Bezuiniging In dn keuken. F KUILLETO N. Honderd en Negentiende Jaargang. Zaterdag 17 Februari KlronielsL. De lZieeva.11^. Kevers «d huiiH© larven uit o:Lize omgeving. 41. mz. Papieren briketten „wintersport 1917 een nieuw wereldrecord. Over papieren steenkool is op een andere p'aats in dit blad al eens geschreven. We le zen echter een uitgebreid recept voor de be reiding van deze brandstof in de Berlinei Morg en post en het kan voor onze lezers van belang zijn,'daaruit een en ander ter aanvul ling van door ons beschreven bereidingswijze over te nemen. Met nadruk wijst het b.ad na melijk op de noodzakelijkheid van het goede samenpersen van de vochtige papierballen en het raadt aan, deze ballen onder een pers men zal hiervoor natuurlijk een linnenpers kunnen nemen of desnoods zelf een noodpers van een paar plankjes en riemen in elkaat kunnen knutselen uit te drukken, zoo, dat het papier een compacte massa wordt, onge veer ter grootte van een briket. Lucht mag zich tusschen de papierlagen niet bevinden daar dit het langzaam opsmeulen van de bri ket verhindert, en haar veel minder zuinig doet verbranden. Men moet de kachel, waar in men een paar van deze briketten geworpen heeft, eerst o'oed laten doortrekken, zoodat de briketten geheel doorgloeid worden. Vervol gens matigt men den luchttoevoer en laat de brandstof langzaam aan verteren. Is de asch die hierbij ontstaat, mooi wit, dan heeft men zich goed aan de voorschriften gehouden Zijn er zwarte, verkoolde stukken onder, dan heeft men öf de briketten niet voldoende uit geperst en gedroogd öf men heeft ze in de kachel niet genoeg laten doorgloeien, voor men tot tempering overging. De kolennood leidt in Berlijn behalve tot het stoken van papier, nog tot allerlei andere uitersten. Zoo heeft de politie toestemming ge geven om taxi's en particuliere auto's tot ko- ienvervoer te bezigen. Men laadt deze voer tuigen natuurlijk niet vol, waardoor het ver vullen van hun natuurlijke bestemming waarin ze toch al te kort schieten, onmogelijk zou worden, doch men gebruikt ze bij wij- ze van straatlocomotief en spant er een kolen wagen achter. Op dezelfde wijze vervoert de Berlijnsche stadstram trouwens al gedurende eenigen tijd de postwagens, daar men ook hier in materieel te kort schiet. Het schijnt dat de postkarren, mits ze van veeren zijn voorzien en goed achter de tramwagens zijn gekop peld, vrij goed sporen. In „der Tag" komt een verhaal voor van een kolentransport, door iemand, die na da genlang koude te hebben geleden, van een rriend een mud briketten kon overnemen, wel ke hij echter zelf met een slede moest komen ha'en. We geven hierbij het verhaal van de zen min of meer avontuurlijken tocht. „Waarde lezer, hebt ge ooit een mud kolen op een kleine slee vervoerd? Ge stelt U de zaak vermoedelijk even gemakkelijk voor als ik het me tot nu toe gedaan heb. In het begin ging alles ook heel goed. Men heelt niet te vergeefs leeren omgaan met een rodel-sleetje. Maar spoedig zou me blijken, wat voor een boosaardig, arglistig ding zoo'n zak briket ten is. Tengevolge van het schudden begon de zak langzaam te glijden en de kolen ver drongen elkaar heftig naar bakboord. Wie van de zeevaart een beetje verstand heeft, weet dat er voor een kapitein niets noodlotti- ger is, dan een lading, die bij zware zee aan 't „werken" gaat, het ééne boord van :t schip zwaar belast en gevaar voor omslaan doet ontstaan. Zoo ongeveer ging het met mijn bescheiden vaartuig, alle pogingen om de on behoorlijke, vormlooze, nergens vat