DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. m SCHOOL-ARTS, M7 Abonnementsprijs per 3 maanden f 1—, fr. d. post f 1.25. Advertentiepriisl2iCt. p. regel, groote letters naar plaatsrnimte. Briefen Ir. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERIÏIs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3. MAAI DAG 5 MAART. lo. 54. Honderd en negentiendejaargang. FEUILLETON. Dokter Stillfried NEDERLAND. Uitbetaling vergoedingen wegens kostwinnerschap. Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. ALKMAAR, 5 Maart. De Duitsche rijkskanselier heeft de be stuurlijke scheiding in België aangekondigd tegenover een vertegenwoordiging van den „Raad van Vlaanderen", welke juist een maand geleden in een vergadering van alle activistische Vlaamsche groepen was geko zen. Men weet hoe de toestand in België is Het bestaat uit een Vlaamsch en een Waalsch deel. De Waalsche, d.w.z. de Fransch-ge- zinde elementen, hebben steeds het heft in handen gehad. Allerlei pogingen zijn er aan gewend, om het Vlaamsche land te verfran- schen, om het Vlaamsche taal- en volkseigen te dooden. De Belgische regeering bezigde ook tegenover- de Vlaamsche bevolking de Fransche taal en alles wat Fransch was werd gesteund en aangemoedigd. Alleen de taaie Vlaamsche volksaard liet zich niet wegredeneeren noch wegregeeren. Stukje voor stukje hebben de Vlamingen hun eigen regeering men begrijpe dit goed! rech ten afgedwongen. Vaak ging het, zooals een hunner 19e-eeuwsche dichters 't eens geestig noemde, naar den trant van de Fransche pol ka, „één stap vooruit en twee naar achter". Het eigenaardige is, dat er in België woon den 4.300.000 Vlamingen, van wie er 3.500.000 alleen Vlaamsch kenden, en 3.200.000 Walen. Doel van de Vlaamsche beweging is nimmer geweest om België Vlaamsch te maken, maar om België naar buiten één te houden, daarentegen binnen de grenzen te verdeelen tusschen de twee ver schillende groepen. In het Belgische staats verband zou dus elke groep haar eigen leven kunnen leiden, Vlaanderen zou Vlaamsch, het Waalsche gebied Waalsch blijven. De Belgische regeering heeft daarvan nimmer willen weten. En de bekende voorstander van de Vlaamsche beweging, de heer Leo Meert, die ook hier wel eens optrad, verklaart in een pas verschenen boekje, dat de regeering na den oorlog nog meer dan die vóór den oorlog anti-Vlaamsch is. De activisten nu willen alles doen om te voorkomen, dat na den oorlog de toestand van voordien zich zal herhalen. Zij wen- schen, dat het herstelde België ook een naar het binnenlandsch bestuur verdeeld België zal zijn. Men heeft den activisten, op niet al tijd even zachtzinnige wijze, „past op de Duitschers" toegeroepen, waarop het ant woord luidde: „zeker, wij zullen ons zwaar der weten te wapenen tegen Duitsche invloe den dan onze Walen en Franskiljons het te gen de Fransche gedaan hebben." En' de heer Meert zegt in zijn even bedoeld vlugschrift nadrukkelijk: „Als de Duitscher het land weer uittrekt, moeten wij tenminste dit uit hem gehaald hebben in ruil voor al wat hij ons ontnomen heeft: de zekerheid van den toekomstbloei van ons Vlaanderen, die al onze Belgische regeeringen blind ge- Roman naar het Duitsch van DORA DUNCKER. 