r i; v 11.1, k t o N. De Zeevalli. en ter-Nederland. In het alleruiterste geval, als het geld op andore wijze niet te vinden is, zouden we Surinae oi nog meer van onze West kunnen verkoopen. L)e heer F. M. Knobel, lid der Tweede Ka mer, zeide, dat de regeeringen tot dusver mis dadig hebben gehandeld ten aanzien der de fensie van Indië. Spr. meende dat ons volk nog niet voldoende doordrongen is van liet feit, dat wij met ons koloniaal bezit in Oost en West staan of vallen. Ten aanzien van het beheer van onze ko lomen nebben wij ons weinig te verwijten. Wat de verdediging eciiter betreft, hebben wij veel te veel het „laisser faire" laten gel den. Als leek meende spr., dat in de eerste plaats voor een krachtig leger moet worden gezorgd, om na vernietiging van onze vloot weerstand te kunnen bieden als de vijand landt. Admiraal Van Hecking Colenbrander be sprak de kankers, die aan de Indische vloot hebben geknaagd en deels nog knagen, De voorstellen, vromer door Indische vloot voogden voorgesteld, werden steeds belem merd üoor twee vragen: Wie zal het betalen en wie zal het beheer voeren: de Minister van Koloniën of die van Marine. De kwestie van de verdeeling der kosten is voor een groot deel van de baan, De tweede kanker, wie het beheer moet voeren, is nog met van de baan. Dat beheer moet op den uuur komen in één hand. Spr. betoogde dat de ongelijksoortigheid van onze vioot een groot voordeel zal zijn Tegenover een klein-materieel-vloot moet de vijand stellen kruisers, hulpkruisers, tor pedobooten en onderzeeërs. Daartegenover Runnen wij een evenredige macht stellen. Met klein-materieel zijn we niet zeker van het meesterscnap ter zee. Het kan tegenval len. Daarom is naas de vloot, absoluut noo- dig een sterk leger. Spr. bepleitte nog aanmaak van materieel ook in lndië en zou aan punt 4o der mode willen toegevoegd zien dat Indië, voorzoo ver daartoe in staat, eveneens de kosten der vioot moet helpen dragen. De voorzitter meende dat de vergadering te weinig deskundig is om te oordeelen over den aanmaak in Indië. De vergadering koos geen partij ten aanzien van een keuze van vlootstelsel. Het hoofdbestuur zou, moest het stemmen, zijn vóór klein-materiaal. Echter kon het vraagstuk van de keuze van vlootstelsel thans worden geëlimineerd, daar alleen klein materieel kan worden aangemaakt. Mr. P. Tideman wenschte te doen uitko men, dat wij hier spreken over de verdedi ging van Ne. Oost-indië. Daarom wenschte hij den aanhef der motie te lezen: „Overwe gende ten aanzien van de verüediging van INederlandsch-lndië' enz De verkoop van West-Indië behoorde hier met ter sprake te komen. Kolonel Fabius wenschte nog even zijn standpunt toe te lichten: Nederland is door zijn koloniën niet een klein, maar een groot land, en heeft daarom een groote vloot en een groot leger noodig. De voorzitter zei, dat het hoofdbestuur overnam het denkbeeld om 4o. aldus te le zen: „Indië is in staat de kosten van de weermacht zelf te dragen." Generaal van Heutsz zei, dat de heer Kno bel een beroep op hem heeft gedaan. Spr. is echter over de 65 jaar en Indië heeft jonge menschen noodig. Geroep: Hindenburg is ouder 1 Generaal van Heutsz voortgaande, stelde een wijziging voor in 2o. Er staat „zoodra mogelijk" maar de regeering is reeds bezig klein materieel ta maken. In plaats van „zoo dra mogelijk" moet worden gelezen „zoo snel mogelijk." En dan moet verder worden gelezen: „zoo snel mogelijk.... moeit tot aanmaak van voor krachtige offensieve ver