DAGBLAD VOOR ALKjWAAR EN OMSTREKEN. Echte Plantas 3 cant No. 78 Wmï&èrtf en BBgarSieade jaargang. 191X 2 APRIL FEUILLETON. DE WALVISCHRUG. Deze Coupant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenactgegewn. Alsus^easneoÉ^nle psr 3 maas&d&o voor Alkmaar fl,30 fcan«® é®or het gafceete Rfk f1,5") Akonderlijke nummen» 5 Cents. MAAN DAL Tetefoomtummer 3. Prijs der gewone Advertentiën Per regel f 0.12* Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/k HERM&. COSTER ZOON, Voordam C 9. NEDERLAND. Over den abonnementsprijs wordt bij vooruitbetaling beschikt. Bewijsnummers 5 cent. ALKMAAR, 2 April. Vandaag komt het Congres te Washington bijeen. Misschien dus, dat we weldra zullen weten, wat Amerika verder zal doen. Prins Lwof, de minister-president in Rus land, heeft verklaard, dat er na de omwente ling een nieuwe geest in leger en vloot, een frisch vertrouwen in de overwinning heerscht, en dat men vastbesloten is als vrije natie den strijd voor de vrijheid tot het einde te strijden. Te. St. Petersburg demonstreerden militairen voor de voorloopige regeering onder de leu ze „oorlog tot de beslissende overwinning" en wet den eisch „krachtie arbeid bij, de ver vaardiging van munitie." Met dit laatste schijnt het nog niet geheel in den haak. Er wordt vermoedelijk in de mu nitie-fabrieken meer gestaakt, dan wij weten. Althans heeft een der afdeglmgen van het co mité van arbeiders- en soldaten-afgevaardig den het noodig geoordeeld een motie aan te nemen en openbaar te maken, waarin wordt gezegd, dat de bevestiging der politieke vrij heid, door de revolutie verworven, als vol strekte noodzakelijkheid eischt de onmiddel lijke hervatting van den arbeid en de beëindi ging van alle stakingen en geschillen, welke de zaak van het oude regieme begunstigen en de onmisbare productie der munitie desorga niseer en. Van de zijde der midden-mogendheden doet men alles om aan den nieuwen Russi- schen staat van zaken welgezind te schijnen, met de stille hoop natuurlijk, dat het vredes- element in Rusland daardoor gesterkt zal worden. Na den Duitschen rijkskanselier, na den Oostenrijksch-Hongaarschen minister-presi dent Czemin, heeft ook de Bulgaarsche minis ter-president een verklaring afgelegd en ge zegd, dat Bulgarije den strijd tegen het abso lutistische Rusland was begonnen, maar dat het hoopte, dat de nieuwe staat van zaken in Rusland zich zou consolideerea en een nieuw tijdperk zou openen van goede verstandhou ding en vriendschap tusschem het Bulgaar sche en het Russische volk. Nu is Turkije voor een verklaring aan de beurt, welk rijk ten slotte wel eens niet de minste belanghebbende bij de Russische revolutie kon zijn In het Hongaarscbe Huis is nog eens door de leiders van alle partijen betoogd, dat men wil doorvechten totdat een eervolle vrede is bereikt, maar dat men bereid moet zijn, vre- des-onderhandelingen aan te knoopen, wan neer de tegenstanders hun veroveringszucht laten varen. En de minister van financien heeft nog eens verklaard, dat men zich niet met de binnenlandsche aangelegenheden van Rusland wenscht te bemoeien, en dat men EEN VERHAALTJE UIT pUDEN fFIJD VAN JOHAN C. W. JUUHL. Uit het Norsch vertaald door M. A Zk 2) Op zekeren herfstdag, toen er op het han delsplaatsje „Bergholmen" rechtbank gehou den werd en publieke verkooping, deed Aus ten aldaar een bod op een stuk grond, nage laten door Lars-i-Braekkjo, wiens goed nu verkocht werd. Hij had juist het hoogste bod gedaan, en de „lensman" zat