r i; v 11.1, k t o N.
De Zeevalli.
en
ter-Nederland. In het alleruiterste geval, als
het geld op andore wijze niet te vinden is,
zouden we Surinae oi nog meer van onze
West kunnen verkoopen.
L)e heer F. M. Knobel, lid der Tweede Ka
mer, zeide, dat de regeeringen tot dusver mis
dadig hebben gehandeld ten aanzien der de
fensie van Indië. Spr. meende dat ons volk
nog niet voldoende doordrongen is van liet
feit, dat wij met ons koloniaal bezit in Oost
en West staan of vallen.
Ten aanzien van het beheer van onze ko
lomen nebben wij ons weinig te verwijten.
Wat de verdediging eciiter betreft, hebben
wij veel te veel het „laisser faire" laten gel
den.
Als leek meende spr., dat in de eerste
plaats voor een krachtig leger moet worden
gezorgd, om na vernietiging van onze vloot
weerstand te kunnen bieden als de vijand
landt.
Admiraal Van Hecking Colenbrander be
sprak de kankers, die aan de Indische vloot
hebben geknaagd en deels nog knagen, De
voorstellen, vromer door Indische vloot
voogden voorgesteld, werden steeds belem
merd üoor twee vragen: Wie zal het betalen
en wie zal het beheer voeren: de Minister
van Koloniën of die van Marine.
De kwestie van de verdeeling der kosten is
voor een groot deel van de baan, De tweede
kanker, wie het beheer moet voeren, is nog
met van de baan. Dat beheer moet op den
uuur komen in één hand.
Spr. betoogde dat de ongelijksoortigheid
van onze vioot een groot voordeel zal zijn
Tegenover een klein-materieel-vloot moet
de vijand stellen kruisers, hulpkruisers, tor
pedobooten en onderzeeërs. Daartegenover
Runnen wij een evenredige macht stellen.
Met klein-materieel zijn we niet zeker van
het meesterscnap ter zee. Het kan tegenval
len. Daarom is naas de vloot, absoluut noo-
dig een sterk leger.
Spr. bepleitte nog aanmaak van materieel
ook in lndië en zou aan punt 4o der mode
willen toegevoegd zien dat Indië, voorzoo
ver daartoe in staat, eveneens de kosten der
vioot moet helpen dragen.
De voorzitter meende dat de vergadering
te weinig deskundig is om te oordeelen over
den aanmaak in Indië. De vergadering koos
geen partij ten aanzien van een keuze van
vlootstelsel.
Het hoofdbestuur zou, moest het stemmen,
zijn vóór klein-materiaal. Echter kon het
vraagstuk van de keuze van vlootstelsel
thans worden geëlimineerd, daar alleen
klein materieel kan worden aangemaakt.
Mr. P. Tideman wenschte te doen uitko
men, dat wij hier spreken over de verdedi
ging van Ne. Oost-indië. Daarom wenschte
hij den aanhef der motie te lezen: „Overwe
gende ten aanzien van de verüediging van
INederlandsch-lndië' enz
De verkoop van West-Indië behoorde hier
met ter sprake te komen.
Kolonel Fabius wenschte nog even zijn
standpunt toe te lichten: Nederland is door
zijn koloniën niet een klein, maar een groot
land, en heeft daarom een groote vloot en
een groot leger noodig.
De voorzitter zei, dat het hoofdbestuur
overnam het denkbeeld om 4o. aldus te le
zen: „Indië is in staat de kosten van de
weermacht zelf te dragen."
Generaal van Heutsz zei, dat de heer Kno
bel een beroep op hem heeft gedaan. Spr. is
echter over de 65 jaar en Indië heeft jonge
menschen noodig.
Geroep: Hindenburg is ouder 1
Generaal van Heutsz voortgaande, stelde
een wijziging voor in 2o. Er staat „zoodra
mogelijk" maar de regeering is reeds bezig
klein materieel ta maken. In plaats van „zoo
dra mogelijk" moet worden gelezen „zoo
snel mogelijk." En dan moet verder worden
gelezen: „zoo snel mogelijk.... moeit tot
aanmaak van voor krachtige offensieve ver
dediging voldoende klein maierieei worde
overgegaan."
