DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 55. Honderd en negentiendejaargang. 1917 DINSDAG 6 MAART. FEUILLETON. Waarschuwing. f Dokter Stillfried Broodvoorziening. Eieren. Groentenhandelaren. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 1,franco door het geheele Rijk f 1,25. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone Advertentiën Per regel f 0.121/,. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Met SO ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. ALKMAAR, 6 Maart. De stilstand is in het Ancre-gebied nog niet ingetreden. Al zwijgt het Duitsche legerbe- richt er over, het Engelsche leert, dat er bij Gommecourt, in het noordelijk deel dus van het terugtochtsgebied, nog vorderingen wer den gemaakt (over een front van 3,2 K.M. kwamen de Engelschen1 ongeveer 800 meter vooruit). Het zuidelijk deel der Duitsche linie blijft echter sinds eenige dagen op zijn plaats. De oorlogscorrespondent van de Daily Chronicle zegt, dat de tijd voor den terug tocht door de Duitschers verwonderlijk goed gekozen is, daar er partij getrokken werd van de felle vorst, terwijl het volgen voor de En gelschen' sinds het invallen van die dooi, waardoor het terrein in een poel veranderde, bijzonder moeielijk viel. Het weer is sindsdien voor de operaties op het westelijk oorlogstooneel gunstiger gewor den, zoodat er wat meer levendigheid heerscht. Ten Noorden van de Somme vielen de En gelschen bij Bouchavesness aan en behaalden er een plaatselijk voordeel. De Duitschers verkregen iets meer succes ten oosten van de Maas, op den rechterrivieroever. Maar de re sultaten blijven gering. Nadat de Engelschen de Turken in Meso- potamië klop hebben gegeven, hebben de Rus sen in Perzië het voorbeeld van him bondge- nooten gevolgd en de tegenstanders uit Ha- madan verdreven, zoo dat deze stad1 zich op nieuw in Russische handen bevindt. Hoewel de Engelschen en de Russen elk op eigen gelegenheid opereeren is er toch wel eenige samenhang tusschen beide successen. Immers toen verleden jaar de Turken Koet- el-Amara op de Engelschen hadden genomen, konden zij de oprukkende Russen terugslaan en Hamadan veroveren. Thans hebben de Turken zich waarschijnlijk ïn Perzië moeten verzwakken om zich in Mesopotamië sterker te kunnen maken. Het zou er voor hen ernsti ger uitzien, indien niet in dit deel der wereld de hitte zich weldra zal doen gelden, die nog meer dan de koude de gevechtsactie belem mert. President Wilson heeft in zijn afgelegde verklaring er op gewezen, dat de senaat der Vereenigde Staten het eenige wetgevende li chaam der wereld is, dat geen besluit kan ne men, al is de meerderheid ervoor. Vandaar dat hij een speciale zitting van den Senaat te- Roman naar het Duitsch van DORA DUNCKER. 13) „Er viel niets te vertellen, jongen. 'kHeb mijn schilderijen niet verkocht." „Onzin Gustaaf!' „Integendeel, gezonde redeneering," zei ze mei humor en een goede dosis zelfbespotting „Wie wil helden-motieven in zijn kamer han gen? Voor verzamelingen bezit ik geen naam en zal er nooit een krijgen, daar ik geen geld, bijgevolg ook geen tijd heb om de zaak af te wachten, toen heb ik gedaan, wat onze oude, brave leermeester mij heeft aageradenik heb het schilderen van doeken aan anderen over gelaten en mij geheel in den dienst der indus trie gesteld." „Ben je gek geworden, Gustaaf! Jij met je groot kunstenaarstalent een handwerk be oefenen Zij lachte hartelijk, een gul, vroolijk, onge dwongen lachen. „M-n groot kunstenaarsta lent! Och lieve hemel, 't is alsof ik Stillfried hoor, zooals hij mij dat voor vijf jaar steeds heeft voorgepraat en ik heb het toen ook wer kelijk geloofd. Ach, die mooie domme jeugd!" Zi t b mij Hij resideert deaar boven in Wolkenstein. .ij trok Robby aan zijn oorlelletje. „Ik ben bang, dat Stillfried gelegeheid zal vinden mij weer allerlei moois wijs te maken. Wist je dat Robby?" „Geen flaauw idee van. Wij leven hier een zaam en trotsch als de arend in zijn nest." „Ik ben hem dadelijk tegen 't lijf geloopen. Hij schijnt nog altijd de oude te zijn," voegde Gustava er een weinig nadenkend