Bezuiniging In dn keuken.
F KUILLETO N.
Honderd en Negentiende Jaargang.
Zaterdag 17 Februari
KlronielsL.
De lZieeva.11^.
Kevers «d huiiH© larven uit
o:Lize omgeving.
41. mz.
Papieren briketten „wintersport
1917 een nieuw wereldrecord.
Over papieren steenkool is op een andere
p'aats in dit blad al eens geschreven. We le
zen echter een uitgebreid recept voor de be
reiding van deze brandstof in de Berlinei
Morg en post en het kan voor onze lezers van
belang zijn,'daaruit een en ander ter aanvul
ling van door ons beschreven bereidingswijze
over te nemen. Met nadruk wijst het b.ad na
melijk op de noodzakelijkheid van het goede
samenpersen van de vochtige papierballen en
het raadt aan, deze ballen onder een pers
men zal hiervoor natuurlijk een linnenpers
kunnen nemen of desnoods zelf een noodpers
van een paar plankjes en riemen in elkaat
kunnen knutselen uit te drukken, zoo, dat
het papier een compacte massa wordt, onge
veer ter grootte van een briket. Lucht mag
zich tusschen de papierlagen niet bevinden
daar dit het langzaam opsmeulen van de bri
ket verhindert, en haar veel minder zuinig
doet verbranden. Men moet de kachel, waar
in men een paar van deze briketten geworpen
heeft, eerst o'oed laten doortrekken, zoodat de
briketten geheel doorgloeid worden. Vervol
gens matigt men den luchttoevoer en laat de
brandstof langzaam aan verteren. Is de asch
die hierbij ontstaat, mooi wit, dan heeft men
zich goed aan de voorschriften gehouden
Zijn er zwarte, verkoolde stukken onder, dan
heeft men öf de briketten niet voldoende uit
geperst en gedroogd öf men heeft ze in de
kachel niet genoeg laten doorgloeien, voor
men tot tempering overging.
De kolennood leidt in Berlijn behalve tot
het stoken van papier, nog tot allerlei andere
uitersten. Zoo heeft de politie toestemming ge
geven om taxi's en particuliere auto's tot ko-
ienvervoer te bezigen. Men laadt deze voer
tuigen natuurlijk niet vol, waardoor het ver
vullen van hun natuurlijke bestemming
waarin ze toch al te kort schieten, onmogelijk
zou worden, doch men gebruikt ze bij wij-
ze van straatlocomotief en spant er een kolen
wagen achter. Op dezelfde wijze vervoert de
Berlijnsche stadstram trouwens al gedurende
eenigen tijd de postwagens, daar men ook hier
in materieel te kort schiet. Het schijnt dat de
postkarren, mits ze van veeren zijn voorzien
en goed achter de tramwagens zijn gekop
peld, vrij goed sporen.
In „der Tag" komt een verhaal voor van
een kolentransport, door iemand, die na da
genlang koude te hebben geleden, van een
rriend een mud briketten kon overnemen, wel
ke hij echter zelf met een slede moest komen
ha'en. We geven hierbij het verhaal van de
zen min of meer avontuurlijken tocht.
„Waarde lezer, hebt ge ooit een mud kolen
op een kleine slee vervoerd? Ge stelt U de
zaak vermoedelijk even gemakkelijk voor als
ik het me tot nu toe gedaan heb. In het begin
ging alles ook heel goed. Men heelt niet te
vergeefs leeren omgaan met een rodel-sleetje.
Maar spoedig zou me blijken, wat voor een
boosaardig, arglistig ding zoo'n zak briket
ten is. Tengevolge van het schudden begon
de zak langzaam te glijden en de kolen ver
drongen elkaar heftig naar bakboord. Wie
van de zeevaart een beetje verstand heeft,
weet dat er voor een kapitein niets noodlotti-
ger is, dan een lading, die bij zware zee aan
't „werken" gaat, het ééne boord van :t schip
zwaar belast en gevaar voor omslaan doet
ontstaan. Zoo ongeveer ging het met mijn
bescheiden vaartuig, alle pogingen om de on
behoorlijke, vormlooze, nergens vat gevende
rnassa van den gevulden zak weer irievenwich
te brengen, hadden slechts een zeer middel
matig resultaat. En zooals van zelf spreekt
moest het eerste ongeluk juist op het drukste
punt van Zuid Westelijk Berlijn zich afspelen
op het groote kruispunt bij de Belkaliiance
brug. De slee sloeg om, zooais inderlijd in de
beroemde bocht van Silvaplana (bekende ro
delbaan in Zwitserland) en de zak zette zich
midden tusschen de tramrails op z'n gemak
neer Verkeersstremming, volksoploop, politie
agent. Ergens in de bruine pap, die eens
sneeuw geweest was, lag m'n lorgnet. Een
trambestuurder klingelde woedend met z'n
Roman uit het laatst der 16e eeuw,
oar 't k*f*lseJi van RAEAëL SABA TINT.
