DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Overhemden, Zellblnders, Bretels. den BERICHT Gemeente-seholen. Toelating van leerlingen. No. 67 Honderd en negentiende Jaargang. 1917. DINSDAG 20 MAART. FEUILLETON. Heeren-Modemagazijn Fa. Wed. Jac. van Beek. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar fl—franco door het geheele Rijk fï,25. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone Advertentiën Per regel 1 0.121/,- Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Met 20 ct. oorlogstoeslag op den abonnementsprijs per 3 maanden. ALKMAAR, 20 Maart. Op het westelijk oorlogstooneel blijven de militaire gebeurtenissen in den pas-gekregen nieuwen stijl voortduren. Er is beweging ge komen in het front, dat sinds twee en een half jaar onwrikbaar scheen. En waarschijnlijk zal de beweging voortduren, totdat de uit stulpingen in het frontdeel zijn verdwenen en de nieuwe linie ongeveer recht-uit-recht-aan loopt van Rijssel over Kamerrijk en St. Quen- tin naar Laon, misschien tot Reims. In snel tempo wordt de beweging voortge zet. De entente mag zich verheugen in het vlug terugkrijgen van bezet grondgebied bij .St. Quentin is reeds terrein ter diepte van 35 K.M. gewonnen, in den loop van den dag van gisteren zijn reeds ongeveer 20 dorpen en steden in bezit genomen. D. w. z. de plaatsen, waar die dorpen en steden hebben gestaan. Want wat Shaw zag men zie elders in dit nummer is nog heilig bij hetgeen er in het „bevrijde gebied?' heerscht. Het land wordt zooveel mogelijk verwoest, vruchtboomen wor den omgehakt of uitgerukt, akkers door mij nen verwoest, vele dorpen zijn tot den grond toe afgebrand, alle bruggen vernield. Zoo blijkt opnieuw, dat militaire noodzaak den doorslag geeft. De Dui'tschers hebben den Russen verweten, dat déze in Oost-Pruisen, in Polen, alles vernielden zij deden eerst iets dergelijks zelf in Polen, daarna thans in Noord-Frankrijk. En wie zich indertijd heeft geërgerd' aan minister Lloyd George, die het 40 dagen en 40 nachten lang ijzeren kogels en grootere projectielen wilde laten regenen opFransche en Belgische steden en dor pen zal moeten erkennen, dat de Duitschers het vernielingswerk nog veel grondiger ver richten dan op grond van die uitlating kon worden verwacht. „Eindelijk zijn de Duit schers niet meer te Noyon, schrijft de heer Clemenceau, mogen we weldra zeggen, dat zij niet meer in Frankrijk zijn, het is het begin van de groote schoonmaak!" Maar zóó kan men zich de bevrijding toch niet gedacht heb- benl Van Duitsche zijde is men er verheugd over, dat de losmaking vani den tegenstander, het intrekken van het front zoo prachtiggeschiedt. En inderdaad' leest men bijv. nog niets van stukken geschut, door de Engelschen en Franschen veroverd. Het blijft bij1 gevechten tusschen achter- en voorhoeden, de hoofd machten komen niet met elkaar in aanraking. Duidelijker nog dan gisteren blijkt heden, dat het karakter van den strijd veranderd is uit het optreden' der cavalerie, mogelijk ge worden bij den nieuwen toestand. Ter dekking van de achterhoede gebruiken de Duitschers uhlanen, ter verkenning en vervolging bren- Dokter Stillfried Roman naar hst DuitsrfV van DORA DIMM. 24) „Hij wil vannacht nog weg naar Ame rika," jammerde ze. „Nu, nu, dat zal wel zulk een haast niet hebben. U zal ons nog een paar dagen moeten schenken, mijnheer Stillfried „Mevrouw ik Richard stond besluite loos en verbijsterd voor deze imposante vrou wengestalte, die zijn lot voor 't oogenblik in handen scheen te' willen nemen. „Uw broeder zal met u willen spreken, Ma- rietje's tranen moeten eerst drogen en dan zijn wij er ook nog, d!ie den beroemden Ri chard Stillfried' hoogst indiscreet gaarne eens wat van nabij zouden willen bekijken." „Die? Wat wil u aan dien nog zien?" Gustava hield zich opzettelijk alsof zij de bittere tegenwerping niet hoorde. Terwijl Marietje haar vader trachtte over te halen, zei Gustava zacht tegen dr. Still fried „Zeg toch eens wat, beste vriend. U kunt een broeder toch onmogelijk zoo maar laten wegtrekken zonder hem gastvrijheid aan te