DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE OORLOG.
No. 18
MAAHDAO 22 JANUARI
Honderd en negentiende jaargang.
1917.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1.— fr. p. post f 1.25. Advertentieprijs 12* cl p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERIÏls. COSTER 5 ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3.
NEDERLAND.
Met 20 at. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden.
ALKMAAR, 22 Januari.
In dezen tijd, waarin er weinig gebeurt,
doch ongetwijfeld veel wordt voorbereid,
trekt ineens de Fransch-Duitsche grens in
het zuiden bijzonder de aandacht. Terecht of
ten onrechte, dat zal nader moeten blijken
Men weet, dat in den laatsten tijd nogal
sprake van Zwitserland is geweest. In de
Fransche pers heette het, dat Duitschland
wel eens door Zwitserland zou kunnen trek
ken teneinde in Zuid-Frankrijk op te mar-
cheeren. Maar de Duitsche pers schreef, dat
de Franschen zooveel troepen aan de Zwit-
sersche grens samentrokken, hetgeen weinig
goeds voor de republiek beloofde. Het
schijnt, dat allebei partijen tot troepencon
centratie zijn overgegaan, de Duitschers in
den Sundgau, de Franschen in de Jura. En
onder deze omstandigheden heeft de Zwit-
sersche regeering, overtuigd, dat dubbele
waakzaamheid geboden was, versterkingen
onder de wapens geroepen. Zoodat er in dien
Fransch-Duitsch-Zwitserschen hoek een mas
sa troepen liggen. v
Bijzonderheden heeft men hieromtrent niet
vernomen, totdat plotseling na maandenlang
zwijgen, officieel melding werd gemaakt van
operaties in dit terrein. Volgens het Duitsche
legerbericht van Zondag hadden Wurtem
bergsche troepen met succes verkenningen
volbracht in de streek van het Rhóne-Rijn-
kanaal, dus ten westen van Altkirch en ten
Oosten van Be.fort, volgens het Fransche
communiqué waren de „sterke vijandelijke
verkenningsafdeelingen afgesiagen."
Er is dus inleidende actie tusschen Voge
zen en Jura, welke tot groot krijgsbedrijf
kan leiden. Maar van welken kant zal hei
initiatief genomen worden? Zijn het de
1 ranschen die hier strategische plannen heb
ben opgezet of zijn het de Duitschers, die
iets dergelijks hebben gedaan? Pogen mis
schien de Duitschers Fransche plannen in de
war te sturen of wel zijn het de Franschen,
die een Duitsche onderneming willen voor
komen?
Op deze vragen valt nog geen antwoord te
geven. Trouwens, evenmin op de hoofd
vraag: wat willen ze hier? Van beide kanten
is het hier zulk een gewaagd optreden^ dat
men onwillekeurig bij zich de gedachte voelt
opkomen: nu geen der partijen er in ge
slaagd is, de andere er onder te brengen,
pakken ze elkaar bij de eind-worsteling in de
allersterkste zijde aan. Zoowel Duitschland
als Frankrijk heeft zijn grensgebied hier
uitermate versterkt. Duitschland heeft Bel-
gië's onzijdigheid geschonden, omdat de
Fransche oostgrens zulke geweldige verster
kingen bezat. De vesting Belfort (met haar
grooten fortenkring) hebben de Duitschers
in 187071 leeren kennen! Zij hield toen
een beleg uit van 3 December tot 16 Febru
ari, zonder zich over te geven en sinds 1874
is er alle mogelijke zorg aan besteed. Men
denke verder aan de versterkingen bij Mon-
béliard en Lomond, den sterken vestingdrie
hoek Langres-Dyon-Besan^ons, en aan de
terreinmoeielijkheden welke operaties groo
te troepenmassa's ten zeerste belemmeren,
Maar ook de Franschen zullen hier geduchte
natuurlijke en kunstmatige hindernissen vin
den. Wij wijzen op de z.g.n. Oberrheinische
Befestigungen, sperforten, die de bruggen
over den Rijn afsluiten, op de gemoderniseer
de fortificatiën van Istein, Hiiningcn en Neu
Breisach, een sterk defensief front, dat door
het aloude Straatsburg wordt bekroond.
