DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DE OORLOU. No. Tl iioHioij hq jaargang. MAAN DAG 26 MAART FEUILLRTOS. 1^JL7. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 1,ta®o d@©r het gekeelse Rijk f1,25*. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone Advertentiën Per regel f 0.121/»- Bij groote eontraeten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Hand el s drukksrfj v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Uit den Raad. Dokter Stillfried Brandstoffen. Mei 20 ct. oorlogstoostag op denfêabonnomentsprijs P©r 3 maanden. ALKMAAR, 26 Maart. In den militairen toestand zijn sinds Zater dag geen wijzigingen van beteeken is voorge komen. Het karakter van de operaties op het westelijk oorlogstooneel blijft zich zelf gelijk. Nog steeds schijnt het aannemelijk, dat de Franschen bij St. Quentin verder doordrin gen, dan den Duitschers lief is, dat de laat- sten hun voornemen, om dit terrein te behou den, niet ten uitvoer kunnen brengen. Bij la Fère werken de Duitschers met onderwater zetting om den Franschen tegenstand te bie den. Men blijft den indruk behouden, dat de terugtocht nog wat verder voortgezet zal worden alvorens de hoofdmachten met elkaar in aanraking komen. Aan de Maas treden de Franschen aan den linker-, de Duitschers aan den rechter-oever aanvallend op. Getorpilleerd zijn een drietal Noorsche schepen. Bij een nieuwen Duitschen maatregel wordt het afgesloten gebied uitgebreid, hetgeen wil zeggen, dat de onzijdige schepen nog grooter risico loopen, wanneer ze in de vaart gaan. In de Italiaansche Kamer is een motie van vertrouwen in de regeering met 283 tegen 31 stemmen aangenomen. De Chineesche gezant te Berlijn heeft na- meris zijn regeering om toezending van zijn passen gevraagd. De Chineescb-Duitsche be trekkingen zijn dus afgebroken. Over de Ame- rikaansch-Duitsche verhoudingen valt geen nieuws te melden. En uit Rusland zijn er hee- lemaal geen berichten hetgeen op zich zelf reeds iets beteekenen kan (Slot). ALKMAAR, 26 Maart. Officieel beteugelen we thans zie bijlage no. 14 het gebruik van tabak door kinde ren. D.w.z. we hebben ons niet kunnen ont trekken aan het beweginkje, dat tegenwoordig in de mode is. Het zou interessant zijn eens een proef te nemen, en na te gaan, waar toe men de gemeenteraden in ons land op het stuk van verordenen naar de mode wel zou kunnen brengen. Dat het een heel eind is daarvan zijn we overtuigd. Hoe komt een dergelijke beweging tot stand en hoe verspreidt zij zich over het land? Enkele personen hebben in sommige ge meenten een kwaad waargenomen. Teneinde dat te bestrijden wordt de gemeentelijke wet gever in den arm genomen. Nu is deze wetge- Roman naar het Duitsch van DORA DUW-GI4E& 28) „Waarde en geachte heeren," begon hl Zijn stem klonk warm en hartelijk en hac niets van den meesterachtigen toon dien hi; zoo dikwijls had aangeslagen om zijn inner lijke onzekerheid te verbergen. „Ik dank u allen hartelijk en oprecht, dat gij mij in de gelegenheid stelt gebreken te herstellen, die reeds lang hadden moeten hersteld worden Ik geloof hij keek Gustava met een vrien delijken, dankbaren blik aan „dat Heidel- berg wel zijn plicht zal doen. Maar ik moet ulieden nog voor meer danken voor het vertrouwen n.l. dat gij mij in dit eerste proefjaar van onzen gemeenschappelijken ar beid voor Wolkenstein onverdiend hébtt geschonken." Deze woorden verwekten bij de toehoor ders luide oppositiei „Neen, mijne heeren ik blijf er bij, onverdiend hebt geschonken. Ik kan en wil u mijn dankbaarheid niet in woorden toonen, maar ik beloof u, .dat zich op mijn woord moogt verlaten, dat ons dierbaar Wolkenstein een geneesinrichtting in den besten zin' van het woord wpdrden worden en blijven zal." Hij had eenvoudig en kalm en met zulk een oprechte overtuiging gesproken, dat Gustava haastig op hem toetrad en hem. de hand drukte „Was het zoo goed, Gustava?" fluisterde hij. Zij knikte hem toe en keek hem met een blik vol