klaar met den hamer om het hem toe te slaan. Daar klonk het lispelend geluid van do be kende stem door de menigte, langzaam en zeker. Austen schrok. Doch ditmaal was Steven toch te Laat ge weest. De hamer was al gevallen. En aan Austen was de koop toegewezen. Zielsblij ging hij naar den landrechter om alle papieren in orde te laten maken voor het eigendomsbewijs op het stuk land, dat hij nu had gekocht. En Adno stond bij de deur stil toe te zien met een gelukkige uitdrukking in haar hel dere kijkers. Maar op hetzelfde oogenblik kwam Steven naast Austen voor, de bureau-tafel. Zijn D. i. de „sorenskriver", die in de land- districten het notariswerk doet bij de boe delscheiding en verkooping. gaarne wil staan tegenover een Russische regeering, welke het vertrouwen van het ge- heele volk bezit en met welke een eervolle vrede kan worden gesloten. Grappig bij dit alles doet een Wolfftele- gram aan, waarin feitelijk wordt medege deeld, dat men in Rusland voorloopig niet be vreesd behoeft te zijn voor een Duitsch offen sief Waarschijnlijk is v. Hindenburg al blij, dat hij de troepen, welke in verband met de verzwakking van het Russische krijgsbedrijf tenminste tijdelijk vrij; zijn gekomen, elders kan gebruiken. Wanneer en waar dat blijft nog steeds het groote vraag teeken. Nog altijd is de gang van zaken in bet westen dezelfde, de Engelschen zijn bij Péronne en St. Quentin weer vooruitgekomen en overigens was er veel kleine bedrijvigheid. Van de andere fronten is er niets nieuws, alleen zij( gemeld, dat de En gelschen in Mesopotamia een concentreerende beweging der Turken hebben doen mislukken en dat de Tinken weer op den terugtocht zijn. KORTE BERICHTEN. De correspondent van het Berliner Ta- geblatt te Lugano maakt melding van een ko ninklijk besluit in Italië, dat de koopvaarders onder militair commando stelt. Alle verbinte nissen, dié de zeelui hebben aangegaan, wor den tot het einde van den oorlog verlengd. Geen zeeman mag zijn schip verlaten tenzij in geval van ziekte of ongeschiktheid voor zijn werk. Te Rio de Janeiro is de Fransche bark Cambronne aangekomen met 200 Britsche, Fransche en Italiaansche matrozen, behoo- rende tot de bemanning van schepen die bij Trinidad door een Duitschen kaper in den grond zijn geboord. De kaper wordt beschre ven als een zeilschip met gasolinemotoren. In antwoord op een interpellatie van so ciaal-democratische zijde, over de voorziening met levensmiddelen, heeft president Schul- thess gezegd, dat de omstandigheden voor Zwitserland steeds bezwaarlijker worden, zoodat het volk zich moet voorbereiden op nog ingrijpender maatregelen dan tot dusver zijn genomen. In Oostenrijk worden de toelagen aan vrouwen van militairen van 10 tot 25 pet. ver hoogd. De doodstraf is in Rusland afgeschaft. Te Barrow in Engeland heerscht een staking, de munitieproductie ondervindt groo te vertraging. Het Noorsche stoomschip Lisbeth (1000 ton) van Rotterdam naar Engeland is getor- piüeerd, de bemanning is te Hoek van Hol land aangebracht. Wolff spreekt een bericht in de entente pers, dat de m Dmtschland vertoevende Chi- neezen zouden zijn gevangen genomen, te gen. De Chineezen kunnen zich volkomen en ongehinderd vrij bewegen. Tal van hoogleeraren aan de hooge- school te Columbia hebben gezamenlijk aan president Wilson geschreven dat het noodig is zich te verzetten tegen de onwettige aanval len van Duitschland en zich daartoe tot volle samenwerking aan te sluiten bij de entente. VARIA. DE MöWE. Over