De voorzitter zei, dat het hoofdbestuur de
ze wijziging overnam. Aldus gewijzigd werd
de motie bij acclamatie aangenomen.
De heer F. J. W. Drion, algemeen secreta
ris van aen Bond, hield vervolgens een inlei
ding over de nieuwe organisatie van den
Bond in verband met de invoering der Even
redige Vertegenwoordiging.
In zijn slotwoord deelde de voorzitter me
de, dat binnenkort wederom een vergadering
van den Bond zal worden gehouden ter be
paling van den nieuwen koers in verband
niet de Evenredige Vertegenwoordiging.
Kuinan uit het laatst der 16e eeuw,
ii 't F.ngeiach van RAFAëL SABAT1N1.
Dr. W. W. van te Malta tal** ta maar niet voldaan. Spr. aon er iet» voor voe-1I W&Sïtïï?LT&5
slotte onder applaus den nieuwen voorzitter
met een „le roi est mort, vive le roil"
NED. VEREENIGING VAN KAASHAN
DELAREN,
onder voorzitterschap van den neet J. W.
F. S. Middelbeek werd Vrijdag te Gouda de
4"oe aigemeene vergaaenng genouüen van üe
iNed. vereemging van Kaasnancteiaren.
in zijn openingswoord gat de voorzitter
een terugbint over het afgetoopen jaar,
waarin ue aaasnanaei successievelijk meer
meer aan oanden werd gelegd. Het jaar
i9to braent groote teleurstellingen. De oor-
lOgvoerenden putten zich tegenover ons land
uit in allerlei vriendelijkheden, waaronder
mis land in vriendschap bijna wordt plat
gedrukt. Handel en scheepvaart hebben on
der dezen druk zeer te lijden.
Maar ook de maatregelen door onze eigen
Regeering getroffen, leggen den handel
grooten druk op.
Spr. ging na noe door een lichaam, waar
van niet bekend is hoe het tot stand is ge
komen, een contract is aangegaan met Enge
land voor de levering van 1/3 van de ex
portkaas, welk deel later is gebracht op 50
pCt., waarvan de vermeerderde 17 pCt. ook
met verlies is moeten worden geleverd. Maar
daarna is nog gekomen als een verrassing
op den oudejaarsdag, dat ook het laatste
deel van den vrijen voorraad met verlies
moet worden afgestaan. De toestand in den
kaashandel kan aan het eind van 1916 be
droevend worden genoemd.
spr. sprak den wensch uit, dat de met
macht bekleede lichamen bij de thans getrof
fen bepalingen in elk opzicht de billijkheid
zuilen betrachten.
Met de hoop, dat het thans ingetreden
jaar de vurig verlangde vrede brengen zal,
die een eind zal maken aan den huldigen
treurigen toestand, opende de voorzitter de
vergadering.
Ingekomen was een schrijven der Vereeni
ging van den Binnenlandschen Kaashandel
Fe Amsterdam, waarin verzocht werd ad-hae-
sie te betuigen aan een adres, waarin mede
werking wordt gevraagd om te komen tot
opheffing van een voor den binnenlandschen
grossier zeer treurigen toestand, welke ont
staan is door de bepalingen, genoemd in de
circulaire no. 6 van de Kaasvereeniging. In
die circulaire wordt voorgeschreven, dat van
4 Jan. af de kaas franco station van bestem
ming moet worden geleverd, waardoor het
den grossier onmogelijk wordt gemaakt klei
nere orders met eenige winst uit te voeren
door de hooge vrachten, aanteekengelden,
remboursementen, emballage, ongerekend
nog de bedroging en het uitschot, welke on
vermijdelijk aan den kaashandel verbonden
zijn.
Wel ontvangt ook de grossier van 4 dezer
af zijn kaas franco wal of station, zoo wordt
in het adres gezegd, maar deze vracht is,
omdat het altijd flinke quantums zijn, be
langrijk lager dan die, welke den grossier in
rekening wordt gebracht bij het verzenden
van kleine posten Het gevolg daarvan is,
dat de grossier genoodzaakt zal zijn de klei-
orders, omdat daaraan niets meer is te
ten het verzoek tot de Kaasvereeniging te
richten den toeslag te herzien. Spr. meende
dat tegen een zoodanige verhooging geen be
zwaar is. De kas van die vereemging is toch
bij elkaar gekomen door de consenten, üoor
de handelaren betaald.