bij. Zij waren bij den hoek van het huis geko men. ,En jij, maak je 't ook goed, ondeugd?" gen heden heeft bijeengeroepen om het regle ment te herzien. Ook bracht hij een oude wet van 1819 in herinnering, welke handelt over het verzet van Amerikaansche koopvaarders tegen aanvallen van kapers en vrijbuiters, maar van de schepen, die aangevallen moch ten worden, uitzondert „de openlijk gewa pende vaartuigen van een land, dat op vriendschappelijken voet met de Vereenigde Staten staat." Feitelijk is, zeide de president, Duitschland niet op voet van oorlog met de Vereenigde Staten en onderzeeërs zijn „openlijk gewapen de schepen" van Duitschland. In de rede, waarmede de heer Wilson zijn presidentschap aanvaardde, zeide hij, dat hij het ter zee aangedane kwaad en onrecht niet op dezelfde wijze wenschte te vergelden, maar door de bewapening de aanspraken op een zeker minimum recht en vrijheid wilde be krachtigen. Hij streeft niet naar verovering, ook niet naar voordeel en verlangt niets, dat slechts ten koste van een ander volk verkregen kan worden. De Amerikanen zijn door den oorlog tot wereldburgers geworden, zij kunnen niet meer terug en de toekomst als natie staat op het spel. Wij komen, zeide de president, op voor de volgende stellingen: dat alle natiën evenveel belang hebben bij en verantwoordelijk zijn voor den wereldvrede, dat de werkelijke ge lijkheid aller naties in alle rechtsvragen, het werkelijke beginsel van den vrede is, dat de vrede niet veilig kan gegrondvest worden op een verondersteld evenwicht van krachten, dat de zeeën volgens gemeenschappelijke over eenkomst vast te stellen regels, voor allevolke- ren in gelijke mate yrij en veilig moeten zijn, dat de nationale bewapening beperkt moet blijven tot die kracht welke noodig is om de orde en de veiligheid in ieder land te waar borgen, dat het van iedere natie plicht is zorg te dragen dat alle invloeden die door haar eigen medeburgers worden uitgeoefend om in andere landen tot revoluties aan te wakkeren of aan te zetten krachtig onderdrukt worden. Voor deze grondstellingen kunnen wij, zoo eindigde de president, allen op komen. Oostenrijk heeft een uitvoerige nota aan Amerika gezonden, waarin de methodes van de entente-mogendheden bij den strijd der zee worden besproken, omdat deze de aanlei ding hebben gevormd tot de verscherpte on derzeeërs-actie, waartoe Oostenrijk-Hongarije „Dat moet je mijn meester vragen. Kom je moet hem eindelijk leeren kennen." Hand in hand betraden zij den hal. Vader en zoon stonden naast elkaar hen op te wach ten. Gustava bemerkte op den eersten blik, dat er tusschen den ouden en den jongen Fre- denskirch zoo goed als geen gelijkenis be stond. De oude man fijn gebouwd, mager, met een klein hoofd en fijn gesneden trekken, een Mommsen-profiel. de zoon, een prachtige Duitsche reuzen-gestalte, met breede schou ders. vol kracht. Stillfrieds bewering dat hij een beer was, schoot haar te binnen. Nu, dat zou ze wel zien. Beide heeren traden haastig op de binnen- tredenden toe. „Mijn zoon," zei de rector met een eenigszins ouderwetsche handbeweging. „Mijn meester," zei Robby, waarbij hij den fabrikant steoig bij den arm greep. „En dat is mijn geliefde Gustava." Het gesprek vlotte spoedig, dat wil zeggen, de oude heer praatte opgewekt met broeder en zuster. Er was zooveel te vertellen, dat men geen eind kon vinden. De jonge Fredenskirsch had zich een wei nig apart gehouden. De drie anderen waren immers van hun kennismaking te Gotha meer eigen met elkaar en hij behoorde niet tot de genen, die zich gemakklijk en snel in en nieu wen toestand en met nieuwe menschen thuis gevoelen. Pas na de thee, die door het kamer meisje werd rondgediend, raakte hij met de zuster van zijn pupil in gesprek. „Zeg u eens ronduit, mijnheer Fredens- kirch," had juffrouw Hill gevraagd, „is u over mijn broeder tevreden?" De oude heer en Robby hielden zich bij de bibliotheekkast achter in de hal op. Oscar Fredenskirch aarzelde een oogenblik voordat hij een antwoord gaf. De mooie voor name verschijning van de vreemde bracht hem in verwarring. Het was