DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
DE OORLOG.
Echte Plantfiurs 3 cent
Uitreiking Broodkaarten.
den Abonnementsprijs.
Aardappelen.
BERICHT
No, Tó
Honderd en negentiende jaargang.
1917.
DINSItAf
27 MAART
FETJILLETQ®.
Deze Courant wordt eiken avond, betialve op Zon- en
Feestdageft, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 1,franco door het geheete Rp f1,25.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel 0.121/*- Bij groote contrasten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Centrale keuken.
Dokter Stilltried
FA. Wed. JAC. VAN BEEK,
Mat 20 ct. oorlogstoesiag op dan abonnementsprijs per 3 maanden.
ALKMAAR, 27 Maart.
Er valt ook heden over dpi oorlog weinig
te schrijven. In het Westen kunnen de Fran-
schen meerdere successen vermelden dan de
Engelschen. De toestand blijft echter duister.
De laatste berichten konden dateeren uit de
periode van den stellingoorlog, die nu geëin
digd scheen. Men leest van terrein, dat ver
loren 'ging en weer heroverd werd in tegen
aanvallen precies als voorheen. Aanvallen
en tegenaanvallen door Duitsche dekkings
troepen? Hoe het front tusschen Atrecht en
Soissons loop#valt op het oogemblik evenmin
te zeggen als hoe het verloop verder zal zijn.
Afwachten blijft' de boodschap!
In Rusiand moet men rekening houden met
een poging van Duitschland om door te
breken en naar St. Petersburg op te marchee-
ren. Generaal Alexejeff zou hebben gemeld,
dat de Duitschers aan het front RigaDuna-
burg veel troepen en geschut samentrekken.
Misschien is het bericht juist, misschien heeft
het geen andere bedoeling dan de eenheid en
de weerkracht van het Russische leger te be
vorderen. Er heeft zich ter politieke bewerking
van het Russische officierskorps een bond van
republikeinsche officieren gevormd, in welks
statuten o.a. wordt verklaard, dat de bond
voor ieder legerkorps drie afgevaardigden be
noemt of uitzendt, wier politieke, arbeid door
den commandeerenden generaal van het le
gerkorps moet worden goedgekeurü en onder
steund, terwijl bij iedere legergroep te velde
voor hetzelfde doel een lid van het bestuur
van den bond moet fungeeren.
De republikeinsche gezindheid schijnt snel
toe te nemen ook de Cadetten, die de partij
der constitutioneele democraten vormen, heb
ben zich ten gunste van de democratische re
publiek uitgesproken.
Uit Washington wordt gemeld, dat presi
dent Wilson machtiging heeft gegeven tot
aanwerving van personeel voor de vloot, het
welk op een oorlogssterkte van 17400 man
zal worden gebracht.
In antwoord op Duitschlands voorstel, om
de verdragen tusschen Pruisen en Amerika
van 1799 tot 1828 te handhaven, is van Ame-
rikaansche zijde betoogd, dat door bet optre
den der Duitsche autoriteiten' die verdragen
zijn geschonden en vervallen verklaard.
Met ingenomenheid mag tenslotte worden1
vermeld, dat de Engelsche regeering voorals
nog niet wenscht toe te geven aan deni aan
drang om, met name tegen Nederland, nog
verscherpte blokkade-maatregelen te treffen.
Minister Bonar Law beeft verklaard, dat de
regeering het tegenwoordige blokkade-stelsel
in principe juist en' in de practijk voldoende
acht.
ALKMAAR, 27 Maart.
Een „huismoeder" verzoekt in een niet als
ingezonden stuk bedoeld schrijven ons, eens
iets te zeggen1 over de centrale keuken, of lie
ver over het desbetreffende voorstel van B. en
W., waarin het college een crediet vraagt van
15000, „tot het inrichten van een centrale
„keuken op het Dodenveld, waaruit aan de in
gezetenen zoodra de omstandigheden dit
„mochten noodig maken, ter beoordeeling van
„den Gemeenteraad, tegen billijken prijs een
„goed voedsel kan worden verstrekt."
Onze correspondente was geschrokken, toen
zij bet cijfer las, dat zoo'n keuken zou moeten
kosten. Zij gelooft, dat alleen de werkmans
vrouw het eten van' zoo'n inrichting zal halen.
