DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
m
SCHOOL-ARTS,
M7
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1—, fr. d. post f 1.25. Advertentiepriisl2iCt. p. regel, groote letters naar plaatsrnimte. Briefen Ir. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERIÏIs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3.
MAAI DAG 5 MAART.
lo. 54.
Honderd en negentiendejaargang.
FEUILLETON.
Dokter Stillfried
NEDERLAND.
Uitbetaling vergoedingen
wegens kostwinnerschap.
Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden.
ALKMAAR, 5 Maart.
De Duitsche rijkskanselier heeft de be
stuurlijke scheiding in België aangekondigd
tegenover een vertegenwoordiging van den
„Raad van Vlaanderen", welke juist een
maand geleden in een vergadering van alle
activistische Vlaamsche groepen was geko
zen. Men weet hoe de toestand in België is
Het bestaat uit een Vlaamsch en een Waalsch
deel. De Waalsche, d.w.z. de Fransch-ge-
zinde elementen, hebben steeds het heft in
handen gehad. Allerlei pogingen zijn er aan
gewend, om het Vlaamsche land te verfran-
schen, om het Vlaamsche taal- en volkseigen
te dooden. De Belgische regeering bezigde
ook tegenover- de Vlaamsche bevolking de
Fransche taal en alles wat Fransch was
werd gesteund en aangemoedigd. Alleen
de taaie Vlaamsche volksaard liet zich niet
wegredeneeren noch wegregeeren. Stukje
voor stukje hebben de Vlamingen hun eigen
regeering men begrijpe dit goed! rech
ten afgedwongen. Vaak ging het, zooals een
hunner 19e-eeuwsche dichters 't eens geestig
noemde, naar den trant van de Fransche pol
ka, „één stap vooruit en twee naar achter".
Het eigenaardige is, dat er in België woon
den 4.300.000 Vlamingen, van wie er
3.500.000 alleen Vlaamsch kenden, en
3.200.000 Walen. Doel van de Vlaamsche
beweging is nimmer geweest om België
Vlaamsch te maken, maar om België naar
buiten één te houden, daarentegen binnen de
grenzen te verdeelen tusschen de twee ver
schillende groepen. In het Belgische staats
verband zou dus elke groep haar eigen leven
kunnen leiden, Vlaanderen zou Vlaamsch,
het Waalsche gebied Waalsch blijven. De
Belgische regeering heeft daarvan nimmer
willen weten. En de bekende voorstander
van de Vlaamsche beweging, de heer Leo
Meert, die ook hier wel eens optrad,
verklaart in een pas verschenen boekje,
dat de regeering na den oorlog nog meer
dan die vóór den oorlog anti-Vlaamsch is.
De activisten nu willen alles doen om te
voorkomen, dat na den oorlog de toestand
van voordien zich zal herhalen. Zij wen-
schen, dat het herstelde België ook een naar
het binnenlandsch bestuur verdeeld België
zal zijn. Men heeft den activisten, op niet al
tijd even zachtzinnige wijze, „past op de
Duitschers" toegeroepen, waarop het ant
woord luidde: „zeker, wij zullen ons zwaar
der weten te wapenen tegen Duitsche invloe
den dan onze Walen en Franskiljons het te
gen de Fransche gedaan hebben."
En' de heer Meert zegt in zijn even bedoeld
vlugschrift nadrukkelijk: „Als de Duitscher
het land weer uittrekt, moeten wij tenminste
dit uit hem gehaald hebben in ruil voor al
wat hij ons ontnomen heeft: de zekerheid
van den toekomstbloei van ons Vlaanderen,
die al onze Belgische regeeringen blind ge-
Roman naar het Duitsch van
DORA DUNCKER.
12)
De warme dag was nu in de late namid
daguren verkwikkend frisch geworden. Al
was Gustava dien dag ook slechts van Ei
senach gekomen, na de benauwde, stoffige
atmosfeer in de spoorwegcoupé deed haar de
kostelijke boschlucht verwonderlijk goed,
Zij had den top van den groenen koepel-
vormigen berg, die Wolkenstein van Unter-
berg scheidt, vrijwel bereikt. Op een open
ruimte zag zij naar beneden in het dal en
verder over het landschap. De zon ging
langzaam onder. Op den zacht hellenden
bergketen, die het dal omringt, baadden zich
de toppen der dennen in een teer, roodachtig
licht. Door de uitgestrekte groene weiden
slingerde zich als een zilveren band de beek,
die zij op een smalle houten brug in Wol
kenstein was overgegaan.