12) De warme dag was nu in de late namid daguren verkwikkend frisch geworden. Al was Gustava dien dag ook slechts van Ei senach gekomen, na de benauwde, stoffige atmosfeer in de spoorwegcoupé deed haar de kostelijke boschlucht verwonderlijk goed, Zij had den top van den groenen koepel- vormigen berg, die Wolkenstein van Unter- berg scheidt, vrijwel bereikt. Op een open ruimte zag zij naar beneden in het dal en verder over het landschap. De zon ging langzaam onder. Op den zacht hellenden bergketen, die het dal omringt, baadden zich de toppen der dennen in een teer, roodachtig licht. Door de uitgestrekte groene weiden slingerde zich als een zilveren band de beek, die zij op een smalle houten brug in Wol kenstein was overgegaan. In inhammen tusschen de bergen rees op verre afstanden een spitse kerktoren en hier en daar een licht kronkelende rookzuil om hoog. Langs de beek lagen slijpmolens ver spreid, die leven in het idyllische tafereel brachten. Van Untersberg en fabriek was nog niets te zien. Gustava ging steeds verder den aangewe zen weg, die nu tamelijk sterk dalend den berg afging. En het duurde niet lang of zij trad door de dennen in 't vlakke land. Voor haar op ee nafstand van een paar honderd schreden, lag op een groene weide, eenigszins achteraf en aan beide kanten door vruchtboomen met zware takken omgeven, een eenvoudig houten gebouw van één ver dieping in Noorsdien stijl opgetrokken. De ramen stonden wijd open. Rondom op de noeg zijn geweest ons te onthouden. „Wij zijn nu vast besloten. Wij weten wat wij wil len: Een Vlaanderen met eigen bestuursamb tenaren, volledig Vlaamsch onderwijs, zuiver Vlaamsch in alles. En wij weten dat, wht wij willen en dat alleen, tot het werkelijk toe- komstheil van Vlaanderen èn van België strekken zal. „Wij' willen noch Duitscher worden, noch Franzoos. Wij willen ons zelf blijven, steeds sterker en koppiger. Wij willen van Vlaanderen weer een brandpunt maken van werkelijke en zuivere cultuur, gelijk het er een in de middeleeuwen was. „Door Vlaanderen zoo hoog op te wer ken, dienen wij België, Holland en Europa." „Als straks België bevrijd zal wezen, moet het in waarheid onafhankelijk zijn naar alle kanten. Maar die „onafhankelijkheid" kan er nooit een zijn die economische of geestelijke losheid beteekent van al de ons omringende volkeren. Wij. zullen ze allen behoeven. Ook laat niemand er zich moedwillig blind voor houdenook Duitschland, ons achter land Het allereerste, waar onze regeering in een hersteld België zal voor zorg te dragen hebben zal wezenEen verdrag te sluiten net Duitschland op economisch gebied. Verstan dige, wereldwijze en zaakkundige Hollanders weten dat hun eigen land in dezelfde om standigheden verkeert. Zij willen niet door Duitschland ingeslikt worden, zij willen, noch mogen echter Duitschland, him achterland, van zich vervreemden. Vlaanderen en Antwer pen hebben Duitschland als achterland noo- dig. Het is voor hen een eerste levensvereisch- te. „Na de geweldige verliezen, die ons land in den oorlog geleden heeft, kan het geen oude bron van toekomstige welvaart stoppen. Ons land moet weer vooruit. Wij bereiken niets door mokkend achteruit te blijven trap pen. Wij moeten weer flink, gezond en sterk worden, en daartoe hebben wij de hoofden koel te houden en de harten warm. Wij wil len een werkelijkheidspolitiek volgen, die geen gunstige kans verwaarloost." En in afwach ting dat de blindgeslagen menschheid tot een klaarder inzicht komt, gaan wij in die rich ting aan het werk. „Als wij straks onzen Koning weer in ons land zullen inhalen, zullen wij tegenover hem kunnen getuigen dat wij verdachtma king, valschen schijn noch tegenwerking ge vreesd hebben om onzen plicht te doen voor de toekomst van ons volk, en daarmee van heel België." Thans zal de splitsing in België onder Duitsch bewind tot stand komen. België zal verdeeld worden in een Vlaamsch en een Waalsch bestuursgebied. De taalgrens moet, heeft de rijkskanselier gezegd, zoodra moge lijk grensscheiding worden tusschen twee, onder het bevel van den gouverneur-generaal balkons, die donkerder van kleur waren dan de houten muren, bloeiden boonte