De neer Van Zwet zei, dat de kaas, voor
het binnenland bestemd, van goede kwaliteit
moet zijn, terwijl die, te leveren aan het
ouitenianü prima moet zijn. Die tegenstelling
vindt spr. stuitend, het stuit spr. tegen üe
oorst, üat de taxateurs eenvoudig den prijs
oepaien en men verplicht is enkel prima
kwaliteit te leveren. Spr. vond dat de han
delaar in zijn eigen zaak staat ais een kwar
jongen.
Spr. vond ook, dat de Regeering niet doet
voor den handel wat gedaan moet worden
Er zijn regeeringspersonen, die üen handel
onaangenaam willen zijn.
De Meikaas moest zoogenaamd geleverd
worden voor het volk, doch het volk heeft ze
nooit gekregen. Het zijn de O. W.ers die er
mee gaan strijken en het volk moet zich met
veel minder soorten tevreden stellen.
De heer Rietdijk, lid van het bestuur, was
na een nauwkeurige berekening tot de slot
som gekomen, dat het verlies door de hande
laren te lijden, 10 pCt. bedraagt. Hij wilde
als andere leden dat de Kaasvereeniging
meerdere vergoeding betaalt Het geld uit de
kas dier vereemging komt ten goede aan de
melkboeren, zei spr., feitelijk zouden de han
delaren en bloc moeten zeggen: wij weige
ren te leveren. Spr. is daar persoonlijk voor,
maar er is te weinig harmonie en daarom
durft hij het niet aan. Daarom besloot spr
met te zeggen: vooruit beul, doe je werk.
Ten slotte werd een motie, voorgesteld
door den heer Van Zwet, aldus gewijzigd
aangenomen: „De Ned. Vereeniging van
Kaashandelaren," vergaderd op Vrijdag 12
Januari 1917 in de Sociëteit „Ons Genoe
gen" te Gouda, kennis genomen hebbende
van de toegezegde tegemoetkoming der
Kaasvereeniging op de door het L. E. B
aan Dunschland verkochte kaas, dringt er
met den meesten ernst op aan, dat uwe com
missie op de bekende 'voorraden kosteloos
consent verstrekke.
„Zij kan zich niet voorstellen, dat de Ned
Regeering een uitvoerrecht zou verlangen
van kaas, welke de handel gedwongen is te
leveren tegen een door van regeerings-
wege officieel erkende organisaties vast-
gestelden prijs, welke ondanks de toegezegde
tegemoetkoming der Kaasvereeniging voor
den handel belangrijk verlies oplevert."
Deze motie werd toegezonden aan de
Rijkscommissie van Toezicht.
onmogelijk is het voor het bedrijf benoodigde
kapitaal te vinden.
DE BROODVOORZIENING.
Ter illustratie van de vele beslommeringen
die op bakkersschouders bij inwerkingtreding
der nieuwe broodvoorziening gelegd zullen
worden, deelt het Hbld. mede, dat een brood
fabrikant te Amsterdam, die het extra veroor
zaakte werk wilde uitbesteden, van den „aan
nemer van dat werk" mededeeling kreeg, dat
dagelijks, alléén voor die fabriek, 20 plaksters
aan het werk zullen moeten gaan.
De stapel opplakbjljetten, die de gemeente
wekelijks te verwerken zal krijgen, zou een
hoogte bereiken van circa 90 Meter, hooger
dus dan de WestertorenAls dat alles nu
maar tengevolge heeft dat het menschelijk
voedsel niet eer naar den veestallen verhuist I
bate van het Russische Roode Kruis. Bij on
derzoek bleek echter dat het bestuur der Am-
sterüamscne aldeeiing nieis van üie inzame
ling afwisi. De juffer had dan ook tot dusi-
Vcr n,mmer iets met liefdewerk van doen.
vroeger was ze kennerin m een café in de
warmuessiraat. ue hjst die in besiag geno
men wem, was reeüs van 400 hanüteekenin-
gen voorzien.
DE KERK EN DE SMOKKELHANDEL.