dediging voldoende klein maierieei worde overgegaan." De voorzitter zei, dat het hoofdbestuur de ze wijziging overnam. Aldus gewijzigd werd de motie bij acclamatie aangenomen. De heer F. J. W. Drion, algemeen secreta ris van aen Bond, hield vervolgens een inlei ding over de nieuwe organisatie van den Bond in verband met de invoering der Even redige Vertegenwoordiging. In zijn slotwoord deelde de voorzitter me de, dat binnenkort wederom een vergadering van den Bond zal worden gehouden ter be paling van den nieuwen koers in verband niet de Evenredige Vertegenwoordiging. Kuinan uit het laatst der 16e eeuw, ii 't F.ngeiach van RAFAëL SABAT1N1. Dr. W. W. van te Malta tal** ta maar niet voldaan. Spr. aon er iet» voor voe-1I W&Sïtïï?LT&5 slotte onder applaus den nieuwen voorzitter met een „le roi est mort, vive le roil" NED. VEREENIGING VAN KAASHAN DELAREN, onder voorzitterschap van den neet J. W. F. S. Middelbeek werd Vrijdag te Gouda de 4"oe aigemeene vergaaenng genouüen van üe iNed. vereemging van Kaasnancteiaren. in zijn openingswoord gat de voorzitter een terugbint over het afgetoopen jaar, waarin ue aaasnanaei successievelijk meer meer aan oanden werd gelegd. Het jaar i9to braent groote teleurstellingen. De oor- lOgvoerenden putten zich tegenover ons land uit in allerlei vriendelijkheden, waaronder mis land in vriendschap bijna wordt plat gedrukt. Handel en scheepvaart hebben on der dezen druk zeer te lijden. Maar ook de maatregelen door onze eigen Regeering getroffen, leggen den handel grooten druk op. Spr. ging na noe door een lichaam, waar van niet bekend is hoe het tot stand is ge komen, een contract is aangegaan met Enge land voor de levering van 1/3 van de ex portkaas, welk deel later is gebracht op 50 pCt., waarvan de vermeerderde 17 pCt. ook met verlies is moeten worden geleverd. Maar daarna is nog gekomen als een verrassing op den oudejaarsdag, dat ook het laatste deel van den vrijen voorraad met verlies moet worden afgestaan. De toestand in den kaashandel kan aan het eind van 1916 be droevend worden genoemd. spr. sprak den wensch uit, dat de met macht bekleede lichamen bij de thans getrof fen bepalingen in elk opzicht de billijkheid zuilen betrachten. Met de hoop, dat het thans ingetreden jaar de vurig verlangde vrede brengen zal, die een eind zal maken aan den huldigen treurigen toestand, opende de voorzitter de vergadering. Ingekomen was een schrijven der Vereeni ging van den Binnenlandschen Kaashandel Fe Amsterdam, waarin verzocht werd ad-hae- sie te betuigen aan een adres, waarin mede werking wordt gevraagd om te komen tot opheffing van een voor den binnenlandschen grossier zeer treurigen toestand, welke ont staan is door de bepalingen, genoemd in de circulaire no. 6 van de Kaasvereeniging. In die circulaire wordt voorgeschreven, dat van 4 Jan. af de kaas franco station van bestem ming moet worden geleverd, waardoor het den grossier onmogelijk wordt gemaakt klei nere orders met eenige winst uit te voeren door de hooge vrachten, aanteekengelden, remboursementen, emballage, ongerekend nog de bedroging en het uitschot, welke on vermijdelijk aan den kaashandel verbonden zijn. Wel ontvangt ook de grossier van 4 dezer af zijn kaas franco wal of station, zoo wordt in het adres gezegd, maar deze vracht is, omdat het altijd flinke quantums zijn, be langrijk lager dan die, welke den grossier in rekening wordt gebracht bij het verzenden van kleine posten Het gevolg daarvan is, dat de grossier genoodzaakt