bieden." Frits stond als op kolen. Wat moest hij met dien aan lager wal geraakten man te midden van het schitterende gezelschap beginnen? Hoe hem introduceeren Hoe zijn aanwezig heid rechtvaardigen? En als hij eens met een gen de Franschen en Engelschen hun cavale rie in het veld. Zoo worden over en weer de beste kansen voorbereid voor den beslissen den strijd, die aanstaande is. Weldra misschien vandaag of morgen, misschien over eenige weken zal deze terugtocht een' einde nemen, zullen de hoofdmachten tegenover elkaar komen te staan, zullen de Duitschers hebben te bewij zen, {Jat ze zich kunnen handhaven in de voorgenomen stellingen-, of hun tegenstan ders, dat zij in hun nieuwe stellingen een Duitschen geduchten stoot kunnen opvangen, dan zal blijken wie in den open Blag het sterkst isl Er is lets met de revolutie in Rusland] niet in den haak. Een bericht uit Stockholm meldt, dat er naast het uitvoerend Doexna-comité een comi té van arbeiders gevormd is, dat de revoluti- onnaire macht in handen heeft, terwijl het door arbeiders en soldaten ondersteund wordt. Aan dezen tweeërlei invloed zou het te wijten zijn, dat er in het Engelsche Lagerhuis zoo spoedig na elkaar verschillende verkla ringen moesten worden afgelegd. En die tweeërlei invloed heeft opnieuw tot een terug komen op een genomen beslissing geleid. Wij hebben het gisteren eigenaardig genoemd, dat grootvorst Nicolaas opperbevelhebber was geworden, terwijl van hem bekend was, dat hij weinig voelde voor het parlementarisme en voor vooruitstrevende politiek. Thans meldt de Times, dat deze benoeming weer te niet is gedaan „om een einde te maken aan kwaad willige propaganda; zij heeft besloten, dat het hoogste legerbevel niet zal worden uitgeoe fend door een lid' van het Keizerlijk geslacht der Romanoffs." Uitdrukkelijk wordt hieraan toegevoegd, dat de voorloop ige regeering zich genoodzaakt heeft gezien concessies te doen aan de wenschen der revolutionnairen. Con cessies? Zijn er dan meerdere tegenbesluiten genomen? In elk geval blijikt, dat er naast het voor- loopig bewind, krachtige invloeden bestaan. De Fransche minister-crisis is alweer op gelost. President en minister van Buitenland- sche Zaken is de heer Ribot, minister van Justitie de heer Viviani, minister van Oorlog de heer Painlevé, minister van Marine admi raal Lacaze, minister van Financiën de heer Thierre, minister van bewapening de heer Thomas, minister van Koloniën de heer Ma- ginot, minister van proviandeering de heer Violette, minister van .Arbeid de heer Leon Bourgeois, minister van Landbouw dé beer Femand David, minister van Openbare Wer ken de heer Desplos, minister van Handel de leelijke bedoeling kwam? Als hij hem eens wil de betaald zetten, dat hij zoo lang geen oor had gehad voor zijn ellende? Als hij eens sprak! En Gustava drong nog steeds bij Richard aanZij liet hem niet losZij oefende ook op den ouden gebroken man haar onweerstaan bare toovermacht uit! Nu moest hij, Frits, of hij wil'de of niet, zijn broeder wel verzoeken te blijven. Richard toonde zich langen tijd onverbid delijk, hij had het plan nu eenmaal opgevat, hij wilde het ook ten uitvoer brengen Hij wil de tenminste zonder oponthoud naar Bremen. Of hij zich daar dadelijk zou kunnen insche- ?en, kon pas in Bremen uitgemaakt worden, lij had geen tijd en gelegenheid gehad voor af informaties in te winnen. Gustava daarentegen was vastbesloten een dikke streep te halen door deze reis van den ouden man naar Amerika. Zij meende daarbij vrij zeker op Radtke's oprechte genegenheid voor Marietje te kunnen rekenen, 't Was haar vaste overtuiging, dat er voor den rector geen practischer medewerker zou te vinden zijn dan deze ervaren theater- kenner. De kansen stonden zoo gunstig moge lijk voor den beklagenswaardigen man. Men moest hem slechts tijd en gelegenheid geven, dat zelf duidelijk in te zien. Maar Frits Stillfried danHet mooie meis je glimlachte een weinig ironisch bij zich zelf. Maar eenmaal moest ook dat overwonnen en kleur bekend worden. „Ik zou wel gaarne een voorstel willen doen. Marietje