vertrouwen in de oogen. Toen ver ver gewillig en de gemeentelijke politiever ordening is niet zoo lang of er is nog wel een plaatsje voor een nieuwe verbodsbepaling. Of het kwaad nu inderdaad wel zoo heel ern stig is, of de bestrijding werkelijk iets te be teekenen heeft het doet er niet toe. Men heeft eeni verordening. Al heel gauw wordt dan gesuggereerd, dat 't kwaad niet plaatse lijk maar landelijk is. Naar alle gemeentera den gaan verzoeken-om gelijke maatregelen te treffen. Zoo niet alle, dan toch bijna alle willigen het 'verdoek in, men heeft immers het voorbeeld ter navolging bij: de hand. En dan wordt de volgende modebeweging maar weer afgewacht. Wij nemen1 gaarne aan dat in enkele groote steden het misbruik van tabak door kinderen Leidt tot ernstige gevaren voor gezondheid en zedelijkheid, welke doeltreffende bestrijding alleszins waard zijn. Maar wij weigeren voor alsnog te gelooven, dat het kwaad landelijk zou zijn. Het onderzoek naar den omvang van het rooken bij de leerlingen der scholen door de onderwijzers dan? Wij kunnen er niet veel waarde aart hechten. Reeds hierom niet, omdat wij wel de cijfers zien, doch niet de wijze, waarop deze zijn verkregen. Is het eenvoudig niet belachelijk een „kwaad" te willen demonstreeren aan kinderen „die wel eens één keer of een paar malen het rooken hebben geprobeerd?" Zijn de volwassen rhen- schen dan zoo zeer hun eigen jeugd vergeten? Allemaal Paulussen die, man geworden, te niet gedaan hebben, hetgeen eens kinds was? Wanneer hier te Alkmaar een medisch-pae- dagogisch onderzoek had aangetoond dat het kwaad bestond, dan zou er natuurlijk alle aanleiding zijn te overwegen hoe het bestre den zou kunnen worden. Maar dan ook een degelijke en doeltreffende bestrijding en niet alleen zoo'n verbodsbepaling. Is het, op den keeper beschouwd, niet zonderling, wanneer „het niet geoorloofd mag heeten het kwaad te doen voortwoekeren zonder van overheidswe ge maatregelen te beramen om te trachten, daaraan voor een groot deel een einde te ma ken" (de commissie voor de strafverordenin gen), dat men dan meent te kunnen volstaan met slechts een straf te bepalen voor een ver- kooper van tabaksartikelen of zijn vervanger, die in de uitoefening van het beroep aan een kind beneden veertien jaren tabak, sigaren of sigaretten verkoopt, ten geschenke aanbiedt of op eenige andere wijze verstrekt? Het behoeft geen betoog, dat een dergelijke verordening lapwerk is. Iemand, die niet over tuigd is van het gevaar, zou dit niet zoo erg kunnen vinden, ware het niet, dat er aan een dergelijke methode van wetgeving twee ernsti ge, tastbare gevaren zijn verbonden. In de eerste plaats werkt de overheid door zoo'n be paling ontduikingen én overtredingen in de hand1 en ten tweede werkt zij er niet toe mede, om den eerbied voor de wet' te bevorde ren. Zoodat tenslotte mag worden gevraagd, of het kwaad, dat men door zoo'n verbodsbe paling in het leven roept, niet erger is dan het kwaad, dat men er door meent te bestrij den. Ten aanzien van het bioscoopverbod van jeugdige personen is men gelukkig doortas tender kunnen optreden en die verordening zal daardoor meer doel kunnen treffen. Toch meenen we, dat de overheid in deze niet met een verbod kan volstaan. In het leven van vele kinderen is de bioscoop iets gewor den, iets, dat men nu plotseling wegneemt. Maar dat geschiedt niet ongestraft, dat wreekt zich hier of elders op de eene of an dere wijze. Tenzij men den kinderen voor hetgeen ze moeten missen iets anders in de plaats geeft. En dan denken wij natuurlijk allereerst aan goede kindervoorstellingen in de bioscopen, met zorgvuldig voorbereide programma's, welke niet alken leering maar ook ontspanning, geven, voorstellingen, wel ke door de overheid gesteund en aangemoe digd kunnen worden. Gaat men dien weg niet op, bepaalt men zich eenvoudig tot het verbod, dan kon ook hier nog wel eens 'het middel in zijn gevolgen veel ernstiger blij ken dan de kwaal. Tenslotte vele der andere punten, Don derdag in den Raad afgehandeld, kenen zich tot uitvoerige bespreking, maar wij moeten ons bekorten zij nog een derde vprbod 'aangehaald, n.l. het verbod van bakkers- nachtarbeid. Bij overheidsbemoeiing door verbodsbepalingen moet men o.