75)
HOOFDSTUK XXVI.
HET OORDEEL.
Het geheele gezelschap spoedde zich ach
ter den dokter aan naar de kajuit beneden.
Zij verzamelden zich om de rustbank, waai
Lionel lag, met lijkkleurig gezicht, zwaai
ademhalend, zijn oogen dof en glazig.
Sir John liep op hem toe, ging op zijn
knieën Uggen, en sloeg zijn armen liefkoo-
zend om dat stervende lichaam, lichtte hem
.zachtjes op en liet hem zoo tegen zijn borst
rusten.
„Lionel!" riep hij op bedroefden toon. En
toen, alsof wraakgedachten de laatste oogen-
blikken "an zijn vriend zouden verzachten,
voegde ,j er bij„Wij hebben den schelm."
Heel nngzaam en met blijkbare inspan
ning keerde Lionel zijn hoofd naar rechts,
en zijn doffe oogen zagen langs Sir John
heen en keken onderzoekend naar hen, die
om hem heen stonden.
„Olivier?" zei hij heesch fluisterend.
„Waar Olivier?"
„C. u niet te verontrusten...." be
gon Sir j.\vn, toen Lionel hem in de rede
viel.
Waerit beval hij met luider stem. „Is
Olivier vc lig
„Ik ben hier", klonk Sir Olivier's diepe
item, en zij, d'.ie tusschen hem en zijn broe-
ttv momém., v.w.\km tar ayde, aoedat zij aia*
bei, de organen ran rijt of ze» vrachtrijders
zonder het geringste inzicht in de sportie
ve zijde van de gebeurtenis vervulden de
lucht met luide ij hatelijke opmerkingen
Ik dacht „voor drie jaar in Silvapl; a was
het toch prettiger, het leven was toen j niet
zoo ingewikkeld, zoo vol valstrikken en over
't algemeen
Meneer, nu maakt u de rails zeker eens
vrijriep een politieagent. Dat is gemakkelij
ker gezegd, dan gedaan, het schijnt den zak
nergens zoo goed te bevallen als hier. Bij
een poging om hem weg te sjorren ging hij
los en de kolen stortten naar buiten
Nieuw vraagstuk. Maar men zou niet geloo
ven, wat voor prettige, behu pzarne menschen
er in het veel gesmade Berlijn nog zijn. Een
half dozijn handen schieten toe, verzamelen
de schilderachtig verspreid liggende kolen
stoppen ze weer in den zak, tillen dien weer op
de slee en schuiven haar naar een rustig
hoekje. De menschen1 werken alsof ze er vooi
betaald worden. Intusschen heeft ook een
diepzee-onderzoeker mijn lorgnet uit de brui
ne brij opgevischt.
Er schuilen veel filosofen onder de mensch-
heid, het ontbrak dientengevolge in den kring
deelnemende personen geenszins aan welover-
dachte, troostvolle en opwekkende woorden
„Dat hebt ge waarschijnlijk ook nooit ge
droomd, dat ge nog eens kolen zoudt moeten
transporteeren" zei een vriendelijk heer. „Al
le begin is moeilijk" meende 'n tweede. „Ge
hadt een ouden kinderwagen moeten nemen"
onderrichtte een derde me, „moesje, de man
zweet er van" riep een onschuldig knaapje.
Practisch denkende mannen informeerden
waar ik de kolen vandaan hadzij wilden er
ook gaan halen. Ik zond hen allen naar mijn
vriend.