zijn tocht met de Möwe heeft graaf Dohna Schlodien, de gezagvoerder van den kaper, aan journalisten het volgende meege deeld Kort na ons vertrek kregen wij het s.s. Voltaire in 't zicht. Tegen vier uur 's ochtends waren wij het tot 400 M. genaderd en seinden het om te stoppen. Toen de Voltaire trachtte draadloos hulp te vragen, vernielden wij het toestel en slaagden er daarna in, het schip onschadelijk te maken. Wij kruisten vervolgens ongeveer 20 dagen in den Noord-Atlantischen Oceaan, maar kregen de eerste drie dagen geen schip meer in 't oog. Later hebben we in deze streken na genoeg eiken dag met een stoomschip kunnen afrekenen. Het laatste, dat we er bemachtig den, was met ongeveer 7000 ton steenkool van Amerika naar Italië onderweg. Ik liet dit schip een poos met de Möwe meevaren, vulde er mijn kolenvoorraad uit aan en heb het daarna als hulpschip ingericht. Onder lei ding van luitenant ter zee Wolff heeft het daarna een aantal vijandelijke schepen kun nen vernietigen. Ten slotte heb ik dit hulp schip echter moeten laten zinken, omdat de machines onbruikbaar waren geworden'. Hoe meer wij de Afrikaansche en dan de Amerikaansche kust naderden, des te moeilij ker werd de draadlooze dienst, wegens elec- trische storingen. Zoo hebben we de geheele tweede helft van December geen berichten ge had. Tot onze groote vréugde begon toen, op Nieuwjaar, het draadlooze toestel weer te werken en vernamen we, dat de Yarrowdale een Duitsche haven had bereikt. Op onzen verderen tocht, in den Zuid-At lantischen Oceaan, l eb ik mijn hulpschip, dat ik den naam Geyer had gegeven, nog twee maal ontmoet en kon er den eersten keer 2000 en den tweeden keer 1000 ton steenkool van overnemen. Onze tocht ging daarop verder tot Kaap stad, maar mijn verwachting, daar een druk zeeverkeer te zullen vinden, werd niet beves tigd. Over-een ontmoeting met een sterk bewa- enden Engelschen hulpkruiser, zeide graaf )ohnaIk had dien hulpkruiser 't liefst ont weken en ten slotte gelukte mij dat door een toeval ook. Er kwam n.I. een Engelsche koop vaarder in zicht en de hulpkruiser zag dien blijkbaar voor de Möwe aan, want hij viel er op aan en wij zagen de granaten vlak bij den koopvaarder ontploffen. De twee schepen raakten uit zicht, terwijl de hulpkruiser zijn eigen landsman nog altijd vervolgde. Toen het jaargetijde begon op te schieten, zette ik weer koers naar het Noorden. In den Atlantischen Oceaan was het er intusschen op de groote scheepvaartwegen heel anders gaan uitzien. Op onze uitvaart hadden wij nog ongeveer 25 stoomschepen gezien, doch op de thuisreis hebben we geen enkel meer waargenomen. Het gevecht met de Otaki volgde, nadat Ik het had geseind om te stoppen. De Otaki werd 25 maal getroffen, maar ook de Möwe kreeg cjrie treffers. Beide schepen geraakten in brand en de Möwe kreeg een lek, dat ons veel last bezorgde. Door den brand liep een aan- blauwe oogen stonden deemoedig vroom. Hij wilde den landrechter bescheiden er op attent maken, dat hij op de boerderij schuld bekentenissen had van eerste, tweede en der- de prioriteit, en dat oude Knoet Braekkjo was heengegaan ais een straatarme man. Zijn geld zei hij, op staanden voet op, hij ver langde, dat het direct werd afbetaald. Zoo veel had Austen met al zijn hard werken niet bijeengekregen. En zoo bezwarend had hij niet gedacht dat de voorwaarden van beta ling zouden zijn. En het eind was, dat Steven de winkelier het land van Knoet Braekkjo in eigendom behield. Austen