DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DE OORLOG. No. 18 MAAHDAO 22 JANUARI Honderd en negentiende jaargang. 1917. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1.— fr. p. post f 1.25. Advertentieprijs 12* cl p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERIÏls. COSTER 5 ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3. NEDERLAND. Met 20 at. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. ALKMAAR, 22 Januari. In dezen tijd, waarin er weinig gebeurt, doch ongetwijfeld veel wordt voorbereid, trekt ineens de Fransch-Duitsche grens in het zuiden bijzonder de aandacht. Terecht of ten onrechte, dat zal nader moeten blijken Men weet, dat in den laatsten tijd nogal sprake van Zwitserland is geweest. In de Fransche pers heette het, dat Duitschland wel eens door Zwitserland zou kunnen trek ken teneinde in Zuid-Frankrijk op te mar- cheeren. Maar de Duitsche pers schreef, dat de Franschen zooveel troepen aan de Zwit- sersche grens samentrokken, hetgeen weinig goeds voor de republiek beloofde. Het schijnt, dat allebei partijen tot troepencon centratie zijn overgegaan, de Duitschers in den Sundgau, de Franschen in de Jura. En onder deze omstandigheden heeft de Zwit- sersche regeering, overtuigd, dat dubbele waakzaamheid geboden was, versterkingen onder de wapens geroepen. Zoodat er in dien Fransch-Duitsch-Zwitserschen hoek een mas sa troepen liggen. v Bijzonderheden heeft men hieromtrent niet vernomen, totdat plotseling na maandenlang zwijgen, officieel melding werd gemaakt van operaties in dit terrein. Volgens het Duitsche legerbericht van Zondag hadden Wurtem bergsche troepen met succes verkenningen volbracht in de streek van het Rhóne-Rijn- kanaal, dus ten westen van Altkirch en ten Oosten van Be.fort, volgens het Fransche communiqué waren de „sterke vijandelijke verkenningsafdeelingen afgesiagen." Er is dus inleidende actie tusschen Voge zen en Jura, welke tot groot krijgsbedrijf kan leiden. Maar van welken kant zal hei initiatief genomen worden? Zijn het de 1 ranschen die hier strategische plannen heb ben opgezet of zijn het de Duitschers, die iets dergelijks hebben gedaan? Pogen mis schien de Duitschers Fransche plannen in de war te sturen of wel zijn het de Franschen, die een Duitsche onderneming willen voor komen? Op deze vragen valt nog geen antwoord te geven. Trouwens, evenmin op de hoofd vraag: wat willen ze hier? Van beide kanten is het hier zulk een gewaagd optreden^ dat men onwillekeurig bij zich de gedachte voelt opkomen: nu geen der partijen er in ge slaagd is, de andere er onder te brengen, pakken ze elkaar bij de eind-worsteling in de allersterkste zijde aan. Zoowel Duitschland als Frankrijk heeft zijn grensgebied hier uitermate versterkt. Duitschland heeft Bel- gië's onzijdigheid geschonden, omdat de Fransche oostgrens zulke geweldige verster kingen bezat. De vesting Belfort (met haar grooten fortenkring) hebben de Duitschers in 187071 leeren kennen! Zij hield toen een beleg uit van 3 December tot 16 Febru ari, zonder zich over te geven en sinds 1874 is er alle mogelijke zorg aan besteed. Men denke verder aan de versterkingen bij Mon- béliard en Lomond, den sterken vestingdrie hoek Langres-Dyon-Besan^ons, en aan de terreinmoeielijkheden welke operaties groo te troepenmassa's ten zeerste belemmeren, Maar ook de Franschen zullen hier geduchte natuurlijke en kunstmatige hindernissen vin den. Wij wijzen op de z.g.n. Oberrheinische Befestigungen, sperforten, die de bruggen over den Rijn afsluiten, op de gemoderniseer de fortificatiën van Istein, Hiiningcn en Neu Breisach, een sterk defensief front, dat door het aloude Straatsburg wordt bekroond. Men ziet dus, dat beide partijen zich in dit gebied bijzonder sterk hebben gemaakt om een aanval van den tegenstander te kunnen keeren. En zou hier nu tenslotte de beslis sing worden