Door een vergadering van ouderlingen en
diakenen der Gereformeerde Gemeente te
Aalten is, zoo meldt de Tel., ten opzichte
van het smokkelbedrijf besloten, dat afhou
ding van het Avondmaal zal worden toege
past op hen, die bepalingen overtreden, die
voor üe in staat van beleg verklaarde ge
meenten van kracht zijn.
ne
verdienen, niet uit te voeren en de z g. bur
gemeestersorders verbazend in aantal zullen
DE „IMPORT" EN DE „OLDAMBP'
De bemanning van hét opgebrachte stoom
schip Import is te Rotteram aangekomen. De
gezagvoerder verklaarde dat de „Import"
geen noemenswaardige contrabande aan
boord had. Het vaartuig werd slechts opge
bracht voor onderzoek en hij was overtuigd,
dat het spoedig zal worden teruggeven.
Tegelijk met de bemanning van de „Im
port" arriveerden de gezagvoerder en de eer
ste stuurman van het atoomschip „Oldambt",
in verband met het onderzoek, door de Duit-
CRISIS IN DEN R. K. KRING.
In de Donderdagavond gehouden vergade
ring van den R.-K. Kring te Haarlem heeft
een meerderheid der leden 'n voorstel weten
door te voeren, tegen den uitdriikkelijken wil
van den Geestelijken Adviseur en dus tegen
den wil van Z. D. H. den Bisschop van Haar
lem in, om, in strijd met de statuten, een uit
voering te organiseeren, waarna een bal
plaats heeft, waarvan het verband met den
Kring-avond niet ontkend kan worden.
Men mag dan zeggen, dat, strikt genomen,
van een uitvoering met een bal geen sprake is,
de N Haarl. Ct. meent zeis te weten dat, de
groote meerderheid der leden van den Kring
wenschtte, dat het bal door niemand der le
den wore bezocht, het verband is niet te loo
chenen. In ieder geval had dé uitdrukkelijke
wensch van den Geestelijken Adviseur in deze
zaak nog voor de leden van den Kring den
doorslag moeten geven. De gevolgen zijn niet
uitgebleven. In een circulaire deelt de geeste
lijken adviseur mede, dat hij van Z. D. H. ont
slag gevraagd heeft als zoodanig en dat ont
slag heeft Mgr. hem eervol verleend.
Het blad hoopt dat alsnog een middel
wordt gevonden om den R.-K. Kring voor
Haarlem te behouden.
Maar anders beter géén R.-K. Kring, dan
een R. K. Kring, die er alleen den naam van
heeft.
Eén van tweeën, óf men wenscht zich R.K.
te organiseeren, óf men wensch het niet.
Wenscht men het wel, dan heeft men zich ook
aan de leiding van den geestelijken adviseur
te onderwerpen, en in de allereerste plaats in
een quaestie van Roomsche zeden.
In -de bovenbedoelde circulaire zegt de gees
telijk adviseur o.m.:
Ik veroorloof mij derhalve er U opmerk
zaam op te maken, dat genoemde vereeniging
geen Roomsch- Katholieke Vereeniging meer is
en dat degenen die haar bezoeken niet langer
een Katholieke Vereeniging bezoeken.
toenemen, tot schade van den grossier en ook sche regeering ingesteld, in zake de onregel-
i matigbeden, welke zich voordedeen bij het op
brengen van de „Oldambt", te Brugge moes
ten achterblijven. Tevens kwamen mede twee
matrozen van de „Oldambt", die te Ostende
in het hospitaal waren verpleegd, omdat zij
bij het opbrengen van de „Oldambt" gewond
werden. Twee andere matrozen, die eveneens
gewond werden, moesten nog te Ostende in
het hospitaal achterblijven.
52)
„Die mand", zei hij, „schijnt me daar raar
in den weg te staan. Zou het niet beter zijn ze
in het ruim te plaatsen, waar ze niet zal hin
deren bij een gevecht?"
Sakr-el-Bahr voelde een kneep in zijn hart.
