DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Heb je ze al geproefd
im
Op den drempel.
Honderd en achttiende jaargans:.
ZATERDAG
30 DECEMBER.
Amsterdam
Kamer ran Koophandel,
Hoc 307. Bft nummor bestaat utt 4 bttrtlen.
Uit den Raad.
Wijziging in het tijdstip der uitbetaling der
vergoedingen wegens kostwinnerschap.^
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar ft,— franco door het geheele Rijk fl,25.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone Advertentiën:
Per regel f 0.12lfv Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden
ALKMAAR, 30 December.
Het is geen aangename, geen gemakkelijke
taak om het jaar 1916 ,uit te luiden."
Bij het afscheidnemen van 1914 kon de
hoop worden uitgesproken, dat er nog maar
één oorlogsjaar zou volgen. Wel stelde 1915
te leur, doch bij het afsluiten van dien jaar
kring scheen de verwachting niet misplaatst
dat de oorlog in 1916 zijn einde zou vinden.
En wat moeten we thans schrijven?»
E>e oorlog duurt voort,-maar het krijgsbe
drijf is een vervelende bezigheid geworden.
Het „niets bijzonders" van de dagelijksche le-
gerberichten teekent uitnemend den toestand
over de geheele linie. Men vecht overal we],
maar men vecht nergens door. Fèl-bewegende
gebeurtenissen vallen er niet te boeken. Er is
stilstand.
Zooals echter weleer de oorlog, heeft thans
de stilstand voor velen een sensationeele,
haast demonische aantrekkelijkheid. De groo
te vraag toch, waarvoor wij aan het einde
van het jaar geplaatst zijn, is deze: wat zal
er op dien stilstand volgen, zal het vrede zijn
in de eerstkomende maanden of zal de oorlog
strakjes weer met hernieuwde kracht en ver
dubbelde verbittering worden voortgezet?
Iedereen zou graag die vraag willen beant
woorden, maar niemand is het gegeven, het
antwoord prompt vast te stellen.
Het jaar 1916 laat de menschheid achter
met een zwaren last op de schouders, het jaar
1917 dient zich niet aan met de belofte, dat
het haar een zucht van verlichting zal doen
slaken. En juist die onzekerheid maakt onzen
tijd zoo drukkend en benauwend. Er zit iets
in de atmosfeer, dat de herinnering aan de
Juli-Augustus-dagen van '14 wakker roept.
Als toen wordt men thans heen en weer ge
slingerd tusschen hoop en vrees. Alleen ging
destijds alles veel sneller in zijn werk, was
het slechts een kwestie van etmalen, terwijl de
spanning nu al weken duurt.
Hoe is thans de stand van zaken?
De legioenen, die naar Parijs zouden wan
delen en misschien ook wel naar St. Peters
burg doch in Brussel, Belgrado en Boekarest
zijn blijven steken, hebben er hun bekomst
van, zijn oorlogmoe geworden, verlangen
naar rust. Maar de legioenen, die hun wel
den weg konden versperren, maar er niet in
slaagden hen terug te drijven, verkeeren on
der de bedwelming van toekomstigen oor
logsroem en de regeeringen van deze hopen
die der andere onder den greep van de over
macht langzaam te verstikken. De Tsaar van
Rusland, eens de Vredestsaar genoemd,
spreekt harde, onverzoenlijke woorden. En de
Engelsche opperbevelhebber zegt, dat het nog
niet mogelijk is een schatting te doen omtrent
den tijd, welken den oorlog kan duren, voor
dat de doeleinden, waarvoor wordt gestre
den, zijn bereikt.
Zoo blijkt de oorlog in enkele jaren te zijn
gegroeid tot een machtigen reus, die niet te
overwinnen is. De oorlog is op het oogenblik
het sterkst van al. En het gaat de menschheid
als den tooverleerling uit de ballade, die den
stroom wist te wekken, maar de tooverspreuk,
welke den noodlottig wordenden stroom kon
doen stuiten, niet kende.
Onzijdigen, bezield door hoogere gevoe
lens, maar ook gedreven door eigenbelang,
pogen nu het reddend, het verlossend woord
'te vinden. Of het hun gelukken zal?