Men ziet dus, dat beide partijen zich in dit
gebied bijzonder sterk hebben gemaakt om
een aanval van den tegenstander te kunnen
keeren. En zou hier nu tenslotte de beslis
sing worden gezocht?
De strijd aan de Sereth duurt voort. De
troepen van veldmaarschalk von Mackensen
hebben opnieuw een voordeel behaald in een
bloedig gevecht, waaraan vermoedelijk niet
veel troepen hebben deelgenomen. Tusschen
Focsani en Braila is de door de Russen zeer
versterkte overgang bij het dorp Nanesti
door de troepen der midden-mogendheden
genomen. Er werden 556 Russen gevangen
gemaakt.
KORTE BERICHTEN.
De ontploffing in een munitiefabriek in
Oost-Londen verwoestte de geheele fabriek, en
een aantal huizen, er dicht bij gebouwd. Er
zijn ongeveer 60 dooden, waaronder de eerste
scheikundige van de fabriek.
In een Laboratorium voor den aanmaak
van schietstof te Spandam bij Berlijn, doodde
een ontploffing 10 menschen. De stoffelijke
schade schijnt overigens niet groot.
De Russen beschudigen de Turken in
den Kaukasus met ontplofbare kogels te schie
ten.
De Roemeensche kroonprins en minister
Bratianu zijn te St. Petersburg aangekomen.
Op den Russischen oud-minister graaf
Stürmer schijnt een moordaanslag gepleegd
te zijn, waarbij hij ernstig werd gekwetst.
De nieuw opgeroepen Zwilsersche lich
tingen worden langs de grenzen tegen
Duischland en Frankrijk verdeeld, hun oproe
ping schijnt in de steden zooal geen opwin
ding, dan toch zeker wel verrassing te hebben
gebracht.
Engeland verstrekt nog steeds geen
steenkool aan Noorwegen en weigert Noor-
sche schepen van bunkerkolen te voorzien.
Reeds 50 schepen zijn opgelegd.
De Spaansche onderzeeër die in de Sont
is aangekomen, schijnt eerst de Spaansche
post naar Amerika te hebben gebracht en toen
Amerikaansche post naar de neutrale landen.
Het Engelsche stoomschip Yarrowdale,
door de „Möwe II" buitgemaakt, is naar de
Duitsche haven Swinemünde opgebracht.
In Berlijn is het toegestaan, voortaan
ossen als trekdieren te gebruiken, maar van
sommige zijden vreest men hierdoor ernstige
verkeersstoornisen
De Entente heeft met ingang van 20 Ja
nuari den Gnekschen Generalen staf 15 da
gen uitstel verleend voor het vervoer van ka
nonnen, machinegeweren en de Orieksche
troepen naar den Pelepponnesus.
Een lid1 van de Fransche kamer vroeg
verlof tot het houden van een interpellatie
over het antwoord van de Entente aan presi
dent Wilson. Minister Briand verzette zich
hiertegen en de kamer stelde met 437 tegen
57 stemmen de interpellatie voor onbepaal-
den tijd uit.
In een brief aan den nieuwen Russischen
minister-president zegt de tsaar, dat de meest
dringende vraagstukken zijn de levensmidde
lenvoorziening van de legers en de 'burger
bevolking alsmede de verbetering van het ver
voer met trein en boot.
Over 't algemeen is men er in Rusland
weinig over gesticht, dat de Doema door het
nieuwe ministerie wederom verdaagd is tot
27 Februari.
Keizer Karei van Oostenrijk is te Wee-
nen teruggekeerd na een inspectietocht langs
het Italiaansche front. Door Tirol moet het 'n
triomftocht zijn geweest, volgens Wolff. Er
werden veel decoraties uitgereikt.