„Stelt U eens, schrijft ze, een oogenblik
zoo'n gezin voor oogen, wehce moeder met
kleine kinderen kan eiken dag.van huis om
eten te halen, en welke huisvrouw kan, ge
steld ze heeft een gezin van 6 personen, 12^
cent per portie betalen (als de porties dan
nog groot genoeg zijn?) Als zoo'n vrouw 2
kilo rijst of gort kookt, met wat suiker, op
haar kachel, waar ze tegelijkertijd warmte
van heeft en haar wasch bij droogt is ze im
mers veel goedkooper uit..
„Laten' ze dat geld liever omzetten in gratis
voedsel voor wie ervan willen profiteeren (ik
trek er niet van) of aan het steunfonds."
Wij gelooven, dat deze „huismoeder" op
eenvoudige wijze weergeeft wat door velen
wordt gedacht.
Er bestaat, naar het ons voorkomt, misver
stand ten aanzien van deze zaak, voor een
deel niet onwaarschijnlijk te wijten aan de be
knoptheid van bijlage no. 32. B. en W., voor
standers van' de inrichting van een centrale
keuken getuige hun voorstel hadden
dan ook deze zaak niet zoo kort-af moeten
behandelen, maar door middel van de bijlage
zich dadelijk tot het publiek moeten wenden
met een breedvoerig betoog, waarvoor de ar
gumenten ten deele toch wel te vinden zullen
zijn in het adres van het vijftal heeren, het
welk zich tot het college heeft gewend. Wilde
men de zaak niet, dan had men zich er mis
schien kort kunnen afmaken, wil men daaren
tegen haar wel, dan moet men van den begin
ne het publiek de noodzakelijkheid en de wen-
schelijkheid zoo duidelijk mogelijk aten zien.
Eent goed beredeneerd voorstel zou hebben
kunnen medewerken om de zaak populair te
maken. Uitteraard staat het publiek weinig
sympathiek tegenover den voorgestelden maat
regel, die al bij voorbaat impopulair is, om
dat hij indruischt tegen onzen volksaard. On
ze spreekwoorden en zegswijzen leveren, daar
voor bewijs te over. Men is hier niet gediend
van toezicht op en hulp bij het eten, men
houdt niet van pottekijkers, men zet zijn eigen
potje op het vuur, men dopt zijn eigen boon
tjes, en liever dan voedsel in ontvangst te ne
men, eet men, wat de pot schaft.
En het wemelt in onze taal van uitdrukkin
gen, waarin met ironie wordt gesproken over
de hulp, welke voor de maaltijden van buiten
af wordt gegeven. Op een veeg of een lik uit
de pan is men niet bijster gesteld. Van iemand
zijn vet krijgen is al evenmin aangenaam. En
of men iemand zijn peeën opschept, de rijsten-
brij gaarkookt, zijn erwten geeft, zijn soep of
Jac. Degeling, Kraanbuurt.6
Roman naar het Duitsch van
LXJRA DUNCKfiR.
29)
Hij was, in zijn kwellende gedachten ver
zonken, tot aan dè kastanjes geloopen, geheel
vervuld van het beeld van de eenige^ die
hem, den eenzamen man, die tot dusver even
min de liefde als de vrouwen had gekend,
geheel in beslag nam.
Plotseling echter nam hij. een kordaat toe
sluit. Hij wilde naar boven, wilde haar nog
eenmaal zien, haar voor altijd vaarwel zeg
gen. Al kon hij zich ook, wat haar waarde
betrof op verre na niet met haar meten, hij
was toch een man, die zich niet schuw als
een armzalige, verlegen dwaas voor haar be
hoefde te verbergen.
Hij nam zijn hoed en steeg tusschen de
denpett door met haastigen, gelijkmatigen
tred naar boven. Hij Wilde, voordat de duis
ternis inviel, boven zijn. Er moest een eind
aan komen, vóórdat het nacht werd.
Bij den grooten hoofdingang ontmoettte
hij juffrouw Amalie. Op zijn vraag naar
Gustava antwoordde zij:
„Juffrouw Hill is ginds in het paviljoen
en pakt haar schilderstukken bijeen. Zij had
zijn saus, uitdrukkingen in verschillende stre
ken van ons land gebezigd, bet heeft allemaal
een' niet begeerd bijsmaakje.
En nu zouden we ineens allen gaan eten
uit den pot van Egypte?
Maar dat is het helaas juist niet, wat
wordt beoogd. Immers toen de Israëlieten bij
de vleeschpotten van Egypte zaten, was er
overvloed, konden zij zich om niet verzadigen
aan brood-, visschen, komkommers, pompoe
nen, look, ajurn, knoflook en andere heerlijk
heden en begeerlijkheden' van het Oude Volk.