Wij schrijden over den drempel van het
oude naar het nieuwe jaar, maar wij weten
niet, wat ons bij dien overgang te wachten
staat. 1917 kan ons den vrede, maar ook den
«krijg in nog vreeselijker vorm brengen, zoo
dat, zelfs al blijft ons het ergste bespaard,
zelfs al kunnen de Nederlandsche kanonnen
in het zwijgen volharden, de last nog zwaar
der wordt hoe langer de oorlog duurt,
des te meer gelijkelijk de nooden over alle
volkeren, oorlogvoerende en onzijdige, zich
verspreiden. En ook, des te lastiger de posi
tie der onzijdige regeeringen wordt, die, zoo
als ons pas verschenen Oranjeboek opnieuw
bewijst, zeer veel moeite hebben om het roer
van het schip van staat vast in handen ie
houden en te blijven koersen naar het kompas
van het recht
Toch licht over de duisternis van het heden
heen de dageraad van een nieuwe toekomst.
Wij kunnen haar niet zien, maar wij voelen
haar naderen. Wie de geschiedenis kent, wie
gelooft in orde en bestuur in de wereld, in
de overwinning van het goede, onder welke
bewoordingen hij zijn geloof moge brengen
of in welke vorm ook gieten, kan niet
aannemen, dat deze geweldige oorlog geen
doel en geen roeping heeft, dat al het bloed
en al de tranen om niet zouden zijn gestort.
Wij mogen hopen op een tijdperk, waarin het
Britsche luipaard, de Duitsche adelaar, de
Fransche haan, de Russische beer met de
kleinere leeuwtjes en andere gedierten uit het
Europeesche woud der wapenschilden vriend
schappelijk met elkaar zullen verkeeren,
eikaars wederzijdsche belangen zullen bevor
deren, eikaars wederzijdsche rechten zullen
behartigen. Wij mogen hopen niet op een
Duitschen en niet op een Engelschen, maar
op een Europeeschen vrede.
En met die hoop in het hart nemen ,we af
scheid van het derde oorlogsjaar, zij doet
ons sterker 1917 tegemoet gaan, ook al we
ten we niet of het een nieuw oorlogsjaar dan
wel een vredesjaar zal worden.
Van den oorlog heden„niets bij
zonders."
ALKMAAR, 30 December.
Op een der laatste dagen van December
komt de Raad altijd bijeen voor de benoe
ming en aanvulling van raads- en andere
eommissiën en besturen.
Donderdag op verzoek der heeren Lees
berg en Sluis is het reglement van orde in
dezen geest gewijzigd, dat de raadsvergade
ringen met meer op Woens- maar op Donder
dagen gehouden worden, doch het trof al heel
toevallig, dat beide heeren bij de eerste toe
passing van deze wijziging afwezig waren
heeft deze laatste vergadering van het jaar
1916 plaats gehad. De lange stemlijsten, wel
ke de leden vóór zich op de tafel vonden,
werden vrijwel ongewijzigd in de bus gesto
ken en de aftredenden zagen zich, voorzoover
zij daarvoor in aanmerking wenschten te ko
men, allen herbenoemd. Intusschen had een
lid van een commissie de heer W. F. Kop-
peschaar, lid der commissie van toezicht over
het stedeüjk muziekkorps te kennen gege
ven, dat een herbenoeming van den heer J.
Oushoom voor hem aanleiding zou zijn om
zijn ontslag te nemen.
De weg, dien de heer Koppeschaar volg
de is niet gebruikelijk, doch zoodra de mu
ziek in het spel is, moet men zich maar niet
te zeer verwonderen als men van disharmo
nie hoort I Er moet maar één slag menschen
zijn, die nog gauwer oneenigheden en ruzie
tjes krijgen dan muzikale menschen, n.l. pro
fessoren. De Iaatsten hebben wij hier niet,
maar de eersten zorgen af en toe, dat er in
verschillende kringen wat te praten valt. De
toonkunst zal,ook nu stof bieden 1
iDe heer Cloeck behaalde bij de benoemin
gen een persoonlijk succes, doordat hij den
heer W. H. F Pels verkozen wist te krijgen
als lid der commissie van toezicht op het
middelbaar onderwijs. Men herinnert zich,
dat er aan deze benoeming nog een geschie-
denisje voorafgegaan is. Er werd bij de op
richting der Handelsschool een commissie
van toezicht ingesteld1. De minister oordeelde
in 1912 het bestaan van twee commissies voor
het Middelbaar Onderwijs niet in overeen
stemming met de wet. Dientengevolge werd
de commissie van toezicht op het handelson
derwijs dien 6den November 1912 opgeheven
en het aantal leden dier commissie van toe
zicht op de scholen van middelbaar onderwijs
van vijf op zeven gebracht. De heer Thomsen
ging van de eene commissie in de andere
over, niet alzoo echter de .eer Pels. De com
missie wilde den heer Pels niet in aanmer
king laten' komen, B. en W. wenschten zulks
evenmin en het pleiten van den heer Fortuin
kon ook den Raad er niet toe brengen den
heer Pels te benoemen. Wij hebben de handel
wijze van de commissie en van de Raad des
tijds klein gevonden en grievend voor den
heer Pels. Het is den heer Cloeck gelukt, den
Raad thans daarop te doen terugkomen.