zomer bloemen in overvloed. Achter het uitgesneden hekwerk stonden stokrozen en malva's in alle nuanceeringen, van het donkerste purper tot het zachtste ro ze. Door de houten staven drongen zich de koppen van prachtige papavers, die reeds van verre te zien waren. Achter het huis scheen de tuin zich ver uit te strekken tusschen breedgetakte boomen kastanjes, beuken en linden. Achterin sche merden door het gebladerte de geel-roode muren der fabriek. Gustava keek lang naar dit bloeiende, kleurige tafereel. Zij slaakte een zucht van verlichting. Wat zij daar zag, scheen haar een bewijs van levensvreugde en levenslust. Haar robby was in geen geval in handen van een somber man gevallen. Haasttg en verheugd liep zij langs het weidepad op het huis toe. Het deurtje in de omheining, in natuurlijke houtkleur geverfd, stpnd'een weinig open. Besluiteloos keek Gustava om zich heen en omhoog naar de vele ramen en de in bloeiende pracht gehul de balkoons. Nergens een mensch. Niets dan bloemengeur en een eigenaardige stilte als om het1 slot van de schoone slaapster. Aarzelend trad Gustava door het open staande hekje en keek het lange laantje door, dat tusschen stokrozen en schijnbaar wille keurig verspreide bloemperken naar het huis leidde en verder naar het achterste gedeelte van den tuin. Om den hoek van het huis kwam iemand op haar toe. Haar hart begon luid en snel te kloppen. Robby? Neen, hij was het niet. Zij herkende in de lange, magere gestalte in een zwarte jas, rector Fredenskirch, die nu, met de tuinschaar in de hand, haastiger op haa rtoekwam. Gustava had haar komst niet gemeld, maar toch wist de rector dadelijk, wie hij voor vereenigde, maar overigens gescheiden be- stuurs-gebieden. Het Vlaamsche bestuur zal te Brussel, waar de meerderheid der bevolking uit Vla mingen bestaat, zetelen, terwijl Namen de Waalsche residentie zal worden. De ministeries van Justitie, van Binnen- landsche Zaken en van Flandel, Nijverheid en Landbouw zullen gesplitst worden; alleen de politieke afdeeling, welker voornaamste taak de levensmiddelenvoorziening van Bel gië i^ zal ongedeeld blijven. De splitsing laat zich volgens de Lok. Anz. betrekkelijk gemakkelijk doorvoeren, al leen in de provincie Brabant zullen zich eenige moeielijkheden voordoen, omdat daar een zeer gemengde bevolking is. En tenslotte heeft de heer v. Bethmann Hoilweg verzekerd, dat het Duitsche rijk bij de vredesonderhandelingen en na den vrede alles doen zal wat kan dienen om de vrije ontwikkeling van den Vlaamschen stam te bevorderen en te waarborgen. Het is natuurlijk iets zeer buitenissig voor dezen tijd, dat het volk van Vlaanderen uit de handen van zijn overweldiger moet ont vangen de vervulling van zijn beste wen- schen. Het is zoo vreemd, dat men er zich haast niet goed indenken kan. Eén vraag beheerscht echter alle andere: Wat wil Duitschland nu precies met België? Uit de redevoering van den rijkskanselier blijkt niet, hoe men zich te Berlijn de ver houding tusschen het nieuwe Vlaanderen en het Duitsche rijk denkt. De Duitsche pers, die in de bevrijding dei' Vlamingen van de Waalsche heerschappij een van de meest af doende waarborgen begroet, welke Duitsch land tegen een nieuwen overval zal bescher men, spreekt wel van een vrije ontwikkeling van het Vlaamsche volk en van de Vlaamsche cultuur onder Duitsdie bescherming, maar geeft evenmin aan hoe de nieuwe verhouding zal zijn. Wel zegt de Köln. Ztg., dat er van annexatie geen sprake zal zijn. Maar wat dan? En als de regeling eens zoo goed wordt, als de Vlamingen haar verlangen wat moeten de zonen van Vlaanderen dan doen, die thans schouder aan schouder naast de Walen in de loopgraven staan? Er is