-I zich altijd afvragen, of er zulke ernstige misstanden be staan, dat deze moeten worden weggenomen, of dit niet voldoende buiten de overheid om kan geschieden, zoo niet, of de overheid met succes er tegen kan optreden, en eindelijk of er gevaar bestaat, dat er dientengevolge weer andere misstaaden zullen ontstaan, welke even ernstig oi neig ernstiger zijn aan die, welke men heeft willen bestrijden. Op grond van deze overwegingen zijn wij ten aanzien van het rookverbod gekomen tot de slotsom, dat dit beter niet ware uitgevaar digd, ten aanzien van het verbod van bak kersnachtarbeid brengen ze ons tot de mee- mng, dat de Raad een gelukkig, een, zegen rijk besluit heeft .genomen toen hij in princi pe uitmaakte, dat de bakkersnachtarbeid in deze gemeente zal worden verboden. Dat de bakkersnachtarbeid tot allerlei misstanden leidt, die zullen worden opgehe ven, wanneer er een verbod komt, behoeft liet zij, de zaal. Haar taak daar was afge daan. In de hal van het Noorsche huis beneden aan den berg brandde een helder vuur in den haard. Nadat de rector uit de oude, groote hoek kast een stapel boeken had genomen, had lüj zijn leestafel vlak bij de knetterende vlam men geschoven. Hij was heel alleen in huis Ondanks het regenachtige weer had de too- neelspeler met Marietje en Radtke een na middagwandeling naar het „Barenlocb" on dernomen. Robby was boven in Wolkenstein om zijn zuster een bezoek te brengen, die hij sinds den-avond van het feest niet had weergezien en Oscar Fredenskirch, die de laatste dagen slechts nog de maaltijden met de zijnen ge bruikte, was reeds ufenlang in de fabriek om proeven te nemen met een nieuwe aarde- vermenging. Hij scheen nog slechts gedachten voor zijn werk te hebben. Zijn vader ging hij uit den weg en zelfs Robby veronachtzaamde hij. Een paar dagen geleden had hij- het schijn- baar plotselinge besluit genomen aan zijn fabricage van vaatwerk voor natuurkundige en chemische doeleinden, afkoelingspannen, smeltkroezen, buizen, rettorten, isolatoren toe te voegen. Met tkoortsachttigen ijver had hij dit werk ondernomen, waarvan het plan oogenschijnlijk sedert kort bij hem was opgekomen. Hij was voornemens in de eerstvolgende dagen een groote reis te aan vaarden om laboratorai en ziekenhuizen te bezoeken en relaties voor de nieuwe fabri katen aan te knoopen. De rector schudde zijn hoofd over deze rustelooze wijze van werken. Oscar was al tijd een onvermoeid werker geweest, maar geen nadere toelichting. En evenmin is het noodig aan te toonen, dat de nadeelen, aan een verbod verbonden, bij lange na niet op wegen regen de voordeelen, welke er door worden bereikt. Eindelijk is voldoende ge bleken, dat tot afschaffing niet is te komen door de werking van particuliere krachten. Overheidsbemoeiing is onvermijdelijk geble ken. De vraag is echter bemoeiing van wel ke overheid? De St^a^ heeft zich deze zaak wflleu aantrekken in de Tweede Kamer is het initiatief der regeering mislukt, toen in 1912 met 49 tegen 42 stemmen het ont werf-bakkerswet van minister Talma is ver- Worpen. In verband met den kolennood is dit vraagstuk thans echter in de gemeentera den op den voorgrond getreden. Of theore- thisch en practised een algemeene landelijke regeling al of niet de voorkeur verdient bo ven plaatselijke verordeningen, blijve hier onbesproken. Het feit is er, dat de gemeente besturen zich met deze aangelegenheid bezig houden. Reeds in Januari van het vorige jaar héb ben er hier te Alkmaar besprekingen plaats gehad tusschen B. en W. en de bakkers-orga nisaties. Daarbij werd namens de belangheb benden verklaard, dat zij een verbod niet wenschten, indien niet tevens de invoer van brood uit de buitengemeenten vóór een