gevende rnassa van den gevulden zak weer irievenwich te brengen, hadden slechts een zeer middel matig resultaat. En zooals van zelf spreekt moest het eerste ongeluk juist op het drukste punt van Zuid Westelijk Berlijn zich afspelen op het groote kruispunt bij de Belkaliiance brug. De slee sloeg om, zooais inderlijd in de beroemde bocht van Silvaplana (bekende ro delbaan in Zwitserland) en de zak zette zich midden tusschen de tramrails op z'n gemak neer Verkeersstremming, volksoploop, politie agent. Ergens in de bruine pap, die eens sneeuw geweest was, lag m'n lorgnet. Een trambestuurder klingelde woedend met z'n Roman uit het laatst der 16e eeuw, oar 't k*f*lseJi van RAEAëL SABA TINT. 75) HOOFDSTUK XXVI. HET OORDEEL. Het geheele gezelschap spoedde zich ach ter den dokter aan naar de kajuit beneden. Zij verzamelden zich om de rustbank, waai Lionel lag, met lijkkleurig gezicht, zwaai ademhalend, zijn oogen dof en glazig. Sir John liep op hem toe, ging op zijn knieën Uggen, en sloeg zijn armen liefkoo- zend om dat stervende lichaam, lichtte hem .zachtjes op en liet hem zoo tegen zijn borst rusten. „Lionel!" riep hij op bedroefden toon. En toen, alsof wraakgedachten de laatste oogen- blikken "an zijn vriend zouden verzachten, voegde ,j er bij„Wij hebben den schelm." Heel nngzaam en met blijkbare inspan ning keerde Lionel zijn hoofd naar rechts, en zijn doffe oogen zagen langs Sir John heen en keken onderzoekend naar hen, die om hem heen stonden. „Olivier?" zei hij heesch fluisterend. „Waar Olivier?" „C. u niet te verontrusten...." be gon Sir j.\vn, toen Lionel hem in de rede viel. Waerit beval hij met luider stem. „Is Olivier vc lig „Ik ben hier", klonk Sir Olivier's diepe item, en zij, d'.ie tusschen hem en zijn broe- ttv momém., v.w.\km tar ayde, aoedat zij aia* bei, de organen ran rijt of ze» vrachtrijders zonder het geringste inzicht in de sportie ve zijde van de gebeurtenis vervulden de lucht met luide ij hatelijke opmerkingen Ik dacht „voor drie jaar in Silvapl; a was het toch prettiger, het leven was toen j niet zoo ingewikkeld, zoo vol valstrikken en over 't algemeen Meneer, nu maakt u de rails zeker eens vrijriep een politieagent. Dat is gemakkelij ker gezegd, dan gedaan, het schijnt den zak nergens zoo goed te bevallen als hier. Bij een poging om hem weg te sjorren ging hij los en de kolen stortten naar buiten Nieuw vraagstuk. Maar men zou niet geloo ven, wat voor prettige, behu pzarne menschen er in het veel gesmade Berlijn nog zijn. Een half dozijn handen schieten toe, verzamelen de schilderachtig verspreid liggende kolen stoppen ze weer in den zak, tillen dien weer op de slee en schuiven haar naar een rustig hoekje. De menschen1 werken alsof ze er vooi betaald worden. Intusschen heeft ook een diepzee-onderzoeker mijn lorgnet uit de brui ne brij opgevischt. Er schuilen veel filosofen onder de mensch- heid, het ontbrak dientengevolge in den kring deelnemende personen geenszins aan welover- dachte, troostvolle en opwekkende woorden „Dat hebt ge waarschijnlijk ook nooit ge droomd, dat ge nog eens kolen zoudt moeten transporteeren" zei een vriendelijk heer. „Al le begin is moeilijk" meende 'n tweede. „Ge hadt een ouden kinderwagen moeten nemen" onderrichtte een derde me, „moesje, de man zweet er van" riep een onschuldig knaapje. Practisch denkende mannen informeerden waar ik de kolen vandaan hadzij wilden er ook gaan halen. Ik zond hen allen naar mijn vriend. Toen ging de tocht verder o welk een tocht! Want tweemaal herhaalde zich op den