In inhammen tusschen de bergen rees op
verre afstanden een spitse kerktoren en hier
en daar een licht kronkelende rookzuil om
hoog. Langs de beek lagen slijpmolens ver
spreid, die leven in het idyllische tafereel
brachten. Van Untersberg en fabriek was
nog niets te zien.
Gustava ging steeds verder den aangewe
zen weg, die nu tamelijk sterk dalend den
berg afging. En het duurde niet lang of zij
trad door de dennen in 't vlakke land.
Voor haar op ee nafstand van een paar
honderd schreden, lag op een groene weide,
eenigszins achteraf en aan beide kanten door
vruchtboomen met zware takken omgeven,
een eenvoudig houten gebouw van één ver
dieping in Noorsdien stijl opgetrokken. De
ramen stonden wijd open. Rondom op de
noeg zijn geweest ons te onthouden. „Wij
zijn nu vast besloten. Wij weten wat wij wil
len: Een Vlaanderen met eigen bestuursamb
tenaren, volledig Vlaamsch onderwijs, zuiver
Vlaamsch in alles. En wij weten dat, wht wij
willen en dat alleen, tot het werkelijk toe-
komstheil van Vlaanderen èn van België
strekken zal.
„Wij' willen noch Duitscher worden,
noch Franzoos. Wij willen ons zelf blijven,
steeds sterker en koppiger. Wij willen van
Vlaanderen weer een brandpunt maken van
werkelijke en zuivere cultuur, gelijk het er
een in de middeleeuwen was.
„Door Vlaanderen zoo hoog op te wer
ken, dienen wij België, Holland en Europa."
„Als straks België bevrijd zal wezen, moet
het in waarheid onafhankelijk zijn naar alle
kanten. Maar die „onafhankelijkheid" kan er
nooit een zijn die economische of geestelijke
losheid beteekent van al de ons omringende
volkeren. Wij. zullen ze allen behoeven. Ook
laat niemand er zich moedwillig blind
voor houdenook Duitschland, ons achter
land Het allereerste, waar onze regeering in
een hersteld België zal voor zorg te dragen
hebben zal wezenEen verdrag te sluiten net
Duitschland op economisch gebied. Verstan
dige, wereldwijze en zaakkundige Hollanders
weten dat hun eigen land in dezelfde om
standigheden verkeert. Zij willen niet door
Duitschland ingeslikt worden, zij willen, noch
mogen echter Duitschland, him achterland,
van zich vervreemden. Vlaanderen en Antwer
pen hebben Duitschland als achterland noo-
dig. Het is voor hen een eerste levensvereisch-
te. „Na de geweldige verliezen, die ons land
in den oorlog geleden heeft, kan het geen
oude bron van toekomstige welvaart stoppen.
Ons land moet weer vooruit. Wij bereiken
niets door mokkend achteruit te blijven trap
pen. Wij moeten weer flink, gezond en sterk
worden, en daartoe hebben wij de hoofden
koel te houden en de harten warm. Wij wil
len een werkelijkheidspolitiek volgen, die geen
gunstige kans verwaarloost." En in afwach
ting dat de blindgeslagen menschheid tot een
klaarder inzicht komt, gaan wij in die rich
ting aan het werk.
„Als wij straks onzen Koning weer in ons
land zullen inhalen, zullen wij tegenover
hem kunnen getuigen dat wij verdachtma
king, valschen schijn noch tegenwerking ge
vreesd hebben om onzen plicht te doen voor
de toekomst van ons volk, en daarmee van
heel België."
Thans zal de splitsing in België onder
Duitsch bewind tot stand komen. België zal
verdeeld worden in een Vlaamsch en een
Waalsch bestuursgebied. De taalgrens moet,
heeft de rijkskanselier gezegd, zoodra moge
lijk grensscheiding worden tusschen twee,
onder het bevel van den gouverneur-generaal
balkons, die donkerder van kleur waren dan
de houten muren, bloeiden boonte zomer
bloemen in overvloed.
Achter het uitgesneden hekwerk stonden
stokrozen en malva's in alle nuanceeringen,
van het donkerste purper tot het zachtste ro
ze. Door de houten staven drongen zich de
koppen van prachtige papavers, die reeds
van verre te zien waren.