Toen ging de tocht verder o welk een
tocht! Want tweemaal herhaalde zich op den
eindeloozen weg het ongeluk op een
soortgelijke wijze en steeds op de drukste pun
ten. En steeds schoten edele menschen hulp
vaardig toe, alsof ze er slechts op hadden
staan wachten. Toen ik ten laatste gelukkig
thuis was gekomen, de briketten twee trappen
hoog gesjouwd had en me uitgeput, van onder
tot boven smerig in een stoel Het vallen, haal
de een luiden van de bel me weer uit m n
rust. Een zeer zwarte man stond buiten. „Ben
ik hier terecht?" vroeg deze man. „We bren
gen de duizend briketten, die u de vorige
week bij Schultze besteld1 heeft."
Onder sportnieuws deelt de Morgenpost
mede, dat het wereldrecord hardrijden over
5000 Meter, hetwelk op naam van den beken
den Noorschen schaatsenrijder Matthisen
stond (acht minuten 36.3 seconden) geduren
de de wedstrijden te Trondjem in Noorwegen
welke onder buitengewoon gunstige om
standigheden gehouden moeten zijn door
den Noor Ström met bijna 3 seconden verbe
terd is, hij bracht het op 8 min. 33.7 sec. Als
we daarbij de tijden vergelijken, dit jaar in
ons land gehaald, dan maken deze geen schit
terend figuur. De snelste rijder over 5000 M.
op de kampioenschapswedstrijden te Veen-
dam, Bakker, had er niet minder dan 10 min.
34 seconden werk mee!
III.
Rijstgerechten, die den aardappel vervangen.
We zagen de vorige week, hoe, wat voed
zaamhe'd betreft, aardappelen en rijst vol
komen gelijk staan; de moeilijkheid 'waarop
we echter kunnen blijven vastzitten, ligt in het
feit dat de rijst als hoofdgerecht tenminste
ons nog voor het grootste deel vreemd is,
terwijl we den aardappel nu reeds sedert een
paar eeuwen kennen.
Natuurlijk koekt iedere huisvrouw wel eens
rijstmaar dat is dan het „hapje-toe," dat
met boter en suiker, met bessensap of met ge
stoofde vruchten ons maal helpt aanvullen
niet een hoofdbestanddeel, van welks smake
lijkheid ook de daarbij gebruikte spijzen
(vleesch, groente) sterk afhankelijk zijn
't Is b v. een bekend veitchijnsel, dat een
Indischman, wien men bij zijn vóórgerechten
met onze op Hollandsche wijze gekookte na
gerecht-rijst plezier denkt te doen, werkelijk
moeite hee.t om dat „pappige goedje" naar
binnen te krijgen. Waarmee ik maar zeggen
wil, dat de riist die de plaats van den aard
appel met succes zal innemen, ook even droog
behoort te zijn als de aardappelen droge,
korrelige rijst te bereiden is werkelijk een
slag, die het meerendeel van onze Holland
sche kooksters nog niet hebben aangeleerd.
Op twee hoofdzaken zou ik willen wijzen.
De eerste iswasch de rijst zóe lang, tot het
afdruipende water volkomen helder ziet;
wrijft ze onder het wasschen flink tusschen de
handen en spoel ze daarna eenige malen
ruim af.
Men verwijdert zoodoende het kleverige
mengsel, waarmee in de fabrieken de rijst
wordt „geglansd."
De tweede regel luidt: geeft aan de rijst
precies de hoeveelheid water, waarop de kor
rels recht hebben om te zwellen; niet minder,
want dan wordt de rijst niet gaar, maar óók
niet méér, want dan worden de korrels week,
koken uit elkaar en kleven samen.
Bereiden we na rijst op de gewone wijze,
n.l. door ze met een afgemeten hoeveelheid
water gewoonlijk 2 a 3 maal zooveel als
de hoeveelheid rijst bedraagt op te zetten
en gaar te koken, dan loopen we alle kans dat
het resultaat zeer ongelijk zal zijn. Nu eens,
als n.l. de rijst op een flink vuur heeft ge
staan, of als ze in een wat ruime pan is op
gezet, zal het water te vlug verdampen en de
rijst dus zelfs in de zorgvuldig afgemeten
hoeveelheid water niet gaar te krijgen zijn:
men voegt dan „op de gis" er weer wat water
bij, maar de uitkomst blijft vrij onzeker. Of
op een zeer zacht vuurtje waar door het kalme
koken betrekkelijk weinig verdampen zal, wil
de rijst maar niet droog worden; we probee-
ren door omroeren het water te helpen ver
dampen, we zetten de pan op een harder
vuur alles gewoonlijk met een zeer negatief
resultaat, want de rijst wordt door het roeren
appig en de onderste laag kleeft vasr of
randt zelfs aan.
