog. Lloyd George verklaarde er met aan te twijteien, dat ei voldoende arbeidskrachten te verkrijgen zouden zijn; als dit echter niet het geval was, zou hij niet aarzelen om de noO- uige bevoegdheden te krijgen om het plan ten voile te doen slagen. De eerste minister verklaarde van meening te zijn, dat de kolomen meer formeel geraad pleegd moeten worden in het verdere verloop van den oonog en hij stelde derhalve voor, binnenkort een rijksconlerentie bijeen te roe- j>en om de dominions over den geheelen toe stand ut te lichten. sprekende over de betrekkingen tussdien de geallieerden zeide hij, dat er meer overleg moest woraen gepleegd, en dat het gevoel moet verminderen, dat ieder zijn eigen front neeit om voor te zorgen. Men moet overgaan tot de politiek van een gemeenschappelijk front. Lioyd George verklaarde ten slotte, dat een van de diepste smarten, die hij in zijn le ven had ondervonden was, dat hij had moe ten scheiden van den heer Asquith. Jaren lang aad hij onder dezen gediend en nooit had hij een toegevender en vriendelijker chef gehad. Lloyd George ging daarop zitten, terwijl het geneele Huis. hem toejuichte. Oud-minister Asquith die van de oppositie- bank het woord voerde, zeide dat het zijn eerste' plicht was Lioyd George van ganscher harte geluk te wenscuen met de aanvaarding van het hoogste en belangrijkste ambt in dienst van de Kroon. Dat hij van deze bank sprak was niet om dat hij er aanspraak op maakte leider van, de oppositie te zijn. Er was, zoo verklaarde hij, geen oppositie. Zijn eenige wensch was al de ervaring, die hij bezat, ter beschikking te stel len. (Luide toejuichingen). Hij loochende dat de vorige regeering den oorlog niet krachtig genoeg had gevoerd. Er zijn misschien vergissingen begaan, van Siapheid en traagheid is echter geen sprake. En daarna gaf hij een overzicht van de ver schillende militaire, maritieme en economi sche problemen, die de regeering sinds het begin van den oorlog te behandelen' had ge had. regeering in Zake de duurte van levensmidde len. Keizer Karei heeft het Isonzo-front en het Kautfront bezocht. x In vele restaurants in Groot-Berlijn zijn, de witte tafellakens verdwenen. Naar het voorbeeld van Zuid-Duitschland schuurt men nu de tafels wit. De buitengewone hooge prij zen van stoffen en waschmiddelen hebben daartoe gedwongen. Te Kopenhagen zijn vertegenwoordigers van de persverbonden uit de drie Noordsche landen bijeengekomen om naar meer samen werking te trachten. Daartoe heeft men be sluiten getroffen. COMMISSIE VAN ADVIES VOOR DE DISTRIBUTIE. De minister van landbouw heeft ingesteld eene commissie van advies inzake de uitvoe ring van artikel 7 der Distributiewet 1916, en te benoemen tot leden dier commissie, de hee ren K. J. A. G. baron Collot d'Escury te Hon- tenisse, tevens voorzitter, K. Breebaart te Win kel, J. van der Koogh te Middelhamis, J'. Oortwijn Botjes, te Oostwold (üldambt), J. P. Wiersma te Leeuwarden. BINNENBAN®. KORTE BERICHTEN. Generaal Ernst van Zieten, bevelhebber van de 17e Duitsche reserve divisie, is overle den. De Italiaansche kamer nam met 352 te gen 41 stemmen een motie van vertrouwen in de regeering aan Minister Bonar Law heeft medegedeeld, dat, volgens een verklaring der Duitsche re geering, kapitein Blaikie van de Caledonia niet het lot van kapitein Fryatt zou deelen; daar men de Caledonia als een gewapende kruiser beschouwd en. de kapitein dus zijn plicht deed. Maandag «s in Spanje de algemeene staking uitgebroken. Deze maatregel is be doeld als een protest tegen de lauwheid der TWEEDE KAMER. De artikelsgewijze behandeling van het wetsontwerp betreffende het zegelrecht werd Dinsdag voortgezet. De heer P a t ij n (u.-l., Zierikzee) verdedig de een amendement om in art. 35 I b te laten vervallen de woorden „overschrijvingsbiljet- ten (giro)." De bedoeling was daarvan geen zegelrecht te heffen. De heer Gerretson (c.