kon met leege handen van de ver kooping naar huis gaan. En hij moest zijn lippen voor de tweede maal stijf op elkaar drukken, om zich te be- heerschen en niet in het bijzijn van de Over heid dien kerel zijn vuist te doen gevoelen. Maar een uurtje of wat later werkte het in zijn binnenste. „Gewaagd moest het toch worden, hij zou op eigen erf wonen." En zoo gebeurde het dat Austen zijn bu ren, de buurtschap en het vasteland vaarwel zei en aarde en timmerhout verscheepte naar den naakten Walvischrug. Op den avond, toen Austen de laatste vracht hout in zijn boot laadde, schrok hij door een akeligen gil uit het roode huis van Steven. Een weinig later stond Steven's vrouw aan de deur in droef gesprek met eenige buur vrouwen. Steven was dood. Het einde was zienlijk deel van mijn bemanning brandwon den op, deels heel erge, zoodat een onderoffi cier en zes man er aan zijn gestorven. Op de' Otaki, waarvan de bemanning ten slotte in de booten ging en op de Möwe aan hield, waren 4 zwaar gewonden. Wij namen 25 man van het ss. op. Allengs naderden wij nu de Duitsche kust; het eerste Duitsche schip dat wij ontmoetten, was een treiler, die eerst de Möwe niet her kende en ons seinde te stoppen. Wij werden het echter gauw eens. VERVALLEN DE BROODKAARTEN? Vanwege de schaarschte van papier maakt het, naar wijl uit betrouwbare bron vernemen, een punt van ernstige overweging uit bij het ministerie van landbouw, om öf bij een der volgende uitreikingen van bonboekjes voor levensmiddelen, óf wel afzonderlijk bons ter beschikking te stellen voor ons dagelijksch brood, waardoor dan de momenteel-in ge bruik zijnde broodkaarten komen te verval len. „PRINCESS MELITA." Officieel wordt uit den Haag gemeld: Op 7 Maart stelde het departement van Marine het Nederlandsche (Haagsche) cor respondentiebureau voor dagbladen in staat onder vermelding, dat de verkregen inlichtin gen van dit departement afkomstig, waren, hét volgende aan de pers mede te deelen om trent de „Princess Melita" „In den avond van 5 dezer is het Britsche koopvaardijschip „Princess Melita" binnen den Hoek van Holland gekomen; bij onder zoek bleek het schip bewapend te zijn. Den gezagvoerder werd order gegeven onmiddel lijk weder naar zee te vertrekken. Het schip vertrok hierop naar zee. Den volgenden mor gen keerde het stoomschip terug en verzocht een zwaar zieken opvarende aan den wal te mogen afgeven en drinkwater voor de reis naar Engeland te mogen laden; beide werden toegestaan onder beding den meesten spoed te betrachten. Daarna stoomde het schip weder naar zee. in den morgen van 7 Maart keerde het schip echter terugde gezagvoerder verklaarde ka- nón én affuitage over boord te hebben ge worpen. Na onderzoek bleek dat inderdaad geen kanon of affuit meer aan boord was; mitsdien werd vergunning verleend naar Rot terdam op te stoomen." Naar aanleiding van de in de pers tot uiting gekomen vragen nopens de juiste toe dracht dezer aangelegenheid kan worden me degedeeld, dat het communiqué de feiten ge^ heel heeft weergegeven, zooals zij zich heb ben toegedragen. Het schip'is tot den Hoek van Holland ge naderd, doordien het onderzoekingsvaartuig zich wegens een sneeuwstoim binnenwaarts had verplaatst. Door aan de „Princess Melita" de order te geven het Nederlandsch rechtsgebied onmid dellijk te verlaten, op straffe van intemeering bij niet opvolging van het bevel, handelde hei onderzoekingsvaartuig tegenover dit zich rechtstreeks naar een Nederlandsche haven begevend schip