Hij wist, dat Marzak hem had hooren beve
len, de mand in de hut op het achterdek te
Druilen, en üai mj ze daaruit haü laten ha
len, toen Asad zijn plan had aangekondigu
mede te gaan. Hij begreep, dat dit op zich
zelf al een verdachte omstandigheid was, of
misschien was hij te zeer geneigd om achter
docht te vermoeden, wetend, wat de mand
bevatte. Hij wendde zich echter tot Marzak
met een verachtelijken glimlach.
,Ik meende, Marzak, dat ge als leerling
met ons medegingt."
„Hoe zoo?" vroeg Marzak.
„Wel alleen, dat het u beter zou passen,
u te bepalen bij opmerken en leeren. Gij zult
mij nog spoedig willen vertellen, hoe enter
haken geslagen en een aanval geschieden
moet"
Toen wees hij vooruit naar iets, dat niet
meer scheen te zijn dan een lage wolkbank,
waarheen de goedgezinde wind hen snel
voerde.
„Ginds," zei hij „zijn de Balearen. Wij
gaan flink vooruit."
Hoewel hij het zonder eenig ander doel
zeide, dan om het gesprek een andere wen
ding te geven, was het feit op zich zelf merk-
van de Kaasvereeniging
Besloten wordt een adhaesie-adres aan de
Rijkscommissie te richten en afschrift daar
van aan de Kaasvereeniging te zenden.
Vervolgens was aan de orde de bespreking
over het verzoek van de Ned. Ver. van Kaas
handelaren aan den Bond van Kaasproducen
ten om van de 5 verhooging op de bin-
nenlandsche kaas 1 aan den handel af te
staan.
Het voorstel van den voorzitter om een af
wachtende houding aan te nemen werd na
eenige bespreking met 48 voor en 7 stemmen
tegen aangenomen.
Daarna kwam aan de orde de bespreking
van de circulaire der Kaasvereeniging van 8
dezer.
De voorzitter zei naar aanleiding van
punt f van die circulaire, dat de berekening,
door verschillende exporteurs gemaakt, ons
leert dat de vergoeding van 90 voor de
vrije voorraden en 83 voor geblokkeerde
voorraden onvoldoende is, speciaal wat be
treft de geblokkeerde kaas, en zeer onvol
doende voor kaas in Noord-Holland.
De Kaasvereeniging zou eenigszins tege
moet komen in het verlies. Dat heeft zij ook
gedaan, niet ten volle, en wij zijn dankbaar
waardig genoeg om een opmerking waard
te zijn. Hetzij geroeid door tweehonderd
vijftig slaven, of met volle zeilen vooruit
gaande, er was geen sneller schip op de
Middellandsche Zee dan dat van Sakr-el-
Bahr. Vooruit sloog het nu met gezwollen
zeilen, zijn goed gesmeerde kiel gleed door
het onstuimige water met een snelheid, die
misschien door geen enkel zeilschip bereikt
werd.
„Als de wind zoo blijft, zijn
HET DROGEN VAN BOERENKOOL.
Naar bekend is, heeft de Minister eenige
weken geleden het drogen van boerenkool toe
gestaan, mits het gedroogde product tot 1 Ju
li 1917 ter beschikking der regeering wordt
gehouden op een prijsbasis van 3 ct. per K.
G. inkoop van het verschep roduct.
De Vereeniging groenten- en vruchtendro-
gers ism et deze voorwaarde allesbehalve in
genomen en betoogt in een adres aan den mi
nister, dat, wanneer geen andere voorwaar
den worden gesteld, de gegeven bevoegdheid
om boerenkool te drogen, wel weder kan wor
den ingetrokken. Zij wijzen er op, dat, wan
neer het drogen van de boerenkool loonend
wordt gemaakt, de landen sposdig weder voor
andere cultures vrij zullen zijndat het echter
bij de thans gemaakte bepaling, waarbij het
EEN „MODEL" MELKBOER.
Sedert eenige jaren houdt een boomkweeker
te Naarden-Bussum een tiental melkkoetjes,
vertelt de Tel. 't Melkbedrijf wordt door een
oud-veehouder uitgeoefend. De eigenaar was
gewoon steeds één cent per liter meer te
eischen van zijn klanten dan ieder ander. De
maximumprijsregeling bracht echter een kink
in den kabel, het extra zoete winstje moest er
bij inschieten.