gezocht? De strijd aan de Sereth duurt voort. De troepen van veldmaarschalk von Mackensen hebben opnieuw een voordeel behaald in een bloedig gevecht, waaraan vermoedelijk niet veel troepen hebben deelgenomen. Tusschen Focsani en Braila is de door de Russen zeer versterkte overgang bij het dorp Nanesti door de troepen der midden-mogendheden genomen. Er werden 556 Russen gevangen gemaakt. KORTE BERICHTEN. De ontploffing in een munitiefabriek in Oost-Londen verwoestte de geheele fabriek, en een aantal huizen, er dicht bij gebouwd. Er zijn ongeveer 60 dooden, waaronder de eerste scheikundige van de fabriek. In een Laboratorium voor den aanmaak van schietstof te Spandam bij Berlijn, doodde een ontploffing 10 menschen. De stoffelijke schade schijnt overigens niet groot. De Russen beschudigen de Turken in den Kaukasus met ontplofbare kogels te schie ten. De Roemeensche kroonprins en minister Bratianu zijn te St. Petersburg aangekomen. Op den Russischen oud-minister graaf Stürmer schijnt een moordaanslag gepleegd te zijn, waarbij hij ernstig werd gekwetst. De nieuw opgeroepen Zwilsersche lich tingen worden langs de grenzen tegen Duischland en Frankrijk verdeeld, hun oproe ping schijnt in de steden zooal geen opwin ding, dan toch zeker wel verrassing te hebben gebracht. Engeland verstrekt nog steeds geen steenkool aan Noorwegen en weigert Noor- sche schepen van bunkerkolen te voorzien. Reeds 50 schepen zijn opgelegd. De Spaansche onderzeeër die in de Sont is aangekomen, schijnt eerst de Spaansche post naar Amerika te hebben gebracht en toen Amerikaansche post naar de neutrale landen. Het Engelsche stoomschip Yarrowdale, door de „Möwe II" buitgemaakt, is naar de Duitsche haven Swinemünde opgebracht. In Berlijn is het toegestaan, voortaan ossen als trekdieren te gebruiken, maar van sommige zijden vreest men hierdoor ernstige verkeersstoornisen De Entente heeft met ingang van 20 Ja nuari den Gnekschen Generalen staf 15 da gen uitstel verleend voor het vervoer van ka nonnen, machinegeweren en de Orieksche troepen naar den Pelepponnesus. Een lid1 van de Fransche kamer vroeg verlof tot het houden van een interpellatie over het antwoord van de Entente aan presi dent Wilson. Minister Briand verzette zich hiertegen en de kamer stelde met 437 tegen 57 stemmen de interpellatie voor onbepaal- den tijd uit. In een brief aan den nieuwen Russischen minister-president zegt de tsaar, dat de meest dringende vraagstukken zijn de levensmidde lenvoorziening van de legers en de 'burger bevolking alsmede de verbetering van het ver voer met trein en boot. Over 't algemeen is men er in Rusland weinig over gesticht, dat de Doema door het nieuwe ministerie wederom verdaagd is tot 27 Februari. Keizer Karei van Oostenrijk is te Wee- nen teruggekeerd na een inspectietocht langs het Italiaansche front. Door Tirol moet het 'n triomftocht zijn geweest, volgens Wolff. Er werden veel decoraties uitgereikt. Wegens kolen- en personeelgebrek zul len te Berlijn vanaf 22 Januari de zwemin richtingen gesloten zijn. De gemeentelijke badinrichtingen blijven hoewel in beperkte mate nog open. Bij een arbeidersvrouw te Berlijn zijn de zwarte pokken geconstateerd. In Stiermarken (Oostenrijk) is een rots blok op den posttrein Triest— Weenen geval len. Er moeten daarbij 40 personen om het le ven gekomen zijn. Een ter hulp gezonden trein reed op de overblijfselen van den eersten en derailleerde eveneens, waarbij ook ver scheidene menschen omkwamen. Naar „Le Journal" meldt, wordt door de Fransche regeering de wenschelijk tot in voering van den burgerlijken hulpdienst over wogen. In Madrid wil men een ortdergrondschen trein aanleggen, de plannen zijn goedge keurd. Op aanklacht, voor een waarde van 21/» miljoen mark op groote schaal bedrog met le vensmiddelen te hebben gepleegd, zijn een we duwe en haar dochter te Berlijn in