Waar het een vacature, ontstaan door over
lijden, betrof, kon de heer Pels in de commis
sie worden gebracht, zonder dat er iemand
zich door gepasseerd behoefde te gevoelen.
Tenzij de geheele commissie, maar dat is toch
niet te verwachten.
De heer Verkerk zag zijn beide moties in
zake de opvoering der progressie in den
Hoofd. Omslag tot zoover de wet toelaat en
vaststelling van den aftrek voor noodza
kelijk levensonderhoud bij het bepalen van
het belastbaar inkomen voor dén H. O. op
650' aangenomen. Beide moties werden
door de heeren Verkerk, Cloeck, Udo en Lub-
be nog met eenige zeer deugdelijke motieven
verdedigd. Vooral wat de heer Udo zei, klonk
zeer overtuigend. Men kan er zich dan ook
slechts over verbazen, dat er nog zooveel te
genstemmers waren. Tiet eerste amendement
kon zelfs maar één stem meerderheid halen 1
Inzake de moeielijkheaen en onaangenaam
heden van den kolenbesparingsmaatregel is
er reeds eenige verlichting gekomen.
Werd den 7den December een poging, om
de prdjsverhooging eerst te dóen ingaan op 8
en niet op 1 December, afgewezen op grond
van administratieve bezwaren, welke toen on
overkomelijk heetten, thans is men er over
heen gekomen'. Dat is n begin. En er zal
nog wel verdere tegemoetkoming volgen 1
Eerst scheen het alsof de heer Cloeck met no-
tabene een beroep op Berlijn en andere Duit
sche steden alsof overheidsdwang op het
Duitsche volk precies denzelfden invloed
heeft als op het vrijheidsminnende Neder
landsche, de verordening ongewijzigd wilde
laten, doch gelukkig nam hij maai" een aan
loopje en was zijn plan om een enquête te
doen houden door een raadscommissie en in
elk geval voor de handelaren in sigaren,
visch, fruit en de banketbakkers een' uitzonde
ring te maken. Het denkbeeld, om na het ein
digen van den noodstand een enquête te doen
houden, verdient zeker alle aanbeveling. De
heer van den Bosch wilde dadelijk de uitzon
deringen toestaan, maar daarover zal in de
Januari-vergadering worden besloten.
Vóór dien tijd zullen de lantaarnopstekers
Nieuwjaar mogen wenschen. De Raad heeft
hun officieel daarvoor vergunning verleend.
Wij gunnen den menschen hun extraatje
en den heer Sluis gaarne wat gemoedelijk
heid op den Nieuwjaarsdag, maar is er wel
één argument aan te voeren voor het nieuw'
jaarswenschen door lantaarnopstekers?
Worden de menschen voor hun werk te slecht
betaald, laat men ze dan beter bezoldigen.
Doch hen vergunning te geven om fooitjes te
vragen Voor diensten, die zij niemand extra
bewijzen uit ondervinding weten we, dat
zelfs straten waar geen lantaarns staan door
hen niet worden overgeslagen 1 is dat een
overheid wel waardig?
Intusschen is het te hopen, dat nu het ge
meentebestuur vergunning heeft gegeven, de
ingezetenen voor ditmaal de lantaarnopste
kers als gewoonlijk zullen bedenken mis
schien ligt dan in den Nieuwjaarswensch op
gesloten deze neven-wensch„en dat het de
laatste keer mag zijn, dat wij u lastig vallen."
flj XX, 55©g"
Firma H. KRIJjNTS.