zooals reeds in vroegere ge- Jac. Dogeiing, Kraanbuarl 6 nog onverwacht gekomen, en de strijd was zwaar geweest. De laatste week had hij buiten kennis gelo gen en hal al maar psalmen gezongen. En toen was hij opeens opgevlogen en had met z'n vuist dreigend opgeheven, ge schreeuwd: „we moeten sparen 1" Toch was de dood niet gekomen, zonder dat er reden voor bestond. De winkelier had in zijn gierigheid oud vleeSch gegeten, dat niet goed meer was. Ja, dat haa hij. Maar toen Austen zijn hout goea en ,wel geladen had en met de roeiriem de boot van wal wilde stooten, sprong Steven's zwarte kat er in. Austen lachte dat hij schaterde. En de kat mocht in ae boot blijven. IV. Het eerste wat Austen ging doen, nadat hij zijn huis getimmerd hadf was er verf op te brengen. Het moest zoo mooi worden, zóó mooi om te zien, dat het jn de verte zou schitteren van kleur, als de prachtige bloementuin. Want kleuren kunt gij gelooven daar had Austen oog voor; kleuren liefst zoo scherp afstekend als zonnegoud en mane schijnzilver waren zijn lust en zijn léven. De houtbeschieting vaü zijn huis moest vuurrood zijn. de lijsten rondom de deur en het raam hemelsblauw en de windplanken aan den gevel violet. De deur maakte hij; zee groen. Beter, wat kleurenpracht en bontheid be treft wist hij1 niet te bedenken. Want hij had bijna al de kleuren gebruikt, die als verf in vallen is gehandeld, tegenover oorlogsschepen partijen, die dat rechtsgebied bin- ter plaatse waar Nederlandsche be den handel te krijgen waren. Toen alles klaar was, stond hij lang op den Walvischrug en keek met een glans in zijn oogen naar zijn huisje. „Hoe vind je 't?" vroeg hij aan zijn vrouw. „O," antwoordde Adno en haar oogen schitterden „Prachtig I 't is 'eerlijk'ier." „Ja," bevestigde Austen, „echt 'eerlijk 'oor!" En over zijn gezicht ging een stille lach van groote tevredenheid. Daarop begon hij op hun groot ledikant ro zen en allerlei krullen te schilderen in al de kleuren die hij maar krijgen kon. Maar'terwijl hij daar druk mee bezig was kwam de zwarte kat aanloopen. Ze zette een hoogen rug en wou langs de mooie verf gaan strijken, die Austen juist op het ledikant had gesmeerd. Hij maakte een beweging met zijn hand om haar weg te jagen. Toen schrok de kat en schoot op zij, juist tegen een verfpot, zoodat ie omviel en de verf over den vloer liep. „Satansch beest 1" riep Austen en wou de kat slaan. Maar poes kroop in een hoek en bleef daar zitten met gekromden rug. Adno ging naar haar toe en streelde haar vriendelijk over haar hoogen rug. „Toen begon de kat nijdig te blazen en sloeg haar klauw in Adeo's hand, zoodat het roo de bloed er uitsprong. „Wat een rakkerd!" klaagde Adno, het bloed opzuigend. De kat bleef kwaad zitten, al maar bla zend. En haar geelgroene oogen zagen er zoo leelijk uit en zoo belust op wraak, dat het ake- wakingsvaartuigen zich op dat oogenblik be vonden. I Toen den volgenden dag de „Princess Me lita" het verzoek deed tot toelating, om een zieke af te geven, is dit verzoek ingewilligd uit overwegingen van menschlievendheid en op grond dat het volkenrecht ook ten aan zien van oorlogsschepen de binnenkomst in een onzijdige haven tot het ontschepen van zieken en gewonden toelaat Bij de derde binnenkomst van de „Princess Melita," was het schip, daar kanon en affuit van boord waren verwijderd, geen bewapend handelsschip meer en werd derhalve behan deld als ieder ander pngewapend handels vaartuig. IN DEN GROND GEBOORD. Het nieuwe