hechtenis genomen. Keizer Wilhem heeft de heeren von Beth- mann Hollewg en Hindenburg het kruis van verdienste voor hulpdienst in verband met den oorlog verleend. De keizer zal het ook zelf dragen. Eindelijk is Vrijdag te Berlijn de eerste officieele Duitsche oorlogsfilm vertoond„on ze helden aan de Somme". Volgens een offcieel bericht, is er alleen in Saksen tot nog toe 250.000 boete wegens oorlogswoeker opgelegd; bovendien vele ma len gevangenisstraf. De Entente zou van plan zijn de geheele Orieksche koopvaardijvloot tegen betaling van huur óp te vorderen. De Grieksche regee ring maakt er aanspraak op, tenminste ge noeg schepen te houden om het eigen land van levensmiddelen te voorzien. Vrachtvaart en visscherij hebben tijdens den oorlog Noorwegen veel geld opgebracht. De havenstad Tromsö in 't hooge Noorden zal nu ongeveer 1000.000 gulden besteden aan eenn ziekenhuis, dat het modernst uitgerust van geheel Noorwegen zal worden. De prinsen Frederik Siqismund en Fre- derik Leopold van Pruisen, zijn van Döberitz naar Hanover en weer terug gevlogen. Beide prinsen hebben bij het vliegercorps dienst ge nomen. De stad Dusseldorp heeft verleden jaar reeds 'p groote oppervlakte voor den verbouw van aardappelen en groenten aan particulie ren afgestaan, terwijl de stad zelf 143.000 vierk. M. liet bebouwen. Dit jaar zullen 2000 tuintjes met een gezamenlijke oppervlakte van 6000.000 vierk. M. aan de burgers in bruiK- leen worden gegeven, ook de stad zal weer groote oppervlakten zelve laten bewerken. De eerste heldenbariton van het Stadt- theater te Dortmund, een reeds 20 jaren in Duitschland wonende Zwitser, had zich in het bijzijn van een officier, afkeurend over het vredesaanbod van den keizer uitgelaten. Hij werd om deze reden onmiddellijk ontslagen. DE PRINS HENDRIK VRIJGELATEN. Zaterdagavond half 8 is de Prins Hendrik weer te Vlissingen teruggekomen. Vrijdag morgen was zij even buiten de territoriale wateren aangehouden. Drie Duitsche torpe- dobooten begeleidden het schip naar Zee- brugge, terwijl twee vliegmachines een oog in het zeil hielden. Te Zeebrugge moesien de passagiers in de salons blijven. Wie zou trachten deze zonder toestemming te veria ten, zou worden gearresteerd. Van- boord weiden gehaaid' drie Belgische en twee Fransche mannen en een Fransche vrouw De echtgenoote van een der Belgen verkoos haar man te volgen en verliet ook de boot Zaterdagmorgen vroeg werd de Prins Hen drik naar Ostende gebracht, waar het on derzoek der mail en pakketpost plaats had Aanvankelijk werd alles van boord gehaald, maar later een deel weder teruggegeven. Zaterdagmiddag half drie mocht de boot vertrekken, zij werd tot buiten het mijnen veld door een torpedoboot begeleid. Bij het vuurschip „Schouwenbank" bleef de boot ongeveer een uur liggen. Na draadlooze aanvraag om orders werd Vlissingen als doel aangegeven, waarom de boot naar haar station van uitgang terugkeerde. Over de be handeling door de Duiilschers hadden de be manning en passagiers niet te klagen. Van een der passagiers vernam het Hbld nog dat de wacht betrokken werd door oude marinesoldaten, die heel rustig stonden te rooken. De passagiers waren in de gelegen heid kennis te maken met het brood, dat aan de soldaten wordt verstrekt. Het was van buiten droog en hard, maar van binnen zach ter. De smaak is eenigszins zuurachtig. De Duitschers waren tegenover de Nederlanders vrij hoffelijk, maar ook hun bagage werd ge visiteerd. HET TORPEDO-ONGELUK TE VLISSINGEN. Inzake het torpedo-ongeluk op 9 Februari 1916 te Vlissingen, waarbij één man werd ge dood, eenige anderen gewond en veel schade werd toegebracht, was een strafvervolging in gesteld tegen den commandant en den eersten officier van den onderzeeër, van welken het schot afkomstig was. Geëischt was schuldig verklaring van beiden aan het door schuld veroorzaken van de