eindeloozen weg het ongeluk op een soortgelijke wijze en steeds op de drukste pun ten. En steeds schoten edele menschen hulp vaardig toe, alsof ze er slechts op hadden staan wachten. Toen ik ten laatste gelukkig thuis was gekomen, de briketten twee trappen hoog gesjouwd had en me uitgeput, van onder tot boven smerig in een stoel Het vallen, haal de een luiden van de bel me weer uit m n rust. Een zeer zwarte man stond buiten. „Ben ik hier terecht?" vroeg deze man. „We bren gen de duizend briketten, die u de vorige week bij Schultze besteld1 heeft." Onder sportnieuws deelt de Morgenpost mede, dat het wereldrecord hardrijden over 5000 Meter, hetwelk op naam van den beken den Noorschen schaatsenrijder Matthisen stond (acht minuten 36.3 seconden) geduren de de wedstrijden te Trondjem in Noorwegen welke onder buitengewoon gunstige om standigheden gehouden moeten zijn door den Noor Ström met bijna 3 seconden verbe terd is, hij bracht het op 8 min. 33.7 sec. Als we daarbij de tijden vergelijken, dit jaar in ons land gehaald, dan maken deze geen schit terend figuur. De snelste rijder over 5000 M. op de kampioenschapswedstrijden te Veen- dam, Bakker, had er niet minder dan 10 min. 34 seconden werk mee! III. Rijstgerechten, die den aardappel vervangen. We zagen de vorige week, hoe, wat voed zaamhe'd betreft, aardappelen en rijst vol komen gelijk staan; de moeilijkheid 'waarop we echter kunnen blijven vastzitten, ligt in het feit dat de rijst als hoofdgerecht tenminste ons nog voor het grootste deel vreemd is, terwijl we den aardappel nu reeds sedert een paar eeuwen kennen. Natuurlijk koekt iedere huisvrouw wel eens rijstmaar dat is dan het „hapje-toe," dat met boter en suiker, met bessensap of met ge stoofde vruchten ons maal helpt aanvullen niet een hoofdbestanddeel, van welks smake lijkheid ook de daarbij gebruikte spijzen (vleesch, groente) sterk afhankelijk zijn 't Is b v. een bekend veitchijnsel, dat een Indischman, wien men bij zijn vóórgerechten met onze op Hollandsche wijze gekookte na gerecht-rijst plezier denkt te doen, werkelijk moeite hee.t om dat „pappige goedje" naar binnen te krijgen. Waarmee ik maar zeggen wil, dat de riist die de plaats van den aard appel met succes zal innemen, ook even droog behoort te zijn als de aardappelen droge, korrelige rijst te bereiden is werkelijk een slag, die het meerendeel van onze Holland sche kooksters nog niet hebben aangeleerd. Op twee hoofdzaken zou ik willen wijzen. De eerste iswasch de rijst zóe lang, tot het afdruipende water volkomen helder ziet; wrijft ze onder het wasschen flink tusschen de handen en spoel ze daarna eenige malen ruim af. Men verwijdert zoodoende het kleverige mengsel, waarmee in de fabrieken de rijst wordt „geglansd." De tweede regel luidt: geeft aan de rijst precies de hoeveelheid water, waarop de kor rels recht hebben om te zwellen; niet minder, want dan wordt de rijst niet gaar, maar óók niet méér, want dan worden de korrels week, koken uit elkaar en kleven samen. Bereiden we na rijst op de gewone wijze, n.l. door ze met een afgemeten hoeveelheid water gewoonlijk 2 a 3 maal zooveel als de hoeveelheid rijst bedraagt op te zetten en gaar te koken, dan loopen we alle kans dat het resultaat zeer ongelijk zal zijn. Nu eens, als n.l. de rijst op een flink vuur heeft ge staan, of als ze in een wat ruime pan is op gezet, zal het water te vlug verdampen en de rijst dus zelfs in de zorgvuldig afgemeten hoeveelheid water niet gaar te krijgen zijn: men voegt dan „op de gis" er weer wat