De „pot van Holland" daarentegen wordt
door Schraalhans op het vuur gezet.
Bij het beoordeelen van deze aangelegen
heid moet men bovenal rekening houden .met
de veranderde omstandigheden, waaronder
we leven. Doet men dit niet, dan gaat het ons
net als het oude vrouwtje, dat zei: ,,'tis een'
rare wereld, vroeger kraaiden de hanen, nu
gapen ze alleen maar" het goede mensch
kon niet meer zoo goed hooren als voorheen.
De veranderde omstandigheden maken, dat
wé niet meer kunnen meten naar vroegere
maatstaven. Wat voorheen absurd zou zijn
geweest, kan nu ad rem zijn. De toestand is
thans zoo, dat niet door Nederlanders kan
worden uitgemaakt, hoe Nederland zich zal
voeden, verwarmen, kleeden. Daarvoor zor
gen thans de heeren te herlijn en Londen, die
onzen invoer en uitvoer, onzen ruilhandel,
onze scheepvaart®op allerlei manieren belem
meren en die ons opleggen, maar te zien' rond
te komen. Het gevolg is, dat tal van artike
len, in het bijzonder ook brandstoffen en le
vensmiddelen, steeds schaarscher worden.
Misschien zal ons land weldra geheel afge
sloten zijn van de wereld. De min-ongunstige
veronderstelling is wel, dat Nederland als
een afgelegen eiland op zich zelf zal zijn
aangewezen). Dan zullen wij Nederlanders
gedwongen zijn Robinson te spelen wat
we overigens al in een zekere mate doen. We
zullen ons nog meer moeten leeren behelpen.
We zullen met terzijdestelling van oude ge
woonten en oude gemakken', oude voor-oordee-
len en oude tegen-ingenomenheden, van den
nood een deugd moeten maken, ons aanpas
send bij de omstandigheden, pogen daaruit
het beste te maken. Er kan een tijd komen
waarin, wij het niet meer zoo heel erg vinden,
dat wij ons eigen potje niet meer kunnen ko
ken, dat wij een stuk van onze eigen vrijheic
en vreugde gaarne prijsgeven omdat wij
vol dankbaarheid nog eten1 vóór ons zien en
licht en warmte rondom ons hebben. Zal dan
die dankbaarheid worden vergald, door de
neven-gedachte, dat wij aan armenzorg en
bedeeling zijn overgeleverd? Het lijkt ons te
dwaas om van te spreken. Trouwens zit ons
tegenwoordig bij het gebruik van tal van ar
tikelen het ook daarbij bestaande begrip „be-
Tot in ontvangstname der BROODKAARTEN over de maand APRIL 1917 wor
den houders van legitimatipkaarten verzocht, zieh DONDERDAG 29 MAART en
VRIJDAG 30 MAART a.s. telkens des namiddags van 2—5 uur te vervoegen aan een
der onderstaande scholen en wel
houders van
legitimatienummer
1— 500 Donderdag aan de Keetkolk,
601—1000 Vrijdag
1801—1500 Donderdag
1501—2000 Vrijdag
2001—2500 Donderdag
2501—3000 Vrijdag
3601—3500 Donderdag
3501 4000 Vrijdag
4001—4500 Donderdag
4501—5000 Vrijdag
5001—5500 Donderdag
S501-*600Q Vrijdag
In herinnering wordt gebracht, dat aan kinderen geen kaarten worden afgegevan.
De Directeur van het Distributiebedrijf,
D. SCHENK.
Brillensteeg,
Nieuwesloot,
Snaarsmansla;in,
Koningsweg,
hoofd der school da heer G. Hellinga.
F- J- Aukes.
J. A. Zwarteveen.
id
A. Wijn.
n n J' EitS.
P. Schipper.
ld.
daar haar atelier opgeslagen. Weet u, dat
zij weg wil? Het zal op Wolkenstein. leeg
zijn zonder haar", klaagde de oude dame
Het paviljoen, was geen honderd schreden
van üet sanatorium verwijderd.
Door üe ramen zag Eredenskirch Gustava
bij een smalle tafel staan. Zij legde schilder
stukken en schetsen' in een groote portefeuil
le. Besclienen door het laatste daglicht,
stond zij daar, naar het Oscar voorkwam,
ernstig, bijna treurig.