Wegens kolen- en personeelgebrek zul
len te Berlijn vanaf 22 Januari de zwemin
richtingen gesloten zijn. De gemeentelijke
badinrichtingen blijven hoewel in beperkte
mate nog open.
Bij een arbeidersvrouw te Berlijn zijn de
zwarte pokken geconstateerd.
In Stiermarken (Oostenrijk) is een rots
blok op den posttrein Triest— Weenen geval
len. Er moeten daarbij 40 personen om het le
ven gekomen zijn. Een ter hulp gezonden
trein reed op de overblijfselen van den eersten
en derailleerde eveneens, waarbij ook ver
scheidene menschen omkwamen.
Naar „Le Journal" meldt, wordt door
de Fransche regeering de wenschelijk tot in
voering van den burgerlijken hulpdienst over
wogen.
In Madrid wil men een ortdergrondschen
trein aanleggen, de plannen zijn goedge
keurd.
Op aanklacht, voor een waarde van 21/»
miljoen mark op groote schaal bedrog met le
vensmiddelen te hebben gepleegd, zijn een we
duwe en haar dochter te Berlijn in hechtenis
genomen.
Keizer Wilhem heeft de heeren von Beth-
mann Hollewg en Hindenburg het kruis van
verdienste voor hulpdienst in verband met
den oorlog verleend. De keizer zal het ook zelf
dragen.
Eindelijk is Vrijdag te Berlijn de eerste
officieele Duitsche oorlogsfilm vertoond„on
ze helden aan de Somme".
Volgens een offcieel bericht, is er alleen
in Saksen tot nog toe 250.000 boete wegens
oorlogswoeker opgelegd; bovendien vele ma
len gevangenisstraf.
De Entente zou van plan zijn de geheele
Orieksche koopvaardijvloot tegen betaling
van huur óp te vorderen. De Grieksche regee
ring maakt er aanspraak op, tenminste ge
noeg schepen te houden om het eigen land
van levensmiddelen te voorzien.
Vrachtvaart en visscherij hebben tijdens
den oorlog Noorwegen veel geld opgebracht.
De havenstad Tromsö in 't hooge Noorden zal
nu ongeveer 1000.000 gulden besteden aan
eenn ziekenhuis, dat het modernst uitgerust
van geheel Noorwegen zal worden.
De prinsen Frederik Siqismund en Fre-
derik Leopold van Pruisen, zijn van Döberitz
naar Hanover en weer terug gevlogen. Beide
prinsen hebben bij het vliegercorps dienst ge
nomen.
De stad Dusseldorp heeft verleden jaar
reeds 'p groote oppervlakte voor den verbouw
van aardappelen en groenten aan particulie
ren afgestaan, terwijl de stad zelf 143.000
vierk. M. liet bebouwen. Dit jaar zullen 2000
tuintjes met een gezamenlijke oppervlakte van
6000.000 vierk. M. aan de burgers in bruiK-
leen worden gegeven, ook de stad zal weer
groote oppervlakten zelve laten bewerken.
De eerste heldenbariton van het Stadt-
theater te Dortmund, een reeds 20 jaren in
Duitschland wonende Zwitser, had zich in
het bijzijn van een officier, afkeurend over het
vredesaanbod van den keizer uitgelaten. Hij
werd om deze reden onmiddellijk ontslagen.
DE PRINS HENDRIK VRIJGELATEN.
Zaterdagavond half 8 is de Prins Hendrik
weer te Vlissingen teruggekomen. Vrijdag
morgen was zij even buiten de territoriale
wateren aangehouden. Drie Duitsche torpe-
dobooten begeleidden het schip naar Zee-
brugge, terwijl twee vliegmachines een oog
in het zeil hielden. Te Zeebrugge moesien
de passagiers in de salons blijven. Wie zou
trachten deze zonder toestemming te veria
ten, zou worden gearresteerd. Van- boord
weiden gehaaid' drie Belgische en twee
Fransche mannen en een Fransche vrouw
De echtgenoote van een der Belgen verkoos
haar man te volgen en verliet ook de boot
Zaterdagmorgen vroeg werd de Prins Hen
drik naar Ostende gebracht, waar het on
derzoek der mail en pakketpost plaats had
Aanvankelijk werd alles van boord gehaald,
maar later een deel weder teruggegeven.