meer te vragen. In elk geval is er een hoogst belangrijk probleem aan de orde gesteld, waarvan de oplossing ook den Noord-Nederlandschen stam groot beiang inboezemt al laat zich nu nog niet vaststellen, hoe die oplossing zal zijn en welke onmiddellijke gevolgen zij heb ben zal. Wij moeten overigens heden kort zijn. Er is niet veel nieuws. De Amerikaansche Senaat heeft 't gewapende neutraliteits-ont- werp nog niet aangenomen. Enkele pacifisti sche en Duitschgezinde senatoren hebben zoolang gepraat, dat.... het djdstip, waarop de zittingsduur van het Congres ten einde zich zag. Een Gustava Hill wordt niet zoo licht vergeten, zelfs niet door iemand, die zestig achter zich heeft. De oude heer stak haar zijn hand toe, die vlank en slank was, volstrekt 'niet van iemand, die tuinwerk deed, maar veeleer van een geleerde. „Wat een verrassing, juffrouw Hill. Wat zal onze jongen blij zijn." Gustava glimlachte. Onze jongen 1 Wat deed dat goed. Zij had de hand van den rec tor hartelijk gedrukt. „Ja, daar kom ik zoo maar bij u aanzetten, heimelijk, als een dief in den nacht, 'k Hoop, dat ik niet onelegen kom. Waar is Robby?" De oude heer had hethekje achter juffrouw Hill gesloten. „U zal nog een beetje ge duld moeten hebben, waarde mejuffrouw. Mag ik u intusschen naar onze hal, de trots van ons huis, brengen? Robby en mijn zoon wilden zich na het werk een beetje ver treden en zijn den berg opgegaan naar het „Blarenloch"." Gustava was den rector gevolgd naar de hal, die zich gelijkvloers bevond. Het was een groote, lichte naar drie kanten half open ruimte met een ouderwetschen in baksteen op getrokken haard op den achtergrond. Een boeren-ameublement, smaakvol van vorm, stond er los gerangschikt. Op tafeltjes en lijsten prijkten kommen, schalen, vazen in Noorschen boerenstijl met dennetakken en bonte veldbloemen gevuld. Boven deMijst langs de muren was een prachtige houten ver siering aangebracht in de donkere kleur van het snijwerk der balkons. Op den tegelvloer voor den haard lag een reusachtig beerenvel. „Onze huiskamer," verklaarde de rector, die zich verlustigde in de blijde verbazing van juffrouw Hill. „Wij zitten hier, als het s avonds achter in den tuin te koel is. Al naardat het noodig is, sluiten des zomers lin nen gordijnen en 's winters glazen deuren de hal af. Daarachter, hij: wees op een groote, liep, was geëindigd, voordat er gestemd was. Het heet, dat president Wilson de Ameri kaansche scheepvaart toch maar zal bewape nen en andere stappen zal doen ter bescher ming van de Amerikaansche scheepvaart. Vandaag wordt president Wilson plechtig als president bevestigd. Men denkt, dat hij bij deze gelegenheid een verklaring over den toestand zal afleggen. Van de fronten is er geen bijzonders: in het Westen belemmert de mist, in het Oosten de strenge koude de operaties. Alleen blijkt uit een Engelsch legerbericht, dat het Brit- sche front tot bij Roye is uitgebreid, zoodat er Fransche troepen zijn vrij gekomen, die wel voor de versterking van zwakkere deelen van het Fransche front zullen worden aan gewend. KORTE BERICHTEN. De Engelsche legerraad heeft herzie ning bevolen van alle vrijstellingen van dienst, verleend aan mannen beneden 31 jaar, de geestelijken en de studenten inbegre pen, dit in verband met de volstrekte noodza kelijkheid meer manschappen voor het leger te verkrijgen, aangezien de oorlog zijn kritieke periade ingaat. De Amerikaansche Senaat heeft de uit gifte van 375 millioen gulden schatkistobli gaties voor een noodfonds goedgekeurd. Ver der zijn 287 millioen bestemd voor bespoedi ging van vlaotbouw en 87 millioen voor den bouw van nieuwe onderzeeërs. Havas verneemt uit Zurich dat een ge ding