Geen nood, de kweeker-veehouder wist er
raad op. 't Was hem bekend, dat modelboer
derijen buiten de regeling vielen. Hij liet dus
::luks zijn inrichting als zijnde „model" bij het
gemeente-bestuur van Bussem inschrijven.
De extra-cent per liter mocht hij dus blijven
heffen.
Andere tijden brachten de toeslag-regeling
op melk voor de veehouders. Zij genoten voor
taan 3 cent per liter toeslag uit 's lands ka8.
Ook de kweeker-veehouder wilde van deze mil
de regeling profiteeren en meldde zich daar
toe bij den burgemeester aan. Deze echter
maakte er den „model"-boer op attent, dat
zijn „model"-bedrijf evenals vroeger buiten
elke prijs- of toeslag-regeling moest blijven.
Het extratje ging zijn neus voorbij.
Rekent men de opbrengst per koe gemid
deld slechts op 15 liter per dag, dan derft on
ze man op de opbrengst zijner 10 koeien
ƒ31.50 'sweeks! Thans zint de kweeker-vee
houder op middelen om 't zoo gemakkelijk
verkregen predicaat „model" ten opzichte van
zijn melkbedrijf weer kwijt te raken.
EEN LIEFDEZUSTER.
De Amsterdamsche politie heeft een 21-
jarige juffrouw gearresteerd, die er haar
we voor
zonsondergang bij de kaap van Aguila, dat
is iets, om later op 'te bluffen," beloofde hij.
Marzak scheen er echter slechts weinig be
lang in te stellen; zijn oogen dwaalden we
der naar die mand bij den hoofdmast. Einde
lijk, zonder een woord verder tot Sakr-el-
Bahr, ging hij heen, en wierp zich onder het
zeil naast zijn vader, neder.
Asad zat daar in sombere afgetrokken
heid, hij had reeds spijt, dat hij naar Fen-
zileh geluisterd had en op deze reis was
meegegaan, want hij was nu overtuigd, dat
er niet de minste reden was, om Sakr-el-
Bahr te wantrouwen. Marzak kwam dat
verdwijnende wantrouwen weer opwekken.
Maar het oogenblik was slecht gekozen, en
bij de eerste woorden, die hij sprak, gebood
zijn vader hem het stilzwijgen.
„Gij geeft slechts uiting aan uw eigen
kwaadaardigheid," verweet Asad hem. „En
ik ben een dwaas geweest, dait ik mij door
de boosaardigheid van anderen heb laten
opstoken. Niets meer hierover, zeg ik."
Marzak zweeg brommig; zijn oogen volg
den overal Sakr-el-Bahr, die de drie treden
van het achterdek naar het gangpad was af
gegaan, en nu langzaam langs de roeiban
ken liep. Hij was zeer weinig op zijn gemak,
als iemand, die iets te verbergen heeft en
bang wordt dat hij verraden is. Maar wie
kon hem verraden hebben? Slechts drie
mannen aan boord kenden zijn geheim: Ali,
zijn luitenant, Jasper en de Italiaan Vigitel
lo.
En Sakr-el-Bahr zou alles, wat hij bezat,
gewed hebben, dat noch Ali, noch Vigitello
liem zouden verraden hebben, terwijl hij ten
volle overtuigd was, dat ook Jasper in zijn
eigen belang wel zwijg;en zou. En toch ver
vulde Marzak's zinspeling op de mand hem
met ongerustheid, waarom hij zijn ltaliaam-
schen bootsman liet roepen, dien hij boven
alle anderen vertrouwde.
„Vigitello," zei hij, „is het mogelijk, da,
ik aan den Dey verraden ben?"
Vigitello keek scherp op bij deze vraag en
lachte toen geruststellend. Zij stonden sa
men bij de verschansing op het tusschendek.
„Omtrent hetgeen we daar meevoeren?
vroeg hij met een blink in de richting van de
mand „Onmogelijk. Als Asad het geweten
nad, zou hij het hebben laten merken, voor
dat wij Algiers verlieten of anders* zou hij
niet uitgezeild zijn zonder een sterker lijf
wacht voor zich zelf."