eindeloos lang geleden, dat hij met een beschaafde dame had en zijn bondgenooten zijn overgegaan en ten slotte onomwonden wordt verklaard, dat de neutralen zich niet hebben te bemoeien met de militaire operaties der oorlogvoerenden en zich niet als rechters hebben op te werpen over de middelen, die de strijdenden tegen el kaar aanwenden. De nota geeft den indruk, dat men te Weenen het behoud van de goede betrekkingen niet meer mogelijk acht. Tegenover de Vlaamsche activisten, waar over hier ter plaatse gisteren werd geschre ven, staan de passieven. Zij wenschen Vlaan deren ook Vlaamsch, maar pas na België's herstel. Van actie, van activiteit voor de Vlaamsche wenschen gedurende den oorlog willen zij niet weten, zij begeeren geen guns ten en gaven van den overweldiger van htm land, zij staan tegenover alle pogingen, om die te verwerven, passief. Enkele hier te lande vertoevende passieven hebben zich over de bestuursscheiding, door den rijkskanselier aan een vertegenwoordi ging van den Vlaamschen raad toegezegd, uitgesproken. Zij zijn van oordeel, dat Duitschland slechts beoogt tweedracht te zaaien onder het volk van België en in de Vlamingen, die zich voor dit Duitsche Absa- lom-spel leenen, zien ze niets anders dan Duitsche agenten, die een speeltuig in handen van den heer von Bethmann Hollweg zijn en met hem te Berlijn comedie hebben gespeeld. Men spreekt van onkruid in de Vlaamsche be weging, door den vijand gemest. Men acht deze Vlamingen een even groot gevaar als de Duitschers. En men beschuldigt hen zelfs van landverraad. Daar is ongetwijfeld voor dit alles veel te zeggen. Het geval van onderdanen van een bezetten staat, die tegen den wensch en den wil van hun regeering naar de hoofdstad van het vijandelijk land trekken, welks regeering waarlijk niet op de meest zachtzinnige wijze is opgetreden, teneinde er te smeeken om een regeeringsmaatregel, dezen als een geschenk uit des vijands hand ontvangen en zelfs aan een „bieravondje" deelnemen, het is, zooals wij gisteren schreven, buitenissig. Maar alvorens een oordeel te vellen, dient men af te wachten, wat de activisten ter ver dediging van hun houding kunnen aanvoeren. FRANKRIJK. WEDEROPBOUW VAN FRANSCHE DORPEN. Havas meldt, dat het Fransche Staatsblad het besluit publiceert met betrekking tot de bevoegdheden van het departement, dat be last is met het herstellen der schade, die omgegaan. Hij meende den juisten toon in zijn jarenlangen omgang met arbeiders en ondergeschikten verleerd te hebben. Haperend begon hij doch langzamerhand sprak hij vloeiender. Hij beweerde, dat hij nu volkomen over Robby tevreden was. Alles wat ernstigen arbeid in net eerste jaar had verhinderd, bui en van traagheid, aangenomen gewoonten uit het gemakkelijke leven in een groote stad, kleine vluchtigheden, waren volkomen over wonnen. Hij had nu de beide eerste en moei lijkste leerjaren achter zich. Van den eersten October af zou hij aan een van zijn werk meesters worden toegevoegd. En hij dacht hem met Paschen in de kunstaf dee ling te brengen. „En daarmee zal dan ook Robert's leertijd bij mij afgeloopen zijn," besloot hij zijn me- dedeeling. „Daar heb ik ook al aan gedacht," ant woordde Gustava, die opmerkzaam naar hem had geluisterd. „Waar dunkt u dat wij hem dan het beste heenzenden?" Onwillekeurig had zij „wij" gezegd. Op Fredenskirch's open gelaat was een kleine verlegenheid merkbaar. Het had plot seling iets beklemmends voor hem, dat er tus schen deze mooie en voorname vrouw en hem iets gemeenschappelijks zou kunnen bestaan, maar hij vermande zich spoedig. „Mij dunkt het eerst n aar Frankrijk en dan naar Engeland. Wat de decoratiekunst betreft, staat de Fransche poseleinindustrie nog altijd bovenaan. De roem van -Sèvres handhaaft zich nog altijd. Van hetgeen dien eens heeft gevestigdde zuiverheid der te ver werken materialen, de schoonheid der teeke- ning uit een oogpunt van kunst, de sierlijk heid van vorm, den rijkdom der kleuren valt voor ons Duitschers nog altijd veel te leeren. Voor Engeland is het fabriceeren van zachter porcelein, zooals men dat in Chelsea