BINNENLAND.
KORTE BERICHTEN.
De Spaansche regeering heeft de protes
ten gepubliceerd, door haar gericht aan de
Duitsche regeering, wegens het onrechtmatig
torpilleeren van Spaansche schepen.
De regeeringen van Noorwegen, Zweden
en Denemarken hebben gelijkluidende nota's
aan de oorlogvoerenden gericht, om sympa
thie met Wilson's nota te betuigen.
In November zijn 138 handelsschepen
der geallieerden, tezamen 314.500 ton meten
de, en 53 neutrale schepen, met 94000 ton tot
zinken gebracht.
De Duitschers schijnen er in geslaagd
te zijn, de Finsche haven Raumo met mijnen
af ie sluiten. Een Zweedsch schip, de Frigga
is hieraan reeds ten offer gevallen.
De voorzitter van het Oostenrijksche
huis van afgevaardigden, Ds. Sylvesta, treedt
af, volgens de Weensche blade.n
EERSTE KAMER.
Aan de orde waren Vrijdag een groot aan
tal wetsontwerpen.
De heer v. d. Hoeven (c. h., Zuid-Holl.)
somde bezwaren van de zilverbons op.
Spreker vroeg zich af, of het terughouden of
oppotten van ruilmiddelen niet strafbaar ge
steld zou kunnen worden.
E>e m i n i s t e r van fin. ging met vele op
merkingen van den vorigen spreker mede,
maar verwachte nieth te minste heiil van een
strafbepaling.
Na nog eenige discussie, zeide de minister
van financiën welwillende overweging van
aanvragen om rentegevende credieten van
weggespoelde scholen aan den heer Frans-
s e n (a.r., Over.), toe.
Nadat eenige ontwerpen waren afgehan
deld, zeide de heer Krans (u.l., N.Holl.),
het vreemd te achten, dat de minister een tijd
perk van 10 jaren noodig oordeelt voor de
totstandkoming van de schutssluis te IJmui
den. Hij wijst op de bedenkelijkheid, om de
oceaanvaart op Amsterdam van één sluis af
hankelijk te stellen. Het corps van den water
staat voere het werk in niet langer dan 7 jaar
uit.
Ten slote maakte spreker nog eenige opmer
kingen over de afmetingen van het werk en de
voorgenomen onteigening.
De minister van waterstaat zeide een
periode van 10 jaar te hebben aangegeven' om
voorzichtig te zijn. Hij zal alles doen om de
uitvoering van het werk te bevorderen.
Bij het wetsontwerp tot verbetering van den
Waterweg van Roterdam naar Zee zeide de
heer Van der Hoeven, dat het hier een werk
geldt van groot nationaal belang, weshalve
het hem niet juist leek de totstandkoming van
dit werk afhankelijk te stellen van de toestem
ming van de gemeente Rotterdam om in de
kosten bij te dragen. Ook is de vermogentoe
stand dier gemeente thans niet rooskleurig.
Spr. hopte, dat het overleg tot overeenstem
ming zal leiden.
De m i n i s t er van waterstaat meende, dat
het administratiefrechtelijk niet aanging, de
gemeente bij de wet te verplichten een bepaald
offer te brengen, maar wel is van Rotterdam
een offer gevraagd, dat niet te groot is. Dat
offer moet echter onvoorwaardelijk gebracht
worden zonder het stellen van eischen.
Na repliek van den heer van der Hoeven en
dupliek van den minister werd het wetsont
werp zonder hoofdelijke stemming aangeno
men.
Nadat vervolgens de minister van marine
namens zijn ambtgenoot van koloniën, die af
wezig is, eenige inlichtingen had verstrekt bij
enkele suppl. Indische, Cura^aosche en Suri-
namische begrootingen, waarbij de heer van
Kol (S. D. A. P., Friesland) aandrong op
omzetting van het militair hospitaal te Pa-
ramribo in een civiel ziekenhuis, werden alle
wetsontwerpen z. h. s. aangenomen en de ver
gadering verdaagd tot Dinsdag 16 Jan. des
avonds half negen.
HET STOOMVISSCHERIJBEDRIJF TE
IJMUIDEN.