We moeten dus een middel bedenken, d'at
ons van dat mindere of meerdere verdampen
der vloeistof onafhankelijk maakt, en dat
middel bestaat.
Tweemaal zooveel water als haar eigen
volumen bedraagt is de maat, waarbij de
rijstkorrels voldoende vocht hebben om tot
gare, droge korrels te zwellen; wie ze iets
weeker wil hebben, kan ook 2 maal zoo
veel water als rijst nemen, echter onder geen
voorwaarde méér, want bij de methode die
we thans gaan volgen, is het verdampen van
vocht uitgesloten en de rijst zou dus be
paald te nat worden als we er meer water
aan toevoegden.
We doen de rijst flink gewassen natuur
lijk in een pan, een kein, een schaaltje of
wat we verder bij de !«md hebben; de afge
meten hoeveelheid' water doen we er bij
liefst kokend, want dat spaart tijd. Ook
wordt wat zout toegevoegd. Het op deze
wijze gevulde schaaltje of pannetje dekken
we dicht en we zetten het in een andere
pan, waarin zooveel kokend water is, dat dc
vloeistof even onder den rand' van de rijst
pan blijft en dus niet naar binnen kan koken
Ook die pan sluiten we met het bijbehooren-
de deksel, en we laten nu alles samen zacht
jes doorkoken tot na ongeveer 3/« k 1 uur de
rijst volkomen gaar en gezwollen, maar te
gelijkertijd volkomen droog is: ze heeft den
voorraad loeistof, die haar gegund werd,
juist geheel in zien opgenomen
In een open kom of schaal, op dezelfde
wijze in een pan met kokend' water gezet,
kan men hetzelfde gunstige resultaat berei
ken; op één bijomstandigheid heeft men dan
echter te letten, n.l. dat men de hoeveelheid
vocht op de rijst iets kleiner neemt, omdat
in dit goal ook de niet afgesloten damp.
meehelpt om de rijst vochtiger te maken.
Men rekent daarom bij deze methode 1 Yi
maal zooveel water als rijst.
Behalve het groote voordeel, dat dit
„stoomen" ons zonder eenige moeite smake
lijke rijst op tafel helpt brengen, is er nog
een tweede nuttige kant bij op te merken, n
dat er bepaald minder rijst bij verloren gaat,
omdat geen gorreltje aan den bodem blijft
vastkleven. Een gevolg hiervan is natuurlijk
ook, dat het schoonmaken van de pan min
der tijd en materiaal vraagt ;zelfs behoeft
men daarvoor in 't geheel niets te rekenen,
als men de rijst dadelijk „stoomt" in het
schaaltje waarin ze op tafel zal komen
Op één ding moetmen echter letten: het
omringende water moet worden aangevuld,
wanneer de pan kans loopt om droog te ko
ken.
Misschien is er toch een bezwaar, dat men
tegen dit „stoomen" op 't oogenblik zou
kunnen aanvoeren: het vermeerderde brand-
stofgebruik nu de rijst in plaats van Y% uur
een kooktijd van a 1 uur noodig heeft.
In elk geval kan dit nooit een moeilijkheid
opleveren voor hen, die een fornuis gebrui
ken, want zelfs de ruimst gerekende kooktijd
van 1 uur valt toch altijd nog wel binnen de
meer voor hem stonden.
Lionel zat een weinig op, en keek hem
een oogenblik stilzwijgend aan. Toen zonk
nij weer langzaam tegen de borst van Sir
ju-nn.
„God is mij, zondaar, genadig geweest",
zei hij, „daar Hij mij het nnddel schenkt, om
uog goed te maken voor het te laat is." l oen
i'icnue hij zich weer op en strekte zijn ar
men naar Sir Olivier utt en hij riep smet
eend: „Olivier! broeder! Vergeef mij!"
Olivier trad nader,.niemand kwam hem in
den weg, totdat hij, met zijn handen nog op
oen rug gebonden, voor zijn broeder stond,
zoo groot, dat zijn tulband de lage zolde
ring van de kajuit taakte. Zijn geiaat stond
streng en 'toornig.