Achter het huis scheen de tuin zich ver uit
te strekken tusschen breedgetakte boomen
kastanjes, beuken en linden. Achterin sche
merden door het gebladerte de geel-roode
muren der fabriek.
Gustava keek lang naar dit bloeiende,
kleurige tafereel. Zij slaakte een zucht van
verlichting. Wat zij daar zag, scheen haar
een bewijs van levensvreugde en levenslust.
Haar robby was in geen geval in handen van
een somber man gevallen.
Haasttg en verheugd liep zij langs het
weidepad op het huis toe. Het deurtje in de
omheining, in natuurlijke houtkleur geverfd,
stpnd'een weinig open. Besluiteloos keek
Gustava om zich heen en omhoog naar de
vele ramen en de in bloeiende pracht gehul
de balkoons. Nergens een mensch. Niets
dan bloemengeur en een eigenaardige stilte
als om het1 slot van de schoone slaapster.
Aarzelend trad Gustava door het open
staande hekje en keek het lange laantje door,
dat tusschen stokrozen en schijnbaar wille
keurig verspreide bloemperken naar het huis
leidde en verder naar het achterste gedeelte
van den tuin.
Om den hoek van het huis kwam iemand
op haar toe. Haar hart begon luid en snel
te kloppen. Robby? Neen, hij was het niet.
Zij herkende in de lange, magere gestalte in
een zwarte jas, rector Fredenskirch, die nu,
met de tuinschaar in de hand, haastiger op
haa rtoekwam.
Gustava had haar komst niet gemeld, maar
toch wist de rector dadelijk, wie hij voor
vereenigde, maar overigens gescheiden be-
stuurs-gebieden.
Het Vlaamsche bestuur zal te Brussel,
waar de meerderheid der bevolking uit Vla
mingen bestaat, zetelen, terwijl Namen de
Waalsche residentie zal worden.
De ministeries van Justitie, van Binnen-
landsche Zaken en van Flandel, Nijverheid en
Landbouw zullen gesplitst worden; alleen
de politieke afdeeling, welker voornaamste
taak de levensmiddelenvoorziening van Bel
gië i^ zal ongedeeld blijven.
De splitsing laat zich volgens de Lok.
Anz. betrekkelijk gemakkelijk doorvoeren, al
leen in de provincie Brabant zullen zich
eenige moeielijkheden voordoen, omdat daar
een zeer gemengde bevolking is.
En tenslotte heeft de heer v. Bethmann
Hoilweg verzekerd, dat het Duitsche rijk bij
de vredesonderhandelingen en na den vrede
alles doen zal wat kan dienen om de vrije
ontwikkeling van den Vlaamschen stam te
bevorderen en te waarborgen.
Het is natuurlijk iets zeer buitenissig voor
dezen tijd, dat het volk van Vlaanderen uit
de handen van zijn overweldiger moet ont
vangen de vervulling van zijn beste wen-
schen. Het is zoo vreemd, dat men er zich
haast niet goed indenken kan.
Eén vraag beheerscht echter alle andere:
Wat wil Duitschland nu precies met België?
Uit de redevoering van den rijkskanselier
blijkt niet, hoe men zich te Berlijn de ver
houding tusschen het nieuwe Vlaanderen en
het Duitsche rijk denkt. De Duitsche pers,
die in de bevrijding dei' Vlamingen van de
Waalsche heerschappij een van de meest af
doende waarborgen begroet, welke Duitsch
land tegen een nieuwen overval zal bescher
men, spreekt wel van een vrije ontwikkeling
van het Vlaamsche volk en van de Vlaamsche
cultuur onder Duitsdie bescherming, maar
geeft evenmin aan hoe de nieuwe verhouding
zal zijn. Wel zegt de Köln. Ztg., dat er van
annexatie geen sprake zal zijn. Maar wat
dan?
En als de regeling eens zoo goed wordt,
als de Vlamingen haar verlangen wat
moeten de zonen van Vlaanderen dan
doen, die thans schouder aan schouder naast
de Walen in de loopgraven staan?
Er is meer te vragen.
In elk geval is er een hoogst belangrijk
probleem aan de orde gesteld, waarvan de
oplossing ook den Noord-Nederlandschen
stam groot beiang inboezemt al laat zich nu
nog niet vaststellen, hoe die oplossing zal
zijn en welke onmiddellijke gevolgen zij heb
ben zal.