Zaterdagmiddag half drie mocht de boot
vertrekken, zij werd tot buiten het mijnen
veld door een torpedoboot begeleid. Bij
het vuurschip „Schouwenbank" bleef de boot
ongeveer een uur liggen. Na draadlooze
aanvraag om orders werd Vlissingen als
doel aangegeven, waarom de boot naar haar
station van uitgang terugkeerde. Over de be
handeling door de Duiilschers hadden de be
manning en passagiers niet te klagen.
Van een der passagiers vernam het Hbld
nog dat de wacht betrokken werd door oude
marinesoldaten, die heel rustig stonden te
rooken. De passagiers waren in de gelegen
heid kennis te maken met het brood, dat aan
de soldaten wordt verstrekt. Het was van
buiten droog en hard, maar van binnen zach
ter. De smaak is eenigszins zuurachtig. De
Duitschers waren tegenover de Nederlanders
vrij hoffelijk, maar ook hun bagage werd ge
visiteerd.
HET TORPEDO-ONGELUK TE
VLISSINGEN.
Inzake het torpedo-ongeluk op 9 Februari
1916 te Vlissingen, waarbij één man werd ge
dood, eenige anderen gewond en veel schade
werd toegebracht, was een strafvervolging in
gesteld tegen den commandant en den eersten
officier van den onderzeeër, van welken het
schot afkomstig was. Geëischt was schuldig
verklaring van beiden aan het door schuld
veroorzaken van de ontploffing. Het hof heeft
thans beiden vrijgesproken.
BINNENLAND
NEDEKLANDSCH LANDBOUW-
COMITé.
In de vergaderzaal der Eerste Kamer hield
Zaterdag het Nederl. Landbouw-Comité een
Oijeenkomst, welke geopend werd met een
rede van den voorzitter, den heer Linthorst
Homan, waarin hij o.a. de overleden heeren
Vorsterman van Oyen, Korteweg en Domini-
cus herdacht.
In zijne openingsrede zeide de voorzitter
o.m.
Het jaar 1917 zet voor onzen landbouw
duister in. Allerlei factoren wijzen er op, dai
voor dezen tak van bedrijf een móeiiijke tijd
zal aanbreken.
Het kan niet worden ontkend dat het groot
ste gedeelte van den Nederlandschen land
bouw goede tijden heeft doorgemaakt. Maar
die tijden zijn veranderd en na den tijd van
voorspoed dreigt te zullen komen, ja is ge
komen reeds tot zekere hoogte, een tijd van
harden strijd en tegenslag. Reeds nu onder
vinden de bedrijven op hef land en ook el
ders de gemengde bedrijven, vee- en varkens-
houuers, de schadelijke gevolgen van de ver
anderde omstandigheden. Doch ook de be
drijven op zwaarderen bodem worden min
der loonend.
Ernstig zijn de bezwaren van binnenland-
schen en buiteniandschen aard.
Ten aanzien van die van binnenlandschen
aard meen ik te mogen verwijzen naar wat
het bestuur van het N. L. C. dezer dagen
schriftelijk mededeelde aan den minister van
landbouw. En toch geloof ik, dat wij te de
zen opzichte niet al te bang behoeven te zijn
Het is toch niet te veel gezegd, wanneer ik
als mijne meening uitspreek, dat allerwegen
m den lande de overtuiging veld wint, dat
het niet langer gaat te vegeteeren op den zak
van den landbouwer.