zal zijn de klei- orders, omdat daaraan niets meer is te ten het verzoek tot de Kaasvereeniging te richten den toeslag te herzien. Spr. meende dat tegen een zoodanige verhooging geen be zwaar is. De kas van die vereemging is toch bij elkaar gekomen door de consenten, üoor de handelaren betaald. De neer Van Zwet zei, dat de kaas, voor het binnenland bestemd, van goede kwaliteit moet zijn, terwijl die, te leveren aan het ouitenianü prima moet zijn. Die tegenstelling vindt spr. stuitend, het stuit spr. tegen üe oorst, üat de taxateurs eenvoudig den prijs oepaien en men verplicht is enkel prima kwaliteit te leveren. Spr. vond dat de han delaar in zijn eigen zaak staat ais een kwar jongen. Spr. vond ook, dat de Regeering niet doet voor den handel wat gedaan moet worden Er zijn regeeringspersonen, die üen handel onaangenaam willen zijn. De Meikaas moest zoogenaamd geleverd worden voor het volk, doch het volk heeft ze nooit gekregen. Het zijn de O. W.ers die er mee gaan strijken en het volk moet zich met veel minder soorten tevreden stellen. De heer Rietdijk, lid van het bestuur, was na een nauwkeurige berekening tot de slot som gekomen, dat het verlies door de hande laren te lijden, 10 pCt. bedraagt. Hij wilde als andere leden dat de Kaasvereeniging meerdere vergoeding betaalt Het geld uit de kas dier vereemging komt ten goede aan de melkboeren, zei spr., feitelijk zouden de han delaren en bloc moeten zeggen: wij weige ren te leveren. Spr. is daar persoonlijk voor, maar er is te weinig harmonie en daarom durft hij het niet aan. Daarom besloot spr met te zeggen: vooruit beul, doe je werk. Ten slotte werd een motie, voorgesteld door den heer Van Zwet, aldus gewijzigd aangenomen: „De Ned. Vereeniging van Kaashandelaren," vergaderd op Vrijdag 12 Januari 1917 in de Sociëteit „Ons Genoe gen" te Gouda, kennis genomen hebbende van de toegezegde tegemoetkoming der Kaasvereeniging op de door het L. E. B aan Dunschland verkochte kaas, dringt er met den meesten ernst op aan, dat uwe com missie op de bekende 'voorraden kosteloos consent verstrekke. „Zij kan zich niet voorstellen, dat de Ned Regeering een uitvoerrecht zou verlangen van kaas, welke de handel gedwongen is te leveren tegen een door van regeerings- wege officieel erkende organisaties vast- gestelden prijs, welke ondanks de toegezegde tegemoetkoming der Kaasvereeniging voor den handel belangrijk verlies oplevert." Deze motie werd toegezonden aan de Rijkscommissie van Toezicht. onmogelijk is het voor het bedrijf benoodigde kapitaal te vinden. DE BROODVOORZIENING. Ter illustratie van de vele beslommeringen die op bakkersschouders bij inwerkingtreding der nieuwe broodvoorziening gelegd zullen worden, deelt het Hbld. mede, dat een brood fabrikant te Amsterdam, die het extra veroor zaakte werk wilde uitbesteden, van den „aan nemer van dat werk" mededeeling kreeg, dat dagelijks, alléén voor die fabriek, 20 plaksters aan het werk zullen moeten gaan. De stapel opplakbjljetten, die de gemeente wekelijks te verwerken zal krijgen, zou een hoogte bereiken van circa 90 Meter, hooger dus dan de WestertorenAls dat alles nu maar tengevolge heeft dat het menschelijk voedsel niet eer naar den veestallen verhuist I bate van het Russische Roode Kruis. Bij on derzoek bleek echter dat het bestuur der Am- sterüamscne aldeeiing nieis van üie inzame ling afwisi. De juffer had dan ook tot dusi- Vcr n,mmer iets met liefdewerk van doen. vroeger was ze kennerin m een café in de warmuessiraat. ue