„Waarom zou hij een lijfwacht noodig
hebben?" vroeg Sakr-el-Bahr. „Als het tot
iets ernstigs tusschen ons komt waf wel
mogelijk is, als mijn vermoeden waarheid
blijkt is er geen twijfel aan welke zijde
de manschappen zich scharen zullen."
„Niet?" vroeg Vigitello met een glim
lach op zijn donker gelaat. „Wees daar niet
zoo zeker van. De meeste van deze mannen
hebben u in een groot aantal gevechten ge
volgd. Voor hen zijt gij de Dey, hun natuur
lijke aanvoerder."
„Mogelijk. Maar hun trouw is verpand
aan Assad-ed-Din, den uitverkorene van Al
lah. Mocht het tot een keuze tusschen ons
komen, dan zou het geloof hen noodzaken
SMOKKELENDE
SPOORWEGBEAMBTEN.
Drie personen zouden Zaterdagmorgen drie
met peperkorrels gevulde zakken werpen in
den goetderentrein, die omstreeks halfvijf van
het station Almelo in de richting Hengelo ver
trekt. Zij hadden daartoe postgevat ongeveer
1000 M. van het station. De machinist reed
op de plaats waar de peper zou woeden inge
worpen zeer langzaam en twee conducteurs
stonden in een goederenwagen gereed' de ge
vulde zakken op te vangen, alles met het oog
merk de peper frauduleus uit te voeren. Hoe
goed alles ook was overlegd, hadden surveil-
leerende agenten van politie lont geroken. Het
drietal, van wie twee spoorwegboamten, werd
gearresteerd, en de peper in beslag genomen.
Inmiddels werd naar Henkelo geseind', waar
de machinist en de twee conducteurs werden
uitgenoodigd en trein te verlaten.
OPLICHTING.
Te Bussurn zou Donderdagavond een voor
stelling gegeven worden ten bate van het
„Comité tot steun van blinde en gewonde
Fransche militairen."
Doch de leider verscheen niet en de artis-
ten weigerden op te treden alvorens hun ho
norarium voldaan was. De zaal liep leeg.
Zij, die aan de kas hun biljet genomen had
den, kregen hun geld terug.
De overigen, de directie van „Novum," die
de zaal verhuurd had en de leverancier der
drukwerken, schijnen slachtoffers te zijn van
een oplichter.
Nader meldt men dat de „impresario" zich
noemt Herman de Jongh, gevestigd te Am
sterdam, en voortvluchtig is.
HET MACHINISTENCONFLICT OPGE
LOST.
De Bond van Machinisten ter Koopvaardij
heeft aan den minister van landbouw het
volgende getelegrafeerd:
„Wij zijn bereid op de door u te bepalen
voorwaarden naar zee te gaan."
Naar aanleiding hiervan heeft de minis
ter aan den bond geseind, dat hij overeen
komstig dat telegram de voorwaarden zal
vaststellen. Uit den aard der zaak zal dat
eenige dagen vorderen. Hij stelt er prijs op,
dat de machinisten nu direct gaan monste
ren en zei toe, dat de vast te stellen voor
waarden zullen gelden vanaf den dag, waar
op met varen weder is aangevangen
Aan het bestuur van de Scheepvaart Ver
eeniging te Rotterdam deelde de minister den
inhoud van het telegram van den Bond van
Machinisten mede en seinde daarbij:
„In het bezit van uwe toezegging, dat u
ongezien en ongehoord elke door mij gestel
de loonregeling zult aannemen, deel ik me
de, dfit ik zoo spoedig mogelijk de door mij
vastgestelde voorwaarden aan u zal doen
toekomen."
zijn zijde te kiezen, ondanks alle banden,
die tusschen hen en mij bestaan hebben."
„Toch waren er al eenigen ontevreden, dat
gij verdrongen werd uit het commando van
dezen tocht," vertelde Vigitello hem. „Ik
twijfel er niet aan, of sommigen zouden han-
deien onder invloed van hun geloof, maar
velen zouden uw zijde kiezen tegen den
Grooten Sultan zelf. En vergeet niet," voeg
de hij er bij, instinctmatig fluisterend, „A~
,dat
MISDAAD?