Zoolang de landbouw groote winsten
maakte op den export, vroeg wel menigeen
zich af: met welk recht ontneemt gij mij mijn
winst, doch het ging den boer goed en hij
was, wat men van hem zeggen moge, bereid
van zijn rijkelijk maal een" goed deel af te
staan.
Maar dat veranderde, de winsten bleven
uit, het vegeteeren duurde ten deele nog
voort en men had reeds ernstig te rekenen
mot eene verminderde productie. Het schijnt,
dat thans niet alleen de ingewijden maar
ook de buitenstaanders indien, dat de ge
volgde weg niet langer kan worden bewanr
deld. Erkent thans menigeen dat de minister
terecht maatregelen overweegt, om de pro
ductie van levensmiddelen te vermeerderen,
aan den anderen kant ook wordt gevraagd:,
wat voor reden er is, om ook de gegoeaen,
hen, die niets leden onder den crisistoesianu
ie laten eten van het goedkoope staatsvoed-
sel; wij zouden kunnen vragen: welke reden
is er, om den boer te belasten niet slechts
met de zorg voor een deel van het voedsel
voor zijn minbedeelden broeder, maar ook
voor dat van den rijke, die dikwerf slechts
voordeel had van deze tijden? Aam de eene
zijde derhaive verhoogde productie door be
tere prijzen, aan de andere zijde minder ver
lies bij de consumptie, twee mogelijkheden,
die eenigen moed geven aan den producent.
De buitenlandshe bezwaren zij van hoogst-
ingrijpenden aard.
De schade, die ondervonden wordt door de
georextage aanvoeren van de grondstoffen
van het landbouwbedrijf zijn uit de praoujk
bekend.
Met dankbaarheid moeten wij getuigen van
de moeite, die de regeering zich getroost, om
in de tekorten te voorzien en het zoude on
dankbaar zijn, indien wij hier een verwijt lie
ten hooren. Laat ons hopen, dat de toestand
niet erger wordt.
De moeilijkheden, bij den uitvoer te over
winnen, zijn niet verminderd, al zijn ze voor
een deel van aard veranderd. Het is bekend,
dat door het Landbouw-Exportbureau met
beide gioepen van oorlogvoerenden -overeen
stemming over onze uitvoeren is verkregen en
de teekenen wijzen er op, dat definitieve rege
lingen kunnen worden tot stand gebracht.
is dat voor ons land ontegenzeggelijk een
voordeel, toch is het niet de ianabouw in de
eerste plaats, die hier de vruchten plukt. De
landbouw betaalt tot zekere hoogte een los
geld voor wat het geheele Nederiandsche volk
uit het buitenland behoeft. Maar voor den
landbouw zelf is export toch ook zonder twij
fel een levensvoorwaarde. Daarnaast ook
weer geeft een gezonde uitvoerpoiitiek de mo
gelijkheid van betrekelijk goeukoop voedsel in
hei binnenland. Maar een feit is het, dat door
de regeling van den export dé tijden van de
hooge prijzen tot het verieden zijn gaan be-
hooren en dat van winsten dikwijls geen spra
ke meer is.
Integendeel heeft de landbouw zich hierbij
in h«t belang van het land dikwerf niet onbe
langrijke nadeelen te getroosten.
Dit zijn alle oogenolikkeiijke bezwaren. Ik
vrees, nat ons na den oorlog heel andere
moeilijkheden zullen wachten, en ik ben over
tuigd, dat ook van de landbouwzijde reeds
thans de hand aan den ploeg moet worden ge
slagen om toe te zien, dat in het buitenland
onze positie straks zoo sterk mogelijk zij.
Door de regeling van den export tijdens den
oorlog wordt dat ten deele reeds voorbereid,
maar er moet nog rechtsteeks aan deze aange
legenheden worden gearbeid. Veel is er nog te
doen en veel zal, laat ons het hopen, nog ge
daan worden. De tijd gaat echter snel en wij
dienen er voor te zorgen, dat de vrede, hoezeer
door ons allen verlangd, ons niet verrasse.