water bij, maar de uitkomst blijft vrij onzeker. Of op een zeer zacht vuurtje waar door het kalme koken betrekkelijk weinig verdampen zal, wil de rijst maar niet droog worden; we probee- ren door omroeren het water te helpen ver dampen, we zetten de pan op een harder vuur alles gewoonlijk met een zeer negatief resultaat, want de rijst wordt door het roeren appig en de onderste laag kleeft vasr of randt zelfs aan. We moeten dus een middel bedenken, d'at ons van dat mindere of meerdere verdampen der vloeistof onafhankelijk maakt, en dat middel bestaat. Tweemaal zooveel water als haar eigen volumen bedraagt is de maat, waarbij de rijstkorrels voldoende vocht hebben om tot gare, droge korrels te zwellen; wie ze iets weeker wil hebben, kan ook 2 maal zoo veel water als rijst nemen, echter onder geen voorwaarde méér, want bij de methode die we thans gaan volgen, is het verdampen van vocht uitgesloten en de rijst zou dus be paald te nat worden als we er meer water aan toevoegden. We doen de rijst flink gewassen natuur lijk in een pan, een kein, een schaaltje of wat we verder bij de !«md hebben; de afge meten hoeveelheid' water doen we er bij liefst kokend, want dat spaart tijd. Ook wordt wat zout toegevoegd. Het op deze wijze gevulde schaaltje of pannetje dekken we dicht en we zetten het in een andere pan, waarin zooveel kokend water is, dat dc vloeistof even onder den rand' van de rijst pan blijft en dus niet naar binnen kan koken Ook die pan sluiten we met het bijbehooren- de deksel, en we laten nu alles samen zacht jes doorkoken tot na ongeveer 3/« k 1 uur de rijst volkomen gaar en gezwollen, maar te gelijkertijd volkomen droog is: ze heeft den voorraad loeistof, die haar gegund werd, juist geheel in zien opgenomen In een open kom of schaal, op dezelfde wijze in een pan met kokend' water gezet, kan men hetzelfde gunstige resultaat berei ken; op één bijomstandigheid heeft men dan echter te letten, n.l. dat men de hoeveelheid vocht op de rijst iets kleiner neemt, omdat in dit goal ook de niet afgesloten damp. meehelpt om de rijst vochtiger te maken. Men rekent daarom bij deze methode 1 Yi maal zooveel water als rijst. Behalve het groote voordeel, dat dit „stoomen" ons zonder eenige moeite smake lijke rijst op tafel helpt brengen, is er nog een tweede nuttige kant bij op te merken, n dat er bepaald minder rijst bij verloren gaat, omdat geen gorreltje aan den bodem blijft vastkleven. Een gevolg hiervan is natuurlijk ook, dat het schoonmaken van de pan min der tijd en materiaal vraagt ;zelfs behoeft men daarvoor in 't geheel niets te rekenen, als men de rijst dadelijk „stoomt" in het schaaltje waarin ze op tafel zal komen Op één ding moetmen echter letten: het omringende water moet worden aangevuld, wanneer de pan kans loopt om droog te ko ken. Misschien is er toch een bezwaar, dat men tegen dit „stoomen" op 't oogenblik zou kunnen aanvoeren: het vermeerderde brand- stofgebruik nu de rijst in plaats van Y% uur een kooktijd van a 1 uur noodig heeft. In elk geval kan dit nooit een moeilijkheid opleveren voor hen, die een fornuis gebrui ken, want zelfs de ruimst gerekende kooktijd van 1 uur valt toch altijd nog wel binnen de meer voor hem stonden. Lionel zat een weinig op, en keek hem een oogenblik stilzwijgend aan. Toen zonk nij weer langzaam tegen de borst van Sir ju-nn. „God is mij, zondaar, genadig geweest", zei hij, „daar Hij mij het nnddel schenkt, om uog goed te maken voor het te laat is." l oen i'icnue hij zich weer op en strekte zijn ar men naar