ontploffing. Het hof heeft thans beiden vrijgesproken. BINNENLAND NEDEKLANDSCH LANDBOUW- COMITé. In de vergaderzaal der Eerste Kamer hield Zaterdag het Nederl. Landbouw-Comité een Oijeenkomst, welke geopend werd met een rede van den voorzitter, den heer Linthorst Homan, waarin hij o.a. de overleden heeren Vorsterman van Oyen, Korteweg en Domini- cus herdacht. In zijne openingsrede zeide de voorzitter o.m. Het jaar 1917 zet voor onzen landbouw duister in. Allerlei factoren wijzen er op, dai voor dezen tak van bedrijf een móeiiijke tijd zal aanbreken. Het kan niet worden ontkend dat het groot ste gedeelte van den Nederlandschen land bouw goede tijden heeft doorgemaakt. Maar die tijden zijn veranderd en na den tijd van voorspoed dreigt te zullen komen, ja is ge komen reeds tot zekere hoogte, een tijd van harden strijd en tegenslag. Reeds nu onder vinden de bedrijven op hef land en ook el ders de gemengde bedrijven, vee- en varkens- houuers, de schadelijke gevolgen van de ver anderde omstandigheden. Doch ook de be drijven op zwaarderen bodem worden min der loonend. Ernstig zijn de bezwaren van binnenland- schen en buiteniandschen aard. Ten aanzien van die van binnenlandschen aard meen ik te mogen verwijzen naar wat het bestuur van het N. L. C. dezer dagen schriftelijk mededeelde aan den minister van landbouw. En toch geloof ik, dat wij te de zen opzichte niet al te bang behoeven te zijn Het is toch niet te veel gezegd, wanneer ik als mijne meening uitspreek, dat allerwegen m den lande de overtuiging veld wint, dat het niet langer gaat te vegeteeren op den zak van den landbouwer. Zoolang de landbouw groote winsten maakte op den export, vroeg wel menigeen zich af: met welk recht ontneemt gij mij mijn winst, doch het ging den boer goed en hij was, wat men van hem zeggen moge, bereid van zijn rijkelijk maal een" goed deel af te staan. Maar dat veranderde, de winsten bleven uit, het vegeteeren duurde ten deele nog voort en men had reeds ernstig te rekenen mot eene verminderde productie. Het schijnt, dat thans niet alleen de ingewijden maar ook de buitenstaanders indien, dat de ge volgde weg niet langer kan worden bewanr deld. Erkent thans menigeen dat de minister terecht maatregelen overweegt, om de pro ductie van levensmiddelen te vermeerderen, aan den anderen kant ook wordt gevraagd:, wat voor reden er is, om ook de gegoeaen, hen, die niets leden onder den crisistoesianu ie laten eten van het goedkoope staatsvoed- sel; wij zouden kunnen vragen: welke reden is er, om den boer te belasten niet slechts met de zorg voor een deel van het voedsel voor zijn minbedeelden broeder, maar ook voor dat van den rijke, die dikwerf slechts voordeel had van deze tijden? Aam de eene zijde derhaive verhoogde productie door be tere prijzen, aan de andere zijde minder ver lies bij de consumptie, twee mogelijkheden, die eenigen moed geven aan den producent. De buitenlandshe bezwaren zij van hoogst- ingrijpenden aard. De schade, die ondervonden wordt door de georextage aanvoeren van de grondstoffen van het landbouwbedrijf zijn uit de praoujk bekend. Met dankbaarheid moeten wij getuigen van de moeite, die de regeering zich getroost, om in de tekorten te voorzien en het zoude on dankbaar zijn, indien wij hier een verwijt lie ten hooren. Laat ons hopen, dat de toestand niet erger wordt. De moeilijkheden, bij den uitvoer te over winnen, zijn niet verminderd, al zijn ze voor een deel van aard veranderd. Het is bekend, dat door het Landbouw-Exportbureau met beide gioepen van oorlogvoerenden -overeen stemming over onze uitvoeren is verkregen en de teekenen wijzen er op, dat definitieve rege lingen kunnen worden tot stand gebracht. is dat voor ons land ontegenzeggelijk een voordeel, toch is het niet de ianabouw in de eerste plaats, die hier de vruchten plukt. De landbouw betaalt tot zekere hoogte een los geld