Zonder zich te bedenken trad hij binnen.
Wat vóór nut had het langer te dralen?
Hoe eerder bet voorbij was, des te beter
voor hem.
Zij ontstelde nauw merkbaar, toen hij van
uit den tuin over de lage stoep binnentrad.
Hij begroette haar met een diepe buiging,
zonder de hand naar haar uit te steken.
„Ik hoor van Robby, dat u weg wil", zei
hij zacht. „En nu ben ik gekomen om van
u afscheid te nemen."
Zij legde stil de vellen papier neer, die zij
in de hand had en keek hem met een treuri-
gen blik aan.
„Ja, ik wil weg. Ik voel, dat u berouw
van uw besluit heeft. Ik betreur het van har
te, dat ik u dat heb doen nemen, mijnbeer
Fredenskirch."
Hij haalde diep en beklemd adem Waar
om was zij zoo treurig? Viel haar het heen
gaan zwaar? Waarom ging zij dan? Had
deeling" in den weg?
Wanneer de nood dringt, dan zijn we van
zelf gedwongen allerlei begrippen over boord
te gooien. Is de nood hoog gestegen dan
zal iedereen even gaarne van de centrale keu
ken zijn eten betrekken als dat iedereen ten
tijde van een pokken-epidemie in het stadszie
kenhuis zich gratis laat inenten. De laatste
scrupules zullen worden overwonnen, indien
toonaangevende ingezetenen maar goed voor
gaan.
Het lijkt ons dus goede .voorzorg wanneer
men, met het oog op de toekomst, die in haar
schoot zooveel zorgen en angsten bewaart,
overgaat tot hetinrichten van centrale keu
kens, teneinde daardoor brandstoffen' (ook
gas!) te besparen enieen juiste distribueering
der beschikbare levensmiddelen te bevorderen.
En in het bijzonder voor het geval, dat ons
land niet voor den geesel des oorlogs ge
spaard mocht blijvm. Een organisatie klaar
hebben is beter dan een organisatie in oor
logstijd in het leven'te moeten roepen
In beginsel zijn we dus vóór de inrichting
van een centrale keuken. En wanneer daarmee
vijfjien duizend gulden gemoeid moet zijn,
dan lijkt het ons heel wat beter deze som te
besteden voor dit algemeene, gemeenschappe
lijke doel, dan haar voor een bepaald deel der
bevolking aan te wenden, zonder de weten
schap of een dergelijke aanwending beslist
noodig is.
De vraag is echter moet er vijftien dui-
HEEREN
MODE- EN
MAGAZIJN
HOEDEN-
De DIRECTEUR van het DISTRIBUTIE
BEDRIJF van ALKMAAR brengt ter alge
meene kennis, dat deze week op bon No. 11
1 'KILO AARDAPPELEN KAN WORDEN
VERSTREKT.
Alkmaar, 27 Maart 1917.
De Directeur Voornoemd,
D. SCHENK.
Met ingang van 1 AFRIH a.s. wordt
de abonnementsprijs van dit blad ge
steld op 11.30 voor de stad en 11.50 voor
buiten per kwartaal en dispositiekosten, bij
vooruitbetaling. Daartegenover vervalt
dan de oorlogstoesiag.
Wij hopen, dat, bij de steeds stijgende kosten,
inzonderheid van het drukkcrsbedrijl, wfj
ons in den eersten tijd tot dezen prijs zullen
kunnen bepalen. Ons blad behoort ook dtn
nog tot de goedkoopste dagbladen van Neder
land. Bij wekel(|kaotie betaling ls de
prRs met 1 APUIL a.s. tien cents
per week. Het zal ona ernstig streven
blijven, den inhoud van de Alkmearicbc
Courant steeds meer te doen beantwoorden
aan de hooge eischen, die men met reeht
stelten kan, doch het springt in bet oog,
dat deze hooge eischen ook steeds meerdere
kosten meebrengen op ieder gebied.
DE UITGEVERS.
SCHOUTENSTRAAT 18.
OVERHEMDEN ZELFBINDERS
BRETELS WANDELSTOKKEN
hij met zijn ellendig weifelen daaraan werke
lijk schuld? Aarzelend vroeg hij
„Als als ik ze op zij gezet had alle
bezwaren zoudt u dan niet gaan?"
Zij schudde levendig haar hoofd.
„Neen. Als ik het werk had gevonden,
dat in mijn smaak viel, dan zou ik niet ge
gaan zijn."