Wij moeten overigens heden kort zijn.
Er is niet veel nieuws. De Amerikaansche
Senaat heeft 't gewapende neutraliteits-ont-
werp nog niet aangenomen. Enkele pacifisti
sche en Duitschgezinde senatoren hebben
zoolang gepraat, dat.... het djdstip, waarop
de zittingsduur van het Congres ten einde
zich zag. Een Gustava Hill wordt niet zoo
licht vergeten, zelfs niet door iemand, die
zestig achter zich heeft.
De oude heer stak haar zijn hand toe, die
vlank en slank was, volstrekt 'niet van
iemand, die tuinwerk deed, maar veeleer van
een geleerde.
„Wat een verrassing, juffrouw Hill. Wat
zal onze jongen blij zijn."
Gustava glimlachte. Onze jongen 1 Wat
deed dat goed. Zij had de hand van den rec
tor hartelijk gedrukt.
„Ja, daar kom ik zoo maar bij u aanzetten,
heimelijk, als een dief in den nacht, 'k Hoop,
dat ik niet onelegen kom. Waar is Robby?"
De oude heer had hethekje achter juffrouw
Hill gesloten. „U zal nog een beetje ge
duld moeten hebben, waarde mejuffrouw.
Mag ik u intusschen naar onze hal, de trots
van ons huis, brengen? Robby en mijn
zoon wilden zich na het werk een beetje ver
treden en zijn den berg opgegaan naar het
„Blarenloch"."
Gustava was den rector gevolgd naar de
hal, die zich gelijkvloers bevond. Het was een
groote, lichte naar drie kanten half open
ruimte met een ouderwetschen in baksteen op
getrokken haard op den achtergrond. Een
boeren-ameublement, smaakvol van vorm,
stond er los gerangschikt. Op tafeltjes en
lijsten prijkten kommen, schalen, vazen in
Noorschen boerenstijl met dennetakken en
bonte veldbloemen gevuld. Boven deMijst
langs de muren was een prachtige houten ver
siering aangebracht in de donkere kleur van
het snijwerk der balkons. Op den tegelvloer
voor den haard lag een reusachtig beerenvel.
„Onze huiskamer," verklaarde de rector,
die zich verlustigde in de blijde verbazing van
juffrouw Hill. „Wij zitten hier, als het
s avonds achter in den tuin te koel is. Al
naardat het noodig is, sluiten des zomers lin
nen gordijnen en 's winters glazen deuren de
hal af. Daarachter, hij: wees op een groote,
liep, was geëindigd, voordat er gestemd was.
Het heet, dat president Wilson de Ameri
kaansche scheepvaart toch maar zal bewape
nen en andere stappen zal doen ter bescher
ming van de Amerikaansche scheepvaart.
Vandaag wordt president Wilson plechtig
als president bevestigd. Men denkt, dat hij
bij deze gelegenheid een verklaring over den
toestand zal afleggen.
Van de fronten is er geen bijzonders: in
het Westen belemmert de mist, in het Oosten
de strenge koude de operaties. Alleen blijkt
uit een Engelsch legerbericht, dat het Brit-
sche front tot bij Roye is uitgebreid, zoodat
er Fransche troepen zijn vrij gekomen, die
wel voor de versterking van zwakkere deelen
van het Fransche front zullen worden aan
gewend.
KORTE BERICHTEN.
De Engelsche legerraad heeft herzie
ning bevolen van alle vrijstellingen van
dienst, verleend aan mannen beneden 31
jaar, de geestelijken en de studenten inbegre
pen, dit in verband met de volstrekte noodza
kelijkheid meer manschappen voor het leger te
verkrijgen, aangezien de oorlog zijn kritieke
periade ingaat.
De Amerikaansche Senaat heeft de uit
gifte van 375 millioen gulden schatkistobli
gaties voor een noodfonds goedgekeurd. Ver
der zijn 287 millioen bestemd voor bespoedi
ging van vlaotbouw en 87 millioen voor den
bouw van nieuwe onderzeeërs.
Havas verneemt uit Zurich dat een ge
ding van hoogverraad te Weenen geëindigd
is met de ter-dood-veroordeelihg van 16 Roe-
theniërs, beschuldigd in Galicië propaganda
ten gunste van Rusland te hebben gemaakt.