hjst die in besiag geno men wem, was reeüs van 400 hanüteekenin- gen voorzien. DE KERK EN DE SMOKKELHANDEL. Door een vergadering van ouderlingen en diakenen der Gereformeerde Gemeente te Aalten is, zoo meldt de Tel., ten opzichte van het smokkelbedrijf besloten, dat afhou ding van het Avondmaal zal worden toege past op hen, die bepalingen overtreden, die voor üe in staat van beleg verklaarde ge meenten van kracht zijn. ne verdienen, niet uit te voeren en de z g. bur gemeestersorders verbazend in aantal zullen DE „IMPORT" EN DE „OLDAMBP' De bemanning van hét opgebrachte stoom schip Import is te Rotteram aangekomen. De gezagvoerder verklaarde dat de „Import" geen noemenswaardige contrabande aan boord had. Het vaartuig werd slechts opge bracht voor onderzoek en hij was overtuigd, dat het spoedig zal worden teruggeven. Tegelijk met de bemanning van de „Im port" arriveerden de gezagvoerder en de eer ste stuurman van het atoomschip „Oldambt", in verband met het onderzoek, door de Duit- CRISIS IN DEN R. K. KRING. In de Donderdagavond gehouden vergade ring van den R.-K. Kring te Haarlem heeft een meerderheid der leden 'n voorstel weten door te voeren, tegen den uitdriikkelijken wil van den Geestelijken Adviseur en dus tegen den wil van Z. D. H. den Bisschop van Haar lem in, om, in strijd met de statuten, een uit voering te organiseeren, waarna een bal plaats heeft, waarvan het verband met den Kring-avond niet ontkend kan worden. Men mag dan zeggen, dat, strikt genomen, van een uitvoering met een bal geen sprake is, de N Haarl. Ct. meent zeis te weten dat, de groote meerderheid der leden van den Kring wenschtte, dat het bal door niemand der le den wore bezocht, het verband is niet te loo chenen. In ieder geval had dé uitdrukkelijke wensch van den Geestelijken Adviseur in deze zaak nog voor de leden van den Kring den doorslag moeten geven. De gevolgen zijn niet uitgebleven. In een circulaire deelt de geeste lijken adviseur mede, dat hij van Z. D. H. ont slag gevraagd heeft als zoodanig en dat ont slag heeft Mgr. hem eervol verleend. Het blad hoopt dat alsnog een middel wordt gevonden om den R.-K. Kring voor Haarlem te behouden. Maar anders beter géén R.-K. Kring, dan een R. K. Kring, die er alleen den naam van heeft. Eén van tweeën, óf men wenscht zich R.K. te organiseeren, óf men wensch het niet. Wenscht men het wel, dan heeft men zich ook aan de leiding van den geestelijken adviseur te onderwerpen, en in de allereerste plaats in een quaestie van Roomsche zeden. In -de bovenbedoelde circulaire zegt de gees telijk adviseur o.m.: Ik veroorloof mij derhalve er U opmerk zaam op te maken, dat genoemde vereeniging geen Roomsch- Katholieke Vereeniging meer is en dat degenen die haar bezoeken niet langer een Katholieke Vereeniging bezoeken. toenemen, tot schade van den grossier en ook sche regeering ingesteld, in zake de onregel- i matigbeden, welke zich voordedeen bij het op brengen van de „Oldambt", te Brugge moes ten achterblijven. Tevens kwamen mede twee matrozen van de „Oldambt", die te Ostende in het hospitaal waren verpleegd, omdat zij bij het opbrengen van de „Oldambt" gewond werden. Twee andere matrozen, die eveneens gewond werden, moesten nog te Ostende in het hospitaal achterblijven. 