van hoogverraad te Weenen geëindigd is met de ter-dood-veroordeelihg van 16 Roe- theniërs, beschuldigd in Galicië propaganda ten gunste van Rusland te hebben gemaakt. Onder de beschuldigden zijn zes geestelijken, twee dagbladschrijvers, twee hoogleeraars, twee studenten en twee werklieden. In Duitschland is de inbeslagneming afgekondigd van kurk, kurkafval en van alle van kurk vervaardigde voorwerpen, gebruikt en ongebruikt. Aangifte van den voorraad moet geschieden voor 10 dezer. Reims is Zaterdag weer beschoten. Tus schen half zes en qegen uur 's ochtends vielen er dertien granaten, tusschen achten en twee- en acht-en-dertig granaten. De leden der Engelsche, Fransche en Italiaansche missies naar Rusland zijn van middag te Londen aangekomen. Allen betui gen hun volkomen tevredenheid over het wel slagen van hun zending. Naar de Frankfurter Ztg. uit New York verneemt, is president Wilson voornemens een conferentie der onzijdigen bijeen te roe pen, die een gemeenschappelijke verklaring zal afleggen nopens de vrijheid der zee. De Mexicaansche gezant te Parijs heeft verzekerd, dat Mexico besloten is, nooit iets te ondernemen tegen de politiek der entente. Hij wees op de sympathie van al zijn land- fenooten voor de geallieerden, vooral voor 'rankrijk. VARKENSVLEESCH. De Minister van Landbouw heeft bepaald: lo. dat, zoolang aan de gemeenten niet zullen worden geleverd levende varkens noch aan gemeenten machtiging tot zelf-aan- koop van levende varkens zal worden ver strekt, verkrijgbaar zal worden gesteld ge zouten varkensvleesch bruis gebeitste hoekkast met vlak ornament, „is onze huisbibliotheek. Daaruit wordt den jongen kennins ingepompt." Gustava zag er zeer gelukkig uit. Zonder Robby gesproken te hebben, wist zij dat haar lieveling hier goed was geborgen. Zij wilde iets zeggen, maar de oude heer, die misschien gémerkt had, waar zij heen wilde, had haar naar het linker gedeelte van de hal gebracht, vanwaar men een ruim uitzicht over hef landschap had. „Van hier uit, kunt u uw broer zien aanko men, lieve juffrouw. Kijk, daar dat bruggetje, dat moeten zij over. De weg naar „Baren- loch" kronkelt zich achter die hoogte rechts, den zoogenaamden „Stubenkegel," naar bo ven." „Dank u wel, mijnheer Fredenskirch. Ik zal mijn oogen wiid opensperren. Een gezegend stukje aarde, dit groene Thüringen." „Waar is u gelogeerd, juffrouw Hill?" Gustava vertelde van Wolkenstein en dat zij in dokter Stillfried en zijn zuster oude kennissen had weergevonden. „Mijn zoon heeft slechts vluchtig met den dokter kennis gemaakt," merkte de rector op, „maar de heeren schijnen niet nader tot elkan- arr gekomen te zijn. Dat 'ligt stellig alleen aan Oscar, die niets dan zijn werk, zijn jon gen leerling en dan ook nog zijn ouden vader kent. Ik houd hem eiken dag vor, dat het voor een man op zijn leeftijd niet deugt zich op die manier af te zonderen, maar hij beweert, dat hij zich juist wel bevindt bij deze levenswijze. Maar ik geloof dat zij daar aankomen." Over het bruggetje kwamen twee mannen. Gustava herkende op den eersten blik den rui ter, dien zij een paar uur geleden op den roo- den vos door Wolkenstein had zien rijden. Hij' stak nog wel meer dan een half hoofd boven Robby uit, ofschoon ide in den laatsten tijd geducht in de hoogte was geschoten. Gustava was opgesprongen om haar broe der tegemoet te snellen. Doch opeens bleef zij De Burgemeester van Alkmaar brengt ter kennis van belangheb benden, dat de ultkeerlng der ver goedingen, loopende over het tijdvak van 26 Februari tot en met O Maart, zal plaats hebben ten Stadhuize, op Dinsdag 6 Maart a. s., voor zoo veel de LLNDWEEK en den LAND STORM betreft van 1011 uur en voor zooveel de MILITIE aangaat van 11 12 nnr. Alkmaar, 3 Maart 1917. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. Burgemeester en 2.Wethouders der gemeente ALKMAAR roepen bi) deze op Sollicitanten naar de betrekking vanj op eene jaarwedde van f 100ft De werkkring is geregeld bijlVerorde- ning, opgenomen in ©emeeiitablad No. 525. Stukken met gezegeld adres in te zenden aan het Gemeentebestuurjjvóór I'l Maart aj. BURGEMEESTER ea WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene ken nis, dat in het Gemeenteblad van Alkmaar, No. 530, is opgenomen het besluit van den Raad dier Gemeente van 1 Februari 1917, waarbij is vastgesteld eene VERORDENING VOOR DE HAN DELSDAGSCHOOL TE ALKMAAR, welke Verordening, heden afgekondigd, ge durende drie maanden ter Gemeente-Secreta rie ter lezing is nedergelegd en aldaar tegen betaling van 0.25 in afdruk is verkrijgbaar gesteld. Alkmaar, 1 Maart 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. 2o. dat de prijs, waarvoor gezouten var kensvleesch aan de gemeenten zal worden geleverd, is bepaald op 0.85 per K.G. fran co station van bestemming of laatste veer, onder verplichting voor de gemeentebestu ren de emballage fraco aan den afzender te rug te zenden of te doen zenden; 3o. dat de maximumprijs voor welken ge noemd gezouten varkensvleesch ten hoogste aan den verbruiker mag worden te koop aangeboden of verkócht, is bepaald op J 0.55 per K.G. RANTSOENEERING VAN VARKENSVLEESCH. In het begin der volgende maand zal ver moedelijk ook rantsoeneering van varkens- vieescn worden ingevoerd. Dezer dagen zal een circulaire aan de gemeentebesturen ver zonnen worden, waarin wordt medegedeeld, dat de gemeenten slechts 200 K.G. vleesch per week en per 1000 inwoners zullen kun nen ontvangen. De hoeveelheid is thans vrij wel ongelimiteerd. Voor bepaalde gemeen ten b.v. industrie-centra of plaatsen waar het verbruik van varkensvleesch in het alge meen groot is, kan het rantsoen worden ver hoogd. De levering der varkens en de rege ling der locale distributie wordt aan de ge meenten overgelaten. staan. Zij zag er tegen op den jongen voor het eerst in het bijzijn va nvreemden te be groeten. De oude heer scheen haar gedachten gera den te hebben. „Weet u wat, lieve juffrouw? ik loop beiden een eindje tegemoet en zend Robby bij u in den tuin. Eén van mijn huis tirannen heeft altijd de sleutel van het achter poortje in haar zak. Als u zoo goed wilt zijn om het huis heen te loopen naar de plek, waar wij elkaar hebben ontmoet en dan door de kastanjelaan rechtuit tot achter de omhei ning." Gustava dankte den rector en snelde weg. Zij had nog maar 'n paar minuten daarach ter, juist tegenover de door dichte boschjes verborgen fabriekspoort gewacht, toen Robby over de weide kwam aangeloopen. Met een paar sprongen was hij bij haar en met een fermen aanloop over de omheining heen. „Jongen, jongen I" Broeder en zuster omhelsden en kusten el kaar. „Beste, lieve jongen! „Ouwe Gustaaf! Ben je daar eindelijk!" En gelukzalig keken zij elkaar langen tijd in de oogen. „Wat ben je lang geworden, Robby! En wat zie je er goed uit!" „Dat is ook geen wonderIn Untersberg en dan bij de Fredenskirchs," antwoordde hij bii- na beleedigd. Zij dreigde hem, de ijverzuchtige spelend, met den vinger. „Pas op, jij, je schijnt heel je hart aan die Fredenskirchs geschonken te hebben Hij lachte vroolijk. „Het halve maar Gustaaf. Maar dat dan ook geheel. En zeg mij nu hoe faak jij het? Je hebt in geen eeuwigheid geschreven." Robby schoof zijn arm door dien van zijn zuster en wandelde met haar tusschen de oude kastanjes op en neer. Wordt vervolgd. ALRMAARSC COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 1