Onder de beschuldigden zijn zes geestelijken,
twee dagbladschrijvers, twee hoogleeraars,
twee studenten en twee werklieden.
In Duitschland is de inbeslagneming
afgekondigd van kurk, kurkafval en van alle
van kurk vervaardigde voorwerpen, gebruikt
en ongebruikt. Aangifte van den voorraad
moet geschieden voor 10 dezer.
Reims is Zaterdag weer beschoten. Tus
schen half zes en qegen uur 's ochtends vielen
er dertien granaten, tusschen achten en twee-
en acht-en-dertig granaten.
De leden der Engelsche, Fransche en
Italiaansche missies naar Rusland zijn van
middag te Londen aangekomen. Allen betui
gen hun volkomen tevredenheid over het wel
slagen van hun zending.
Naar de Frankfurter Ztg. uit New York
verneemt, is president Wilson voornemens
een conferentie der onzijdigen bijeen te roe
pen, die een gemeenschappelijke verklaring
zal afleggen nopens de vrijheid der zee.
De Mexicaansche gezant te Parijs heeft
verzekerd, dat Mexico besloten is, nooit iets
te ondernemen tegen de politiek der entente.
Hij wees op de sympathie van al zijn land-
fenooten voor de geallieerden, vooral voor
'rankrijk.
VARKENSVLEESCH.
De Minister van Landbouw heeft bepaald:
lo. dat, zoolang aan de gemeenten niet
zullen worden geleverd levende varkens
noch aan gemeenten machtiging tot zelf-aan-
koop van levende varkens zal worden ver
strekt, verkrijgbaar zal worden gesteld ge
zouten varkensvleesch
bruis gebeitste hoekkast met vlak ornament,
„is onze huisbibliotheek. Daaruit wordt den
jongen kennins ingepompt."
Gustava zag er zeer gelukkig uit. Zonder
Robby gesproken te hebben, wist zij dat haar
lieveling hier goed was geborgen. Zij wilde
iets zeggen, maar de oude heer, die misschien
gémerkt had, waar zij heen wilde, had haar
naar het linker gedeelte van de hal gebracht,
vanwaar men een ruim uitzicht over hef
landschap had.
„Van hier uit, kunt u uw broer zien aanko
men, lieve juffrouw. Kijk, daar dat bruggetje,
dat moeten zij over. De weg naar „Baren-
loch" kronkelt zich achter die hoogte rechts,
den zoogenaamden „Stubenkegel," naar bo
ven."
„Dank u wel, mijnheer Fredenskirch. Ik zal
mijn oogen wiid opensperren. Een gezegend
stukje aarde, dit groene Thüringen."
„Waar is u gelogeerd, juffrouw Hill?"
Gustava vertelde van Wolkenstein en dat
zij in dokter Stillfried en zijn zuster oude
kennissen had weergevonden.
„Mijn zoon heeft slechts vluchtig met den
dokter kennis gemaakt," merkte de rector op,
„maar de heeren schijnen niet nader tot elkan-
arr gekomen te zijn. Dat 'ligt stellig alleen
aan Oscar, die niets dan zijn werk, zijn jon
gen leerling en dan ook nog zijn ouden vader
kent. Ik houd hem eiken dag vor, dat het voor
een man op zijn leeftijd niet deugt zich op die
manier af te zonderen, maar hij beweert, dat
hij zich juist wel bevindt bij deze levenswijze.
Maar ik geloof dat zij daar aankomen."
Over het bruggetje kwamen twee mannen.
Gustava herkende op den eersten blik den rui
ter, dien zij een paar uur geleden op den roo-
den vos door Wolkenstein had zien rijden.
Hij' stak nog wel meer dan een half hoofd
boven Robby uit, ofschoon ide in den laatsten
tijd geducht in de hoogte was geschoten.
Gustava was opgesprongen om haar broe
der tegemoet te snellen. Doch opeens bleef zij
De Burgemeester van Alkmaar
brengt ter kennis van belangheb
benden, dat de ultkeerlng der ver
goedingen, loopende over het tijdvak
van 26 Februari tot en met O Maart,
zal plaats hebben ten Stadhuize, op
Dinsdag 6 Maart a. s., voor zoo
veel de LLNDWEEK en den LAND
STORM betreft van 1011 uur en
voor zooveel de MILITIE aangaat
van 11 12 nnr.