en ik begeleiden onzen besten rector tot aan den straatweg en zetten hem dan in het kleine rijtuig van den hoefsmid Walkers. heer Clementol, minister van Binnenlandsche Zaken de heer Malvy, minister van Onder wijs de heer Steeg. Er is dus weer een ministerie voor de na tionale verdediging samengesteld, waarvan de ministers voor een deel uit de oudere garde komen. De minister-president Ribot aanvaardde deze functie reeds eerder den 4en December 1892, maar zijn ministerie werd in April 1893 ten val gebracht, terwijl hij in 1895 een kabinet samenstelde, dat slechts en kele maanden leefde. Voor heden ontbreekt de tijd nadere bij zonderheden te geven, wij komen dus mor gen hierop nog even terug. VARIA. SHAW AAN HET FRONT. De beroemde Iersche tooneelschrijver Ge orge Bemhard Shaw heeft op uitnoodiging van de Engelsche regeering een bezoek ge bracht aan het westelijk front en vertelt in de „Daily Chronicle" van zijne ervaringen en gewaarwordingen op de hem eigen gees tige en oiigineele wijze. Reeds de titel „Een plezierreisje aan het front" bewijst dat wij hier niet met alledaagsche opvattingen te doen hebben. Kort vóór den oorlog had Shaw Duitsch- land, Frankrijk en het deel van België be zocht, dat zoo gruwelijk veel geleden heeft. Bij die gelegenheid viel het hem op, dat de algemeene karakteristiek der verschillende volkeren zoo volkomen verkeerd is. De Franschen zijn een volk van dansers, de Duitschers zijn te veel gedrilde lieden, die zich bewegen alsof zij een elstok inge slikt hebben. Zoo beweert men tenminste. In werkelijkheid had hij de Ehiitsche soldaten te Trier zien marQheer-' opde wijze van eene sentimenteelë Duitsche. melodie, zoo sierlijk, dat het bijna een dans geleek De Franschen daarentegen deden alles hoekig, ruw, alsof de wijze waarop zij de dingen de den er in het geheel niet op aan kwam, a 1 s ze maar geschiedden De Franschen borstelden blijkbaar nooit hunne uniformen. Paarden, affuiten en ka nonnen zagen er steeds onzindelijk uit. Zij zeiden, dat een Franschman nooit netjes, maar altijd gereed is, waarmede zij blijkbaar wilden te kennen geven, dat de Engelsch- man altijd netjes, maar nooit gereed is. Shaw was dan ook van meening, dat zij geweldige vechters zouden zijn, maar dat de Duitschers ook. hun mannetje zouden staan, ofschcon zij eigenlijk niet voor het soldaten- vak geboren schijnen te zijn. „Wat onszelf aangaat, over ons kon ik in het geheel niet denken. Wij zijn zoo onge looflijk gedachteloos, dat wij zelfs niet wil len denken. Wij hadden natuurlijk even hard aan onze militaire toerusting moeten werken als de Franschen en de Duitschers; maar wij wilden daar niet van hoorcn en namen er ;evaren omen maar dat hebben wij uit militair oogpunt niet verdiend en wij zijn er ook niet vanaf gekomen zonder onze luiheid duur te moeten betalen." Shaw vertelt dan van zijn reis vóór den oorlog die hem naar Ham, Bapaume, Atrecht, Rijssel en Yperen voerde. genoegen mede, de verschrikkelijkste ge te loopen. Wij zijn er gelukkig afgekc De heeren spreken intusschen met elkaar en dan wordt er vroolijk verder feestgevierd." Zonder een antwoord af te wachten, greep zij Marietje, die van dankbaarheid en blijd schap niets wist te zeggen, bij de hand En na een kort afscheid volgde hen de rector. Met hun drieën liepen zij door de dennen naar de dorpstraat. Juist teen zij het bosch hadden verlaten, schoot hen een auto met een luid signaal voorbij. Als schaduwen zag men twee elkaar innig omarmende gedaanten in het met ra zende snelheid voortsuizende gevaarte. „Hoe zou u daarover denken, mijnheer Fre- denskirch?" vroeg Gustava. De oude heer schudde lachend en afwerend den fijnen kop. „Dat is niets voor een ouden Griek, die dolle, moderne jacht naar het geluk." De broeders hadden een paar oogenblik- ken zwijgend tegenover elkaar gestaan. Toen zei Richard haastig en koel: „Wat het mooie meisje zoo juist aan de hand heeft gedaan, heeft natuurlijk geen bin dende kracht. Ik wil mijn kind niet al te zeer teleurstellen, anders vertrok ik onmiddellijk. Van je gastvrijheid maak ik