BEGRAFENIS MEVROUW BORGESIUS
Onder vele blijken van deelneming weru
Zaterdagmiddag op Oud Eik en Duinen te
s-Uravennage ter aarde besteld het stoffelijk
overschot van mevrouw Goeman Borgesius.
Behawe veie dames werden o.a. opge
merkt de minister van waterstaat, het Eerste
Kamerlid prof. dr. Kraus en de Tweede Ka
merleden Jansen, de Meester, Fock, Roodr
nuyzen en Smeenge. Een aantal bloemstuk
ken dekten de lijkbaar Een der zoons be
dankte voor de betoonde belangstelling.
INDIë.
Tapanoeli. Een tweede compagnie in
fanterie is van Padang naar Siboga gezon
den, ten einde den resident van Tapanoeii in
staat te stellen op uitgebreide schaal in zijn
gewest te kunnen doen patrouilleeren.
REORGANISATIE ROODE KRUIS.
De commissie voor de reorganisatie van
net Nederiandsche Roode Kruis heeft heden
m haar 21ste vergadering haar rapport vast
gesteld,' hetwelk in druk verschijnen en pu-
odek gemaakt zal worden.
Aan het rapport is toegevoegd een ont-
werp-Koninkiijk Besluit en oniwerp-statu
ten welke ingrijpende veranderingen in de
organisatie der vereeniging bevatien.
STAOSNiteaj'W*.
HET IJS.
De politie maakt bekend, dat het ijs in de
stadsgrachten nog onbetrouwbaar is. Bij
meeting bleek hef 6 en 7 c.M. dik, terwijl de
aikte lü c.M. moet zijn.
Ter voorkoming van overtredingen laten
wij hier de artikelen uit de politie-verorde-
ning van het Ijs en de Baanvegers volgen:
Art. 99. Zonder vergunning van Burge
meester en Wethouders is het verboden ijs-
feesten te houden of ijsbruggen te leggen of
op het ijs kramen of tenten op te slaan, ba
nen te vegen, of iets te strooien, neder te
leggen of daar te stellen, wat voor schaat
senrijders of voor sieden hinderlijk kan zijn
Art. 100. In het belang der openbare vei
ligheid kunnen Burgemeester en Wethouders
bepaalde wateren of gedeelten van wateren
aanwijzen tot het uitsluitend gebruik van
schaatsenrijders of voor sleden (prikken en
De Directeur van het Distributie-bedrijf te
Alkmaar brengt ter kennis van belanghebben
den, dat onderstaande kennisgeving door hem
is ontvangen.
10509/43
Rijksbureau voor de distributie
van graan en meel.
's-Gravenhage, 20 Jan. '17.
Beleefd verzoek ik U, voorzoover aan de
landbouwers in Uwe gemeente tarwe als vee
voeder mocht zijn gelaten er bij dezen op aan
te dringen, dat zoo weinig mogelijk tarwe, ge
schikt voor menschelijk voedsel, als veevoeder
wordt gebruikt, dit uit overweging, dat ter
wille van de volksvoeding zooveel mogelijk
broodtarwe beschikbaar moet worden gehou
den, terwijl naar mijn oordeel voor de voede
ring van het vee gerst, haver of boonen kun
nen worden gebruikt.
De Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel,
voor den minister,
De Secretaris-Generaal
(get.) VERSTEEG.
Aan Heeren Burgemeesters.
arren).
Art. 101. Zonder vergunning van Burge
meester en Wethouders is hef verboden, in
het ijs sloppen of gaten te maken, tenzij
rondom vaartuigen, voor zoover dit ter be
veiliging van deze noodig is.
Art. 102. Binnen de kom der gemeente is
het verboden om op het ijs zand, asch, vuil
nis of iets dergelijks te werpen of het ijs op
eenige wijze te verontreinigen.