„Waarvoor vraagt ge mij vergeving?"
vroeg hij. Lionel trachtte te aniwooruen,
nij zonk weer terug in de armen van Sir
John en hijgde naar adem; er "kwam bloedig
schuim op zijn lippen.
„Spreek! O, spreek in Gods naam!"
spoorde Rosamunde hem van den anderen
kant aan, en haar stem trilde van doods
angst.
Hij zag haar aan en glimlachte flauwtjes.
„Wees niet bang", fluisterde hij, „ik zal
spreken, God heeft mij hiervoor gespaard.
Neem uw armen van mij weg, Killigrew. Ik
ben dede laaghartigste mensch. Ik was
het, die Pieter Godolphin doodde."
„Mijn God!" kreunde Sir John, terwijl
Lord Henry diep ademhaalde van verslagen
heid en begrijpen.
„Maar dat is mijn zonde niet", ging Lio
nel voort. „Daar was geen zonde in. Wij
vochten en in zelfverdediging doodde ik
hem in een eerlijk gevecht. Mijn zonde be
gon daarna. Toen de verdenking op Oli
vier viel, kweekte ik die aanOlivier wist,
dat ik kat gedaan had en hield het stil, om
grenzen van den tijd die de andere middag-
maalgerechten plus het te koken afwaschwa-
ter voor het éan-blijven van het vuur eischen.
Anders wordt dit, wanneer men op het
gebruik van gas is aangewezen, maar
voor dat geval hebben we weer andere hulp
middelen, die ons met even weinig moeite en
met minder behoefte aan vuur een even sma
kelijk schaaltje rijst helpen bereiden, n.l.
hooi.kisten en kranten.
MARTINE WITTOP KONING
STADSNIEUWS.
mij te beschermen. Ik vreesde, d!a't de waar
heid toch bekend zou wordenenik
was jaloersch van hem, enen ik liet hem
overvallen, om verkocht te worden
Zijn doffe stem stierf weg in stilte Een
hoestbui deed hem trillen en het roode
schuim op zijn lippen werd meer. Maar hij
kwam weer bij en lag te hijgen, terwijl zijn
vingers aan de deken plukten.
„Zeg hun", zei Rosamunde, die in haar
wanhopigen strijd voor het leven van Sir
Olivier haar hoofd koel hield en om het
voornaamste bleef denken, „zeg hun den
naam van den man, dien ge huurdet om hem
te overvallen."
„Jasper Leigh, de, kapitein van de „Zwa
luw", antwoordde hij, waarop zij Lord Hen
ry een blik toewierp met een glimp van tri
omf er in, al was haar gelaat doodsbleek en
al beefden haar lippen.
Toen v adde zij zich weer tot den ster
vende, onmeedoogend bijna in haar besluit,
om de waarheid uit hem te halen, voordat
hij stierf.
„Zeg hun", verzocht zij hem, „onder wel
ke omstandigheden Sir Olivier je gisteren
avond naar de „Zilveren Reiger'' zond.
„Neen, hij behoeft niet meer gekweld
worden", viel Lord Henry in. „Hij heeft al
genoeg gezegd. God vergeve ons onap
blindheid, Killigrew!"
Sir John boog zijn hoofd stilzwijgenc
over Lionel.
„Zijt gij het, Sir John?" fluisterde de ster
vende.
„Wat? Nog daar? Ha!" Hij scheen
flauwtjes te lachen, en hield plotseling op
„Ik ga mompelde hij, en zijn stem werd
weer krachtiger door de 1' itste opflikkering
van zijn wegstervenden wil. Olivier! Ik ga'
Ikik heb goed gemaakt zooveel ik kon
Geef mijgeef mij je hand1!" Tastend 6tak
te
WITTE KRUIS.
Gisteravond had in het café „Central" een
ledenvergadering plaats van „Het Witte
Kruis." De vergadering was matig bezocht.
De voorzitter, de heer A. W. Udo, deelde
mede door de bestuursleden te zijn aangewe
zen als voorzitter der afd. Alkmaar van „Het
Witte Kruis" en heette de aanwezigen wel
kom.