Naar aanleiding van de mededeeling van
den minister van financiën aan de afdeeling
IJmuiden van den Algem. Nederl. Zeemans'
bond, dat de minister bezwaar maakte om
wijziging voor te stellen van de wet op de
oorlogswinstbelasting, heeft genoemde afdee
ling van den zeemansbond aan de reeders-
vereeniging te IJmuiden bericht, dat de zee
lieden besloten hebben, hun leven niet te wa
gen tenzij, meer zekerheid wordt verkregen
dat niet een groot deel van het zoo moeilijk
en met het trotseeren van zoo groot gevaar
gewonnen loon aan belasting verdwijnt. Men
besloot daarom voorloopig niet uit te varen
JEUGDIGE PERSONEN IN HERBERGEN
Door den minister van binnenlandsche za
ken is het volgende schrijven tot de Gedepu
teerde Staten in de onderscheidene provinciën
gericht
„In den Iaatsten tijd wordt in tal van stre
ken van ons land door jeugdige personen van
1316 jaar veel geld verdiend, dat zij, naar
mij wordt medegedeeld, voor een groot deel
in bierhuizen verteren. Dat zulks in velerlei
opzicht valt af te keuren, behoeft geen betoog
„Ik heb daarom de eer uw college te ver
zoeken de aandacht van de gemeentebesturen
in uwe provincie op het bedoelde kwaad te
vestigen, met verzoek om, indien daartoe
tTeuwzndijk-?23-
"■'ODl
van DAMES ""en
KRIDER" CONFECTIE
VERGADERING der
op Woensdag 3 Januari 1917,
s av. half negeit, op hei Stadh.
De Secretarial,
Mr. J. VERDAM.
Maximumprijs Melk.
De burgemeester der gemeente Alkmaar
brengt tei algemeene kennis, dat de door de
consumenten te betalen maximumprijs der vol
le melk, krachtens de door den minister van
landbouw, nijverheid en handel goedgekeurde
op 1 October 1916 in werking getreden Rege
ling der distributie van de consumptiemelk in
de gemeente Alkmaar gedurende de winterpe
riode 19161917, met inang van 1 JANUA
RI 1917 zal bedragen 11>4 cent per liter.
Alkmaar, 29 December 1916.
De burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
PLUIMVEEVOEDER.
De Directeur van het Levensmiddelenbe-
drijf alhier brengt ter kennis van belangheb
benden dat de bons voor pluimveevoeder voor
de maand JANUARI 1917 aan het bureau
LANGESTRAAT 58 kunnen worden afge
haald, terwijl tevens gelegenheid bestaat van
6 tot en met 10 Januari a.s. tot aangifte ter
bekoming van genoemde voedersoorten voor
de maand Februari 1917.
De aangiften als boven bedoeld moeten per
soonlijk worden gedaan, alle werkdagen van
9 tot 2 uur.
De Directeur voornoemd,
D. SCHENK.
De burgemeester der gemeente Alkmaar
brengt ter kennis van belanghebbenden, dal;
de uren van uitbetaling der vergoedingen op
DINSDAG 2 JANUARI a.s. zijn gewijzigd en
nader zijn bepaald als volgt:
voor de LANDWEER en den LAND
STORM van 2)43)4 uur en voor de MILI
TIE van 3)44)4 uur.
De burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
aanleiding bestaat, hunne medewerking te
verleenen, om door eene verordening krach
tens art. 135 der gemeentewet het bezoeken
van herbergen door jeugdige personen zoo
veel mogelijk tegen te gaan."
TELEGRAMMEN AAN WILSON.
Door de volgende vereenigingen zijn nog
telegrammen aan president Wilson verzon
den De Ned. Kath. Vereeniging tot bevorde
ring van den Wereldvrede, de Bond van Soc.-
Dem. Vrouwenclubs, het Ned. Verbond van
neutr. Vakvereenigingen, de Federatie van Di
ocesane werkliedenbonden in Nederland, de
Ned. Voetbalbond, de Bond van Staatspcnsi-
onneering.
KORTE BERICHTEN.
In de Westerschelde is een met steen ge
laten Belgisch schip gezonken. De bemanning
is gered.
In een logement te Delft is een 17-jarig
meisje uit Rotterdam aangehouden, dat door
zekeren A. was geschaakt.
ALRMAARSCHE COURANT.
„Zuid-Westers",