52) „Die mand", zei hij, „schijnt me daar raar in den weg te staan. Zou het niet beter zijn ze in het ruim te plaatsen, waar ze niet zal hin deren bij een gevecht?" Sakr-el-Bahr voelde een kneep in zijn hart. Hij wist, dat Marzak hem had hooren beve len, de mand in de hut op het achterdek te Druilen, en üai mj ze daaruit haü laten ha len, toen Asad zijn plan had aangekondigu mede te gaan. Hij begreep, dat dit op zich zelf al een verdachte omstandigheid was, of misschien was hij te zeer geneigd om achter docht te vermoeden, wetend, wat de mand bevatte. Hij wendde zich echter tot Marzak met een verachtelijken glimlach. ,Ik meende, Marzak, dat ge als leerling met ons medegingt." „Hoe zoo?" vroeg Marzak. „Wel alleen, dat het u beter zou passen, u te bepalen bij opmerken en leeren. Gij zult mij nog spoedig willen vertellen, hoe enter haken geslagen en een aanval geschieden moet" Toen wees hij vooruit naar iets, dat niet meer scheen te zijn dan een lage wolkbank, waarheen de goedgezinde wind hen snel voerde. „Ginds," zei hij „zijn de Balearen. Wij gaan flink vooruit." Hoewel hij het zonder eenig ander doel zeide, dan om het gesprek een andere wen ding te geven, was het feit op zich zelf merk- van de Kaasvereeniging Besloten wordt een adhaesie-adres aan de Rijkscommissie te richten en afschrift daar van aan de Kaasvereeniging te zenden. Vervolgens was aan de orde de bespreking over het verzoek van de Ned. Ver. van Kaas handelaren aan den Bond van Kaasproducen ten om van de 5 verhooging op de bin- nenlandsche kaas 1 aan den handel af te staan. Het voorstel van den voorzitter om een af wachtende houding aan te nemen werd na eenige bespreking met 48 voor en 7 stemmen tegen aangenomen. Daarna kwam aan de orde de bespreking van de circulaire der Kaasvereeniging van 8 dezer. De voorzitter zei naar aanleiding van punt f van die circulaire, dat de berekening, door verschillende exporteurs gemaakt, ons leert dat de vergoeding van 90 voor de vrije voorraden en 83 voor geblokkeerde voorraden onvoldoende is, speciaal wat be treft de geblokkeerde kaas, en zeer onvol doende voor kaas in Noord-Holland. De Kaasvereeniging zou eenigszins tege moet komen in het verlies. Dat heeft zij ook gedaan, niet ten volle, en wij zijn dankbaar waardig genoeg om een opmerking waard te zijn. Hetzij geroeid door tweehonderd vijftig slaven, of met volle zeilen vooruit gaande, er was geen sneller schip op de Middellandsche Zee dan dat van Sakr-el- Bahr. Vooruit sloog het nu met gezwollen zeilen, zijn goed gesmeerde kiel gleed door het onstuimige water met een snelheid, die misschien door geen enkel zeilschip bereikt werd. „Als de wind zoo blijft, zijn HET DROGEN VAN BOERENKOOL. Naar bekend is, heeft de Minister eenige weken geleden het drogen van boerenkool toe gestaan, mits het gedroogde product tot 1 Ju li 1917 ter beschikking der regeering wordt gehouden op een prijsbasis van 3 ct. per K. G. inkoop van het verschep roduct. De Vereeniging groenten- en vruchtendro- gers ism et deze voorwaarde allesbehalve in genomen en betoogt in een adres aan den mi nister, dat, wanneer geen andere voorwaar den worden gesteld, de gegeven bevoegdheid om boerenkool te drogen, wel weder kan wor den ingetrokken. Zij wijzen er op, dat, wan neer het drogen van de boerenkool loonend wordt gemaakt, de landen sposdig weder voor andere cultures vrij zullen zijndat het echter bij de thans gemaakte bepaling, waarbij het EEN „MODEL" MELKBOER. Sedert eenige jaren houdt een boomkweeker te Naarden-Bussum een tiental melkkoetjes, vertelt de Tel. 