-h., R'dam I) on dersteunde het amendement. De minister van financiën nam het over, Art. 41 zou nu ook moeten worden ge wijzigd. Het art werd evenals de artt. 3641 aan genomen. Bij art. 43 lichtte de heer Dr esse 1 h u y s (v.L, Tiel) een amendement toe, om in zekere gevallen voor onvermogenden geen zegel recht te heffen bij naamsveranderingen. De minister nam ooit dit amendement over. De artt. 43-44 werden aangenomen. Bij art. 45 verdedigde de heer deKanter (u.-l., Dordrecht) een amendement, om voor polissen van verzekering enz. het evenredig recht op van 5 ct. tot 15 opklimmende be dragen te stellen. Er moest z. i. een limiet gesteld worden. De heer D r t o n (v. 1., Ridderkerk) waar schuwde tegen een te hoog evenredig recht. De minister was tegen het stellen van een maximum, de grooten zouden daarvan profiteeren. Na repliek van den heer de Kanter bracht de minister een wijziging in het tarief aan, zoodat voor het recht het verzekerd bedrag verminderd werd tot op 1/10, ais uie verzeke-, ring voor niet langer dan een maand, en tot op 3/5 als zij voor langer dan een maand,, döch voor niet langer dan 5 maanden werü gesloten. De heer Rink (u.-l., Hoogezand) zei dat de comm. v. rapp. in meerderheid tegen het amendement was. Bij de regeling van werkzaamheden werd besloten na afhandeling van de successiewet eenige wetsontwerpen aan de orde te stellen. De heer Duys wenschte de wet op de huuroparijving zoo spoedig mogelijk aan oje orde te stelles. Hierna werden artt. 4648 van de zegel wet z.h.s. aangenomen. Bij art. 49 nam de minister een amende ment-de Kanter over, om te bepalen, dat het zegelrecht ook moet worden voldaan, voor dat zij aan den verzekerde of andere belang- nebbenden of aan anderen ten behoeve van deze worden toegezonden of uitgereikt. Hat art. werd hierop aangenomen. Nadat de minister het rechtop aan deden in buitenlandsche maatschappijen had veriaagd van J 1.20 op 1.werden' artt. 6178 z.h.s. aangenomen, evenzoo artit. 79- 89 en 90—96. Bij art. 97 verklaarde de minister zich be reid gevolg te geven aan het denkbeeld van den heer de Meester, betreffende terugbeta ling van het recht, betaald voor gezegeld pa pier, dat bij de invoering der wet nog onbe schreven voorhanden is in de registers van den burgerlijken stand. Spr. vroeg, of nu ak ten mogen ingeschreven worden op het oude ongezegelde papier. Artt. 97 en 98 werden z.h.s. aangenomen'. Bij art. 99 lichtte de heer De Kanter een amendement toe om de ontheffing van dé verplichtingen dezer wet ook te doen gelden voor de aanteekeming op polissen. De minister ontried dit amendement. De heer de Kanter repliceerde en trok zijn amendement in. Het artikel werd z.h.s. aangenomen. Daarna kwam art. 35 in behandeling. De Minister verklaarde geen middel te hebben kunnen vinden om aan de bezwaren van den heer Gerretson' te kunnen tegemoet komen. De heer Gerretson repliceerde. Het art. werd z.h.s. aangenomen. Alsnu kwam in stemming" met amendement van den heer DeKanter op art. 45. Het amendement werd verworpen met 48 tegen 5 stemmen. De Wethouder, Voorzitter der Commissie van Bijstand voor het Distributiebedrijf te Alkmaar brengt hiermede ter algemeene ken nis, dat tot nadere aankondiging de maxi mumprijs van versche REGEERINGS-KIP- EIEREN bedraagt 14 cent per stuk. Voor zooveel noodig worden handelaan en winkeliers er aan herinnerd, dat deze week de opgaven van benoodigde eieren op VRIJ DAG, in plaats van op Zaterdag, ter secreta rie behooren te worden ingediend. Alkmaar, den 20 December 1916. De Wethouder voornoemd, A. F. THOMSEN. De Wethouder, Voorzitter der Commissie van Bijstand voor het Distributiebedrijf te Alkmaar, brengt hiermdee ter algemeene ken nis, dat het zonder vergunning van den bur gemeester verboden is geel mosterdzaad, bruin mosterdzaad, karwijzaad, kanariezaad, blauwmaanzaad, spinaziezaad. zaai-uien, sui kerbieten en vlas te