voor het eersteerst produceerde, van beteekenis. De vermenging van caolin met beenderenmeel door den oorlog is aangericht aan de wo ningen. Er zijn ongeveer 1000 Fransche gemeenten welke zijn bevrijd, na min of meer door den invaller te zijn beschadigd. De statistieken, betrekking hebbend op 754 van deze gemeenten, toonen aan, dat 256 slechts licht beschadigd zijn; minder dan 5 pet. der huizen zijn daar vernietigd. Ver der zijn er 350, waar het aantal afgebroken huizen varieert van 5 tot 50 pet. en 147 waar die verhouding zich beweegt tusschen 50 en 100 pet. Van de 754 aldus onderzochte ge meenten, zijn 46.263 huizen geheel of gedeel telijk vernietigd, behalve 331 kerken, 379 scholen, 221 gemeentehuizen en meer dan 400 andere gebouwen of kunstwerken. De overige heroverde gemeenten zijn nog niet onderzocht, omdat zij zich te dicht bij bet front bevinden en eiken dag bloot staan aan verdere beschadiging. KORTE BERICHTEN. De Spaansche ministerraad heeft be sloten het opnemen door de couranten van berichten omtrent aankomst, vertrek en be stemming van koopvaardijschepen te verbie- den. - Te Geneve is een naamlooze vennoot schap opgericht, die naar de oprichting van een Zwitsersche koopvaardijvloot streeft. Ten behoeve van de volksvoeding in Duitschland werden groote hoeveelheden in de Oostzee gevangen visch in beslag geno men. Wolff meldt dat gisteren in 't geheel door de Duitschers 18 vijandelijke vliegtui gen zijn omlaag gehaald. Het Engelsche stoomschip Copenhagen van de Harwich lijn (2570 ton) is getorpiL- leerd. In de eerste maand van de vrijwillige rantsoeneering voor Engeland, Februari, is het vleeschverbrmk te Londen met 25.9 per cent verminderd. Daar het Zweedsche parlement de ge vraagde oórlogskredieten niet toestond, heeft het Zweedsche kabinet ontslag aangevraagd, op verzoek van den koning blijft het echter voorloopig aan. De Engelsche admiraliteit deelt mede dat op 1 Maart een Engelsche torpedojager met man en muis in de Noordzee is vergaan. Tengevolge van papiernood, voortko mende uit transportmoeilijkheden, worden de Oostenrijksche couranten verkleind Er dreigt een mijnwerkersstaking in Zweden, wegens mislukken van loononder handelingen, de staking zou 25.000 man om vatten. Volgens de Matin willen groote banken te Nieuw-York 5 milliard renteloos voor schieten aan de Entente. - In neutrale havens liggen 553 Duitsche schepen, te zamen metende 2,100,000 ton. NEDERLAND. HET STOOMSCHIP „WILIS". De onderhandelingen van ae N. O. T. met de Engelsche regeering hebben tot resultaat gehad, dat het stoomschip „Wilis", van den Fredenskirch schrikte. Hoe dwaas om te genover een dame in de bijzonderheden van het vak af te dalen. „Vergeef mij, juffrouw Hill Het was zeer onhandig van mij u met technische verklarin gen te vervelen „Dat verveelt mij niet in het minst, mijnheer Fredenskirch. Laat ons niet van het onder werp afstappen. Ik wou u juist vragen of het ook nu nog zoo is, dat bijna alle kleuren na het branden van het porselein anders uitval len dan zij oorspronkelijk zijn aangebracht?" Oscar Fredenskirch kwam er niet meer toe een antwoord te geven. Den levendigen Robby was het niet mogelijk zijn ongeduld, om zijn zuster weer voor zich te hebben, nog langer te bedwingen. „Is de kritiek nog altijd1 niet afgeloopen, goede vrienden? Lieve hemel wat moet ik voor een tweebeenig monster zijn, dat mijn meester zoo lang noodig heeft mij over den hekel te halen." Gustava vond het eigenlijk niet aangenaam, dat de jongen haar stoorde. Zij had nog een heel andere, een bepaald persoonlijke vraag op het hart. Maar alles wel beschouwd, was er morgen en overmorgen toch ook nog een dag en misschien was het beter niet dadelijk met de deur in huis te vallen. Oscar Fredens kirch was haar nu nog wildvreemd. Zij wist niet hoe hij het zou opvatten, wat zij hem van plan was voor te stellen. Dus vond zij het goed, dat Robby met haar wilde vertrekken. Waarom eerst laten inspannen? Als Gustava niet te moe was en hij wist dat zij nooit te moe werd wou hij haar over den Schnec- kenkegel naar Wolkenstein brengen Bij het prachi