Oscar Fredenskirch keek het mooie, trot-
sche wezen verwonderd aan.
„Hier in onze kleine, armzalige wereld?
U?"
„Ik zou bij Robby zijn geweest en de om
geving van menschen, die niet anders willen
schijnen dan zij zijn, zou mij goed gedaan
hebben. Ik heb lang genoeg in geleendën
glans en valschen schijn geleefd maar
daar het niet kan zijn
„Neen, het kan niet zijn zei Oscar
Fredenskirch bar&ch.
Zij ontstelde en werd doodsbleek. „Vaar
wel", zei ze toonloos.
Hij keek niet naar haar bleek, door smart
verwrongen gezicht, lette niet op Haar uitge
stoken hand. Bijna toornig vroeg hij:
Is het dan zoo moeilijk te begrijpen, dat
de vrouw, die men lief heeft, geen loon
en brood kan geven? Noem mij den mensch,
die daartoe in staat zou wezen? Het is verme
tel, ja, dat weet ik, maar ik kan niet anders.
Het een of het ander. Of het geheele leven te
Untersberg èf in 't geheel niet."
Zij had zich over de tafel met portefeuilles
heengebogen, die tusschen hen in stond en
keek hem bij het laatste schijnsel van den
wegstervenden dag in de oogen. Verblind
Wat zij in zijn
krachtige, toe
sloeg zij. haar wimpers neer.
men
oogen las, was liefde, vurige,
wijdende liefde, een liefde, die zij op de wegen
waarop het. lot haar tot dusver had gebracht,
nooit had gevonden.
Hij stond rustig, onbewegelijk, haar voort
durend aanziende, op haar antwoord te
waditen.
Langzaam liep zij om de tafel heen. Beide
haar handen legde zij in de zijne, stevig en
warm en met een wonderbaren glimlach van
gelukzalig vertrouwen, zei ze vroolijk en rus
tig:
„Voor het geheele leven, Oscar Fredens
kirch."
Met een jubelkreet trok hij haar aan zijn
borst. Lang hielden zij elkaar zoo vast, het
waren meer dan zalige minuten. Toen kuste
hij haar op het verstandige, reine voorhoofd.
„Ik dank je, Gustava," zei hij zacht met
een stem en een glimlach, waarin het geluk
beefde, „maar ik wil je nipt voor mij alleen
hebben. Je moet weer teruggaan tot de hooge-
re kunst. Zij zal jou trouw blijven als jij haar
maar trouw blijft."
Zij keek met schitterende oogen naar hem
op en1 hield de toegestoken hand tusschen de
hare vast
zend gulden mee gemoeid zijn? Bij gemi»
aan gegevens, moeten we die vraag open la
ten. Er is alleen bekend, dat voor dit bedrag
een centrale keuken met een zeker aantal ke
tels op het Doelenveld kan worden ingericht.
Nu heeft een inzender onlangs de Korenbeurs
aangewezen als terrein, waar de inrichting
„Aangenomen," zei zij vroolijk en vastbera
den, in het bewustzijn van een levenskracht,
die sterk genoeg was om de liefde met den ar
beid te vereenigen.
Bij het kleine station in Wolkenstein ver
spreidden de lantaarns 'n droefgeestig licht
Een grijze nevel omgaf de matte lichtpunten
met vochtige sluiers. De beide menschen, die
arm in arm in het halflicht wandelden, wach
tend op den naderenden trein, vonden het
bést dat niemand hen in 't gezicht kon zien
Wat daarop te lezen stond, moest voorloopig
nog geheim blijven.
Door den nevel kwam de locomotief met
haar schelle lichten proestend aanstoomen.
De twee menschen stonden hand in hand en
keken elkaar voor het laatst in de oogen.
„Vaarwel Frits en het hoofd omhoog," zei
Trude. Kleemann, dapper met haar tranen
strijdend, „als wij elkaar weef zien, is het len
te en zijn alle verwachtingen vervuld."
Hij knikte slechts en trok haar in zijn ar
men. „Een ellendeling, die ze verijdelt, Tru
de."
Een haastige, innige kus. Toen stapte Frita
Stillfried in den trein en reed het nieuwe leven
tegemoet, dat de dwaasheid zijner jonge ja
ren goed moest maken.
'EINDE.
COURANT.
n
na n h n 'd.
M M |f l
7i O 79 71 IU®
n n h n n ld.
n n n n 'd.
11