't Melkbedrijf wordt door een oud-veehouder uitgeoefend. De eigenaar was gewoon steeds één cent per liter meer te eischen van zijn klanten dan ieder ander. De maximumprijsregeling bracht echter een kink in den kabel, het extra zoete winstje moest er bij inschieten. Geen nood, de kweeker-veehouder wist er raad op. 't Was hem bekend, dat modelboer derijen buiten de regeling vielen. Hij liet dus ::luks zijn inrichting als zijnde „model" bij het gemeente-bestuur van Bussem inschrijven. De extra-cent per liter mocht hij dus blijven heffen. Andere tijden brachten de toeslag-regeling op melk voor de veehouders. Zij genoten voor taan 3 cent per liter toeslag uit 's lands ka8. Ook de kweeker-veehouder wilde van deze mil de regeling profiteeren en meldde zich daar toe bij den burgemeester aan. Deze echter maakte er den „model"-boer op attent, dat zijn „model"-bedrijf evenals vroeger buiten elke prijs- of toeslag-regeling moest blijven. Het extratje ging zijn neus voorbij. Rekent men de opbrengst per koe gemid deld slechts op 15 liter per dag, dan derft on ze man op de opbrengst zijner 10 koeien ƒ31.50 'sweeks! Thans zint de kweeker-vee houder op middelen om 't zoo gemakkelijk verkregen predicaat „model" ten opzichte van zijn melkbedrijf weer kwijt te raken. EEN LIEFDEZUSTER. De Amsterdamsche politie heeft een 21- jarige juffrouw gearresteerd, die er haar we voor zonsondergang bij de kaap van Aguila, dat is iets, om later op 'te bluffen," beloofde hij. Marzak scheen er echter slechts weinig be lang in te stellen; zijn oogen dwaalden we der naar die mand bij den hoofdmast. Einde lijk, zonder een woord verder tot Sakr-el- Bahr, ging hij heen, en wierp zich onder het zeil naast zijn vader, neder. Asad zat daar in sombere afgetrokken heid, hij had reeds spijt, dat hij naar Fen- zileh geluisterd had en op deze reis was meegegaan, want hij was nu overtuigd, dat er niet de minste reden was, om Sakr-el- Bahr te wantrouwen. Marzak kwam dat verdwijnende wantrouwen weer opwekken. Maar het oogenblik was slecht gekozen, en bij de eerste woorden, die hij sprak, gebood zijn vader hem het stilzwijgen. „Gij geeft slechts uiting aan uw eigen kwaadaardigheid," verweet Asad hem. „En ik ben een dwaas geweest, dait ik mij door de boosaardigheid van anderen heb laten opstoken. Niets meer hierover, zeg ik." Marzak zweeg brommig; zijn oogen volg den overal Sakr-el-Bahr, die de drie treden van het achterdek naar het gangpad was af gegaan, en nu langzaam langs de roeiban ken liep. Hij was zeer weinig op zijn gemak, als iemand, die iets te verbergen heeft en bang wordt dat hij verraden is. Maar wie kon hem verraden hebben? Slechts drie mannen aan boord kenden zijn geheim: Ali, zijn luitenant, Jasper en de Italiaan Vigitel lo. En Sakr-el-Bahr zou alles, wat hij bezat, gewed hebben, dat noch Ali, noch Vigitello liem zouden verraden hebben, terwijl hij ten volle overtuigd was, dat ook Jasper in zijn eigen belang wel zwijg;en zou. En toch ver vulde Marzak's zinspeling op de mand hem met ongerustheid, waarom hij zijn ltaliaam- schen bootsman liet roepen, dien hij boven alle anderen vertrouwde. „Vigitello," zei hij, „is het mogelijk, da, ik aan den Dey verraden ben?" Vigitello keek scherp op bij deze vraag en lachte toen geruststellend. Zij stonden sa men bij de verschansing op het tusschendek. „Omtrent hetgeen we daar meevoeren? vroeg hij met een blink in de richting van de mand „Onmogelijk. Als Asad het geweten nad, zou hij het hebben laten merken, voor dat wij Algiers verlieten of anders* zou hij niet uitgezeild zijn zonder een sterker lijf wacht voor zich zelf." „Waarom zou hij een lijfwacht noodig