verbouwen. De voorwaarden, waaronder eene dergelijke vergunning kan worden verleend, liggen ter gemeente-secretarie voo een ieder tei inzake, Alkmaar, den 20 December 1916. De Wethouder voornoemd, A. F. THOMSEN. Het art. werd z.h.s. aangenomen. De eindstemming zal worden gehouden op nader te bepalen dag. Daarna was aan de orde de wijziging der Successiewet. Bij de algemeene beraadslagin gen hiervan had de heer Scheurer eenige be zwaren. Hij motiveerde waarom hij en zijn politieke vrienden tegen zouden stemmen. Verschillende heeren voerden het woord ovfer het ontwerp, dat daarna werd aangeno men met links tegen rechts behalve de heeren Gerretson Bichon van IJsselmonde, Saoeck Henkemans, De Geer en' Ankerman. PKUV. STATEN VAN N.-HOLLAND. In de gisterenmorgen geopende winterzit- ting behandelden de Prov. Staten allereerst net voorstel Wertheim c.s., om de jaarwedden van de leden van Gedeputeerde Staten van 2500 op 3500 te brengen. Verschillende heeren voerden daarover het woord. Het voorstel werd ten slotte verworpen met 34 tegen 19 stemmen, waarop met 50 tegen 3 stemmen werd aangenomen een voorstel van den heer Fabius, om de jaarwedden op 3000 te bepalen. Hierop kwamen verschillende subsidie- voorsteden aan de orde. Verworpen- werd het voorstel om de subsidie voor de Zeevaart school te Texel met 350 te verhoogen. Vaa de toegestane subsidies noemen wijVaktee- kenschuol der smedenvereeniging Hollands Noorderkwartier te Schagen 250, bezwaar- en handwerkschooF te Terschelling 125, Zeevaartschool aldaar 8600, idem te Vlie- land 3350 (benevens een extra-bijdrage voor 1916 van 6667 en voor vergrooting een 5- jaarlijksche bijdrage van 200), Heldersche winkeliersvereeniging voor de handelsavond school 420, Volksonderwijs te Hoorn 245, Middenstandsvereeniging Uithoorn 130, ambachtsschool te Hoorn 2250, vak school voor kaasmakers aldaar 170, vak school voor meisjes aldaar 800, kantklos^ sen-cursus te Wijdenes 80, proeftuinen te Hoorn en Alkmaar elk 1000, idem te Groo tebroek 500 (voor 1916), Bond van geitent- fokvereenigingen in N.-Holland 500, com missie tot bevordering der veefokkerij in N.- Holland 5000, regelingscommissie paarden fokkerij in N.-Holland 5000, leeszaal Alk maar 400. Benoemd werden tot leden' van den Raad van Toezicht' op het provinciaal electrici- teitsbedrïjf de heeren jhr. G. C. Quarles van Ufford te Bloemendaal, mr. H. Verkouteren te Amsterdam; dr. Th. van der Waerden te Amsterdam; prof. F. K. Th. van Iterson, di recteur der Staatsmijnen te Heerlen, H. P. Maas Geesteranus, commissaris der K. E- M. te Amsterdam, en H. A. J. de Bij 11 Nachenius, commissaris der Kennemer Elfectr. Maat schappij te Haarlem. Als directeur van het provinciaal electrici- teitsbedrijf werd gekozen die heer F. A. Smit Kleine, directeur der Kennemer Electr. Mij. te Bloemendaal met algemeene stemmen. Besloten werd het salaris van den heer Smit Kleine voorloopig vast te stellen op het gemiddelde van zijn jaarwedde en tantieme aan de K. E. M., genoten tusschen 1912 en 1915. Dr. P. H. ROESSINGH. t Te 's-Gravenhage is overleden dr. P. H. Roessingh, emeritus-predikant, Ridder in de orde van den Nederl. Leeuw, oud-lid der Tweede Kamer voor het kiesdistrict Emmen. De heer Roessingh, die den 8en Febr. 1840 te Haren (Groningen), waar zijn vader pre dikant bij de hervormde gemeente was, werd geboren, studeerde te Groningen en werd tot doctor in de theologie gepromoveerd. In 1865 werd hij beroepen tot predikant bij dé hervormde gemeente te Haarloo (Gelderland) vanwaar hij vier jaren later te Emmea be roepen werd. In 1891 werd hij tot lid der Tweede Kamer gekozen voor het kiesdistrict Emmen, en vijf maal werd zijn mandaat door zijne kiezers vernieuwd. In 1913 stelde hij zich niet meer herkiesbaar. De begrafenis zal Vrijdag te Emmen plaats vinden. ALKMAABSCH COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1916 | | pagina 1