Ingekomen was: a. een schrijven van den
heer Udo, dat hij de benoeming tot bestuurs
lid aannam; b. van het hoofdbestuur een op
gave van de samenstelling van dat college;
c. van aen heer Bamauw, afgetreden secreta
ris van het hoofdbestuur, een dankbetuiging
voor het hem geboden huldeblijk, onder bij
voeging van een portret, waarvoor hij een
plaatsje in het archief der afdeeling verzocht;
d. van B. en W. dezer gemeente bericht dat
de subsidie aan de afdeelihg is verhoogd en
vanaf 1 Jan. 1907 nu 500 zal bedragen.
Alle voor kennisgeving aangenomen
Het volgende punt was benoeming van twee
bestuursleden, wegens aftr. van de heeren
Udo en Vonk. De door het bestuur ingediende
voordracht bestaat uit de heeren: Vacature-
Udo: Udo en Preijer; vacature-VonkVonk en
Weissenbom. Na stemming bleken de afge-
tredenen met op één na algemeene stemmen
benoemd. De heeren Preijer en Weisenbom
hadden elk één stem. De herbenoemden na
men onder applaus der vergadering hun man
daat weder aan.
Als bestuurslid (apotheker) moest aftreden
de heer Schouten. In zijne plaats had het be
stuur aangewezen de firma Ansingh en Mes
man, die hiervan van den secretaris bericht
zal ontvangen.
Vervolgens was aan de orde benoeming van
een lid van de commissie tot bestrijding der
tuberculose, waarvoor door het bestuur wer
den aangebevolen de heeren P. Oudt en J.
Messelaar. De heer P. Oudt werd gekozen,
de heer Messelaar kreeg twee stemmen. De se
cretaris zal den heer Oudt bericht geven van
zijne benoeming.
Hierop bracht de secretaris het jaarverslag
der afd. en hare onderafdeelingen uit. E>e
voorzitter merkte hierbij op, dat het verslag
der tuberculose-commissie reeds in de Alkm.
Crt. had gestaan, iets wat hij niet goedkeur
de. Hij meende dat een dergelijk verslag niet
in een krant moest voorkomen, vóór het in de
vergadering was uitgebracht.
De secretaris gaf dit toe, waarbij hij in
lichtte waaraan ae vroege plaatsing was toe
te schrijven. Er was gezegd, dat voor publi
catie moest worden gezorgd en toen was het
verslag wat spoedig naar de krant gebracht.
Uit het jaarverslag stippen wij aan, dat,
ondanks de buitengewone omstandigheden,
alles zijn gewonen gang ging. Het ledental
was vooruitgegaan van 1122 op 1153, de
contributie ste$g van 1873 tot 1895. Hul
de werd gebracht aan den wegens vertrek af
getreden voorzitter, den heer Lubbe.
Acht personen werden ter verpleging voor
rekening der afdeeling opgezonden, allen
kwamen gesterkt terug. Er werden 930 voor
werpen uitgeleend en 969 porties ijs verstrekt,
waarvan alleen in Sept. 203 en in Febr. 21.
In 1916 werden 27671 baden genomen tegen
21903 in 1915. Gebruikt werden 2831 M*.
water, waarvan de verwarming kwam op
25*/i cent per M'„ d.i. 6 cent meer dan in
1915. Er werd 69 keer hulp verleend in ge
zinnen, waarvan de vrouw ziek was, om dit
voor verwaarloozing te behoeden. De pen
ningmeesteres van Huisverzorging, mevrouw
Aukes, bedar' .e als zoodanig en werd opge
volgd door mevr. Ringers—Veen
De heer Frese oogstte voor zijn verslag bij
monde van den voorzitter den dank der ver
gadering.
Daarna werd rapport uitgebracht van re
keningen der afdeelingen en onderafdeelin
gen. De secretaris deelde mede dat de com
missie tot bestrijding der tuberculose had ont
vangen 2767.64 en uitgegeven 2451.91,
zooaat het saldo 315.73 was.
De heer Vonk noemde voor hei badhu;s de
volgende cijfers: ontvangsten 2926.70, uit
garcn 2574.9 W-.batig saldo 351.79
voor de afdeeli. ag ontvangsten 3958.07,
uitgaven 3659 -8' 7, batig saldo 298.20.
Alle rekeningen waren nagezien en accoord
bevonden.
De voorzitter 1 i>ra cht den heer Weisenborn
en den penningen iees ter dank.
Voorstel der cojnm--issie voor het badhuis tot
tijdelijke verb v' ag van den prijs voor het
baden wegen. du urte der brandstoffen en van
de zeep. Het voo: ratel strekte om den prijs tij
delijk met twee o ent te verhoogen.