aan gegeven uur verboden werd. Alvorens de zaak bij de commissie van strafverordenin- geh aanhangig te maken, wendden B. en W. zich tot Gedeputeerde Staten met de vraag of dit college aan een1 verordening, waarin ook dit tweede verbod was opgenomen, zijn goedkeuring zou schenken. Hoe juist B. en W. handelden, leerde het 17 Februari d.a.v. ingekomen antwoord: Gedeputeerde Staten )erichtten, dat zij, in het midden latende of een verordening, welke zich enkel bepaalt tot de afschaffing van nachtarbeid, zou wor den goedgekeurd, in ieder geval bezwaar moesten maken tegen voorschriften, waarbij invoer van brood in de gemeente werd ver boden. Doordat B. en W. zich te voren om trent de opvatting van Ged. Staten hadden vergewist, werd dus werk voorkomen en bo vendien een illusie, welke anders toch dra weer verloren geweest zou zijn. Maar tevens was de zaak hierdoor in Alkmaar van de baan. In Hoorn heeft men er echter wat op ge vonden. Den 30sten Januari j.l. werd een verordeüing, inhoudende het verbod van bak kersnachtarbeid, aangenomen, waarvan, naar we meenen, mr. A. A. Huizenga de geestelijke vader is, een vaderschap, dat een- gelukwensch alleszins waard mag heeten. In die verorde ning wordt niet gesproken van het invoeren van brood vóór een bepaald uur, maar wordt hij had een opgeruimde bedaardheid bij zijn arbeid bewaard. Nu scheen iets onzichtbaars achter hem te staan, dat hem duwde en drong en dreef en hem rust noch genoegen gunde. Ook het plotselinge besluit om een nieuwe, zuiver -.practische fabricage ter hand te ne men, kwam den ouden man vreemd voor. Zijn zoon had tot dusver uitsluitend belang stelling en liefhebberij gehad in het fabricee- ren van kunst- en luxe artikelen. Wat kon hem er nu toe bewegen, plotseling een ander doel na te streven? De rector keek van het boek op, waarover bij gebogen had gezeten, ver weg met zijn ge dachten van de dichtbedrukte bladzijden. Van uit den tuin klonken haastige, vlugge voetstappen. Robby kwam buiten adem en warm de hal binnenstormen. „Jongen, jongen, hoe kun ie toch zoo loo pen, bij dien scherpen wind! Als je zuster dat eens wist Het jongmensch wierp verdrietig een pak hóeken ter zijde, dat hij in de hand had ge had en zei minachtend ,,'t Is mij heelemaa. onverschillig wat Gustava vindt. Ik heb voor altijd met haar afgedaan." De rector glimlachte een weinig ongeloo- vig. Hij kende Robby's licht opbruischenc. temperament zoowel ten goede als ten kwa de. 'Wat is er dan gebeurd jongenlief?" Robert mokte en wou er niet mee voor den dag komen. „Zij wil weg," barstte hij eindelijk los, „hee- lemaal weg van Wolkenstein, van Untersberg, van wat weet ik er van. Zij wil weer naar Holland, waarschijnlijk naar Amsterdam, naar dien Rembrandt, op wien zij immers zoo dol is. Hij draaide zich haastig om en liep naar de dèur. een bepaling aangetroffen waardoor men pre cies hetzelfde hoopt te bereiken als door een invoerverbod. Die bepaling luidt aldus: „Het is verboden langs de openbare straat „brood te vervoeren vóór des vóormiddaga ,tien uur. „Van dit verbod is uitgezonderd het vervoer in afzonderlijke en gesloten pakketten van ten „hoogste 5 K.G. door of vanwege den dienst „der posterijen of van een spoor- of tramwegL „maatschappij, rechtstreeks naar de woning „van den verbruiker of één van diens huisge- „nooten uit een bakkerij of een broodwinkel." Door deze bepaling is de invoer van brood van buiten-af niet volstrekt verboden, maar hetgeen toegestaan is, is binnen zulke grenzen vervat, dat de stedelijke bakkers daarvan, waar het immers versch brood betreft, geen noemenswaardige concurrentie kunnen onder vinden. De Hoomsche verordening is door Gedepu teerde Staten goedgekeurd en heeft kracht van wet gekregen. De Hoornsche gemeenteraad is daardoor de eerste in den lande, welke den bakkers-nachtarbeid verbiedt. En Alkmaar zal een der eerste gemeenten zijn, welke dit voorbeeld navolgt. Het was Donderdag eeni- gen op de tribune aanwezigen bakkers