hebben?" vroeg Sakr-el-Bahr. „Als het tot iets ernstigs tusschen ons komt waf wel mogelijk is, als mijn vermoeden waarheid blijkt is er geen twijfel aan welke zijde de manschappen zich scharen zullen." „Niet?" vroeg Vigitello met een glim lach op zijn donker gelaat. „Wees daar niet zoo zeker van. De meeste van deze mannen hebben u in een groot aantal gevechten ge volgd. Voor hen zijt gij de Dey, hun natuur lijke aanvoerder." „Mogelijk. Maar hun trouw is verpand aan Assad-ed-Din, den uitverkorene van Al lah. Mocht het tot een keuze tusschen ons komen, dan zou het geloof hen noodzaken SMOKKELENDE SPOORWEGBEAMBTEN. Drie personen zouden Zaterdagmorgen drie met peperkorrels gevulde zakken werpen in den goetderentrein, die omstreeks halfvijf van het station Almelo in de richting Hengelo ver trekt. Zij hadden daartoe postgevat ongeveer 1000 M. van het station. De machinist reed op de plaats waar de peper zou woeden inge worpen zeer langzaam en twee conducteurs stonden in een goederenwagen gereed' de ge vulde zakken op te vangen, alles met het oog merk de peper frauduleus uit te voeren. Hoe goed alles ook was overlegd, hadden surveil- leerende agenten van politie lont geroken. Het drietal, van wie twee spoorwegboamten, werd gearresteerd, en de peper in beslag genomen. Inmiddels werd naar Henkelo geseind', waar de machinist en de twee conducteurs werden uitgenoodigd en trein te verlaten. OPLICHTING. Te Bussurn zou Donderdagavond een voor stelling gegeven worden ten bate van het „Comité tot steun van blinde en gewonde Fransche militairen." Doch de leider verscheen niet en de artis- ten weigerden op te treden alvorens hun ho norarium voldaan was. De zaal liep leeg. Zij, die aan de kas hun biljet genomen had den, kregen hun geld terug. De overigen, de directie van „Novum," die de zaal verhuurd had en de leverancier der drukwerken, schijnen slachtoffers te zijn van een oplichter. Nader meldt men dat de „impresario" zich noemt Herman de Jongh, gevestigd te Am sterdam, en voortvluchtig is. HET MACHINISTENCONFLICT OPGE LOST. De Bond van Machinisten ter Koopvaardij heeft aan den minister van landbouw het volgende getelegrafeerd: „Wij zijn bereid op de door u te bepalen voorwaarden naar zee te gaan." Naar aanleiding hiervan heeft de minis ter aan den bond geseind, dat hij overeen komstig dat telegram de voorwaarden zal vaststellen. Uit den aard der zaak zal dat eenige dagen vorderen. Hij stelt er prijs op, dat de machinisten nu direct gaan monste ren en zei toe, dat de vast te stellen voor waarden zullen gelden vanaf den dag, waar op met varen weder is aangevangen Aan het bestuur van de Scheepvaart Ver eeniging te Rotterdam deelde de minister den inhoud van het telegram van den Bond van Machinisten mede en seinde daarbij: „In het bezit van uwe toezegging, dat u ongezien en ongehoord elke door mij gestel de loonregeling zult aannemen, deel ik me de, dfit ik zoo spoedig mogelijk de door mij vastgestelde voorwaarden aan u zal doen toekomen." zijn zijde te kiezen, ondanks alle banden, die tusschen hen en mij bestaan hebben." „Toch waren er al eenigen ontevreden, dat gij verdrongen werd uit het commando van dezen tocht," vertelde Vigitello hem. „Ik twijfel er niet aan, of sommigen zouden han- deien onder invloed van hun geloof, maar velen zouden uw zijde kiezen tegen den Grooten Sultan zelf. En vergeet niet," voeg de hij er bij, instinctmatig fluisterend, „A~ ,dat MISDAAD? Zaterdagmorgen omstreeks acht uur vond de heer Jan. v. H. te Oosterhout zijn vrouw dood te bed liggen. Het bleek, dat zij een steek in het hart had. De moord of zelfmoord moet plaats gehad hebben tusschen zeven en acht uur, daar de heer v. H. om zeven uur het huis verliet. De justitie stelt een onderzoek in. VAN DEN LANGENDIJK. Het marktbestuur van de veiling te Broek op Langendlijk heeft bepaald: le. dat Maandag alleen uitschot zal wor den geveild. 