Art. 103. De baanvegers zijn verplicht op
het hun aangewezen baanvak
le. bij wakken of op plaatsen, waar zulks
noodzakelijk is, bakens te zetten en te onder
houden
2e. steeds een sterk touw ter lengte van vijf
en twintig meter, een dregge en een ladder
van minstens drie meter lengte op de baan
voorhanden te hebben;
3e. tijdens hun werkzaamheden een duide
lijk kenbaar teeken met volgnummer om den
linkerbovenarm te dragen, hun verstrekt door
de politie of met goedvinden der politie door
een vereeniging in wier dienst zij zijn.
Art. 104. Zij, die van Burgemeester en
Wethoudervergunning bekomen hebben op
het ijs kramen of tenten op te slaan, moeten,
wanneer zij zich in of bij hunne kramen of
tenten bevinden, van een schriftelijk bewijs
hun door de politie te verstrekken voorzien
zijn. Zij, die vergunning bekomen hebben ijs
bruggen te slaan, moeten, wanneer zij zich bij
hun ijsbrug bevinden, voorzien zijn van een
duidelijk kenteeken, hun door de politie te
verstrekken.
Art. 105. Ieder die zich op het ijs bevindt,
is gehouden om zich op vordering der politie,
in het belang der openbare orde of veiligheid,
onmiddellijk daarvan te verwijderen.
Art. 106. Overtreding van eenige bepaling
dezer afdeeling wordt gestraft met eene geld
boete van ten hoogste twintig gulden.
BILJARTEN.
Ook Zaterdag en Zondag wist de heer
Willig zijn beide tegenstanders te verslaan,
waardoor hij met zeven overwinningen het
Kampioenschap van Nederland tweede klas
se behaalde. Een prestatie, die zeker een fe
licitatie waard is. Van zijn sterksten tegen
stander, den heer Koopman, ontving de
nieuwe kampioen gisteravond te Hilversum
een fraaie lauwerkrans, namens de Amster-
damsche Biljartverecniging „Wilhelmina".
Morgen hopen wij nog eenige bijzonderhe
den van dezen wedstrijd mee te deelen.
H.
ALKMAARSCH VEEVERZEKERINGS-
FONDS.
Heden vergaderde in calé „Central" het
Alkmaarsch Veeverzekeringsfonds.
De voorzitter, de heer D. Govers, betreur
de het in zijn openingswoord, dat van de
150 leden er zoo'n klein getal waren opge
komen. Spr. hoopte dat dit slechts een ge
volg was van het vertrouwen dat de leden in
het bestuur stellen.
De secretaris, de heer Swaag, las de notu
len. Uit het jaarverslag deelen wij mede, dat
de vereeniging nog nimmer zoo'n verblijdend
resultaat behaalde. De vereeniging was met
3 leden a 10 vooruitgegaan. Aan premies
was van 927 koeien 1959 ontvangen. Vier
koeien werden na keuring voor het fonds
geweigerd.
Aan verkoop van gesteriliseerd vleesch
etc. was 586,26 ontvangen.
Het vorig jaar leverde een saldo van
1635 27y2.
Aan gekweekte rente was 35,60 ontvan
gen. De totaal-ontvangst bedroeg 4246,13s.
Aan keurloon was van 931 koeien 139,65
uitgegeven. Aan afgekeurd vleesch, vet enz
129 10. Aan abattoironkosten voor het ste-
riliseeren, vet smelten, slachtloon en andere
werkzaamheden was 139,65 uitgegeven.
Aan diversen was 217,74 H uitgegeven
De totaaluitgaven bedroegen 1586,49y2,
zoodat het saldo 2659,64 bedraagt.
Een pink en 2 koeien werden geheel afge
keurd. Een koe werd gezouten om een ver
keerde reuk, waarmede de bout behept was,
weg te nemen. Het vleesch zag er goed uit
en bracht 187,30 op.
Het afgeloopen jaar werden 221 koeien
minder verzekerd dan het vorig jaar.
De voorzitter deelde mede, dat van den
heer Half een schrijven was ingekomen,
KI
iLKMAARSCHE COURANT.