De heer J. I >c/rregeest wilde de Duitschere
meer laten beti den, opdat voor de ingezetenen
de prijs gelijk b'eef. De Duitschers maakten
volgens hem d ~"Yzaak duur door het zeepge-
bruik. Zij kon<J'en best hun eigen zeep meene
men. Hij stelde v< wr niet lot algemeene prijs-
verhoogmg over t' e gaan.
Het voorstel ie r commissie werd, nadat de
heer Vonk had g<-zegd, dat er geen speciaal
'tarief gemaakt 1 con worden, aangenomen met
de stem van den heer Dorregeest tegen, waar
door diens voors .tel van de baan was.
Bij de rondvr aag deelde de heer Frese me
de, dat naar aan .Uiding van in de vorige ver
gadering genuaa kte opmerkingen een onder
zoek was inge sti ;ld naar de behandeling van
de verschillend le verplegingsartikelen. De
goederen van c le tuberculose-commissie en die
van het Witte K -niis staan bijeen, zoodat ver
betering wensi dijk is. Er zal getracht wor
den- een lokaal t e krijgen voor het bergen der
goederen, en w aarin dan tevens een consulta
tiebureau geves Ligd kan worden.
De voorzitter voegde hier nog aan toe, dat
het magazijn Té or een bloeiende afdeeling
niet in den g ev venschten toestand verkeert,
maar dat ver b etering moeielijk is door
schaarschte van (ebouwen als gevolg van den
woningnood. D e 'heer G. Looman had be
loofd stappen te - zullen doen, opdat de zaak
verder voorbereid'1 k on worden. De groote fout
zit in de egbrekkh?' 2 bewaarplaats en de groo
te drukte van d<® badmeester, die tevens ma
gazijnmeester ilii.
Niets meer ai an de orde zijnde, sloot de
voorzitter de 'e rgadering met dank voor de
opkomst en uo or de aanwezigheid van de
pers.
TIJDELLJ KE ARBEIDSBEURS
t stadhuis.
Curtesy ondentschap der
Intercomnuuru ile Arbeidsbemiddeling.
Tel. 158.
Spreekuur" i .ederen werkdag b.h.
Zaterdag v. an 10—12 uur, vm.
17 Febr.
Gevraagd woi :de n
2 kleermakers i, 1 loopknecht, 2 dienstboden,
1 loopmeisje, 1 bakkersknecht, 1 timmerman,
1 aank. timme rman.
Bieden zich aan:
I bankwerV D betonwerkers. 1 bierbotte-
laar, 1 fain "ieksarbeider, 1 funaeeringmaker,
20 grondw., 1 gsis- en waterfitter, 2 inpak-
cers, 1 lompe iisor teerder, 1 loodgieter, 1 ma
gazijnmeester 32, metselaars, 1 monteur, 13
opperlieden, I pakkistenmaker, 1 papiersnij
der, 1 plaatweiï'er, 2 reizigers, 1 reizigster,
1 schoennaden". 7 schilders, 19 schippers, 2
straatmakeTS, 1 s ïgarenp lakker, 1 sigarenkis
tenplakker, i1 steenhouwer, 6 stucadoors, 1 ta-
bakskerver, cl t immerlieden, 5 tuinlieden, 3
voegers, 110 V';rkl. los, 1 z,etter-drukker, 1
mandenmak0**- -
A. AUKES—TIMMERS.
De Correspondente,
DPI INBARE LEESZAAL
EN BOEKERIJ
De Openbi ire Leeszaal en Boekerij, Doe
lenstraat 28, zal voortaan op Zondag dén
geheelen dag gesloten zijn. Zij blijft op an
dere dagen g ;eopend van des voormiddags 10
tot des nami ddags half 6 en des avonds van
7 tot 9 uur. De ruiling van boeken geschiedt
bij voorkeur overdag.
hij zijn rechterhand uit.