weg. Hij ging dan in het donker alleen over vallen van den avond was dat een prachtige den straatweg terug. Dokter Stillfried, wiens gezelschap volgens zijn herinnering heel pret tig en vroolijk was, moest in elk geval nog tig en vroolijk was, moest in elk geval nog be groet worden. De D;recteur van het Distributiebedrijf van Alkmaar deelt mede, dat tot en met 8 Maart alsnog de gelegenheid wordt opengesteld, den wensch te kennen te geven, hoeveel witte brood-, bruinbrood- en1 of roggebroodkaarten, houders van legitimatiekaarten, voor het vol gend tijdperk van 4 weken wenschen te ont vangen. Alkmaar, 6 Maart 1917. De Directeur voornoemd, D. SCHENK. De Directeur van het Distributiebedrijf te Alkmaar deelt mede, dat de maximumprijs van versche eieren is bepaald op 9 cent. Alkmaar, 6 Maart 1917. De Directeur voornoemd, D. SCHENK. De Directeur van het Distributiebedrijf al hier, deelt aan H.H. Groentenhandelaren me de, dat de inlevering van ledige groentenva- ten moet geschieden, Donderdagmorgen aan het Pakhuis, Voordam 5. Alkmaar, 6 Maart 1917. De Directeur voornoemd, D. SCHENK. KEURING VAN MILITIE- EN LANDSTORMPLICHTIGEN. De BURGEMEESTER van ALKMAAR WAARSCHUWT DE MILITIE- EN LANDSTORMPLICHTIGEN, zich er wel voor te wachten, zich met tusschenpersonen in verbinding te stellen om voor den dienst afgekeurd te worden, omdat, indien zij in derdaad ongeschikt zijn, de afkeuring ook zonder de tusschenkomst van die personen zou plaats hebben. Nadrukkelijk wordt de aandacht gevestigd op artikel 206 van het Wetboek van Straf recht, onder meer inhoudende: Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren wordt gestraft lo. hij die zich opzettelijk voor den dienst bij de Militie ongeschikt maakt of laat ma ken; 2o. hij die een ander op diens verzoek op zettelijk voor den dienst ongeschikt maakt. Indien in het laatste geval het feit den dood ten gevolge heeft, wordt gevangenis straf van ten hoogste zes jaren opgelegd. Alkmaar, 5 Maart 1917. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. Rotterdamschen Lloyd, hetwelk met lading en passagiers op haar uitreis naar Neder- landsch-Ind'ië ongeveer drie weken in de ha ven van Bergen lag te wachten, thans de vaart naar Indië via Halifax kan vervolgen, terwijl het schip geen haven in Engeland be hoeft aan te doen. Op zijn haastige, levendige manier voor kwam het jongemensch, dat er een ander voorstel aan de hand werd gedaan; hij nam zijn zuster eenvoudig bij de hand en liep na een kort afscheid met haar door het hekje der omheining regelrecht het bosch in. „Dus mijn lieve juffrouw Gustava, u be looft het mij heilig en vast, dat u Wolkenstein niet voor den vijfden September zult verla ten." „Ja, ja, dat beloof ik. Maar ik begrijp niet waarom u dat beroemde feest zoo lang wilt uitstellen. Het weer is prachtig uw patiën ten huhkeren er naar en u zelf hebt mij bij mijn aankomst gezegd, dat het bepaald was, dat alles tegen den acht-en-twintigsten Au gustus in gereedheid moest wezen Stillfried en juffrouw Hill wandelden on der dit gesprek in het parkachtig aangelegd terrein achter het huis op en-neer. Gustava keek voor zich uit naar de donkere bergen Stillfried wendde geen oog af van haar mooi ezicht, haar slanke gestalte, die iets kinder ijks en zeer jongs had in de witte eenvoudige japon. Al was het werkelijk zoo, als Gustava hem had1 gezegd, dat zij en Robby na haars vaders dood zonder eenig vermogen waren achterge bleven, dat zij op hun werk waren aangewe zen, dan had de plotselinge omkeer in htm omstandigheden toch in geen geval eenigen invloed op haar uiterlijk gehad. Haar stem ming was zoo opgewekt en gelijkmatig als ooit, zij was oprecht en ronduit, haar manier van zich te geven was als vanouds, voornaam ongedwongen Of zij zich zuiniger kleedde wist Stillfried niet te beoordeelen. Maar hoe het ook zij, haar prachtige gestalte bezat nog denzelfden onnavolgbaren chic als toen zij zich in de kostbaar ingerichte vertrekken in de Fasantenstrasze te Berlijn bewoog. Wordt vervolgd. AARSCHE COURANT. Ria H - 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 1