Sir Olivier utt en hij riep smet eend: „Olivier! broeder! Vergeef mij!" Olivier trad nader,.niemand kwam hem in den weg, totdat hij, met zijn handen nog op oen rug gebonden, voor zijn broeder stond, zoo groot, dat zijn tulband de lage zolde ring van de kajuit taakte. Zijn geiaat stond streng en 'toornig. „Waarvoor vraagt ge mij vergeving?" vroeg hij. Lionel trachtte te aniwooruen, nij zonk weer terug in de armen van Sir John en hijgde naar adem; er "kwam bloedig schuim op zijn lippen. „Spreek! O, spreek in Gods naam!" spoorde Rosamunde hem van den anderen kant aan, en haar stem trilde van doods angst. Hij zag haar aan en glimlachte flauwtjes. „Wees niet bang", fluisterde hij, „ik zal spreken, God heeft mij hiervoor gespaard. Neem uw armen van mij weg, Killigrew. Ik ben dede laaghartigste mensch. Ik was het, die Pieter Godolphin doodde." „Mijn God!" kreunde Sir John, terwijl Lord Henry diep ademhaalde van verslagen heid en begrijpen. „Maar dat is mijn zonde niet", ging Lio nel voort. „Daar was geen zonde in. Wij vochten en in zelfverdediging doodde ik hem in een eerlijk gevecht. Mijn zonde be gon daarna. Toen de verdenking op Oli vier viel, kweekte ik die aanOlivier wist, dat ik kat gedaan had en hield het stil, om grenzen van den tijd die de andere middag- maalgerechten plus het te koken afwaschwa- ter voor het éan-blijven van het vuur eischen. Anders wordt dit, wanneer men op het gebruik van gas is aangewezen, maar voor dat geval hebben we weer andere hulp middelen, die ons met even weinig moeite en met minder behoefte aan vuur een even sma kelijk schaaltje rijst helpen bereiden, n.l. hooi.kisten en kranten. MARTINE WITTOP KONING STADSNIEUWS. mij te beschermen. Ik vreesde, d!a't de waar heid toch bekend zou wordenenik was jaloersch van hem, enen ik liet hem overvallen, om verkocht te worden Zijn doffe stem stierf weg in stilte Een hoestbui deed hem trillen en het roode schuim op zijn lippen werd meer. Maar hij kwam weer bij en lag te hijgen, terwijl zijn vingers aan de deken plukten. „Zeg hun", zei Rosamunde, die in haar wanhopigen strijd voor het leven van Sir Olivier haar hoofd koel hield en om het voornaamste bleef denken, „zeg hun den naam van den man, dien ge huurdet om hem te overvallen." „Jasper Leigh, de, kapitein van de „Zwa luw", antwoordde hij, waarop zij Lord Hen ry een blik toewierp met een glimp van tri omf er in, al was haar gelaat doodsbleek en al beefden haar lippen. Toen v adde zij zich weer tot den ster vende, onmeedoogend bijna in haar besluit, om de waarheid uit hem te halen, voordat hij stierf. „Zeg hun", verzocht zij hem, „onder wel ke omstandigheden Sir Olivier je gisteren avond naar de „Zilveren Reiger'' zond. „Neen, hij behoeft niet meer gekweld worden", viel Lord Henry in. „Hij heeft al genoeg gezegd. God vergeve ons onap blindheid, Killigrew!" Sir John boog zijn hoofd stilzwijgenc over Lionel. „Zijt gij het, Sir John?" fluisterde de ster vende. „Wat? Nog daar? Ha!" Hij scheen flauwtjes te lachen, en hield plotseling op „Ik ga mompelde hij, en zijn stem werd weer krachtiger door de 1' itste opflikkering van zijn wegstervenden wil. Olivier! Ik ga' Ikik heb goed gemaakt zooveel ik kon Geef mijgeef mij je hand1!" Tastend 6tak te WITTE KRUIS. Gisteravond had in het café „Central" een ledenvergadering plaats van „Het Witte Kruis." De vergadering was matig bezocht. De voorzitter, de heer A. W. Udo, deelde mede door de bestuursleden te zijn aangewe zen als voorzitter der afd. Alkmaar van „Het Witte Kruis" en heette de