„Ik zou je die al gegeven hebben, als mijn
polsen niet gebonden waren", barstte Oli
vier uit. En toen spande hij zijn reuzen
kracht in en hij verbrak de touwen, die hem
bonden alsof zij draadjes waren. Hij greep
de hand van zijn broeder en viel op zijn
knieën naast hem neder. „Lionel.... Jongen!"
riep hij. Het was alsof alles, wat in de laat'
ste vijf jaren gebeurd was, weggevaagd was
Zijn neftige, meedoogenlooze haat tegen zijn
halfbroeder, zijn brandend gevoel van on
recht, zijn onleschbare d'orst naar wraak wa
ren op hetzelfde oogenblik dood, begraven
en vergeten. Het was zelfs, alsof zij nooit
bestaan hadden. In dat oogenblik was Lionel
weer de zwakke, aanvallige beminde broeder
dien hij had liefgehad, beschermd en behoec
en voor wien hij, toen het noodig was, zijn
goedenvnaam, en de vrouw, die hij liefhad,
had opgeofferd, en zijn leven zelf had ge
waagd.
„Lionel, jongen!" was alles wat hij op dat
oogenblik zeggen kon. Daarna: „Arme jon
gen! Arme jongen!" voegde hij er bij. „De
verleiding was je te sterk". En hij nam ook
de andere witte hand, die op de rustbank lag
en hield ze beide vast in zijn eigen handen,
Door een dér patrijspoorten viel een zon'
nestraal op het gelaat van den' stervende,
Maar de glans, die er nu over lag, ontsprong
aan een inwendige bron. Zwak beantwoora
de hij den handdruk van zijn broeder.
„Olivier, Olivier!" fluisterde hij. „Er is
niemand zooals jijIk heb altijd geweten, dat
jij even edel was als ik laaghartig. Heb ik
genoeg gezegd voor je veiligheid? Zeg dat
hij nu veilig is", richtte hij zich tot de ande
ren, „dat geen
„Hij zal veilig zijn", zei Lord Henry met
krari „Mijn woord er op."
„Het 's goed. Het verleden is voorbij
Voor heden wenschen we enkele oogen-
blikken stil te staan bij een paar heel kleine
kevertjes, be ho orende tot het geslacht Pels
kever en Pjidem kever.
We wili'en d an eerst bezien een kevertje,
dat ons veOl s chade kan doen en bekend is
als het Bon ttorretje (Attagenus pellio L.).
Als algemceLliï kenmerken van het geslacht
geldén de voljgende: het voorhoofd is voor
zien van eert. e "kelvoudig oog. De heupen
van de m.'ddeli tooien staan dicht naast el
kander. De kop i is slechts ten deele onder het
De toekomst li'gt in je handen, Olivier. God
geve er zijn 7.4,"en op."
Hij scheen in - te zinken, toen weer bij te
komen. Hij gl imlachte peinzend; zijn geest
was dwalend
„Het was eeci heel eind zwemmen giste
renavond het langste, dat ik ooit gedaan
hem Van I 'enarrow naar Trefusis een
mooi eind. Maar jij was bij me, Olivier
Als mijn krj icb.t mij begeven had.... had ik op
jou kunne&i r ekenen. Ik ben er nog rillerig
van, want het was koud koud!" Hij-rilde
en lag stil.
Zachtjes Ié ?de Sir John hem op de rust
bank. Rosamvtinde viel op haar knieën en be
dekte haar toelaat, terwijl naast Sir John
Olivier gekme ld bleef liggen met de koud
wordende h an den van zijn broeder in de
zijne
Een langdhnrige stilte volgde. Toen vouwde
Sir Olivier m eteen diepen zucht Lionel's han
den op zijn t >0 rst, en hij stond langzaam op.
De anderen eui tenen dit voor een teeken te ne
men. Het wa s alsof zij uit eerbied voor Oli
vier zwijgend l gewacht hadden. Lord Henry
ging zachtjes tiaar Rosamunde en tikte haar
haar, en niemand tr
Buiten in den zo. nneschijn stonden zij stil.
Sir John stond m< -t gebogen hoofd en ge
kromde schouders, zijn oogen op het witte
dek gericht. Bijna 1 verlegen iets wat nog
nooit gezien was bij dezen stoutmoedigen
man keek hij Sir Olivier aan.
„Hij was vnijn vriend," zei hij droevig, en
als om zic'Q te veroi ïtschuldigen en een ver
klaring te g'even, „aien ik werd misleid
door mijn lieikie tot 1 lem."
„Hij was m'ijn b: roeder," antwoordde Sir
Olivier plechtig'. „O od geve hem rust!"
Vastbesloten, natn S >ir John een houding aan
op 11b.,,