tankstoomschip „Hestia", in 1916 gebouwd yoor de Nederlandsch-Indi- sche Tankbootmaatschappij te 's-Gravenhage. in bellast van Rotterdam naar Londen, met twintig man vaste équpage en zes aangemon sterde passagiers, waaronder een beambte aan de maatschappij, is in den nacht van Vrijdag op Zaterdag, toen men ongeveer 45 mijlen uit de kust gestoomd was, zonder eenige waarschuwing door een onderzeeër met granaten beschoten. Door den luchtdruk sloegen de menschen, die de wacht hadden, tegen het dek. Kruipende over het delf wist de kapitein de telegraaf te bereiken en het sein van stoppen te geven. Inmiddels was een sloep aan bakboord ge streken, waarin 14 opvarenden plaats na men, te weten6 .Nederlanders en 8 Chinee zen. In de stuurboordsloep namen de 12 ove rigen, waaronder kapitein Van 't Hoen, plaats. Nauwelijks was deze gevierd, of een torpedo van den onderzeeër arong aan bak boordzijde binnen en doorboorde het schip, dat men den achtersteven in de diepte ver dween. Zeer waarschijnlijk heeft deze torpe do, of een later afgeschoten granaat, de bak boordsloep met de 14 inzittenden getroffen en vernield, waarbij vermoedelijk 13 der in zittenden gedood zijn. Toen de onderzeeër was door blijven vuren, om het schip tot zinken te brengen wat ten slotte gelukte zagen de 12 menschen in de stuurboord sloep een stuk van de stukgeschoten bak boordsloep omgekeerd drijven, waaraan zich nog één man, een Chinees, had vastgeklampt. Aan boord van den onderzeeër nam men niet de minste notitie van dezen man, doch wenkte men de ander-sloep om te naderen en deelde hun den koers en den vermoedelijken afstand naar de Nederlandsche kust mede Zij redden daarop den Chinees en hielden daarna op onze kust aan. Zij warden Zater dagmiddag opgemerkt door den logger „Ju lie IJm 210, die de menschen opnam en hen met de beste zorgen behandelde. In den nacht van Zaterdag op Zondag kwam men te IJ- muiden binnen. Er zijn 13 menschen omgekomen, n.I. de eerste, de tweede en de derde stuurman, de eerste machinist, een machinist en een passa gier, de heer van R., allen Nederlanders, ai 7 Chineezen. lig was om te zien. Austen keek op van den grond, waar hij de verf overheen smeerde. „Er woont een mensch in die kat," zei hij. „Dat kan best zijn," gaf zijn vrouw toe. Austen bleef naar de kat kijken. .,'t Is net of je zijn baas niet, dezelfde dui velachtigheid 'eeft dat beest in zijn oogen," zei hiji met diepe stem. „Nu vraag ik je I" riep Adno. En een rilling ging over haar rug. En ze nam haar bezem en joeg de kat het huls uit. Maar toen poes later zat te schreeuwen voor de deur liet ze haar weer binnen en gaf haar melk. Maar nog Austen noch Adno hielden meer van de kat. Ze hadden er spijt van dat ze dat zwarte meest mee naar buiten hadden geno men op hun scheer. Adno waschte en schuurde en kookte en bakte en hield alles zoo netjes en schoon tn het kleine- huisje, dat alles er blonk als het zonlicht. En tegen den Zondag werd er gehakte brem en wit zand over den vloer gestrooid'. En dan rook het daar binnen sterk naar de zeep en de bremtakken. 1 vVan den vroegsten morgen tot laat in den avond had ze iets om- handen. Ze naaide en breide of kaarde of spon, bèhalve dat ze nog haar koffieketel en 't huishouden moest naloo- pen en de pap moést klaar maken. Een dag strekte bij haar lang, En de tijd vloog zoo om, dat de eene dag voorbij was en de andere be gonnen voor ze 't zoo recht wist. Wordt vervolgd. t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 1