aanwezigen wel kom. Ingekomen was: a. een schrijven van den heer Udo, dat hij de benoeming tot bestuurs lid aannam; b. van het hoofdbestuur een op gave van de samenstelling van dat college; c. van aen heer Bamauw, afgetreden secreta ris van het hoofdbestuur, een dankbetuiging voor het hem geboden huldeblijk, onder bij voeging van een portret, waarvoor hij een plaatsje in het archief der afdeeling verzocht; d. van B. en W. dezer gemeente bericht dat de subsidie aan de afdeelihg is verhoogd en vanaf 1 Jan. 1907 nu 500 zal bedragen. Alle voor kennisgeving aangenomen Het volgende punt was benoeming van twee bestuursleden, wegens aftr. van de heeren Udo en Vonk. De door het bestuur ingediende voordracht bestaat uit de heeren: Vacature- Udo: Udo en Preijer; vacature-VonkVonk en Weissenbom. Na stemming bleken de afge- tredenen met op één na algemeene stemmen benoemd. De heeren Preijer en Weisenbom hadden elk één stem. De herbenoemden na men onder applaus der vergadering hun man daat weder aan. Als bestuurslid (apotheker) moest aftreden de heer Schouten. In zijne plaats had het be stuur aangewezen de firma Ansingh en Mes man, die hiervan van den secretaris bericht zal ontvangen. Vervolgens was aan de orde benoeming van een lid van de commissie tot bestrijding der tuberculose, waarvoor door het bestuur wer den aangebevolen de heeren P. Oudt en J. Messelaar. De heer P. Oudt werd gekozen, de heer Messelaar kreeg twee stemmen. De se cretaris zal den heer Oudt bericht geven van zijne benoeming. Hierop bracht de secretaris het jaarverslag der afd. en hare onderafdeelingen uit. E>e voorzitter merkte hierbij op, dat het verslag der tuberculose-commissie reeds in de Alkm. Crt. had gestaan, iets wat hij niet goedkeur de. Hij meende dat een dergelijk verslag niet in een krant moest voorkomen, vóór het in de vergadering was uitgebracht. De secretaris gaf dit toe, waarbij hij in lichtte waaraan ae vroege plaatsing was toe te schrijven. Er was gezegd, dat voor publi catie moest worden gezorgd en toen was het verslag wat spoedig naar de krant gebracht. Uit het jaarverslag stippen wij aan, dat, ondanks de buitengewone omstandigheden, alles zijn gewonen gang ging. Het ledental was vooruitgegaan van 1122 op 1153, de contributie ste$g van 1873 tot 1895. Hul de werd gebracht aan den wegens vertrek af getreden voorzitter, den heer Lubbe. Acht personen werden ter verpleging voor rekening der afdeeling opgezonden, allen kwamen gesterkt terug. Er werden 930 voor werpen uitgeleend en 969 porties ijs verstrekt, waarvan alleen in Sept. 203 en in Febr. 21. In 1916 werden 27671 baden genomen tegen 21903 in 1915. Gebruikt werden 2831 M*. water, waarvan de verwarming kwam op 25*/i cent per M'„ d.i. 6 cent meer dan in 1915. Er werd 69 keer hulp verleend in ge zinnen, waarvan de vrouw ziek was, om dit voor verwaarloozing te behoeden. De pen ningmeesteres van Huisverzorging, mevrouw Aukes, bedar' .e als zoodanig en werd opge volgd door mevr. Ringers—Veen De heer Frese oogstte voor zijn verslag bij monde van den voorzitter den dank der ver gadering. Daarna werd rapport uitgebracht van re keningen der afdeelingen en onderafdeelin gen. De secretaris deelde mede dat de com missie tot bestrijding der tuberculose had ont vangen 2767.64 en uitgegeven 2451.91, zooaat het saldo 315.73 was. De heer Vonk noemde voor hei badhu;s de volgende cijfers: ontvangsten 2926.70, uit garcn 2574.9 W-.batig saldo 351.79 voor de afdeeli. ag ontvangsten 3958.07, uitgaven 3659 -8' 7, batig saldo 298.20. Alle rekeningen