aan te zien, hoezeer zij zich daarover verheugden I „Daar komt mijnheer Fredenskirch aan Nu kan die het ook dadelijk hooren en er zijn veto tegen uitspreken." „Een veto? Tegen wat?" vroeg Fredenskirch bij het binnentreden zonder bijzondere be langstelling. „Mijn zuster wil weg. Voor goed en voor altijd, morgen all" Dat kwam er half woedend, half wanhopig uit. Oscar had zich afgewend en keek, bij het raam staagde, naar den opnieuw neervallen den regert; die den ganschen bonten berfst- Eracht van zijn tuin in grijze, zware sluiers ulde. De jongen trad dicht op hem toe en legde de hand op zijn arm. „U moet haar de les lezen, beste meester Wat is dat voor een onzin om heel alleen in den vreemde lés te willen geven, beste mees ter, schilderijen copieeren dan moet zij lie ver voor ons werken als zij volstrekt niet weer met de hoogere kunst wil beginnen." Oscar slikte met inspanning. Met half afge wend gelaat naar de verregende dahlia's, die onder het raam stonden, kijkend, zei hij „Heb je je zuster dat gezegd, Robby?" Hij wachtte met ingehouden adem op antwoord. „Ja, maar zij heeft er mij geen antwoord op gegeven." De oude man bij den haard keek bezorgd naar zijn zoon. Zoo langzamerhand meende hij te begrijpen, waarom Oscar zich met zoo'n blinde overijling aan het werk overgaf „Wilt u met haar spreken, meester?" drong Robby aan. Oscar trok langzaam zijn schouders op. Hij vermoedde half en half wat Gustatva Hil wegdreef. En hij vroeg zichzelf af: Kan het werkelijk zoo zijn, dat zij er zoo zeer op gesteld was voor Untersberg werk te Jae. Degeling, Kraanbunrt 6. De DIRECTEUR van het DISTRIBUTIE BEDRIJF van ALKMAAR brengt ter alge meene kennis, dat MORGEN, 27 MAART, ANTHRACIET KAN WORDEN VER STREKT De bestelling gelieve men aan den Brand- stofhandeiaar op te geven, met opgave van legitimatienummer. De Directeur voornoemd, D. SCHENK. KORTE BERICHTEN. De vice-opperbevelhebber der Tarksche legers, Enver Pacha, bracht een bezoek aan het Duitsche hoofdkwartier, hield besprekin gen met den keizer, von Hindenburg en Lu- dendorf en bezocht vervolgens het westelijk front. Wolff spreekt de volgens het agent schap door de Entente verspreide geruch ten tegen, dat er hier en daar in Duitschland oproer zou zijn uitgebroken, 't Is overal rus tig, zegt Woiff. De oorlogsvoedingsdie dienst in Duitsch land heeft thans eindelijk toegestaan, met den verkoop der verduurzaamde groenten te be ginnen, maar vlot loopt de zaak nog niet. —7 Weensche bladen weten te vertellen van leveren? Neemt zij het ibij zoo kwalijk, dat ik mijn woord niet heb gehouden, niet op mijn afspraak op den avond van het feest ben teruggekomen?" Hij slaakte een diepen zucht en drukte zijn voorhoofd tegen de koude ruiten. Zijn ge dachten verdrongen elkaar en waren ver ward. ij| „Hoe zal ik uitvinden wat zij denkt en ge voelt? Waarom ontwijkt zij mij? Waarom spreekt zij niet tegen mij? Zij moet mjmera toch weten, dat een enkel goed woord, een vriendelijke blik uit haar oogen alles effen en gemakkelijk zou maken. Ik? Wat moet ik haar zeggen? In vergelijking van het geen ik voor haar gevoel, blijven woorden woorden en hebben geen waarde." Hij was naar buiten gegaan, zonder naar de anderen dm te kijken. Met zware, lang zame schreden en verdiept in zwaarmoedige gedachten, liep hij in de tuinpaden op en neer. Hij voelde niet, dat de regen zijn dik haar vochtig maakte, niet de nevelachtige kilheid, die uit de struiken en grasperken op hem aandrong. Lichaam en ziel werden gefol terd door pijn en angst. Zij wou weg en hr had geen recht haar te houden, zij, die hi' bemind en heimelijk aangebeden had van he oogenblik af, dat hij haar voor het eerst hac gezien. Hij kon haar niet verliezen en mocht iiaar niet houden! Hij kon zijn oogen niet van haar afwen den en mocht ze niet tot haar opslaanWat moest er komen van dezen vreeselijken twee strijd, die zijn gemoed verscheurde. Wordt VMwsègd. COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 1