Zaterdagmorgen omstreeks acht uur vond
de heer Jan. v. H. te Oosterhout zijn vrouw
dood te bed liggen. Het bleek, dat zij een
steek in het hart had. De moord of zelfmoord
moet plaats gehad hebben tusschen zeven en
acht uur, daar de heer v. H. om zeven uur het
huis verliet. De justitie stelt een onderzoek in.
VAN DEN LANGENDIJK.
Het marktbestuur van de veiling te Broek
op Langendlijk heeft bepaald:
le. dat Maandag alleen uitschot zal wor
den geveild.
2e. dat na loting van het aangevoerde voor
het buitenland zal worden geveild op Dins
dag of volgende dagen.
doorloopen oogen. Hij wilde zijn broeder ver
vloeken, maar was zich al te goed bewust, dat
hij zijn straf verdiend had.
„Voor mij zelf ben ik niet bang", antwoord
de hij.
velen van ons afvalligen zijn, zooals gij en
ik, die geen oogenblik zouden weifelen als
net op kiezen aankwam.
„Maar ik hoop," eindigde hij op anderen
luon, „dat er hier zoo'n gevaar niet is."
„Ik ook," antwoordde Sakr-el-Bahr met
vuur. „Toch ben ik ongerust, en moet ik we
ien, waar ik op te rekenen heb als het ergste
gebeurt Ga onder de mannen, Vigiletto en
onderzoek hun ware gevoelens en stemming
en tracht te benaderen, op hoeveel ik rekenen
kan, als ik Asad den oorlog moet verklaren,
of als hij het mij doet. Wees voorzichtig."
Vigitello sloot een van zijn zwarte oogen.
„Reken er op", zei hij, „dat ik u spoedig
bericht zal brengen".
Hierop gingen zij uiteen, Vigitello om naar
den boeg te gaan, en daar zijn onderzoek te
beginnen, Sakr-el-Bahr om langzaam naar 't
achterdek terug te gaan. Maar bij de eerste
bank aan het gangpad hield hij stil en keek
neer op den ongelukkigen, blanken slaaf, die
daar geketend zat. Hij glimlachte wreed, hij
vergat zijn angst in het genot van den wraak.
„Dus je hebt den zweep al gevoeld", zei hij
in het Engelsch. „Maar dat is niets bij het
geen nog komen' moet. Je treft het, dat er
wind is vandaag. Dat is niet altijd zoo. Spoe
dig zal je ondervinden, wat het was, dat ik
door je toekomst moest lijden".
Lionel keek naar hem op met bolle, bloed-
„Later, broertje", was het antwoord. „Later
zal je vervloekt bang voor je zelf zijn, en diep
medelijden met je zelf hebben. Ik spreek uit
ervaring. Waarschijnlijk zal je niet lang blij
ven leven en dat spijt me. Ik wilde, dat je mijn
spieren hadt, om je in deze drijvende hel in
bet leven te houden
„Ik zeg je, dat ik voor mij zelf er niet om
geef" hield Lionel vol. „Wat heb je met Ro-
samunde gedaan
„Zal het je verwonderen te hooren, dat ik
als man van eer gehandeld en haat getrouwd
heb?" vroeg Olivier hem spottend.
„Haar getrouwd?" riep zijn broeder, bij de
gedachte alleen verbleekend. „Jou hond!"
„Waarom scheldt je me uit? Kon ik meer
gedaan hebben En lachend' ging hij verder,
Lionel achterlatend, tandenknarsend over de
kwelling van hetgeen hij half wist.
Een uur later, toen de schemerachtige om
trek van de Balearen dichtheid en kleur ge
kregen had, ontmoetten Sakr-el-Bahr en Vigi
tello elkander weer op het tusschendek, en zij
wisselden eenige woorden in het voorbijgaan.
„Het is moeilijk, het precies te zeggen
mompelde de bootsman, „maar voor zoovee. ik
kan nagaan, zullen de partijen vrij gelijk zijn,
en het zou roekeloos van u zijn een twist uit te
lokken".
,Daar denk ik ook niet aan", antwoordde
Sakr-el-Bahr. „Dat zou ik in geen geval doen.
Ik wilde maar weten, hoe het stond indien ik
tot een twist gedwongen werd". En hij ging
verder.
Toch was zijn ongerustheid mets vermin
derd, zijn bezwaren waren niet opgelost. Hij