waren nagezien en accoord bevonden. De voorzitter 1 i>ra cht den heer Weisenborn en den penningen iees ter dank. Voorstel der cojnm--issie voor het badhuis tot tijdelijke verb v' ag van den prijs voor het baden wegen. du urte der brandstoffen en van de zeep. Het voo: ratel strekte om den prijs tij delijk met twee o ent te verhoogen. De heer J. I >c/rregeest wilde de Duitschere meer laten beti den, opdat voor de ingezetenen de prijs gelijk b'eef. De Duitschers maakten volgens hem d ~"Yzaak duur door het zeepge- bruik. Zij kon<J'en best hun eigen zeep meene men. Hij stelde v< wr niet lot algemeene prijs- verhoogmg over t' e gaan. Het voorstel ie r commissie werd, nadat de heer Vonk had g<-zegd, dat er geen speciaal 'tarief gemaakt 1 con worden, aangenomen met de stem van den heer Dorregeest tegen, waar door diens voors .tel van de baan was. Bij de rondvr aag deelde de heer Frese me de, dat naar aan .Uiding van in de vorige ver gadering genuaa kte opmerkingen een onder zoek was inge sti ;ld naar de behandeling van de verschillend le verplegingsartikelen. De goederen van c le tuberculose-commissie en die van het Witte K -niis staan bijeen, zoodat ver betering wensi dijk is. Er zal getracht wor den- een lokaal t e krijgen voor het bergen der goederen, en w aarin dan tevens een consulta tiebureau geves Ligd kan worden. De voorzitter voegde hier nog aan toe, dat het magazijn Té or een bloeiende afdeeling niet in den g ev venschten toestand verkeert, maar dat ver b etering moeielijk is door schaarschte van (ebouwen als gevolg van den woningnood. D e 'heer G. Looman had be loofd stappen te - zullen doen, opdat de zaak verder voorbereid'1 k on worden. De groote fout zit in de egbrekkh?' 2 bewaarplaats en de groo te drukte van d<® badmeester, die tevens ma gazijnmeester ilii. Niets meer ai an de orde zijnde, sloot de voorzitter de 'e rgadering met dank voor de opkomst en uo or de aanwezigheid van de pers. TIJDELLJ KE ARBEIDSBEURS t stadhuis. Curtesy ondentschap der Intercomnuuru ile Arbeidsbemiddeling. Tel. 158. Spreekuur" i .ederen werkdag b.h. Zaterdag v. an 10—12 uur, vm. 17 Febr. Gevraagd woi :de n 2 kleermakers i, 1 loopknecht, 2 dienstboden, 1 loopmeisje, 1 bakkersknecht, 1 timmerman, 1 aank. timme rman. Bieden zich aan: I bankwerV D betonwerkers. 1 bierbotte- laar, 1 fain "ieksarbeider, 1 funaeeringmaker, 20 grondw., 1 gsis- en waterfitter, 2 inpak- cers, 1 lompe iisor teerder, 1 loodgieter, 1 ma gazijnmeester 32, metselaars, 1 monteur, 13 opperlieden, I pakkistenmaker, 1 papiersnij der, 1 plaatweiï'er, 2 reizigers, 1 reizigster, 1 schoennaden". 7 schilders, 19 schippers, 2 straatmakeTS, 1 s ïgarenp lakker, 1 sigarenkis tenplakker, i1 steenhouwer, 6 stucadoors, 1 ta- bakskerver, cl t immerlieden, 5 tuinlieden, 3 voegers, 110 V';rkl. los, 1 z,etter-drukker, 1 mandenmak0**- - A. AUKES—TIMMERS. De Correspondente, DPI INBARE LEESZAAL EN BOEKERIJ De Openbi ire Leeszaal en Boekerij, Doe lenstraat 28, zal voortaan op Zondag dén geheelen dag gesloten zijn. Zij blijft op an dere dagen g ;eopend van des voormiddags 10 tot des nami ddags half 6 en des avonds van 7 tot 9 uur. De ruiling van boeken geschiedt bij voorkeur overdag. hij zijn rechterhand uit. „Ik zou je die al gegeven hebben, als mijn polsen niet gebonden waren", barstte Oli vier uit. En toen spande hij zijn reuzen kracht in en hij verbrak de touwen, die hem bonden alsof zij draadjes waren. Hij greep de hand van zijn broeder en viel op zijn knieën naast hem neder. „Lionel.... Jongen!" riep