Alkmaar, 3 Maart 1917.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Burgemeester en 2.Wethouders der
gemeente ALKMAAR roepen bi) deze op
Sollicitanten naar de betrekking vanj
op eene jaarwedde van f 100ft
De werkkring is geregeld bijlVerorde-
ning, opgenomen in ©emeeiitablad No. 525.
Stukken met gezegeld adres in te zenden
aan het Gemeentebestuurjjvóór I'l Maart aj.
BURGEMEESTER ea WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene ken
nis, dat in het Gemeenteblad van Alkmaar,
No. 530, is opgenomen het besluit van den
Raad dier Gemeente van 1 Februari 1917,
waarbij is vastgesteld eene
VERORDENING VOOR DE HAN
DELSDAGSCHOOL TE ALKMAAR,
welke Verordening, heden afgekondigd, ge
durende drie maanden ter Gemeente-Secreta
rie ter lezing is nedergelegd en aldaar tegen
betaling van 0.25 in afdruk is verkrijgbaar
gesteld.
Alkmaar, 1 Maart 1917.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
2o. dat de prijs, waarvoor gezouten var
kensvleesch aan de gemeenten zal worden
geleverd, is bepaald op 0.85 per K.G. fran
co station van bestemming of laatste veer,
onder verplichting voor de gemeentebestu
ren de emballage fraco aan den afzender te
rug te zenden of te doen zenden;
3o. dat de maximumprijs voor welken ge
noemd gezouten varkensvleesch ten hoogste
aan den verbruiker mag worden te koop
aangeboden of verkócht, is bepaald op
J 0.55 per K.G.
RANTSOENEERING VAN
VARKENSVLEESCH.
In het begin der volgende maand zal ver
moedelijk ook rantsoeneering van varkens-
vieescn worden ingevoerd. Dezer dagen zal
een circulaire aan de gemeentebesturen ver
zonnen worden, waarin wordt medegedeeld,
dat de gemeenten slechts 200 K.G. vleesch
per week en per 1000 inwoners zullen kun
nen ontvangen. De hoeveelheid is thans vrij
wel ongelimiteerd. Voor bepaalde gemeen
ten b.v. industrie-centra of plaatsen waar het
verbruik van varkensvleesch in het alge
meen groot is, kan het rantsoen worden ver
hoogd. De levering der varkens en de rege
ling der locale distributie wordt aan de ge
meenten overgelaten.
staan. Zij zag er tegen op den jongen voor
het eerst in het bijzijn va nvreemden te be
groeten.
De oude heer scheen haar gedachten gera
den te hebben. „Weet u wat, lieve juffrouw?
ik loop beiden een eindje tegemoet en zend
Robby bij u in den tuin. Eén van mijn huis
tirannen heeft altijd de sleutel van het achter
poortje in haar zak. Als u zoo goed wilt zijn
om het huis heen te loopen naar de plek,
waar wij elkaar hebben ontmoet en dan door
de kastanjelaan rechtuit tot achter de omhei
ning."
Gustava dankte den rector en snelde weg.
Zij had nog maar 'n paar minuten daarach
ter, juist tegenover de door dichte boschjes
verborgen fabriekspoort gewacht, toen Robby
over de weide kwam aangeloopen. Met een
paar sprongen was hij bij haar en met een
fermen aanloop over de omheining heen.
„Jongen, jongen I"
Broeder en zuster omhelsden en kusten el
kaar.
„Beste, lieve jongen!
„Ouwe Gustaaf! Ben je daar eindelijk!"
En gelukzalig keken zij elkaar langen tijd
in de oogen.
„Wat ben je lang geworden, Robby! En
wat zie je er goed uit!"
„Dat is ook geen wonderIn Untersberg en
dan bij de Fredenskirchs," antwoordde hij bii-
na beleedigd.
Zij dreigde hem, de ijverzuchtige spelend,
met den vinger.
„Pas op, jij, je schijnt heel je hart aan die
Fredenskirchs geschonken te hebben
Hij lachte vroolijk.
„Het halve maar Gustaaf. Maar dat dan
ook geheel. En zeg mij nu hoe faak jij het?
Je hebt in geen eeuwigheid geschreven."
Robby schoof zijn arm door dien van zijn
zuster en wandelde met haar tusschen de
oude kastanjes op en neer.
Wordt vervolgd.
ALRMAARSC
COURANT.