voor wat het geheele Nederiandsche volk uit het buitenland behoeft. Maar voor den landbouw zelf is export toch ook zonder twij fel een levensvoorwaarde. Daarnaast ook weer geeft een gezonde uitvoerpoiitiek de mo gelijkheid van betrekelijk goeukoop voedsel in hei binnenland. Maar een feit is het, dat door de regeling van den export dé tijden van de hooge prijzen tot het verieden zijn gaan be- hooren en dat van winsten dikwijls geen spra ke meer is. Integendeel heeft de landbouw zich hierbij in h«t belang van het land dikwerf niet onbe langrijke nadeelen te getroosten. Dit zijn alle oogenolikkeiijke bezwaren. Ik vrees, nat ons na den oorlog heel andere moeilijkheden zullen wachten, en ik ben over tuigd, dat ook van de landbouwzijde reeds thans de hand aan den ploeg moet worden ge slagen om toe te zien, dat in het buitenland onze positie straks zoo sterk mogelijk zij. Door de regeling van den export tijdens den oorlog wordt dat ten deele reeds voorbereid, maar er moet nog rechtsteeks aan deze aange legenheden worden gearbeid. Veel is er nog te doen en veel zal, laat ons het hopen, nog ge daan worden. De tijd gaat echter snel en wij dienen er voor te zorgen, dat de vrede, hoezeer door ons allen verlangd, ons niet verrasse. BEGRAFENIS MEVROUW BORGESIUS Onder vele blijken van deelneming weru Zaterdagmiddag op Oud Eik en Duinen te s-Uravennage ter aarde besteld het stoffelijk overschot van mevrouw Goeman Borgesius. Behawe veie dames werden o.a. opge merkt de minister van waterstaat, het Eerste Kamerlid prof. dr. Kraus en de Tweede Ka merleden Jansen, de Meester, Fock, Roodr nuyzen en Smeenge. Een aantal bloemstuk ken dekten de lijkbaar Een der zoons be dankte voor de betoonde belangstelling. INDIë. Tapanoeli. Een tweede compagnie in fanterie is van Padang naar Siboga gezon den, ten einde den resident van Tapanoeii in staat te stellen op uitgebreide schaal in zijn gewest te kunnen doen patrouilleeren. REORGANISATIE ROODE KRUIS. De commissie voor de reorganisatie van net Nederiandsche Roode Kruis heeft heden m haar 21ste vergadering haar rapport vast gesteld,' hetwelk in druk verschijnen en pu- odek gemaakt zal worden. Aan het rapport is toegevoegd een ont- werp-Koninkiijk Besluit en oniwerp-statu ten welke ingrijpende veranderingen in de organisatie der vereeniging bevatien. STAOSNiteaj'W*. HET IJS. De politie maakt bekend, dat het ijs in de stadsgrachten nog onbetrouwbaar is. Bij meeting bleek hef 6 en 7 c.M. dik, terwijl de aikte lü c.M. moet zijn. Ter voorkoming van overtredingen laten wij hier de artikelen uit de politie-verorde- ning van het Ijs en de Baanvegers volgen: Art. 99. Zonder vergunning van Burge meester en Wethouders is het verboden ijs- feesten te houden of ijsbruggen te leggen of op het ijs kramen of tenten op te slaan, ba nen te vegen, of iets te strooien, neder te leggen of daar te stellen, wat voor schaat senrijders of voor sieden hinderlijk kan zijn Art. 100. In het belang der openbare vei ligheid kunnen Burgemeester en Wethouders bepaalde wateren of gedeelten van wateren aanwijzen tot het uitsluitend gebruik van schaatsenrijders of voor sleden (prikken en De Directeur van het Distributie-bedrijf te Alkmaar brengt ter kennis van belanghebben den, dat onderstaande kennisgeving door hem is ontvangen. 10509/43 Rijksbureau voor de distributie van graan en meel. 's-Gravenhage, 20 Jan. '17. Beleefd verzoek ik U, voorzoover aan de landbouwers in Uwe gemeente tarwe als vee voeder mocht zijn gelaten er bij dezen op aan te dringen, dat zoo weinig mogelijk tarwe, ge schikt voor menschelijk voedsel, als veevoeder wordt gebruikt, dit uit overweging, dat ter wille van de volksvoeding zooveel mogelijk broodtarwe beschikbaar moet worden gehou den, terwijl naar mijn oordeel voor de voede ring van het vee gerst, haver of boonen kun nen worden gebruikt. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, voor den minister, De Secretaris-Generaal (get.) VERSTEEG. Aan Heeren Burgemeesters. arren). Art. 101. Zonder vergunning van Burge meester en Wethouders is hef verboden, in het ijs sloppen of gaten te maken, tenzij rondom vaartuigen, voor zoover dit ter be veiliging van deze noodig is. Art. 102. Binnen de kom der gemeente is het verboden om op het ijs zand, asch, vuil nis of iets dergelijks te werpen of het ijs op eenige wijze te verontreinigen. Art. 103. De baanvegers zijn verplicht op het hun aangewezen baanvak le. bij wakken of op plaatsen, waar zulks noodzakelijk is, bakens te zetten en te onder houden 2e. steeds een sterk touw ter lengte van vijf en twintig meter, een dregge en een ladder van minstens drie meter lengte op de baan voorhanden te hebben; 3e. tijdens hun werkzaamheden een duide lijk kenbaar teeken met volgnummer om den linkerbovenarm te dragen, hun verstrekt door de politie of met goedvinden der politie door een vereeniging in wier dienst zij zijn. Art. 104. Zij, die van Burgemeester en Wethoudervergunning bekomen hebben op het ijs kramen of tenten op te slaan, moeten, wanneer zij zich in of bij hunne kramen of tenten bevinden, van een schriftelijk bewijs hun door de politie te verstrekken voorzien zijn. Zij, die vergunning bekomen hebben ijs bruggen te slaan, moeten, wanneer zij zich bij hun ijsbrug bevinden, voorzien zijn van een duidelijk kenteeken, hun door de politie te verstrekken. Art. 105. Ieder die zich op het ijs bevindt, is gehouden om zich op vordering der politie, in het belang der openbare orde of veiligheid, onmiddellijk daarvan te verwijderen. Art. 106. Overtreding van eenige bepaling dezer afdeeling wordt gestraft met eene geld boete van ten hoogste twintig gulden. BILJARTEN. Ook Zaterdag en Zondag wist de heer Willig zijn beide tegenstanders te verslaan, waardoor hij met zeven overwinningen het Kampioenschap van Nederland tweede klas se behaalde. Een prestatie, die zeker een fe licitatie waard is. Van zijn sterksten tegen stander, den heer Koopman, ontving de nieuwe kampioen gisteravond te Hilversum een fraaie lauwerkrans, namens de Amster- damsche Biljartverecniging „Wilhelmina". Morgen hopen wij nog eenige bijzonderhe den van dezen wedstrijd mee te deelen. H. ALKMAARSCH VEEVERZEKERINGS- FONDS. Heden vergaderde in calé „Central" het Alkmaarsch Veeverzekeringsfonds. De voorzitter, de heer D. Govers, betreur de het in zijn openingswoord, dat van de 150 leden er zoo'n klein getal waren opge komen. Spr. hoopte dat dit slechts een ge volg was van het vertrouwen dat de leden in het bestuur stellen. De secretaris, de heer Swaag, las de notu len. Uit het jaarverslag deelen wij mede, dat de vereeniging nog nimmer zoo'n verblijdend resultaat behaalde. De vereeniging was met 3 leden a 10 vooruitgegaan. Aan premies was van 927 koeien 1959 ontvangen. Vier koeien werden na keuring voor het fonds geweigerd. Aan verkoop van gesteriliseerd vleesch etc. was 586,26 ontvangen. Het vorig jaar leverde een saldo van 1635 27y2. Aan gekweekte rente was 35,60 ontvan gen. De totaal-ontvangst bedroeg 4246,13s. Aan keurloon was van 931 koeien 139,65 uitgegeven. Aan afgekeurd vleesch, vet enz 129 10. Aan abattoironkosten voor het ste- riliseeren, vet smelten, slachtloon en andere werkzaamheden was 139,65 uitgegeven. Aan diversen was 217,74 H uitgegeven De totaaluitgaven bedroegen 1586,49y2, zoodat het saldo 2659,64 bedraagt. Een pink en 2 koeien werden geheel afge keurd. Een koe werd gezouten om een ver keerde reuk, waarmede de bout behept was, weg te nemen. Het vleesch zag er goed uit en bracht 187,30 op. Het afgeloopen jaar werden 221 koeien minder verzekerd dan het vorig jaar. De voorzitter deelde mede, dat van den heer Half een schrijven was ingekomen, KI iLKMAARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 1