echter in geen geval gebruik," Hij draaide zich beslist om. Frits hield hem tegen. „Je bent mij vijandig gezind, Ri chard je denkt gering van mij." De tooneelspeler trok zijn schouders op. „Kan ik anders?" „Nu, mij dunkt", antwoordde Frits geprik keld, „je hebt daartoe wel het minst het recht. Een man, die zijn familie laat verhon geren, terwille van misplaatste kunstenaars grillen SCHOUTENSTRAAT 18. „Vperen was m een woord bekoorlijk. Toen ik den weg van Vlamertinge afkwam en de Lakential zag, was het juist middag en prachtig weer en het carillon speelde een heerlijk deuntje op eene wijze dte Couperin verrukt zou 'hebben. Het was Vlaamsch wat zijn vroólijkheid en Fransch wat toon en scnitterende elegantie van uitvoering be- trett." „Ik heb Yperen weergezien. Dezen keer in knaki. Onderweg zette ik mijn reispet af en, als Don Juichotte, de helm van Mambrino op. En in mijne ooreh stopte ik een paar dingetjes die op zwarte boordeknoopjes ge leken, welke mij niet beletten te hooren, maar wei om te veel te hooren. Ailes was anders. Het weer was nu ook heider, maar intens koud. De landstaal was het Engelsch, in ai zijn dialecten. De hoeven en de villa's had den geen daken, geen vloeren meer, maar wei groote gaten in de muren en de bewo ners waren weg. Een man die aan den weg lag was geen zwerver, maar een heer die zijn hootd kwijt was. Fr was geen Belgisch 'carillon, maar wei heel veel Duitsche muziek; een imponee- rende orchestiatie, die alleen uit slagwerk bestond. Ik kan niet zeggen, dat ik ze onaan genaam vond; de groote trom windt mij al tijd op." in Vpeien leveren de huizen een goede dekking tegen snrapneli-vuur. „De Duit-' sellers neobeu met taaie volharding van een stad van comfortabele woningen voor een vriendelijke burgerij een uitstekende dek king gemaakt voor alle troepen, die de stad willen gebruiken om vijandelijke operaties tegen de Duitschers te ondernemen. Zoo wordt de Duitscher op het oorlogspad be spot door den Demon van het Niet-beoogde, die zoö'n goed leventje heeft als de oorlogs trom begint te staan. Aan het Iront wordt al lés met militaire nauwkeurigheid en orde ge regeld. Maar er gebeurt nooit iets zooals net bedoeld was. De hellt der gegeven bevelen „gaan in de wasch uit". Een aeroptaan vloog over ons heen; een Engelsche. Dadelijk was de lucht vol shrapueli-woikjes. Maar de machine gleed trioinfanLeujk voort. En met een tijdelijke af wezigheid van patriotisme, en van ialsoen zelfs, zag ik de beschieting na een poosje op houden. De Duitsche afweerkanonnen had den het, blijkbaar ontmoedigd, opgegeven. Ik was wat beschaamd en zelfs wat ontzet toen ik bij nadenken tot de ontdekking kwam, dat ik nu was geweest wat ik vroeger zoo dikwijls verachtelijk behandeld had: een sportsuiau. Mijn gids stelde geen belang in de artille rie, maar hielp mij sommige lieden ontdui ken, die op verschillende plaatsen zijn neer gezet om voorbijgangers van de gevaarlijke punten af te houden. Hij was een reus, een officier, een Ier uit het Zuiden, betooverd door de historische beteekenis van Yperen. Hij kende er iederen steen en bekommeraezich De tooneelspeler vloog op.' „Ik verbied'je op dien toon met mij te spreken. Ieder ander heeft het recht daartoe. Jij niet. Ik heb ver keerd gehandeld, ja, niemand voelt dat die per dan ik zelf; maar ik was ten minste eer lijk ik heb de voorkeur gegeven aan de el lende boven de zwendelarij Frits kromp ineen. „Ik bid je, Richard, niet zoo luid." Weer heerschte er een doodsch stilzwijgen tusschen de beide mannen. Eindelijk trad de oudste op den jongste toe. „Ik wil je mijn raad niet opdringen, Frits. Dat er een tijd is geweest, waarin ik een va der voor je was, ben je vergeten. Goed, dan vergeet ik dat ook. Maar hoor ten minste dit ééne aan, dat ik je zeggen wil uit dank voor de huisvesting van mijn kind. Dat je inder tijd je plicht niet Hebt gedaan Frits schokte zenuwachtig, „laten we, wat mij betreft, zeggen, pech gehad hebt, dat komt meer voor. Maar dat je den schijn opwektet en dien onderhield „lm 'shemels wil, spreek zacht, Richard!" „Dus