hij. Het was alsof alles, wat in de laat' ste vijf jaren gebeurd was, weggevaagd was Zijn neftige, meedoogenlooze haat tegen zijn halfbroeder, zijn brandend gevoel van on recht, zijn onleschbare d'orst naar wraak wa ren op hetzelfde oogenblik dood, begraven en vergeten. Het was zelfs, alsof zij nooit bestaan hadden. In dat oogenblik was Lionel weer de zwakke, aanvallige beminde broeder dien hij had liefgehad, beschermd en behoec en voor wien hij, toen het noodig was, zijn goedenvnaam, en de vrouw, die hij liefhad, had opgeofferd, en zijn leven zelf had ge waagd. „Lionel, jongen!" was alles wat hij op dat oogenblik zeggen kon. Daarna: „Arme jon gen! Arme jongen!" voegde hij er bij. „De verleiding was je te sterk". En hij nam ook de andere witte hand, die op de rustbank lag en hield ze beide vast in zijn eigen handen, Door een dér patrijspoorten viel een zon' nestraal op het gelaat van den' stervende, Maar de glans, die er nu over lag, ontsprong aan een inwendige bron. Zwak beantwoora de hij den handdruk van zijn broeder. „Olivier, Olivier!" fluisterde hij. „Er is niemand zooals jijIk heb altijd geweten, dat jij even edel was als ik laaghartig. Heb ik genoeg gezegd voor je veiligheid? Zeg dat hij nu veilig is", richtte hij zich tot de ande ren, „dat geen „Hij zal veilig zijn", zei Lord Henry met krari „Mijn woord er op." „Het 's goed. Het verleden is voorbij Voor heden wenschen we enkele oogen- blikken stil te staan bij een paar heel kleine kevertjes, be ho orende tot het geslacht Pels kever en Pjidem kever. We wili'en d an eerst bezien een kevertje, dat ons veOl s chade kan doen en bekend is als het Bon ttorretje (Attagenus pellio L.). Als algemceLliï kenmerken van het geslacht geldén de voljgende: het voorhoofd is voor zien van eert. e "kelvoudig oog. De heupen van de m.'ddeli tooien staan dicht naast el kander. De kop i is slechts ten deele onder het De toekomst li'gt in je handen, Olivier. God geve er zijn 7.4,"en op." Hij scheen in - te zinken, toen weer bij te komen. Hij gl imlachte peinzend; zijn geest was dwalend „Het was eeci heel eind zwemmen giste renavond het langste, dat ik ooit gedaan hem Van I 'enarrow naar Trefusis een mooi eind. Maar jij was bij me, Olivier Als mijn krj icb.t mij begeven had.... had ik op jou kunne&i r ekenen. Ik ben er nog rillerig van, want het was koud koud!" Hij-rilde en lag stil. Zachtjes Ié ?de Sir John hem op de rust bank. Rosamvtinde viel op haar knieën en be dekte haar toelaat, terwijl naast Sir John Olivier gekme ld bleef liggen met de koud wordende h an den van zijn broeder in de zijne Een langdhnrige stilte volgde. Toen vouwde Sir Olivier m eteen diepen zucht Lionel's han den op zijn t >0 rst, en hij stond langzaam op. De anderen eui tenen dit voor een teeken te ne men. Het wa s alsof zij uit eerbied voor Oli vier zwijgend l gewacht hadden. Lord Henry ging zachtjes tiaar Rosamunde en tikte haar haar, en niemand tr Buiten in den zo. nneschijn stonden zij stil. Sir John stond m< -t gebogen hoofd en ge kromde schouders, zijn oogen op het witte dek gericht. Bijna 1 verlegen iets wat nog nooit gezien was bij dezen stoutmoedigen man keek hij Sir Olivier aan. „Hij was vnijn vriend," zei hij droevig, en als om zic'Q te veroi ïtschuldigen en een ver klaring te g'even, „aien ik werd misleid door mijn lieikie tot 1 lem." „Hij was m'ijn b: roeder," antwoordde Sir Olivier plechtig'. „O od geve hem rust!" Vastbesloten, natn S >ir John een houding aan op 11b.,,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 5