2e. dat na loting van het aangevoerde voor het buitenland zal worden geveild op Dins dag of volgende dagen. doorloopen oogen. Hij wilde zijn broeder ver vloeken, maar was zich al te goed bewust, dat hij zijn straf verdiend had. „Voor mij zelf ben ik niet bang", antwoord de hij. velen van ons afvalligen zijn, zooals gij en ik, die geen oogenblik zouden weifelen als net op kiezen aankwam. „Maar ik hoop," eindigde hij op anderen luon, „dat er hier zoo'n gevaar niet is." „Ik ook," antwoordde Sakr-el-Bahr met vuur. „Toch ben ik ongerust, en moet ik we ien, waar ik op te rekenen heb als het ergste gebeurt Ga onder de mannen, Vigiletto en onderzoek hun ware gevoelens en stemming en tracht te benaderen, op hoeveel ik rekenen kan, als ik Asad den oorlog moet verklaren, of als hij het mij doet. Wees voorzichtig." Vigitello sloot een van zijn zwarte oogen. „Reken er op", zei hij, „dat ik u spoedig bericht zal brengen". Hierop gingen zij uiteen, Vigitello om naar den boeg te gaan, en daar zijn onderzoek te beginnen, Sakr-el-Bahr om langzaam naar 't achterdek terug te gaan. Maar bij de eerste bank aan het gangpad hield hij stil en keek neer op den ongelukkigen, blanken slaaf, die daar geketend zat. Hij glimlachte wreed, hij vergat zijn angst in het genot van den wraak. „Dus je hebt den zweep al gevoeld", zei hij in het Engelsch. „Maar dat is niets bij het geen nog komen' moet. Je treft het, dat er wind is vandaag. Dat is niet altijd zoo. Spoe dig zal je ondervinden, wat het was, dat ik door je toekomst moest lijden". Lionel keek naar hem op met bolle, bloed- „Later, broertje", was het antwoord. „Later zal je vervloekt bang voor je zelf zijn, en diep medelijden met je zelf hebben. Ik spreek uit ervaring. Waarschijnlijk zal je niet lang blij ven leven en dat spijt me. Ik wilde, dat je mijn spieren hadt, om je in deze drijvende hel in bet leven te houden „Ik zeg je, dat ik voor mij zelf er niet om geef" hield Lionel vol. „Wat heb je met Ro- samunde gedaan „Zal het je verwonderen te hooren, dat ik als man van eer gehandeld en haat getrouwd heb?" vroeg Olivier hem spottend. „Haar getrouwd?" riep zijn broeder, bij de gedachte alleen verbleekend. „Jou hond!" „Waarom scheldt je me uit? Kon ik meer gedaan hebben En lachend' ging hij verder, Lionel achterlatend, tandenknarsend over de kwelling van hetgeen hij half wist. Een uur later, toen de schemerachtige om trek van de Balearen dichtheid en kleur ge kregen had, ontmoetten Sakr-el-Bahr en Vigi tello elkander weer op het tusschendek, en zij wisselden eenige woorden in het voorbijgaan. „Het is moeilijk, het precies te zeggen mompelde de bootsman, „maar voor zoovee. ik kan nagaan, zullen de partijen vrij gelijk zijn, en het zou roekeloos van u zijn een twist uit te lokken". ,Daar denk ik ook niet aan", antwoordde Sakr-el-Bahr. „Dat zou ik in geen geval doen. Ik wilde maar weten, hoe het stond indien ik tot een twist gedwongen werd". En hij ging verder. Toch was zijn ongerustheid mets vermin derd, zijn bezwaren waren niet opgelost. Hij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 2