nog altijd geheimzinnigheden be mantelen Hij schudde treurig zijn grijs hoofd. „Nog maar korten tijd', nog maar Gustava kwam om het stniikgewas heen „Alles is goed van stapel geloopen", zei ze vroolijk. „Walker was in de wolken, dat hij voor den rector mocht inspannen. Juffrouw Marietje laat u verzoeken op haar Immer te komen, mijnheer Stillfried. Zij is haastig vooruit geloopen. Zij staat er op, dat u ten minste voor vannacht haar speciaie gast zult zijn." Richard ging zwijgend heen en liep langs Met ingang van 1 APRIL. a.s. wordt de abonnementsprijs van dit blad ge steld op 11.80 voor de stad en 11.50 voor buiten per kwartaal en dispositiekostea, bij vooruitbetaling. Daartegenover vervalt dan de oorlogstoeslag. Wij hopen, dat, bij de steeds stijgende kosten, inzonderheid van het drukkersbedrljf, w| ons in den eersten tijd tot d^zen prijs zullen kunnen bepalen. Ons blad behoort ook dan nog tot de goedkoopste dagbladen van Neder land. Bij wekelijksche betaling Is de prijs met 1 APRIL. a.s. tien eents per week. Het zal ons ernstig streven blijven, den inbond van de Alkmaarieha Courant steeds meer te doen beantwoorden aan de hooge eischen, die men .met reeht stellen kan, doch bet springt In het oog, dat deze hooge eischen ook steeds meerdere kosten meebrengen op ieder gebied. DE &IT0IVIRI. Burgemeester en Wethouders van ALK MAAR noodigen belanghebbenden, die met 1 MEI a.s. kinderen op «ene dér zes ge meente-scholen toegelaten wenseben te zien, uit, daarvan rtfBr 15 APRIL a.s. aangifte te doen bij de hoofden dier saholen, onder overlegging van het geboortabriefje of trouwboekje, benevens bet inentingsbewijs der kinderen waarvoor de toelating gevraagd wordt. De gelegenheid tot aangifte bestaat aan de schoollokalen bij voorkeur op Dinsdag 3, Woensdag 4 en Donderdag 5 April des namiddags van 38 uur en voor de 3e gemeenteschool van 9lU—trio uur namiddags. Alkmaar, 17 Maart 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretarie. slechts in zooverre om het bombardement, dat hij het als een hoofdstuk te meer in de geschiedenis der stad beschouwde. Hij nam mij mede naar een toren en liet mij van daar af Vperen zien, aisof het alle koninkrijken der aarde was. „Ga vlak voorover liggen zoodra er iets „ovei komt zeide hij. In mijn jeugd had ik geleerd, als instinctmatig pal voorover te vallen en dan weer op te staan alsof iemand mij achter aan mijn broek omhoog tilde en weer op mijn beenen zette. Ik hoopte nu dat broeder Boche iets „over" zou sturen en mij gelegenheid: zou geven om voor mijn nieuwen vriend mijn kunststuk te vertoonen. Maar er kwam niets „over" cn ik verliet Ype- de donkerste paden op het huis toe. De twee anderen bleven alleen achter. Stillfried stond met saamgetrokken wenk brauwen zenuwachtig aan zijn kort geknip- ten blonden baard te trekken. Gustava wachtte totdat hij zou spreken. Eindelijk vermande hij zich en zei: „Heb je alles gehoord, Gustava?" Zij knikte met ernstige vriendelijkheid. „Wat ik heb gehoord was niets nieuws voor mij." Frits deinsde verschrikt terug. „Wist je het, Gustava? Nu begrijp ik, waarom alles zoo anders tusschen ons is geworden." Zij schudde ernstig haar mooi hoofd. „Ik heb het u niet kwalijk genomen om de zaak zelve. Dat zou erbarmelijk klein zijn geweest, maar omdat je mij' de waarheid liadt verzwegen Ik was u in oprechte vriend schap genegen „Gusfa 1" „En dan grieft zulk en gebrek aan ver trouwen." „En hoe staat bet nu met uw toom uw leed „Dat is alles nu voorbij. Je waart voor mij een stuk tastende jeugd, waarop men glimlachend terugblikt als men haar dwalin gen inziet." i „Je naamt een plaats in mijn verleden in, beste vriend, ik schroom niet, dat te beken nen. Maar het heden en morgen behoort mij toe, daaraan heb je geen deel." Zij zei dat met trotsche blijmoedigheid. „Als ik u echter uit oudevriendschap iets mag verzoeken, speel dan eerlijk spel. Niet alleen ter wille van u zelf, ook ter wille van een edele vrouwenziel, die het wel aan u ver- ALKMAARSCHE COURANT. IETS'APARTS IN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 1